HELDERSCHE COURANT
1
VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE
Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en
Anna Paulowna
Zondagsblad.
No. 4488
DONDERDAG 8 JULI 1915
43e JAARGANG
Abonnement per 3 mnd. 65 ct., franco per post 90 ct., Buitenland f 1.90
Zondagsblad 37§ 45 0.75
Modeblad 65 75 „1.00
Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER
Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50
Advertentlën van 1 tot 4 regels (bij vooruitbet.) 30 cent Elke regel meer 6 cL
Ingezonden mededeelingen van 1 tot 4 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent
Advertentiën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hooger berekend.
Groote letters en cllché's naar plaatsruimte. - Bewljs-exemplaar 2} cent.
Sommige abonnés schijnen nog
steeds niet te weten, dat de prys van
het Gelll. Zondagsblad verhoogd is en
thans bedraagt per 3 mdn.:
voor de stad f 0.45, per post (bin
nenland) f 0.526, buitenland f 0.85.
Wij hebben dit indertijd in ons blad
vermeld en er bijgevoegd, dat wij
deze prijsverandering aan den kop
van ons blad voorloopig niet konden
aanbrengen omdat die kop niet is
gezet uit losstaande letters, maar
een cliché, d.w.z. een vaste vorm, is.
Vandaar, dat aan het hoofd van ons
blad de oude thans niet meer gangbare
prijzen, voor het Geïll. Zondagsblad,
voorloopig gehandhaafd blijven.
DE UITGEVERS.
Op pagina 4 van dit blad is
opgenomen:
1. Een gevaarlijk vischje.
2. Feuilleton enz.
DE WEEK.
6 J u 1 i.
Er is een tikje twijfel en „bange
onzekerheid" in de tijding, dat de
heeren van het Parlement zich in
ernst voorstellen, de agenda, thans
geredigeerd, in twee zittingweken,
dus van 13 tot 23 Juli, - af te
doen. Om vervolgens op recès te
gaan. Dat de Senaat er in 1915 niet
zouder Augustus-zittingen zal afko
men ook zonder „communiqué" zal
men 't hebben begrepen. In allo be
scheidenheid schaar ik mij voors
hands by hen, die gelooveu, dat ook
het Lagerhuis nog wel een brokje
Augustus zal uoodig hebben. Zeker,
't kan „vriezen en 't kan dooien",
zooals de dokter in Brooshooft's „Zijn
meisje komt uit" pleegt te zeggen.
Maar toch: de allernieuwste agenda
is niet „voor de poes".
Daar is het ontwerp tot uitvoering
van werken door Waterstaat, ter be
strijding van de werkloosheid. Daar
is een collectie voorstellen tot wijzi
ging der Indische Begrooting voor
1915. „Diverse ontwerpen" heet 't
zeer onschuldig. Maar wie „de stuk
ken" hebben gelezen, beseffen, dat
er menig genoegelljk Parlements-
praatuuitje aan zal worden besteed.
Daar is de Djambi-concessie, dewelke
minister Pleyte nog meerdere „warme
kwartiertjes a la Rabelais" dreigt te
berokkenen na 't zich door Z.Exc.
met den Franschen slag, of te wel
met een Jantje-van-Leiden afmaken
van de kwestie der exploitatie van
Indié's minerale rijkdommen door den
Staat: het denkbeeld, dat al-meer
vrienden en voorstanders gaat tellen.
Daar zijn, buiten en behalve dit
alles, de militaire ontwerpende
Landstorm-uitbreiding en de Vloot-
aanbouw. 't Zoggen is, dat de Memories
van Antwoord binnen enkele dagen
zullen verschijnen. Over de vraag:
kruiser of duikboot? zijn allicht be-
langwekkend-technische bespiegelin
gen te verwachten. Maarde Land
storm wat zal hier de gang van
zaken wezen Hier rijzen tal van
„vraagteekens" op. Zal min. Bosboom
begrijpen, dat in de huidige omstan
digheden naar het „practisch-bereik-
bare" moet worden gestreefd, en zijn
voorstel beperken 't Lijkt waar
schijnlijk, eij de man, die - dezer
dagen voorspelde, dat 't op intrek
king zal uitloopen, hij blijkt de „kaart
des lands" al bitter weinig te kennen.
