HELDERSCHECOURANT
VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE
Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna
No. 4497
DONDERDAG 29 JULI 1915
43e JAARGANG
Abonnement per 3 mnd. 65 ct., franco per post 90 ct., Buitenland f 1.90
Zondagsblad 37£ 45 0.75
Modeblad 65 75 1.00
Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER
Bureau: Koningstraat 29 Interc. Telefoon 50
Op pagina 4 van dit blad Is
opgenomen
1. Uit den Omtrek.
2. Schetsen uit de Rechtzaal.
3. Feuilleton, enz.
DE WEEK.
27 J u 1 i.
Het Parlement heeft inderdaad ge
toond, dat 't „or nog is"!... In „de
week van Rambonnet", om 't zoo
eens te noemen, heeft ons Lager
huis het hoofd moeten buigen, de
twee kruisers van tien millioen 't
stuk „slikkend". Maar in „de week
van Bosboom", dewelke eindigde om
streeks het middernachtelijk uur tus-
sohen Vrijdag 23 en Zaterdag 24 Juli
heeft de Tweede Kamer revanche
genomen. Daarna werd zij gansche-
lijk door de zucht naar 't eindelek
voor haar ingetreden zomer-recès
overrompeld. Zoodat het bagatel van
negentig millioen oorlogskrediet er
in „een vloek en eenzilcht", natuur
lijk figuurlijk, in de schoone taal van
wijlen Stekeltje van den Dam, uit
de oude „Doofpot"-revue van een
kwarteeuw geleden, gesproken
doorging. Als gold 't een suppletoir
begrootinkje van een paar duizend
gulden. "Wij zijn nu eenmaal, in deze
tijden, den tel kwijtgeraakt. In periode
van internationale menschenslachterij
van zoo-en-zooveel duizenden per dag
of ook wel per uur, waarin een paar
milliard per week aan het liefelyk-
frisache „krygsspel" worden besteed,
is ook het neutrale Nederland aan
leeningen van ettelijke tientallen mil-
lioenen gewend geraakt. Een bericht
als bijv. dat sinds 1 Januari jl. vijf
millioen gulden (waarvan de helft in
Zuid-Holland) bestemd is aan kosten
voor hot afmaken van vee, ter be
strijding van het mond- on klauwzeer,
och ja, we vinden 't „wel wat duur",
maar toch niet zoo heel erg bijzon
der.
Het neutrale Nederland zal zijn
weermacht niet vergrooten. In het
Engelsche Lagerhuis werd al belang
stellend geïnformeerd naar de zaak,
- weten wij, eD van de regeerings-
tafel werd welwillend erkend, dat
men hier te doen heeft met eene
zaak, die slechts de Nederlandsche
regeering betreft. Ook is ons niet
verzocht", weten wij nu uit „de
meest gezaghebbende bron" te 's Gra-
venhage om Belgisch-Engelsche
troepen over Nederlandsch grondge
bied naar zee te laten trekken. Jan
Salie en zijn verwanten, - welke soort,
volgens ds. Brummelkamp, nu in
Patria „aan 't woord" zijn, - sidder
den en verbleekten reeds. Maar dit
alles heeft niet belet, dat de Tweede
Kamer, zich van haar macht weer
bewust, in het Landstorm-ontwerp
slechts een nood- en aflossings-wet
wenschte te accepteeren. Als de man
nekens der lichtingen van '12 en '13
er ten slotte aan zullen moeten ge-
looven, 't zal al het uiterste zijn. De
rest kan zei generaal Bosboom
haar ongerustheid „in een kastje
opbergen". En 't ongeluk heeft ge
wild, dat de ongelukkige, nog steeds
niet geheel-opgehelderde „lapsus",
fout, omissie, uitlating, flaterhoe
gij 't noemen wilt in de Memorie van
Antwoord de regeering ganschelijk
vleugellam maakte. Zal zij over één
mannetje meer wenschen 'te beschik
ken van den Landstorm, nadat de
Landweer lichtingen geheel door Land-
stormers zijn vervangenze zal er,
per speciaal ontwerp, verlof voor
moeten komen vragen aan de Staten-
Generaal. AlthansWanneer Wat
Gode moge verhoeden... de loop der
omstandigheden niet plotseling een
eind maakt aan kritiek en controle
der Kamers, de Regeering wozenlljk-
dïotatoriale macht schenkt, ter ver
dediging van het in oorlogsnood ge
brachte land
De heer Marchant, de strijdvaardig-
acherpe, vrijz.-democratischè afgevaar
digde voor Deventer, heeft minister
Bosboom genoopt in comité-generaal
over dislokatie der troepen en andere,
zeer-actueele kwestiën de Vertegen
woordiging „licht" te schenken. Zelfs
heeft mr. Marchant (inmiddels, in de
vacature-mr. dr. Van Leeuwen, lid
van den Defensie-raad geworden)
geklapt uit de geheime zitting, toen
hij verklaarde „reden te hebben"
om aan te nemen, dat „de Regeering
de dislokatie der troepen nader zou
Verder is niets verluid van de ge
heime besprekingen. De Nederland
sche „persmuskieten" weten er nog
altijd evenveel d. i. even weinig van
als op dien 21sten Juli, toen zij zich,
van elf ure 's ochtends tot vier ure
'a middags, hetzij groepeerden op en
om het Binnenhoffonteintje, waar
boven de gulden pop, voorstellend
Roomsch-koning Willem II prijkt, of
in de straten van het Haagsche cen
trum slenterden,telkenstelefoneerend,
of „er nog geen schot inkwam".De
arme vertegenwoordigers van de
„Koningin der Aarde", die voor de
keuze werden gesteld, dien Woens
dag, om of „in 's Freie" te gaan of-
opgesloten te worden totdat de deuren
des Parlements weer zouden worden
geopend. Zy dachten aan het comité-
generaal van ruim veertig jaren hèr
(over de Atjeh-misère), dat vier dagen
duurdeEu haastten zich uit het
gebouw, waar de centrale draden
samenkomen van de zeer-gecompli-
ceerde „machine", ook wel staats
machine genaamd.
