COURANT No. 4479 DONDERDAG 17 JUNI 1915 43e JAARGANG Op pagina 4 van dit blad is opgenomen: 1. Uit den Omtrek. (Texel). 2. Huwelijk met muziek. 3. Verzekering tegen bommenschade. 4. Feuilleton, enz. DE WEEK. 15 Juni. Op den 15en Juni 1915 was'teen jaar geleden, dat te Durazzo, in de veelbewogen Albaneesche streek, sneu velde de kranige Nederlandsche hoofd officier, die moed en veerkracht ge noeg bezat om, ondanks alle slechte voorteekenen, nog steeds niet te wanhopen aan het orde brengen in den Albaneesche chaos. De mare, dat Thomson gesneuveld was, bracht groote ontroering in den lande teweeg. Met zijn frisch, bemoedigend, energie- stalend woord heeft het kamerlid Thomson steeds verdedigd, in en buiten het Parlement, de leuze „Allen Weerbaar!" Hij was waarlijk niet een militairist van de ouder- wetsch-grimmige soort. Maar hij voelde de dringende noodzakelijkheid om 'slands weerbaarheid te verhoo- genhij, Thomson, zal ook wel voor zien hebben, dat de sinds jaren drei gende wereldramp, die nu tot uit barsting is gekomen, dichter-bij was dan menigeen vermoedde. Zeer zeker is 't eene weemoed-wekkende ge dachte, dat de hervormingen in ons de fensie stelsel, de opleving van de zucht om 'slands onafhankelijkheid te hel pen verdedigen, de naar men mag hopen „finale dood" van Jan Salie in Patria gekomen zijn na Thomson's heengaan. In de onder generaal Eland's presidium dezer dagen gehouden Ver gadering van het comité is gemeld, dat ruim zesduizend gulden beschik baar is voor het in Den Haag, op het Thomson-plein aldaar te verrijzen gedenkteeken. Ter nage dachtenis van den man, die zijn land met al de kracht van zijn helderen, rijken geest en van zijn gespierd, eerlijk karakter heeft gediend. We zijn, in Nederland, gelukkig „zuinig" met monumenten en gedenkteekenen. Voor het Thomson-beeld zal ieder geestdrift kunnen gevoelen. En men mag veronderstellen, dat de vóór 15 Juni beschikbare som ervoor na den jaardag van Thomson's dood nog wel wat ruimer zal z(jn geworden. „Bereid tot den oorlog, maar den vrede wenschend", aldus omschreef min. Cort v. d. Linden onze positie in den wereldoorlog in de zitting der Tweede Kamer, waarin het „Paus- ontwerp", op 10 Juni j.1., werd goedgekeurd. Bovenal„paraat voor den vrede". Namelijk: wanneer de onderhandelingen daarover dan een maal beginnen. Zeker, dat „per spectief' lijkt nog groote, wijde, onaf zienbare verte te bieden. Maar van oorlogen mag gezegd, dat zij vaak even plotseling eindigen als uitbar sten In oorlogstijd moet men elk oogen- blik van dag en van nacht op ver rassingen voorbereid zijn... En wie zich wil toevertrouwen aan de gril lige wervelwinden van de „publieke opinie", - hij zou wel uitermate-slecht stuurman wezen 1Eenige heeren, correspondenten van Fransche bla den in de Hofstad en anderen, zijn bezig een soort van „relletje" op 't getouw te zetten. Nederland laat Duitschland, door millioenen, en nogmaals millioenen uitvoer vanalles- en-nog-wat, leven, daardoor zege vieren ten slotte. „Elke zak aard appelen, uit Holland over de Ooste lijke grenzen gevoerd, kost ons vijf honderd soldaten 1 moet een „hoog geplaatste" Fransche meneer in Den Haag hebben uitgeroepen. En ijlings beginnen een stuk-of-wat Fransche bladen een „campagne". Dat moet uit zijn Alle hoffelijkheid heeft haar grenzen 1 De geallieerden moeten Nederland mores leeren. Gaat 'tniet goedschiks, dan maar kwaadschiks!... Wie niet hooren wil, etcEn „le tigre", het minzaam-goedige tijger tje", de journalist-staatsman Clemen- ceau schiet weêr eens uit z'n slof. De „N. O. T." is een „truc", eene handigheid, een leuk-fopperijtje. Onze prachtige „Overzee-Trust" is enkel en alleen in het leven geroepen om „les Boches" te dienen de Duitschers zullen Holland waarachtig niet aan vallen IMisschien zullen sommi gen zich nog herinneren, hoe inder tijd geïnsinueerd werd, dat de „N.O.T." Engeland in 't gevlei wilde komen Maar op zulke kleinigheden let men in deze wondere tijden nu eenmaal niet. Dezelfde heeren, die o-zoo-kort geleden „la Hollande" prezen, eer den, bewierrookten, huldigden, aan baden als het eenige plekje op aarde, waar nog echte, waarachtige men- schenliefde, zonder aanzien des per- soons, wordt gevonden, deze-zelfde heeren knipoogen nu listigjes, k la „'t tijgertjp", en spreken van „trucs"... Waarop van officiöel-Fransche zijde, onverwijld de plechtige verzekering volgt, dat