De geniale leider der S.D.A.P. in
Nederland is juist op dit oogenblik
gedwongen, althans voor een paar
maanden absolute rust te nemen,
die mr. Troelstra vermoedelijk in de
Geldersche streek zal zoeken. Het afge
martelde zenuwstelsel waarschuwde
ai meermalen door hoofdpijn, slape
loosheid en duizelingen, dat 't hoog
tijd werd in lust versche kracht te
zoeken. Wie den heer Troelstra in
de jongste tijden in en buiten de
Kamer observeerde, hij zal getrof
fen zijn geworden door het bleeke,
lijdende, afgematte voorkomen van
den voortreffelljken staatsman. Zeker,
de heer Troelstra is van een flk-
schen, taaien, ook physiek-forschen
„ouden Frieschen stam". Maar hij
heeft op die stoere vitaliteit te veel
gerekend, gesteundzich te weinig
gespaard. Een nerveus gevoelige
natuur als de zijne zal geleden heb
ben, zeer hevig, onder 't (het zij dan
slechts tijdelijk) uiteenspatten van
den band, die de Internationale
Sociaal-democratie omsnoerde. Hij zag
in een slag verloren gaan de vruch
ten van vele tientallen jaren noesten
arbeid. Ook degeen die ver staat
buiten de wereldbeschouwing en de
toekomst-idealen van mr. Troelstra
en zqne partijgenooton, geestverwan
ten, hij zal kunnen beseffen iets
van de diepte, de hevigheid der smart,
die het eerlijke gemoed van dezen
partij leider had te verduren. En de
taak om te trachten,de„ Internationale"
weer op te bouwen, deed zulk een
geestdrift in mr. Troelstra's ziel ont
gloeien, dat de vraag, of zijn krach
ten thans niet moesten ontzien wor
den, bh hem niet gold. Hoe bitter 't
voor zulk een man, zulk een strijder
moet wezen, juist thans gedoemd te
zijn tot rusten, Hjdolljk-toezien, zich
buiten den kamp houdenieder zal
't toch wel gevoelen.
En 's heeren Troelstra's afwezig
heid bij den strijd, die straks in het
Parlement (bij de behandeling van
het Landstorm-ontwerp) zal ontvlam
men, zij is wel in hooge mate te be
treuren. Sinds het Arnhemsche Con
gres is terecht betoogd - heeft de
„anti-nationale" strooming in de
S.D.A.P. met al meer kracht het hoofd
opgestoken. Troelstra, de eenige staats
man in die partij, zou allicht de kracht,
de forsche hand, den tact hebben
bezeten om de elkaar bekampende
stroomingen te beheerschen, in goede
richting te leiden. Nu de betman er
niet is, heeft men zich voor te
reiden op verwarring, versplintering,
verbittering van het debat. Het voor
uitzicht, dat generaal Bosboom's ont
werp, hoe 't er dan ook ten slotte
zal uitzien naar den Senaat zal
worden opgestuurd zonder dat 't in
de oude danszaal van den laatsten
stadhouder geweldig geörkaand heeft:
ik acht *t zeker nu uitgesloten.
Het verlies van een gespierden,
genialen leider is voor elke politieke
party een slag, die vaak later blijkt
„onherstelbaar" te wezen. Hoe ster
ker, forscher de hand des leiders zich
doet gelden, des te grooter is het
gevaar, dat zich een groep van mal
contenten, van mokkers en wrokkers,
vormt, die over „autoritair-tyranniek
optreden" klagen. Zelfs een zóó ge
oefend en alleszins-competent leider
als dr. Kuyper moest 't in de jongste
tyden ervaren. De „blinde tucht",
waardoor de anti-revolutionaire partij
van een onbeduidend kuddeke tot eene
zeer machtige en invloedrijke groep
groeideze begint allengs te ver
brokkelen. En nu roept de leider uit
kiezen of deelenIk wensch een
Raad van Advies, hervorming van
het Program, alsmede een „votum
van vertrouwen" in myn hetman-
schap. Weigort ge dit laatste, zoo zal
ik ïrtlj, „met mijn blad", op eenza
men post, van „opbouwend criticus"
begeven leider af zijn. En allen, die
beseffen, welke kracht er van dr.
Kuyper uitgaat, zoodra h(j zich gaat
bepalen tol het „uitoefenen van kri
tiek", hetzij dan aanvankelijk als
opbouwend aangekondigd, of andere
zjj zullen ook begrijpen, hoe dit
„dreigement", dit „verzamelen bla
zen", door den leider geordonneerd,
zeer waarschijnlijk den meesten van
hen in deze politieke partij, die de
courage hadden om de verzenen tegen
de prikkels te slaan, 't harte van
schrik zal doen krimpenWaarna
de macht van den leider grooter,
sterker zal worden dan ooit-tevoren.
Strijd tegen het ontwerp-Bosboom
heeft de heer Kuyper niet: gelast. In
dit geval is de anti-revolutionaire
leider zoo gouvernementeel mogelijk.
Overigens heeft men aich ten
opzichte van wat het naderend „Land
storm-debat" op het Binnenhof be
treft, tot gissingen te bepalen zoo
lang men niet weet, wat nader van
de groene tafel te wachten is. De
mededecling van liet Hoornsche
Kamerlid De Jong, dat het wetsvoor
stel aan Binnenlar.dsche Zaken gereed
was vóórdat het adres-Van Aalst c.s.,
dat der „twoe-en-twintig aanzien
lijken" werd ingediend, ontneemt
do oppositie zeker alvast een argu
ment, waar even bijtende als scherpe
woordekens uit hadden kunnen voort
spruiten
En den 15en zal het oude Torentje,
de plek, waar (behalve dr. Kuyper)
alle ministers van Binnealandsche
Zaken zetelden, weer worden „be
volkt". Minister Cort v. d. Linden zal
het gerestaureerde Torentje beklim
men. Het centrum van 'f nieuwe
gebouw voor Biunenlandsche Zaken,
dat dan in gebruik wordt genomen.
