HELDERSCHE COURANT VOORHEEN GENAAMD ]T VLIEGEND BLAADJE Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna PE OORLOG. Zonneschermen en Marquisen, No. 4487 DINSDAG 6 JULI 1915 43e JAARGANG Abonnement per 3 mnd. 65 ct., franco per post 90 ct., Buitenland f 1.90 Zondagsblad 37* 45 „0.75 Modeblad 65 75 „1.00 Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50 Advertentiën van 1 tot 4 regels (bij vooruitbet.) 30 cent. Elke regel meer 6 ct Ingezonden mededeelingen van 1 tot 4 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent. Advertentiën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hooger berekend. Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. - Bewijs-exemplaar 21 cent. 0p pagina 4 van dit blad is opgenomen t. Vlootaanbouw. 2. Feuilleton, enz. LIJST van ingekomen en vertrokken personen. INGEKOMEN. Naam: Beroep: Woonplaats: Van: Gel. W. F. Okhui7.cn, zonder, PUlsteeg 16, R'dam. N.H. Wed.HJ.v.Goor, z-,Koningsplein llÏA'dam. R.C. AC J.v.Goor, assistent Noordzee-onderzoek, Koningsplein 112, Amsterdam. M.v. Zeljst, kellner, Spoorstraat 1, s-Hage. N.H. E.Holiaard, dlenstb- Buitenhaven 23,R'dam. Ger. P. G. de Beer, bakketb., Hertzogstr. 6, A'dam. N.H. Naa Gel. S.Bont-Kwast, zonder, ïrompstr.2a,A'dam. N.H. F.Schuit, mar., Acbtergr. Z./Z.71,Vllssingen. M. C. v. Hecklng Colenbrander-Greve, zonder, Ankerpark 27, Ronkum.Rem. A.A.JeUema.werkm^Smldsdwstr.d. A'dam. N.H. uwland.b K.Nieuvfland,boerenkn.,KoegT.18t.Maarten. J.M.E.Klik,zonderJWeststr.M, Heemstede. D.G. H.W.J.Maas.mach.K.M.,Stat.w l,Vlisslngen. N.H. M. S. de Linde -Stelnhou wer, zonder, Blomsteeg 7, Rotterdam. J.CKlijn, zonder, Bassingrachtl, G.J. Blok, mach., M. E. de Lange, z., Spoorstr.35, Bloemendaal. M.Groe nend vl k, z., Kanaalw.76/T7,Oeg8tgeest. J.C.Verhaar,timm.,Breest.46,Watergraafsm. r A. Pieren, kapt .Lz., Hoofdgracht 82, Batavia. J.G.G.Zootelief,gepdnSluisd«k8tr.l07, A'dam. aBakker,ambt.post.en tol., Mol.str.66,Texel. F.J.Reiling, z„ leGoversdw.str.7, Hilversum. R.C. Wed.P.Schoorl, zonder, Koogras 64, Schoorl. N.H. G.Koning, comm. H.IJ.S., Spoorstr.SO, Enkh. A.deVries, dlenstb., Ankerpark 27, Renknm. T.Boersma, arbeider,Vjjzelstr.71, Beverwijk. De offlcleele legerberlchten van 2, 3 en 4 Juli. Van het W e s t e 1 y k front. Het Fransohe communiqué van den 2en maakt melding van hevige artil leriegevechten op verschillende deelen van het front. Bij een aanval op de Fransche stellingen bij Bagatelle (Ar- gonne) kwam het tot een verwoed handgemeen. De Franschen konden echter al hunne stellingen behouden. Bij een aanval op den Hilgenfirst (Vogezen) slaagden de Duitschers er eerst in vasten voet te krijgen in een deel der Fransche loopgraven. Door een tegenaanval werden zij echter weder verdreven. In het bericht van den 3en wordt medegedeeld, dat in de Argonne de strijd onafgebroken wordt voortgezet. De vijand slaagde er niet in, voor- deelen te behalen, en leed bij zjjn aanvallen ernstige verliezen. Twee nieuwe aanvallen der Duit schers tegen de Fransche stellingen bij Metzeral werden eveneens afge slagen. Naar het schijnt zijn de Duitschers wederom aanvallers. Ook in het be richt van den den dezer wordt alleen van afgeslagen aanvallen der Duit schers melding gemaakt, o.a. bij An- gres en bij de Tranchée de Calonne. De aanval werd hier door een hevige beschieting voorafgegaan. Bij Fey werd eveneens een aanval afgewezen. Verder wordt medegedeeld, dat het artillerievuur van den vijand langs het Noordelijk deel van het front in kracht toeneemt. In het Duitsche legerbericht van den 2en wordt echter gemeld, dat de Franschen aanvallen deden ten N.W. van Souchez, welke aanvallen alle afgeslagen werden. Bij Eparges mis lukte de aanval van den vijand even eens. In dit bericht wordt erkend, dat de Franschen de door hen verloren verdedigingwerken op den Hilgenfirst hebben hernomen. Intusschen wordt ook van Duitsche zjjde medegedeeld, dat het offensief in de Argonne door hen wordt voort gezet. Gedurende de beide eerste dagen van Juli werden door hen 37 officieren un 2525 man gevangen genomen, 25 machinegeweren