mmmm ie wihemsoqhd.
AGENDA.
Wille Bioscoop, Koningstraat. I
MARINE EN LEGER.
Bü beschikking van den Minisler van Marine
van 13 Juli 1016, Afdeeling B, No. 69, wordt de
sergoanl-torpodlsl L. J. J. liusto, welke zich bü
hot lichten van mijnvorsporringen bijzonder
heeft onderscheiden, mot toepassing van het
voorschrift In ).V,K,M.VI.5.<4) .net ingang van
IC Juli 1915 bü keuze bevorderd tot torpodlst-
majoor en zal hü in du rauglUBt worden
gevoerd boven de vastgestelde sterkte.
De buitengewoon adelborst- der Karino-reserve
.1, do Vries wordt 16 dezer ovorgepluatsl van
Hr. Ms. „Kon. Krnma" naar Hr. Ms. „v. Galon".
Door don Minister van Marino is aan den
lm i tango woon adelborst dor Mariue-rcaervo F.
W. Hagodoorn, In aansluiting niet hom vroeger
gegeven vergunning tot het doen van oen zeo
reis, ontheffing verleend van den werkelllken
i',lenst on züne plaatsing mot 1 Juli 1»16 aan
boord van Hr. Me. „At-jon"in verband hiermedo
ingetrokken.
STOOMVAARTBERICHTEN.
Stoomvaart-Maatschappij „Nederland".
Itnnku, thuisr., vol trok 12 dezer van Padmig.
Hoeroe, thuisr., vertrok 9 dezer van Padang.
i 'olobos, thuisr., vertrok 11 dezer van Padaug.
Vondel, uilr., arri v. 12 dezer te Genua.
Tlmor, uitr., vertrok 12 dozer van Suez.
Billltou arriv. 13 dezer van Java to A'dam.
ltiouw arrlv. 13 dezer van Java te A'dam.
Urotlus, tliulsr., pass. 13 dezer Finistcne.
Karimoon, uitr., pass. 13 dezer Gibraltar.
Roepat, uitr., pass. 13 dezer Ouessant
Lombok, thuisr., vei t rok IS dozer van Port-Sald
Mas, tliulsr., arriv. 13deterte Gravesend.
Prins dor Ned„ thuisr., vortt. 12 dozer v. Port-Sald.
Prinses Juliana, thuisr., vertr. 12 dezer v. Sabung.
ltembrandtarriv. 12dezer van A'dam t" Batavia,
■Rottcrdamsctie Lloyd.
Soornkartaarriv.il dozer v. It'dnm to Baltlmorc.
Dell arriv. 11 dezer van R'dam le Batavia,
«orontalo, uitr., vertrok 13 dezer van Port-Said.
1 nsulinde, uitr., arriv. 14 dezer te Padaug.
'fabauan. uitr., vertrok 14 dezer van Port-Sald.
Koninklijke Hollandsche Lloyd.
Tubantia, thuisr., arr. v. 12 dozer te Santos,
/.oolanilla, uitrvortrok 12 dozer v. Kio Janctre.
Kernland arriv. 13 dezer v. Rosario U A'dam.
Rijnland vortrok 18 dezer v. A'dam n. B.-Ayres.
Florosarrlv. 12 dezer van A'dam te B.-Ayrcs.
Golria, uitr., vertrok 13 dozor van Listiaboii.
Keniiomorl-, vertx. 13 dezer v. B.-Ayros n. A'dar
AmsU'lland, uitr, vortr. 13 dozer v. Pernambm o
Kon. West-Indische Maildienst.
I.odowük van Nassau, thuisr., is 10 dezer bü Deal
geankerd.
Jan van Nassau vertrok 18 dezer van A'dam naar
Buonos-Avros.
Prins der Ned,, uitr., vertrok 13 dozor v. Madora.
Haven te Nieuwediep.
13 Juli. Aangekomen vanHarlingen en vertrok
ken naar Lyth. Eng. s.s. „Amulet'
14 Juli. Idem van Harllngen naar Huil, Nederl,
s.s. „Min. Tak".
Idem van Harlingen naai London, Eng.
s.s. „Sterling".
VISSCHERIJBERICHTEN.
Ntouwodiop, 18 Juli- -
korders: 1 tot 5 stuks
?0ct,,6 tot 20 stuks miduonoDg, p
40 uh, 10 tot 30 stuks kleine tong, per stuk 15 ct„
1 tot 2 mand stortschoL per mand f».— a f10.-,
hol,
er stuk Tact., 40 stuks
ct., 100 stuks kleine tong, por stuk 16 ct.,
mand stortschoi, per mand f 10.—20 ntand kleine
schol, por mand fL— a f6.-, 10 mand schar,
por mand f4.—.
MARKTBERICHTEN.
Scluigen, 16 Juli 1915.
Paarden
VeuloDB
Ossen
16 Stieron
62 Qoldokooien (magere)
itü Geldokooien ivotte)
45 Kalfkooien
42 Vaarzen
Pinken
raskat voren
60 Nuchtere kalveren
Kammen
70 8chapeu (magere)
•«0 Schapen (vette)
Overnouders
330 Lammeren
Bokken en Geiten
Varkens (mag.)
60 Varkens (vette) p K,ö
CO Biggen
90 Kon(jnon
100 Kippen
Duivon
Ganzen
K.G. Boter
60 Kaas
3600 Klpoieroi) p. 100 st
400 Eondeleron p. 100 at
f 0.- ft 0.-
Burgerlijke Stand van Helder,
'12-13 Juli 1915.
ONDERTROUWDM. Faas en J.
Mittendorff, J. Reus en N. Kunst, C.
M. Niemeijer en J. L. Altmi'iller, L.
v. d. Hoeven en C. J. Ruckert, K.
Koch en J. Blokker.
BEVALLENJ. Tuinsfcra—Stelling
werf, d.J. de Beurs-Krul, d.B.
van Glinsteren—Gielïs, d.K. Wil
denberg-Gieling, z.A. Geervliet
de Wit, z.E. S. Snijder—Icke, d.
