&U/C NIEUW! NIEUW! Thee E. Brandsma HUBERT WOLFS WELBEKENDE SALON-ËARQUSSEL. Majestic lailway 8 Baan ol Je Piepte der liepten BAAN'sThee re Thee Bezoekt de Kermis te Schagen. - Standplaats markt. HUBERT WOLFS. Vrijdagavond, Gala-avond. TEWE BENNER. re De Notaris H. M. BEECKMAN, diverse Meubelen en Huisraad, BAANs Koffie BAAN'S ALBUM, Keizerstraat 90. Handelsavondschool-misère. In ons jongste Raads-overzicht zei den wij op de kwestie van de Handels avondschool te zullen terugkomen. De zaak leek ona van voldoende belang om eens nader te onderzoeken en 's Raads stelselmatige tegenwerking frappeer de ons. Wij geven hieronder een uiteenzetting van de feiten, die zich sedert de oprichting van deze inrich ting van onderwijs hebben voorge daan. Het „Vliegend Blaadje" van 2 Maart 1912 bevatte het volgend bericht: Handels-avondcursus. Door de Algemeene Heldersche Winkeliers-Vereeniging werd dezer dagen de volgende circulaire aan be langstellenden verzonden. „Nogenkele maanden en den Helder is een onmisbare inrichting van on derwijs rijker geworden, Het Bestuur Vereeniging hoopt primo September e.k. den Handels-avondcursus te kun nen openen. Een cursus, waar elk middenstander zijn kennis op han delsgebied kan verrijken, waar plaats is voor meisjes en jongens, die na het voleindigen der eerste studie, en wan neer zij voor den handel wenschen te worden opgeleid, het daartoe noo- dige onderwijs kunnen ontvangen. Getracht is er voor te zorgen, dat de Handels-avondcursus aan alle eischen zal voldoen. Onderwijs wordt o.m. gegeven in, enz. Intusschen, een zware taak wacht het Bestuur der A. H. W. V., niet zoozeer wat betreft de oprichting van dien cursus als wel de instandhou ding, waarvoor zware financieele offers worden geöischt. Weliswaar zegden gemeente en provincie sub sidie toe en bracht de Regeering een bedrag voor dit doel op haar begroo ting, doch dit is niet toereikend", enz. De Redactie schreef hieronder: „Wij vertrouwen, dat velen zullen meehelpen om deze nuttige instelling, die wij hier ter plaatse reeds veel te lang moesten ontberen, te helpen op richten en in stand houden". In 1911 reeds was de heer Francken, leeraar aan de H. B. S. alhier, door het Bestuur der A. H. W. V. aange zocht om als directeur van dezen cursus op te treden, doch nam, we gens drukke werkzaamheden, 2 Oc- tober van dat jaar ontslag en bleef aanvankelijk als leeraar boekhouden en handelsrekenen aan de instelling werkzaam. Het Bestuur moest dus naar een anderen directeur uitzien. Reeds in Februari 1912 had de Inspecteur van het Handelsonderwijs aan het Bestuur geschreven om uiterlijk September te openen en als directeur te benoe men een degelijk man. Daarbij kwam het er niet op aan welke lessen hij zou geven. Het Bestuur zocht en vond in den directeur der Zeevaart school een volgens zijne meenïng ge schikt persoon. Immers, de heer Van Mierlo was bekend met de oprichting van een onderwijscursus, daar onder zijn directeurschap van de Zeevaart school de Machinistencursus en Vis- scherljcursus waren opgericht. De heer Van Mierlo bleek wel ge negen het directoraat van den nieu wen cursus te aanvaarden. Evenwel verbood hem art. 21 van het Regle ment der Zeevaartschool aan een andere inrichting van onderwijs „les te geven", zoodat hij bij de aanvaar ding van zijne benoeming het uit drukkelijk beding maakte geene lessen te behoeven te geven. Al aanstonds echter meende de Commissie van Toezicht voor het Middelbaar Onderwijs, het lichaam, dat den Raad van advies moet dienen, tegen deze benoeming te moeten protesteeren. Zij grondde haar bij den Raad ingediend protest op be doeld art. 21, dat het „les geven" verbiedt. In de Raadsvergadering werden naar aanleiding hiervan door den heer Bommel nadere inlichtingen gevraagd en toen antwoordde