Een vijftal maanden zal er in zijn
hoog ambt van chef vau het kabinet
des ministers nog vertoeven de kra
nige, pientere „selfmade-man", die
op 1 Augustus 1865 als 2e klerkje
het departement Thorbtscke zat
toen, als heer en meester in het
Torentje, - betrad. De htier Aug.
Belinfante, deze wakkere ad ministra-
teur, is door w|jlen Heemskerk Sr.
eens in de Tweede Kamer genoemd
„het uitvoerend bewind vam het uit
voerend bewind".
Hij is een der „selfmade-men" van
de beste, van de pittige scort. Welke
taak de heer Belinfante ook te ver
vullen had, als hoolfd der tien-
jaarlljksche volkstelling,, als mede-
contróleur der gestie van de Lands
drukkerij, in zoovele belangrijke func-
tiön meer, hij was steeds toon
beeld van toewijding, plichtsbetrach
ting... Deze zeventigjarige is nog in de
volle kracht van het rijke, mooi-
welbestede leven. Hij begrijpt de be-
teekenis van het „er is een tijd van
gaan". Maar dat 't zich begeven in
„otium cum dignitate" ook dezen
sterken, achtenswaard igen werker
leed zal berokkenen, 't is even
zeker, als dat deze smart slechts
haai bron vindt in roerselen van
nobelen aard.
Mb. Antonio.
DE OORLOG.
De officieels legerberichten van
5 en 8 Juli.
Van het Westelijk front.
In tegenstelling met de groote be
wegingen op het Oostelijk front, blijft
de strijd op het westelijke gevechts
terrein nog steeds de positie-oorlog.
Gevochten wordt genoeg, maar het
resultaat van alle ondernemingen is
tot nog toe nihil.
Alle voorspellingen varr een offen
sief der bondgenooten zf,in tot nog
toe niet bewaarheid. Wél scheen het
af en toe er om te gaan,- -men denke
aan Neuve Chapelle en den strijd
bij Souchez, doch waneer- eenig voor
deel werd behaald, bleken te weinig
troepen beschikbaar te zyn om het
succes voort te zetten, of waren er
aan de andere zijde reeds voldoende
reserves aangevoerd om de aanstor
menden golf te breken, zoodat per
slot van zake geen wijziging van be-
teekenis verkregen werd.
Zijn de pogingen der bondgenooten
om het front der Duitschers te door
breken, tot nog toe mislukt, evenmin
slaagden de Duitschers erin het front
der Franschen in te drukken- In de
Argonne werd door het leger van den
Kroonprins getracht de vijandelijke
linie te doorbreken, doch na lang
durige gevechten werd deze poging
verijdeld.
Het Fransche communiqué van den
5en meldt dat het langs het geheele
front betrekkelijk kalm was. Het
meest belangrijke is een verhoogde
bedrijvigheid der Duitsche artillerie-
tusschen Maas en Moezel, voorname
lijk tegen het Bois le Prêtre gericht.
In het bericht van den 6en wordt
medegedeeld dat er in den nacht van
5 op 6 Juli op het front in België
hevig gevochten werd. Engelsche
troepen, gesteund door Fransche
artillerie maakten zich meester van
enkele Duitsche loopgraven ten Z. W.
van Pilkem.
Souchez werd weder door de Duit
schers aangevallen. Vooral om het
station werd verwoed gevochten. De
Franschen wisten het echter te be
houden.
De Duitschers deden ook nog aan
vallen in Argonne en op de Maas
hoogten, b|j de schans van Calonne.
Deze aanvallen werden eveneens af-
Ingezonden Wlededeeling.
HERMAN NYPELS - HELDER.
Hearenmode-Artikelan.
Bomaakta klaeding.
Kieadlng naar maat.
Steeds het nieuwste.
In de streek van het bois le Prêtre
hernamen de Duitschers het offensief.
Deze aanval, welke zich over een
breed front ontwikkelde, werd onder
gevoelige verliezen voor de Duitschers
Van Duitsche zijde wordt dd. 5 Juli
gemeld, dat twee aanvallen der Fran
schen bij les Eparges afgeslagen wer
den. In het bois le Prêtre werden do
behaalde voordeelen uitgebreid en een
veldstuk, drie machinegeweren en een
geniepark met veel materieel ver
overd.
Duitsche vliegers deden een aanval
op een vliegkamp ten O. van Epinal
en een legerkamp aan den Breitflrst,
In de Vogezen.
Van het O o s t e i ij k front.
Het Russische legorbericht vau den
5den geeft aan, dat na hardnekkige
gevechten op den 4den Juli, de ver
bondenen erin slaagden in de richting
van Lublin voortgang te maken.