OVERLEDEN Th. H. de Vroede,
86 jaar.
DE OORLOG.
De algemeene toestand.
Er is in de Argonnen iets gebeurd
en vermoedelijk nog aan den gang,
dat onze volle aandacht verdient. Het
jongste Fransche communiqué spreekt
kortweg, zonder nadere plaatsaandui
ding van een nieuw offensief van het
zeer storke leger van den Kroonprins
in de Argonuen. Dit leger heeft een
„nieuwe nederlaag" geleden, wat een
eenigszins sterk gekleurde uitdruk
king lijkt om te zeggen, dat die aan
val is afgeslagen. De daarop volgende
zin: „Krachtige tegenaanvallen op
punten, waar ons front oen oogenblik
zwichtte, brachten het voorwaarts
gaan van den vijand tot staan
en wierpen hem terug" is echter
te kort om de geheele waarheid te
kunnen zeggen. Het Fransche front
is op verschillende punten gezwicht,
daarna is de opmarsch van do Duit
schers gestuit en zijn zij terugge
worpen, maar men zou erbij moeten
weten, of dit terugdrijven is voort
gezet tot aan de oude stelling van
de Duitschers. De geheele toon van
de mededeeling maakt den indruk,
dat de Kroonprins ondanks zijn
nieuwe „nederlaag" toch nog wel
voordeelen behaald zal hebben en
de FranBchen hun handen vol ge
had hebben om hem te keeren.
Ter dezer plaatse is er herhaaldelijk
aan herinnerd, dat een doorbraak van
de Duitschers in de Argonnen, vol
gens de algemeene opvatting, in het
krijgsplan van v. Moltko hoeft gele
gen, toen doze nog chef van deD ge-
neralen staf te velde was.
Lang en hevig is daar gevochten
on de Duitschers hebben er voor hun
offensief heel wat soldaten opgeofferd.
De Kölnische Ztg. heeft indertijd in
een beschrijving van den strijd daar
de voorstelling ingang willen doen
vinden, dat het werk voor de Duit-
schors bijna klaar was en het geheele
woud spoedig in hun bezit zou wezon.
Maar de bladeren in het Argonner-
woud zijn gevallen tegelijk met vele
strijders, en nieuwe bladeren en nieu
we strijders hebben de plaats van de
oude ingenomen, zoDder dat do voor
spelling bewaarheid werd. Nergens
is de mljnoorlog inet behulp van de
genie van weerskanten met grooter
verbittering gevoerd. De namen Bi-
narville (aan den westelijken rand),
het paviljoen van Bagatelle, Four de
Paris, Boureuilles (aan den oostelijken
rand) zijn ons uit do dugelijksche
mededeelingen van boide partijen ge
meenzaam geworden. Kleine veran
deringen aan het front daargelaten,
bracht het beukon op den muur dezen
echter aan geen van beide zijden tot
wijken.
Inmiddels was v. Moltke, 11a een
tijd lang ongesteld to zijn geweest,
chef van den waarnomenden generalen
staf, die te Berlijn zetelt als de gene
rale staf in het veld is, geworden
en te velde vervangen door v. Fal-
kenhayu, den Pruisiseheu minister
van oorlog. Aan dezen werd het nieu
we plan toegeschreven om bij Yperen
door te breken eu Calais te veroveren,
een plan dat totdusver tot mislukking
gedoemd is geweest, gelijk zoovele
andere plannen in dezen oorlog,
waarvan wij oen begin van uitv'oering
hebban aanschouwd. Is het oude plan
van een doorbraak in de Argonnen
nu weer opgevat?
Het lijdt geen twijfel, dat er in de
laatste weken groote versterkingen
voor de Duitschers aan manschappen
en materieel naar het Westen zijn
gevoerd, die wel deels aan het front
ten N. van Atrecht (waar de Duit
schers dezer dagen, volgens de Fran-
schen, 11 divisies in het vuur brach
ten), deels in 'de Argonnen eu mis
schien ook elders ingezet zullen wor
den. Men knjgt den indruk dat het
Fransche offensief aan het ver3lappoD
is eu de Duitschers nu op verscheidene
punten het initiatief hernomen hebben.
Bij Souehez hebben de Franschen
dientengevolge terrein verloren en nu
ook, naar het schijnt-, in hot At gonner
Woud, waar het nieuwe offensief van
de Duitschers reeds was aangekondigd
in het Fransche legerbericht van
Maandagavond waarin men las dat
er groote bedrijvigheid geweest was
in de Argonnen, „met name in de
sectoren -vau Marie Therése, Four de
Paris, Bolante en de Haute Chévau-
chèe", den rug dte aan den oostelijken
rand van heL Woud ongeveer even
wijdig mot de rivier de Aire loopt.
N. Rott. Ct.
Van het Westelijke gevechts
terrein.
Parijs, 14 Juli.
Het zeer sterke leger van den
kroonprins heeft in Argoune het
offensief hervat en een nieuwe neder
laag geleder). Krachtige tegenaanval
len op punten, waar ons front een
oogenblik zwichtte, brachten het
voorwaarts gaan vau den vijand tot
staan en wierpen hem terug.
Berlijn, 14 Juli. Officieel bericht
uit het groote hoofdkwartier
Vannacht zijn andermaal aanval
len met handgranaten bij do suiker
fabriek van Souc.hez afgeslagen.
In de Argonnen hebben de aanval
len der Duitschers een volledig suc
ces gehad.
Ten N.O. van Viénne-le-Chateau
zijn .over een breedte van ongeveer
1000 M. de Fransche linies genomen.
1 officier en 137 man werden gevan
gen genomen. Een machinegeweer
en een mijnwerper werden buitge
maakt.
Ten Z.W. van Bourreuilies hebben
onze troepen de vijandelijke stelliilg
op de hoogte bestormd, over een
breedte van 3 K.M. en een diepte
vau 1 K.M. De hoogte 285 (la fille
Morte) is in ons bezit.
Aan ongekwetste gevangenen
vielen 2581 Franschen, o. w. 51
officieren, in onze bandon. Bovendien
worden 300 - 400 gewonde gevange
nen in behandeling genomen.