zij allerminst „debet" is aan de min-vriendelijke ontboeze mingen „Houd ze in de gaten!" hoor ik éen uitroepen, die straks nog dweepte met al wat de geallieerden betreft. En die nu in-eens „het gevaar" niet van de Oostelijke, maar van den Westelijken en Noord-Westelijken kant ziet opdagen „Houdt Uw kruit droog 1" is en blijft de wijze leuze der Regeering. Maar dat 't zaak is om bij-tljds te zorgen, dat gestook als van de Fran sche, hoogaanzienlijke en andere meneeren, in het Haagje toevend, op fiksche wijze „gepareerd" wordt 't staat vast. De „N. O. T." is evenzeer boven alle verdenking verheven als de heer Van Aalst, de voortreffelijke direc teur der „Ned. Handel-Mpij", die, óók in verband met de Indische Leening van 621/ü millioenwaarover de Tweede Kamer nog steeds aan 't „boomen" bleef, - aan de meest grievende en onbillijke verdacht making blootstond. In deze dagen mag men zich nog wel eens 't oud- Hollandscne rijmpje herinneren over den leugen, waarvan gezegd wordt, dat „al is ze nóg zoo sdcI", toch ten slotte door „de waarheid achterhaald wordt". Op het oogenblik moeten we in midzomer voor de eieren prijzen be talen, hooger weldra dan in den duursten, krapsten tijd En straks komeD de dirigeerders der Dagblad pers bijeen om te beradende situa tie is ernstig genoeg. Rusland heeft z'n hout-uitvoer stop-gezet. Scandina vië levert, maar vraagt sommen, die doen huiveren. Nog een paar maan den en er zal geen papier meer zijn om kranten op te drukken! In middels zal men genoodzaakt zijn, de abonnements gelden te gaan ver- hoogeD. Zal dit op den „nieuws honger" van Jan Publiek een druk- kenden invloed blijken te hebben?... Zeer belangwekkend psychologisch vraagstuk Over de kwestie, wat het tijdelijk stop-zetten, zeggen wijzeer beduidend verminderen van den stroom der dagbladen, verdere periodieken, thans onverpoosd over stad en land uitgestort, op den loop der gebeurtenissen zou kunnen heb ben er ware heel wat over te be spiegelen De „kersenpluk" is begonnen. Zal ook hier de zucht naar winst door uitvoer 'de heerlijkste der vroegzomer- vruchten slechts binnen 't bereik van welgevulde beurzen laten Er is weer een „Köpenicke streek" te boeken. Te Amsterdam wisten een paar kwasi rechercheurs de kas, groot c.c. f1200, van een winkel onderneming in te palmen, 't Is niet de eerste „Kopenicker", die succès heeft. En 't zal niet de laatste wezen. Zoolang het oude „mundus vult decipi" van kracht blijft. De Malthezer ridders hebben, in alle ernstige kalmte en zonder feeste lijk vertoon, hun Ridderdag in de oude Mijterstad gehouden. Maar 'onze artisten hebben maling aan wereldbrand en -crisis. Die heb ben op Zondag 13 Juni, in het Amsterdamsche Stadion, getoond, dat er nog jolijt, pret, vrooRjkheid in do arme woreld-up to date bestaat. Met dolle kapriolen hebben zij de lui doen schateren. Metschóone optochten hebben zij het oog der toeschouwers verrukt. Ik zie éen verontwaardigd 't hoofd schudden. Waarom Als onze stemming van bedroefd en angstig zijn; van sidderen, afgrij zen-hebben, wanhopenWanneer deze niet eens werd afgewisseld door een gullen lach: men geloove mij, we zouden er thans evenmin komen als door onaandoenlijke lichtzinnig heid Mn. Antonio. zij ook hier aan het teruggaan. Van den kant der Russen wordt medegedeeld, dat de vijand in ge sloten gelederen op het front aan de Lubaczowka aanviel. Hierbij slaag den zfi erin aan den bovenloop van de rivier over te steken en het dorp Tuchla te bezetten. Dit dorp ligt 23 K.M. ten O. van Jaroslau. Hierdoor verliest het voordeel dat de Russen aan den Dnjestr behaal den zijn waarde. Want al is nu het van het zuiden naderende gevaar voor Lemberg afgewend tijdelijk tenminste thans nadert hetzelfde gevaar vanuit het Westen. Als ten minste de Duitschers en Oosten rijkers met denzelfden spoed opmar- cheeren als zij het na de doorbraak bij Gorlice deden, is er alle kans dat de Russen zich noch aan den DDjestr noch bij Lemberg zullen kunnen DE OORLOG. De offlcleele legerberichten van 14 en 15 iunl. Van het W e s t e 1 Ij k front. Het Fransche bericht van den Men meldt dat de Duitschers ten N. van Atrecht on Z.O. van Hébuterne aanvallen deden welke echter werden In Lotharingen gingen de Fran- schen vooruit. Tusschen Embermenil en Parroy, slaagden zij erin, hunne linie vooruit te brengen. In het communiqué van den Men worden deze mededeelingen nog