HELDERSCHE COURANT
VOORHEEN GENAAMD ]T VLIEGEND BLAADJE
Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna
PE OORLOG.
Zonneschermen
en Marquisen,
No. 4487
DINSDAG 6 JULI 1915
43e JAARGANG
Abonnement per 3 mnd. 65 ct., franco per post 90 ct., Buitenland f 1.90
Zondagsblad 37* 45 „0.75
Modeblad 65 75 „1.00
Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER
Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50
Advertentiën van 1 tot 4 regels (bij vooruitbet.) 30 cent. Elke regel meer 6 ct
Ingezonden mededeelingen van 1 tot 4 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent.
Advertentiën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hooger berekend.
Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. - Bewijs-exemplaar 21 cent.
0p pagina 4 van dit blad is
opgenomen
t. Vlootaanbouw.
2. Feuilleton, enz.
LIJST van ingekomen en vertrokken
personen.
INGEKOMEN.
Naam: Beroep: Woonplaats: Van: Gel.
W. F. Okhui7.cn, zonder, PUlsteeg 16, R'dam. N.H.
Wed.HJ.v.Goor, z-,Koningsplein llÏA'dam. R.C.
AC J.v.Goor, assistent Noordzee-onderzoek,
Koningsplein 112, Amsterdam.
M.v. Zeljst, kellner, Spoorstraat 1, s-Hage. N.H.
E.Holiaard, dlenstb- Buitenhaven 23,R'dam. Ger.
P. G. de Beer, bakketb., Hertzogstr. 6, A'dam. N.H.
Naa
Gel.
S.Bont-Kwast, zonder, ïrompstr.2a,A'dam. N.H.
F.Schuit, mar., Acbtergr. Z./Z.71,Vllssingen.
M. C. v. Hecklng Colenbrander-Greve,
zonder, Ankerpark 27, Ronkum.Rem.
A.A.JeUema.werkm^Smldsdwstr.d. A'dam. N.H.
uwland.b
K.Nieuvfland,boerenkn.,KoegT.18t.Maarten.
J.M.E.Klik,zonderJWeststr.M, Heemstede. D.G.
H.W.J.Maas.mach.K.M.,Stat.w l,Vlisslngen. N.H.
M. S. de Linde -Stelnhou wer,
zonder, Blomsteeg 7, Rotterdam.
J.CKlijn, zonder, Bassingrachtl,
G.J. Blok, mach.,
M. E. de Lange, z., Spoorstr.35, Bloemendaal.
M.Groe nend vl k, z., Kanaalw.76/T7,Oeg8tgeest.
J.C.Verhaar,timm.,Breest.46,Watergraafsm. r
A. Pieren, kapt .Lz., Hoofdgracht 82, Batavia.
J.G.G.Zootelief,gepdnSluisd«k8tr.l07, A'dam.
aBakker,ambt.post.en tol., Mol.str.66,Texel.
F.J.Reiling, z„ leGoversdw.str.7, Hilversum. R.C.
Wed.P.Schoorl, zonder, Koogras 64, Schoorl. N.H.
G.Koning, comm. H.IJ.S., Spoorstr.SO, Enkh.
A.deVries, dlenstb., Ankerpark 27, Renknm.
T.Boersma, arbeider,Vjjzelstr.71, Beverwijk.
De offlcleele legerberlchten van
2, 3 en 4 Juli.
Van het W e s t e 1 y k front.
Het Fransohe communiqué van den
2en maakt melding van hevige artil
leriegevechten op verschillende deelen
van het front. Bij een aanval op de
Fransche stellingen bij Bagatelle (Ar-
gonne) kwam het tot een verwoed
handgemeen. De Franschen konden
echter al hunne stellingen behouden.
Bij een aanval op den Hilgenfirst
(Vogezen) slaagden de Duitschers er
eerst in vasten voet te krijgen in
een deel der Fransche loopgraven.
Door een tegenaanval werden zij
echter weder verdreven.
In het bericht van den 3en wordt
medegedeeld, dat in de Argonne de
strijd onafgebroken wordt voortgezet.
De vijand slaagde er niet in, voor-
deelen te behalen, en leed bij zjjn
aanvallen ernstige verliezen.
Twee nieuwe aanvallen der Duit
schers tegen de Fransche stellingen
bij Metzeral werden eveneens afge
slagen.
Naar het schijnt zijn de Duitschers
wederom aanvallers. Ook in het be
richt van den den dezer wordt alleen
van afgeslagen aanvallen der Duit
schers melding gemaakt, o.a. bij An-
gres en bij de Tranchée de Calonne.
De aanval werd hier door een hevige
beschieting voorafgegaan. Bij Fey
werd eveneens een aanval afgewezen.
Verder wordt medegedeeld, dat het
artillerievuur van den vijand langs
het Noordelijk deel van het front in
kracht toeneemt.