Tusschen Wieprz en Boeg werden
alle aanvallen der Duitschers eenter
afgeslagen. Eenige honderden Duit
schers vielen hier in handen dei-
Russen. Verder stroomopwaarts aan
den Boeg en aan den Zlota-Lipa is
de toestand onveranderd.
De mededeeling van den öen zegt
dat op het noordelijk deel van het
Oostelijk front de toestand onver
anderdis: Tusschen Weichsel en Bug
zijn in den avond van den 4en en
gedurende den volgenden dag hard
nekkige gevechten geleverd. H6t of
fensief vau de verbondenen ten N.
van Krasnik werd door een aanval
op hun linkurvleugel gestuit. In den
ochtend van den öen nameD de Rus
sen hier meer dan 2000 man, w.o.
29 officieren, gevangen. Voor het
front lagen ongeveer 2000 dooden.
Gedurende den 59n werden de aan
vallen tusschen de Wieprz en Bug,
en tegen het dorp Krylow afgeslagen.
Aan den bovenloop van den Bug,
aan den Zlota Lipa en den Dnjestr
weiden geen gevechten geleverd.
In het Duitsche legerbericht van
den 6en wordt echter een voordeel
van de Duitschers vermeld, en wel
de verovering van het versterkte
bosch ten W. van den wegSuwalki-
Kalwaria. 500 Russen werden hier
gevangen genomen.
De toestand op het Z.O. gevechts
terrein wordt voor de Duitsche troe-
>n als onveranderd aangegeven.
Van Oostenryksche zijde wordt
gemeld, dat na een welgelukte door
braak, het leger van den Aartshertog
verder voortrukt in de richting van
Lublin. De hoogten ten N. van de
Wysnica werden reeds bezet. Hier
door trokken de Russen ook van de
Wieprz over Tarnogora terug.
De in de gevechten by Krasnik
behaalden buit bedraagt thans 41
officieren, 11.500 manschappen en
17 machinegeweren.
Ook in dit bericht wordt de toe
stand op het overig deel van het
front aJs onveranderd aangegeven.
Van het Zuidelijk front.
Het Italiaansche communiqué deelt
mede dat de beschieting van de for
ten Malborghetto en Predil metsuc-
ces wordt, voortgezet. Ook het offen
sief op het Karst- plateau maakt goe
den voortgang. In den loop van den
5en werden hier 400 Oostenrijkera
gevangen genomen. Door lucht
schepen werden met succes bommen
geworpen op vijandelijke kampen in
de streek by Doberdo en op Prvacina,
een kruispunt van spoorwegen. De
luchtschepen keerden onbeschadigd
terug.
Volgens het Oostenrljksche bericht
ontwikkelde de actie tegen Görz zich
In de laatste dagen tot een slag. Vier
Italiaansche legercorpsen zouden hier
een aanval gedaan hebben, welke
echter onder zware verliezen werd
afgeslagen. Op het overig deel van
het front gebeurde niets belangrijks.
Van het R u s s i s ch-Tu r k sche
gevechtsterrein meldt het Russische
legerbericht, dat by het dorp Albazik
twee eskadrons vijandelijke cavalerie
teruggeslagen werden, welke op hun
vlucht de infanterie meesleepten.
Van Turksche zijde komt daaren
tegen het bericht, dat Russische
cavalerie, welke door den rechter
vleugel van het Turksche leger was
teruggeworpen, achtervolgd wordt.
Aan de Dardanellen.
Een Turksch bericht maakt mel
ding van het afslaan van een aanval
der verbondenen op den Turkschen
rechtervlougel. Op het Zuidelijk front
werden opslagplaatsen van munitie
beschoten, met het gevolg, dat deze
in de lucht vlogen of in brand ge
raakten. Bij pogingen tot blusschen
werden door ontploffingen een groot
aantal soldaten gedood.
Naar een bericht uit LoDden tnede-
deolt, zou generaal Liman von San
ders, de Duitsche generaal die de
operaties aan de Dardanellen leidt,
gewond zijn.
Uit Mesopotam ie meldt men van Turk
sche zijde,dat door vrijwillige troepen-
afdeelingen vijandelijke strijdkrachten
welke per spoor waren vervoerd, op
den vlucht gejaagd werden. Een aan
tal geweren en munitie werden buit
gemaakt.
De duikbootenoorlog.
Het Engelsche stoomschip „Anglo
Californian", te Queenstown binnon-
geloopen, heeft aan een aanval van
een Duitsche duikboot blootgestaan,
die aan twaalf ledetijder bemanning,
waaronder de kapitein, het leven
heeft gekost. Engelsche bladen staan
vol bizonderheden over het geval. Het
stoomschip was op du thuisreis van
Quebec. Zondagochtend naderde het
de Zuidkust van IerlaDd, toen tegen
8 uur een Duitsche duikboot werd
waargenomen. Ze haalde de „Anglo
Californian" weldra in en begon te
vuren op het toestel voor draadlooze
telegrafie. De duikboot voer rondom
het schip om goede trefkansen te
krijgen. De kapitein van het Engel
sche stoomschip bleef kalm op de
brug staan, terwijl het bommen en
granaten regende. Zoo dicht naderde
de duikboot dat de Duitschers van
hun geweren konden gebruik maken.
