de leerlingen binnen 6 maanden na de toelating den leeftijd van 6 jaar moeten hebben bereikt eventueel voor het eind van het kalenderjaar. Bovenstaande missives worden ge- renvoyeerd naar B. en W. om prae- advies. De heer Bommel verzoekt ten opzichte van het Rapport der Commissie met betrekking tot de oprichting van een M.U.L.O.-school spoed te willen betrachten, zóó, dat iu de volgende vergadering dit prae- advies reeds ter tafel komt. De Voor zitter zal den meest mogelijken spoed betrachten, kan echter geen toezegging doen, dat dit in de vol gende vergadering reeds ter tafel komt. Nog is ingekomen een voorstel van den heer Verstegen, strekkende: lo. Vanaf 1 September cokes be schikbaar te stellen voor alle ge meentenaren tegen den prijs van 50 cl;, per H.L. 2o. De Raad besluite een sympathie betuiging te zenden aan den Minister van Landbouw, met het schrijven van B. en W. van Amsterdam be- treffende vaststelling van maximum prijzen voor den groothandel en ver dere mogelijk te nemen maatregelen, welke zullen leiden tot prijsverlaging der eerste levensmiddelen. De Voorzitter deelt mede,dat liet niet wel mogelijk zal zijn om nog hedenavond immers blijkens de bedoeling van den voorsteller, die de regeling met 1 September wil doen in gaan in den geest van het voorstel to besluiten. Er is meer aan vast dan men oppervlakkig denken zou. De zaak moet van alle kanten wor den bekeken. Hoewel het adres eerst eeDige dagen oud is, is het spr. mogen gelukken bereids de meening van den Directeur der Gasfabriek to weten te komen, diens rapport is reeds ingekomen, maar dat van de Gas- commissie ontbreekt, nog. B. en W. hebben zich dientengevolge nog geene meening gevormd over het eerste gedeelte van het voorstel. De Voor zitter geeft dientengevolge de hwr Verstegen in overweging den datum aldus te veranderen, dat de uitvoe- ling van een eventueel besluit moge lijk worde. Bij acclamatie wordt besloten het schrijven in handen te stellen van B. en W. om adyies. Steuncomité. Verzoek van het Steuncomité alhier om een subsidie van flOOO. B. en W. stellen voor het aange vraagde bedrag toe te staan. Bij acclamatie besloten. Ontslag. Adres van den heer G. E. Kloos terhuis, om hem tegen 1 Nov. 1915 ontslag te verleenen als Hoofd van School 7a en als Hoofd van het Her- halings onderwijs. B. en W. stellen voor het ontslag eervol te verleenen, onder dankbe tuiging voor'de langdurige diensten aan de gemeente bewezen. Idem van den heer A. J. Veurman als onderwijzer aan school 6. Beide eervol verleend. Kohieren. Aangeboden worden: 1. een kohier van schoolgeldheffing voor den Franschen cursus (f 88.—.) 2. een le suppletoir kohier van Hc.hoolgeldhefflng voor de scholen No. 1 tot 8 (f958.08). 3. een 2e suppletoir kohier van schoolgeldheffing voor de scholen No. 1 tot 8 (f289.24*). 4. een le suppletoir kohier van de plaatselijke belasting naar het inko men (f 9775.21*). Met algemeeue stemmen aangeno men. Rekening 1914. Algemeen rapport op de rekening van 1914 met beantwoording van Burgemeester en Wethouders. (No. 63a en GSb van de Bijlage). Voorstel tot voorloopige vaststelling van de Ge meenterekening. Ontvangst f 1054737.59 Uitgaaf947552.58' Batig saldo f 107185.00' en tot goedkeuring van do rekening van: Het Bqrgerl\jk Armbestuur. Ontvangst f 19495.38' Uitgaaf17694.89' Batig saldo f 1800.49 Het Algemeen Weeshuis. Ontvangst f 1812647' Uitgaaf11946,25 Batig saldo f 1180.22' De Gasfabriek. Ontvangst f 696288.48' Uitgaaf585685.82 Batig saldo f 110602.66' AfRente en aflossing 57276.45 Netto winst f 53826.21', De heer Qrunwald zag voor- het vervolg liever den post „batig saldo"der gemeente-rekening