Waarschuwing TELEFOONGIDS BENZINE. Opslagplaats: Caliloiniestraat 26-28. Thee E. Brandsma Firma KELLER BAKKER. HAAR WRAAK. Duinker's 50-Cts. Boter Ook goede Boter 202 288 193 21 282 260 200 82 Autoline. Sumatrine. Nederlandsch-I ndische-Benzine. I LESSEN nuttige en fraaie Handwerken. Gevraagd. Thee DRUKWERK C. DE BOER JR. Keizerstraat 90. -Dienstregeling Holt. Spoor. De Vice-Admiraal, Commandant der Marine, tevens Commandant der Stel ling van den Helder, Stelt vast onderstaande waar schuwing. De Vice-Admiraal, Commandant dei- Marine, tevens Commandant der Stel ling van den Helder, uitoefenend het militair gezag be doeld in art. 7 van de Wet van 28 Mei 1899 (Staatsblad No. 128); Gezien artikel 22 van de Wet van den 8en Mei 1915, (Oorlogszeeonge- vallenwet 1915) (Staatsblad No. 214), waarbij o.a. aan hem is opgedragen het opsporen van de overtredingen bij of krachtens deze Wet strafbaar ge steld Overwegende dat het wenschelljk is, schippers van kleine handels- en visschersvaartuigen zoo noodig daad werkelijk te beletten hun schip buiten gaats te brengen, indien zij niet in het bezit zijn van de vergunning, voorgeschreven in art. 4 der Oorlogs- zeeongevallenwet Brengt ter kennis van belanghebben den, le. dat zij die niet voldoen aan seinen, aanroepingen of sommatiën, van de bevelhebbers der in de zee gaten van Texel, Terschelling, Ameland en cq. ook Schiermonnik oog aanwezige onderzoekings- en bewakingsvaartuigen, zich bloot stellen aan lijfsgevaar; 2o. dat op aanroeping of wel op het laten werken van stoomfluit of sirene van bedoelde marine vaartuigen de schippers van de betrokken kleine handels- of vis schersvaartuigen verplicht zijn on- middelljk het aanroepende marine vaartuig te naderen of bij te draaien. Bij niet voldoen aan dit bevel zal door het marine vaartuig een los schot als sommatiesein worden gedaan en zoo noodig daarna worden voortge gaan met scherpe schoten tegen het in overtreding zijnde schip. Gegeven te Willemsoord, den 19en Augustus 1915. De Vice-Admiraal voornoemd, TEN CATE. Noot: Artikel 4 der Oorlogszeeonge- vallenwet luidt: 1. Het is den schipper verboden met zijn zeevaartuig eene Neder- landsche haven of reede te verlaten om het buitengaats te brengen, tenzij hij in het bezit is van eene schriftelijke vergunning, afgegeven door of namens den Hoofdinspec- tuur voor de Scheepvaart. 2. De schipper is verplicht die vergunning op eerste aanvraag te vertoonen aan de ambtenaren, be last met het opsporen van de bij deze wet strafbaar gestelde feiten. DAT de BESTE is, wat SMAAK an KWALITEIT betreft, bewijst de groote omzet, zoowel hier ter plaatse als op TEXEL (Oude- schild), W I E R I N G E N, JULIANADORP, ANNA PAULOWNA, ALKMAAR en AM STERDAM. Bestellingen worden aangenomen door de Beurtschippers op Wieringen C. DUINKER en J. KEULEN voor Schagerbrug en Omstreken P. BRUIN; voor Anna Paulowna,T. BORST en VOLDER voor Julianadorpdoor den Vracht rijder J. VADER en uitgevoerd door den Heer A. NOOT. Deze kwaliteit Boter wordt dagelijks met 2 machines versch bereid, met toestemming van Z.Ex. den Minister v. Landbouw, Nijverheid en Handel. van 35 en 40 cent. Wederverkoopers genieten rabat. 's Avonds om 9 uur GESLOTEN, behalve Zaterdags. Aanbevelend, P. DUINKER, bij de Keizersbrug. Telil. No. C. ADRIAANSE, Agent voor Hypotheekbanken. 129 144 Malson VAN ALPHEN, Dijkstraat 34. t\AA Confiseur Patissier. P. BANDSMA, Zwaanstraat. Brandstoffen handel W. BIERENBROODSPOT, Spoorstr. 87 89. Manufactu ren, Heereu mode- ar li kei en C. -DE BOER Jr., Koningstraat 29. Boekdrukker. 