Twee bergstukken, twee revolver-
kanonnen, 6 machinegeweren en
groote hoeveelheden oorlogsmaterieel
zijn buitgemaakt.
Onze troepen rukten op tol aan de
stellingen van de Fransche artillerie
eu maakten 8 kannonnen onbruik
baar, die thans tuasclion de weder-
keerige linien staan.
Bij Frezenberg, ten N.O. van Yperen,
is een Engelsch vliegtuig naar bené
den gescbotc-n.
Van het Oostelijke gevechts
terrein.
St. Petersburg, 13 Juli. De vijande
lijke infanterie heeft in den nacht op
den 12en met niet zeer sterke strijd
krachten aanvallen gedarfn in de buurt
van de dorpen Tartak, Olchin en
Grudusk, die w(j met succes afsloegen.
Geen gevechten aan andere fronten.
Van het Zuidelijke gevechts
terrein.
Rome, 14 Juli. De toestand is on
veranderd. Gisteren bij het dag-aan
breken heeft een afdeeling vliegers
met goed gevolg van een hoogte van
600 meter af bommen geworpen op
het groote kamp van den vijand in
de buurt van Gorizia (Görz).
Prins Leopold van België.
Do oudste zoon van den Belgischen
koning dient als gewoon soldaat by
het 9de regiment infanterie aan de
Yser. Hij doet gewoon dienst, als ieder
ander soldaat. Hij voelt zich zeer op
zijn gemak onder zijn kameraden en
wordt, op eigen verzoek, eenvoudig
bij zijn naam genoemd.
Met de Belgen
een nacht In de loopgraaf.
De correspondent van hot H.blad
schrijft.:
Het liep tegen den avond. We be
vonden ons in de buurt van Dixmui-
den te X.Dagen achtereen reeds
kwamen de geschufcprojectielen op de
loopgravenlinieB terecht. Een deel van
het 11e en het 9e linie-regiment trok
thans naar de vuurlinie. Ze gingen
over de grootendeels vernielde en met
groote gaten bedekte wegen langs de
bouwvallen van huizen naar hun loop
graven. Ik trok mee tot aan de uiter
ste grens. Aan den Yser-oever maak
ten we halt. Hier zwermden de
bataljons uiteen, on ieder nam de be-
stemde plaats in. Alles ging stil in
z'n werk. Geen ander geluid dan van
hot kanon, dat luide, zeer luide sprak,
eu vau zachte bevelen, die onmid
dellijk werden opgevolgd. Zoo kwamen
allen in de voor hen bestemde loop
graven terecht. Ook schrijver dezes.
Ik trof het goed. Over het algemeen
zijn de loopgraven nogal smal, zooiets
als de gangen die men ten onzent
wel graaft bij het aanleggen der gas
leidingen of electrische kabeis. Doch
ik had een z.g.n. wacht,loopgraaf tot
rustoord gekregen. Die doelen der
loopgraven zijn eenigo meters in 't
vierkant, eri dionun voor don wacht
commandant. Hier komt de telefoon,
die als middel tot gemeenschap dient
met de re9t der vuurlijn. Met eenigo
anderen ging ik enkele meters den
kelder iu.
Twee carbiedlampen in den muur
tegenover den ingang, eenigszins
schuin naar beneden hellende, gaven
door hun reflectors voldoende licht
om er bij te lezen of te schrijven.
Door middel van zwarte glazen kon
men in één oogenblik het geheel
duister maken. De zolder en de zij
wanden bestonden uit ongeveer 1£
eentimetei dikke Ijzeren platen. Hier
boven had men een laag aarde van
ongeveer één meter, waarboven r.og
weer zakken zand van pl.m.Meter
hoogte. Men verkoos liefst zuiver
zand voor dekking, boven aarde, wijl
de projectielen in het zand smoren,
't Was er droog eu frisch. Het meu
bilair was hoogst eenvoudig. De zit
plaatsen waren in den grond uitge
graven, en met tapijt en linnen afge
dekt. In 't midden diende een aardhoop
met zeildoek tot tafel. Droog stroo
diende tot leger. In een hoekje op
een aardhoop eenige potjes en kan
netjes, plus een spiiituslicht.'Ziühier
dus het verblijf, waarin ik mij bevond.
In den waud naar de zijde van den
Yser waren schiet- en kijkgaten ge
maakt. Hierdoor werden dc waarne
mingen gedaan, als 't buiten wat. al
te veel granaten regende. Doch op
't moment was 't matig en kon ik
op zij van onze „woning" wel eens
gaan loeren. Doch vooral kruipende
naar buiten gaan en plat langs den
grond gaan, luidde de goede raad.
„Want ziedo, rneDier, den Duts ligt
derover op giene twie honderd me
ters van ier". Aldus de vermaning
van mijn geleider. Nu, ik hield me
trouw aan de vermaning, al kostte
die kruippartij me een pantalon.
Want de grond is nu niet precies eon
parketvloer. Maar ik vond dan toch
vergoeding in het beschouwen van
het door de waterwegen1 doorsneden
landschap.
Doch lang bleef ik niet. ReedB
hadden snel achtereen schoten
■klonken eu was de tegenpartij weer
begonnen haar geschut op eennabij-
zijnd bruggenhoofd te richten. Daa:
de stelling, waar ik mij bevond, niet
ver van dit bruggenhoofd af lag, trok
mij mijn geleider aan mijn been en
fluisterde, dat ik als een slak iu zijn
huisje in mijn hol moest kruipen.
Ik ging dus don kolder in. De scholen
klonken al luider en luider. Over
ons heen gierden nu ook de granaten
der eigen stellingen, die het vuur der
tegenpartij beantwoordden en het tot
zwijgen trachtten tc brengen. Dit
helschc- leven duurde wel drie uur
Toen midden in 't rumoer rinkelde
de telefoon, 't Was 6en waarschu
wing, dat een detachement Duitschers
poogden over den Yser te komen.
