HELDERSCHE COURANT 1 VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna Zondagsblad. No. 4488 DONDERDAG 8 JULI 1915 43e JAARGANG Abonnement per 3 mnd. 65 ct., franco per post 90 ct., Buitenland f 1.90 Zondagsblad 37§ 45 0.75 Modeblad 65 75 „1.00 Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50 Advertentlën van 1 tot 4 regels (bij vooruitbet.) 30 cent Elke regel meer 6 cL Ingezonden mededeelingen van 1 tot 4 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent Advertentiën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hooger berekend. Groote letters en cllché's naar plaatsruimte. - Bewljs-exemplaar 2} cent. Sommige abonnés schijnen nog steeds niet te weten, dat de prys van het Gelll. Zondagsblad verhoogd is en thans bedraagt per 3 mdn.: voor de stad f 0.45, per post (bin nenland) f 0.526, buitenland f 0.85. Wij hebben dit indertijd in ons blad vermeld en er bijgevoegd, dat wij deze prijsverandering aan den kop van ons blad voorloopig niet konden aanbrengen omdat die kop niet is gezet uit losstaande letters, maar een cliché, d.w.z. een vaste vorm, is. Vandaar, dat aan het hoofd van ons blad de oude thans niet meer gangbare prijzen, voor het Geïll. Zondagsblad, voorloopig gehandhaafd blijven. DE UITGEVERS. Op pagina 4 van dit blad is opgenomen: 1. Een gevaarlijk vischje. 2. Feuilleton enz. DE WEEK. 6 J u 1 i. Er is een tikje twijfel en „bange onzekerheid" in de tijding, dat de heeren van het Parlement zich in ernst voorstellen, de agenda, thans geredigeerd, in twee zittingweken, dus van 13 tot 23 Juli, - af te doen. Om vervolgens op recès te gaan. Dat de Senaat er in 1915 niet zouder Augustus-zittingen zal afko men ook zonder „communiqué" zal men 't hebben begrepen. In allo be scheidenheid schaar ik mij voors hands by hen, die gelooveu, dat ook het Lagerhuis nog wel een brokje Augustus zal uoodig hebben. Zeker, 't kan „vriezen en 't kan dooien", zooals de dokter in Brooshooft's „Zijn meisje komt uit" pleegt te zeggen. Maar toch: de allernieuwste agenda is niet „voor de poes". Daar is het ontwerp tot uitvoering van werken door Waterstaat, ter be strijding van de werkloosheid. Daar is een collectie voorstellen tot wijzi ging der Indische Begrooting voor 1915. „Diverse ontwerpen" heet 't zeer onschuldig. Maar wie „de stuk ken" hebben gelezen, beseffen, dat er menig genoegelljk Parlements- praatuuitje aan zal worden besteed. Daar is de Djambi-concessie, dewelke minister Pleyte nog meerdere „warme kwartiertjes a la Rabelais" dreigt te berokkenen na 't zich door Z.Exc. met den Franschen slag, of te wel met een Jantje-van-Leiden afmaken van de kwestie der exploitatie van Indié's minerale rijkdommen door den Staat: het denkbeeld, dat al-meer vrienden en voorstanders gaat tellen. Daar zijn, buiten en behalve dit alles, de militaire ontwerpende Landstorm-uitbreiding en de Vloot- aanbouw. 't Zoggen is, dat de Memories van Antwoord binnen enkele dagen zullen verschijnen. Over de vraag: kruiser of duikboot? zijn allicht be- langwekkend-technische bespiegelin gen te verwachten. Maarde Land storm wat zal hier de gang van zaken wezen Hier rijzen tal van „vraagteekens" op. Zal min. Bosboom begrijpen, dat in de huidige omstan digheden naar het „practisch-bereik- bare" moet worden gestreefd, en zijn voorstel beperken 't Lijkt waar schijnlijk, eij de man, die - dezer dagen voorspelde, dat 't op intrek king zal uitloopen, hij blijkt de „kaart des lands" al bitter weinig te kennen. De geniale leider der S.D.A.P. in Nederland is juist op dit oogenblik gedwongen, althans voor een paar maanden absolute rust te nemen, die mr. Troelstra vermoedelijk in de Geldersche streek zal zoeken. Het afge martelde zenuwstelsel waarschuwde ai meermalen door hoofdpijn, slape loosheid en duizelingen, dat 't hoog tijd werd in lust versche kracht te zoeken. Wie den heer Troelstra in de jongste tijden in en buiten de Kamer observeerde, hij zal getrof fen zijn geworden door het bleeke, lijdende, afgematte voorkomen van den voortreffelljken staatsman. Zeker, de heer Troelstra is van een flk- schen, taaien, ook physiek-forschen „ouden Frieschen stam". Maar hij heeft op die stoere vitaliteit te veel gerekend, gesteundzich te weinig gespaard. Een