HELDERSCHE COURANT
HAAR WRAAK.
VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE
Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna
FRANSCH,DUITSCH,ENGELSCH.
GEMEENTERAAD VAN NELDER,
No. 4509
DONDERDAG 26 AUGUSTUS 1915
43e JAARGANG
Abonnement per 3 mnd. 65 et-, franco per post 90 ct., Buitenland f 1.90
Zondagsblad 45 52'/2 0.85
Modeblad 85 75 1.00
Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER
Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50
Advertentiën van 1 tot 4 regels (bij vooruitbet.) 30 cent. Elke regel meer 6 ct.
Ingezonden mededeelingen van 1 tot 4 regels 75 cent. Elke regel meer 15 cent.
Advertentiën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hooger berekend.
Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. - Bewljs-exemplaar 2k cent.
DE OORLOG.
De officieeie iegerberlchten van
24 en 25 Augustus.
Oostelijk front.
De Russische groote generale staf
deelt d.d. 23 Augustus over de krijgs
verrichtingen mede
Bij de laatste krijgsverrichtingen
in de Golf van Riga heeft de Duitsche
vloot volgens ontvangen inlichtingen
een linieschip, twee kleine kruisers
en niet minder dan achttorpedoboo-
ton verloren, welke buiten gevecht
zijn gesteld, terwijl een gedeelte daar
van gezonken is.
Te land geen verandering in den
toestand in de streek van Riga en
"Westelijk van Jacobstadt en Dwinsk.
Aan de Sventa tusschen Wilna en
de Njemen hebben onze troepen op
22 en 23 dezer (Zondag en Maandag)
hot offensief van den vijand op het
front Ko war skWilkomirDor au-
niszki tegengehouden.
Aan de inidden-Njemen zijn weel
een aantal onzer troepen van den
linkeroever naar den rechteroever
overgegaan.
Op het front tusschen de Bobr en
de streek van Brest Litowsk blijven
wij onze stellingen pas voor pas ver
dedigen. Den 21en en den 22en (Za
terdag en Zondag) ondernam de vijand
zijn hardnekkige aanvallen aan de
Beneden-Bobr en op het front
Kleszczele Wysoko Litowsk.
Op den rechteroever van de Boeg,
ten Oosten van Wlodawa, worden de
voornaamste aanvallen van den vijand
bij Piszcza in het merengebied voort
gezet.
In den avond van den 23en (Maan
dag) deed de vijand een poging om
ook in de richting van Kowel tot het
offensief over te gaan.
In Galicie geen verandering.
Het Duitsche communiqué luidt:
Berlijn, 24 Augustus. Legergroep
van Von Hindenburg.
Ten Noorden van de Njemen geen
verandering, voor het overige overal
vooruitgang.
Bij de gevechten ten Oosten en ten
Zuiden van Kowno namen onze troe
pen 9 officieren en 2600 man gevan
gen. Ook veroverden zij 8 machine
geweren.
Legergroep van Leopold van Beieren.
Op de heuvels ten Noordoosten van
Klesczele en in het boschgebied ten
Zuidoosten daarvan werd de tegen
stander gisteren opnieuw terugge
worpen. De vervolging nadert de
Bialowieska Puszcsa (het oerwoud
van Bialowiesk). De vijand verloor
meer dan 4500 man aan gevangenen
en 9 machinegeweren.
Legergroep van Mackensen.
Voor den aanval van de over de
Pulwa en de Boeg ten Oosten van
de Pulwa-monden aanvallende
Duitsch Oostenrijksch-Hongaarsche
troepen, heeft de vijand zijn stellingen
opnieuw ontruimd. Vervolging is
aan den gang.
Voor het Zuidwestelijk front van
Brest werden de hoogten van Kopytou
(ongeveer 15 K.M. van het centrum
der vesting) bestormd.
Onze door het moerasgebied ten
Noordoosten van Wlodawa vooruit
gedrongen troepen vervolgen den gis
teren geslagen vijand.
Het Fransche bericht luidt:
Parijs, 24 Augustus. Nog steeds
artillerievuur, over en weer, in den
sector ten Noorden van Atrecht, tus
schen Somme en Oise en in Argonne.
De Duitschers hebben een aantal
granaten op Atrecht, Montdidier en
Reims geworpen.
Op verscheidene punten is de uit
werking van het Fransche tegenvuur
op de Duitsche loopgraven en batte
rijen waargenomen.
In Champagne, aan het front van
Perthes en Beau-Séjour levendige ge
vechten met handgranaten en bom
men.
FEUILLETON.
Voor Ville-sur-Tourbe zijn de voor
ste Duitsche loopgraven volkomen
vernield door de ontploffing van een
Fransche mijn.
In de Vogezen zijn gisteren uiterst
verwoede gevechten geleverd op de
hoogten ten Oosten van de Fechton
ten Noorden van de Schatzmannele.
