HELDERSCHECOURANT VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna No. 4497 DONDERDAG 29 JULI 1915 43e JAARGANG Abonnement per 3 mnd. 65 ct., franco per post 90 ct., Buitenland f 1.90 Zondagsblad 37£ 45 0.75 Modeblad 65 75 1.00 Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER Bureau: Koningstraat 29 Interc. Telefoon 50 Op pagina 4 van dit blad Is opgenomen 1. Uit den Omtrek. 2. Schetsen uit de Rechtzaal. 3. Feuilleton, enz. DE WEEK. 27 J u 1 i. Het Parlement heeft inderdaad ge toond, dat 't „or nog is"!... In „de week van Rambonnet", om 't zoo eens te noemen, heeft ons Lager huis het hoofd moeten buigen, de twee kruisers van tien millioen 't stuk „slikkend". Maar in „de week van Bosboom", dewelke eindigde om streeks het middernachtelijk uur tus- sohen Vrijdag 23 en Zaterdag 24 Juli heeft de Tweede Kamer revanche genomen. Daarna werd zij gansche- lijk door de zucht naar 't eindelek voor haar ingetreden zomer-recès overrompeld. Zoodat het bagatel van negentig millioen oorlogskrediet er in „een vloek en eenzilcht", natuur lijk figuurlijk, in de schoone taal van wijlen Stekeltje van den Dam, uit de oude „Doofpot"-revue van een kwarteeuw geleden, gesproken doorging. Als gold 't een suppletoir begrootinkje van een paar duizend gulden. "Wij zijn nu eenmaal, in deze tijden, den tel kwijtgeraakt. In periode van internationale menschenslachterij van zoo-en-zooveel duizenden per dag of ook wel per uur, waarin een paar milliard per week aan het liefelyk- frisache „krygsspel" worden besteed, is ook het neutrale Nederland aan leeningen van ettelijke tientallen mil- lioenen gewend geraakt. Een bericht als bijv. dat sinds 1 Januari jl. vijf millioen gulden (waarvan de helft in Zuid-Holland) bestemd is aan kosten voor hot afmaken van vee, ter be strijding van het mond- on klauwzeer, och ja, we vinden 't „wel wat duur", maar toch niet zoo heel erg bijzon der. Het neutrale Nederland zal zijn weermacht niet vergrooten. In het Engelsche Lagerhuis werd al belang stellend geïnformeerd naar de zaak, - weten wij, eD van de regeerings- tafel werd welwillend erkend, dat men hier te doen heeft met eene zaak, die slechts de Nederlandsche regeering betreft. Ook is ons niet verzocht", weten wij nu uit „de meest gezaghebbende bron" te 's Gra- venhage om Belgisch-Engelsche troepen over Nederlandsch grondge bied naar zee te laten trekken. Jan Salie en zijn verwanten, - welke soort, volgens ds. Brummelkamp, nu in Patria „aan 't woord" zijn, - sidder den en verbleekten reeds. Maar dit alles heeft niet belet, dat de Tweede Kamer, zich van haar macht weer bewust, in het Landstorm-ontwerp slechts een nood- en aflossings-wet wenschte te accepteeren. Als de man nekens der lichtingen van '12 en '13 er ten slotte aan zullen moeten ge- looven, 't zal al het uiterste zijn. De rest kan zei generaal Bosboom haar ongerustheid „in een kastje opbergen". En 't ongeluk heeft ge wild, dat de ongelukkige, nog steeds niet geheel-opgehelderde „lapsus", fout, omissie, uitlating, flaterhoe gij 't noemen wilt in de Memorie van Antwoord de regeering ganschelijk vleugellam maakte. Zal zij over één mannetje meer wenschen 'te beschik ken van den Landstorm, nadat de Landweer lichtingen geheel door Land- stormers zijn vervangenze zal er, per speciaal ontwerp, verlof voor moeten komen vragen aan de Staten- Generaal. AlthansWanneer Wat Gode moge verhoeden... de loop der omstandigheden niet plotseling een eind maakt aan kritiek en controle der Kamers, de Regeering wozenlljk- dïotatoriale macht schenkt, ter ver dediging van het in oorlogsnood ge brachte land De heer Marchant, de strijdvaardig- acherpe, vrijz.