124 207 50 A. COLTOF, Binnenhaven 1. Mantels, Bedden, Confectie, Kinderwagens. L. COLTOF, Manufacturen- en Confuctie- Magazijn „de Bijenkorf', Spoorstraat 75-77. 197 H. DITO, Kruisweg. Handel in Kruideniersw. en Gedistilleerd. 41 H. L. ELTE, Koningstraat. Luxe Brood- en Banketbakkerij. 172 DIRK KOPPEN. Grand Bazar, Spoorstr., Zuidstr. Iilil. Hu. 131 >"103 TEN KLOOSTER, Ass. Apoth., v/h. De Bie Biersteker, Keizerstraat 93, "7 o Drogerijen, Chemicaliën, O Verplegings-Artikeleü. Firma P. J. LAFEBER, Zuidstraat. Rijwielhandel, Smederij. D. W. LAGERVELD, Zuidstraat. Fruithandel. VAN DER LEE's Wijnhandel, Spoorstr. 106. J gg Specialiteit: Advocaat en Boerenjongens. R. Th. LUIJCKX. Weststraat 61, Helder. BERNH. MEIJER, Kanaalweg 97. Qf*f Manufacturen-Magazijn „DE STER". lUI BERNH. MEIJER, Spoorstraat 46. OflA Manufacturen-Magazijn „DE STER". fcUM1 G T. C. GOVERS, Kanaalweg. Stoffeerderlj en Behangerij, Verhuizingen 32 M. A. GRüNWALD ZOON, Kanaalweg. "1 Grossiers in Koloniale Waren on Petroleum. 1. GRUNWALD, Kanaalw., Keizerstr. - ft Q Dames-Confectie en Manufacturen 4U 0n q Magazijn „De Zon" H A. J. H. VAN HAAREN, Keizerstraat. Spekslagerij, Fijne Vloeschwaren. 263 „HELDERSCHE COURANT". Koningstraat 29. 50 M. L. HEtJLIGENBERG, Spoorstraat. Gasgloei-artikelen, aanleg v. Gas- en Waterl. 191 P. M. HEIJLIGENBERG, Spoorstraat 91. Handel in Rijwielen en Onderdeden. 228 W. HEIJMAN, Hoofdgracht. Banketbakkerij. 96 Gebrs. HOOGERDUIJN, Middenstraat. Glas- en Verfwaren. 74 ZE6ER HOUTER, Kanaalweg. Banketbakkerij. 107 J Stoom-Melklnrlchting „JONG HOLLAND". Westgracht 31. 241 K P. B. KAMPMEIJER, Hoofdgracht. In Wijnen en Gedistilleerd. 83 S. A. KANNEWASSER ZOON. Kanaalweg 148-149. Manufacturen- Magazijn en Damesconfectie. S. A. KANNEWASSER ZOON, Zuidstr. 82. nnr Manufacturen-Magazijn. tOu N.V. QrosslerderIJ v/h. A. KLIK, Grossiers Kol. waren en Bakkersartikelen. 52 C. KIESEWETTER, Kanaalweg 174. OJQ Behangerij, Stoffeerd6rlj, Verhuizingen. C-tv HERMAN NYPELS, Spoorstraat. Civiele-en Militaire Kieedermakerlj. Heoren- 1AQ mode-artikelen. Indische Uitrustingen. p F. VAN PEPERZEEL, Rozenstraat 33. Handel in Kruideniersw. enGodistilleerd. 280 A. POSTMA, Spoorstraat. Fruithandel. 155 s P. SCHAGEN, Oostsl.str. of 2e Vroonstr. 98. Bier- en Brandstoffenhaudel. 105 H. SCHOL Jr., Breewaterstraat. Banketbakker. 264 „SEMPERFLORENS", HELDER. Bloemenmagazijn Koningstraat 13. 141 Heldersche Vleeschhal, Spoorstraat. (Gebrs. SLIKKER). 262 P. SPRUIT, Kanaalweg. Boekhandel. Agent van „do Telegraaf". 143 Firma A. J. SCHAAP, Keizerstraat. Rijwielen en Automobielen. 194 T J. W. THIJSSEN, Spoorstraat. Stalhouderij eu Sleeperij. 37 Hotel Cafe-Restaurant „DE TOELAST". Spoorstraat. 187 C. TROOST, Spoorstraat. Hoeden on Petten. V C. VIS, Kanaalweg. Banketbakker. 153 1. DE VRIES, Spoorstraat. Kruidenierswaren en Gedistilleerd. 192 w J. VAN WILLIGEN, Weststraat. Huishoudelijke Artikelen, Galanterién. Firma H. WITSENBURG, Hoofdgracht. Luxe Brood- en Banketbakkerij. Telefoon 180, 176, 178. Vraagt Uwen Winkelier Een geurig kopje. Aangifte van nieuws Leerlingen vóór 1 SEPTEMBER, bij: DE B0ER-K0RVER, Spoorstraat. C. MEIJERSj Weststraat. ÜE ADRES is JAN VISSER, Wagenstraat 7, voor het verkoopen van geheele- en gedeelten van inboedels, kleeden, koper, lood, boeken en alles wat ge wenscht op te ruimen. Laat zich aan huis ontbieden. Een jonge man. die bedrijfsleider is, vraagt plm. 5000 gulden tegen hooge rente of Compagnon met plm. f 20.000. Nadere inlichtingen mondeling. Br. onder no. 988, Bureau v. d. Blad. Diners worden dagelijks