Ondanks verscheidene tegenaanvallen
konden De Duitschers het verloren
terrein niet heroveren.
Op den Barrenkopf 'hebben de
Franschen het in den avond van
22 dezer gewonnen terrein behouden.
De Duitschers hebben opnieuw de
Fransche loopgraven op den bergrug
bij Sondernach aangevallen doch zijn
teruggeslagen.
De Oostenrijkers berichten:
Weenen, 24 Augustus. De ten
N.W. van Brest-Litowsk tegenstand
biedende vijand is gisteren in destreek
van Wierchowicze en Rasna opnieuw
tot den terugtocht gedwongen.
Het aantal tijdens de laatste ge
vechten bij het leger van aartshertog
Jozef Ferdinand ingeleverde gevan
genen bedraagt 4 officieren en 1300
man.
Ten N.O. van Wlodawa hebben onze
bondgenooten den tegenstander nog
maals teruggeworpen en vorderingen
gemaakt.
De Oostenrijksch-Hongaarsche en
Duitsche ruiterij van het leger van
generaal Pichallo is bij de vervolging
van den vijand Kowel binnengetrok
ken en rukt verder noodwaarts op.
In Oost Galicie is het rustig.
Van het Westelijk front.
Het groote hoofdkwartier der Duit
schers meldt:
Gedurende het bezoek, dat zij Maan
dag aan Zeebrugge bracht, heeft de
Engelscho vloot ongeveer 60 h 70
schoten op onze kustversterkingen
gelost. Door deze beschieting hadden
wij het verlies te betreuren van één
doode en 6 gewonden. Bovendien wer
den door te ver gerichte schoten nog
3 Belgische mannen gewond. Mate
rieels schade werd niet aangericht.
In de Vogezen ten Westen van Mun
ster woedde Maandag de strijd ge-
durende den ganschendag. Des avonds
vielen de Franschen nogmaals onze
stellingen op den Barrenkopf en ten
Noorden daarvan aan. De aanval werd
afgeslagen. Zwakke afdeelingen, die
hier en daar in onze loopgraven waren
gedrongen, werden er weer uitge
worpen. Eenige Alpenjagers werden
gevangen genomen.
B(j de Maandag gemelde gevechten
bleef een stuk Duitsche loopgraaf op
den Barrenkopf in handen des vijands.
"ij Loo, ten Zuidwesten van Dis-
muiden, werd een Fransche tweedek
ker door een van onze oorlogsvlieg
tuigen naar beneden geschoten.
Van het Oostelijke gevechts
terrein.
De berichten van het Oostelijk ge
vechtsterrein zijn wel geschikt om
de spanning te verhoogen.
De aangekondigde terugtocht dei-
Russen naar hun tweede verdedigings
linie is volbracht. Ja, die ontzaglijk
uitgestrekte Linie is reeds in het
Noorden een sterk steunpunt ont
nomen, de vesting Kowno, en ten
Zuiden van Brest-Litowsk staan de
centralen reeds aan, wat van Russisch
standpunt gezien, de verkeerde kant
van de linie is.
In het midden zijn de centralen
over de Nurzec en de Boeg, welke
terreinscheiding geen onaardige be
scherming scheen te vormen van
den spoorweg van Bialystok naar
Brest. En aangezien zoowel Bialystok,
dat, naar van officieeie Russische
zijde is gemeldt, van versterkingen
is voorzien, als Brest gewichtige
steunputen van genoemde linie zijn,
kon deze spoorweg worden beschouwd
als deel uit te maken van genoemde
linie. Maar deze spoorwegverbinding
is ook al verbroken, de centraion
strijden (ten Zuiden van de Narew)
ten Oosten van de spoor.
18.)
Het dorp was een armoedig, akelig
nest waar voor een beschaafd man
hoegenaamd geen afleiding was. Ik
zocht dus natuurlijk verstrooiing en
het toeval kwam mij te hulp. Op
eene wandeling maakte ik kennis met
een jonge dame.
Het meisje, levende in een om
geving van arme houthakkers, zag
in mij den man harer droomen en
schonk mij haar volle vertrouwen.
Onverwachts naar huis geroepen be
kende ik haar, dat van. eene vereeni-
ging tusschen ons nooit iets kon
komen, daar ik gehuwd was. Zij
schrikte niet, 'ze barstte niet uit in
verwijtingen of tranen. Maar ze sloeg
uit hare zachte, donkere oogen een
blik op mij, die nooit uit mijn go-
heugen is gewischt, een blik, die mij
zal vergezellen tot mijn laatsten adem
tocht. Geen woord ontvlood hare lip
pen. Ze wees m(j eenvoudig de deur
en ik vluchtte als een lafaard, of de
duivel mij op de hielen zat. O, die
herinneringen, ze zijn. maar al te dik
werf de doornen op d,en levensweg
H(j sloeg de handt m als door ont
roering aangegrepen -voor het gelaat
en een diepe zucht scheen lucht te
geven. Wat ging er in hem om, in
En desniettemin bereiden nu de
Russen den opmarsch der centralen,
vooral ten Noorden van Brest-Litowsk,
waar het brandpunt van den strijd
is, een verwoeden tegenstand. „Iedere
duimbreed gronds wordt zoo taai
mogelijk verdedigd," zegt Weenen, en
ook de Russische staf meldt: „Wij
verdedigen onze stelltngen voet voor
vpet."