Alvorens echter den linker Yseroever
te bereiken, moesten ze hier te X
eerst nog een kanaal over. Nu klonk
het consigne ze wel over het kanaaltje
le laten komen, doch niet over den
Yser.
Aldus vond het plaats. Door één
der schietgaten kon ik nu zien hoo
ongeveer 200 man den kanaaloever
overkwam, en dus nu feitelijk ston
den tusschen twee waters. Ze tracht
ten nu eonige meegebrachte machine
geweren in stelling te brengeD. Doch
nu klonk plots uit een tweetal mi
trailleurs het goklikak en werden do
arme kerels weggemaaid. Als schim
men zag men ze verschrikt dwalen.
Blijkbaar was men er niet op bodacht
uit dien hoek gezien te worden. Doch
do schaduw hunner lichamen, die
achter eenigo puinhoopen uitkwamen
hadden hen blijkbaar verraden. Een
kleinigheid dus feitelijk. Plots viel
nu een zoeklicht op hen en werd de
rest der mannen neergesmeten. Ik
geloof stellig, dat geen tiende deel
ongedeerd weor over liet kanaal
kwam. Zoo was dus deze sluipaan
val, die blijkbaar tegen het brugge-
hoofd bedoeld was, weer verijdeld.
Dit is een van die kleine gevallen,
die men in de legerberichten gewoon
lijk niet of heel terloops vermeld
vindt.
Doch hiermee was de zaak niet
uit. De Belgen wilden er toch meer
van weten. Een kleine patrouille toog
dus in allo stilte er op uit ora de
plek te bezoeken, waar de Duilschers
waren gevallen. Na twee uur kwam
ze terug mot lien gewonde Duit
schors, oen voorraad springstoffen en
twee machinegeweren. Blijkbaar
waren de Duitschers dus afgezonden
om tegen het bruggehoofd te ope
reeren. Al wat er gebeurde was maar
vaag te zien. De soldaten kropen
maar heel langzaam over den grond.
De meeste hadden dikke bundels
gras in de hand, die zo voor zich
hielden om hun beweging te ver
bergen. De beschieting met granaten
ging den geheelen nacht door en
menige man werd getroffen, die
dagenlang in de looggraven had door
gebracht zonder een schot met zijn
geweer te hebben kunnen doen.
't Leeren schieten met geweer dient
reeds bijna tot niets, zeide mü een
officier. Bij de oefeningen haalt men
een man die aanleg blijkt te hebben
tot schorpschutter er spoedig uit en
voor hem is de voorpost als aange
wezen. Doch schieten doet de infan
terie weinig. Een nieuw wapen zou
eerlang in gebruik komen. Zoodia de
tijd voor openbaarmaking is gekomen,
zal men er van hooren.
De Balkan.
Londen, 14 Juli. Berichten uit ver
schillende bron toonen dat de toestand
op den Balkan oen crisis nadert.
Naar de „Daily Chronicle" uit Tu
rijn meldt, vernoemt dc „Secoio" uit
Roemonié, dat de 'Duitscho militaire
attaché uit Konstantinopel is vertrok
ken. Het archief van het Duitsche
gezantschap daoi' is weggebracht en
Duitschers nomen hun deposito's van
de banken te Konstantinopel af.
Uit Sofia'eu Boekarest wordt aan
Italiaansche bladen gemeld, dat een
Turkscb vredesaf&ezantsctaap, waar
van do Turksche minister van justitie
deel uitmaakt, naar Zwitserland onder
weg is om een a(^onderlijken vrede
met de geallieerden tot stand te
brengen.
De strijd in het kolenbedrijf.
Minister Lloyd Goorge heeft een
staking iu de kolenmijnen vanZuid-
Wales tot misdrijf verklaard. De be
treffende proclamatie is een gevolg
van bet feit, dat de rayuwerkersge-
delegeerden, Maandag te Cardiff bij
eengekomen, de voorstellen van
minister Runciman tot beslechting
van het geschil met de mijneige
naars hebben- verworpen.
De gedelegeerden namen een motie
aan, waarin zij verklaarden aan hun
oorspronkelijke eischen vast te hou
den en Donderdag te zullen staken,
indien deze eischen niet worden in
gewilligd. Er verklaarden zich 1037
stemmen voor de voorstellen van het
bestuur dat het werk wilde voort
zetten van dag tot dag gedurende de
verdere onderhandelingen terwijl
1894 stemmen tegen werden uitge
bracht. De proclamatie van den mi
nister van munitie brengt iia dc zaak
in een andere wellicht nog ge
vaarlijker phase.
PLAATSELIJK NIEUWS.
Uitslag der
Stemming voor den Gemeenteraad
van Dinsdag 13 Juli 1915.
Eerste Kiesdistrict.
Aantal kiezers 1631. Uitgebracht 1086.
Van onw. 45. Volstrekte meerder
heid 496. Drie vacatures.
C. Adriaanse (A.-R.) 853
D. de Beer (S. D. A. P.» 178
A. Bommel (Vrijz.), aftr.391
S. Krijnen (Vrijz.), aftr. 388
J. Spruit (A.-R.)326
J. H. Staalman (C.-D.). 249
J. J. Verfaille (Vrijz.), aftr.377
B. Zondervan (S. D. A. P.) 176
D. C. A. de Zware (S.D.A. P.). 237
Herstemming tusschen dc Heeren
G. Adriaanse, A. Bommel, S. Krljuen,
J.Spruit,J.H.Staalman en J.J. Verfaille.
Tweede Kiesdistrict.
Aantal kiezers 1129. Uitgebracht 860.
Van onw. 18. Volstrekte meerder
heid 422, Twee vacatures.
C. Adriaanse (A.-R.), aftr. 317
J. C. van den Berg (Lib.), aftr. 281
J. Borkert (S. D. A. P.). 156
A. W. Michels (S. D. A. P.) 233
W. Poll (Vrijz.)287
J. Spruit (A.-R.)315
Herstemming tusschen de Heeren
C. Adriuanse, J. C. v. d. Berg, W. Poll
en J. Spruit.
Derde Kiesdistrict.
Aantal kiezers le stemdistrict, 1524.