aan huis bezorgd. Bestellingen 's morgens voor 12 uur aan het van ouds bekend KOOKHUIS DIJKSTRAAT 13. Bpleefd aanbevelend, Wed. L. H. RIETBERGEN. R. M. IS onovertroffen van kwaliteit en zeer waterhoudend, 70, 80, 90 en 100 cent per pond. Pakjes van '/«)- 1 279 ons. In het oude Victualiehuis. R. MAALSTEED, Dijkstraat 22, Helder Wederverkoopers provisie. VAN ALLERLEI AARD WORDT DAARNE GELEVERD DOOR In- en Verkoop van Te koop en te ziendes morgens van 10. tot 12 en des avonds van 6 tot 8 uur. Speciaal adres voor OVERHEMDEN naar maat. OVERHEMDEN met piqué borst f 2.75, prima kwaliteit. Japan en de oorlog. Onze landgenoot, de heer H. van Kol, schrijft in de „Indépendance Beige" over „Japan en den Oorlog". Hij verzekert, dat de sympathieën van het Japansche volk verdeeld zijn, maar dat toch de meerderheid voor de bondgenooten is; de groote min derheid koestert bewondering voor Duitschland. De eerbied voor het Bel gische leger en koning Albert is algemeen, terwijl de Japanneremin- achting toont voor de z.g. Eut opeesche De reiziger, schrijft de heer van Kol, die zich plotseling in Japan ver plaatst ziet, wordt getroffen door de kalmte die er heerscht. De bevolking wijdt zich aan haar gewone bezig heden; overal gaat het leven zijn gewonen gang. Aller belangstelling gaat uit naaf de feestelijkheden van de a.s. kroning van den Keizer (Nov. a.s.). Men heeft moeite te gelooven, dat men in een oorlogvoerend land is. De Japanner voelt zich voor het Gogenbiik veilig voor eiken aanval van den vijand en voor zoover het een vreemdeling mogelijk is om te ontwaren wat er in de ziel van een volk omgaat schijnt geheel onverschillig voor de tragedie in Europa. Zoolang de Japansche troe pen in actie waren voor Tsjingtau, leefde het volk geheel mee; thans wacht het 't einde van den oorlog af om te zien naar welke zijde het zijn politiek in de toekomst moet richten. Zijn voornaamste zorg van oogen- blik is van de gelegenheid gebruik te maken om den Duitschen handel te verdringen uit het Verre Oosten, uit Nederlandsch- en Britsch-IndiG, Au stralië en zelfs Amerika, vooral uit Z.-Amerika. Overal heen zijn bijzondere com missies gezonden om onderzoekingen te doen, om de behoeften vau de ver schillende markten te bestudeeren enz. In die richting worden de krachten duchtig ingespannen en het is mo gelijk, dat men daarom hier niet on gaarne een voortzetting ziet van den strijd tusschen de Europeesche con currenten. Onder degenen die in Duitschland gewoond en gestudeerd hebben, be staat groote sympathie voor Duitsch land. Tot deze categorie behooren vooral officieren van het leger; de meerderheid van de geleerde wereld universiteitsprofessoren, doktoren, in genieurs enz., verder eenige indu- strieelen, kooplieden en bankiers. Deze personen hebben intusschen wel de verovering van Tsjingtau goedge keurd, omdat hun vaderlandslievend heid het wint van hun Duitscbge- zindheidzij achten het een nationaal belang om iedere vreemde mogend heid te beletten zich in het bezit te stellen van operatiebasis zoo dicht bij Japan. Zij zijn overtuigd, zegt Van Kol, van de eindoverwinning van Duitschland, of, in elk geval, gelooven niet aan een volslagen nederlaag van dat land.' Z{j willen liever, dat hun land zich niet verder in de zqak ver wikkelt en wenschen, dat Japan zoo weinig mogelijk zich er mee bemoeit. De Japansche militairen zijn geheel onder den indruk van hetgeen het Duitsche leger praesteert. Men krijgt den indruk, dat zij er zeer trotsch op zouden zijn, indien hun land te eeniger tijd iets dergelijks zou