Den I5en Augustus a.s. zal het
oude Torentje wéér bewoond zijn door
Advertentiën van 1 tot 4 regels (bij vooruitbet.) 30 cent. Elke regel meer 6 ct.
Ingezonden mededeelingsn van 1 tot 4 regels 75 cent. Elke regel meer 15 cent.
Advertentiën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hoogor berekend.
Qroote letters en cliché's naar plaatsruimte. - Bewijs-exemplaar 2} cent.
een „nieuwen heer". Minister Cort
v. d. Linden blijft de traditie (door
Thorbecke aangevangen) getrouw.
Slechts dr. Kuyper versmaadde, als
hoofd van Binnenlandsche Zaken, het
Torentje en koos een der beneden
vertrekken van het uitgewoonde ge
bouw, dat nu vervangen is door een
fraai en comfortabel huis van sobere
architectuur; waarvan de kleur zich
gaandeweg aan de Binnenhof-tinten
moet aanpassen. Wio het ware schoon
van 't nieuwe departement wil ge
nieten, moet er binnentreden en zijn
oogen den kost geven. Een der aar
digste vondsten van den man, die
de verschillende emblemen ontwierp
is wol het aanduiden van Binnen
landsche Zaken zelf door een prullen
mand met een vraagteeken er-boven.
Inderdaad, deze geestige bol blijkt
heer Bureaucratius zoowel te hebben
bespied als doorgrond!
Van iets, op komkommer-tijd ge
lijkend, zal ditmaal begrijpt men
niets zijn te bespeuren. Wanneer
straks de Senaat de grootere en klei
nere ontwerpen, door het Parlement
goedgekeurd, voor de Koninklijke
signatuur zal hebben rijp gemaakt,
breken hopen we althans voor
de Binuenhofferij enkele weken van
ononderbroken rust aan.
Over bommen-misère hebben wij
Ik „klop 't Ijlings af", o lezer
gelukkig in betrekkelijk langen tijd
niets vernomen, voor Nederland te
betreuren. Nu en dan zweeft er een
Zeppelin over Vlieland of ergens
elders in die streek. Een soldaat in
Zeeuwsch-Vlaanderen, die geen reke
ning hield met de geëlectriseerde
draadversperring, moest 't met zijn
leven boeten. En er komen glazen
bollen aandrijven Volgens sommi
gen gevuld met de liefelijke stik
gassen volgens anderen dood-onschul-
dige en onschadelijke dingsigheden,
afkomstig van Schotsche visschers,
die ter kabeijauw-vangst gingen.
De Romeinen waren gewoon te zeg
gen: „In dubio abstiue". Wanneer
ge twijfelt, houd U dan liefst op een
afstand, zou men 't vrij kunnen
vertalen. Waar 't vreemde dingen
betreft, die in dezen tijd komeu aan
drijven, is dat advies m. i. goud
waard. Best mogelijk, dat die glazen
bollen dood-onschuldig zijn. Maar wie
zich herinnert aan zekere zeer-des-
kundige verklaringen en ophelderin
gen betreffende de „mijnen"Cetera
desuntI
We krijgen monumenten. In de
Haagsche Carnegie-laan Charles van
Wljk's beeld ter eore der nagedachte
nis van Jacob en Willem Maris. En
óók in de Hofstad het Thomson-
monument, dat evenzeer door Van
Wijk zal worden ontworpen. Aan de
zevenduizend gulden, voor Thomson's
beeld noodig, ontbreekt nog wat. 't Zal
wel worden geschonken. De brand
en stormt(jd, verlooperi sinds den
dood van den kranigen Nederlander,
die in Albanië viel als slachtoffer van
zijn plicht en volharding temidden
van groote gevaren en ondanks al
't ontmoedigende der situatie, die
maanden van wereldcrisis zullen de
herinnering aan Thomson zeer zeker
nog niet dermate verflauwd, verbleekt
hebben.