veroverd en 72 mijn- werpers en een revolverkanon buit gemaakt. Aanvallen der Franschen op de stellingen bij Les Eparges werden tot viermaal toe afgeslagen. Voordeel werd door de Duitschers behaald bij Regneville, waar een ge deelte van de Fransche stelling ter breedte van 600 M. veroverden, en bij Fey-en-Haye, waar zij een gedeelte van het bosch in bezit namen. Van het Oostelijk front. Het Russische bericht van den 2en meldt het afslaan van aanvallen der Duitschers ten N. van Przasnycz, in de streek van Sjawle en op het front Sienno Jozefow. Langs de rivieren Wljznica en Por, in de richting van Lublin (d.i. op een front evenwijdig aan, en op ongeveer 30 K.M. afstand van de Russlsch-Oostenryksche grens) is de vijand met de Russen in contract. In de buurt van Zamosc hadden achterhoedegevechten plaats. Het dorp Joekof dat door de Pruisen vermee- sterd was, werd hun kort daarna door een tegenaanval weer afgenomen. Volgens dit bericht blijven de ver bondenen tusschen de Wierpzc en de Bug eveneens voortgang maken. Op het front Sokal Halicz, deden z|j verschillende aanvallen, waarvan de meeste werden afgeslagen. Hierbij leden de verbondenen groote verlie zen- Bij tegenaanvallen namen de Russen meer dan 2000 man gevan gen en veroverden zij verscheidene machine-geweren. Deze tegenaanval len konden echter niet verhinderen dat de verbondenen er tegen den avond in slaagden vasten voet te krijgen aan den linkeroever van den Gnila-- Lipa. In het bericht van den 4en wordt medegedeeld dat aan het Oostelijk front verschillende aaD vallen van den vijand werden afgeslagen. Alleen bij Kalwarie slaagden de Duitschers er in zich van een gedeelte der voorste loopgraven meester te maken. Aan de Por en Zamosje worden de gevechten met groote hevigheid voortgezet. Op het overige front is geen ver andering. In het Duitsche legerbericht van den 3en wordt echter medegedeeld, dat de troepen op het Z.O. gevechts terrein ten N. van den Dojestr, over de linie Marjampol—Narajow—Miasto oprukken naar de Zlota-Lipa. Stroom afwaarts van Kamionka werd de Bug reeds op verschillende plaatsen bereikt, terwijl ook tusschen Bug en Weichsel, in N. richting aanmerke lijke vorderingen gemaakt werden. In den sector van de Wysnica is de toestand over het algemeen onver anderd. Een door de Russen ten Z.W. van Radom ondernomen tegenaanval werd afgeslagen. De mededeeling van den 4en geeft den toestand op het Oostelijk front als onveranderd aan. Op het Z.O. gevechtsterrein daarentegen blijven de Duitschers vorderingen maken. Het leger van gen. von Linsingen vervolgt de Russen in de richting van de Zlota Lipa. Hier werden 3000 sen gevangen genomen. Uit de stellingen ten N. van Premysl be ginnen de Russen te wijken. Aan de Bug is de toestand onveranderd. In het Oostenrijksche legerbericht van den 3en wordt gemeld, dat de hoogten ton O. van Halicz door de verbondenen werden bezet. Tusschen Weichsel en Bug hebben de krijgsverrichtingen gestadigen voortgang. Zamosc werd door een be storming genomen. Ten W.daarvan, in het laagland van de Por werden de Russen overal teruggedrongen. Om Krasnik wordt nog gevochtenten O. en ten W. daarvan werden ech ter reeds eenige dorpen genomen, zoodat de Russen van den Zuidelijke oever van de Wljsnica verdreven werden. Ten N. daarvan werden zij bovendien reeds uit eenige stellingen geworpen. Bij Krasnik werden den 2en 4800 Russen gevangen genomen en drie machinegeweren veroverd. Westelijk van den Weichsel wor den artillerie-gevechten geleverd. In het communiqué van den 4en wordt eveneens melding gemaakt van het Succes ten W. van de Zlota- Lipa. Verder wordt medegedeeld, dat in Russisch-Polen, waar de Russen versterkingen ontvingen, hevige ge vechten geleverd werden, waarin de Russen verschillende tegenaanvallen deden om het verloren terrein te her winnen. Al deze aanvallen werden afgeslagen. Ter weerszijden van Stoedzianki drongen de verbondenen in de hoofd stelling der Russen. Hierbij namen zij 1000 man gevangen en werden 3 kannonnen en 3 machinegeweren veroverd. Ten N. van Krasnik werden de hoogten na een