doen. In bestuurskyngen is ook de nei ging merkbaar om een onherstelbare breuk met Duitschland te vermijden. De voorstanders van de zaak der ge allieerden vindt men vooral onder hen, die in Engeland hebben gestudeerd of gewoond. Engelschgezind is in de eerste plaats de oorlogsmarine en ook de koopvaardij. Verder behooren daartoe velen uit de bestuurskringen. De meerderheid van de ontwikkelde bevolking ver keert onder Engelschen invloed, maar deze invloed heeft een neiging om te verslappen en men mag aannemen, dat deze snel zal dalen wanneer al thans de geallieerden geen belangrijk succes behalen in dezen oorlog. Na den Engelschen invloed doet zich vooral de Noord-Amerikaansche in vloed gelden. Een sterke strooming ontstaat voor toenadering voor Rusland, ja zelfs voor een bondgenootschap. De heer Van Kol acht het hoogst twijfelachtig, dat ooit het uitzenden van Japansche troepen naar de Euro peesche slagvelden door het Japan sche volk zou worden goedgekeurd. Het zou niet begrijpen, dat Japansch bloed moet worden vergoten voor een Europeesch conflict. Ja, wanneer het ging om de herovering van China of om den laatsten Europeaan daaruit te verjagen, dan zouden allen bereid zijn tot de grootste krijgsinspanning. De sympathie voor België is alge meen en onverdeeld. De schending van de Belgische neutraliteit heeft ongetwijfeld een groot gedeelte van van het volk verontwaardigd, hoewel men in sommige kringen, vooral mili taire, verontschuldigingen zoekt in strategische overwegingen. Maar de schending van de neutraliteit is niet hetgeen hier den grootsten indruk heeft gemaakt. Evenmin deden dit de ook in Japan gepubliceerde rap porten over de wreedheden enz. Men bewondert vooral oprecht den moed van het kleine volk, dat niet geaar zeld hooft front to maken togen een machtigen buurman. Men bewondert zijn slagvaardigheid en zijn hardnek kige verdediging van den vaderland bodem. Koning Albert heeft het Ja pansche volk door zijn houding een geweldig ontzag ingeboezemd. Indien die edele figuur een Japanner was. zou hij eens een plaats vinden in he, Pantheon van de Japansche godhedent Kapitein Jan Carst. In de „Japan Gazette" van 26 Juni komt een uitvoerig artikel voor over kapitein Jan Carst, die op den vol genden dag het vijftigjarig feest zou herdenken van zijn aankomst in Joko- hama, waar trouwens zijn vader reeds een jaar of zes tevoren geweest was, als gezagvoerder van den Nederland schen klipper „Argonaut". Aan boord bevonden zich toen ook de heeren De Conings en G. Leis, met nog twee andere Nederlanders. Bij dit bezoek werd in Japan, te Jokohama, de firma Carst, Conings eD Leis opgericht. De tweede firmant trad er later uit, en de zaak werd toen Carst, Leis Co. De oude heer Carst vertrok naar Ba tavia en een van zijn zoons kwam hem vervangen. Deze schreef aan zijn oudsten broer, die te Amsterdam als scheepsmakelaar gevestigd was, hem een klein schip te zenden, waar voor hij een Japanschen afnemer had. De Amsterdamsche Carst voldeed aan die opdracht en droeg het bevel over dat scheepje op aan Jan Carst. Het is deze thans 79-jarige heer, die zijn 50 jarig jubileum in Japan heeft ge vierd. Den 27en October 1864 vertrok Jan als gezagvoerder van de „Nippon" (een zeilschip van 300 400 ton) naar Japan. Zijn echtgenoote was mee aan boord. Den 26en Juni 1865 was Joko hama bereikt. De reis had 242 dagen geduurdmen had onderweg veel wederwaardigheden ondervonden. En voorts had aan boord een vermeerde ring van het gezin Carst plaats ge vonden. Het bleek echter, dat het schip niet kon worden