-democratischè afgevaar digde voor Deventer, heeft minister Bosboom genoopt in comité-generaal over dislokatie der troepen en andere, zeer-actueele kwestiën de Vertegen woordiging „licht" te schenken. Zelfs heeft mr. Marchant (inmiddels, in de vacature-mr. dr. Van Leeuwen, lid van den Defensie-raad geworden) geklapt uit de geheime zitting, toen hij verklaarde „reden te hebben" om aan te nemen, dat „de Regeering de dislokatie der troepen nader zou Verder is niets verluid van de ge heime besprekingen. De Nederland sche „persmuskieten" weten er nog altijd evenveel d. i. even weinig van als op dien 21sten Juli, toen zij zich, van elf ure 's ochtends tot vier ure 'a middags, hetzij groepeerden op en om het Binnenhoffonteintje, waar boven de gulden pop, voorstellend Roomsch-koning Willem II prijkt, of in de straten van het Haagsche cen trum slenterden,telkenstelefoneerend, of „er nog geen schot inkwam".De arme vertegenwoordigers van de „Koningin der Aarde", die voor de keuze werden gesteld, dien Woens dag, om of „in 's Freie" te gaan of- opgesloten te worden totdat de deuren des Parlements weer zouden worden geopend. Zy dachten aan het comité- generaal van ruim veertig jaren hèr (over de Atjeh-misère), dat vier dagen duurdeEu haastten zich uit het gebouw, waar de centrale draden samenkomen van de zeer-gecompli- ceerde „machine", ook wel staats machine genaamd. Den I5en Augustus a.s. zal het oude Torentje wéér bewoond zijn door Advertentiën van 1 tot 4 regels (bij vooruitbet.) 30 cent. Elke regel meer 6 ct. Ingezonden mededeelingsn van 1 tot 4 regels 75 cent. Elke regel meer 15 cent. Advertentiën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hoogor berekend. Qroote letters en cliché's naar plaatsruimte. - Bewijs-exemplaar 2} cent. een „nieuwen heer". Minister Cort v. d. Linden blijft de traditie (door Thorbecke aangevangen) getrouw. Slechts dr. Kuyper versmaadde, als hoofd van Binnenlandsche Zaken, het Torentje en koos een der beneden vertrekken van het uitgewoonde ge bouw, dat nu vervangen is door een fraai en comfortabel huis van sobere architectuur; waarvan de kleur zich gaandeweg aan de Binnenhof-tinten moet aanpassen. Wio het ware schoon van 't nieuwe departement wil ge nieten, moet er binnentreden en zijn oogen den kost geven. Een der aar digste vondsten van den man, die de verschillende emblemen ontwierp is wol het aanduiden van Binnen landsche Zaken zelf door een prullen mand met een vraagteeken er-boven. Inderdaad, deze geestige bol blijkt heer Bureaucratius zoowel te hebben bespied als doorgrond! Van iets, op komkommer-tijd ge lijkend, zal ditmaal begrijpt men niets zijn te bespeuren. Wanneer straks de Senaat de grootere en klei nere ontwerpen, door het Parlement goedgekeurd, voor de Koninklijke signatuur zal hebben rijp gemaakt, breken hopen we althans voor de Binuenhofferij enkele weken van ononderbroken rust aan. Over bommen-misère hebben wij Ik „klop 't Ijlings af", o lezer gelukkig in betrekkelijk langen tijd niets vernomen, voor Nederland te betreuren. Nu en dan zweeft er een Zeppelin over Vlieland of ergens elders in die streek. Een soldaat in Zeeuwsch-Vlaanderen, die geen reke ning hield met de geëlectriseerde draadversperring, moest 't met zijn leven boeten. En er komen glazen bollen aandrijven Volgens sommi gen gevuld met de liefelijke stik gassen volgens anderen dood-onschul- dige en onschadelijke dingsigheden, afkomstig van Schotsche visschers, die ter kabeijauw-vangst gingen. De Romeinen waren gewoon te zeg gen: „In dubio abstiue". Wanneer ge twijfelt, houd U dan liefst op een afstand, zou men 't vrij kunnen vertalen. Waar 't vreemde dingen betreft, die in dezen tijd komeu aan drijven, is dat advies m. i. goud waard. Best mogelijk, dat die glazen bollen dood-onschuldig zijn. Maar wie zich herinnert aan zekere zeer-des- kundige verklaringen en ophelderin gen betreffende de „mijnen"Cetera desuntI We krijgen monumenten. In de Haagsche Carnegie-laan Charles van Wljk's beeld ter eore der nagedachte nis van Jacob en Willem Maris. En óók in de Hofstad het Thomson- monument, dat evenzeer door Van Wijk zal worden ontworpen. Aan de zevenduizend gulden, voor Thomson's beeld noodig, ontbreekt nog wat. 