aan gevuld. De aanvallen ten N. van Atrecht hadden plaats tegen de loop graven aan den weg Aix-la Noulette- Soucbez. De stellingen welke door hen ten O. van de hoogte Lorette vermeesterd waren werden versterkt terwijl aan de rechterzijde van deze stelling nog 150 M. terrein werd ge wonnen. Ook in het Z.O. deel van het dool hof maakten de Franschen vorde ringen. Iu een Havas-bericht wordt mede gedeeld, dat de Franschen van den 9en tot den lOen over een front van 1800 M. een dubbele lijn loopgraven veroverden. De terreinwinst strekt zich uit van 200 M. tot 1 K.M. De uitspringende hoek van de Duitache stelling tusschen de wegen Serre- Hébuterne en Serre-Vailly-Maillot viel hierdoor in Fransche handen. In deze gevechten werden 580 Duitschers, w.o. 10 officieren gevangen genomen. In het Duitsche legerbericht van den Men wordt medegedeeld, dat de Franschen zich een nederlaag op den hals haalden. Met groote kracht zetten zij hunne pogingen om op het front Atrecht-Lievin door te breken voort. Alle aanvallen werden echter door het hevige vuur der Duitschers af- Langs den Dnjestr worden hard nekkige gevechten geleverd. Op den linkeroever, in de streek van Zezawa- Zalesczyki werd een heftigen tegen aanval gedaan, waarbij een bataljon Tiroolsche jagers over den kling ge jaagd werd. Bij een volgenden aan val werden 400 man, w.o. 8 officie ren gevangen genomen. Verder wordt in het Russisch be richt medegedeeld, dat herhaalde pogingen van de Duitschers om de Windau over te steken verijdeld wer den. Het gevecht om het bezit van de stellingen van Sjawle wordt met afwisselend succes voortgezet. De plaats zelf werd met zwaar geschut gebombardeerd. Bij Przasnycz veroverden de Russen bijna alle vooruitgeschoven vijande lijke loopgraven. Het door de Duitschers hervatte offensief aan de Bzura toont volgens de Petersburgsche correspondent de „Times" aan, dat de Duitschers hun plan om op Warschau aan te rukken nog niet hebben opgegeven. Men vermoedt, dat de Duitschers, hoewel Galicie het hoofdterrein van den str(jd zal blijven, op dit gedeelte van het front een nieuw plan ten uitvoer zullen brengen. In het Duitsche legerbericht wordt aangegeven, dat ten W. Sjawle de Duitschers het dorp Dauksze bestorm den en hierbij 1664 man, waarvan 4 officieren gevangen namen. De door de Duitschers pas ver overde stellingen aan den weg Mariam pol-Kowno werden door de Russen tevergeefs aangevallen. Op het front Lipno Kalwaria werden de voorste Russische loopgraven veroverd. Behalve ten N. van Przemysl, wer den de Russen ook ten Z. van deze plaats tot wijken gebracht. Mosciska is reeds door do Oostenrijkers bezet. Het Oostenrijksche bericht maakt eveneens melding van de in Galicie behaalde voordeelen. Sieniawa is door de Oostenrijkers genomon. Aan beide zijden van Krakowice dringt von Mackensen op. O. en 'Z.O. vallen de Oostenrijkers de stellingen der Russen welke Grodek dekken, aan. Ten Z. van den Dnjestr houden de Russen de bruggehoofden van Mikolajow, Zydaszow en Halicz bezet tegenover de oprukkende troepen van von Linsingen. Verder stroomafwaarts wisten de Oostenrijkers Zalesczyki te behouden niettegenstaande de hevige Russische aanvallen. In Bessarabié werden de Russen die tusschen Pruth en Dnjestr ston den tot den terugtocht gedwongen. Van het Z u i d e 1 ij k front. Het Italiaansche legerbericht van den Men deelt mede, dat nabij Porte een munitie-magazijn tot ontploffing gebracht werd. Het fort Malborghetto wordt nog steeds beschoten. Het laagste gedeelte van het fort werd door de Italianen opgeblazen. Volgens een mededeeling van Oos tenrijksche zijde, trachtten de Itali anen weder de Oostenrijksche stel lingen bij Plava en Tolmino te nade- n, doch werden zij teruggeslagen. Aan de Karintische grens werden drie aanvallen van den vijand afge slagen. In het gebied van Tirol onderhou den de Italianen het artillerie-vuur. Een Italiaansche compagnie werd door een grenspost op den vlucht gedreven en verloor 58 gevangenen. Van het R u s s i s c h-T u r k s c h e gevechtsterrein wordt gemeld, dat de Russen het dorp Sorp aan den Z. O. oever van het Wan meer bezet hebben. Overigons valt niets belang rijks te vermelden. Aan de Dardanellen. Volgens een bericht uit Londen is de strijd op Gallipoli al net eender geworden als op andere gevechts terreinen. Ook hier is men tot de loopgraven-oorlog gekomen. De toe stand is overigens