Vier uur achtereen werd het schip
beschoten en deerlijk gehavend. De
kapitein stortte met zware wonden
van de brug. Voor zijn dood kon hy
nog bevel geven de booten te stryken.
De bemanning trachtte hieraan ge
volg te geven, maar de takels raak
ten verward. Verscheidene mannon
werden uit de davits op dek geschoten.
Eindeiyk gelukte het, vier sloepen
te water te brengen, waarin ver
scheidene mannen plaats namen en
rondroeiden tot ze door andere sche
pen die ter hulp schoten, werden op
gepikt. De rest van de bemanning
bleef op de „Anglo Californian", die
ten slotte de duikboot kwijt raakte.
Twee Duitscheduiktbooten zyn, biy-
kens een bericht van het Fransche
ministerie van marine, Zondag in
het Kanaal door een licht Fransch
ader aangevallen. Een duikboot is
door verscheidene granaten getroffen
voor ze onderdook.
Een Turksch bericht, meldende
dat een Fransch transportschip voor
Sed ul Bahrr dus by deu ingang der
Dardanellen, in den grond is geboord,
is van Fransche zyde officieel be
vestigd. Het is de „Carthage". Ze
werd, naar de Fransche minister van
marine meldt, door een duikboot
getorpedeerd bij kaap Helles. Van de
bemanning zijn er 66 gered; 6 wor
den er vermist. De „Carthage" was
een schip van de Fransche Trans
atlantische Maatschappy, meteode
5600 ton en in 1910 te NewCastle
gebouwd.
Londen, 6 Juli. Het Noorsche
stoomschip „Prek" is by Harwich
door een duikboot in den grond ge
boord. De bemanning is gered.
Van het Oostelijk front.
Reeds meermaleu werd de meening
uitgesproken, dat het doel der ver
bonden legers in het O. zou zyu de
Russen voor geruimen tijd betrekke-
lyk ongevaarlijk te maken, om dan
zooveel mogelijk troepon naar het
westen te dirigeeren teneinde daar de
beslissing te zoeken. Dat dit doel
heeft voorgezeten is wel aan te
nemen. Tot nogtoe is het echter den
verbondenen niet gelukt, bet zoover
te brengen. Wel werden de Russen
grootendeels uit Galicie verdreven, en
worden zy nog verder teruggedrongen,
maar steeds heeft de Russische opper
bevelhebber, door tydig terugtrekken
een omsingeling van groote leger
groepen weten te voorkomen.
Wanneer men nu den loop van
het Oosteiyk front nagaat, wordt het
verklaarbaar, waarom na den val
Przemysl de aanvallen der Centralen
vooral in N. en N. O. richting werden
geleid. Het doel, dat hier bereikt
moest worden was de scheiding van
de Russische Zuiderlegers van die in
het midden en het Noorden.
Met die scheiding alleen zou echter
nog lang niet alles gewonnen zijn.
Immers op die scheiding dient de
vernietiging van een der twee ge
deelten te volgen. Deze vernietiging
echter zou operaties van zoo reus-
achtigen omvang, en zulk een hoeveel
heid menschen en oorlogsmateriaal
eischen, dat moeiiyk is aan te nemen
dat daarop door het hoofdkwartier
van de Centralen wordt aangestuurd.
Thans zijn de centralen bezig op
het front tusschen Weichsel en
Wiepiz met kracht naar het N. op
te rukken.
De N. Rott. Crt., deze toestand op
het oostelijk front besprekende, tee
kent hierbij aan:
„Welk plan kan aan die inspanning
ten grondslag liggen? Dat laat zich
wel kort zeggen, al is het plan dui
zelingwekkend om uit te voeren.
De centralen staan ten Oosten van
Weichsel op een linie die ongeveer
evenwydig loopt met den spoorweg
die Ivangorod—Lublin-Cholm en
Kovel verbindt, steden van welke
elk een hoofdspoorweg naar de ves
ting Brest Litowsk loopt. De centralen
beoogen nu aan den Boeg tot de
moerassen ten Zuiden en ten Oosten
van Brest-Litowsk door te dringen,
waarmee de scheiding zou zlju be
reikt. Door verder Westelyk over
Lublin mede naar het Noorden op te
rukken, zouden de Russische legers
die Warschau houden, tevens zoozeer
in do flank bedreigd worden, dat zij
die vesting wellicht zouden moeten
opgeven.
Dit plan is wel grootscb, maar ook
in vele opzichten bacheiyk. Men
denke zich slechts de gevolgen van
een doorbraak der Russen in Wes-
telyke richting aan de Duitsche zijde
van den Weichsel.