nerveus gevoelige natuur als de zijne zal geleden heb ben, zeer hevig, onder 't (het zij dan slechts tijdelijk) uiteenspatten van den band, die de Internationale Sociaal-democratie omsnoerde. Hij zag in een slag verloren gaan de vruch ten van vele tientallen jaren noesten arbeid. Ook degeen die ver staat buiten de wereldbeschouwing en de toekomst-idealen van mr. Troelstra en zqne partijgenooton, geestverwan ten, hij zal kunnen beseffen iets van de diepte, de hevigheid der smart, die het eerlijke gemoed van dezen partij leider had te verduren. En de taak om te trachten,de„ Internationale" weer op te bouwen, deed zulk een geestdrift in mr. Troelstra's ziel ont gloeien, dat de vraag, of zijn krach ten thans niet moesten ontzien wor den, bh hem niet gold. Hoe bitter 't voor zulk een man, zulk een strijder moet wezen, juist thans gedoemd te zijn tot rusten, Hjdolljk-toezien, zich buiten den kamp houdenieder zal 't toch wel gevoelen. En 's heeren Troelstra's afwezig heid bij den strijd, die straks in het Parlement (bij de behandeling van het Landstorm-ontwerp) zal ontvlam men, zij is wel in hooge mate te be treuren. Sinds het Arnhemsche Con gres is terecht betoogd - heeft de „anti-nationale" strooming in de S.D.A.P. met al meer kracht het hoofd opgestoken. Troelstra, de eenige staats man in die partij, zou allicht de kracht, de forsche hand, den tact hebben bezeten om de elkaar bekampende stroomingen te beheerschen, in goede richting te leiden. Nu de betman er niet is, heeft men zich voor te reiden op verwarring, versplintering, verbittering van het debat. Het voor uitzicht, dat generaal Bosboom's ont werp, hoe 't er dan ook ten slotte zal uitzien naar den Senaat zal worden opgestuurd zonder dat 't in de oude danszaal van den laatsten stadhouder geweldig geörkaand heeft: ik acht *t zeker nu uitgesloten. Het verlies van een gespierden, genialen leider is voor elke politieke party een slag, die vaak later blijkt „onherstelbaar" te wezen. Hoe ster ker, forscher de hand des leiders zich doet gelden, des te grooter is het gevaar, dat zich een groep van mal contenten, van mokkers en wrokkers, vormt, die over „autoritair-tyranniek optreden" klagen. Zelfs een zóó ge oefend en alleszins-competent leider als dr. Kuyper moest 't in de jongste tyden ervaren. De „blinde tucht", waardoor de anti-revolutionaire partij van een onbeduidend kuddeke tot eene zeer machtige en invloedrijke groep groeideze begint allengs te ver brokkelen. En nu roept de leider uit kiezen of deelenIk wensch een Raad van Advies, hervorming van het Program, alsmede een „votum van vertrouwen" in myn hetman- schap. Weigort ge dit laatste, zoo zal ik ïrtlj, „met mijn blad", op eenza men post, van „opbouwend criticus" begeven leider af zijn. En allen, die beseffen, welke kracht er van dr. Kuyper uitgaat, zoodra h(j zich gaat bepalen tol het „uitoefenen van kri tiek", hetzij dan aanvankelijk als opbouwend aangekondigd, of andere zjj zullen ook begrijpen, hoe dit „dreigement", dit „verzamelen bla zen", door den leider geordonneerd, zeer waarschijnlijk den meesten van hen in deze politieke partij, die de courage hadden om de verzenen tegen de prikkels te slaan, 't harte van schrik zal doen krimpenWaarna de macht van den leider grooter, sterker zal worden dan ooit-tevoren. Strijd tegen het ontwerp-Bosboom heeft de heer Kuyper niet: gelast. In dit geval is de anti-revolutionaire leider zoo gouvernementeel mogelijk. Overigens heeft men aich ten opzichte van wat het naderend „Land storm-debat" op het Binnenhof be treft, tot gissingen te bepalen zoo lang men niet weet, wat nader van de groene tafel te wachten is. De mededecling van liet Hoornsche Kamerlid De Jong, dat het wetsvoor stel aan Binnenlar.dsche Zaken gereed was vóórdat het adres-Van Aalst c.s., dat der „twoe-en-twintig aanzien lijken" werd ingediend, ontneemt do oppositie zeker alvast een argu ment, waar even bijtende als scherpe woordekens uit hadden kunnen voort spruiten En den 15en zal het oude Torentje, de plek, waar (behalve dr. Kuyper) alle ministers van Binnealandsche Zaken zetelden, weer worden „be volkt". Minister Cort v. d. Linden zal het gerestaureerde Torentje beklim men. Het centrum van 'f