hevig gevecht ge- Van het Z u i d e 1 y k gevechts terrein. Het Italiaanscbe legerbericht van den 2en deelt ons mede, dat langs het geheele front, en in het bijzonder langs de grens van Oarnia de artil lerie-gevechten in hevigheid toe nemen. Op de helling van den grooten Pal veroverde een afdeeling Alpen jagers een loopgraaf, en wist zich daar tegenover de tegenaanvallen der Oostenrijkers te handhaven. Langs de Isonzo duurt de strjjd voort. Het dorp Koitnika, waar groote voorraden oorlogsmateriaal en levens middelen werden gemeld, werd in brand geschoten. Een munitieberg plaats vloog in den lucht. Aanvallen der Oostenrijkers op het Karst-plateau werden afgeslagen. In het legerbericht van den Sden heet het dat de verdedigingswerken te Malborghetto en Bredil, ernstig werden beschadigd. Een nieuwe aan val der Oostenrijkers op het Karst- plateau werd afgeslagen. Hierbij ver loren zij 200 man aan gevangenen. Van Oostenrijksche zijde wordt ech ter medegedeeld, dat de Italianen op het front in de kuststreek opnieuw een nederlaag leden. Bij Sagrado en Polazzo werden aanvallen afgeslagen, en daarna een aanval tegen het pla teau van Doberdo. Evenzoo verliepen de aanvallen tegen het bruggehoofd van Görz. VolgenB dit bericht is de groote Pal (aan de Karinthische grens, na eenige dagen vechtens in Oosten- rijksch bezit gebleven. Nieuwe aanvallen der Italianen op het plateau van Doberdo, werden volgens de Oostenrljkschemededeeling van 4 Juli, eveneens verijdeld, en ook die tegen de stellingen bij Tol- mino. Overal leden de Italianen zware verliezen. Aan de Dardanellen hebben slechts onbeteekenende gevechten plaats welke voor geen van beide partijen voordeel opleveren. Generaal Gouraud, de opperbevel hebber van het expeditie-corps in het Oosten, is door granaatscherven, die by een door hem bezochte ambulance neervielen, getroffen. De generaal verkeert niet in gevaar. Hy wordt naar Frankrijk teruggebracht. Gene raal Bailloud heeft voorloopig het bevel overgenomen. Van Russische zijde wordt mede gedeeld, dat in den Kaukasus de Turken teruggeworpen werden op verschillende deelen van het front. Overigens is op dit gevechtsterrein ook al weinig voortgang. Op zee. Eindelijk heeft op zee ook weer eens een ontmoeting van vyandelijke strijdkrachten plaats gehad, alhoewel het er een van weinig beteekenis was. De Duitsche mededeeling hierom trent luidde als volgt: Op den terugkeer van de voorposten stelling trof op 2 Juli, tegen zes uur 's ochtends, een afdeeling van onze lichte Oostzeestrijdkrachten, die vol gens de opdracht in verspreide orde voeren, tusschen Gothland en Windau by dik weer Russische gepantserde kruisers aan. Op zich zelf staande gevechten ontwikkelden zich, waarin onze zwakkere strijdkrachten beproef den den vijand in het bereik van onze ondersteuningsdivisie te lokken. By deze gevechten slaagde het oorlogs schip „Albatross" er niet in, aan sluiting bjj de eigen strijdkrachten te krijgen. Na een hevig gevecht van twee uur tegen vier gepantserde kruisers, die met de beschieting ook in Zweed- sche territoriale wateren voortgingen, moest de „Albatross" tengevolge van talryke treffers in zinkenden toestand bij Oe8torgarn op Gothland op het strand gezet worden. Zij had 21 dooden en 27 gewonden, welke laatstee de Zweedsche overheid en inwoners liefderyk opnamen. [De „Albatross" was een mynschip van 2200 ton, dat in 1907 van stapel geloopen was. Het was gewapend met 8 snelvuurkanonnen van 8.8 c.M. en liep 20 mijl. De bemanning be stond uit 199 koppen.] In het Russische bericht wordt edegedeeld, dat er een ontmoeting plaats had tusschen een Russische kruiserflottille en 5 Duitsche kruisers. Hierby werd een der schepen ge dwongen by Gothland op de kust te loopen. De achtervolging duurde meer dan een uur. Uit Stcokholm wordt omtrent dit gevecht nog medegedeeld, dat de Albatros heldhaftig tegenover een groote overmacht heeft gevochten. ZwaaR beschadigd trachtte het schip, belemmerd in zijn vaart, al doorvechtend met zyn vervolgers, zich onder de kust van Gothland in veiligheid te stellen, maar de