verkocht, om dat de koopor chicaneerde en na een vergeefsche reis naar Nagasaki, om te trachten daar het schip te ver koopen, keerde Jan Carst naar Joko hama terug. Men besloot de „Nippon" weer naar Nederland terug te zenden maar Carst en zijn gezin bleven in Jokohama, waar hij als uitruster van schepen, scheepsbouwor en expert, later ook als slooper, een positie van beteekenis vervulde. Jan Carst behoort niet enkel tot de oudste, maar ook tot de zeer geachte inwoners van Jokohama. Het 50-jarig feest is o. m. gevierd met een receptie van de Japansch- Nederlandsche Vereeniging. Zondag Vertrek van Aankomst te Helder Amsterdam 6.26 9.11 7.40 sneltrein 9.11 9.- 11.35 «Pr 12.06 2.19 1.05 3.09' 1.59 4.37 4C CB alleen op 9.99 Zoterdag 4.10 6.05 7.40 sneltrein 9.17 8.30 10.54 Bovendien loopt een trein op Zon dagmorgen v. Helder naar Alkmaar vertrek 7.05, aankomst 8.14. En op Donderdagmorgen een trein van Helder naar Schagen vertrek 7.48, aankomst 9.01. Vertrek van Aankomst te Amsterdam Helder 6.01 8.35 8.09 sneltrein 9.33 9.47 11.47 1.04 3.41 3.38 6.09 5.25 7.33 'r&pL1 9.04 sneltrein 10.40 10.47 12.54 Ü°p Bovendien van Alkmaar naar Hel der des Zondagsmorgens, vertrek 9.01, aankomst 10.08, en dagelijks, des avonds, vertrek 10.08, aankomst, 11.16. N.V. Texals Eigen Stoomboot-onder- neming. Beperkte Dienstregeling Aanvangende 5 Juli 1915. Vertrek TEXEL6,30 vm. 10,45 vm. 2,50" nm. 5,30 nm. Vertrek NIEUWEDIEP9,15* vm. 12,15 nm. 4.15" nm. 6,40 nm. 'Zondags 10 vm. "Zondags niet. FEUILLETON. 17.) „Het licht, dat die medische lamp verspreidt,is oogverblindend,Arthur 1" sprak Van Berken lachend. Zooveel kunnen wij uit onze gewone lantaarns ook wel laten schijnen." Van Weert gaf geen antwoord. Hoe wel hij even goed als zijn zwager, van zijn schoonvader een hartgrondi- gen afkeer had, was hij de man niet om bij zoo'n ernstig geval te spotten. Tegen verwachting was de oude jonker den volgenden morgen veel beter. Hij scheen allen te herkennen, doch sprak geen woord. Iets langer bleef zijn blik op Liane rusten. Tegen dien middag richtte hij zich tot niet geringe ontsteltenis der dokters overeind. „Hoelang heb ik nog te leven, professor?" vroeg hij kortaf. „Wel, nog vele jaren, hoop ik, nu u deze crisis zoo gelukkig doorstaan hebt." „Dwaasheid 1 Ik voel heel goed, dat het zoo heel lang niet meer zal duren. Maar ik moet nog een week leven. Lap mij dus een beetje bij elkaar, dat ik het zoolang uithoud. Ik enfin, dat gaat u niet aan. Kan ik vervoerd worden?" „Mijn waarde heer I. „Ja of neen „Nu, dan, als er niets tusschen komt, over een paar dagen." De patiënt legde zich weder neder. Er scheen iets te zijn, dat hem dreef tot herstel. Bijna angstig nauw gezet, volgde hij de voorschriften van den geneesheer, oogenschijnlijk met zeer bevredigenden uitslag. Den mid dag van den tweeden dag verlangde hij Van Berken te spreken. „Van Berken wendde hij zich tot dezen, toen de luitenant aan zijn bed trad „je begrijpt wel, dat al het ge wauwel van die dokters onzin is, mijn schijnbare beterschap bedrog. Maar dat zij zoo, ik ben een man en vrees den dood niet. Ik heb één wensch op Hohenlo te sterven. Het is het oude erfgoed van mijn geslacht en u, als edelman, zal die wensch niet be lachelijk voorkomen. Het vervoer per spoor zal mij te zwaar vallen en daarom wilde ik u wel verzoeken mij per rijtuig daarheen te voeren. Het eerste bedrijf van mijn leven ving aan op Hohenlo, het laatste zal er eindigen. Doch vóór het wordt afge speeld, heb ik nog een gebiedenden plicht te vervullen. Kan ik uw rijtuig kragen „Zeker, papa, wat