'„Alles maar achterhoede gevechten",
zoo meende de man van de Times
te St. Petersburg Zondag, ofschoon
h}j toen nog veronderstelde, dat de
zooeven genoemde spoorweg Bialy
stokBrest nog in het bezit der Rus
sen was.
„Op het mogelijk verlies van Brest
is waarschijnlijk al gerekend", zegt
dezelfde correspondent. „Hadden de
Russische legers, wier concentratie
punt Kief is, in opdracht in recht-
streeksche verbinding te blijven met
de centrale en noordelijke groepen,
dan zou het lot van Brest een ge
wichtiger invloed op den loop van
den veldtocht hebben gehad, dan nu
het geval is."
Een allersomberste beschouwing,
waarin zoo maar langs den neus weg
het vraagstuk waarom het gaat, als
reeds in het nadeel der Russen beslist
wordt aangemerkt.
Immers, waar het nog steeds om
te doen is, is dithouden de Russen
nog op hun tweede verdedigingslinie
den opmarsch der centralen tegen,
of zullen zij worden gedwongen hun
terugtocht aanzienlijk verder voort
te zetten, hetgeen in dit geval zou
beteekenen, dat de Russische legers
iu twee deelen zouden worden ge
scheiden door de Poolsche moerassen.
Dit is het eerste doel der centralen,
en op dit doel z|jn al hun inspanningen
van de laatste maanden gericht ge
weest. Dat het eigenlijke einddoel
van den veldtocht te allen tijde de
vernietiging van de vijandelijke strijd
macht is, weten we allemaal wel en
is een gezegde, dat in zijn algemeen
heid geen bizonderen inhoud heeft.
De vraag is maar, hoe het doel te
bereiken. De scheiding van de vijande
lijke legers is, in dit geval, in verband
met de reusachtige uitgestrektheid
van het front, daartoe de eerste stap.
Reeds in Mei, toen Jozef Ferdinand
zich, na het overschrijden van de San,
Noordwaarts wendde en over deTanew
trok in het gebied van Lublin, waar
ook de eerste veldslagen in het Oosten
waren geleverd, hebben wij er op
gewezen, dat dit streven in de be
wegingen der centrale legers te er
kennen was.
Een tweede omvleugelende bewe
ging uit het Noorden moet met dezen
opmarsch uit het Zuiden gepaard
gaan, om niet werkelijk de Russische
centrale legers te omsingelen, maar
ze toch door concentrische aanvallen
uit het Noorden en het Zuiden en
het dreigement van een uit
eindelijke omvatting terug te drijven.
En nu schijnen ze hun doel dichter
dan ooit te zijn genaderd. Het is een
„nu of nooit" voor beide partljon.
Do Russen gaven den Weichsel-
Narewdrichoek prijs, omdat zij, hoe
geschikt ook om bij een offensief ge
wichtige diensten voor de samentrek
king en uitrusting van troepen te be
wijzen, voor de verdediging zwak kon
worden genoemd, als aan beide zijden
omvat door vijandelijk gebied, door
sneden door talrijke spoorlijnen en
dus geschikt tot snelle samentrekking
van troepen, die van Noord, West en
Zuid, de linie konden aanvallen.
Maar nu staan de Russen op hun
rechte linie vlak voor demoerassen-
streek.
Die linie zijn hier en daar de cen
tralen al binnengedrongen. Nu moeten
zij worden tegengehouden, want gaat
het nog verder achteruit, dan komt
een scheiding tot stand en weet nie
mand waar en of er opnieuw een
gelegenheid zal zijn het opnieuw te
beproeven.
Om dezelfde reden moet er voor
de centralen alles aan gelegen zijn,
nu hier, op dit beslissende punt den
tegenstand der Russen nog eenmaal
den baatzuchtigen ellendeling? Was
die uitbarsting van 6mart een arm
zalige vertooning geveinsd of echt?
Die vragen zweefden zijne verwanten
op de lippen, doch zij hadden nooit
liefde of genegenheid van hem ont
vangen, van daar, dat de stem van
het medelijden doof bleef.