Russen zetten, zonder er zich aan te storen dat zy in Zweedsch vaarwater kwa men, de beschieting voort en brach ten het 3chip volgens verklaring van Duitsche matrozen juist in het onzij dige vaarwater de ernstigste schade toe. Granaten sloegen op het strand, zoodat de Zweedsche bedieningsman schappen van het Oestergarn-licht achter den berg dekking moesten zoeken. Honderd meter van het strand liep het schip omhoog en ligt daar thans met zware slagzij, de Duitsche vlag in top op de achtermast, terwijl de voormast is weggeschoten. Toen het schip omhoog liep, speelde do muziekkapel aan boord het Duitsche volkslied, de bemaning juichte, blij te zijn ontkomen aan Russische gevan genschap. Het schip bood eon grie- zeligen aanblik met z|jn dooden en gewonden. Een granaat is gesprongen in de operatiekamer van het schip, waardoor tien gewonden werden ge dood en de scheepsdokter doodelljk werd gewond. De commandant verzocht de over heid, schip en bemanning te inter neeren, waarna er terstond te Roma een interneeringskamp werd opge richt. Daarheen zijn 190 overlevenden van de bemanning vervoerd. Intusschen zal het beschieten van de „Albatros" binnen de Zweedsche territoriale wateren aan Rusland eenige moeilijkheden opleveren. De Zweedsche gezant te St. Petersburg heeft reeds opdracht gekregen tegen deze schending van het Zweedsche grondgebied en daardoor ook van de neutraliteit van Zweden, te protes teeren. In de Zwarte Zee werd vol gens een Turksch bericht een Rus sische torpedojager bij Atona (ten O. van Trebizonde) door de kustbatte- ryen beschoten, met het gevolg, dat ernstige schade aan boord werd aan gericht. Van Russische zyde wordt ook nog gemeld, dat door een onderzeeër op 2 Juli een Duitsch oorlogsschip van de „Deutschland"-klasse werd aan gevallen en door twee torpedoschoten tot zinken werd gebracht. Van Duit sche zyde wordt dit bericht, hoewel in vage termen, tegengesproken. Volgens een Oostenrijksch bericht werd io het noordelijk deel van de Adriatische Zee een Italiaansche tor pedoboot vernietigd. Uit Nes op Ameland wordt gemeld, dat men Zondagmorgen van 8 tot 6 uur, aanhoudend zwaar kanongebul der uit het N.O. hoorde. Ook werden verschillende luchtschepen waarge nomen, welke zoowel in O. als in W. richting gingen. De duikbootenoorlog. Een trawler uit Grimsby heeft te St. Ives twee man van het Woens dag getorpedeerde stoomschip „Scot- tish Monarch" geland; nl. de eerste stuurman, een Noor, die dood was, en een timmerman, een Rus. Deze vertelde, dat hy met 15 man in een Ingezonden Mededeeling. HERMAN NYPELS - HELDER. Hearenmoda-Artlkalan. Gemaakte kleeding. Kleeding naar maat. Steeds het nieuwste. boot, wegkwam. Zy hadden zwaar weer gehad. Veertien van zijn mak kers werden over boord geslagen en verdronken. De Noor stierf aan won den, die hij kreeg. De duikbooten hebben zich ook nu weer krachtig geweerd. Bij de Seilly- Eilanden werd hot Belgische stoom schip „Boduognat", en in het kanaal het Eng. s.s. „Richraond" getorpe deerd. De bemanningen van belde schepen werden gered. Te Plymouth werden verder de bemanningen van twee in den grond geboorde Eng. stoomschepen, de „Ren- frew" en de „Larcbmore", aan land gebracht. Beide schepen hadden ge tracht aan den onderzeeér te ont komen, doch zy werden te hevig beschoten. Van de bemanning van de 8Larcb more" werd een man gedood en een gewond. Door een Russische onderzeeër werden in de Zwarte Zee drie stoom schepen, een zeilschip en eenige klei nere vaartuigen in den grond geboord. Voor het in den grond boren van bet Zweedsche s.s. „Verdandi" zijn door de Duitsche regeering veront schuldigingen en geheele schadeloos stelling aangeboden. Het In den grond boren van de „Armenlan". In de Vereenigde Staten was eenige ontroering ontstaan naar aanleiding van het in den grond boren van bovengenoemd stoomschip, waarvan de bemanning gedeeltelijk uit Ameri kanen bestond. Echter is deze daad van de duikboot geheel en al correct. Door den kapitein van het stoomschip wordt dan ook medegedeeld, dat h|j door een paar kanonschoten voor den boeg langs, gesommeerd