de heer Van Steyn, dat z. i. dit verbod niet inhield de waarneming van een di rectoraat. Daar de cursus nog niet aan den gang was, raadde spr. den heer Bommel aan af te wachten het geen B. en W. zouden adviseeren op het desbetreffend schrijven van de Commissie van Toezicht. Dit advies kwam in den Raad van 7 Mei 1912 ter tafel. Daaruit bleek, dat B. en W. in de waarneming van het directoraat door den heer Van Mierlo geen bezwaar zagen. Dr. Van den Berg zette in die vergadering uiteen, dat het de bedoeling was van de C. v. T. om den heer v. M. elke andere betrekking te ver bieden, dus ook de waarneming van een directoraat. Verschillende Raads leden waren eveneens tegen de waar neming, en men laakte het in den heer v. M., dat deze, zonder daartoe het recht te hebben, zich in eene advertentie als „Directeur der H.A.S." had aangekondigd. 25 Juni d.a.v. kwam de zaak v in den Raad. De heer Bommel heeft inmiddels de kwestie nader onder zocht en hem is gebleken, dat reeds in 1906, bij de benoeming van den heer v. M. tot directeur der Zeevaart school, hij wegens deze benoeming ontslag had gevraagd als leeraar aan de B. A. S.Daaruit blijkt dus, aldus de heer Bommel, dat het hem niet veroorloofd is twee betrekkingen te gelijk waar te nemen een con clusie, die de heer De Ven niet erg gelukkig gekozen vond, want „les geven" of „toezicht houden" is niet hetzelfde, zeide deze heer. Dat was dus destijds de meening van de meer derheid van" het College. De heer Biersteker merkte op, dat er aan wijzingen waren, die deden zien, dat het hier tegen den persoon des heeren v. M. ging. Ten slotte werd den heer v. M. verlof verleend voor één jaar het directoraat van de H. A. S. te mo gen waarnemen. In verband hier mede werd in de vergadering van 6 Aug. 1912 bedoeld art. 21 veran derd in dien geest, dat het den directeur der Z. V. S. zonder toestemming van den Raad verboden werd aan een andere inrichting van Onderwijs verbonden te zijn. In de vergadering van 19 Aug. 1913 kwam het verzoek van de "Winkeliers- Vereeniging, die met het oog op den in September weder te openen cursus opnieuw aan moest vragen om ver gunning van de waarneming van het directoraat door den heer v. M., - in Aug. 1913, zeggen wij, kwam het verzoek weder in den Raad. Doch thans was de stemming bij B. en W. anders: B. en W. gingen nu geheel met de motieven van de Commissie van Toezicht mede. De Commissie van Toezicht voerde thans „verschil lende redenen" aan, op grond waar van inwilliging van het verzoek der W. V. niet wenschelljk voorkwam, en wel speciaal deze, dat de belangen van de opterichten Visscherijschool er door zouden worden geschaad. HoewelB. en W., zooals we zeiden, mot deze motieven medegingen, wilden zij, om de W. V. niet te du peeren, aan den heer Van Mierlo voor den duur van den cursus de gevraagde vergunning nog verleenen. De heer Adriaanse noemde het ad vies van de Commissie „een zeer bizonder advies". Voor de zooveelste maal weerlegde deze spreker de mo tieven, door de Commissie aangevoerd ten opzichte van de interpretatie van art. 21 der verordening. Ook dat de waarneming van het directoraat der H.A.S. strijdig zou zijn met het be lang van de Zeevaartschool, betwistte de spreker de resultaten aan de Zee vaartschool zijn buiténgewoon groot. De C. v. T., aldus de hoer Adriaanse, „heeft niet veel hart voor de H. A. S., want niet één lid van de heele Com missie kan over dat onderwijs oor- deelen, omdat men geen enkele maal een dergelijke school bezocht heeft". De heer Biersteker meende juist, in tegenstelling met hetgeen de heer Adriaanse beweerde, dat het een be wijs van sympathie van de zijde van het D. B. was, dat dit, in strüjdmet het advies van de Commissie van Toezicht, niettemin adviseerde de toestemming nog voor dezen cursus