In verband met het voortduren
van de geweldige inspanniDg der
centralen in het Oosten, mag voorze
ker merkwaardig genoemd worden,
dat zij zich toch ook in het Westen
eenigermate hebben verstrekt, gelijk
uit hun plaatseiyke aanvallen biykt".
Uit het Italiaansche oorlogs-
De oorlogscorrespondent van het
Berliuer Tageblatt meldt
Sedert de mislukking van hun
eersten systematischen, voorzichtigen
aanval in het Isonzo gebied bepalen
de Italianen zich er toe de Oosten-
rijksch-Hongaarsche stellingen met
artillerie te bestoken. Een groot-
scheepsch bombardement richtte zich
onlangs tegen het zuidelyk gedeelte,
dat met het plateau van Doberdo
boogvormig vooruitspringt in het vlak
ke mondingsgebied van de Isonzo.
De beschieting begon den 23sten Juni
met 200 stukken vau alle kaliber,
tot 21 centimeter toe. Snel volgde
de eene laag op de andere. Op één
enkele plaats vielen dien dag naar
schatting 10,000 granaten. Dit was
intusschen slechts een voorspel tot
het nog vreeselyker bombardement
van 24 Juni, dat van 's morgens vroeg
tot middernacht duurde en erger was
dan al hot voorafgegane. In de vol
gende dagen verflauwde het artillerie
vuur, terwy 1 tegelijkertijd de infanterie
en de vliegers meer van zich lieten
merken. De vliegers bedachten bij
deze gelegenheid ook Görz en omtrek
met 16 bommen.
In den noordeiyken sector hebben
d6 Italianen de taaie pogingoD om
zich van het Km massief meester te
maken gestaakt en stellen zij zich
tevreden met artillerie duels eu uit
vallen van kleine afdeelingen. De
Alpen-troepen hebben zich in de rotson
vastgezet, terwyi wij in oude, reeds
bij het begin van den oorlog voor
bereide, stellingen tegenover hen lig
gen en nog steeds alle strategisch
belangryke hoogten van het massief
in handen hebben. De stryd heeft
geheel het karakter van den oorlog
in het hooge gebergte. Het tusschen
Isonzo en Ewochein gelegen Krn mas
sief heeft zyn hoogste toppen van
zuid naar noord in de Nrzliorek met
1360 meter, de Krn met 2245 meter,
de Wrata met 2014 meter en de
Lipnik met 1867 meter. Als steil
kalkplateau verrijst het boven de
tusschen rotswanden ingeklemde,
smalle, maar diepe en snelle Isonzo,
wier bedding hier 175 meter boven
den zeespiegel ligt. Het verschil met
de Krn bedraagt dus meer dan 2000
meter. Het plateau, dat een gemid
delde hoogte heeft van 1500 meter,
daalt naar het Noorden en naar het
Oosten minder steil, is steenachtig,
kaal, byna zonder geboomte, slechts
weinig bewoond en daarom arm aan
wegeD. Men vindt er ook slechts zeer
weinige alrahutten. Toeristen geven
daarom do voorkeur aan de Trilav,
die ook eon beter uitzicht biedt.
Als men bedenkt welk een uitrus
ting een kleine troep toeristen noodig
heeft om deze toppen eenige uren te
bezoeken, dan zal men zich een voor
stelling kunnen maken van de moei-
lyfeheden, die het onderhoud en de
verzorging van groote troepen-af-
deelingen op de waterlooze hoogten
boven de boomgrens opleveren. De
manschappen vinden daar slechts
kampement onder de vrije lucht, de
dekkingen moeten in de rotsen uit
gehakt worden en hout en planken
daarvoor met moeite naar boven ge
sleept. Lastdieren vervoeren het eten
in hooikisten en het water in houten
vaten langs steile randpaden. Boven
dien legt men thans, om in het ge
brek aan water te voorzien, in het
geheele Karst-gebied regenputten en
kleine waterleidingen aan.
Een „stoomhamerslag"
in voorbereiding.
De „Daily Telegraph"correspon
dent, A. Beaumont te Milaan, schreef
Zondag aan zijn blad dat alle ver
schijnselen er op duiden dat weldra
een Dieuwe phase zal ontstaan in den
stryd tusschen de Italianen en de
Oostenrijkers. Er wordt volgens hem
een groote aanval van de Oosten
ryksche zyde voorbereid. Dat zal
worden een dier „stoomhamerslageu",
die men nu en dan van Oostenrijk
en Duitschland gewoon is. Sedert een
week was elk verkeer van Zwitser
land naar Duitschland en Oostenryk
hermetisch gesloten. Het meer van
Constanz was streng bewaakt en ook
afgesloten en dit zou duren tot weer de
normale toestand zou intreden, omdat
dan het groote troepenvervoer, dat
een week lang over alle spoorlijnen
plaats had, geëindigd zou zyn. Duitsch
land en Oostenryk moesten volgens
Beaumont massa's troepen hebben
gezonden naar Tyroolsch Karinthiê
en de Julier-Alpen, om de Italiaansche
invallen, die zeer dreigend worden,
tegen te gaan. De correspondent schat
de sterkte dier troepen op minstens
een mlllioen man.