't Zal wel worden geschonken. De brand en stormt(jd, verlooperi sinds den dood van den kranigen Nederlander, die in Albanië viel als slachtoffer van zijn plicht en volharding temidden van groote gevaren en ondanks al 't ontmoedigende der situatie, die maanden van wereldcrisis zullen de herinnering aan Thomson zeer zeker nog niet dermate verflauwd, verbleekt hebben. Ondanks het zeer-vele, dat nu van de offervaardigheid wordt gevergd en in de komende herfst- en winter maanden in nog véél sterker mate zal worden gevraagd. Onze Koningin, met haar nieuwe gift van een halve ton-gouds voor het K. N. Steun comité, heeft het sein gegeven. En dat goede voorbeeld moge allen, die bij machte zijn om van 't hunne af te staan, prikkelen om met de daad, te toonen, dat zij den ernst der t(jden en van de noodon, die nu in klimmende mate heerschen, beseffen Me. Antonto. DE OORLOC. De offlcieele legerberichten van 26 en 27 Juli. Op het Westelijk front blijft het bij artillerie- en mangevechten. Van Fransche zijde wordt nog een klein succes gemeld, n.1. het uitbrei den van de stellingen op*den rug van den Lingekopf, en het bezetten van den top tusschen Linge en Carrière. Door de Duitscliers werd tot driemaal toe getracht het verloren terrein te heroveren, doch tevergeefs. In de Argonne werden twee aan vallen der Duitschers eveneens afge wezen. Verder over het geheele front artillerie- en mljngevechten. Duin kerken werd door vijandelijke vliegers bestookt. Van Duitsche zijde wordt het dooi de Franschen in de Vogezen behaalde voordeel erkend. De voorste loop graven op den Lingekopf vielen in handen van de Franschen. Daarentegen hebben de Duitschers in de westelijke Argonne eenige Fransche loopgraven bezet. Ten N.W. van Tourcoing en bij Peronne werden vijandelijke vliegers tot landen gedwongen. De vliegers werden gevangen genomen. Van het O o s t e 1 lj k front. Het Russische legerbericht van den 26sten deelt mede, dat de offensieve beweging der Duitschers in Koerland, in de richting van Schlok (halverwege Tukkum—Riga) tot staan gebracht werd. Het geschut der schepen hielp hieraan mede. Tusschen Duna en Njemen, zijn do Duitschers het front Pone wesj Keidany genaderd. Vanuit het Z.W. naderen de Duitschers eveneens de vesting Kowno. Er zijn hier thans nieuwe gevechten begonnen. Aan de Narew-linie gaan de Duit schers voort met hun aanvallen op de Russische stellingen aan de Pissa. Tot nog toe echter zonder succes. Ten Z. van Rozan werden de Duit sche troepen, welke de Narew waren overgetrokken, teruggeworpen. Z. O. van Pultusk werden de aanvallen afgeslagen. De gevechten bij de voorste ver dedigingswerken van Nowo Geor gië wsk en op den linkeroever van den Weichsel duren voort. De slag tusschen Wieprz en Boeg wordt met buitengewone hevigheid voortgezet. Zondag deden de Duit schers over b(jna het geheele front een aanval. Vooral ten N. van Gru- brieszow werd de aanval met groote troepenmacht ondernomen. De Russen slaagden er echter in alle aanvallen af te slaan en ondernamen met succes tegenaanvallen. Overigens is er aan het front geen verandering. Met welk een ontzaggelijke troepen macht de Duitschers de Russische stellingen aanvallen, blijkt uit een bericht uit Petersburg aan de Times, dd. 27 Juli. In deze mededeeling wordt o.a. gemeld Ofschoon de bedrijvigheid der Duit schers op het oogenblik voornamelijk rechtstreeks tegen de fronten aan de Narew en bij Kowno gericht is, blijft het voornaamste tooneel der krijgs bedrijven de streek ten Zuiden van den spoorweg van Lublin naar Cholm. Volgens een geloofwaardige schat ting beschikt de vijand in de streek rondom Kowno over 8 legerkorpsen èn over evenveel langs de Narew- linie, terwjjl er 21 tot 23 legerkorpsen zijn op het gevechtsterrein ten zuiden van Lublin on Cfiplm, behalve het leger bij Sokal en de strijdmacht, welke ten westen van Warschau staat en waarschijnlijk 4 tot 5 legerkorpsen sterk is. Over de gevechten aan de Narew- linie zegt dezelfde berichtgever: De toestand van den vijand aan de Narew-linie is niet bepaald benijdens waardig, zooals de militaire 'mede werker van het Nowoje Wremja uit legt. De opmarsch naar de rivier, de voorbereiding van de forceering van den overtocht, kwam hem alleen reeds op reusachtige offers te staan, welke niet gerechtvaardigd kunnen worden door de bereikte resultaten en zelfs door de vermeestering van enkele overgangen ton koste van even groote verliezen. Het zal den vijand geen daaraan evenredige voor deeion opleveren, aaugezien hij over geen strategische reserve beschikt. De gesteldheid van het terrein aan de rivier, welke geen overal even sterke