„Het is pijnlijk mijne gedachten
bij dit onderwerp te bepalen," nam
h{j den draad van het gesprek weder
op. „Wat er na mijne thuiskomst ge
beurde, weet 'ge. Mijne vrouw stierf
kort daarop en liet mjj twee doch
ters na, één van byna twee jaar en
één van omstreeks één maand. Ik
hervatte mijn zwervend leven en het
einde was, dat ik op- een gegeven
oogenblik een bedelaar was; dit ge
beurde evenwel eerst veel later. In
den maalstroom van genot en ver
maak van allerlei aard, slaagde ik
er in het arme Duitsche meisje uit
mijne gedachten te verbannen. Ik
was thans vrij, had haar mijn naam
kunnen geven doch ik wilde mij geen
ketenen aanleggen. Behalve het
weinige, dat ik afzonderde om mijne
dochters eene behoorlijke opvoeding
te geven, verbraste ik mijn reeds
zeer geslonken vermogen. Mijn eenigo
bezitting, het landgoed Hohenlo, was
zoo zwaar verhypothekeerd, dat ik
er geen steen meer mijn eigendom
van kon noemen. Uw vader, Arthur,
nam de hypotheken over om u be
kende redenen; mijne jongste doch
ter offerde destijds hare liefde en hare
hoop voor de toekomst op voor mijn
belang. Het. fijne van de zaak bleef
u, Arthur, verborgen. Doch ik her
haal hierbij plechtig, dat ge niet be
kend waart met datgene, wat tus
schen uw vader en mij verhandeld
werd. Om nu die kwestie eens en
voor goed op te lossen, wil ik je nog
mededeelen, dat ingevolge onze over
eenkomst uw vader mijne loopende
schulden vereffende en voor eene
hooge som mijn leven verzekerde.
Een en ander is oorzaak, dat ik op
een zeer goeden voet kan leven, en
tevens, dat hij tot uw verwondering
geen noemenswaardig fortuin naliet.
Trouwens, uwe verwachtingen waren
op dat punt te hoog gespannen. In
mijn dagboek, dat ik u na mijn dood
zeer ter lezing kan aanbevelen, zult
te breken, waardoor voor hen de kans
zou worden geopend, voorgoed met
hen af te rekenen.
En wij gelooven niet met den man
van de Times, dat de Russen den
centralen die kans zoo maar zullen
geven, zonder er eerst met inspanning
van de uiterste krachten om te
vechten,
En dat zij daar op het oogenblik
mee bezig zijn, daar duiden alle aan
wijzingen in de officieeie telegrammen
op, waarvan wij hierboven eenige
aanstipten.
Zij bieden allereerst den centralen
vooral daar den vinnigsten tegenstand,
waar het geldt een insluiting van
Brest-Litowsk te voorkomen.
Maar al verdedigen zfj moedig iede-
ren duimbreed gronds, al doen zij zelfs
tegenaanvallen ten Noorden van Bielsk
om afleiding te brengen voor de troe
pen bij Brest, toch kan men moeilijk
zeggen, dat zij er gunstig voorstaan.
Was van den beginne reeds ver
schil van meening mogelijk op een
vraag of de nieuwe linie, de Brest-
linie, wel gunstiger voor de verdedi
ging was dan do prijsgegeven War-
schau-linie, niettegenstaande alle na-
deelen, die deze had, twijfel daarom
trent is stellig gewettigd, nu de
Duitsche troepen, de terugtrekkende
Russische troepen, al werd het gevaar
voor een insluiting afgewend, van
nabij zijn gevolgd en die nieuwe linie
rechts en links en in het midden
reeds hebben overschreden, voor den
Russen de gelegenheid tot nieuwe
opstelliDg was gegeven.
Het groote bezwaar is, zoo is van
Russisch-Engelscbe zijde gezegd, dat
onze linie niet overal tegelijk meer
sterk kan wezen, terwijl de centralen
in staat zijn, om zoo te zeggen, waar
zij willen, een sterke macht te con-
centreeren.
Die opmerking wordt thans weer
bewaarheid, want ziet, terwijl de
Russen daar over den spoorweg Brest-
Bialystok zoo dapper weerstand
bieden, komt het bericht dat de Oos
tenrijkers van Wladimir-Wlinsky uit
op Kowel aanrukken. Een onaange
name verrassing, van Russische zijde
beschouwd. Over Kowel loopt de
eenige spoorwegverbinding van Brest
met het Zuiden en Zuidoosten des
rijks en deze spoor wordt nu, niet
alleen bij Kowel, aan den rand der
moerassen gelagen, door de Oosten
rijkers, maar ook verder naar het
Noorden, van de streek van Piszeza
uit, ernstig door de Duitschers be
dreigd.
De ontruiming van Oasowiec aan
de Bobr, vóór de eigenlijken Russische
verdedingslinie gelegen, staat in on-
middelljk verband met hot krijgsbedrijf
aan de Narew, welke rivier de cen
tralen waren overgestoken. Tot dus
ver hadden zij nog niet verder kun
nen komen.
Tegelijkertijd wordt nu gemeld,
dat de centralen bij Tikoszin verder
zijn opgeschoten, dat was dus in de
rug van Ossowiec, en dat de vesting
is ontruimd. De driehoek tusschen
Bobr en Narew zal nu eveneens wor
den bezet en de spoorweg Bïalystok-
Grodna is het die daar nu door de
Russen zal moeten worden verdedigd.