2e stemdistrict (Koegras, enz.) 186.
Totaal 1710.
Uitgebracht 1140. Van onw. 17. Volstr.
meerderheid 562. Twee vacatures.
il
<8-3
C. Adriaanse (A.-R.) 338 13 351
A. W. Michels (S.D.A. P.) 384 27 411
K.F. Oortgljsen (Vrijz.), aftr. 328 57 385
F. van der Ploeg (Vrijz.),aftr. 308 52 360
J. H. Staalman (C.-D.) 25412 266
D. G. A de Zwart (S.D. A.P.) 329 24 353
Herstemming tusschen de Heeren
A. W. Michels, K. F. Oortgljsen,
F. van der Ploeg eu D. C. A. de Zwart.
- - Dinsdag slaagdon voor het
Toelatingsexamen voor het Gymna
sium te Alkmaar de jongejuffr. Annie
Naudiu ten Cate on do jongehoeron
Andries Grunwald en J. H. W. War-
ners, allen van h{er.
Bij het gehouden eindexamen
der Handelsdagschool, 3 jarige cursus,
Le Alkmaar slaagde de heer Jacob
Bakker van hier.
Rijks Hoogere Burgerschool
te Helder.
Uitslag van de overgang-examens.
Bevorderd van kl. I naai kl. II:
H. M. Bik, C. L. M. v. d. Bilt, T.R.
Deelder, J. A. Fray, T. C. Govers,
L. K. Leljen, W. H. Oudemans, W.
Poörtman, B. "W. Vinke, T. W. Zijp,
D. NV. Zegel, V. T. Bedeaux, J. E. 't
Hooft, II. Blekkiugb,GW. Bolomey,
J. C. Brems, D. W. ten Brummeler,
A. J. Fray, L. J. Iu 'L Veld, H. A.
Maas, L. Melchior, G. M. v. d. Plaat,
W. J. Rahder, A. M. Spruit, V. de
Wit, J. Dumker, F. A. Oosterhout,
G. J. Tjalsma, J. E. Redeke.
Voorwaardelijk 2, niet bevorderd 7.
Bevorderd van kl. H naar kl. III
T. H. C. Arensma, P. R. Bentz. v. d.
Berg, H. Bos, J. C. Dekker, H. 'L.
van dor Leo, W. A. Naudin ten Cate,
M. Schoo, S. J. de Vries, A. C. Wio-
ringa, A. Boendermaker, J. F. de Boer,
J. C. Doornberg, M. J.Hüue, J.Haatfen,
A. Kuiper, R. Lunshof, C. Riemers,
W. C. Salm, P. H. Spruit. G. Vriend,
C. J. Warners, W. J. K. Labout, J.
A. KoniDg.
Voorwaardelijk 7, niet bevorderd 10.
Bevorderd van kl. Hl naai-kl. IV
C. J. Bakker, W. R. van der Ben.
J. M. J. Bentz. v. d. Berg, C. G. F.
Dornickx, A. de Jonge, T. Kamp,
I. Manheim, G. J. Muntinga, A. van
Polt, H. G. Poortman, J. Tissot v.
Patot, A. G. A. Verstegen, .1. C. Basie,
M. C. van den Berg, B. A. Buiskool,
J. A. E. Buiskool O. H. Gooszen, A.
Warnore.
Voorwaardelijk 4, niet bevorderd 2.
Bevorderd van kl. IV naar kl. V.
J. A. Francken, M. J. Goozen, E. C.
S. Kipperman, J. F. Kipperman, A.
C. G. Oudemans, J. Salm, A. J. F.
Slendebroek, V. Rahder, G. Slikker.
Voorwaardelijk I, niet bevorderd 4.
Ambtsgeheim contra Militaire plicht?
Voor den Zeekr|gsraad te Willems
oord stond gisteren terecht de Officier
van Gezondheid le kl. B., beschuldigd
dat hij, belast met den geneeskun
digen ;dienst aan boord van Hr. Ms.
„do Ruyter", op den 81en Mei 1915,
aan boord van dien bodem te Vlts-
singen, uitdrukkelijk heeft geweigerd
eu opzettelijk heeft nagelaten te vol
doen aan de hem namens zijn meer
dere in rang, den Kapitein ter zee,
Commandant van gemelden, bodem,
door den Luitenant tor zee le klasse,
eersten officier van gemelden bodem,
in den dienst gegeven order om den
Commandant voormeld eene opgave
to verstrekken van officieren van Hr.
Ms. „de Ruijter", die na 1 Januari
1914 vrij van dienst zijn geweest
wegens het lijden aan eene venerische
ziekte met vermelding van de data
waarop het vrij van dienst zijn een
aanvang uam en eindigde
Bokl. werd op 81 Moi 191-5 dooi
den eersten officier aan boord van
de de Ruyter inzage verstrekt van de
Resolutie van den Minister van Ma
rine ddo. 28 April 1915 Afd. B. 110.
50, inhoudende, dat moest worden
ingediend eene opgave als bovenge
noemd van de officieren lydende'aan
eene venerische ziekte, ontstaan na
1 Januari 1914.
Uit die opgave moest ingevolge
die resolutie in de rekening-couraut-
boekjes d6r betrokken officieren dat
tijdvak worden opgeteekend, zijnde
bij Min. Res. bepaald dat genoemd
tijdvak niet meetelt voor de bereke
ning van periodieke tractementsver-
hooging
Bekl. heeft toen geweigerd die op
gave te verstrekken daarbij opgevende
tot zijn spijt aan de order niet te
kunnen voldoen, daar hy hierdoor
zijn ambtsgeheim zou schonden wat
hij gezworen heeft te zullen bewaren,
daarmede bedoelende niet te willen
schenden zjjn beroepsgeheim en de
door hem afgelegden eed na voldaan
te hebben aan zijn artsexamen voor
geschreven in art. 21 Wet 25 Decem
ber 1873 Stbl. 222;
De eorste officier wees beklaagde
op de gevolgen zijner weigering en
gaf hem een uur bedenktijd, na ver
loop waarvan bekl. bij zijne weigering
bleef.