In het Duitsche legerbericht van
den 2en wordt echter gemeld, dat de
Franschen aanvallen deden ten N.W.
van Souchez, welke aanvallen alle
afgeslagen werden. Bij Eparges mis
lukte de aanval van den vijand even
eens.
In dit bericht wordt erkend, dat
de Franschen de door hen verloren
verdedigingwerken op den Hilgenfirst
hebben hernomen.
Intusschen wordt ook van Duitsche
zjjde medegedeeld, dat het offensief
in de Argonne door hen wordt voort
gezet. Gedurende de beide eerste dagen
van Juli werden door hen 37 officieren
un 2525 man gevangen genomen, 25
machinegeweren veroverd en 72 mijn-
werpers en een revolverkanon buit
gemaakt.
Aanvallen der Franschen op de
stellingen bij Les Eparges werden tot
viermaal toe afgeslagen.
Voordeel werd door de Duitschers
behaald bij Regneville, waar een ge
deelte van de Fransche stelling ter
breedte van 600 M. veroverden, en
bij Fey-en-Haye, waar zij een gedeelte
van het bosch in bezit namen.
Van het Oostelijk front.
Het Russische bericht van den 2en
meldt het afslaan van aanvallen der
Duitschers ten N. van Przasnycz, in
de streek van Sjawle en op het front
Sienno Jozefow. Langs de rivieren
Wljznica en Por, in de richting van
Lublin (d.i. op een front evenwijdig
aan, en op ongeveer 30 K.M. afstand
van de Russlsch-Oostenryksche grens)
is de vijand met de Russen in contract.
In de buurt van Zamosc hadden
achterhoedegevechten plaats. Het dorp
Joekof dat door de Pruisen vermee-
sterd was, werd hun kort daarna door
een tegenaanval weer afgenomen.
Volgens dit bericht blijven de ver
bondenen tusschen de Wierpzc en
de Bug eveneens voortgang maken.
Op het front Sokal Halicz, deden z|j
verschillende aanvallen, waarvan de
meeste werden afgeslagen. Hierbij
leden de verbondenen groote verlie
zen- Bij tegenaanvallen namen de
Russen meer dan 2000 man gevan
gen en veroverden zij verscheidene
machine-geweren. Deze tegenaanval
len konden echter niet verhinderen
dat de verbondenen er tegen den
avond in slaagden vasten voet te
krijgen aan den linkeroever van den
Gnila-- Lipa.
In het bericht van den 4en wordt
medegedeeld dat aan het Oostelijk
front verschillende aaD vallen van den
vijand werden afgeslagen. Alleen bij
Kalwarie slaagden de Duitschers er
in zich van een gedeelte der voorste
loopgraven meester te maken.
Aan de Por en Zamosje worden
de gevechten met groote hevigheid
voortgezet.
Op het overige front is geen ver
andering.
In het Duitsche legerbericht van
den 3en wordt echter medegedeeld,
dat de troepen op het Z.O. gevechts
terrein ten N. van den Dojestr, over
de linie Marjampol—Narajow—Miasto
oprukken naar de Zlota-Lipa. Stroom
afwaarts van Kamionka werd de
Bug reeds op verschillende plaatsen
bereikt, terwijl ook tusschen Bug en
Weichsel, in N. richting aanmerke
lijke vorderingen gemaakt werden.
In den sector van de Wysnica is
de toestand over het algemeen onver
anderd. Een door de Russen ten Z.W.
van Radom ondernomen tegenaanval
werd afgeslagen.
De mededeeling van den 4en geeft
den toestand op het Oostelijk front
als onveranderd aan. Op het Z.O.
gevechtsterrein daarentegen blijven
de Duitschers vorderingen maken.
Het leger van gen. von Linsingen
vervolgt de Russen in de richting
van de Zlota Lipa. Hier werden 3000
sen gevangen genomen. Uit de
stellingen ten N. van Premysl be
ginnen de Russen te wijken. Aan de
Bug is de toestand onveranderd.
In het Oostenrijksche legerbericht
van den 3en wordt gemeld, dat de
hoogten ton O. van Halicz door de
verbondenen werden bezet.
Tusschen Weichsel en Bug hebben
de krijgsverrichtingen gestadigen
voortgang. Zamosc werd door een be
storming genomen. Ten W.daarvan,
in het laagland van de Por werden
de Russen overal teruggedrongen. Om
Krasnik wordt nog gevochtenten
O. en ten W. daarvan werden ech
ter reeds eenige dorpen genomen,
zoodat de Russen van den Zuidelijke
oever van de Wljsnica verdreven
werden. Ten N. daarvan werden zij
bovendien reeds uit eenige stellingen
geworpen. Bij Krasnik werden den 2en
4800 Russen gevangen genomen en
drie machinegeweren veroverd.
Westelijk van den Weichsel wor
den artillerie-gevechten geleverd.
In het communiqué van den 4en
wordt eveneens melding gemaakt
van het Succes ten W. van de Zlota-
Lipa. Verder wordt medegedeeld, dat
in Russisch-Polen, waar de Russen
versterkingen ontvingen, hevige ge
vechten geleverd werden, waarin de
Russen verschillende tegenaanvallen
deden om het verloren terrein te her
winnen. Al deze aanvallen werden
afgeslagen.