Ondanks het zeer-vele, dat nu van
de offervaardigheid wordt gevergd en
in de komende herfst- en winter
maanden in nog véél sterker mate
zal worden gevraagd. Onze Koningin,
met haar nieuwe gift van een halve
ton-gouds voor het K. N. Steun
comité, heeft het sein gegeven.
En dat goede voorbeeld moge allen,
die bij machte zijn om van 't hunne
af te staan, prikkelen om met de
daad, te toonen, dat zij den ernst
der t(jden en van de noodon, die nu
in klimmende mate heerschen,
beseffen
Me. Antonto.
DE OORLOC.
De offlcieele legerberichten van
26 en 27 Juli.
Op het Westelijk front blijft
het bij artillerie- en mangevechten.
Van Fransche zijde wordt nog een
klein succes gemeld, n.1. het uitbrei
den van de stellingen op*den rug van
den Lingekopf, en het bezetten van
den top tusschen Linge en Carrière.
Door de Duitscliers werd tot driemaal
toe getracht het verloren terrein te
heroveren, doch tevergeefs.
In de Argonne werden twee aan
vallen der Duitschers eveneens afge
wezen. Verder over het geheele front
artillerie- en mljngevechten. Duin
kerken werd door vijandelijke vliegers
bestookt.
Van Duitsche zijde wordt het dooi
de Franschen in de Vogezen behaalde
voordeel erkend. De voorste loop
graven op den Lingekopf vielen in
handen van de Franschen.
Daarentegen hebben de Duitschers
in de westelijke Argonne eenige
Fransche loopgraven bezet.
Ten N.W. van Tourcoing en bij
Peronne werden vijandelijke vliegers
tot landen gedwongen. De vliegers
werden gevangen genomen.
Van het O o s t e 1 lj k front.
Het Russische legerbericht van den
26sten deelt mede, dat de offensieve
beweging der Duitschers in Koerland,
in de richting van Schlok (halverwege
Tukkum—Riga) tot staan gebracht
werd. Het geschut der schepen hielp
hieraan mede.
Tusschen Duna en Njemen, zijn do
Duitschers het front Pone wesj Keidany
genaderd. Vanuit het Z.W. naderen
de Duitschers eveneens de vesting
Kowno. Er zijn hier thans nieuwe
gevechten begonnen.
Aan de Narew-linie gaan de Duit
schers voort met hun aanvallen op de
Russische stellingen aan de Pissa.
Tot nog toe echter zonder succes.
Ten Z. van Rozan werden de Duit
sche troepen, welke de Narew waren
overgetrokken, teruggeworpen. Z. O.
van Pultusk werden de aanvallen
afgeslagen.
De gevechten bij de voorste ver
dedigingswerken van Nowo Geor
gië wsk en op den linkeroever van
den Weichsel duren voort.
De slag tusschen Wieprz en Boeg
wordt met buitengewone hevigheid
voortgezet. Zondag deden de Duit
schers over b(jna het geheele front
een aanval. Vooral ten N. van Gru-
brieszow werd de aanval met groote
troepenmacht ondernomen. De Russen
slaagden er echter in alle aanvallen
af te slaan en ondernamen met succes
tegenaanvallen.
Overigens is er aan het front geen
verandering.
Met welk een ontzaggelijke troepen
macht de Duitschers de Russische
stellingen aanvallen, blijkt uit een
bericht uit Petersburg aan de Times,
dd. 27 Juli.
In deze mededeeling wordt o.a.
gemeld
Ofschoon de bedrijvigheid der Duit
schers op het oogenblik voornamelijk
rechtstreeks tegen de fronten aan de
Narew en bij Kowno gericht is, blijft
het voornaamste tooneel der krijgs
bedrijven de streek ten Zuiden van
den spoorweg van Lublin naar Cholm.
Volgens een geloofwaardige schat
ting beschikt de vijand in de streek
rondom Kowno over 8 legerkorpsen
èn over evenveel langs de Narew-
linie, terwjjl er 21 tot 23 legerkorpsen
zijn op het gevechtsterrein ten zuiden
van Lublin on Cfiplm, behalve het
leger bij Sokal en de strijdmacht,
welke ten westen van Warschau staat
en waarschijnlijk 4 tot 5 legerkorpsen
sterk is.
Over de gevechten aan de Narew-
linie zegt dezelfde berichtgever:
De toestand van den vijand aan de
Narew-linie is niet bepaald benijdens
waardig, zooals de militaire 'mede
werker van het Nowoje Wremja uit
legt. De opmarsch naar de rivier, de
voorbereiding van de forceering van
den overtocht, kwam hem alleen
reeds op reusachtige offers te staan,
welke niet gerechtvaardigd kunnen
worden door de bereikte resultaten
en zelfs door de vermeestering van
enkele overgangen ton koste van
even groote verliezen. Het zal den
vijand geen daaraan evenredige voor
deeion opleveren, aaugezien hij over
geen strategische reserve beschikt.