Bekl. geeft op vroeger te hebben
gemeend dat door het Hoog Militair-
Gerechtshof was uitgemaakt dat hij
als Off. van Gezondheid alle inlich
tingen aan zijn Commandant moest
verstrekken welke deze zou verlangeD,
maar nu te weten dat dit nog niet
beslist is. Hij deelt verder mede dat
de officieren omtrent wie de opgave
werd verlangd, hem als behandelend
geneesheer niet categorisch hebben
gevraagd den aard hunner ziekte ge
heim te houdon, maar hij meeutdat
door het zich vrijwillig onder zijne
behandelingstellen en het vertrouwen
dat daaruit spreekt, eon beroep op
zijne geheimhouding wordt gedaan.
Ook al zouden zijne mededeelingen
niet verder reiken dan den Comman
dant, zoo voelt hij zich toch verplicht
tegenover dien het geheim te bewaren.
Op een vraag van den President
deelt beklaagde mede dat elke maand
door hem een register moet worden
aangehouden waarin worden vermeld
de personen door hem in behandeling
genomen en o.m. den aard hunner
ziekte en den duur daarvan. Dit
register moet door den Commandant
voor „gezien" worden geteelcend.
Daaruit volgt z. i. echter geenszins dat
de Commandant het recht heeft dat
register in te zien, waartoe hij dan ook
altijd zijnen commandant verzoekt dit
niet te doen. De bedoeling van dat
teekenen is z.i. alleen dat de Com
mandant daardoor de controle heeft
dat het maandwerk door hem op
tijd is afgemaakt.
De fiscaal het woord verkrijgende,
betoogt dat het den beklaagde ten
laste gelegde is bewezen, en dat dit
voldoet aan de wettelijke vereiachten
van „dienstweigering". Bekl. heeft
gemeend in een conflict van rechts-
plichtige», tusschon den militairen
plicht tot gehoorzarmheid en den
plicht tot geheimhouding op hem als
medicus rustende, to vorkeeren. Oor-
deelende dat het nadeel veroorzaakt
door het schenden van de laatste
plicht grooter was dan dat veroorzaakt
door het schenden van zijne militaire
plicht, heeft beklaagde dozen weg
gekozen en met zijne verdediging,
meent eischer, bedoelt hy nu een
beroep te doen op artikel 40 Wetboek
van Strafrecht, n.1. „overmacht".
Den eed, voorgeschreven in art. 21
Wet 25 December 1871, nagaande,
wijst spreker er op dat verschillende
autoriteiten dien voor onduidelijk
houden on overbodig., zoo o.a. Mr.
Tak in zyn preadvies voor de Juristen
Vereeniging in 1905 en Prof. Siegen-
beek van Heukelom, die den eed
litterarisch onzinnig noemt. Op de
vraag of uit den eed volgt dat de
Off. van Gezondheid den plicht he6ft
tot geheimhouding, moet eischer ont
kennend antwoorden, dus is z.i. hier
voor den bekl. geen conflict V3n
rechtsplichten aanwezig geweest.
Bekl. toch is ambtenaar en heeft als
zoodanig in acht te nemen de regelen
door het bevoegd gezag gegeven voor
de ambtsvervulling. Op grond van
verschillende bepalingen van het
Reglement voor den Geneeskundigen
dienst bij de Marine betoogt spreker
dat van een plicht van den off. van
gez. tot geheimhoudingitegenover den
Commandant van hetgeen in de uit
oefening van zijne ambtsbediening
tot z(jn kennis is gekomen, geen
sprake is, hetgeen z.i. ook geheel
strookt met de positie van den off.
van gez. die niet alleen is behande
lende geneesheeer in den geest van
vrlj-beroep-uitoefenenden practisee-
renden geneesheer, maar tevens con-
troleerendo geneesheer, evenals de
medicus door de Verzekeringsmaat
schappij aangesteld om aspirant-ver
zekerden te keuren, of de medicus aan
gesteld bij een Spoorwegmaatschappij
belast met het toezicht op het perso
neel uit een oogpunt van veiligheid
van verkeer. Als controleerend ge
neesheer is bekl. verplicht de hem
door den Commandant gevraagde in
lichtingen te verstrekken. Als be
handelende geneesheer staat bekl.
tegenover ieder ander dan het bevoegd
gezag, in casu den Commandant, en
als zoodanig is hy tot geheimhouding
verplicht. Op grond van een on ander
komt spreker tot de conclusie dat
beklaagde's verweer dat hij jn deze
niet tot gehoorzaamheid was ver
plicht, moet worden verworpen en
hij voor de dienstweigering aanspra
kelijk moet worden gesteld.
Wat de strafmate betreft, wil Z.E.
geen zware straf vragen, nu deze
dienstweigering van geheel ander
soort is dan de gewoonlyk door den
krijgsraad berechte. Bekl. heeft over
eon dubium, dat al lang bestond, een
uitspraak willen uitlokken en zijne
dienstweigering heeft geene nadeelige
gevolgen. Of de aanteekening in de
rek. cour. boekjes een maand vroeger
of later komt, is van weinig belang.
Op grond daarvan concludeert
eischer tot veroordeeling van den
beklaagde tot een dag militaire
gevangenisstraf.
Mr. A. H. J. van den Biesen uit
Arasterdam, op diens verzoek voorden
beklaagde optredende, betoogt in de
eerste plaats dat het ten laste ge
legde feit niet valt onder dienst
weigering daar niet is voldaan aan
het door de jurisprudentie gestelde
vereischte dat de nakoming van den
order in het algemeen belang wordt
vereischt. Dat ontkent pl. in dit
geval. Veeleer is in het algemeen
belang dat een officier, wanneer hij
zich ter zake van een dergelijke ziekte
bij den Off. van Gez. onder behande
ling stelt, wete dat die zijn geheim
zal bewaren en hij dus vrij en frank
dien medicus alles kan meedeelen
wat op het ziektegeval betrekking
heeft.