gesplitst. Nu maakt het den indruk alsof er oen werkelijk batig saldo is van fl07.185.00i, terwijl in werkelijkheid hieronder is opgenomen een groot bedrag van leeningen, dat nog ver- workt moet worden, als die posten in 't vervolg gesplitst worden en dan een eindpost batig saldo gemaakt, wordt een verkeerde indruk wegge nomen, De Voorzitter zegt overweging toe. De verschillende rekeningen worden vervolgens met algemeene stemmen goedgekeurd. De heer Verstegen maakt eene opmerking betreffende het algemeene rapport van het weeshuis. Hoewel de wet niet verbiedt, dat de secretaris van een Armenraad leveranties doet aan eene inrichting van armwezen als het weeshuis is, zou spr. den Raad willen vragen ofjhy het moreel oirbaar vindt, dat dit geschiedt. De Voorzitter antwoordt, dat B. en W. meenden niets verkeerds hierin te moeten zien. Wanneer men zich op dit standpunt stelde zouden vele neringdoenden buitengesloten worden van dergelijke leveranties. De heer Verstegen vraagt ver volgens welke redenen er waron, dat do gemeente de contracten met ver schillende steenkolenhandelaars ten opzichte der gasfabriek hebben ge annuleerd. In andore gemeenten heeft men eene strafvervolging ingesteld tegen de in gebreke gebleven firma's. De heer Dc Ven, wethouder, ant woordt, dat het juist is, dat de leveranciers konnis hebben gegeven van het annuleeren van hunne con tracten, onjuist is echter, dat de ge meente zich hierbij neergelegd heeft. Het D. B. is bezig rechtskundig ad vies intewinnen hoe in dezen to handelen. Op de verdere vraag van den heer Verstegen deelt de heer de Ven mede, dat alleen de firma's Hoos en Berghuys in gebreke zijn gebleven. Waterleiding. Advies met betrekking tot den prijs van het water. Het betreft hier leverantie aan de op de Werf liggende schepen „Nep- tunus" en „Emma". B. en. W. stel len voor, aangezien de voor het loopende jaar opgemaakte begrooting niet toelaat de beide schepen onder een ander artikel van het waterlei dingscontract te brengen, om aan de wenschen van den Directeur der Marinewerf in zoover tegemoet te komen, die bezwaren gemaakt had tegen den huidigen prijs, dat van 1 januari 1916 af het water berekend wordt alsof het was geleverd aan gebouwen of inrichtingen behoorende tot het Marine-etablissement. De Voorzitter kan hier nog aan toevoegen, dat hem door den Directeur der Werf de toezegging is gedaan, dat, als deze regeling wordt goedgekeurd, de Werf het water van dit jaar tegen den ouden prijs zal betalen. Bij acclamatie goedgekeurd. Overdracht grond. Voorstel voor de overdracht van grond te Huisduinen. B. en W. stellen voor van de Ned. Hcrv. Gemeente te Huisduinen een stuk grond over te nemen voor den prijs van f 1.teneinde een einde te maken aan den toestand, dat de school met anuexen aldaar slechts voor een deel staat op gemeentegrond. Een ander deel stond ten name van de Ned. Herv. Gemeente. Bij acclamatie conform advies be sloten. Volksbadhuis. Advies op het verzoek van de af- deeling Helder van do Vereeniging „Het Witte Kruis" tot oprichting van een volksbadhuis. In ons blad van 19 Augustus namen wij bereids het advies van B. en W. hieromtrent op. B. en W. adviseeren thans geene beslissing te nemen en betreuren het, dat van particuliere zijdo niet meer wordt gedaan. De heer Adriaanse kan zich met dit advies wel vereenigen, vooral zou spr. willen, dat alsnog eene po- giug werd gedaan om particulier kapitaal te verkrijgen, opdat niet alle druk op de gemeente komt. De heer Verstegen kan er, in tegenstelling met den heer Adriaanse, voorloopig in berusten, dat met het oog op de tijden het ad vies afwijzend luidt. Maar spr. wijst er op, dat het