(N. Rolt. Ct.)
Het Duitsch-Oostenrijksch
offensief in Rusland.
Het is eigenaardig, merkt de mili
taire medewerker van de „Times"
op, dat de Oostenrijkers op het Oostelijk
front volkomen onder de leiding der
Duitschers staan. Waar aartshertog
Friedrich, in het besef van zijn
waardigheid, zijn gemak neemt, weet
niemand en niemand schijnt er be
nieuwd naar te zijn. De andere aarts
hertog Jozef Ferdinand is onder de
hoede gebracht van Mackensen's
legergroep en slechts aan de Itali-
aansche grens en aan den Donau zijn
de Oostenrijkers vrij in hun doen en
laten. Een enkele maal hoort men
nog eens van een Oostenrljksche
generaal, maar overigens hebben de
Duitschers het heft in handen.
vinden. Uw vader gaf bijna zijn
gansche vermogen prijs om voor u,
zijn beminden zoon, het geluk te
grondvesten, bestaande in het ver
werven van de hand mijner dochter.
Deze bracht aan haar vader hare
liefde, hare hoop op de toekomst ten
offer op het altaar van kinderlijken
plicht, zooals 'zij dien opvatte. Ten
slotte was de edelman, die zijn ver
mogen verbrast en verkwist had, de
eenige die van al die offeranden voor
deel had".
Van Weert en Van Berken zagen
elkander veelbeteekend aan; de gis-
siDg van den officier was juist ge
weest. Beiden hadden van hun eer-
biedwaardigen schoonvader steeds
dezelfde meening gehad, en zoo mo
gelijk was die meening thans nog
verstrekt. Doch ze zwegen, eensdeels
uit beleefdheid jegens zijne dochters,
en ten andere wegens zijn gezond
heidstoestand.
Beiden begrepen, dat het den ouden
heer slechts door overspanning en
stalen wilskracht mogelijk was, zich
staande te houden, en dat die opwin
ding stroovuur was, de laatste krach
tige opflikkering der lamp, voor ze
uitgaat. En zeker, zijn einde was nabij,
dichter dan men vermoedde. Anders
zou de man met zijn baatzuchtige
levensbeschouwing zich tot geene be
kentenis hebben laten verlokken.
„Doch", ging de jonker voort, „wij
dwalen af; keeren wij tot ons onder
werp terug. Ik dacht niet meer aan
het zwartoogige Duitsche meisje be
halve in die oogenblikken, waarvan
ik gesproken heb, totdat na ruim
dertig jaar, haar naam my plotseling
in de ooren klonk.
„Nora Galzl" riep Heinrich met
forsche stem uit.
De grijsaard zonk dieper in zijn
stoel, sloot de oogen en scheen aan
hevige ontroering ten prooi. Die twee
woorden „Nora Galz" waren als de
vurige letters in het paleis van ko
ning Belsassar. Ze dreunden ook hem
in de ooren als het vonnis van het
laatste oordeel. Die twee woorden
vertolkten hem een gansch drama
van leugen en bedrog.
Hij herstelde zich evenwel spoedig.
„Nora Galzl ja, dat was de naam.
En daar ik feitelijk reeds te veel van
mijne wegvliedende krachten gevergd
heb, verzoek ik u verder te verhalen,
wat er gebeurd is na mijn vertrek".
Mogelijk was het Duitsche hoofd
kwartier tot voor kort te Thora of
Posen en is het thans te Konings
berg of Warschau. De hoofdleiding
is in handen van von Falkenhayn.
Het schijnt dat de troepen verdeeld
zfln over vier legergroepen, elk van
acht tot twaalf legerkorpsen, hetgeen
tezamen een sterkte van ongeveer
anderhalf millioen manschappen
vormt, zonder de troepen in Galicie
er. de reserve te rekenen. Mackensen
voert het bevel over de rechtergroep,
wellicht acht of negen legerkorpsen,
bij Brest Litowsk en het leger van
aartshertog Jozef bevindt zich bij
deze groep: op zijn linkervleugel
volgt de groep van prins Leopold
van Beieren, bij welke zich waar
schijnlijk het leger van von Woyrsch
bevindt en die ook acht tot tien
legerkorpsen omvat. Weer links
hiervan staan de legers van von
Scholtz en von Gallwitz. Ten slotte
komt de groep van von Hindenburg,
welke naar wij veronderstellen,
slechts de legers onder Lauenstein,
von Below en von Eichhorn omvat.
De sterkte van deze groep is niet nauw
keurig aan te geven. Volgens be
richten uit Petersburg heeft von
Below hoogstens acht legerkorpsen
onder zich, terwijl van Eichhorn er
drie of meer moet hebben, zoodat
wij moeten aannemen dat de maar
schalk twaalf legerkorpsen te zijner
beschikking heeft, zonder de korpsen
cavalerie te rekenen, die zijn flank
dekken.