gunstig, doch de vorderingen gaan uit den aard der zaak erg langzaam. Het Turksche offensief zou aanmerkelijk zijn ver zwakt. Ingezonden Mededeeling. HERMAN NYPELS - HELDER. Heerenmode-Artikalen. Qamaakte kleeding. Kleeding naar maat. Steeds het nieuwste. Erkend wordt dat het den Duit schers nog niet gelukte de verloren stukken loopgraaf bij Moulin-sous Toutvent (N.W. van Soissons) te hernemen. Verder wordt in dit bericht gemeld, dat twee der vliegtuigen welke deel namen aan den aanval op Karlsruhe (zie afzonderlijk bericht) werden neer geschoten. Van het Oostelijk front. Op het gevechtsterrein in Galicie heeft weer een belangrijke gebeurte nis plaats gehad. Scheen het eerst dat de troepen van generaal von Mackensen, na de verovering van Przemysl niet verder konden komen, thans zijn zy opnieuw doorgebroken. Niet zooals men ver wachtte in de streek van Mosciska, doch noordelijker, tusschen Czerniawa Sieniawa. Hierdoor werden de Russen bij Mosciska in den flank I militair oogpunt geen beteekenis bedreigd, en als gevolg daarvan zijn I hebbende, schade aangericht. Uit Afrika wordt van Engelsche zijde medegedeeld, dat de Engelschen en Franschen de stad Gahua hebben genomen. De stad vormde een belang rijk station aan de Benue rivier en was sedert het uitbreken van den oorlog, door de Duitschers belangrijk versterkt Een aanval uit de lucht op Karlsruhe. Berlijn, 15 Juni. Vanochtend heb ben ongeveer vijf vijandelijke vliegers de stad Karlsruhe aangevallen. Ver scheidene personen werden gedood of gewond. Op tal van plaatsen is een, uit Bijna een uur lang, van kwart voor zeven tot bij achten, hebben vijande lijke vliegtuigen op groote hoogte, over Karlsruhe gevlogen. De binnen ste deelen van de stad, die het dichtst bij het kasteel liggen, zijn het meest geteisterd. De slachtoffers zijn bijna uitsluitend burgers, vrouwen en kin deren. Het oogmerk van den aanval is moeilijk te begrijpen, waar het eene open onversterkte stad geldt. Ook is er geenerlei militaire schade veroor zaakt. De verdenking dringt zich op, dat de aanval onderandere helgroot hertogelijk kasteel, waar zich op het oogenblik de koningin van Zweden ophoudt, als doel had. Ook het paleis van den Markgraaf is door een bom getroffen. De bevolking is rustig. Er heerscht nochtans groote verbittering over het onzinnige optreden van den vijand. Atrecht. De Fransche pers bevat, volgens een telegram uit Amiens aan de Daily Chronicle, droevige bijzonderheden over den toestand van Atrecht (Arras), dat nog voortdurend door de Duitsche artillerie met brisantgranaten bestookt wordt. Het schijnt, dat 70 pet. van de huizen in puin liggen. Alle monu menten zijn verwoest de hoofdkerk stort hoe langer hoe meer in. De be volking, die voor den oorlog 25,000 zielen telde, is tot 2000 menscheo gedaald, die in met zandzakken ge- barrikadeerde kelders huizen. De stad ligt als een uitspringend punt in de Duitsche linie. De U. 14. Berlijn, 15 Juni. Ambtelijk. Blijkens een mededeeÜDg van den eersten lord van de Admiraliteit, in het Lagerhuis gedaan op 9 dezer, is begin Juni een Duitsche onderzeeboot door de En gelschen in den grond geboord. De geheele bemanning werd gevangen genomen. Uit een thans gepubliceerde nota over behandeling van de krijgsgevan gen gemaakte bemanningen van on derzeebooten blfjkt, dat hot hier de Duitsche onderzeeboot U 14 betrof. Daar deze onderzeeboot, van zijn laatsten tocht niet is teruggekeerd moet zij als verloren worden be schouwd. De N. Roti. Ct. teekent hier bij aan Iir verband met een officieele me dedeeling van den Duitschen marine staf, dat do Duitsche onderzeeboot U 14 van zlju laatste onderneming niet is teruggekeerd en als verloren moet worden beschouwd, vernemen wij. dat de bemanning van de Dinsdag te Scheveningen binnengekomen log ger SCH. 347, schipper E. Grootveld, en toebehoorende aan de reederij J. J. van der Zwan te Scheveningen, verklaard heeft tijdens de reis van den logger te hebben bijgewoond dat in de eerste week van Juni vijf be wapende Engelsche treilers een Duit sche duikboot in den grondboorden, waarbij de kogels langs zijde van den logger vlogen. De duikboot zou achter den logger bescherming hebben ge zocht. Alleen komt het nummer van de duikboot niet uit, daar deze vol gens de bemanning van den logger de U 10 zou zijn geweest. Nader wordt het volgende gemeld Schipper E. Grootveld vanhetlog- gerschip SCH. 347, reeder J. J. van der Zwan te Scheveningen, apporteert, dat hij Zaterdag 5 Juni 11. 