Ter weerszijden van Stoedzianki
drongen de verbondenen in de hoofd
stelling der Russen. Hierbij namen
zij 1000 man gevangen en werden 3
kannonnen en 3 machinegeweren
veroverd.
Ten N. van Krasnik werden de
hoogten na een hevig gevecht ge-
Van het Z u i d e 1 y k gevechts
terrein.
Het Italiaanscbe legerbericht van
den 2en deelt ons mede, dat langs
het geheele front, en in het bijzonder
langs de grens van Oarnia de artil
lerie-gevechten in hevigheid toe
nemen. Op de helling van den grooten
Pal veroverde een afdeeling Alpen
jagers een loopgraaf, en wist zich
daar tegenover de tegenaanvallen der
Oostenrijkers te handhaven.
Langs de Isonzo duurt de strjjd
voort. Het dorp Koitnika, waar groote
voorraden oorlogsmateriaal en levens
middelen werden gemeld, werd in
brand geschoten. Een munitieberg
plaats vloog in den lucht.
Aanvallen der Oostenrijkers op het
Karst-plateau werden afgeslagen.
In het legerbericht van den Sden
heet het dat de verdedigingswerken
te Malborghetto en Bredil, ernstig
werden beschadigd. Een nieuwe aan
val der Oostenrijkers op het Karst-
plateau werd afgeslagen. Hierbij ver
loren zij 200 man aan gevangenen.
Van Oostenrijksche zijde wordt ech
ter medegedeeld, dat de Italianen op
het front in de kuststreek opnieuw
een nederlaag leden. Bij Sagrado en
Polazzo werden aanvallen afgeslagen,
en daarna een aanval tegen het pla
teau van Doberdo. Evenzoo verliepen
de aanvallen tegen het bruggehoofd
van Görz.
VolgenB dit bericht is de groote
Pal (aan de Karinthische grens, na
eenige dagen vechtens in Oosten-
rijksch bezit gebleven.
Nieuwe aanvallen der Italianen op
het plateau van Doberdo, werden
volgens de Oostenrljkschemededeeling
van 4 Juli, eveneens verijdeld, en
ook die tegen de stellingen bij Tol-
mino. Overal leden de Italianen zware
verliezen.
Aan de Dardanellen hebben slechts
onbeteekenende gevechten plaats
welke voor geen van beide partijen
voordeel opleveren.
Generaal Gouraud, de opperbevel
hebber van het expeditie-corps in het
Oosten, is door granaatscherven, die
by een door hem bezochte ambulance
neervielen, getroffen. De generaal
verkeert niet in gevaar. Hy wordt
naar Frankrijk teruggebracht. Gene
raal Bailloud heeft voorloopig het
bevel overgenomen.
Van Russische zijde wordt mede
gedeeld, dat in den Kaukasus de
Turken teruggeworpen werden op
verschillende deelen van het front.
Overigens is op dit gevechtsterrein
ook al weinig voortgang.
Op zee.
Eindelijk heeft op zee ook weer
eens een ontmoeting van vyandelijke
strijdkrachten plaats gehad, alhoewel
het er een van weinig beteekenis
was. De Duitsche mededeeling hierom
trent luidde als volgt:
Op den terugkeer van de voorposten
stelling trof op 2 Juli, tegen zes uur
's ochtends, een afdeeling van onze
lichte Oostzeestrijdkrachten, die vol
gens de opdracht in verspreide orde
voeren, tusschen Gothland en Windau
by dik weer Russische gepantserde
kruisers aan. Op zich zelf staande
gevechten ontwikkelden zich, waarin
onze zwakkere strijdkrachten beproef
den den vijand in het bereik van
onze ondersteuningsdivisie te lokken.
By deze gevechten slaagde het oorlogs
schip „Albatross" er niet in, aan
sluiting bjj de eigen strijdkrachten
te krijgen.
Na een hevig gevecht van twee
uur tegen vier gepantserde kruisers,
die met de beschieting ook in Zweed-
sche territoriale wateren voortgingen,
moest de „Albatross" tengevolge van
talryke treffers in zinkenden toestand
bij Oe8torgarn op Gothland op het
strand gezet worden. Zij had 21 dooden
en 27 gewonden, welke laatstee de
Zweedsche overheid en inwoners
liefderyk opnamen.
[De „Albatross" was een mynschip
van 2200 ton, dat in 1907 van stapel
geloopen was. Het was gewapend
met 8 snelvuurkanonnen van 8.8 c.M.
en liep 20 mijl. De bemanning be
stond uit 199 koppen.]
In het Russische bericht wordt
edegedeeld, dat er een ontmoeting
plaats had tusschen een Russische
kruiserflottille en 5 Duitsche kruisers.
Hierby werd een der schepen ge
dwongen by Gothland op de kust te
loopen. De achtervolging duurde meer
dan een uur.