nieuwe gebouw voor Biunenlandsche Zaken, dat dan in gebruik wordt genomen. Een vijftal maanden zal er in zijn hoog ambt van chef vau het kabinet des ministers nog vertoeven de kra nige, pientere „selfmade-man", die op 1 Augustus 1865 als 2e klerkje het departement Thorbtscke zat toen, als heer en meester in het Torentje, - betrad. De htier Aug. Belinfante, deze wakkere ad ministra- teur, is door w|jlen Heemskerk Sr. eens in de Tweede Kamer genoemd „het uitvoerend bewind vam het uit voerend bewind". Hij is een der „selfmade-men" van de beste, van de pittige scort. Welke taak de heer Belinfante ook te ver vullen had, als hoolfd der tien- jaarlljksche volkstelling,, als mede- contróleur der gestie van de Lands drukkerij, in zoovele belangrijke func- tiön meer, hij was steeds toon beeld van toewijding, plichtsbetrach ting... Deze zeventigjarige is nog in de volle kracht van het rijke, mooi- welbestede leven. Hij begrijpt de be- teekenis van het „er is een tijd van gaan". Maar dat 't zich begeven in „otium cum dignitate" ook dezen sterken, achtenswaard igen werker leed zal berokkenen, 't is even zeker, als dat deze smart slechts haai bron vindt in roerselen van nobelen aard. Mb. Antonio. DE OORLOG. De officieels legerberichten van 5 en 8 Juli. Van het Westelijk front. In tegenstelling met de groote be wegingen op het Oostelijk front, blijft de strijd op het westelijke gevechts terrein nog steeds de positie-oorlog. Gevochten wordt genoeg, maar het resultaat van alle ondernemingen is tot nog toe nihil. Alle voorspellingen varr een offen sief der bondgenooten zf,in tot nog toe niet bewaarheid. Wél scheen het af en toe er om te gaan,- -men denke aan Neuve Chapelle en den strijd bij Souchez, doch waneer- eenig voor deel werd behaald, bleken te weinig troepen beschikbaar te zyn om het succes voort te zetten, of waren er aan de andere zijde reeds voldoende reserves aangevoerd om de aanstor menden golf te breken, zoodat per slot van zake geen wijziging van be- teekenis verkregen werd. Zijn de pogingen der bondgenooten om het front der Duitschers te door breken, tot nog toe mislukt, evenmin slaagden de Duitschers erin het front der Franschen in te drukken- In de Argonne werd door het leger van den Kroonprins getracht de vijandelijke linie te doorbreken, doch na lang durige gevechten werd deze poging verijdeld. Het Fransche communiqué van den 5en meldt dat het langs het geheele front betrekkelijk kalm was. Het meest belangrijke is een verhoogde bedrijvigheid der Duitsche artillerie- tusschen Maas en Moezel, voorname lijk tegen het Bois le Prêtre gericht. In het bericht van den 6en wordt medegedeeld dat er in den nacht van 5 op 6 Juli op het front in België hevig gevochten werd. Engelsche troepen, gesteund door Fransche artillerie maakten zich meester van enkele Duitsche loopgraven ten Z. W. van Pilkem. Souchez werd weder door de Duit schers aangevallen. Vooral om het station werd verwoed gevochten. De Franschen wisten het echter te be houden. De Duitschers deden ook nog aan vallen in Argonne en op de Maas hoogten, b|j de schans van Calonne. Deze aanvallen werden eveneens af- Ingezonden Wlededeeling. HERMAN NYPELS - HELDER. Hearenmode-Artikelan. Bomaakta klaeding. Kieadlng naar maat. Steeds het nieuwste. In de streek van het bois le Prêtre hernamen de Duitschers het offensief. Deze aanval, welke zich over een breed front ontwikkelde, werd onder gevoelige verliezen voor de Duitschers Van Duitsche zijde wordt dd. 5 Juli gemeld, dat twee aanvallen der Fran schen bij les Eparges afgeslagen wer den. In het bois le Prêtre werden do behaalde voordeelen uitgebreid en een veldstuk, drie machinegeweren en een geniepark met veel materieel ver overd. Duitsche vliegers deden een aanval op een vliegkamp ten O. van Epinal en een legerkamp aan den Breitflrst, In de Vogezen. Van het O o s t e i ij k front. Het Russische legorbericht vau den 5den geeft aan, dat na hardnekkige gevechten op den 4den Juli, de ver bondenen erin slaagden in de richting van Lublin voortgang te maken. Tusschen Wieprz en Boeg werden alle aanvallen der Duitschers eenter afgeslagen. Eenige honderden Duit schers vielen hier in handen dei- Russen. Verder stroomopwaarts aan