geven. Maar 't moet voor 't laatst zijn; aan de Zeevaartschool moeten iemand hebben, die er zich ge heel aan wijden kan. De heer Grun- wald, die het grootendeels met den heer Biersteker eens was, meende, dat een cursus met dergelijke resul taten wel wat meer subsidie zou kunnen krijgen. Nadat door den heer Adriaanse bij re- en dupliek de door de leden aan gevoerde bezwaren waren ontzenuwd, merkte dé heer Biersteker op, dat de voorstelling van zaken van den heer Adriaanse, die een beeld ophangt, als zou het den Raad te doen zijn den cursus onmogelijk te maken, onjuist is. „De hoofdzaak waar het omgaat is, dat de Raad heeft te bedenken of inderdaad het waarnemen door den directeur van die nevenbetrekking niet geschiedt ten koste van de wel vaart van de Zeevaartschool". 3) De heer Yan den Berg noemde het een roekelooze daad, om voor f 100. zooals de W. V. deed, een cursus in- terichten. De heer Adriaanse vond het integendeel prijzenswaardig, met zoo geringe middelen iets degelijks te beginnen. Op het verwijt als zou de Commissie nooit de school bezocht hebben, antwoordt de heer Van den Berg, dat die Commissie „ook niet heeft toe te zien of het de Handels school goed gaat". s) Ten slotte werd het voorstel B. en W., om nog „voor dezen cursus" het gevraagde verlof te verleenen, aan genomen. Slechts de heer Oortgijsen stemde tegèn, de heer Adriaanse bleef buiten stemming. Het voorstel- Adriaanse, om de clausule „voor dezen cursus" er uit te laten, was al eerder verworpen. De vóórstem mers hiervan waren de heeren Ver stegen, Van Breda, Hartsinck, Zander, Bok, Krijnen, Terra en Adriaanse. Daarmede was, voorloopig, de kwes tie weer van de baan. Totdat zij een jaar later, 4 Augustus van het vorige jaar, weder in den Raad ter tafel 'kwam. Het verzoek Yan de Winke liers-Vereeniging, om de uitoefening van het directoraat der Handels avondschool weder aan den heer Van Mierlo te mogen opdragen, werd ver daagd. terwijl der Vereeniging ver gunning verleend werd den cursus voorloopig te mogen blijven houden in het gebouw der Zeevaartschool. Op dit verzoek was een afwijzend prae-advies. 21 December was er opnieuw een missive van de Commissie van Toe zicht. Deze adviseerde den Raad, in aanmerking nemende den korten tijd, die van den tegenwoordigen tijd der H. A. S. nog overblijft, den heer v. M. te vergunnen gedurende het overige van den cursus als directeur der H. A. S. optetreden. Weder was van den heer Adriaanse oen verzoek in gekomen om de vergunning door loopend te verleenen. We kregen dus eene herhaling van de geschie denis, die zich ten vorigen jare af- Maar de Voorzitter weigerde het verzoek van den heer Adriaanse aan de orde te stellen en wilde dit reu- voyeeren naar B. en W. om advies. Wij moeten intusschen even in de geschiedenis teruggaan en vermelden, dat de Winkeliers-Vereeniging, in arren moede door de tegenwerking, die zij ten opzichte van haar Cursus ondervond, zich mondeling tot den Inspecteur van het Handelsonderwijs, den heer Dr. P. Fockens, had gewend, ten einde dien heer op de hoogte te brengen van de moeilijke positie, waarin het Bestuur zich bevindt ten gevolge der Raadsbesluiten en Z.Ed. advies te vragen inzake de te nemen maatregelen om het voortbestaan der H. A. S. mogelijk te maken. In dat onderhoud werd, blijkens het opgemaakte officieels proces-verbaal, de zaak ampel met den Inspecteur besproken en gewezen op de tegen werking van de Commissie van Toe zicht, die haar adviezen niet grondde op eigen waarneming, daar zij de H. A. S. nimmer had bezocht. Het antwoord van den Inspecteur kwam hierop neer, dat hij het Bestuur in overweging gaf de tusschenkomst der Rjjksregeering interoepeu, ten einde directeur en lokaliteit te mogen behouden. Mocht na aanneming der nieuwe Schipperswet eenig gebrek