verdediging toelaat, verklaart, dat de vijand in staat is geweest een tijdelijk succes te behalen door op verschilende punten zooals bij Pultusk aan den anderen oever te' komen. Doch in aanmerking genomen, dat hij zijn geschut niet over de rivier gezet heeft, wordt verwacht, dat hij zich niet zal kunnen handhaven. Volgens het Duitsche legerbericht van den 26sten wordt de marsch der troepen, ten Z. van Mittau en ten N. van Njemen, in O. richting voort gezet. De Russen worden hier ach tervolgd. Vanuit Mittau deden de Russen eën uitval, welke werd afge slagen. In deze mededeeling wordt verder gesproken over een „poging" van de Russen om de over de Narew ge trokken Duitsche afdeelingen terug te dringen. Deze beweging werd echter verijdeld. De Russen verloren 3319 man aan gevangenen, en.lieten 13 machinegeweren in handen der Duitschers. O. en Z.O. van Rozan trokken de Duitschers in O. richting verder. Z.O. van Pultusk, aan de Prut wordt nog hardnekkig gevochten. Verder is aan het Weichsel front geen verandering. Omtrent den strijd bij Grubieszow wordt van Duitsche zijde medegedeeld, dat de Russen uit verschillende plaat sen verdreven werden. Hierbij namen de Duitschers 3941 man, w.o. 10 officieren gevangen. Overigens is de toestand der Duit sche troepen onveranderd. Het Oostonrljksche communiqué maakt melding van gevechten om een hoogte bij Sokal, welke van groot belang was voor het bestrijken van den overgang van do Boeg. Zij werd den 26sten door de Oostenrijkers be stormd en genomen. 20 Officieren en 3000 man werden gevangen genomen. Bovendien werden nog 5 machine geweren buitgemaakt. Verder wordt medegedeeld, dat de gevechten ten N. van Grubieszow oen gunstigen loop hebben. Ingezonden Mededeeling. HERMAN NYPELS - HELDER. Heerenmode-Artikelen. Gemaakte kleeding. Kleeding naar maat. Steeds het nieuwste* Van het Z u i d e 1 ij k front. Het Italiaansche legerbericht van 26 dezer geeft aan dat de Italianen vorderingen maakten. De loopgraven op den heuvelrug van San Martino aan de hoogvlakte van de Karst werden bestormd. Op den rechtervleugel werd de berg Seibusi herhaaldelijk genomen en verloren. Ten slotte wisten de Itali anen het grootste gedeelte te behou den. In het bosch was het gevecht al bijzonder lievig. De Oostenrijkers hadden zich hier krachtig verschanst en moesten met bajonetgevechten verdreven wordön. 1600 man werden gevangen genomen. Het Oostenrijksche bericht maakt alleen melding van een bestorming van de stelliDgen aan den rand van de hoogvlakte van Doberdo. De aan val werd afgeslagen. Verder is er aan het geheele front niets belang rijks gebeurd. Aan de Dardanellen is ook niets bijzonders voorgevallen. Alleen wordt van Turksche zijde nog medegedeeld, dat de Fransche onderzeeboot „Mari- otte" in de zeeengtü tot zinken werd gebracht. 31 man van de equipage werden gevangen genomen. De „Times" verneemt uit Mytilene, dat volgens bericht uit Boekarest de twee Engelsche duikbooten in de Zee van Marmora in de voorlaatste week tweo barken met munitie in den grond hebben geboord, de Gouden Hoorn zijn binnengedrongen en een Turkschen torpedojager, die aan de kaai lag, hebbon aangevallen, be schadigd, maar niet tot zinkeu ge bracht. De dulkbooten-oorlog. Door een Duitsche onderzeeër is na het afzenden van de Amerikaan sche nota wederom een Amerikaansch stoomschip, de „Leelanaw", in den grond geboord. De bemanning werd aan boord van den onderzeeër ge nomen en tot in de nabijheid van de Engelsche kust gebracht. Vóór het schip werd aangevallen, zag men een tweetal andere schepen, waarvan één blijkbaar een Engelsch, lu den grond boren. Uit Washington wordt gemeld, dat het torpedeeren van dit stoomschip diepen indruk gemaakt heeft. Of het feit onder de laatste Amerikaansche nota valt, kon nog niet worden mede- Verder werden door de onderzeeërs 9 trawlers tot zinken gebracht. De bemanningen werden gered. Een Noorach stoomschip in den Atlantischen oceaan onderging het zelfde lof. Een tweede stoomschip van dezefde nationaliteit werd naar Cuxhaven opgebracht. De Noorsche regeering heeft bericht gekregen, dat het Noorsche stoom schip „Progresso", van de Tyne naar Rouaao, op