den Boeg en aan den Zlota-Lipa is de toestand onveranderd. De mededeeling van den öen zegt dat op het noordelijk deel van het Oostelijk front de toestand onver anderdis: Tusschen Weichsel en Bug zijn in den avond van den 4en en gedurende den volgenden dag hard nekkige gevechten geleverd. H6t of fensief vau de verbondenen ten N. van Krasnik werd door een aanval op hun linkurvleugel gestuit. In den ochtend van den öen nameD de Rus sen hier meer dan 2000 man, w.o. 29 officieren, gevangen. Voor het front lagen ongeveer 2000 dooden. Gedurende den 59n werden de aan vallen tusschen de Wieprz en Bug, en tegen het dorp Krylow afgeslagen. Aan den bovenloop van den Bug, aan den Zlota Lipa en den Dnjestr weiden geen gevechten geleverd. In het Duitsche legerbericht van den 6en wordt echter een voordeel van de Duitschers vermeld, en wel de verovering van het versterkte bosch ten W. van den wegSuwalki- Kalwaria. 500 Russen werden hier gevangen genomen. De toestand op het Z.O. gevechts terrein wordt voor de Duitsche troe- >n als onveranderd aangegeven. Van Oostenryksche zijde wordt gemeld, dat na een welgelukte door braak, het leger van den Aartshertog verder voortrukt in de richting van Lublin. De hoogten ten N. van de Wysnica werden reeds bezet. Hier door trokken de Russen ook van de Wieprz over Tarnogora terug. De in de gevechten by Krasnik behaalden buit bedraagt thans 41 officieren, 11.500 manschappen en 17 machinegeweren. Ook in dit bericht wordt de toe stand op het overig deel van het front aJs onveranderd aangegeven. Van het Zuidelijk front. Het Italiaansche communiqué deelt mede dat de beschieting van de for ten Malborghetto en Predil metsuc- ces wordt, voortgezet. Ook het offen sief op het Karst- plateau maakt goe den voortgang. In den loop van den 5en werden hier 400 Oostenrijkera gevangen genomen. Door lucht schepen werden met succes bommen geworpen op vijandelijke kampen in de streek by Doberdo en op Prvacina, een kruispunt van spoorwegen. De luchtschepen keerden onbeschadigd terug. Volgens het Oostenrljksche bericht ontwikkelde de actie tegen Görz zich In de laatste dagen tot een slag. Vier Italiaansche legercorpsen zouden hier een aanval gedaan hebben, welke echter onder zware verliezen werd afgeslagen. Op het overig deel van het front gebeurde niets belangrijks. Van het R u s s i s ch-Tu r k sche gevechtsterrein meldt het Russische legerbericht, dat by het dorp Albazik twee eskadrons vijandelijke cavalerie teruggeslagen werden, welke op hun vlucht de infanterie meesleepten. Van Turksche zijde komt daaren tegen het bericht, dat Russische cavalerie, welke door den rechter vleugel van het Turksche leger was teruggeworpen, achtervolgd wordt. Aan de Dardanellen. Een Turksch bericht maakt mel ding van het afslaan van een aanval der verbondenen op den Turkschen rechtervlougel. Op het Zuidelijk front werden opslagplaatsen van munitie beschoten, met het gevolg, dat deze in de lucht vlogen of in brand ge raakten. Bij pogingen tot blusschen werden door ontploffingen een groot aantal soldaten gedood. Naar een bericht uit LoDden tnede- deolt, zou generaal Liman von San ders, de Duitsche generaal die de operaties aan de Dardanellen leidt, gewond zijn. Uit Mesopotam ie meldt men van Turk sche zijde,dat door vrijwillige troepen- afdeelingen vijandelijke strijdkrachten welke per spoor waren vervoerd, op den vlucht gejaagd werden. Een aan tal geweren en munitie werden buit gemaakt. De duikbootenoorlog. Het Engelsche stoomschip „Anglo Californian", te Queenstown binnon- geloopen, heeft aan een aanval van een Duitsche duikboot blootgestaan, die aan twaalf ledetijder bemanning, waaronder de kapitein, het leven heeft gekost. Engelsche bladen staan vol bizonderheden over het geval. Het stoomschip was op du thuisreis van Quebec. Zondagochtend naderde het de Zuidkust van IerlaDd, toen tegen 8 uur een Duitsche duikboot werd waargenomen. Ze haalde de „Anglo Californian" weldra in en begon te vuren op het toestel voor draadlooze telegrafie. De duikboot voer rondom het schip om goede trefkansen te krijgen. De kapitein van het Engel sche stoomschip bleef kalm op de brug staan, terwijl het bommen en granaten regende. Zoo dicht naderde de