Uit Stcokholm wordt omtrent dit
gevecht nog medegedeeld, dat de
Albatros heldhaftig tegenover een
groote overmacht heeft gevochten.
ZwaaR beschadigd trachtte het
schip, belemmerd in zijn vaart, al
doorvechtend met zyn vervolgers,
zich onder de kust van Gothland in
veiligheid te stellen, maar de Russen
zetten, zonder er zich aan te storen
dat zy in Zweedsch vaarwater kwa
men, de beschieting voort en brach
ten het 3chip volgens verklaring van
Duitsche matrozen juist in het onzij
dige vaarwater de ernstigste schade
toe. Granaten sloegen op het strand,
zoodat de Zweedsche bedieningsman
schappen van het Oestergarn-licht
achter den berg dekking moesten
zoeken. Honderd meter van het strand
liep het schip omhoog en ligt daar
thans met zware slagzij, de Duitsche
vlag in top op de achtermast, terwijl
de voormast is weggeschoten. Toen
het schip omhoog liep, speelde do
muziekkapel aan boord het Duitsche
volkslied, de bemaning juichte, blij te
zijn ontkomen aan Russische gevan
genschap. Het schip bood eon grie-
zeligen aanblik met z|jn dooden en
gewonden. Een granaat is gesprongen
in de operatiekamer van het schip,
waardoor tien gewonden werden ge
dood en de scheepsdokter doodelljk
werd gewond.
De commandant verzocht de over
heid, schip en bemanning te inter
neeren, waarna er terstond te Roma
een interneeringskamp werd opge
richt. Daarheen zijn 190 overlevenden
van de bemanning vervoerd.
Intusschen zal het beschieten van
de „Albatros" binnen de Zweedsche
territoriale wateren aan Rusland
eenige moeilijkheden opleveren. De
Zweedsche gezant te St. Petersburg
heeft reeds opdracht gekregen tegen
deze schending van het Zweedsche
grondgebied en daardoor ook van de
neutraliteit van Zweden, te protes
teeren.
In de Zwarte Zee werd vol
gens een Turksch bericht een Rus
sische torpedojager bij Atona (ten O.
van Trebizonde) door de kustbatte-
ryen beschoten, met het gevolg, dat
ernstige schade aan boord werd aan
gericht.
Van Russische zyde wordt ook nog
gemeld, dat door een onderzeeër op
2 Juli een Duitsch oorlogsschip van
de „Deutschland"-klasse werd aan
gevallen en door twee torpedoschoten
tot zinken werd gebracht. Van Duit
sche zyde wordt dit bericht, hoewel
in vage termen, tegengesproken.
Volgens een Oostenrijksch bericht
werd io het noordelijk deel van de
Adriatische Zee een Italiaansche tor
pedoboot vernietigd.
Uit Nes op Ameland wordt gemeld,
dat men Zondagmorgen van 8 tot 6
uur, aanhoudend zwaar kanongebul
der uit het N.O. hoorde. Ook werden
verschillende luchtschepen waarge
nomen, welke zoowel in O. als in
W. richting gingen.
De duikbootenoorlog.
Een trawler uit Grimsby heeft te
St. Ives twee man van het Woens
dag getorpedeerde stoomschip „Scot-
tish Monarch" geland; nl. de eerste
stuurman, een Noor, die dood was,
en een timmerman, een Rus. Deze
vertelde, dat hy met 15 man in een
Ingezonden Mededeeling.
HERMAN NYPELS - HELDER.
Hearenmoda-Artlkalan.
Gemaakte kleeding.
Kleeding naar maat.
Steeds het nieuwste.
boot, wegkwam. Zy hadden zwaar
weer gehad. Veertien van zijn mak
kers werden over boord geslagen en
verdronken. De Noor stierf aan won
den, die hij kreeg.
De duikbooten hebben zich ook nu
weer krachtig geweerd. Bij de Seilly-
Eilanden werd hot Belgische stoom
schip „Boduognat", en in het kanaal
het Eng. s.s. „Richraond" getorpe
deerd. De bemanningen van belde
schepen werden gered.
Te Plymouth werden verder de
bemanningen van twee in den grond
geboorde Eng. stoomschepen, de „Ren-
frew" en de „Larcbmore", aan land
gebracht. Beide schepen hadden ge
tracht aan den onderzeeér te ont
komen, doch zy werden te hevig
beschoten.
Van de bemanning van de 8Larcb
more" werd een man gedood en een
gewond.
Door een Russische onderzeeër
werden in de Zwarte Zee drie stoom
schepen, een zeilschip en eenige klei
nere vaartuigen in den grond geboord.
Voor het in den grond boren van
bet Zweedsche s.s. „Verdandi" zijn
door de Duitsche regeering veront
schuldigingen en geheele schadeloos
stelling aangeboden.
Het In den grond boren van de
„Armenlan".