de reede van Yarmouth aan een torpedo-aanval heeft bloot, gestaan. De torpedo ging onder het schip door en ontplofte op een zand bank iu de buurt. Eon dikke mist belette te zien, waar de torpedo van daan kwam. Van het Oostelijke gevechts terrein. Een oorlogscorrespondent van de Nationalzeitung schrijft uit Tarnow, wat hij van goed ingelichte zijde heeft gehoord. Hij meldt: De concentrische opmarsch van de verbonden legers tegen de West- Russische vestingen gaat onophoude lijk voorwaarts. Deze opmarsch is echter met groote moeilijkheden ver bonden, die aan den eenen kant be staan in den wanhopigen tegenstand van den vijand, die groote en tot nog toe achtergehouden reserves in het vuur gebracht hoeft, en ook in de moeilijkheden van hot terrein. De bedoelde reserves hadden de Rus sen in en om Lublin verzameld. Wat den vijand betreft, deze heeft evenals in Mei en Juni, onder de groote doorbraak in Galieië, mot gebrek aan schietvoorraad te kampen. Daaren tegen is het onjuist, dat de Russische troepen aanzienlijk aan weerstands vermogen verloren zouden hebben, want zij toonen zich vooral bij de talrijke achterhoedegevechten buiten gewoon dapper, hardnekkig en slechts bij eenige troepenafdeelingen, die zonder hoogere officieren vechten, komt het voor, dat zij zich iets ge makkelijker overgeven. Bij Krasnostaw zijn bloedige ge vechten van man tegen man geleverd. Het kwam Lot aanvallen met de bajonet. De Russen lieten de bestor mers nabij komen, verweerden zich en moesten letterlijk uit de loop graven gesmeten worden. Zij hadden daar sterke strijdkrachten verzameld, brachten steeds weer nieuwe mannen in het gevecht en het grootste door zettingsvermogen was noodig, om de doorbraak mogelijk te maken. Wat het gevechtsterrein in Polen betreft doet zich het gebrek aan goede wegen hinderlijk gevoelen en ook het zand, waarin de mannen tot de knieën wegzakken, bemoeilijkt alle bewegin gen. Het vooruitbrengen van de ar tillerie eischt groote inspanning en de kanonnen moeton vaak met acht, ja zelfs met twaalf paar paarden bespannen worden. De vijand heeft natuurlijk met dezelfde moeilijkheden te kampen en wordt daardoor zeer in zijn bewegingen belemmerd. Het dreigende gevaar voor Lublin en Iwangorod heeft het Russische legerbestuur juist ingezien en met het oog hierop wordt alles om den opmarsch van de .legers Mackensen en aartshertog Jozef Fer- dinand tegen te houden. Als verdedi gingsstelling werd de spoorweglljn tusschen Lublin en Iwangorod ge kozen, waartegen zich dan ook on middellijk de aanval richtte. Het in het leger van Mackensen vechtende Oosten rijksche corps Arz kon echter bij Rozana doorbreken. Een tweede doorbraak vond plaats aan den weg van Piaski naar Biskoepice. De Duit sche troepen, die er vochten, deden den nachtaanval, die tot den morgen duurde en volledig succes had. De troepen van aartshertog Jozef Ferdi- nand stuitten in het gebied van Borzechow op Siberische soldaten, die daar sterke stellingen verdedigden. Eenige aanvallen werden afgeslagen, tot het ten slotte gelukte in de loop graven van den vijand te komen. Er ontstond een groote verwarring onder de Russen en 6000 Siberiërs werden gevangen genomen. Om de dreigende ramp bij Lublin af te wenden, laat het Russische legerbestuur aan den beneden-Dnjestr de aanvallen tegen de aan den Noorde lijken oever van de rivier staande troepen van generaal Pflanzer Baltin voortzetten, in de hoop, dit leger te kunnen dwingen, zijn stellingen op te geven. Tot nu toe zijn al deze pogingen onder groote verliezen mislukt. Het algemeen karakter van de Russische operaties in IZuid-Polen is een strijd der achterhoede op groote schaal. Slechts voet voor voet wijken de Russen terug, zij trachten overal hun stellingen tot het uiterste te houden, waarmede zü den opmarsch van de verbonden legers echter slechts ver tragen, maar niet verhinderen kunnen. Van krijgswetenschappeljjk standpunt beschouwd, handelt het Russische legerbestuur volkomen juist en doet het wat het kan. Het schijnt zich bewust te zijn, dat het verderf slechts vertraagd, maar niet verhinderd kan worden. Maar het is toch bewonderens waardig, zooals de vijand, mot