een vraag! Uw wensch is immers even goed als een bevel." „Dank udan morgen om 10 uur. En nu nog iets, neem papier, pen en inkt en wees zoo goed eenige be schikkingen te schreven. Maar éen voorwaarde: ge schrijft, meer niet. Ge moogl u verwonderen, maar niets vragen. Ik moet elke aandoening ver mijden, daar ik al mijne krachten noodig zal hebben. Mij, ons allen, in zekeren zin, wacht daar een moeilijk een pijnlijk uur. Meer kan ik niet zeggen. Neemt ge mijne voorwaarden aan „Ja, papa." „Goed, begin dan maar-" Langzaam, doch duidelijk dicteerde hij zijn beschikkingen, en zonderling moesten die zijn. De officier hield meermalen met een verwonderd ge zicht op en vroeg zich af of het zijn schoonvader in het hoofd geslagen was. Toen hij ten einde was, las hij het schrift aan den ouden heer voor en deze knikte goedkeurend. „Zweer mij nu, dat ge aan hetgeen in dat papier geschreven staat, stipt zult voldoen, al de daarin genoemde personen zult oproepen over drie dagen, d.i. Vrijdag aanstaande ten 6 uur daar tegenwoordig te zijn. Er is aangegeven, waar ge die menschen vinden kunt, en trouwens, zij ver wachten uwe waarschuwing. Zij weten ook waar ik allen wensch vereenigd te zien en ten slotte, dat ge niemand zult mededeelen van hetgeen ik van u vorder; in èèn woord, dat ge al mijne beschikkingen nauwgezet zult nakomen, en geheimhouding bewaren. Alleen moogt ge Arthur en zijne vrouw mijn verlangen bekend maken, alleen geen namen. Zonder hun mede weten of goedkeuring kunnen de toe bereidselen voor de ontvangst dei- zonderlinge gasten niet gemaakt worden. Dat is alles." „Ik zweer!" was het op vasten, plechtigen toon gegeven antwoord. „Ik zweer bij mijne eer als edelman en officier." Ingevolge de door hem afgelegde belofte, ging Van Berken onmiddellijk aan het werk dat hij van allen, die hij gewaarschuwd had, bericht ont ving, dat zjj zich op het aangegeven uur ter bestemder plaatse zouden be vinden. Maar dat neemt niet weg, dat hij zijn noodlot verwenschte, dat hem tot zijn werktuig gemaakt had. Het ligt in den aard der zaak, dat het aan zijne vrouw niet ontging, dat haar man iets voor haar verborg. Het moest wel iets bizonders zijn, dat haar anders zoo openhartige Harry een geheim voor haar had. Doch ze mocht smeeken, vleien, pruilen, het gelukte haar niet eenige bekentenis aan hem te ontlokken. De heer en mevrouw Van Weert hadden er reeds hunne verwondering over betuigd, dat de oude heer Vernoy zich, niet tegenstaande zijn nog steeds zorg- vollen toestand, naar hun huis wilde begeven. Die verwondering vermeer derde nog toen de luitenant hun mede deelde, dat op Vrijdagavond ten hun- nont een soort van familieraad zou worden gehouden. De jonker had den uitdrukkelljken wensch te kennen ge geven dat alle bedienden en kinderen, uitgezonderd Cora, Vrijdagmiddag uit het huis zouden worden verwijderd. Dien dag zouden zich eenige personen aanmelden, wier tegenwoordigheid noodzakelijk was om sommige duistere punten op te helderen. Hij had ver zocht die eenvoudig toe te laten en geen vragen te doen. Eenigszins verbijsterd door al die geheimzinnigheid, waarvan de inge nieur een gruwelljken afkeer had, vroeg hij op den man af aan zijn schoonvader wat dit alles te beduiden had. Doch deze antwoordde bedaard, dat hij zich daarover niet wilde uit laten. Het was in het belang van allen, dat de door hem genomen maat regelen stipt werden opgevolgd. Overi gens zou Vrijdag alles duidelijk en klaar worden uiteengezet en volledig opgehelderd. De arme Van Berken, door iedereen met vragen bestormd, verklaarde