De gesteldheid van het terrein aan
de rivier, welke geen overal even
sterke verdediging toelaat, verklaart,
dat de vijand in staat is geweest een
tijdelijk succes te behalen door op
verschilende punten zooals bij Pultusk
aan den anderen oever te' komen.
Doch in aanmerking genomen, dat
hij zijn geschut niet over de rivier
gezet heeft, wordt verwacht, dat hij
zich niet zal kunnen handhaven.
Volgens het Duitsche legerbericht
van den 26sten wordt de marsch der
troepen, ten Z. van Mittau en ten
N. van Njemen, in O. richting voort
gezet. De Russen worden hier ach
tervolgd. Vanuit Mittau deden de
Russen eën uitval, welke werd afge
slagen.
In deze mededeeling wordt verder
gesproken over een „poging" van de
Russen om de over de Narew ge
trokken Duitsche afdeelingen terug
te dringen. Deze beweging werd
echter verijdeld. De Russen verloren
3319 man aan gevangenen, en.lieten
13 machinegeweren in handen der
Duitschers. O. en Z.O. van Rozan
trokken de Duitschers in O. richting
verder.
Z.O. van Pultusk, aan de Prut
wordt nog hardnekkig gevochten.
Verder is aan het Weichsel front
geen verandering.
Omtrent den strijd bij Grubieszow
wordt van Duitsche zijde medegedeeld,
dat de Russen uit verschillende plaat
sen verdreven werden. Hierbij namen
de Duitschers 3941 man, w.o. 10
officieren gevangen.
Overigens is de toestand der Duit
sche troepen onveranderd.
Het Oostonrljksche communiqué
maakt melding van gevechten om
een hoogte bij Sokal, welke van groot
belang was voor het bestrijken van
den overgang van do Boeg. Zij werd
den 26sten door de Oostenrijkers be
stormd en genomen. 20 Officieren en
3000 man werden gevangen genomen.
Bovendien werden nog 5 machine
geweren buitgemaakt.
Verder wordt medegedeeld, dat de
gevechten ten N. van Grubieszow
oen gunstigen loop hebben.
Ingezonden Mededeeling.
HERMAN NYPELS - HELDER.
Heerenmode-Artikelen.
Gemaakte kleeding.
Kleeding naar maat.
Steeds het nieuwste*
Van het Z u i d e 1 ij k front.
Het Italiaansche legerbericht van
26 dezer geeft aan dat de Italianen
vorderingen maakten.
De loopgraven op den heuvelrug
van San Martino aan de hoogvlakte
van de Karst werden bestormd. Op
den rechtervleugel werd de berg
Seibusi herhaaldelijk genomen en
verloren. Ten slotte wisten de Itali
anen het grootste gedeelte te behou
den. In het bosch was het gevecht
al bijzonder lievig. De Oostenrijkers
hadden zich hier krachtig verschanst
en moesten met bajonetgevechten
verdreven wordön. 1600 man werden
gevangen genomen.
Het Oostenrijksche bericht maakt
alleen melding van een bestorming
van de stelliDgen aan den rand van
de hoogvlakte van Doberdo. De aan
val werd afgeslagen. Verder is er
aan het geheele front niets belang
rijks gebeurd.
Aan de Dardanellen is ook niets
bijzonders voorgevallen. Alleen wordt
van Turksche zijde nog medegedeeld,
dat de Fransche onderzeeboot „Mari-
otte" in de zeeengtü tot zinken werd
gebracht. 31 man van de equipage
werden gevangen genomen.
De „Times" verneemt uit Mytilene,
dat volgens bericht uit Boekarest de
twee Engelsche duikbooten in de Zee
van Marmora in de voorlaatste week
tweo barken met munitie in den
grond hebben geboord, de Gouden
Hoorn zijn binnengedrongen en een
Turkschen torpedojager, die aan de
kaai lag, hebbon aangevallen, be
schadigd, maar niet tot zinkeu ge
bracht.
De dulkbooten-oorlog.
Door een Duitsche onderzeeër is
na het afzenden van de Amerikaan
sche nota wederom een Amerikaansch
stoomschip, de „Leelanaw", in den
grond geboord. De bemanning werd
aan boord van den onderzeeër ge
nomen en tot in de nabijheid van
de Engelsche kust gebracht. Vóór
het schip werd aangevallen, zag men
een tweetal andere schepen, waarvan
één blijkbaar een Engelsch, lu den
grond boren.
Uit Washington wordt gemeld, dat
het torpedeeren van dit stoomschip
diepen indruk gemaakt heeft. Of het
feit onder de laatste Amerikaansche
nota valt, kon nog niet worden mede-
Verder werden door de onderzeeërs
9 trawlers tot zinken gebracht. De
bemanningen werden gered.
Een Noorach stoomschip in den
Atlantischen oceaan onderging het
zelfde lof.