Gedurende pleiters betoog deed zich
het incident voor dat hij uit een
geheim departementaal schrijven,
door den bekl. ten processe in afschrift
overgelegd, iets wilde aanhalen, doch
vooraf den Krijgsraad verzocht te
willen beslissen of dit geoorloofd
was of niet. De Krijgsraad, na in
raadkamer te zijn geweest, deelde
mede dat het niet op zijn weg
ligt het gebruikmaken van het
geheime schrijven te beletten maar
dat de mogelijkheid niet is uitge
sloten dat, bij gebruikmaking ervan
in het publiek, de beklaagde zich een
strafvervolging wegens schending
van geheimen op den hals zou halen,
terwijl bovendien de krijgsraad het
stuk ten processe kan inzien. Hierop
verzoekt pl. den krijgsraad in den
geest van zyn betoog het bewuste
stuk onder zijn aandacht te willen
nemen, waarmede het incident ge
ëindigd is:
In de tweede plaats, indien het
eerste punt door den krijgsraad niet
gedeeld wordt, acht pl. bekl. straffe
loos, op grond dat zyn ambtseed hem
voorschreef het geheim te bewaren.
Pl. w(jst er op dat het er op aan
komt of het geheim den medicus in
zijn beroep is toevertrouwt
dan wel of hij als controleereud ge
neesheer er op uit is, te vinden wat
in den regel de patiënt, zie by
adspirant-verzekerde, zooveel mogelijk
zal trachten te verborgen. Zoo is de
off'. van gez. controleereud genees
heer, zoo gauw hij de maanaelijksche
gezondheids-inspectie houdt, zonder
dat de daarbij door hem gevonden
zieken zich vrijwillig onder zijne be
handeling hebben gesteld. Het ambt
van den officier van Gezondheid is
dus tweeleedtgnu eens treedt hy o$
als behandelend geneesheer en is dan
tot geheimhouding tegenover iedereen
verplicht, dan weer is hij controlee
rend geneesheer en is dan tot open
baring tegenover het bevoegde gezag
verplicht. In het speciale geval nu
was bekl. ongetwijfeld behandelend
geneesheer, daar de officier, die zich
vrijwillig onder zijoe behandeling had
gesteld, er op rekende, dat hij vrijuit
alles den medicus kon medcdeelen en
op zijne geheimhouding mocht re
kenen.
Maar al mocht de Krijgsraad van
oordeel z(jn, daL bekl. tot openbaar-
raaking tegenover zijn commandant
verplicht was, dan betoogt pl. in de
derde plaats, dat daarvan hier geen
sprake was, omdat bekl.'s mededee
lingen veel verder strekten, nu de
bepaling is gemaakt, dat yan de op
gave aanteekening moet wojden ge
steld in de rek. cour. boekjes der
betrokken officieren, welke boekjes
in handen komen van onderofficieren
en minderen van |jet schrijvers-per
soneel. Hierdoor tóch zou het geval
mogelijk zijn, dat de eerste de beste
matroos-schrijver in het boekje van den
Commandant, zou kunnen ïezen, dat
dezo twintig jaar geleden vrij van
dienst was geweest voor een vene
rische ziekte. En, dat die aanteeke
ning moest worden gesteld, was de
bedoeling, die tyj het. geven van de
order aan beklaagde, werd uitge
sproken.
Op grond van de drie betoogde
punten vraagt pl. vrijspraak voor
den beklaagde.
Mocht echter de Krijgsraad daarin
niet kunnen meegaan, dan heeft
pleiter ten slotte nog liet argument,
dat niet is bewezen hetgeen is ten
laste gelegd. Ten laste is gelegd dat
aan bekl. is gegeven d6 order opgave
te verstrekken van officieren die na
1 Januari '14 v r lj van dienst
z Ij n geweest ter zake van vene
rische ziekte, terwijl de order aan be
klaagde gegeven in werkelijkheid luid
de die opgave te verstrekken van die
officieren, die na dien datum vrij van
dienst geweest zijn, voorzoover
die ziekte is ontstaan na
1 Januari 1914, een order die
lang niet zoo ver strekt als die in de
tolastelegging genoemd. Ook op dien
grond moet pl. vrijspraak vragen.
B(j re- en dupliek blijven fiscaal
en verdediger volharden bij hunne
conclusien.
Schending van geheimen.
Vervolgens stond voor den krijgs
raad terecht de officier van Gezond
heid le klasse de V., beschuldigd dat
hij, Arts en Officier van Gezondheid
bij de Koninklijke Marine, wetende
dat de luitenant ter zee 2e K., toen
deze, dienende aan boord van Hr. Ms.
„Schorpioen", op welk schip hy, be
klaagde, belast was met den genees
kundigen dienst, zich omstreeks Maart
1915 onder zijne geneeskundige be
handeling had gesteld, hem, bekl.,
het verzoek had gedaan om den aard
zijner ziekte geheim te houden, des
ondanks en desbewust in het begin
van Mei 1915 tc Helle voetsluis, op
last van den Commandant van Hr.
Ms. „Schorpioen", aan dezen een lijst
heeft ingediend waarin hij, beklaagde,
bekend gesteld had den naam van
dien luitenant ter zee met vermel
ding van den aard van de toen -
omstreeks Maart 1915 bij dezen
bevonden ziekte.
In deze zaak betreft het een off.
van Gez. die wel de opgave als in
de vorige zaak bedoeld heeft inge
diend, met gevolg dat de bewuste
aanteekening in het rek. cour. boekje
van den luitenant ter zee K. is op
genomen. Tengevolge daarvan is door
don betrokken officier tegen hem een
aanklacht wegens schending van ge
heimen ingediend.
Bekl. beroept zich er op, dat hij bij
het geven van inlichtingen aan zijn
Commandantdehmilitairen plicht, had
dezen den aard der ziekte mede te dea
len, daar hy volgens de wet verplicht
is als militair de orders van dengene,
die in den dienst boven hom is ge
steld, op te volgen.