het oog op zijn gebrek aan ammunitie, zich verdedigt. Aan de Isonzo en bij flörz. Aan de „Berl. Lok. Anz." wordt geschreven, dat van den strijd aan de Isonzo, die thans den vorm aanneemt van één der geweldigste en verschrik kelijkste gevechten van dezen wereld oorlog, nu reeds eeu week duurt en het eind nog steeds niet valt te voorzien. Ook in den derden slag aan de Isonzo was de hoofdstormaanval der Italianen gericht tegen het plateau van Doberdo, dat door hun artillerie hevig beschoten werd. De heftigheid waarmede hier gestreden wordt, over treft zelfs die van de doorbraak bij Tarnow en Gorlice. Uit kabelballons leiden de Italiaan sche waarnemers van de artillerie het vuur en richten dat zelfs op vaar tuigen en personen. Drie dagen achter een donderden hier bijna onafgebroken de kanonnen en na een rust van enkele uren werd het verschik kelljke vuren Maandag weder hervat. Met bewonderenswaardigen moed bieden de Ooatenrijksche troepen, die uit alle mogelijke volksstammen van de mo narchie zijn samengesteld, tegenstand. Ook om Görz wordt nog steeds hevig gestreden en b(j deze gevechten moeten de Italianen, volgens verkla ringen van gevangenen, reeds zware verliezen geleden hebben. De Italiaansche vliegers, die aan de operaties medewerken, doen herhaal delijk pogingen om den spoorweg, die achter de stellingen der Oosten rijkere gelegen is, te vernielen. Zij komen hoofdzakelijk boven Nabresina en werpen daar bommen, zonder dat deze echter tot dusverre schade van beteekenis hebben aangericht. In ds Adrlatlscha zas. Van Italiaansche zijde wordt ge meld, dat het eilandje Pelagosa (een klein eiland in het midden van de Adriatische zee) door de Italianen bezet is. Deze bezetting was noodig, daar men vanaf het eiland de bewe gingen van de Italiaansche vloot kon waarnemen en door middel van opti sche seinen naar de Dalmatiache kust kon overbrengen. Door torpedojagers en hulpkruisers werd des nachts het eiland genaderd en werden de troepen aan land gebracht. De bezetting werd gevangen genomen. Tegelijkertijd werd door Fransche torpedojagers een actie ondernomen tegen het eiland Lagosta. De onder- zeesche telegraafkabel werd doorge sneden en een approviaudeerings- station voor onderzeeërs vernield. Een afdeeling gelande matrozeu werd met geweervuur bestookt en verloor een Aan da Zwarte Zse. St. Petersburg, 28 Juli. Mededeeling van den grooten generalen staf: Onze torpedobooten hebben Zondag aan de kust van de kolenstreek 40 zeilschepen met kolen vernield, be nevens inrichtingen van nieuwe mij nen en een hangende brug. Engelsche verliezen. Blijkens de Engelsche verlieslijsten van 20 Juli zijn 5 officieren gesneuveld, 9 gewond. Bovendien worden dd. 10 Juli 1062 manschappen als gedood, gewond of vermist opgegeven. Van de vloot zijn 3 officieren gewond. Uit Dultschland. Het begint in Duitschland nu mee- nens te worden met de maatregelen tegen meisjes, die met Fransche krijgsgevangenen flirten. Te Konstanz zijn in de plaatselijke bladen de namen van twee meisjes, -die briefjes aan gevangenen toestopten, openbaar ge maakt en te Kolmar zij zelfs twee meisjes, die gevangenen op straat kushandjes hadden toegeworpen, ge vangen genomen. Uit Rusland. De St. Petorsburgsche correspon- pent van de Daily Mail zegt dat op het Russische ministerie van oorlog thans „schoon schip" is gemaakt, in dien zin dat allen, die verantwoordelijk zijn geweest voor de onvoldoende ver zorging van het leger met munitie, zijn ontslagen. Naar buiten is dat al leen gebleken door het ontslag van Soechomlinof, den minister van oorlog, en diens assistent-minister. Alles wordt er nu op gezet, om de schade in te halen. Zoo heeft generaal Roessky laten bekend maken dat hij geen stakingen zal dulden en dat staking als verraad zal worden be schouwd. De correspondent geeft dan verder de zienswijze in Russische militaire kringen omtrent het plan van de Duitschers weer. Hun doel is, de vestinglinie van Warschau te nemen, ten einde hun front te bekorten en gemakkelijk verdedigbaar te maken en dan legercorpsen naar het Westen over te brengen. Hen dat te beletten is het streven van de Russische legers. Rusland wil de Duitschers