duikboot dat de Duitschers van hun geweren konden gebruik maken. Vier uur achtereen werd het schip beschoten en deerlijk gehavend. De kapitein stortte met zware wonden van de brug. Voor zijn dood kon hy nog bevel geven de booten te stryken. De bemanning trachtte hieraan ge volg te geven, maar de takels raak ten verward. Verscheidene mannon werden uit de davits op dek geschoten. Eindeiyk gelukte het, vier sloepen te water te brengen, waarin ver scheidene mannen plaats namen en rondroeiden tot ze door andere sche pen die ter hulp schoten, werden op gepikt. De rest van de bemanning bleef op de „Anglo Californian", die ten slotte de duikboot kwijt raakte. Twee Duitscheduiktbooten zyn, biy- kens een bericht van het Fransche ministerie van marine, Zondag in het Kanaal door een licht Fransch ader aangevallen. Een duikboot is door verscheidene granaten getroffen voor ze onderdook. Een Turksch bericht, meldende dat een Fransch transportschip voor Sed ul Bahrr dus by deu ingang der Dardanellen, in den grond is geboord, is van Fransche zyde officieel be vestigd. Het is de „Carthage". Ze werd, naar de Fransche minister van marine meldt, door een duikboot getorpedeerd bij kaap Helles. Van de bemanning zijn er 66 gered; 6 wor den er vermist. De „Carthage" was een schip van de Fransche Trans atlantische Maatschappy, meteode 5600 ton en in 1910 te NewCastle gebouwd. Londen, 6 Juli. Het Noorsche stoomschip „Prek" is by Harwich door een duikboot in den grond ge boord. De bemanning is gered. Van het Oostelijk front. Reeds meermaleu werd de meening uitgesproken, dat het doel der ver bonden legers in het O. zou zyu de Russen voor geruimen tijd betrekke- lyk ongevaarlijk te maken, om dan zooveel mogelijk troepon naar het westen te dirigeeren teneinde daar de beslissing te zoeken. Dat dit doel heeft voorgezeten is wel aan te nemen. Tot nogtoe is het echter den verbondenen niet gelukt, bet zoover te brengen. Wel werden de Russen grootendeels uit Galicie verdreven, en worden zy nog verder teruggedrongen, maar steeds heeft de Russische opper bevelhebber, door tydig terugtrekken een omsingeling van groote leger groepen weten te voorkomen. Wanneer men nu den loop van het Oosteiyk front nagaat, wordt het verklaarbaar, waarom na den val Przemysl de aanvallen der Centralen vooral in N. en N. O. richting werden geleid. Het doel, dat hier bereikt moest worden was de scheiding van de Russische Zuiderlegers van die in het midden en het Noorden. Met die scheiding alleen zou echter nog lang niet alles gewonnen zijn. Immers op die scheiding dient de vernietiging van een der twee ge deelten te volgen. Deze vernietiging echter zou operaties van zoo reus- achtigen omvang, en zulk een hoeveel heid menschen en oorlogsmateriaal eischen, dat moeiiyk is aan te nemen dat daarop door het hoofdkwartier van de Centralen wordt aangestuurd. Thans zijn de centralen bezig op het front tusschen Weichsel en Wiepiz met kracht naar het N. op te rukken. De N. Rott. Crt., deze toestand op het oostelijk front besprekende, tee kent hierbij aan: „Welk plan kan aan die inspanning ten grondslag liggen? Dat laat zich wel kort zeggen, al is het plan dui zelingwekkend om uit te voeren. De centralen staan ten Oosten van Weichsel op een linie die ongeveer evenwydig loopt met den spoorweg die Ivangorod—Lublin-Cholm en Kovel verbindt, steden van welke elk een hoofdspoorweg naar de ves ting Brest Litowsk loopt. De centralen beoogen nu aan den Boeg tot de moerassen ten Zuiden en ten Oosten van Brest-Litowsk door te dringen, waarmee de scheiding zou zlju be reikt. Door verder Westelyk over Lublin mede naar het Noorden op te rukken, zouden de Russische legers die Warschau houden, tevens zoozeer in do flank bedreigd worden, dat zij die vesting wellicht zouden moeten opgeven. Dit plan is wel grootscb, maar ook in vele opzichten bacheiyk. Men denke zich slechts de gevolgen van een doorbraak der Russen in Wes- telyke richting aan de Duitsche zijde van den Weichsel. In verband met het voortduren van de geweldige inspanniDg der centralen in het Oosten, mag voorze ker merkwaardig genoemd worden, dat zij zich toch ook in het Westen eenigermate hebben verstrekt, gelijk uit hun plaatseiyke aanvallen