hem verbaast van een vrijzinnig college, dat bij de jongste verkiezingen pas gezegd heeft zooveel voor de volksgezondheid te gevoelen, een dergelijk advies te krijgen. Den heer dr. V a n den Berg ver baast het, dat B. en W. adviseeren in deze geen beslissing te nemen. Spr. had gedacht, waar hier alle lasten komen op de gemeente, dat het beter was de vraag maar ineens af te wijzen. Het is onverstandig om een ander de zaak te laten uitvoeren en de gemeente te laten betalen. De heer D e V e n wijst er den heer Adriaanse op, dat enkele jaren geleden door het „Witte Kruis" is getracht gelden los te krijgen voor een badhuis. Een commissie, die be noemd werd, bracht f5000.— bijeen. Met deze ondervinding voor oogen, meende het bestuur thans een anderen weg te moeten inslaan. De heer Van den Berg protes teert er nogmaals tegen, dat de ge meente alles doet. Het „Witte Kruis" zal jaarlijks slechts f 1000. bijdragen. De heer Biersteker is het met de redeneering van den heer Van den Berg niet eens. Spr. geeft in over weging nader overleg te plegen met het „Witte Kruis" of dit niet een deel van het benoodigde kapitaal kan verschaffen. Het doet spr. genoegen, dat het „Witte Kruis" een deel der exploitatiekosten op zich neemt. Het N. Kerkplein is echter in geen geval geschikt voor een badhuis, misschien is wel door aankoop vau eenige huisjes in eene volksbuurt een terrein te krijgen. De heer Van N e c k merkt op, dat de conclusie van B. en W. toch tamelijk juist was. De tegenwoordige tijdsomstandigheden zijn vrij onge schikt hier thans over te beslissen. Spr. wil de zaak niet afwimpelen, maar alleen uitstellen tot normale tijden. Den heer Verstegen doet het genoegen, van de bestuurstafel te vernemen, dat geen ernstige bezwaren bestaan tegen de oprichting, dat de bezwaren alleen berusten op de ab normale tijdsomstandigheden. Maar spr. geeft toch in ernstige overweging in te gaan op het voorstel van den heer Biersteker. Wat dat plantsoentje betreft, dat is er geschikt voor, het is voor plantsoen toch te klein. De heer Biersteker wenscht, den heer Van Neck te antwoorden op diens opmerkingen. De tijdsom standigheden zijn van invloed op alles, maar of die ons nu moeten nopen alle hervormingen stop te zet ten, is eene andere vraag. Het is hier alleen een geldkwestie, en het is waar, dat het geld thans 1 duurder is, maar het is do vraag of datzelfde argument niet blijft bestaan als de buitengewone tijdsomstandig heden voorbij zijn. Zijn er nu niot reeds middelen te vinden om dezo belangrijke zaak aftedoen? vraagt spr. Tenslotte maakt de heer Bier steker nog de opmerking; dat de heer Verstegen in zijn tweede rede wel had mogen herroepen, wat hij over het beleid van het vrijzinnige college in zyn eerste rede zei. De heer Verstegen vraagt voor, de derde maal het woord om hierop te mogen antwoorden. Na bekomen verlof zegt de heer Verstegen te moe ten blijven bij wat hij in eersten termijn gezegd heeft, en zot uiteon, dat in bet program der vrijzinnigen de bewuste clausule gestaan heeft. De heer Oortgljsen is voor stander van een badhuis. Laat de Raad thans een principieele beslissing nomen, dat het badhuis niet komt op het N. Kerkplein, dan krijgen we een veranderde exploitatie-rekening van het Witte Kruis. De heer Van den Berg zegt niet tegen oen badhuis te zijn, alleen tegen het verzoek van hot Witte Kruis. Het voorstel B. en W. thans geene beslissing te nemen wordt tenslotte bij acclamatie aangenomen. Woninghuur. Advies op het adres van de Af- deeling Helder van het Nederlandsch Onderwijzers-Genootschap, verzoeken de verhooging van de tegemoetko ming in de woninghuur aan de ge huwde