In de Vereenigde Staten was eenige
ontroering ontstaan naar aanleiding
van het in den grond boren van
bovengenoemd stoomschip, waarvan
de bemanning gedeeltelijk uit Ameri
kanen bestond. Echter is deze daad
van de duikboot geheel en al correct.
Door den kapitein van het stoomschip
wordt dan ook medegedeeld, dat h|j
door een paar kanonschoten voor den
boeg langs, gesommeerd werd te
stoppen. Hieraan werd door den kapi
tein echter niet voldaan. Integendeel,
vertrouwende op de snelheid van zijn
schip, trachtte hij te ontkomen, waar
op de duikboot het vuur opende en
het schip in den grond boorde. Hier
toe was de duikbootcommandant vol
komen gerechtigd, aangezien een
schip dat zich aan aanhouding en
onderzoek tracht te onttrekken, vol
gens het Volkenrecht met geweld
weerhouden, of in den grond geboord
kan worden.
Een reeder schryft in de „Times"
naar aanleiding van het torpedeeren
van de „Armenian" dat de pers zoo
min als het groote publiek de ernst
van dit geval schijnt te begrijpen.
Een duikboot die twintig knoopen
loopt is een be4reiging van de Engel-
sche koopvaardijvloot, waarover men
niet licht moet denken. In reeders
kringen is men verbaasd, dat de
admiraliteit een schip als de „Ar
menian" met zoo onschatbare lading
in de gevaarlijke zöne laat komen
zonder het te doen eskorteeren door
torpedojagers.
De verongelukte Duitscbe
duikboot.
Naar wordt medegedeeld ligt de
voor den mond der Eems veronge
lukte Duitsche duikboot tusschen Rot
tum 6d Borkum, op een diepte van
35 M.
Vormoedeiyk is het de U 80. Per
soneel en booten zyn uit Wilhelms-
hafen vertrokken, om te trachten hem
te lichten, waarin zy, naar men ver
moedt, wel zullen slagen. Nadat de
duikboot gezonken was, werden in
alleryi duikers er been gezonden, die
constateerden dat er nog leven in de
boot te bespeuren was.
Er was op dat oogenblik echter
geen middel tot redding, zoodat de
geheele bemanning op 3 na is omge
komen.
Senaatsgebouw te Washington be
schadigd.
Washington, 3 Juli. Een ontplof
fing te middernacht heeft aan het
gebouw van den Senaat aanzienlyke
schade veroorzaakt.
De geruchten, dat de ontploffing
door een bom zou zijn veroorzaakt,
werden niet bevestigdhet schijnt
dat een gasontploffing de oorzaak is.
De receptiezaal is deerlijk getei
sterd.
Persoonlijke ongelukken kwamen
niet voor.
Nader wordt bericht dat de ont
ploffing in den Senaatsvleugel van
het Capitool is veroorzaakt door een
bomaanslag met voorbedachten rade
het geen blykt uit het feit dat de
Washingtonsche Times, een avond
blad, een brief heeft ontvangen, waar
in de ontploffing werd aangekondigd.
De brief was afgestempeld vóór de
ontploffing geschiedde.
Een aanslag op Plermont Morgan.
Zaterdag is in het zomerverbiyf
van Morgan een aanslag op zyn leven
gepleegd. Morgan had juist ontbeten
toen een man binnen kwam welke
verscheidene kogels op hem afschoot.
De auto waarmede de dader ge
komen was bleef voor het huis staan
wachten. De man werd echter aan
gehouden.
Toen de rechter van het correc-
tioneele hof hem vroeg, hoe hy
heette, antwoordde hy: „lk ben een
christen!" Daarna vroeg de rechter
wie hem tot de daad had aangezet.
Hij antwoordde: Het kwam van
boven".
Twee tasschen, die de man by zich
had, bevatten twee pypen met dyna
miet, een groote flesch nitroglycerine,
en doozen met revolverpatronen. De
beklaagde had twee revolvers bij zich
cd deelde tenslotte aan een journalist
bijzonderheden uit zyn leven mede.
Hij zeide, dat hij Frank Holt heette
en leeraar in het Duitsch aan de
universiteit van Cornell was. Hij is
getrouwd en heeft twee kinderen, die
te Dallas, in Texas, wonen. Veertien
dagen geleden is hy te New-York
aangekomen en nam zyn intrek in
een van de hotels, die de millionair
Ogden Mills voor de armen heeft laten
inrichten. H(j zeide ten slotte, dat hy
ongeveer een maand geleden het
denkbeeld opgevat had, naar Morgan
te gaan, om hem over te halen zyn
invloed aan te wenden, om oen einde
aan den uitvoer van munitie naar
Europa te maken. Die uitvoer, zeide
hy, stelt ons verantwooreeiyk voor
de moordpartij die daar gaande is.
In zyn bezit bevond zich een heele
verzameling krantenuitknipsels over
den oorlog.
Holt heeft bekend, dat hij ook de
dader van den aanslag in het Kapi-
tool te Washington was.