biykt". Uit het Italiaansche oorlogs- De oorlogscorrespondent van het Berliuer Tageblatt meldt Sedert de mislukking van hun eersten systematischen, voorzichtigen aanval in het Isonzo gebied bepalen de Italianen zich er toe de Oosten- rijksch-Hongaarsche stellingen met artillerie te bestoken. Een groot- scheepsch bombardement richtte zich onlangs tegen het zuidelyk gedeelte, dat met het plateau van Doberdo boogvormig vooruitspringt in het vlak ke mondingsgebied van de Isonzo. De beschieting begon den 23sten Juni met 200 stukken vau alle kaliber, tot 21 centimeter toe. Snel volgde de eene laag op de andere. Op één enkele plaats vielen dien dag naar schatting 10,000 granaten. Dit was intusschen slechts een voorspel tot het nog vreeselyker bombardement van 24 Juni, dat van 's morgens vroeg tot middernacht duurde en erger was dan al hot voorafgegane. In de vol gende dagen verflauwde het artillerie vuur, terwy 1 tegelijkertijd de infanterie en de vliegers meer van zich lieten merken. De vliegers bedachten bij deze gelegenheid ook Görz en omtrek met 16 bommen. In den noordeiyken sector hebben d6 Italianen de taaie pogingoD om zich van het Km massief meester te maken gestaakt en stellen zij zich tevreden met artillerie duels eu uit vallen van kleine afdeelingen. De Alpen-troepen hebben zich in de rotson vastgezet, terwyi wij in oude, reeds bij het begin van den oorlog voor bereide, stellingen tegenover hen lig gen en nog steeds alle strategisch belangryke hoogten van het massief in handen hebben. De stryd heeft geheel het karakter van den oorlog in het hooge gebergte. Het tusschen Isonzo en Ewochein gelegen Krn mas sief heeft zyn hoogste toppen van zuid naar noord in de Nrzliorek met 1360 meter, de Krn met 2245 meter, de Wrata met 2014 meter en de Lipnik met 1867 meter. Als steil kalkplateau verrijst het boven de tusschen rotswanden ingeklemde, smalle, maar diepe en snelle Isonzo, wier bedding hier 175 meter boven den zeespiegel ligt. Het verschil met de Krn bedraagt dus meer dan 2000 meter. Het plateau, dat een gemid delde hoogte heeft van 1500 meter, daalt naar het Noorden en naar het Oosten minder steil, is steenachtig, kaal, byna zonder geboomte, slechts weinig bewoond en daarom arm aan wegeD. Men vindt er ook slechts zeer weinige alrahutten. Toeristen geven daarom do voorkeur aan de Trilav, die ook eon beter uitzicht biedt. Als men bedenkt welk een uitrus ting een kleine troep toeristen noodig heeft om deze toppen eenige uren te bezoeken, dan zal men zich een voor stelling kunnen maken van de moei- lyfeheden, die het onderhoud en de verzorging van groote troepen-af- deelingen op de waterlooze hoogten boven de boomgrens opleveren. De manschappen vinden daar slechts kampement onder de vrije lucht, de dekkingen moeten in de rotsen uit gehakt worden en hout en planken daarvoor met moeite naar boven ge sleept. Lastdieren vervoeren het eten in hooikisten en het water in houten vaten langs steile randpaden. Boven dien legt men thans, om in het ge brek aan water te voorzien, in het geheele Karst-gebied regenputten en kleine waterleidingen aan. Een „stoomhamerslag" in voorbereiding. De „Daily Telegraph"correspon dent, A. Beaumont te Milaan, schreef Zondag aan zijn blad dat alle ver schijnselen er op duiden dat weldra een Dieuwe phase zal ontstaan in den stryd tusschen de Italianen en de Oostenrijkers. Er wordt volgens hem een groote aanval van de Oosten ryksche zyde voorbereid. Dat zal worden een dier „stoomhamerslageu", die men nu en dan van Oostenrijk en Duitschland gewoon is. Sedert een week was elk verkeer van Zwitser land naar Duitschland en Oostenryk hermetisch gesloten. Het meer van Constanz was streng bewaakt en ook afgesloten en dit zou duren tot weer de normale toestand zou intreden, omdat dan het groote troepenvervoer, dat een week lang over alle spoorlijnen plaats had, geëindigd zou zyn. Duitsch land en Oostenryk moesten volgens Beaumont massa's troepen hebben gezonden naar Tyroolsch Karinthiê en de Julier-Alpen, om de Italiaansche invallen, die zeer dreigend worden, tegen te gaan. De correspondent schat de sterkte dier troepen op minstens een mlllioen man. Een groote „coupe" is in voorbe reiding om de Italianen