Een tweede stoomschip van dezefde
nationaliteit werd naar Cuxhaven
opgebracht.
De Noorsche regeering heeft bericht
gekregen, dat het Noorsche stoom
schip „Progresso", van de Tyne naar
Rouaao, op de reede van Yarmouth
aan een torpedo-aanval heeft bloot,
gestaan. De torpedo ging onder het
schip door en ontplofte op een zand
bank iu de buurt. Eon dikke mist
belette te zien, waar de torpedo van
daan kwam.
Van het Oostelijke gevechts
terrein.
Een oorlogscorrespondent van de
Nationalzeitung schrijft uit Tarnow,
wat hij van goed ingelichte zijde
heeft gehoord. Hij meldt:
De concentrische opmarsch van de
verbonden legers tegen de West-
Russische vestingen gaat onophoude
lijk voorwaarts. Deze opmarsch is
echter met groote moeilijkheden ver
bonden, die aan den eenen kant be
staan in den wanhopigen tegenstand
van den vijand, die groote en tot
nog toe achtergehouden reserves in
het vuur gebracht hoeft, en ook in
de moeilijkheden van hot terrein.
De bedoelde reserves hadden de Rus
sen in en om Lublin verzameld. Wat
den vijand betreft, deze heeft evenals
in Mei en Juni, onder de groote
doorbraak in Galieië, mot gebrek aan
schietvoorraad te kampen. Daaren
tegen is het onjuist, dat de Russische
troepen aanzienlijk aan weerstands
vermogen verloren zouden hebben,
want zij toonen zich vooral bij de
talrijke achterhoedegevechten buiten
gewoon dapper, hardnekkig en slechts
bij eenige troepenafdeelingen, die
zonder hoogere officieren vechten,
komt het voor, dat zij zich iets ge
makkelijker overgeven.
Bij Krasnostaw zijn bloedige ge
vechten van man tegen man geleverd.
Het kwam Lot aanvallen met de
bajonet. De Russen lieten de bestor
mers nabij komen, verweerden zich
en moesten letterlijk uit de loop
graven gesmeten worden. Zij hadden
daar sterke strijdkrachten verzameld,
brachten steeds weer nieuwe mannen
in het gevecht en het grootste door
zettingsvermogen was noodig, om de
doorbraak mogelijk te maken. Wat
het gevechtsterrein in Polen betreft
doet zich het gebrek aan goede wegen
hinderlijk gevoelen en ook het zand,
waarin de mannen tot de knieën
wegzakken, bemoeilijkt alle bewegin
gen. Het vooruitbrengen van de ar
tillerie eischt groote inspanning en
de kanonnen moeton vaak met acht,
ja zelfs met twaalf paar paarden
bespannen worden. De vijand heeft
natuurlijk met dezelfde moeilijkheden
te kampen en wordt daardoor zeer
in zijn bewegingen belemmerd.
Het dreigende gevaar voor Lublin
en Iwangorod heeft het Russische
legerbestuur juist ingezien en met
het oog hierop wordt alles
om den opmarsch van de .legers
Mackensen en aartshertog Jozef Fer-
dinand tegen te houden. Als verdedi
gingsstelling werd de spoorweglljn
tusschen Lublin en Iwangorod ge
kozen, waartegen zich dan ook on
middellijk de aanval richtte. Het in
het leger van Mackensen vechtende
Oosten rijksche corps Arz kon echter
bij Rozana doorbreken. Een tweede
doorbraak vond plaats aan den weg
van Piaski naar Biskoepice. De Duit
sche troepen, die er vochten, deden
den nachtaanval, die tot den morgen
duurde en volledig succes had. De
troepen van aartshertog Jozef Ferdi-
nand stuitten in het gebied van
Borzechow op Siberische soldaten,
die daar sterke stellingen verdedigden.
Eenige aanvallen werden afgeslagen,
tot het ten slotte gelukte in de loop
graven van den vijand te komen. Er
ontstond een groote verwarring onder
de Russen en 6000 Siberiërs werden
gevangen genomen.
Om de dreigende ramp bij Lublin
af te wenden, laat het Russische
legerbestuur aan den beneden-Dnjestr
de aanvallen tegen de aan den Noorde
lijken oever van de rivier staande
troepen van generaal Pflanzer Baltin
voortzetten, in de hoop, dit leger te
kunnen dwingen, zijn stellingen op te
geven. Tot nu toe zijn al deze pogingen
onder groote verliezen mislukt. Het
algemeen karakter van de Russische
operaties in IZuid-Polen is een strijd
der achterhoede op groote schaal.
Slechts voet voor voet wijken de
Russen terug, zij trachten overal hun
stellingen tot het uiterste te houden,
waarmede zü den opmarsch van de
verbonden legers echter slechts ver
tragen, maar niet verhinderen kunnen.