De dokters hebben Morgan onder
zocht en medegedeeld dat hy twee
wonden in de rechterdy heeft. Er is
geenerlij ongunstig versshynsel. Mor
gan rust goed.
Van da Zweedsch-Russische
grens.
Een medewerker van Politieken heeft
te Kopenhagen gesproken met den
Deenschen scbry ver baron Palle Rosen-
krantz. „Hy was net uit St. Peters
burg terug. Hoe hij de reis had ge
daan?
„Over Karungi natuuriyk en naar
beneden door Finland. Dat is een heele
reis. Men kan van Kopenhagen net
zoo goed naar het binnenland van
Kongo reizen. Het duurt een onchriste-
lyken tijd. Maar wat is het niet een
merkwaardigen tocht! In (Zweedsch)
Karungi, op de grens van Zweden
en Rusland, is het een leven, waar
niemand zich een voorstelling van
kan maken die het niet heeft gezien.
Er liggen voor millioenen goederen
die de kooplui niet over de grens
kunnen krygen, van wege het uit
voerverbod. Ze werken er voor als
beesten. Er zyn Poolsche en Russische
kooplui van een bizonder geslepen
type. Het zyn allemaal smokkelaars
en contra-smokkelaas, spionoen en
contra-spionnen en spionnen van con
tra-spionnen. Het is een nieuw Klon-
dyke, dat verzeker ik u."
„Gaat u er over schrijven?.'
„Ik zal er een boek van maken,
genaamd Gullasch Hansen's Reis naar
Ruslund. Het zal niet al te vervelend
zyn. Zoo iets heb ik vau mijn leven
nog niet meegemaakt."
„Hoe was het in Petrograd?"
„Heel kalm. De menschep zyn er
rustig, in weerwil van dè groote
nederlagen. Van do drie mannen die
je er tegenkomt, is een soldaat. Er
zijn massa's officieren ook, enkele
Japansche".
Porflrlo Oiaz i
Porfirio Diaz, de oud president van
Mexico, is voor eenige dagen over
leden, waardoor een merkwaardige
figuur van het wereldtooneel ver
dwenen i8.
Voor nog slechts enkele jaren was
het de machtige despoot, de dictator
van de Mexicaansche republiek, welke
republiek slechts iu naam bestond,
daar Diaz als onbeperkt heerscher
regeerde.
Toch heeft Mexico onder zyn be
stuur een zegeDrijde periode doorge
maakt. En na zijn verbanning uit
het land, waar hy zooveel goeds tot
stand heeft gebracht, bleek maar nl
te duideiyk hoe zyn manier van re-
geeren, de manier was, voor het in
zooveel opzichten nog zoo achterlijke
Mexicaansche volk.
Ten slotte werd een revolutie ge
leid door Madero de oorzaak van zijn
verbanning. Reeds in de 80 zijnde
was het niet moer de oude „vecht
generaal". ZUn laatste levensjaren
heeft by in ballingschap moeten sly ten.
Zooals de N. Rott. Ct. opmerkt
heeft de dood een eind gemaakt aan
den uitterst tragischen levensavond
van een oud man, die zijn werk had
overleefd en die, na gedurende een
menschenleeftyd een der meeat on
beperkte heerschers van de wereld
te zijn geweest ver van zyn landen
in betrekkelijke vergetelheid is ge
storven.
BINNENLAND.
Nieuw oorlogscredlet.
Naar wij vernemen is het wets
ontwerp betreffende de aanvrage van
een nieuw buitengewoon oorlogs
krediet van 90 millioen by de
Tweede Kamer ingekomen.
De „Ceres".
Met het Nederlandsche stoomschip
„Titan", dat Zaterdag met hout van
Kopenhagen te IJmuiden binnen
kwam, arriveerden de 2de stuurman
Botheide, de 3de stuurman Dros, de
2de machinist Schmidt, de hofmeester
Kuipe, een stoker, een donkeyman en
2 tremmers van het Nederlandsche
stoomsbhip „Ceres", dat in de Oost
zee in de nabijheid van Soederarm
verloren ging. De berichtgever van
het „Hbl." te IJmuiden vernam om
trent het ongeval het volgende:
Het schip was van Amsterdam in
ballast bestemd naar Hudiksvall. Op
de reis werden eenige Zeppelins en
onderzeeërs gezien in de nabyheid
van Ameland, doch deze lieten het
schip ongemoeid passeeren. Des mor
gens te 7 uur, op Vrydag 25 Juni,
toen de kapitein, alsmede de 1ste en
3de stuurman op de commandobrug
de wacht hadden, voelde men een
hevigen schok. Voor het schip spoot
een waterzuil op, waaruit een groote
hoeveelheid kolen en hout op het
dek vielen. Het bleek, dat de „Ceres"
in het voorschip getroffen was. Men
weet nog niet, of de ontploffing door
een onderzeeör, dan wel door een
mijn veroorzaakt was, doch vermoedt
wel het laatste.