naar hun grondgebied terug te dringen. BINNENLAND. Nieuws aanbouw bij de Marine. De Nieuwe Rotterdammer Courant, schrijft in een hoofdartikel het vol gende In een wetsontwerp, op welks spoedige behandeling de regeering pry-8 stelt, ten einde reeds in Septem ber een begin van uitvoering te geven aan den aanbouw van nieuw materieel voor de marine, en Ingediend door de ministers van marine en van koloniën, worden gelden aangevraagd voor den bouw van 2 kruisers en 4 ondorzeebooten voor de verdediging van Indiö. Wy lezen in de toelichting, dat, in afwachting van de noodige her ziening van het ontwerp-Vlootwet, dat in 1914 reeds den Raad van State gepasseerd was, nu reeds zal worden aangevangen met de uitvoering van dat gedeelte van dat ontwerp, waar omtrent geen twyfel bestaat of het zal passen in elke Indische vloot, hoe haar sterkte en samenstelling in de toekomst ook zal worden vastge steld. De eenheden, die op grond hiervan worden aangevraagd, zyn zeer snelle kruisers en onderzeebooteri. Wij zullen niet ontkennen, dat toen de eerste geruchten bekend werden, dat aan het departement van MariDe plannen in voorbereiding waren voor het bouwen van kruisers, wy" ons afgevraagd hebben, waartoe die krui sers zouden moeten dienen, daar in den zee oorlog, dien we om ons heen zieu voeren, aan dou ongepantsorden kruiser slechts de rol was toebedeeld, de vijandelijke koopvaardUvloot te vernietigen, een doel, dat slechts aan de groote mogendheden kon voor oogen staan. Wel zal ongetwijfeld ook de Nederlandsche vloot by een oorlog in den Indischen Archipel, vyandelljke koopvaardyschepen trach ten te nemen en deze naar omstan digheden opbrengen of vernietigen, maar een speciaal type van een schip voor dit doel aan te bouwen, ligt niet op onzen weg. De min. van marine acht snelle kruisers noodig tot belemmering van de actie van vyandelijke onderzee booten, op grond van het feit, dat de actie dier booten blykbaar kan worden belet door kruisers en torpedo jagers, mits in voldoend aantal aan wezig. Nu i s het een feit, dat, niet tegenstaande de groote activiteit der Duitsche onderzeebooten, het trans port van troepen en materieel van Engeland naar Frankrijk niet is be lommerd geworden, terwyl hot toch klaar en duideiyk is, dat wel in de eerste plaats naar zulk eene belem mering moet zyn gestreefd. Geeft dit niet te denken aan hen, die aan de onderzeeboot de heerschappy over de zee willen zien toekennen? Er is dus een middel om de actie der duikbooten te beletten, en bekend is, dat de transportschepen enz. steeds omringd zyn door een zeer groot aantal kleine kruisers en jagers, zoodat aangenomen mag worden, dat de onderzeebooten het niet gewaagd hebben, met hun periscoop aan de oppervlakte te ko men, hetgeen toch noodig is om hunne positie ten opzichte van het doel te bepalen. Stelt de minister zich dus voor, dat ook in Indiö aan vijandelyke onderzeebooten op deze wyze het optreden moet worden belet, zoodat élk schip, op welks Joehoud men prys stelt, omringd zou moeten worden door kruisers of jagers? Daartoe zou den echter slechts een groot aantal schepen afdoende bescherming geven, en daar we slechts een klein aantal (8) torpedojagers bezitten en er maar 2 kruisers worden aangevraagd, zon der dat eenig vooruitzicht wordt ge opend op vergrooting van dit aantal in de toekomst, moeten we wel aan nemen, dat dit 's ministers bedoeling niet kan z(jn. Er blijft nog over, dat met het bezit van kruisers wordt beoogd, ee i scheepstype by de vloot te hebben, dat afdoende die schepen kan be strijden, welke jacht maken op odzo onderzeebooten. Voor d i t doel kun nen we wel iets voelen. Waar het thans wel reeds als een paal boven water staat, dat aan de onderzeeboot by de verdediging van do koloniën een zeer belangryke plaats zal wor den Ingeruimd, is er voor te zeggen, de mogelijkheid af te snijden, dat onderzeevloot tot werkeloosheid ge doemd of vernietigd zal worden door de aangewezen bestrijders, de torpedo jagers, van den vyand, die in groot aantal in onze Indische wateren zul len kruisen. Afdoende maatregelen hiertegen biedt zeker het type „snelle kruiser", die in grootte, vaart en bewapening superieur aan den grooten torpedojager is. Een