onderwijzers. Een nagekomen missive van de afdeeling Helder van den Bond van Nederl. Onderwijzers verzoekt het nemen van eene beslissing uit te willen stellen totdat door B. en W. prae-adviès is uitgebracht op hot eerstdaags door deze afdeeling in to dienen adros tot herziening van de verordening op de jaarwedden. Het punt wordt dientengevolge van de agenda afgevoerd. Onbewoonbaarverklaring. Voorstel tot onbewoonbaarverkla ring van de woningen Langestraat 95a en 95b. Bij acclamatie besloten. Rechtspositie. Advies op het adres van de Af deeling Helder van den Ned. Roomsoh Kath. Gemeente Werkliedenbond „Sint Paulus" tot herziening van do verordening regelende de rechtsposi tie der gemeente-werklieden. (Zie Held. Crt. van 19 Aug.) B. en W. adviseeren het adres voor ken nisgeving aan te nemen. De heer Baak kan de zienswijze van B. en W. niet deelen. Ook déze afwijzing wordt op de tijdsomstan digheden gegooid. De rechtspositie dient wel degelijk te worden herzien. Er zijn hier werktijden van 70 uur, en dat is voor de vierde gemeente van Noord Holland toch waarlijk niet oirbaar. In het adres wordt verzocht om een werktijd van 54 uur. Als de gemeente Helder zich veroorlooft er werklieden 'op na tg houden, moet zij die ook een behoorlijken werktijd geven. Vr|je geneeskundige behan deling ontbreekt eveneens. Een scheidsgerecht kost de gemeente haast niets. Geen commissie van ge schillen, maar een onpartijdig scheids gerecht. Dat is juist waar tegenwoor dig de organisaties moe spreken. Dit is maar een greep uit de vele om te bewijzen dat herziening meer dan tijd is. Misschien heeft het den Raad bevreemd, dat de Vereeniging een conceptreglement heeft ingezonden maar de bedoeling was, dat de Raad een leiddraad zou hebben bij de her ziening. Spr. stelt voor eene commissie te benoemen, die tot taak zal hebben de verordening op de rechtspositie te herzien. De heer Verstegen toont aan, dat er in het vigeerende reglement wol degelijk misstanden zijn, in tegen stelling met de bewering van het prae-advies. Zóóvele misstellingen z|ja erin, dat de Directeur van de Gas fabriek de geheele verordening een vod noemde. Dit is misschien wat sterk uitgedrukt, maar het teekent den toestand. Verlof moet 7 dagen van te voren worden aangevraagd, een werkman, die een besmettelijke ziekte in z|jne woning had, werd ge prest in een kosthuis te gaan en toen hij dat niet gauw genoeg vin den kon, mocht hij niet meer op het werk komen. Later vroeg hij om zijn gewone verlof, en toen werd hem gezegd, je hebt pas drie weken ver lof gehad. Spr. sluit zich aan bij de woorden van den heer Baak. De heer De Geus merkt op, dat bij B. en W. de overweging gold, dat het reglement pas 1 Januari 1912 in werking was getreden. Waar het ad vies nu verder zegt: „Waren inden korten tijd, datde verordening be staat, groote leemten of misstellingen te voorschijn gekomen, diealgeheele herzieniDg noodzakelijk maakten, dan zouden wij ons daaraan geenszins onttrekken. Waar dit evenwel niet het geval is", enz., daar is dat zeer correct. Natuurlijk zijn er wel misstellingen, dat is in elke wet, maar iedereen legt die graag in zijn eigen voordeel uit. De Commissie van geschillen heeft nog maar twee zaken te behandelen gehad. Wat de heer Verstegen aanhaalt kan wel als eene groote leemte gelden, maar waar blijft zoodoende de grens? Spr. be twist of dit de rechtspositie raakt. De gemeente heeft alleen met den persoon te maken, niet met diens gezin. Indien het anders uitgelegd moest worden, zou de regeling veel geld aan de gemeente kosten. De heer Adriaanse vindt het verzoek der Vereeniging billijk. Aan de hand van de praktijk is het wen- scheltjk