Van krijgswetenschappeljjk standpunt
beschouwd, handelt het Russische
legerbestuur volkomen juist en doet
het wat het kan. Het schijnt zich
bewust te zijn, dat het verderf slechts
vertraagd, maar niet verhinderd kan
worden. Maar het is toch bewonderens
waardig, zooals de vijand, mot het
oog op zijn gebrek aan ammunitie,
zich verdedigt.
Aan de Isonzo en bij flörz.
Aan de „Berl. Lok. Anz." wordt
geschreven, dat van den strijd aan de
Isonzo, die thans den vorm aanneemt
van één der geweldigste en verschrik
kelijkste gevechten van dezen wereld
oorlog, nu reeds eeu week duurt
en het eind nog steeds niet valt te
voorzien. Ook in den derden slag aan
de Isonzo was de hoofdstormaanval
der Italianen gericht tegen het plateau
van Doberdo, dat door hun artillerie
hevig beschoten werd. De heftigheid
waarmede hier gestreden wordt, over
treft zelfs die van de doorbraak bij
Tarnow en Gorlice.
Uit kabelballons leiden de Italiaan
sche waarnemers van de artillerie het
vuur en richten dat zelfs op vaar
tuigen en personen. Drie dagen achter
een donderden hier bijna onafgebroken
de kanonnen en na een rust van
enkele uren werd het verschik kelljke
vuren Maandag weder hervat. Met
bewonderenswaardigen moed bieden
de Ooatenrijksche troepen, die uit alle
mogelijke volksstammen van de mo
narchie zijn samengesteld, tegenstand.
Ook om Görz wordt nog steeds
hevig gestreden en b(j deze gevechten
moeten de Italianen, volgens verkla
ringen van gevangenen, reeds zware
verliezen geleden hebben.
De Italiaansche vliegers, die aan de
operaties medewerken, doen herhaal
delijk pogingen om den spoorweg,
die achter de stellingen der Oosten
rijkere gelegen is, te vernielen. Zij
komen hoofdzakelijk boven Nabresina
en werpen daar bommen, zonder dat
deze echter tot dusverre schade van
beteekenis hebben aangericht.
In ds Adrlatlscha zas.
Van Italiaansche zijde wordt ge
meld, dat het eilandje Pelagosa (een
klein eiland in het midden van de
Adriatische zee) door de Italianen
bezet is. Deze bezetting was noodig,
daar men vanaf het eiland de bewe
gingen van de Italiaansche vloot kon
waarnemen en door middel van opti
sche seinen naar de Dalmatiache kust
kon overbrengen. Door torpedojagers
en hulpkruisers werd des nachts het
eiland genaderd en werden de troepen
aan land gebracht. De bezetting werd
gevangen genomen.
Tegelijkertijd werd door Fransche
torpedojagers een actie ondernomen
tegen het eiland Lagosta. De onder-
zeesche telegraafkabel werd doorge
sneden en een approviaudeerings-
station voor onderzeeërs vernield. Een
afdeeling gelande matrozeu werd met
geweervuur bestookt en verloor een
Aan da Zwarte Zse.
St. Petersburg, 28 Juli. Mededeeling
van den grooten generalen staf:
Onze torpedobooten hebben Zondag
aan de kust van de kolenstreek 40
zeilschepen met kolen vernield, be
nevens inrichtingen van nieuwe mij
nen en een hangende brug.
Engelsche verliezen.
Blijkens de Engelsche verlieslijsten
van 20 Juli zijn 5 officieren gesneuveld,
9 gewond. Bovendien worden dd. 10
Juli 1062 manschappen als gedood,
gewond of vermist opgegeven. Van
de vloot zijn 3 officieren gewond.
Uit Dultschland.
Het begint in Duitschland nu mee-
nens te worden met de maatregelen
tegen meisjes, die met Fransche
krijgsgevangenen flirten. Te Konstanz
zijn in de plaatselijke bladen de namen
van twee meisjes, -die briefjes aan
gevangenen toestopten, openbaar ge
maakt en te Kolmar zij zelfs twee
meisjes, die gevangenen op straat
kushandjes hadden toegeworpen, ge
vangen genomen.
Uit Rusland.
De St. Petorsburgsche correspon-
pent van de Daily Mail zegt dat op
het Russische ministerie van oorlog
thans „schoon schip" is gemaakt, in
dien zin dat allen, die verantwoordelijk
zijn geweest voor de onvoldoende ver
zorging van het leger met munitie,
zijn ontslagen. Naar buiten is dat al
leen gebleken door het ontslag van
Soechomlinof, den minister van oorlog,
en diens assistent-minister.
Alles wordt er nu op gezet, om de
schade in te halen. Zoo heeft generaal
Roessky laten bekend maken dat hij
geen stakingen zal dulden en dat
staking als verraad zal worden be
schouwd.
De correspondent geeft dan verder
de zienswijze in Russische militaire
kringen omtrent het plan van de
Duitschers weer. Hun doel is, de
vestinglinie van Warschau te nemen,
ten einde hun front te bekorten en
gemakkelijk verdedigbaar te maken
en dan legercorpsen naar het Westen
over te brengen.