scheepstype als het bedoelde bezitten we niet. De bestaande krui sers, 4 in getal, met een proeftocht snelheid van 20 myi, welke snelheid ze ruim 15 jaar geleden nog niet be haalden, zyn voor geen oorlogsdoel in de koloniën meer te gebruiken zoodat niets anders overblijft dan aan te bouwen. Het rapport der staatscommissie stelde zich tevreden met 6 torpedo- kruisers van 1200 ton, bewapend met 10.5 cM. geschut. De hedendaagsche zeeoorlog heeft doen zien, dat slechts van den granaat van 15 cM. voldoende uitwerking kan verwacht worden, en dat ook het jagende schip den ge vechtsafstand moet kunnen kiezen en afdoende moet kunnen beletten, op lanceerafstand te worden genaderd. Ook anti ballon geschut van kleiner kaliber is noodig, daar veilig voorspeld kan worden, dat ook de bestuurbare ballon in de tropen baar intrede zal doen. De minister verlangt, dat het schip een snelheid van 30 mijl zai kunnen ontwikkelen, een eisch die we eer te licht dan te zwaar rekenen hy wensebt een licht gordelpantser met pantaerdek, gepantserde kom mandotoren en munitieaanvoer hy acht het noodzakeiyk dat het schip ook by ongunstig weer over de noodige groote vaart zal kunnen beschikken, en berekent, dat het schip, om aan al deze eischen te voldoen, een water verplaatsing van ca. 6000 ton' zal moeten hebben. Dat de schepen ln Nederlaud zullen worden gebouwd, is een in 't oog springend voordeel, en wij hopen, dat by aanneming van het wetsont werp de Nederlandsche scheepsbouw zal toonen, de schepen in den aan- omen tyd van 2 jaar gereed te kunnen maken. Wel zal het noodig zyn, dat de minister zich uitspreekt over het aantal kruisers, dat noodig geacht .wordt. De staatscommissie had 6 kruisers op haar programma, en het is ondenkbaar, dat ln ons Indisch eilandenryk, zoowel voor verkennigsdienst als voor het boven aangegeven doel, met twee volstaan zou kunnen worden. Maar waarom dan die verdere plannen tot aanbouw niet reeds du medegedeeld? Omtrent de aan te bouwen onder zeebooten kunnen we kort zyn. Wij hadden een voorstel verwacht, tot aan bouw van lOOO-tonsbooten. In marine- kringen doen echter geruchten de ronde, dat by de Duitsche marine het nieuwste typo van 1000 ton minder goed voldoet dan dat van 800 ton, wegens de mindere manoeuvreer vaardigheid onder water. De inlich tingendienst van het departement van Marine zal waarschijnlijk wel de noodige gegevens verstrekt hebben, en dus moeten wij vertrouwen stel len in de keuze. Dat men wil beproeven of ook de kleinere onderzeebooten in Indië bruikbaar zyn, lfjkt ons een goed plan; ln het succes hebben wo, wat bewoonbaarheid betreft, echter weinig vertrouwen. Ook de nieuwe onderzeebooten zul len op de Nederlandsche werven ge bouwd worden, doch hoe staat het met de levering van torpedo's, mo toren,accumulatoren, periscopen,enz.? Eindelyk zagen we gelukkig du plaunen om ook de raariDe in Neder land in het bezit te stellen van vlieg tuigen. Eenigszins vreemd deed daarbij de mededeeling dat het in het voor nemen ligt „deze vliegtuigen te sta- tionneeren in de Maritieme Directiën, zoo daarvoor geschikte plaatsen te vinden zyn"! Gewooniyk koopt men geen meubelen voor zijn huis als men niet van te voren went, dat men ze plaatsen kan. Aan het departement van marine denkt men er blijkbaar anders over, en betwijfelt men zelfs of ze in het eigen huis kunnen plaats vinden. Moge het aan den minister, wien de tegenwoordige toestand ongetwy- feld een doorn in het oog is, geluk ken een begin te maken met de marine op te richten uit haar diep verval, dat nog dagelijks grooLer wordt. Zeer terecht wordt in de toe lichting gezegd, dat de toestand thans demoraliseerend werkt en het ver loop van personeel van alle rangen in de hand werkt. Wy zouden hier aan toe kunnen voegen, dat de marine zich zelf aan het liquideeren is. De weinige toeloop van jongelui, die zich aanmelden om tot officier te worden opgeleid, en de vele aan vragen om ontslag van jonge offi cieren zyn vingerwyzingen, die reeds veel te lang zyn veronachtzaamd. Een machtige factor, om het verloop te stuiten is aan het personeol schepen te geven, waarop ze met trots kun nen dienen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1915 | | pagina 1