werd te stoppen. Hieraan werd door den kapi tein echter niet voldaan. Integendeel, vertrouwende op de snelheid van zijn schip, trachtte hij te ontkomen, waar op de duikboot het vuur opende en het schip in den grond boorde. Hier toe was de duikbootcommandant vol komen gerechtigd, aangezien een schip dat zich aan aanhouding en onderzoek tracht te onttrekken, vol gens het Volkenrecht met geweld weerhouden, of in den grond geboord kan worden. Een reeder schryft in de „Times" naar aanleiding van het torpedeeren van de „Armenian" dat de pers zoo min als het groote publiek de ernst van dit geval schijnt te begrijpen. Een duikboot die twintig knoopen loopt is een be4reiging van de Engel- sche koopvaardijvloot, waarover men niet licht moet denken. In reeders kringen is men verbaasd, dat de admiraliteit een schip als de „Ar menian" met zoo onschatbare lading in de gevaarlijke zöne laat komen zonder het te doen eskorteeren door torpedojagers. De verongelukte Duitscbe duikboot. Naar wordt medegedeeld ligt de voor den mond der Eems veronge lukte Duitsche duikboot tusschen Rot tum 6d Borkum, op een diepte van 35 M. Vormoedeiyk is het de U 80. Per soneel en booten zyn uit Wilhelms- hafen vertrokken, om te trachten hem te lichten, waarin zy, naar men ver moedt, wel zullen slagen. Nadat de duikboot gezonken was, werden in alleryi duikers er been gezonden, die constateerden dat er nog leven in de boot te bespeuren was. Er was op dat oogenblik echter geen middel tot redding, zoodat de geheele bemanning op 3 na is omge komen. Senaatsgebouw te Washington be schadigd. Washington, 3 Juli. Een ontplof fing te middernacht heeft aan het gebouw van den Senaat aanzienlyke schade veroorzaakt. De geruchten, dat de ontploffing door een bom zou zijn veroorzaakt, werden niet bevestigdhet schijnt dat een gasontploffing de oorzaak is. De receptiezaal is deerlijk getei sterd. Persoonlijke ongelukken kwamen niet voor. Nader wordt bericht dat de ont ploffing in den Senaatsvleugel van het Capitool is veroorzaakt door een bomaanslag met voorbedachten rade het geen blykt uit het feit dat de Washingtonsche Times, een avond blad, een brief heeft ontvangen, waar in de ontploffing werd aangekondigd. De brief was afgestempeld vóór de ontploffing geschiedde. Een aanslag op Plermont Morgan. Zaterdag is in het zomerverbiyf van Morgan een aanslag op zyn leven gepleegd. Morgan had juist ontbeten toen een man binnen kwam welke verscheidene kogels op hem afschoot. De auto waarmede de dader ge komen was bleef voor het huis staan wachten. De man werd echter aan gehouden. Toen de rechter van het correc- tioneele hof hem vroeg, hoe hy heette, antwoordde hy: „lk ben een christen!" Daarna vroeg de rechter wie hem tot de daad had aangezet. Hij antwoordde: Het kwam van boven". Twee tasschen, die de man by zich had, bevatten twee pypen met dyna miet, een groote flesch nitroglycerine, en doozen met revolverpatronen. De beklaagde had twee revolvers bij zich cd deelde tenslotte aan een journalist bijzonderheden uit zyn leven mede. Hij zeide, dat hij Frank Holt heette en leeraar in het Duitsch aan de universiteit van Cornell was. Hij is getrouwd en heeft twee kinderen, die te Dallas, in Texas, wonen. Veertien dagen geleden is hy te New-York aangekomen en nam zyn intrek in een van de hotels, die de millionair Ogden Mills voor de armen heeft laten inrichten. H(j zeide ten slotte, dat hy ongeveer een maand geleden het denkbeeld opgevat had, naar Morgan te gaan, om hem over te halen zyn invloed aan te wenden, om oen einde aan den uitvoer van munitie naar Europa te maken. Die uitvoer, zeide hy, stelt ons verantwooreeiyk voor de moordpartij die daar gaande is. In zyn bezit bevond zich een heele verzameling krantenuitknipsels over den oorlog. Holt heeft bekend, dat hij ook de dader van den aanslag in het Kapi- tool te Washington was. De dokters hebben Morgan onder zocht en medegedeeld dat hy twee wonden in de rechterdy heeft. Er is geenerlij ongunstig versshynsel. Mor gan rust goed. Van da Zweedsch-Russische grens. Een medewerker van Politieken