's morgens vroeg in de Noordzee op57°16'N.B. en 1° 16' D.L., terwijl hij juist zijn vleet van de haringvangst had bin nengehaald, heeft waargenomen, dat een plotseling opgedoken Duitsche duikboot (vermoedelijk de U 14), waarvan hij oen ondeelbaar oogenblik tevoren de periscoop had ontdekt, twee schoten loste op een Eugel- schen treileibewapend met een kanon van 7.5 c.M. en bemand o.a. met twee Engelsche marine-matrozen. Vermoedelijk had de duikboot door de zwaar betrokken lucht niet gezien, dat nog vier andere Engelsche trei lers, op dezelfde wijze bewapend en bemand, in den omtrek waren. Nadat de schoten waren gelost, waarmede de duikboot wilde te kennen geven, zooals de gewoonte is, dat de be manning van den treiler het schip moest verlaten, bracht deze echter eensklaps de stoomfluit in werking, waarop de vier andere treilers on middellijk opdaagden en de vijf tegen standers nu op hun beurt de duikboot terstond de volle laag gaven, met het gevolg dat deze danig in het voorschip werd getroffen, dat omhoog ging, terwijl het achterschip onder water bleef. De duikboot kon dien tengevolge niet meer duiken. Van de bemanning van den treiler kreeg ze taal noch teeken op het bevel om zich over te geven. Ze werd nu door een dor treilers geramd. Na ge heel te zijn ondergegaan, dook de duikboot een minuut later plotseling weer een oogenblik op, waarvan haar bemanning, 44 man sterk, gebruik maakte om met de zwemgordels over boord te springen, waarna de duik boot, een Duitsche, een paar minuten later voor goed onderging. De dren kelingen werden allen door de be manningen der treilers opgepikt, die koers naar Peterhead zetten, waar i de geredden a3n land brachten. De treiler, die het eerst in actie was, behoorde te Grimsby thuis en had een nummer in de vijfhonderd. Van dit drama, dat zich in korten tijd afspeelde, was op 200 M. afstand de logger SCH. 347 getuige, alsook de SCH. 194. Beiden liepen elk oogen blik gevaar te worden getroffen door de herhaaldelijk over hun vaartuigen heen fluitende kogels, welke in hun nabijheid in het water ploften, maar gelukkig bleven ze ongedeerd. Voordat de gewapende Engelsche stoom treilers vertrokken, kwamen twee Engelsche matrozen en een Engelsche schipper met geladen re volver aan boord van de SCH. 347, genaamd Adriana, om de papieren na te zien en te trachten enkele in lichtingen in te winnen, waarop echter geen antwoord kon worden verstrekt. Nadat de papieren in orde waren bevonden en de bemanning aldus met den schrik was vrij ge komen, kou schipper Grootveld de reis vervolgen eu in de omgeving zijn vleet weer uitzetten. Aan de identiteit van de SCH. 847 had gedurende de reis niets ontbro ken; want de Nederlandsche vlag bestendig ontplooid, hel geen ook hielp bij het verschijnen een week te voren op 600 M. boven het vaar tuig van 2 Zeppelins, die echter bij het waarnomen van de nationaliteit huns weegs gingen. Dinsdagochtend is schipper Grootveld van de veelbewogen reis met de aan zienlijke en beste vangst van 16 last haring behouden de Scheveningsche haven binnengekomen. De duikboot- en mijnoorlog. Londen, 14 Juni. Heden is voor Leith de Deensche schoener „Marie" aangekomen. Bericht werd, dat toen het schip onderweg was van Christian- sund naar Leith, het Donderdag op ongeveer 40 mijlen van het eiland May door een Duitsche duikboot werd aangehouden. De bemanning kreeg bevel in de booten te gaan en een aantal Duitschers begaf zich aan boord met het doel het schip in brand to steken. Op dat oogenblik kwamen twee Engelsche patrouillevaartuigen in zicht. De duikboot riep zijn mannen terug en verdween haastig. Een der patrouillevaartuigen nam de beman ning van de „Marie" aan boord on sleepte het schip naar Leith. Londen 15 Juni. Het Britsche tank schip „Desabia" is ter hoogte van do Firth of Tay in den grond geboord. Het stoomschip „Argyll, van Huil, op weg naar Londen met een lading visch, is Dinsdagochteud om 6 uur getorpedeerd en gezonken inde Noord zee. Vier van de bomanniug zyn (gered?). De lyken van de helft der bemanning z(jn te Harwich aange bracht. Bizondere behandeling der duik bootbemanningen afgeschaft. Berlijn, 15 Juni. Volgens een mede deeling van den Amerikaanschen ge zant hier ter stede, heeft de Engelsche regeéring aan dea Amerikaanschen gezant