Een groote „coupe" is in voorbe
reiding om de Italianen naar hun
grondgebied terug te dringen.
BINNENLAND.
Nieuws aanbouw bij de Marine.
De Nieuwe Rotterdammer Courant,
schrijft in een hoofdartikel het vol
gende
In een wetsontwerp, op welks
spoedige behandeling de regeering
pry-8 stelt, ten einde reeds in Septem
ber een begin van uitvoering te geven
aan den aanbouw van nieuw materieel
voor de marine, en Ingediend door
de ministers van marine en van
koloniën, worden gelden aangevraagd
voor den bouw van 2 kruisers en 4
ondorzeebooten voor de verdediging
van Indiö.
Wy lezen in de toelichting, dat,
in afwachting van de noodige her
ziening van het ontwerp-Vlootwet,
dat in 1914 reeds den Raad van State
gepasseerd was, nu reeds zal worden
aangevangen met de uitvoering van
dat gedeelte van dat ontwerp, waar
omtrent geen twyfel bestaat of het
zal passen in elke Indische vloot,
hoe haar sterkte en samenstelling in
de toekomst ook zal worden vastge
steld. De eenheden, die op grond
hiervan worden aangevraagd, zyn
zeer snelle kruisers en onderzeebooteri.
Wij zullen niet ontkennen, dat toen
de eerste geruchten bekend werden,
dat aan het departement van MariDe
plannen in voorbereiding waren voor
het bouwen van kruisers, wy" ons
afgevraagd hebben, waartoe die krui
sers zouden moeten dienen, daar in
den zee oorlog, dien we om ons heen
zieu voeren, aan dou ongepantsorden
kruiser slechts de rol was toebedeeld,
de vijandelijke koopvaardUvloot te
vernietigen, een doel, dat slechts aan
de groote mogendheden kon voor
oogen staan. Wel zal ongetwijfeld
ook de Nederlandsche vloot by een
oorlog in den Indischen Archipel,
vyandelljke koopvaardyschepen trach
ten te nemen en deze naar omstan
digheden opbrengen of vernietigen,
maar een speciaal type van een schip
voor dit doel aan te bouwen, ligt
niet op onzen weg.
De min. van marine acht snelle
kruisers noodig tot belemmering van
de actie van vyandelijke onderzee
booten, op grond van het feit, dat
de actie dier booten blykbaar kan
worden belet door kruisers en torpedo
jagers, mits in voldoend aantal aan
wezig. Nu i s het een feit, dat, niet
tegenstaande de groote activiteit der
Duitsche onderzeebooten, het trans
port van troepen en materieel van
Engeland naar Frankrijk niet is be
lommerd geworden, terwyl hot toch
klaar en duideiyk is, dat wel in de
eerste plaats naar zulk eene belem
mering moet zyn gestreefd. Geeft dit
niet te denken aan hen, die aan de
onderzeeboot de heerschappy over de
zee willen zien toekennen? Er is dus
een middel om de actie der duikbooten
te beletten, en bekend is, dat de
transportschepen enz. steeds omringd
zyn door een zeer groot aantal kleine
kruisers en jagers, zoodat aangenomen
mag worden, dat de onderzeebooten
het niet gewaagd hebben, met hun
periscoop aan de oppervlakte te ko
men, hetgeen toch noodig is om
hunne positie ten opzichte van het
doel te bepalen.
Stelt de minister zich dus voor,
dat ook in Indiö aan vijandelyke
onderzeebooten op deze wyze het
optreden moet worden belet, zoodat
élk schip, op welks Joehoud men prys
stelt, omringd zou moeten worden
door kruisers of jagers? Daartoe zou
den echter slechts een groot aantal
schepen afdoende bescherming geven,
en daar we slechts een klein aantal
(8) torpedojagers bezitten en er maar
2 kruisers worden aangevraagd, zon
der dat eenig vooruitzicht wordt ge
opend op vergrooting van dit aantal
in de toekomst, moeten we wel aan
nemen, dat dit 's ministers bedoeling
niet kan z(jn.
Er blijft nog over, dat met het
bezit van kruisers wordt beoogd, ee i
scheepstype by de vloot te hebben,
dat afdoende die schepen kan be
strijden, welke jacht maken op odzo
onderzeebooten. Voor d i t doel kun
nen we wel iets voelen. Waar het
thans wel reeds als een paal boven
water staat, dat aan de onderzeeboot
by de verdediging van do koloniën
een zeer belangryke plaats zal wor
den Ingeruimd, is er voor te zeggen,
de mogelijkheid af te snijden, dat
onderzeevloot tot werkeloosheid ge
doemd of vernietigd zal worden door
de aangewezen bestrijders, de torpedo
jagers, van den vyand, die in groot
aantal in onze Indische wateren zul
len kruisen. Afdoende maatregelen
hiertegen biedt zeker het type
„snelle kruiser", die in grootte,
vaart en bewapening superieur aan
den grooten torpedojager is.