aan ruimte ontstaan, immers het afwijzend advies van de Commissie werd laatstelijk beheerscht door de mogelijkheid, dat de Visscherljcursus geen onderdak zou kunnen krijgen dan, aldus de Inspecteur, zou door toevoeging van één lokaal daarin kunnen worden voorzien. De Inspec teur meende dus, dat de bestaande toestand gehandhaafd moest blijven. Het Bestuur begon dus weer van voren at aan schiedenis aan den Minister te ver halen het voegde er een memorie van toelichting bij en afschriften van alle op de geschiedenis betrekking hebbende stukken. De Inspecteur van het Middelbaar Onderwijs, de heer Van Alphen de Veer, en de Inspecteur voor Handels onderwijs, dr. Fockens, waren in dezen de aangewezenen om Zijne Excellentie in deze kwestie voor te lichten. Uit de rapporten, ingediend den 12den October 1914, citeeren wij het vol- ïde: „De Comm. v. T. M. O. adviseerde B. en W. van Helder om in geen geval een gunstige beslissing te nemen op het adres van de A.H.W.V., alvorens zich de zekerheid te hebben verschaft, dat het inderdaad onmoge lijk is een anderen directeur te vinden, en in de gemeente Helder geen an dere kwaliteit disponibel is Tegen het bestendigen van dezen nl. den huidigen toestand wordt één bezwaar van beteekenis aange voerd, dat de visscherljcursus er onder zal lijden. Bewijzen daarvoor of nadere toelichting voor dat be zwaar worden niet gegeven. De C. v. T. heeft zelf nimmer den Handels avondcursus bezocht, terwijl de resul taten daarvan het laatste jaar juist zeer gunstig zijn geweest „De houding van de Commissie is te verklaren wanneer zij haar taak opvat in den geest als die door een gemeenteraadslid in de Raadsverga dering van 19 Aug. 1913 werd om schreven „dat de C. v. T. ook niet heeft toe. te zien of hot de Handels school goed gaat, maar wel of het de Zeevaartschool goed gaat". „Beleefd geven wij Uwe Excellentie in overweging de eenheid van lokali teit en directeurschap te bestendigen''. Zoover het rapport van de Inspec teurs M. O. Naar aanleiding daarvan schreef de Minister dd. 5 November 1914 aan het College van B. en W.: „Het was mij aaugenaam te ver nemen, dat de Raad voor het cursus jaar 1914/15 reeds het medegebruik van de lokalen der Zeevaartschool door de Handelsschool heeft 'toege staan. Uit hoofde van het in ambtsrapporten aangevoerde zou ik het zeer wenschelyk vinden indien zulks ook in de toekomst kon blijven geschieden, en zoo de Raad alsnog zou willen terugkomen op. de weige ring aan den directeur der Zeevaart school om tevens de leiding van den Handel8cursus op zich te blijven nemen. „Ten slotte zal ik gaarne van uw College vernemen of de raededeeling juist is, dat de Commissie van Toe zicht op het M. O. in uwe gemeente hare bemoeiingen niet uitstrekt tot den Handelscursus en zoo ja waarom zij zulks nalaat. De Handels cursussen toch worden geacht in richtingen van middelbaar onderwijs te zijn en behooren derhalve onder het toezicht te staan van de plaat selijke commissiën, bedoeld in art. 46 sub a der wet regelende het middel baar onderwijs". Wat antwoordt hierop de C. v. T., aan welke door B. en W. de missive van den Minister werd doorgezonden ter advies? Dit, en het is min of meer ver bijsterend „Ten aanzien van dit schrijven meent de C. v. T. het volgende te moeten onmerken „a. Den heer Vau Mierlo was toe gestaan het voorloopig directeurschap van den H. A. C. op zich te nemen, met deze voorwaarde, dat hij daaraan verbonden zon zfón uitsluitend voor de leiding, zonder les te geven. „Weliswaar werd hem onmiddellijk na de opening van den H. A. C. 1912 door den voorzitter der C. v. T. toestemming gegeven gedurende en kele weken de lessen van den heer De Nijs waar te nemen, doch zulks geschiedde force-majeure en alleen om een onge het juist aangevangen onderwijs te