Hen dat te beletten is het streven
van de Russische legers. Rusland wil
de Duitschers zoolang ophouden, tot
de geallieerden op het westelijk front
den aanmaak van munitie tot de ver-
eischte hoogte hebben opgevoerd. De
uitslag van den slag aan de Narew-
linie is derhalve nog van meer belang
voor Engeland, Frankrijk en België
dan voor Rusland.
Da Amorlkaansoho nota aan
Dultschland.
De Berltjnsche correspondent van
de „Frankf. Ztg." constateert dat de
geheele Duitsche pers de Amerikaan
sche nota als een onvriendschappe
lijke daad tegen Duitschland zoo
stellig mogelijk heeft afgewezen. Af
te wachten blijft hoe de Duitsche
regeering de nota zal beantwoorden, i
Dat er een antwoord op zal komen,
acht de correspondent buiten twijfel,
want de nota bevat zooveel dwalin
gen en spreekt zichzelf zoo vaak tegen,
dat het geen kwaad kan, ala zulks
van de in dezen bevoegde zijde aan
de geheele wereld wordt blootgelegd.
Intusschen magmen nauwelijks hopen,
dat de uiteenzetting der Duitsche
regeeriDg „den door onpractische
theorieën bevangen president der Yer.
Staten zal overtuigen. Wie onomwon
den betoogt, dat hij de torpedeering
van Engelsche schepen, bewapend of
onbewapend, als een opzettelijk on
vriendschappelijke daad aanmerkt,
indien daarbij Amerikaansche burgers
zijn betrokken, die heeft zich zijn
oordeel zoo vast gevormd, dat hij
geen opheldering meer verlangt, doch
wil afwachten, of de gebeurtenissen
hem zullen stellen voor de vraag, of
hij de consequenties van zijn opvat
ting zal aanvaarden. Op dien grond
komt het er weinig op aan, of de
Duitsche regeering de opmerkingen,
waartoe de nota aanleiding geeft al
of niet binnen korten tijd te Washing
ton zal maken. Evenals op het oor
logsterrein te land, zullen ook in dit
opzicht de feiten spreken."
De Fransche pers Is van oordeel
dat de Amerikaansche nota duidelijk
de rechten der onzijdigen omschrijft
en op den voorgrond stelt.
De „Matin" zegt dat de nota de
hoop der geallieerden op interventie
van de Yer. Staten in de kwestie
van den duikboot oorlog verlevendigt.
„Petit Parisien" en „Gaulois" zijn
van oordeel dat de nota Duitschland
noopt, .onomwonden te verklaren of
het den duikboot-oorlog al dan niet
op den ouden voet wil voortzetten.
„Echo de Paris" schrijftDe uitdruk
king „opzettelijk onvrienachappeljjk"
beteekent een verscherping der pro
testen tegen de wijze, waarop Duitsch
land tegen koopvaardijschepen op
treedt. De beteekenis van deze woor
den is duidelijk al9 men in aanmer
king neemt dat het prestige der Ver.
Staten op het spel staat. De „Liberté"
heeft van de nota de indruk gekregen
dat het geduld van de Ver. Staten
ten einde is en dat zij de Duitsche
politiek om de kwestie op de lange
baan te schuiven, niet langer willen
Engaland an Amerika.
Door Amerika was aan Engeland
een nota gezonden aangaande de be
lemmering van den handel van
Amerika met de neutrale staten. De
door Engeland gezonden antwoord
nota houdt staande dat Engeland zich
gericht heeft naar de beginselen van
het Volkenrecht, en dat indien een
onzijdige regeering zich gekrenkt zou
voelen, zoo noodig de scheidsrechter
lijke weg openstaat.
Echter is door den Engelschen Min.
van Buitenlandsche zaken aan den
Amerikaanschen staatssecretaris ver
zocht de gezonden antwoord-nota
niet openbaar te maken, aangezien
een andere nota wordt opgesteld.
BINNENLAND.
Bark In brand gestoken.
Dinsdagmorgen werden teIJmuiden
door den stoomtrawler IJM. 196 Her
cules, schipper Koster aangebracht
negen personen, zijnde do geheele be
manning van de Noorsche in Chris-
tiania thuisbehoorende houten bark
„Harboe", welke door de Duitschera
in brand gestoken werd.
De gezagvoerder van de bark, den
heer Erichsen, deolde mede dat het
zeilschip met eene lading pit-props
van Holmestrand naar Bunderland
onder weg was.
Op 56 gr. 4 min. N. B. en 2 gr.
32 min. O. L. gekomen zagen zij
eenige Duitsche duikbooten op zich
afkomen, waarvan één de leiding
scheen te hebben. De commandant
van die boot gelastte den Noorachen
kapitein een boot uit te zetten en
eenige Duitsche matrozen af te halen.