te Londen verklaard dat de geredde manschappen der Duitsche duikbooten, 8, 12 en 14, naar de al- gemeene kampen voor krijgsgevan genen zuilen worden overgebracht, en aldaar juist de zelfde behandeling als de andere krijgsgevangenen ge nieten zullen. Daarop heeft d9 Duit sche regeering onmiddellijk gelast dat de Engelsche officieren, die, ter vergelding voor de voormalige be handeling der gevangen duikbootbe manningen, inofficierengevangenissen waren gezet, zonder verwijl naar de kampen voor krijgsgevangenen zullen worden teruggebracht, waar zij weder om zooals de overige krijgsgevangen officieren zullen worden behandeld. De Ameribaansche gezant is daarmee, onder dankzegging voor zyn bemoei ingen in dezen, 111 kennis gesteld. Het geding tegen generaal Chrlstlaan de Wet. Bloemfontein, 15 Juni. Het geding tegen De Wet is vandaag hervat. De getuigen h charge deden nadere mede deelingen over de schade die De Wet's mannen aan regeeringseigendom had den toegebracht. Kolonol Fowl, provoost-geweldige, getuigde, dat de Vrijstaatscbe rebellen tezamen ruim 7000 man sterk waren geweest en dat Maritz, toen hy in opstand kwam, 890 man, 4 stukken geschut en 600,000 geweerpatronen met zich mee had genomen. De getuigen a décharge iegden verklaringen af, die overeenstemden met de vurklaring, die van de zijde der rebellen van den opstand gegeven was, namelijk, dat hij op touw was gezet bij wijze van protest tegen den veldtocht iu Zuidwest-Afrika. Een hunner haalde een uitlating van De Wet aan, waarin deze ver klaard had, dat wapenen niet bepaald noodig waren, tenzij dan om aan hun. protest klem bij te zetten. Generaal Kemp, de rebellen-aau- voerder, die ook nog terecht moet staan, verklaarde als getuige k dé charge, dat de bijeenkomsten, die in Lichtenberg Kopjes gehouden waren, belegd waren om in verzet te komen tegen don veldtocht in Duitsch Zuid west-Afrika, en dat er niet over de uitroeping van een republiek was gesproken. Er werd niets tegen de vlag gezogd en er was geen samen spanning gesmeed om oorlog tegen den koning te voeren. Hij had gene raal Bejjers op 1 November voor het laatst gesproken. Tot. op dien dag waren de burgers niet van plan ge weest, om tegen de regeering in opstand te komen. De meesten van Maritz' aanhangers waren, zoide hij, onervaren jongelieden. Uit Engeland. Londen, 15 Juni. Het aanbod van vrljwilligeu arbeid in munitiefabrie ken neemt steeds toe. Maandag heb ben zich weer bijna duizend menschen opgegeven om hun vrye Zaterdagsche en Zondagsche uren in de fabrieken door te bron gen. Lloyd George is tot algeraeene vol doening als president van een muni tie brigade opgetreden. Balfour heeft zitting genomen in het algemeene comité, Portera en andere leden van de arbeidersparty, hebben hun dien sten aangeboden. Van het personeel der Londensche visch- en veemarkten hebben zich ook honderden aange meld. Lord Norbury, een Peer, 52 jaar oud, heeft als vitter dienst nomen, in een vliegtuigfabriek, waar hij van 'sochtens 6 tot 's avonds 7 werkt en met de andere werklieden tezamen zyn maaltijden nuttigt. Lady Norbury werkt in een militaire koffïe-cantine aan het Euston-station, Het Engelsche Lagerhuis. Londen, 15 Juni. In het Lagerhuis heeft Asquith, bij de indiening van de aanvuliingsbegrooting van £250 millioen voor oorlogskosten, gezegd, dat de dagelijksche uitgaven voor den oorlog verleden jaar IJ millioen bedroegen. Dit getal was nu tot 2,660,000 dagelijks gestegen en met verwachtte dat het niet beneden d( 3 millioen zou komeu te bedragen naarmate het gebied van den oorlog grooter werd, zouden ook Engeland's verplichtingen jegens zijn t nooten toenemen. Sprekende van de wyziging in de samenstelling van de regeering, zeide hij dat deze boven alle mogelljken twijfel aan de geheele wereld toonde, dat de Engelsche natie meer dan ooit besloten was, alle par tij verschillen uit te wisschen en alle persoonlijke, politieke, zedelijke en stoffelijke krachten te vereenigen om haar zaak tot een zegevierend einde te brengen. Asquith zeide later in het debat, dat de krijgsverrichtingen aan de Dardenollen van het hoogste belang waren en dat wij ze moesten door zetten totdat ze met succes werden bekroond. Londen, M Juni. Het Lagerhuis heeft mot algemeeDe stemmen het gevraagde oorlogscrediet toegestaan. De Noorsche marine-begrooting. Noorwegen heefr het voorrecht, goedkoop zijn weermiddelen