De Russen schijnen dus op het
Brest—Ossowiec front tegenover van
24 tot 26 legerkorpsen te staan, te
zamen ongeveer 1 millioen man tel
lende, en op den rechtervleugel hun
ner achterhoede door omstreeks de
helft van dat aantal bedreigd te wor
den. Van de strategische reserves
weet men niets met nauwkeurigheid.
Von Besseler, met misschien 2 £l 3
korpsen, is vrijgekomen, nu Nowo
Georgievsk gevallen is, en Von Len-
singen'a leger moet ergens in bewe
ging zijn en zal op het beslissende
punt wel opduiken. Weliswaar werd
dit leger het laatst aan de Llota Lipa
gesignaleerd, en het is te hopen dat
het daar nog steeds is, maar het is
in geen zes weken officieel genoemd,
en als zijn zware verliezen zijn aan
gevuld, kan het weer dienst doen.
Het telt 6 legerkorpsen en zou, met
Besseler's troepen, een reservegroep
van 7 a 8 legerkorpsen kunnen vor
men. Naar mijn inzien moet dit alles
als maximum worden beschouwden
zijn er waarschijnlijk op het gansche
Oostelijke krijgstooneel niet meer dan
Duitsche en 50 Oostenrijksche
divisies.
De verliezen zijn zeer zwaar ge
weest en in totaal hebben de Oosten
rijkers en Duitschers sedert den aan
val in Galiciö, in het begin- van Mei,
stellig niet minder dan 350.000 man
per maand verloren".
De schryver acht de positie der
Russen „op dit oogenblik niet goed"
en zij zou zelfs „kritiek" kunnen ge
noemd worden, als de Grootvorst er
niet in slaagt, Hindenburg's leger te
teisteren, zoodra deze er zich toe zet
zijn rol in het groote drama te ver
vullen.
Aan de Wilna, bij Kovno, hebben
de Russen wel een soort bolwerk
tegen den vijand by Kovno gevormd
en daarbij gebruik gemaakt van do
vele waterwegen op dat punt als na
tuurlijke versperringen, maar de uit
springende hoek bij Janof, aan de
Wilna, is een zwak punt, en Hin
denburg, achter de Wilia en do Sventa,
zal moeilijk te houden zijn, wanneer
hij zoo sterk staat als van hem gezegd
wordt. De Russen hebben nog de
Bobr en Ossowiec, dat ook een ge
vaarlijk vooruitstekend punt is. (Men
weet, dat de Russen deze gevaarlijke
positie ontruimd hebben. Red.)
Uit Dultschland.
Berlijn, 24 Augustus. De sociaal
democratische rijksdaggroep en het
sociaaldemocratische partijbestuur
„Ja maar zeide Heinrich, „ik
ben niet gewend veel met de groot
heid te praten. Mijn vrouw is baker
geweest bij voorname lui en daar
steek je allicht wat van op, ze heeft
er dus beter slag van."
„Mij goed; als ze maar zoo kort
mogelijk is. Menschen als jelui zyn
meestal nog al breedsprakig."
Elsa, de vrouw van Heinrich, liet
die hatelijkheid voorbij gaao zonder
te antwoorden. Zij was inderdaad
voor haar stand eene vrij beschaafde
vrouw en begon zonder veel beweging
t.e maken of verlegenheid tetooneu
„Toen mijnheer vertrokken was,
riep fraulein Nora mij onmiddellijk.
Ik had haar innig lief; zy was het
voedsterkind mijner moeder. Mijn
man en ik waren bij haar vader, een
predikant, in dienst geweest, by als
tuinman en ik als dienstbode. Na den
dood van den leeraar en zyn vrouw
bleven wij in gelijke betrekking bij
Nora. Haar verdriet ging mij aan
het hart, of ze myn eigen kind was
geweest. Ze was altyd zacht, lief ge
weest, een beetje „raar", zeiden de
lieden, van ons dorp. Doch na het
weggaan van dien heer veranderde
ze als een blad van een boom. Hein
rich, mijn man, moest hem onmidde-
lljk nareizen, alles van hem en zijn
familieomstandigheden uitvorschen en
daarna terug komen. Hij bracht de
meest volledige inlichtingen mede.
Toen rijpte een plan in het arme
meisje,een plan om zich op den
man t,e wreken.
Wij verlieten het Wüizburgacheno
Ingezonden Mededeeling.
Gij kent vaD deze talen niets en voelt het gemis hiervan, ofgy hebt in Uwe
jeugd een of meer dier talen geleerd, doch zyt het geleerde grootendoels ver
geten. Gaarne wilt gij alles nog eens grondig repeteeren. Misschien wilt gij
na den oorlog eene betrekking in het buitenland zoeken, waarvoor talen
kennis gewenscht is. Gij zljt echter te oud voor de schoolbanken geworden.