Natuurlijk werd aan de lastgeving
voldaan en kwam een Duitsche zee
officier, vergezeld van v(jf gewapende
matrozen, op de bark over en door
zocht alle papleren. Deze stak by in
den zak en gaf de Noorsche beman
ning de traditioneele vijf minuten tijd
om zich in de booten te redden. Deze
tijd werd echter verlengd tot tien
minuten, toen hij even daarna terug
kwam en opdracht scheen te hebben
om het schip in brand te steken.
Het was voor ons een verschrikke
lijk gezicht, zei kapt. Erichsende
natievlag werd in petroleum, die wtf
zelf moesten aandragen, gedompeld
om daarmede alleB aan te steken. De
ruiten van de woonruimten werden
ingeslagen en andere dingen vernield.
Niets hebben wij kunnen redden
dan hetgeen wij aan ons lijf hadden.
Alleen de chronometer en een sextant,
want zelfs de scheepspapieren wilden
de Duitsche officieren niet meer terug
geven.
Wij zaten ongeveer een half uur
in de booten, het was gelukkig prach
tig weer, toen de Nederlandsche atoom
trawler „Hercules", die van IJsland
naar IJmulden terugkeerde, ons be
merkte stopte en ons ovèrnam. Wij
zijn bij de Nederlandsche visscher»
liefderijk ontvangen, betuigde kapt.
Erichsen nog.
Hij deeelde voorts nog mede dat
terwijl hij aangehouden werd nog drie
andere Noorsche schepen in brand
werden gestoken. De namen van deze
kon hij uitteroard niet opnemen.
De bemanningen zullen vermoede
lijk gered zijn door een Deensch
stoomschip, dat in de nabijheid was
en eveneens door de Duitsche duik
booten tot stoppen gedwongen scheen
worden.
Uit 's-Gravenhage meldt men, dat
de andere schepen, welke eveneens
werden in brand gestoken, waren twee
Noorsche schepen en een Zweedsche
zeilschip. De bemanningen dezer sche
pen werden gered door een Deensch
stoomschip.
Esn gemeente-secretaris.
Men schrijft aan het Hbld.:
Het blijkt meer en meer dat het
toch wel wenschelijk zou zijn, eenige
wijziging te brengen In de wettelijke
bepalingen, regelende de benoembaar
heid tot gemeente-secretaris, opdat
men eenigen waarborg krijgt, dat
niet geheel ongeschikten benoemd
worden, en gevallen, zooals er zich
nu weer een opdoet in de Limburg-
sche gemeente Nederweert, niet meer
kunnen voorkomen.
In die, ongeveer 6000 inwoners
tellende gemeente, kwam voor enkele
maanden de betrekking van secretaris
vacant en onder de sollicitanten was
ook een der gemeenteraadsleden,
wiens zaken als bierbrouwer niet al
te best marcheerden en die het daar
om wel geschikt vond om benoemd
te worden in deze betrekking, die
met duizend gulden per jaar wordt
gesalarieerd. Door zijn medoraads-
leden vóór te praten dat hij 't werk
ter secretarie (waarbij de afgetreden
titularis werd geadsisteerd door een
ambtenaar en een volontair), best
heelemaal alleen zou kuunen opknap
pen wanneer hy benoemd werd en
door 't worken van een invloedrijk
familielid, werd hy voor de functie
aangewezen met zes van de elf stem
men, by welke aanwyzing hy zich
niet ontzag om op zich zelf zyn Btein
uit te brengen.
Door deze benoeming wordt de be
volking van Nederweert in heftige
beroering gehoudenmen weet alge
meen dat de nieuwe functionnarls
van gemeentezaken vrywel absoluut
geen veratand heeft; bovendien
is men niet zeer op hem gesteld, 't
Gevolg van de benoeming is al ge
weest, dat de burgemeester, een niet
zeer krachtige peraooniykheld, die 't
niet aan wil en niet aan durft om
bygestaan door den nieuwen secre
taris, de gemeentezaken te behande
len, met ingang van 1 September
ontslag heeft gevraagd. Verder heeft
een der wethouders, die niet de risico
wil loopen om, by afwezigheid van
den burgemeester, met den nieuwen
secretaris te moeten samonwerken,
te kennen gegeven, dat hy niet voor
een herbenoeming in aanmerking
wil komen. En eindeiyk hebben de
ambtenaar en de volontair ter secre
tarie beiden hun ontslag genomen,
zoodat de nieuwe titularis alleen op
het raadhuis zit, ter behartiging van
de gemeentebelangen, waarvan by
niet op de hoogte is.
De inwoners van Nederweert wach
ten nu met groote belangstelling den
verderen loop der gebeurtenissen af
en velen onder hen zien het hoofd
schuddend aan dat In dezen tyd, nu
er vooral by de uitvoering der sociale
wetten aan de keunis van de gemeen
te-secretaris zulke hooge eischen ge
steld worden, iemand die deze kennis
niet bezit, tot deze botrebking wordt
benoemd.