zoolang ophouden, tot de geallieerden op het westelijk front den aanmaak van munitie tot de ver- eischte hoogte hebben opgevoerd. De uitslag van den slag aan de Narew- linie is derhalve nog van meer belang voor Engeland, Frankrijk en België dan voor Rusland. Da Amorlkaansoho nota aan Dultschland. De Berltjnsche correspondent van de „Frankf. Ztg." constateert dat de geheele Duitsche pers de Amerikaan sche nota als een onvriendschappe lijke daad tegen Duitschland zoo stellig mogelijk heeft afgewezen. Af te wachten blijft hoe de Duitsche regeering de nota zal beantwoorden, i Dat er een antwoord op zal komen, acht de correspondent buiten twijfel, want de nota bevat zooveel dwalin gen en spreekt zichzelf zoo vaak tegen, dat het geen kwaad kan, ala zulks van de in dezen bevoegde zijde aan de geheele wereld wordt blootgelegd. Intusschen magmen nauwelijks hopen, dat de uiteenzetting der Duitsche regeeriDg „den door onpractische theorieën bevangen president der Yer. Staten zal overtuigen. Wie onomwon den betoogt, dat hij de torpedeering van Engelsche schepen, bewapend of onbewapend, als een opzettelijk on vriendschappelijke daad aanmerkt, indien daarbij Amerikaansche burgers zijn betrokken, die heeft zich zijn oordeel zoo vast gevormd, dat hij geen opheldering meer verlangt, doch wil afwachten, of de gebeurtenissen hem zullen stellen voor de vraag, of hij de consequenties van zijn opvat ting zal aanvaarden. Op dien grond komt het er weinig op aan, of de Duitsche regeering de opmerkingen, waartoe de nota aanleiding geeft al of niet binnen korten tijd te Washing ton zal maken. Evenals op het oor logsterrein te land, zullen ook in dit opzicht de feiten spreken." De Fransche pers Is van oordeel dat de Amerikaansche nota duidelijk de rechten der onzijdigen omschrijft en op den voorgrond stelt. De „Matin" zegt dat de nota de hoop der geallieerden op interventie van de Yer. Staten in de kwestie van den duikboot oorlog verlevendigt. „Petit Parisien" en „Gaulois" zijn van oordeel dat de nota Duitschland noopt, .onomwonden te verklaren of het den duikboot-oorlog al dan niet op den ouden voet wil voortzetten. „Echo de Paris" schrijftDe uitdruk king „opzettelijk onvrienachappeljjk" beteekent een verscherping der pro testen tegen de wijze, waarop Duitsch land tegen koopvaardijschepen op treedt. De beteekenis van deze woor den is duidelijk al9 men in aanmer king neemt dat het prestige der Ver. Staten op het spel staat. De „Liberté" heeft van de nota de indruk gekregen dat het geduld van de Ver. Staten ten einde is en dat zij de Duitsche politiek om de kwestie op de lange baan te schuiven, niet langer willen Engaland an Amerika. Door Amerika was aan Engeland een nota gezonden aangaande de be lemmering van den handel van Amerika met de neutrale staten. De door Engeland gezonden antwoord nota houdt staande dat Engeland zich gericht heeft naar de beginselen van het Volkenrecht, en dat indien een onzijdige regeering zich gekrenkt zou voelen, zoo noodig de scheidsrechter lijke weg openstaat. Echter is door den Engelschen Min. van Buitenlandsche zaken aan den Amerikaanschen staatssecretaris ver zocht de gezonden antwoord-nota niet openbaar te maken, aangezien een andere nota wordt opgesteld. BINNENLAND. Bark In brand gestoken. Dinsdagmorgen werden teIJmuiden door den stoomtrawler IJM. 196 Her cules, schipper Koster aangebracht negen personen, zijnde do geheele be manning van de Noorsche in Chris- tiania thuisbehoorende houten bark „Harboe", welke door de Duitschera in brand gestoken werd. De gezagvoerder van de bark, den heer Erichsen, deolde mede dat het zeilschip met eene lading pit-props van Holmestrand naar Bunderland onder weg was. Op 56 gr. 4 min. N. B. en 2 gr. 32 min. O. L. gekomen zagen zij eenige Duitsche duikbooten op zich afkomen, waarvan één de leiding scheen te hebben. De commandant van die boot gelastte den Noorachen kapitein een boot uit te zetten en eenige Duitsche matrozen af te halen. Natuurlijk werd aan de lastgeving voldaan en kwam een Duitsche zee officier, vergezeld van v(jf gewapende matrozen, op de bark over en door zocht alle papleren. Deze stak by in den zak