te kun nen hervormen naar do lessen, die dezen oorlog heeft gebracht. De regee ring heeft, gelijk reeds kort is gemold, een aanvuliingsbegrooting van marine van 18.388.500 kronen ingediend, grootendeels bestemd voor duiktor- pedo en kanonneerbooten, luchtvaar tuigen en mijnen. Het geld is or voor, want Engeland heeft de twee pant serschepen bij zijn vloot getrokken, die voor Noorwegen in Engeland werden gebouwd en waarvoor 15 millioen kronen was bewilligd. In 1918 werden die twee kust- pantserschepen van 4900 ton b(j Arm- strong te Elswick besteld. Ze zouden kanonnen van 24, 4 van 15 en 6 van 10 c.M. voeren en 15 mijl loopen. Ze zouden op het eind van 11314 klaar zijn. Deze bodems behooren dus nu tot de Engelsche vloot. BINNENLAND. Vrijvervoer voor militairen. Door den M. v. O. is bepaald, dat et ingang van 1 Juli 1915 ieder militair, aan wie vervoer voor reke ning van het Rijk per spoor, tram, stoomboot en veer wordt toegestaan, een nieuw model vervoerbewijs ont vangt. Vanaf dien datum mogen de formulieren van het buiten werking gestelde model niet meer worden gebezigd. Militairen, aan wie echter vóór dien datum een zoodanige ver voerbewijs voor de terugreis is ver strekt, kunnen bij die terugreis op of na 1 Juli a.s. nog van dat bewijs ge bruik maken. Aan militaren beneden den rang van officier kan, gedurende den .tyd, waarin hot leger is gemobiliseerd, bij het gaan met en het terugkeeren van verlof, vervoer voor .rekening van het R(jk per spoor, tram, stoom boot en veer worden toegestaan naar de volgende regelen: a. Aan gezinshoofden tel kenmale, dat aan hen op grond van de door den opperbevelhebber van Land- en Zeemacht uitgevaardigde bepalingen verlof wordt verleend; b. aan niet gezinshoofden hoogstens eenmaal in de veertien dagen, wanneer hun op grond van de in de hierboven sub. a. bedoelde bepalingon verlof wordt verleend; c. aan militairen van beide categorieën, telkenmale wanneer hun op grond van eene afzonderlijke beschikking van den M. v. O. of van den opperbevelhebber van Land- en Zeemacht een buitengewoon verlof wordt verleend. Het vervoer kan uitsluitend worden toegestaan voor reizen naar de woon plaats of tijdelijke verblijfplaats van het gezin van den verlofganger, dan wel naar de plaats, waar de aan wezigheid van den verlofganger drin gend noodzakelijk is, of na3r het dichtst naby één dier plaatsen gelegen station. Een militair, die, door wolke om standigheden ook, niet op den datum, aangegeven op de strook van het vervoerbewijs, van verlof terugkeert, mag gebruik maken van de sr-rook voor de terugreis zonder dat de daarop vermelde datum wordt gewijzigd. Hij die zonder wettige redenon to laat van verlof terugkeert, moet de kosten van den terugreis vergoeden. Hij die zyn bewijs (vervoerbewijs met strooken) geheel of gedeeltelijk zoek maakt of wijzigt, verliest, on geacht de straf welke hem daarvoor wordt opgelegd, gedurende den tijd van twee maanden het voorrecht van. vervoer voor Rijksrekening. Alle voorgaande bepalingen hier omtrent zijn ingetrokken. De Algemeene Landstormplicht. De hoefyzer correspondent van het H.bl. schrijft d d. M Juni aan zijn blad. Het onlangs door de Regeering in gediende ontwerp tot „nadere uit leiding van den landstorm" wordt, naar ons uit verscheidene gesprekken bleek, door velen nog niet goed be grepen. Wij zullen daarom trachten, de beteekenis ervan, zooals ons die uit een paar artikelen en de zeer bondige toelichting schijnt voort te vloeien, te verduidelijken. Onze weermacht te land bestaat, wettelijk, uit militie, landweer en landstorm. Men dient bij de militie, als men niet is vrijgeloot of vrijge steld (dit laatste o.a. wegens broeder- dienst"), 6 jaar, (wij houden ons nu maar aan de onbereden korpsen), daarna bij de landweer 5 jaar en vervolgens 9 jaar bij den landstorm. Met het 40e levensjaar („met 31 Juli van het jaar waarin de dienstplichtige het 40e levensjaar volbrengt", dat wil dus zeggen, waarin hy 41 wordt) is men van alle dienstplicht; af. Nu bestaat echter de landstorm niet alleen uit mannen die gediend hebben bij militie eu landweer, maar ook nog uit hen die zijn vrijgeloot of vrijgesteld. Dezen kunnen echter, krachtens de Landstormwet, alleen voor ongewapende diensten worden gebezigd; zij vormden den zooge- naamden „ongewapenden landstorm". Men wilde menschen die nooit eenige militaire oefening hebben gehad, met