Wat staat U nu te doen? Proefnummers aanvragen van „Ons Studieblad",
Weekblad voor Zelfstudie. Voor elke taal een afzonderlijk weekblad. Prijs
per maand f 0.35. Proefnummers gratis en franco. A. F. G. LEIDERITZ, D. H.
SCHENK, Hoofdonderwijzers, de Clercqstraat 34, Amsterdam. Telefoon Zuid 4072.
hebben in gemeenschappelijke zitting
een motie aangenomen waarin o.a.
wordt gezegd: De verzekering der
politieke onafhankelijkheid en der
onschendbaarheid van het Duitsche
rijk eischt de afwijzing van elke tegen
zijn territoriaal machtsgebied gerichte
veroveringspoging van Duitschlanda
vijanden. Dat geldt ook voor den
eisch tot wederinlijving van Elzas-
Lotharingen bij Frankrijk; onver
schillig in welken vorm daarnaar
wordt gestreefd.
Ten einde de economische vryheid
van ontwikkeling van het Duitsche
volk te waarborgen eischen wij de
open deur, d. w. z. gelpe rechten
voor economische werkzaamheid in
alle koloniale gebieden en opneming
van een bepaling vau meestbegunsti-
ging in de vredesverdragen met alle
oorlogvoerende mogendheden. De vry
heid der zeeén moot door internatio
nale verdragen worden verzekerd. In
het belang van de veiligheid van
Duitschland en van zijn vrijheid tot
economische ontwikkeling in het zuid
oosten wijzen wij elk streven van de
viervoudige entente af, dat gericht is
op de verzwakking of verbrokkeling
van Oostenrljk-Hongarije en Turkije.
Berlijn, 24 Augustus. De oorlogs
correspondenten van Weenache bla
den zyn van oordeel dat de toestand
der Russische troepen bij Brest Li
towsk van dag tot dag neteliger
wordt. Het transport van troepen en
voorraden is door de verbreking van
de spoorverbinding Bialystok - Klasz
czeli St. Petersburg erg bemoeilijkt,
zoodat groote afdeelingen van het
Boeg—Weichselleger in de vesting
zijn opgestuwd. Ook de Russische
troepen die voor het leger van prins
Leopold van Beieren moesten wijkeD,
zijn klaarblijkelijk ten deele naar de
groote Boegvesting teruggetrokken.
Antl-Duitsche bond.
Br is in Engeland een anti-Dultsche
bond opgericht. De stichters wenden
zich met een vurigen oproep tot aan
sluiting tot het Engelsche volk. Het
doel van den bond is:
1. een millioen leden te werven
die de anti-Duitsche gelofte afleggen
2. de wet op de immigratie van
vreemdelingen en de naturalisatie van
Duitschers als Engelsche onderdanen
te amendeeren;
3. invoering van een beschermend
tarief, zoonoodig een tarief gelijk
staande met een invoerverbod, op alle
in -Duitschland en Oostenrijk gemaakte
artikelen
4. een onderzoek in te stellen naar
Duitsche patenten, bereidingsmetho
den en monopolies, teneinde hierom
trent voorlichting te verstrekken aan
Engelsche kooplieden, fabrikanten en
anderen die er zich op willen toeleg
gen;
5. flnancieelen en anderen steun
te verleenen, al dan niet belangeloos,
aan Engelsche fabrikanten, die zich
willen toeleggen op de voortbrenging
van artikelen die totnogtoe in Duitsch
land en Oostenrijk werden vervaar
digd;
6. steun te verleenen aan candi-
daten voor het parlement, zonder
onderscheid van partij, die zich ver
binden het doel van den bond te
steunen en een reeks lezingen in alle
steden van het land te houden ter
verwerving van den steun en den
bijval van het publiek.
Bij de onderteekenaars van den op
gingen in de nabijheid wonen van
Cranenburg in het Kleefsche. Haar
plan was het kind van eene bedelares
in de plaats te stellen van het wet
tige kind, gesproten uit het huwelijk
van. jonker Renoy en zijn vrouw. Mijn
man en ik maakten ons gewillige
werktuigen van hare wraak, die ons
destijds gewettigd voorkwam. Om
kort te gaan, ik ging naar Nijmegen
en slaagde er in als baker aangeno
men te worden door mevrouw Renoy.
Die arme dame schonk een meisje
het leven, ten koste van het hare.
Van mijn man vernam ik dit en
het toeval werkte ons zeer in de
hand. De jonker vertrok bijna dade
lijk. Beide kinderen hadden donkere
oogon, waren van gelijken leeftijd en
verwisseling ging gemakkelijk. De
oudste dochter van den jonker was
slechts U/a Jaar 0U(7 de meiden be
moeiden zich nergens mee en de
jonker bad het kind ter nauwernood
gezien. Op een donkeren avond in
October 1865 bracht Heinrich het
kind. Ik nam het over, verwisselde
de kleeren en het kind der weelde
nam de plaats in van het kind der
armoede".