voorkomenhiermede werd geenszins een doorloopende machtiging aan den heer Van Mierlo om les te geven bedoeld, dat kan ook niet als zoodanig door hem begrepen zijn. „Voor het oogenblik aannemende, dat de heer v. M. zich hieraan vol gens de letter van het voorschrift gehouden heeft, wordt opgemerkt, dat hij bij ontstentenis van een leeraar van de H. A. S. toch meermalen diens plaats heeft ingenomen, al zij het ook tot het houden van toezicht. b. Het resultaat van het onderwijs van den visscherijcursus in het af- geloopen jaar wasdat van 9 leer lingen der examenklasse slechts 3 slaagden. Dat er slechts 4 examen deden en 5 de school verlieten of om een of andere reden niet aan het examen deelnamen, dient bij het af meten van het resultaat, en niet het minst wanneer het zulke kleine ge tallen aangaat, wel in aanmerking te worden genomen, „c. De C.v.T. is overtuigd, dat de H. A. C. o nder haar ressorteert, en is zich niet bewust ooit aanleiding tot eene tegenovergestelde meening te hebben gegeven. Wat de C. v. T. verder opmerkt, is voor ons van minder belang. Het slot van haar schrijven is echter te merkwaardig dan dat wij dat ook nog niet zouden overnemen. „Buiten beschouwing latende", zoo schrijft de C. v. T., „van welke zijde Uw Hoog Edelgestrenge deze ge gevens werden verstrekt, kan de C. v. T. het slechts betreuren, dat deze door u zoo grif en zonder haar te hooren werden overgenomen en met voorschreven oogmerk gebezigd". Met andere woorden: de C. v. T. brengt in haar antwoord aan den Minister van Binnenlandsche Zaken i.c. den Inspecteur M. O., en Handels onderwijs in toepassing het „Leer om leer, Trap je mij, ik trap je weer". De lezer weet reeds hoedanig de houding van den Raad was in ant woord op deze hierboven afgedrukte correspondentie; de zaak werd weder op de lange baan geschoven, en het voorstel-Adriaanse weigerde de Voor zitter zelfs aan de orde te stellen. De heer Verstegen protesteerde tegen de minderwaardige wijze van pole- miseeren van de C. v. T. Hetgeen deze over de Visscherijschool opmerk te, vindt de lezer onder b. Dit is de heer Verstegen toonde het met de feiten aan, slechts de halve waar heid. Als zij, zoo zegt hij, zooals haar plicht was, tweemaal per jaar de school bezocht had, had zij kunnen weten, dat 5 leerlingen weliswaar de school verlaten hebben, maar niet omdat het onderwijs niet goed zou zijn, doch omdat ze als arbeiders een andere betrekking kregen. Van de overblijvende 4 leerlingen zijn er, aldus de heer Verstegen, drie geslaagd, d.i. 75 %j zoodat het niet aangaat van slechte resultaten der visscherij school te spreken. De heer Van den Berg, nam ook nu weer de C. v.T. in bescherming. Deze maakte de min of meer juiste opmerking, dat, waar zooals hier, sprake is van 4 leerlingen, men geen percentsgewijze berekening kan toe passen. Want 1 leerling meer of minder maakt reeds dadelijk 25 verschil uit. Deze opmerking is op zich zelf niet onjuist; dat een der gelijke percentsgewijze berekening meer geschiedt, moge het volgende berichtje bewijzen, dat wij dezer dagen uit de plaatselijke pers knipten De Heldersche Normaalschool hooft ook dit jaar woor haar goeden naam geliandhanfd. Van de IS candldaton,diooxamon vooronderwijzer(os) hebhen gedaan, zUn er 12 geslaagd, d. i, ruim 92 pCt. Hier vertegenwoordigt dus één candidaat 8 procent. Toch zal nie mand het de Normaalschool kwalijk namen indien zij zegt: ruim 92% van onze candidaten zijn geslaagd. Na de vergadering van 21 December 1914, waar dus, zooals we boven zagen, de zaak der H. A. S. verdaagd werd, „voor nader advies van B. en W.", kwam zij na jaar oerst den 8en Jüni 11. weder ter tafel. Het is het verhaal van Saidjahs buffels, „dat zoo eentonig was"de heer Adri aanse, Raadslid, deed een voorstel aan den Raad, luidende „De Raad besluite aan den heer Van Mierlo vergunning te verleer.en het directoraat van de H. A. S. waar te nemen en de lokaliteit der Z. V. S., voor zoover noodig en voor zoover ze niet in gebruik is voor de avond lessen der Zeevaart- of Visscherij school, beschikbaar te stellen op de voorwaarden genoemd in het besluit van den Raad van 5 September 1911". Bij dit voorstel was eene memorie van toelichting gevoegd. Het advios van B. en W. was ver gezeld van een schrijven van den Inspecteur van het M. O. den heer M. J. van Alphen de Veer, die, de lezer weet het, gunstig adviseerde voor de H.A.S. B. en W., hoewel de ziens- wijze van den Inspecteur wel aannemelijk vindend, meenden tocb, met het oog op de vroeger te dez6r zake door den Raad genomen be slissingen, niet te mogen adviseeren de gevraagde vergunning te verleenen en stelden voor op het voor stel van den heer Adriaanse afwijzend te beschikken. Door den Voorzitter van den Raad, den heer W, J. van Neck, werd als motief voor dit afwijzend advies aan gegeven het feit, dat do Zeevaart school te klein werd als straks de nieuwe Schipperswet in werking zou treden, - motief, dat in het monde linge onderhoud, dat de heeren Nypels c. s. met den Inspecteur van het Handelsonderwijs hadden, door dezen ontzenuwd was, zooals wij boven releveerden, „met de mededeeling: dat, mocht na aanneming der nieuwe Schipperswet eenig gebrek aan ruimte ontstaan, door toevoeging van één lokaal daarin zou kunnen worden voorzien. 7 Het lust ons niet de gansche droeve geschiedenis nog verder op den voet te volgen; uitvoerig te bespreken welke debatten in de jongste Raads vergadering nog over deze zaak zijn gehouden, welke drogredeneeriugen dienst moesten doen om den schijn te redden. De onbevooroordeelde lezer zal, indien het hem gaat als ons, zich meermalen hebben afgevraagd of men hier soms heeft te denken aan persoonlijke antipathieën, daar hier toch, het bovenstaande bewijst het o. i. voldoende, een tegenwerking bestaat, althans antagonistische in vloeden heerscben. Een Handelscursus als de thans be staande is voor onze gemeente van onberekenbaar nut, de C. v. T. zal dit zelve toegeven. Maar de Winkeliers- Vereeniging heeft slechts bescheiden middelen het convenieert haar niet om vooralsnog een eigen lokaliteit interichten, noch ook om een direc teur aan te stellen op een salaris, dat het mogelijk zou maken daarvoor een functionaris van buiten de ge meente te laten komen. En nu moge de heer Van den Berg het afkeuren in eene Vereeniging, die, zonder vol doende middelen, een zoodanigen cursus inricht en daarna speculeert op de welwillendheid vaD den Raad, ons dunkt de zaak apriori van genoegzaam belang ook voor de ge meente zelf, dan dat deze zich daar voor niet eenige opofferingen zou kunnen getroosten. En hoe gering zijn die opofferingenDe Inspecteur zeide immers zelf in zijn onderhoud met eene deputatie van de W. V., dat eventueel, indien de Zeevaartschool, door het uitbreiden van den Visscherlj cursus te klein mocht worden, zeer goed een lokaal bijgebouwd kon worden. Waarlijk, men bereikt met deze tegenwerking want een ander woord ervoor kunnen wfj niet vinden niets dan het negatieve resultaat, dat men een hoogst nuttige instelling van onderwijs, onmogelijk maakt. Het is dan ook voor het be stuur van de Heldersche Winke liers-Vereeniging, dat uitsluitend be staat uit middenstanders zaken- menschen dus, vrijwel ondoenlijk om onder deze omstandigheden iets in het belang van den middenstand te verrichten. 7 Verslag der Raadsvergadering 19 Aug. 1913, bladz. 22. 2) t. a. p. bladz. 27. s) t. a. p. bladz. 