voor den vijand brengen en de con sequentie hiervan is, dat dan ook diegenen die niet militieplichtig zijn it maar vrijwillig bij het leger of de vloot hobben gediend, wél bij den gewapenden landstorm worden ondergebracht. Indien onze laatste legerorganisatie niet van nog zoo jongen datum was, dan zou men, daar de Militiewet se dert 1912 de sterkte der jaarlyksche lichting bepaalt op (ten hoogste) 23.000 man, ook in normalen tijd kunnen beschikken over een gewapende weer macht van ongeveer (het is niet precies te zeggen, daar er veel afvalt van een lichting) 400.000 man. Maar daar de Militiewet pas in 1912 is gewijzigd en, vooral, daar de Landstormwet eerst dagteekent van 1913, zou een deel van deze inaebt, met name de landstorm, nog slechts op 't papier bestaan, indien de Rogee- ring niet, sedert het uitbreken van den oorlog, buitengewone maatregelen tot aanvulling van het ontbrekende had genomen. Een daarvan is onlangs iü de Tweede Katner en dezor dagen in de Eerste Kamer aangenomen: het geven van gedeeltelijke terug werkende kracht atm de Landstoim- wet, waardoor diegenen die in 1911, '12 en '13 tot den landstorm zouden zijn overgegaan, als de wet er toen was geweest, alsnog konden wor den opgeroepen. En dan wel bij den g«wapenden landstorm, want z(j im mers hadden gediend. Het thans ingediende ontwerp echter wil veel verder gaan. Het wil volle terugwerkende kracht aan de Landstormwet geven. Daardoor zullen dus ten eerste al diegenen, die militie- en landweer- pliehtig zijn geweest en nog geen 41 Jaar zijn, alsnog landstormplichtlg wordeD. Maar bovendien worden ook zij die buiten militie en landweer bleven, omdat ze vrljlootten of vrijstelling kregen, binnen den landstorm gehaald, zooals ze reeds zouden geweest zijn, indien de Landstormwet er vroeger ware geweest. Daarbij komt dan nog deze belangrijke verandering: de viij- geloten en vrijgestelden kunnen óók voor gewapenden dienst worden ge bezigd. De bepaling, die dit verbood, wordt tijdelijk, „tot een nader door Ons te bepalen tijdstip" buiten wer king gesteld. Vermoedelijk vindt men dat, onder de tegenwoordige omstan digheden, ook ongeoefeuden wel snel genoeg kunnen geoefend worden om in de gelederen plaats te nemen. Iudien du3 dit wetsvoorstel terstond in volle werking kon treden, dan zou dit zijn uitwerking zijnbehoud van den beperkten dienstplicht (beperkt door loting en vrijstelling) bij militie en landweer, maar algemeene dienst plicht bij den landstorm voor allo valide mannen tusschen 19 eb 41 jaar. Doch aan onmiddellijke volle wer king valt, al ware 'c maar wegens de moeilijkheid van plotselinge oefe ning op groote schaal, zeker mot te den ben. De werking zal een geleide lijke z(jn. Het voorschrift is dan ook niet imperatief; er staat dat „door Ons kan worden bepaald dat tot den landstorm behoort".enz. En men zal, op grond van dit ontwerp, dan ook slechts landstormplichtig worden, wanneer men b(j K. B. wordt ingelijfd. Beoogt dit voorstel nu een ver sterking van het leger-effectief? Wij kunnen dit er niet in zien. Er worden geen nieuwe eenheden gevormd, slechts nieuwe reserves. Dat blijkt o.i. vrij duidelijk uit wat als het hoofd motief van het ontwerp in de Memorie van Toelichting wordt genoemd: de bedoeling om geleidelijk de oudere landweerlichtingen, die nu onder de wapenen zijn, te vervangen door nieuwe landstormplichtigen. Nu zegt de Memorie ronduit dat men daartoe niet zóó veel uitbreiding aan don landstorm had behoeven te geven als dit voorstel wil doen, doch dat men nu meteen op alle gebeurlijkheden voorbereid wilde zijn. Dit is, dunkt ons, waarlijk niet onredelijk; demo gelijkheid van tot den dienst te kun nen worden opgeroepen, is voor een valide man van hoogstens 40 jaar toch niet iets verschrikkelijks. Daarbjj komt, dat blljkel(jk zulk een groote geleidelijkheid wordt beoogd, dat zy die thans tegen de 40 loopen, wel buiten schot zullen blijven. Protest-motie. Een 12-tal organisaties, meest be- hoorendc tot de rev. groepen van de socialisten, in vergadering bijeen in het café Beltman te Hengelo (O.) gehoord hebbendo, dat het Ministerie van plan is de geheele weerbare be volking van Nederland van 20 tot 40 jaar den militairen oefenplicht op te leggen protesteeren met kracht tegen zoo'n daad van geweld en gaan over tot de orde van den dag.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1915 | | pagina 1