Bij dit eenvoudige verhaal was het
doodstil geworden in de zaal, angstig
beklemmend stil. Men wilde vragen,
maar niemand durfde de eerste te zijn.
Liane was doodsbleek geworden, de
dame met den sluier had een driftige
beweging gemaakt en een diepe rim
pel groefde zich op het voorhoofd
van den ingeneur. Bline'a gelaat tee-
kende verbazing en Van Berken beet
roep meerondeels mannen mot
adelljke titels - vinden wfj den bur
gemeester van Dublin. „Stichter eu
algemeen bestuurder" is E. J. Balsir
Chatterton.
op Dinsdag 24 Augustus 1915.
Voorzitter de hoer W. Houwing,
Burgemeester.
Aanwezig alle leden (enkele komen
staande de vergadering).
Aan de orde is:
Onderzoek geloofsbrieven.
Onderzoek van de geloofsbrieven
van de heeren A. Bommel, S. Krlj-
nen, J. J. Verfaille, C. Adriaanse, J.
Spruit, A. W. Michels en D. C. A.
de Zwart.
De Voorzitter benoemt de heeren
Terra, Zander en Boon tot leden van
een Commissie van onderzoek, en
schorst de vergadering. Na herope
ning rapporteert de heer Terra, dat
de overgelegde geloofsbrieven in orde
zijn bevonden en concludeert tot toe
lating. Met algemeene stemmen wor
den successievelijk alle leden aange
nomen.
De notulen worden zonder stem
ming en discussie goedgekeurd.
Ingskomsn stukken en mededeelingen.
MisBives van Gedeputeerde Stalen
met betrekking tot de besluiten van
den Raad betreffende:
1. betalingen uit den post voor
Onvoorziene Uitgaven;
2. af- en overschrijvingen; en
8. suppletoire begrooting op den
dienst 1914.
4. verhuring van een stukje tuin
grond te Huisduinen en van het per
ceel weiland aan den Polderweg.
Adressen van de VereeDiging „Pro
Patria", van de Kamer van Arbeid
voor de bouwbedrijven" en van de
Vereeniglug voor Volkshuisvesting
„Helder", adhaesie betuigende met
het verzoek om oprichting van een
volksbadhuis.
Mededeeling dat de voorstellen van
den heer De Ven voor de benoeming
van een 4en Wethouder en van den
heer Biersteker met betrekking tot
den gasprtjs zijn ingetrokken.
Dankbetuiging van het Departement
Helder vaD de Maatschappij tet Nut
van het Algemeen voor de toekenning
van het subsidie.
Bovenstaande stukken voor kennis
geving aangenomen.
Rapport van de Commissie be
noemd met betrekking tot de oprich
ting van oen school voor M. U. L. O.
Adres van don fitter van de gas
fabriek G. van Baaren, over zijn loon.
Adres van J. Hendrikse, houdende
verzoek van de gemeente een stukje
grond te mogen koopec, gelegen na
bij zijn perceel Trompstraat 2a.
Adres van de Vereeniging van
Marinewerklieden „OnderlingBelang"
te Helder, verzoekende verandering
in de heffing van het schoolgeld voor
de Openbare Lagere Scholen.
Adres van Dr. H. J. Oosting over
de toelating van leerlingen op do
school No. 8.
Adressant verzoekt de verordening
op de toelating zóó te wyzigen, dat
(Zie voor vervolg pagina 4).
op zijn knevels. Do oude jonker alleen
was volkomen bedaard.
„Bewijzen!" vroeg by kool.
De oude Heinrich verhaalde hem
toen nauwkeurig alles, wat in het
begin dezer geschiedenis is medege
deeld.
Van Berken had hem aandachtig
aangehoord.
„Dat alles beteekent niets", sprak
h(j botweg.
„Elsa, geef de kwitantie eens", zei
Heinrich.
Zwijgend reikte ze die over.
„Die man, die voerman is immers
hier," viel de jonker in, waaruit blykt,
dat de oude knecht hem bij hun su
menkomst alles had medegedeeld.
„Ja, hij is hier I" sprak Van BerkeD,
en door dezen geroepen, trad eeD
stokoud man binnen.
„Heb jy die kwitantie geschreven?"
vroeg de luitenant barsch, in de hoop
hem van zijn stuk te brengen, „waar
en wanneer?"
Met beverige stem verhaalde de
oude man, dat hij J. van Vliet heette,
vroeger voerman was en op Doddon-
daal 27 gewoond had. Hij herinnerde
zich wel, dat hij op een mistigeo
avond een man met een kind had
gereden naar Hohenlo om zijn zus-
of zoo iets te bezoeken, maar die
man was met hetzelfde kind terug
gekomen en op den laatsten trein
naar Kleef gegaan.
(Wordt vervolgd).