In alleryi verliet de bemanning
het schip en ging in twee booten,
hetgeen in vijf minuten geschied was.
Alle opvarenden, 25 in getal, vonden
plaats in deze twee booten, de eene
onder bevel van kapitein Scheük, de
andere onder bevel van den eersten
stuurman. De schok was zoo hevig,
dat de 2de machinist, die op bed lag,
uit zyn kooi werd geworpen; doch
gelukkig bleef hy ongedeerd. Een
stoker werd op dezelfde wyze uit zijn
bed gegooid en daarby lichtgewond.
Nauweiyks was men 200 M. weg-
geroeid, of het schip zonk, in 12
minuten. Eerst zonk 't voorschip,
zoodat 't schip langzamerhand rechtop
kwam te staantoen de schoorsteen
de wateriyn raakte, zonk het schip
pijlsnel verder.
Het schip was reeds lang gezou
ken, toen de bemanning een torpedo
boot ontwaarde, die vermoedeiyk van
Russische nationaliteit was. Doch men
kon daaromtrent niets zekers mede-
deelen. Deze torpedoboot bemerkte
de ronddrijvende booten niet en
stoomde verder.
Op eigen kracht aangewezen, roeide
men 2 uur rond in de met levens
middelen goed uitgeruste booten.
Toen naderde een Zweedsche sein-
loodsboot, die de schipbreukelingen
opnam. Het ongeval, dat in het ge
zicht van de Zweedsch kust gebeurde,
was vermoedelijk van den wal af
opgemerkt, want de loodsboot kwam
recht op de booten aan.
Nadat zy ongeveer een uur aan
boord van deze loodsboot, waar het
onthaal zeer harteiyk was, vertoefd
hadden, werden de schipbreukelingen
overgegeven aan een Zweedsche tor
pedoboot, die hen weer op een wacht
schip bracht. Later kwam een andere
torpedoboot de bemanning afhalen
om ze naar de naburige haven van
Nordtellje te brengen.
Van daar ging ze per boot naar
Stockholm en den volgenden dag per
trein naar Malmö en vervolgens naar
Kopenhagen, om met de „Titan" thuis
te varen. 17 Man moesten in Kopen-
achterbiyven en zullen per stoomschip
„Calipso"en „Mars" naar huis komen.
Alle bezittingen van de opvaren
den gingen verloren, doch de scheeps
papieren konden gered worden. De
thans binnengekomen personen roem
den om str|jd de behandeling van
den havenmeester in Nordtellje en
den Nederlandschen consul in Stock
holm, die zich beiden beyyerden om
hen in alles bij te staan. In Stock
holm werd voor den bovengenoem-
den consul een verklaring omtrent
het voorgevallene afgelegd.
Aan het üinke optreden van kapi
tein Schenk danken de schipbreuke
lingen hun vlugge redding, die zonder
paniek geschiedde, zoodat allen hun
plaats in de booten konden innemen.
Een geredde van de „K W. 147".
Een der medewerkers van bet
„Handelsblad" sprak Zondag een ge
redde van de „Wilhelmina Hl K W
147", den Katwijkscben logger die,
zooal9 reeds werd medegedeeld, in
de Noordzee onder de Engelsche kust
verging waarby een deel der beman
ning omkwam. Het was de 15-jarige
Arie Wassenaar uit Katwyk, die
zooals by vertelde door een Engelsche
torpedoboot werd opgepikt eo aan
.wal gebracht, terwijl hy verder door
bemiddeling van den Nederlandschen
consul met het stoomschip „Zeeland"
naar Rotterdam voer. De Rotterdam-
sche politie bracht den minderjarige
naar Leiden en de Leidscbe politie
zorgde er voor dat hy behouden by
zijn ouders kwam, waar zyn thuis
komst groote vreugde bracht, nadat
men hem reeds had verloren gewaand.
De logger is, volgens den knaap,
door een Engelsch oorlogsschip mid
dendoor gevaren. Niemand der over
levenden kan er veel van vertellen
daartoe ging alles te plotseling in
zyn werk.
Wy hadden, zoo vertelde Arie, in
de eerste dagen weinig gevangen,
later werd het iets beter en op dat
oogenblik hadden we twaalf last visch
aan boord. Het was zeer mistig.
Eensklaps hoorden we een geweldig
geraas als van een naderend stoom
schip. Toen we het vaartuig, dat een
Engelsch oorlogsschip bleek te zijn,
in het oog kregen, was aanvaring
onvermijdeiyk. Het gevaarte voer
onzen logger middendoor. Wat er
verder is gebeurd weet ik niet. Alleen
weet ik, dat ik een stuk wrakhout
greep, er op klom en mijn laarzen,
die vol water waren geloopen nog
kon uittrekken. Er kwam een tor
pedoboot voorbij, doch hoe ik ook
riep, de bemanning bemerkte mij niet.
Een tweede torpedoboot volgde en
Ingezonden Mededeeling.