en gaf de Noorsche beman ning de traditioneele vijf minuten tijd om zich in de booten te redden. Deze tijd werd echter verlengd tot tien minuten, toen hij even daarna terug kwam en opdracht scheen te hebben om het schip in brand te steken. Het was voor ons een verschrikke lijk gezicht, zei kapt. Erichsende natievlag werd in petroleum, die wtf zelf moesten aandragen, gedompeld om daarmede alleB aan te steken. De ruiten van de woonruimten werden ingeslagen en andere dingen vernield. Niets hebben wij kunnen redden dan hetgeen wij aan ons lijf hadden. Alleen de chronometer en een sextant, want zelfs de scheepspapieren wilden de Duitsche officieren niet meer terug geven. Wij zaten ongeveer een half uur in de booten, het was gelukkig prach tig weer, toen de Nederlandsche atoom trawler „Hercules", die van IJsland naar IJmulden terugkeerde, ons be merkte stopte en ons ovèrnam. Wij zijn bij de Nederlandsche visscher» liefderijk ontvangen, betuigde kapt. Erichsen nog. Hij deeelde voorts nog mede dat terwijl hij aangehouden werd nog drie andere Noorsche schepen in brand werden gestoken. De namen van deze kon hij uitteroard niet opnemen. De bemanningen zullen vermoede lijk gered zijn door een Deensch stoomschip, dat in de nabijheid was en eveneens door de Duitsche duik booten tot stoppen gedwongen scheen worden. Uit 's-Gravenhage meldt men, dat de andere schepen, welke eveneens werden in brand gestoken, waren twee Noorsche schepen en een Zweedsche zeilschip. De bemanningen dezer sche pen werden gered door een Deensch stoomschip. Esn gemeente-secretaris. Men schrijft aan het Hbld.: Het blijkt meer en meer dat het toch wel wenschelijk zou zijn, eenige wijziging te brengen In de wettelijke bepalingen, regelende de benoembaar heid tot gemeente-secretaris, opdat men eenigen waarborg krijgt, dat niet geheel ongeschikten benoemd worden, en gevallen, zooals er zich nu weer een opdoet in de Limburg- sche gemeente Nederweert, niet meer kunnen voorkomen. In die, ongeveer 6000 inwoners tellende gemeente, kwam voor enkele maanden de betrekking van secretaris vacant en onder de sollicitanten was ook een der gemeenteraadsleden, wiens zaken als bierbrouwer niet al te best marcheerden en die het daar om wel geschikt vond om benoemd te worden in deze betrekking, die met duizend gulden per jaar wordt gesalarieerd. Door zijn medoraads- leden vóór te praten dat hij 't werk ter secretarie (waarbij de afgetreden titularis werd geadsisteerd door een ambtenaar en een volontair), best heelemaal alleen zou kuunen opknap pen wanneer hy benoemd werd en door 't worken van een invloedrijk familielid, werd hy voor de functie aangewezen met zes van de elf stem men, by welke aanwyzing hy zich niet ontzag om op zich zelf zyn Btein uit te brengen. Door deze benoeming wordt de be volking van Nederweert in heftige beroering gehoudenmen weet alge meen dat de nieuwe functionnarls van gemeentezaken vrywel absoluut geen veratand heeft; bovendien is men niet zeer op hem gesteld, 't Gevolg van de benoeming is al ge weest, dat de burgemeester, een niet zeer krachtige peraooniykheld, die 't niet aan wil en niet aan durft om bygestaan door den nieuwen secre taris, de gemeentezaken te behande len, met ingang van 1 September ontslag heeft gevraagd. Verder heeft een der wethouders, die niet de risico wil loopen om, by afwezigheid van den burgemeester, met den nieuwen secretaris te moeten samonwerken, te kennen gegeven, dat hy niet voor een herbenoeming in aanmerking wil komen. En eindeiyk hebben de ambtenaar en de volontair ter secre tarie beiden hun ontslag genomen, zoodat de nieuwe titularis alleen op het raadhuis zit, ter behartiging van de gemeentebelangen, waarvan by niet op de hoogte is. De inwoners van Nederweert wach ten nu met groote belangstelling den verderen loop der gebeurtenissen af en velen onder hen zien het hoofd schuddend aan dat In dezen tyd, nu er vooral by de uitvoering der sociale wetten aan de keunis van de gemeen te-secretaris zulke hooge eischen ge steld worden, iemand die deze kennis niet bezit, tot deze botrebking wordt benoemd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1915 | | pagina 1