heeft te Kopenhagen gesproken met den Deenschen scbry ver baron Palle Rosen- krantz. „Hy was net uit St. Peters burg terug. Hoe hij de reis had ge daan? „Over Karungi natuuriyk en naar beneden door Finland. Dat is een heele reis. Men kan van Kopenhagen net zoo goed naar het binnenland van Kongo reizen. Het duurt een onchriste- lyken tijd. Maar wat is het niet een merkwaardigen tocht! In (Zweedsch) Karungi, op de grens van Zweden en Rusland, is het een leven, waar niemand zich een voorstelling van kan maken die het niet heeft gezien. Er liggen voor millioenen goederen die de kooplui niet over de grens kunnen krygen, van wege het uit voerverbod. Ze werken er voor als beesten. Er zyn Poolsche en Russische kooplui van een bizonder geslepen type. Het zyn allemaal smokkelaars en contra-smokkelaas, spionoen en contra-spionnen en spionnen van con tra-spionnen. Het is een nieuw Klon- dyke, dat verzeker ik u." „Gaat u er over schrijven?.' „Ik zal er een boek van maken, genaamd Gullasch Hansen's Reis naar Ruslund. Het zal niet al te vervelend zyn. Zoo iets heb ik vau mijn leven nog niet meegemaakt." „Hoe was het in Petrograd?" „Heel kalm. De menschep zyn er rustig, in weerwil van dè groote nederlagen. Van do drie mannen die je er tegenkomt, is een soldaat. Er zijn massa's officieren ook, enkele Japansche". Porflrlo Oiaz i Porfirio Diaz, de oud president van Mexico, is voor eenige dagen over leden, waardoor een merkwaardige figuur van het wereldtooneel ver dwenen i8. Voor nog slechts enkele jaren was het de machtige despoot, de dictator van de Mexicaansche republiek, welke republiek slechts iu naam bestond, daar Diaz als onbeperkt heerscher regeerde. Toch heeft Mexico onder zyn be stuur een zegeDrijde periode doorge maakt. En na zijn verbanning uit het land, waar hy zooveel goeds tot stand heeft gebracht, bleek maar nl te duideiyk hoe zyn manier van re- geeren, de manier was, voor het in zooveel opzichten nog zoo achterlijke Mexicaansche volk. Ten slotte werd een revolutie ge leid door Madero de oorzaak van zijn verbanning. Reeds in de 80 zijnde was het niet moer de oude „vecht generaal". ZUn laatste levensjaren heeft by in ballingschap moeten sly ten. Zooals de N. Rott. Ct. opmerkt heeft de dood een eind gemaakt aan den uitterst tragischen levensavond van een oud man, die zijn werk had overleefd en die, na gedurende een menschenleeftyd een der meeat on beperkte heerschers van de wereld te zijn geweest ver van zyn landen in betrekkelijke vergetelheid is ge storven. BINNENLAND. Nieuw oorlogscredlet. Naar wij vernemen is het wets ontwerp betreffende de aanvrage van een nieuw buitengewoon oorlogs krediet van 90 millioen by de Tweede Kamer ingekomen. De „Ceres". Met het Nederlandsche stoomschip „Titan", dat Zaterdag met hout van Kopenhagen te IJmuiden binnen kwam, arriveerden de 2de stuurman Botheide, de 3de stuurman Dros, de 2de machinist Schmidt, de hofmeester Kuipe, een stoker, een donkeyman en 2 tremmers van het Nederlandsche stoomsbhip „Ceres", dat in de Oost zee in de nabijheid van Soederarm verloren ging. De berichtgever van het „Hbl." te IJmuiden vernam om trent het ongeval het volgende: Het schip was van Amsterdam in ballast bestemd naar Hudiksvall. Op de reis werden eenige Zeppelins en onderzeeërs gezien in de nabyheid van Ameland, doch deze lieten het schip ongemoeid passeeren. Des mor gens te 7 uur, op Vrydag 25 Juni, toen de kapitein, alsmede de 1ste en 3de stuurman op de commandobrug de wacht hadden, voelde men een hevigen schok. Voor het schip spoot een waterzuil op, waaruit een groote hoeveelheid kolen en hout op het dek vielen. Het bleek, dat de „Ceres" in het voorschip getroffen was. Men weet nog niet, of de ontploffing door een onderzeeör, dan wel door een mijn veroorzaakt was, doch vermoedt wel het laatste. In alleryi verliet de bemanning het schip en ging in twee booten, hetgeen in vijf minuten geschied was. Alle opvarenden, 25 in getal, vonden plaats in deze twee booten, de eene onder bevel van kapitein Scheük, de andere onder bevel van den eersten stuurman. De schok was zoo