Een scheepstype als het bedoelde
bezitten we niet. De bestaande krui
sers, 4 in getal, met een proeftocht
snelheid van 20 myi, welke snelheid
ze ruim 15 jaar geleden nog niet be
haalden, zyn voor geen oorlogsdoel
in de koloniën meer te gebruiken
zoodat niets anders overblijft dan
aan te bouwen.
Het rapport der staatscommissie
stelde zich tevreden met 6 torpedo-
kruisers van 1200 ton, bewapend met
10.5 cM. geschut. De hedendaagsche
zeeoorlog heeft doen zien, dat slechts
van den granaat van 15 cM. voldoende
uitwerking kan verwacht worden, en
dat ook het jagende schip den ge
vechtsafstand moet kunnen kiezen
en afdoende moet kunnen beletten,
op lanceerafstand te worden genaderd.
Ook anti ballon geschut van kleiner
kaliber is noodig, daar veilig voorspeld
kan worden, dat ook de bestuurbare
ballon in de tropen baar intrede zal
doen. De minister verlangt, dat het
schip een snelheid van 30 mijl zai
kunnen ontwikkelen, een eisch die
we eer te licht dan te zwaar rekenen
hy wensebt een licht gordelpantser
met pantaerdek, gepantserde kom
mandotoren en munitieaanvoer hy
acht het noodzakeiyk dat het schip
ook by ongunstig weer over de noodige
groote vaart zal kunnen beschikken,
en berekent, dat het schip, om aan
al deze eischen te voldoen, een water
verplaatsing van ca. 6000 ton' zal
moeten hebben.
Dat de schepen ln Nederlaud zullen
worden gebouwd, is een in 't oog
springend voordeel, en wij hopen,
dat by aanneming van het wetsont
werp de Nederlandsche scheepsbouw
zal toonen, de schepen in den aan-
omen tyd van 2 jaar gereed te
kunnen maken. Wel zal het noodig
zyn, dat de minister zich uitspreekt
over het aantal kruisers, dat noodig
geacht .wordt. De staatscommissie
had 6 kruisers op haar programma,
en het is ondenkbaar, dat ln ons
Indisch eilandenryk, zoowel voor
verkennigsdienst als voor het boven
aangegeven doel, met twee volstaan
zou kunnen worden. Maar waarom dan
die verdere plannen tot aanbouw niet
reeds du medegedeeld?
Omtrent de aan te bouwen onder
zeebooten kunnen we kort zyn. Wij
hadden een voorstel verwacht, tot aan
bouw van lOOO-tonsbooten. In marine-
kringen doen echter geruchten de
ronde, dat by de Duitsche marine het
nieuwste typo van 1000 ton minder
goed voldoet dan dat van 800 ton,
wegens de mindere manoeuvreer
vaardigheid onder water. De inlich
tingendienst van het departement
van Marine zal waarschijnlijk wel de
noodige gegevens verstrekt hebben,
en dus moeten wij vertrouwen stel
len in de keuze.
Dat men wil beproeven of ook de
kleinere onderzeebooten in Indië
bruikbaar zyn, lfjkt ons een goed
plan; ln het succes hebben wo, wat
bewoonbaarheid betreft, echter
weinig vertrouwen.
Ook de nieuwe onderzeebooten zul
len op de Nederlandsche werven ge
bouwd worden, doch hoe staat het
met de levering van torpedo's, mo
toren,accumulatoren, periscopen,enz.?
Eindelyk zagen we gelukkig du
plaunen om ook de raariDe in Neder
land in het bezit te stellen van vlieg
tuigen. Eenigszins vreemd deed daarbij
de mededeeling dat het in het voor
nemen ligt „deze vliegtuigen te sta-
tionneeren in de Maritieme Directiën,
zoo daarvoor geschikte plaatsen te
vinden zyn"! Gewooniyk koopt men
geen meubelen voor zijn huis als
men niet van te voren went, dat men
ze plaatsen kan. Aan het departement
van marine denkt men er blijkbaar
anders over, en betwijfelt men zelfs
of ze in het eigen huis kunnen plaats
vinden.
Moge het aan den minister, wien
de tegenwoordige toestand ongetwy-
feld een doorn in het oog is, geluk
ken een begin te maken met de
marine op te richten uit haar diep
verval, dat nog dagelijks grooLer
wordt. Zeer terecht wordt in de toe
lichting gezegd, dat de toestand thans
demoraliseerend werkt en het ver
loop van personeel van alle rangen
in de hand werkt. Wy zouden hier
aan toe kunnen voegen, dat de marine
zich zelf aan het liquideeren is.
De weinige toeloop van jongelui,
die zich aanmelden om tot officier
te worden opgeleid, en de vele aan
vragen om ontslag van jonge offi
cieren zyn vingerwyzingen, die reeds
veel te lang zyn veronachtzaamd. Een
machtige factor, om het verloop te
stuiten is aan het personeol schepen
te geven, waarop ze met trots kun
nen dienen.