De fiscaal, het woord verkrijgende,
betoogt, dat z. i. hier geen veroor
decling zal kunnen volgen, omdat iu
de eerste plaats bekl. niet tot geheim
houding verplicht was op grond van
wat Z.Ed. in de vorige zaak betoogde
in de tweede plaats, omdat, stel'bekl.
had dien' plicht wel, hij gedekt, is
door de bepaling van art. 43 W. v. S.,
n.1. dat hij niet strafbaar is als heli-
bende het feit begaan ter uitvoering
van een bevoegd gegevon ambtelijk
bevel, en ten slotte, mocht worden
geoordeeld, dat het bevel niet bevoegd
was gegeven, omdat bekl. dan toch
gedekt is door het tweede lid van dat
artikel, luidende, dat, indien de order
niet bevoegd is gegeven, de bekl. toch
niet 9trafbaar is, indien hij te goeder
trouw het bevel als bevoegd gegeven
beschouwde, wat volgens spreker
hier zeker het geval is.
Deze bekl. had geen verdediger.
BINNENLAND.
De omgeslagen marinesloep.
Nabij de Zuiderpier te Hoek van
Holland is het ffik aangespoeld van
den b(j het ongeluk van 7 dezer om
gekomen milicien-matroos C. de Jong.
Te Bergen by Alkmaar is een lijk
aangespoeld, dat herkend is als dat
van den zeemilicien-stoker W. J. van
Holten.
Smokkelen.
Te Leuzel, gem. Bergh, zfjn twee
smokkelaars er leelijk ingevlogen. Zij
kwamen gisternacht met drie paarden
bij een boer en vroegen de dieren
daar te mogen stallen tot het operatie
terrein veilig zou zijn. Het verzoek
werd toegestaan. De eigenaar zou
even zyn kleeren aantrekken en open
doen. Maar vreemd keken onze beide
mannetjes op, toen even later de be
woner zich ontpopte als een grens
wachtsoldaat en met het geweer in
de hand hen beval hem te volgen
naar het bureau der grenswacht.
Het vreemde verschijnsel.
Maandagmorgen hadden twee. jon
gens van Charlois en een jongen van
Barendregt ook de roode kleurstof
op handen en mouwen, en een dame
zag by den overtocht over de Maas
te Rotterdam een harer vingers hee-
lemaal rood worden.
Een helsche machine.
Voor den rechtbank te 's-Graven-
hage stond Diusdag terecht de 36 jarige
metselaarsknecht B. van R., geboren
te Sliedrecht, thans gedetineerd,, ter
zake van poging tot moord op zyne
echtgonoote C. E. Fc„ in hare woning
in de Joh. Camphuysstraat in Den
Haag.
Hem wordt ten laste gelegd, dat
hij op 30 Maart opzettelijk en met,
voorbedachten rade heeft gepoogd
haar van het leven te beroo.ven door
haar een helsche machine thuis te
doen bezorgen, bestaande uit een
houten kistje, waarin op vernuftige
wijze waron aangebracht een auto
matische sigarenaansteker met oen
hoeveelheid benzine, benevens een
hoeveelheid buskruit en spijkers;
subsidair wordt hem ten laste gelegd
zware mishandeling en mishandeling.
Bij het openen vau het kistje kreeg
de vrouw ernstige brandwonden.
Bekl., aanvankelyb kalm toen hij
in het beklaagdenbankje plaatsnam,
wordt voor het hekje geroepen en
door den president, mr. Teilegen,
ondervraagd naar dc reden van zijn
daad.
Ir. hot kort verhaalt bekl. dan van
zyn huwelijksleven, dat vooral in deu
laatsten tijd niet gelukkig was. Her
haaldelijk hadden zijn vrouw en hij
onaangenaamheden, zoo zelfs, dat hij,
overspannen als hij werd, met moord
plannen omliep. Hij is toen echter
van haar weggegaan. Vroeger dronk
hy wel eens een borreltje, maat hy
liet dit van het oogenblik af, dat hij
zich bij de Goede Tempelieren aan
sloot. Hy werd toen kalmer en hot
zou zeker verder goed gegaan zijn,
als hy niet op zekeren dag vernomen
had, dat zyn vrouw met een anderen
man ging. De oude wrok kwam toen
weer boven en hij geraakte weui
geheel van streek. Hy zocht omgang,
met een andere vrouw en besloot ten
slotte zyn vrouw te dooden. In de
kranten had hij wel eens gelezen, hoe
mijnen werden gemaakt, en hy be
sloot een dergelijk instrument te
maken en dit zijn vrouw thuis to
Toen hij het kistje in elkaar gezet
had, verzond hij het met het bekende
gevolg.
Onder de mededeelingen over zijn
huwelijksleven, is bekl. zeer aange
daan.
Op de vraag van den president, wat
het doel eigeniyk van hem was, toen
hy het kistje zond, zegt bekl., dat hij
wilde, dat. zijn vrouw eens flink toe
getakeld werd. Toen het kistje weg
was, had hy wel eenigszins spyt.,
later echter weer niet.
Hierna werd bekl.'s vrouw gehoord.
Zy geeft op 34 jaar te zyn en in
Maart 1905 met bekl. te zijn gehuwd.
Aanvankelijk ging het goed, doch
haar man begon te drinken en daarna
begon de ellende. Als hij dronken
was, werd zij mishandeld en voort
durend was er twist. Het gevolg hier
van was, dat zy in den loop van de
jaren telkens van hem afging. Bekl.
liet haar echter niet met rust, kwam,
telkens terug en beloofde dan beter
schap. Maar eenmaal terug, begon
het weer opnieuw. Samen hebben ze
gewoond in Duitschland, daar heeft
hij reeds met den dood bedreigd. Ook
hier te lande teruggekeerd, bedreigde
hy haar meermalen met den dood.
Eenmaal wierp hij een fleachje vitri
ool over haar kleeren.
Getuige erkent, dat zij, eenmaal
van hem af zynde, met een ander is
gegaandat deed ze om van bekl. te
kunnen scheiden. Zy ontkent pertinent
ooit in intieme verhouding tot een
anderen man te hebben gestaan. Ver
volgens deelt zy mede wat baar weder
voer, tóen zy het.kistje ontving en
dit open maakte. Zy kreeg ernstig?