hevig, dat de 2de machinist, die op bed lag, uit zyn kooi werd geworpen; doch gelukkig bleef hy ongedeerd. Een stoker werd op dezelfde wyze uit zijn bed gegooid en daarby lichtgewond. Nauweiyks was men 200 M. weg- geroeid, of het schip zonk, in 12 minuten. Eerst zonk 't voorschip, zoodat 't schip langzamerhand rechtop kwam te staantoen de schoorsteen de wateriyn raakte, zonk het schip pijlsnel verder. Het schip was reeds lang gezou ken, toen de bemanning een torpedo boot ontwaarde, die vermoedeiyk van Russische nationaliteit was. Doch men kon daaromtrent niets zekers mede- deelen. Deze torpedoboot bemerkte de ronddrijvende booten niet en stoomde verder. Op eigen kracht aangewezen, roeide men 2 uur rond in de met levens middelen goed uitgeruste booten. Toen naderde een Zweedsche sein- loodsboot, die de schipbreukelingen opnam. Het ongeval, dat in het ge zicht van de Zweedsch kust gebeurde, was vermoedelijk van den wal af opgemerkt, want de loodsboot kwam recht op de booten aan. Nadat zy ongeveer een uur aan boord van deze loodsboot, waar het onthaal zeer harteiyk was, vertoefd hadden, werden de schipbreukelingen overgegeven aan een Zweedsche tor pedoboot, die hen weer op een wacht schip bracht. Later kwam een andere torpedoboot de bemanning afhalen om ze naar de naburige haven van Nordtellje te brengen. Van daar ging ze per boot naar Stockholm en den volgenden dag per trein naar Malmö en vervolgens naar Kopenhagen, om met de „Titan" thuis te varen. 17 Man moesten in Kopen- achterbiyven en zullen per stoomschip „Calipso"en „Mars" naar huis komen. Alle bezittingen van de opvaren den gingen verloren, doch de scheeps papieren konden gered worden. De thans binnengekomen personen roem den om str|jd de behandeling van den havenmeester in Nordtellje en den Nederlandschen consul in Stock holm, die zich beiden beyyerden om hen in alles bij te staan. In Stock holm werd voor den bovengenoem- den consul een verklaring omtrent het voorgevallene afgelegd. Aan het üinke optreden van kapi tein Schenk danken de schipbreuke lingen hun vlugge redding, die zonder paniek geschiedde, zoodat allen hun plaats in de booten konden innemen. Een geredde van de „K W. 147". Een der medewerkers van bet „Handelsblad" sprak Zondag een ge redde van de „Wilhelmina Hl K W 147", den Katwijkscben logger die, zooal9 reeds werd medegedeeld, in de Noordzee onder de Engelsche kust verging waarby een deel der beman ning omkwam. Het was de 15-jarige Arie Wassenaar uit Katwyk, die zooals by vertelde door een Engelsche torpedoboot werd opgepikt eo aan .wal gebracht, terwijl hy verder door bemiddeling van den Nederlandschen consul met het stoomschip „Zeeland" naar Rotterdam voer. De Rotterdam- sche politie bracht den minderjarige naar Leiden en de Leidscbe politie zorgde er voor dat hy behouden by zijn ouders kwam, waar zyn thuis komst groote vreugde bracht, nadat men hem reeds had verloren gewaand. De logger is, volgens den knaap, door een Engelsch oorlogsschip mid dendoor gevaren. Niemand der over levenden kan er veel van vertellen daartoe ging alles te plotseling in zyn werk. Wy hadden, zoo vertelde Arie, in de eerste dagen weinig gevangen, later werd het iets beter en op dat oogenblik hadden we twaalf last visch aan boord. Het was zeer mistig. Eensklaps hoorden we een geweldig geraas als van een naderend stoom schip. Toen we het vaartuig, dat een Engelsch oorlogsschip bleek te zijn, in het oog kregen, was aanvaring onvermijdeiyk. Het gevaarte voer onzen logger middendoor. Wat er verder is gebeurd weet ik niet. Alleen weet ik, dat ik een stuk wrakhout greep, er op klom en mijn laarzen, die vol water waren geloopen nog kon uittrekken. Er kwam een tor pedoboot voorbij, doch hoe ik ook riep, de bemanning bemerkte mij niet. Een tweede torpedoboot volgde en Ingezonden Mededeeling. Hot adres voor is bij C. KIESEWETTER, KANAALWEG 174. dit vaartuig kreeg my in het vizier en heeft my opgepikt. Hoe het in zyn werk is gegaaD kan ik niet zeg gen, want ik werd volgens de be manning bewusteloos. Spoedig kwam ik weer bij en ik werd zeer