ten slotte dat hij zelf van de geheele zaak niets afwist en even vurig als zijn belagers de oplossing te gemoetzag. Aller verbazing bereikte echter haar toppunt, toen men des Vrijdagmiddags tegen den bestemden tijd de gasten zag aankomen, die de oude heer be scheiden had. Precies om 6 uur trad deze den grooten salon binnen, geleund op den arm van Van Berken, die hem naar den gemakkelljken leuningstoel ge leidde. Het zij door opgewondenheid, het zij door de werking van een op- wekkenden drank, dien hij vooraf ge bruikt had, had zijn gelaat eene hoo- ger kleur dan gewoonlijk en zijne schitterenden met onheilspeilenden gloed. Hij was onberispelijk gekleed, maar toch maakte zijne verschijning een beangstigenden indruk. Onwille keurig dacht men aan een opgetooid lijk, zoó akelig strak was zijn gelaat. Allen stonden op, toen hij binnen trad, doch gingen weer zitten, zoodra hij zich had neergezet. Hij wierp een vluchtigen blik op de aanwezigen iets langer rustte die op het gesluierd gelaat eener dame, die eveneens tegen woordig was, en toen vroeg hij „Zijn allen opgekomen, die ik wenschte te zien en is den portier kennis gegeven hedenavond niemand toe te laten?" „Ja, papasprak Van Berken kort af. „Wij zullen niet worden gestoord." Hij knikte goedkeurend en vatte toen het woord op. „Het besluit om u hier hedenavond te vereenigen tot een zeker doel, dat ik zal ontvouwen, is niet door mij genomen dan na lange aarzeling en na .veel strijd en rijp beraad. Zeker zou ik de uitvoering hebben verscho ven, ware het niet, dat de dood zijne hand reeds op mij heeft gelegd. Hoe wel ik niet bang ben om te sterven, wilde toch gaarne mijne rekening met het leven afsluiten. Ik zal, om vol ledig te kunnen zijn, eenige schreden in mijn leven moeten terug doen. Bij dit eerste gedeelte is het niet noodig, dat allen toehoorders zijn en daarom verzoek ik den heer Fran- coni en dat jonge meisje zich zoolang te verwijderen tot hunne tegenwoor digheid vereischt wordt." Toen aan dezen wensch was vol daan, hervatte hij met dezelfde één tonige stem, doch langzaam en dui delijk Mijn leven zal ik slechts kort aan stippen, het is mijnen kinderen ge noegzaam bekend en de anderen heb ben er geen belang bij het te weten. Het is in het kort het leven van een hartstochtelijk man, die het vermaak, in alle vormen heeft nagejaagd. Als het waar is, dat wie veel heeft lief gehad, veel zal vergeven worden, dan zal die vergiffenis mij ten volle ge schonken worden. Het is onnoodig te zeggen, dat mijn fortuin wegsmolt als sneeuw voor de zon en ik moest trachten de gapingen in mijn budget aan te vullen. Het eenigste middel was een goed huwelijk. Het mocht mij gelukken de hand te verwerven eener vermogende jonge dame van mijn stand. Van geluk, huwelijksheil en van al dergelijke fraai dingen kon geen sprake zijn. Maar de weinige maanden van het jaar, die ik thuis doorbracht, leefden wij kalm naast elkaar voort. Mevrouw Renoy was een zenuwachtige dame, wier gezond heid wankelend was. Ik daarentegen, een gezond, krachtig man, en de arend paart niet met de duif. Haar voort durende ziekelijkheid mishaagde mij. Bovendien was mijn karakter geheel ongeschikt voor een bezadigd leven. Ik zocht verstrooiing, reisde veel buitenlands en was vooral een lief hebber van de wilde zwijnenjacht. Op een dier tochten overkwam mij in het Würtzburgsehe in de nabijheid van een dorpje een ongeval. Dat dwong mij geruimen tijd mijn verblijf aldaar te houden, tot ik hersteld was. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1915 | | pagina 4