30. Proces-verbaal van het onder houd op 6 Juni 1914 van de deputatie uit het Bestuur der A. H. W. V. met den heer Inspecteur van het Handels onderwijs. Advertentiën. De Notaris H. M. BEECKMAN, te NIEUWEDIEP (den Helder), zal op Woensdag 23 Juni 1915, des avonds ten half acht ure, in het Lokaal „Casino" aan den Kanaalweg te Helder, in het OPENBAAR VER- KOOPEN, Gemeente den Helder: een goed onderhouden HUIS en ERF aan den Polderweg no. 31, te Helder, kadastraal bekend aldaar in Sectie E no. 4058, groot 82 centiaren. Grondbelasting over 1915, f 10.37. der.koopsom kan als Ie Hypotheek op het te verkoopen perceel gevestigd blijven tegen 47a °/o 'sjaars meteen jaarlyksche aflossing van 2 2l/3°/0. Het perceel is te bezichtigen daags voor den verkoop alsmede op den verkoopdag dos namiddags van 2-4 uur op vertoon van een toegangsbiljet af te geven door mij, notaris. R. M. |S onovertroffen van kwaliteit en zeer waterhoudend, 70, 80, 90 en 100 eend per pond. Pakjes van >/s - 1 - Z\l3 ons. In het oude Victualiehuis. R. MAALSTEED, Dijkstraat 22. Helder. Wedervorkoopers provisie. - Chi jfofi Vfoïitt Ael /CLa^i^veSis ■vn- t>un- in *-£aA£e£fen 'i'i Ai rnjiC i#i -£uóóen i/a/n fnmnC Czutó, n/i> Coi/eriittaaj/nC -eu/fëóiQcenhzeb/umd. jb/icAfiinq#tï in'ei' CT/aflCêTWeiC CSU/£ WtruCariijatvlne itetóCïi'iiC'iCeo'i de TleiCeïCandócAi- CTLCcitv fê-fê, Wederom geplaatst ALS ALTIJD GEZELLIG, PRETTIG EN AMUSANT. Aanbevelend, Bezoekt de Kermis te Schagen. GEHEEL NIEUW! Standplaats achter de Kerk. Is de laatste nieuwste uitvinding op 't gebied van Kermisvermaak, 't Was het reuzensucces van E.N.T.O.S. te Amsterdam en alle groote Nederlandsche kermissen. Niet te verwarren met dergelijke glij-inrichtingen. Wie zich op de kermis uitstekend en gezellig amuseeren wil gaat een ritje maken in de 8-BAAN of de Diepte der Diepten. Aanbevelend, te NIEUWEDIEP (DEN HELDER), zal op Woensdag 23 Juni 1915, aanvangende des voormiddags ten 10 uur, in de Schouwburgzaal „TIVOLI" aldaar in het Openbaar Verkoopen: wegens vertrek en opheffing der huis houding; o.m. wegens vertrek naar N. O.-I. van don HoogEdelGestr. Heer A. PIEREN, Kapt. t.z. K.M. alhier, waarondersalonmeubelen, eiken houten tafel en stoelen, Balon-ameu-. blement, slaapkamer-ameublement (Pitch Pine), diverse tafels en stoelen, schrijf bureaux, serafine orgel, kleeden, val- en overgordijnen, spiegels, bed den, gasfornnis, gaskroonen, schilde rijen, glas- en aardewerk, Japansch- theeservies, gramaphoon met platen, kooigoed, mandoline, voorts: Pianino, en hetgeen verder ten verkoop zal worden aangeboden. Alles daags te voren te zien, van 's namiddags 2 5 uur. Diners worden dagelijks aan huls bezorgd. Bestellingen 's morgens voor 12 uur aan het van ouds bekend KOOKHUIS DIJKSTRAAT 13. Beleefd eenbevelend, Wed. L. H. RIETBERGEN. ALKMAAR. Grove of Gebroken. 17, 18, 20, 22, 25 ct. per ons en hooger. in bussen altijd versch en geurig. 1 pond Dessert Huishoud Reclame 80, 70, 64 ct. 7a pond 41, 36, 33 ct. Gemalen of boonen. In pakken Roodmerk Zwartmerk Groenmerk 1 pond 66, 64, 60 ct. 7S pond 33, 32, 30 ct. SPAAR DE INSECTENPLAATJES OP. VERZAMEL ZE VOOR HET ALBUM. Waai niil vaikiijgbaai, limin wij 11 diiecl ui geven ailiiüM bij win tl bitumen. ,.De Nederlandsche Insecten", giubiiiii dooi P. TEUKISSEN. Rtdatliui van lint- en Tuinbouw „Niiun i. d. Dag", is BELANGRIJK voor IEDEREEN. GRASZODEN. 2000 M-. prima GRASZODEN, verkrijgbaar. Te bevragen bij aannemer KRIJNEN, Weststraat 115. In- en Verkoop van Te koop en te zien: des morgens van 10 tot 12 en des avonds van 6 tot 8 uur. Vraagt Uwen Winkelier Een geurig kopje. OVERHEMDEN met piqué borst f 2.75, prima kwaliteiL Ik kom direct wanneer men maar even een bood schap stuurt naar de Wagenstraat 7, bij JAN VISSER. Daar ontvangt men de hoogste waarde voor Meubelen, Koper, Zink, Lood, Vodden, Zolder opruimingen enz. enz. Laat zich aan huis ontbieden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1915 | | pagina 4