Hot adres voor
is bij
C. KIESEWETTER,
KANAALWEG 174.
dit vaartuig kreeg my in het vizier
en heeft my opgepikt. Hoe het in
zyn werk is gegaaD kan ik niet zeg
gen, want ik werd volgens de be
manning bewusteloos. Spoedig kwam
ik weer bij en ik werd zeer vrieu-
deiyk en voorkomend behandeld.
Een der officieren had hem een kelkje
gegeven, waarop de torpedoboot stond
afgebeeld, welke photographie h(j den
medewerker van het „Handelsblad"
liet zien.
De bemanning had verzekerd dat
de aanvaring by ongeluk was gebeurd.
Geen enkel EDgelsch oorlogsvaartuig
zou er een oogenblik aan denken een
Hollandscb visschersvaartuig opzet-
teiyk leed te doen.
Arie zelf geloofde dit ook volkomen.
Hy was aan wal gebiacht en loemde
zeer de goede behandeling van En
gelsche zyde genoten.
Toch was hy biy spoedig weder
behouden by zijn ouders thuis te zul
len zyn.
Een Engelsche watervlleymachine
tot zinken gebracht.
Door den stoomtreiler „Trio", schip
per Pieter T. Hart, werd Zondagavond
te IJmuiden aangebracht de Engelsche
vlieg officier Bird, wonende te West
wickham in Kent, die uit eene vlieg
machine werd opgenomen.
Detreiler was Zondagmorgen negen
uur visscheudo met prachtig zomer
weer op 53 gr. 45 min. N.B. en 4 gr.
O.L. In den geheelen omtrek was
geen ander schip te zien. Plotseling
kwam een vliegmachine, welke een
Engelsche tweedekker hydroplane van
zeer groote afmetingen bleek te zyn,
naar den treiler toe, vloog er eenige
malen om heen en streek- toen achter
het schip, op ongeveer 20 meter af
stand, op bet water neer. De inzit
tende officier vroeg of de schipper
hem aan boord wilde nemen en bond
na een bevestigend antwoord verkre
gen te hebben, den sleeptros, die hem
was toegeworpen, aan het vliegtuig
vast Hy nam een kouwbeitel en een
hamer en hakte toen op verschillende
plaatsen gaten in de machine. Ver
volgens wierp hij den niet grooten
voorraad benzine over de vleugels
en kwam daarna op don treiler over.
Van het dek van het vaartuig schoot
hy met eeu soort pistool drie vuur*
kogels op het vliegtuig af, vermoe
delijk om de benzine in brand te
schieten en daardoor het zinken te
veroorzaken. Alle drie schoten misten
echter doel, zoodat hy den schipper
verzocht het vliegtuig in den grond
te boren. De schipper aarzelde, omdat
hy bevreesd was hierdoor last te
krygen met de Nederlandsche regee-
ring, doch stemde later toe, nadat de
aviateur hem had verzekerd, dat het
geen kwaad kon. Om halftien waren
de netten ingehaald en stoomde de
treiler op het vliegtuig in, dat in
minder dan geen tyd in de diepte
verdween. De schipper deelde den
officier mede, dat hij hem naar
IJmuiden zou breDgen, omdat hy
daar ging markten, waartegen geen
bezwaar werd iDgebracht, daar de
officier overtuigd was als gewoon
schipbreukeling beschouwd en dus
niet geïnterneerd te zullen worden.
De officier, een jongeman van onge
veer Vyf-en twintig jarigen leeftijd,
voelde zich goed thuis op het schip,
bekeek de visch inrichtingen, doch
weigerde op alle door den schipper
gevraagde inlichtingen omtrent her
komst en bestemming te antwoorden.
Hierdoor is dus niet vastgesteld wat
de oorzaak van de daling was, al kan
benzinegebrek wel als zoodanig wor
den aangenomen.
Te IJmuiden werd de officier by
den politie-commandant gebracht om,
evenals de schipper en de stuurman
een officieele verklariDg van het ge
beurde af te leggen. De officier kon
zich later vry bewegen en maakte
daarvan gebruik om in een hotel van
de doorgestane vermoeienissen te
gaan uitrusten.
Engalsohe tweedekker geland.
Zaterdagmiddag is te Sas van Gent
te half èén, op een aardappelveld eon
tweedekker, bemand door twee En
gelsche officieren, geland wegens
defect aan den motor.
Het toestel was een Fransche twee
dekker. De officieren hadden boven
Belgisch grondgebied verkenningen
gemaakt, toen hun toestel boven Gent
door een kogel werd getroffen, waar
door de moter defect raakte. Zy wer
den naar de richting van Sas van
Gent gedreven, waar zy genoodzaakt
waren te landen.
Daar zy echter in de meen in g ver
keerden nog steeds boven Belgisch
grondgebied te zyn, lieten zij op eenige
honderden meters hoogte hun ben
zinereservoir geheel leeg loopen en
Btaken, zoodra zy geland waren, hun
toestel in brand. De tweedekker werd
geheel vernield.
De officieren werden geïnterneerd.