vrieu- deiyk en voorkomend behandeld. Een der officieren had hem een kelkje gegeven, waarop de torpedoboot stond afgebeeld, welke photographie h(j den medewerker van het „Handelsblad" liet zien. De bemanning had verzekerd dat de aanvaring by ongeluk was gebeurd. Geen enkel EDgelsch oorlogsvaartuig zou er een oogenblik aan denken een Hollandscb visschersvaartuig opzet- teiyk leed te doen. Arie zelf geloofde dit ook volkomen. Hy was aan wal gebiacht en loemde zeer de goede behandeling van En gelsche zyde genoten. Toch was hy biy spoedig weder behouden by zijn ouders thuis te zul len zyn. Een Engelsche watervlleymachine tot zinken gebracht. Door den stoomtreiler „Trio", schip per Pieter T. Hart, werd Zondagavond te IJmuiden aangebracht de Engelsche vlieg officier Bird, wonende te West wickham in Kent, die uit eene vlieg machine werd opgenomen. Detreiler was Zondagmorgen negen uur visscheudo met prachtig zomer weer op 53 gr. 45 min. N.B. en 4 gr. O.L. In den geheelen omtrek was geen ander schip te zien. Plotseling kwam een vliegmachine, welke een Engelsche tweedekker hydroplane van zeer groote afmetingen bleek te zyn, naar den treiler toe, vloog er eenige malen om heen en streek- toen achter het schip, op ongeveer 20 meter af stand, op bet water neer. De inzit tende officier vroeg of de schipper hem aan boord wilde nemen en bond na een bevestigend antwoord verkre gen te hebben, den sleeptros, die hem was toegeworpen, aan het vliegtuig vast Hy nam een kouwbeitel en een hamer en hakte toen op verschillende plaatsen gaten in de machine. Ver volgens wierp hij den niet grooten voorraad benzine over de vleugels en kwam daarna op don treiler over. Van het dek van het vaartuig schoot hy met eeu soort pistool drie vuur* kogels op het vliegtuig af, vermoe delijk om de benzine in brand te schieten en daardoor het zinken te veroorzaken. Alle drie schoten misten echter doel, zoodat hy den schipper verzocht het vliegtuig in den grond te boren. De schipper aarzelde, omdat hy bevreesd was hierdoor last te krygen met de Nederlandsche regee- ring, doch stemde later toe, nadat de aviateur hem had verzekerd, dat het geen kwaad kon. Om halftien waren de netten ingehaald en stoomde de treiler op het vliegtuig in, dat in minder dan geen tyd in de diepte verdween. De schipper deelde den officier mede, dat hij hem naar IJmuiden zou breDgen, omdat hy daar ging markten, waartegen geen bezwaar werd iDgebracht, daar de officier overtuigd was als gewoon schipbreukeling beschouwd en dus niet geïnterneerd te zullen worden. De officier, een jongeman van onge veer Vyf-en twintig jarigen leeftijd, voelde zich goed thuis op het schip, bekeek de visch inrichtingen, doch weigerde op alle door den schipper gevraagde inlichtingen omtrent her komst en bestemming te antwoorden. Hierdoor is dus niet vastgesteld wat de oorzaak van de daling was, al kan benzinegebrek wel als zoodanig wor den aangenomen. Te IJmuiden werd de officier by den politie-commandant gebracht om, evenals de schipper en de stuurman een officieele verklariDg van het ge beurde af te leggen. De officier kon zich later vry bewegen en maakte daarvan gebruik om in een hotel van de doorgestane vermoeienissen te gaan uitrusten. Engalsohe tweedekker geland. Zaterdagmiddag is te Sas van Gent te half èén, op een aardappelveld eon tweedekker, bemand door twee En gelsche officieren, geland wegens defect aan den motor. Het toestel was een Fransche twee dekker. De officieren hadden boven Belgisch grondgebied verkenningen gemaakt, toen hun toestel boven Gent door een kogel werd getroffen, waar door de moter defect raakte. Zy wer den naar de richting van Sas van Gent gedreven, waar zy genoodzaakt waren te landen. Daar zy echter in de meen in g ver keerden nog steeds boven Belgisch grondgebied te zyn, lieten zij op eenige honderden meters hoogte hun ben zinereservoir geheel leeg loopen en Btaken, zoodra zy geland waren, hun toestel in brand. De tweedekker werd geheel vernield. De officieren werden geïnterneerd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1915 | | pagina 1