gebleken de rechtspositie te herzien. Wat de heer De Geus op merkt omtrent het gering aantal zaken, dat de Commissie voor ge schillen te behandelen kreeg, is juist, maar spr. zal toch het verzoek om herziening steunen. De heer Verstegen repliceert. De heer De Geus handhaaft zijne meening, dat het niet aangaat, waar de betreffende werkman al veertien dagen over zijn verlof heen was, hem nog eens extra-verlof te geven. Spr. meent, dat de zaken verkeerd worden voorgesteld. Zoo ook b.v. wordt de aanmerking gemaakt, dat werklieden, die, wegens de bizondere tijdsomstandigheden op Zondag moes- ton werken, daarvoor niet extra be taald werden. De heer Van Neck meent dat de Raad afdwaalt van de kwestie. Mon kan altijd leemten en tekort komingen aanwijzen, maar als het blijkt, dat er gebreken z|jn, kan de Raad een verordening herzien. Er is by de Commissie niets'van gebleken. De heer Grunwald kan zich wel vereenigen met het prae-advies van B. en W. Maar spr. bestrijdt den heer Van Neck, die spreekt van „op tafel gooien van een concept reglement". De verordening op de rechtspositie is gemaakt voor den werkman. Spr. is het niet eens met wat de heer Van Neck zegt noch met de woorden van den heer Baak. De beer Baak constateert in zijn repliek er tamelijk genadig te zijn afgekomen. Geen enkel grondig argu ment heeft men tegen die van spr. weten aautevoeren. Men is op de argumenten van den heer Verstegen ingegaan, niet op de mijne. Men schet tert over de weinige geschillen, die aan de Commissie voorgelegd zijn. Maar het is duidelijk, dat de werk lieden voor die Commissie niet bren gen den wensch om andere werk uren, maar slechts de kleinere kwes ties betreffende het werk zelf e. d. Hier echter gaat het om de princi pieele punten van minder werkuren enz. Spr. handhaaft z|jn voorstel. De heer De Geus protesteert tegen de woorden vau den heer Baak betreffende een onpartijdig scheids gerecht. De heer Baak kan gerust wezen, dat de collega's in den Raad eerlijk de zaak bekijken. De heer Baak zet nader uiteen, wat een „onpartijdig scheidsgerecht" is. Spr. gelooft niet, dat een van de leden van den Raad er in zal zien wat de heer De Geus er in ziet. Met onpartijdig scheidsgerecht wordt be doeld zooeen, waarin nevens Raads leden ook werklieden zitting hebben, die daarin hun eigen Zaak bepleiten kunnen. De heer De Geus repliceert. Spr. is het met deze opvatting van een onpartijdig scheidsgerecht niet eens. Daarmede zou dus gezegd zijn, dat alleen de werklieden hun belangen kunnen behandelen, en de Raadsleden niet capabel zijn. Tegen deze opvat ting protesteert spr. Juist het feit, dat het scheidsgerecht uit Raadsleden bestaat, geeft den meesten waarborg voor een onpartijdige behandeling. De heer Biersteker, vindt hot eigenaardig, dat de Commissie nog nooit een geschil, rechtstreeks voort vloeiende uit de rechtspositie, te be handelen kreeg. Als (ie werklieden zooveel grieven hebben, waarom hebben ze die dan uooit kenbaar gemaakt? Spr. onderschrijft wat de heer Van Neck gezegd heeft. Laat het reglement eerst eens doorwerken. Het bestaat thans 34 jaar, on als wo nual moeten beginnen met omwerken, waar blijven we dan Dan komt over 2 jaar weer een andere vereeniging met oen ander verzoek. De heer Van Breda is het hier niet mee eens. Het verzoek van don heer Baak is juist met het oog op het prae-advies vau B. en W. Die zeggenw|j weten niet van vele gebreken, en de heer Baak komt ze nu juist aantoonen. Het voorstel-B. en W. - om het adres voor kennisgeving aantenemen komt in stemming en wordt aan genomen met 14 tegen 7 stemmen. Tegen de heeren Van Breda, Adri aanse, Verstegen, Baak, Van der Ploeg, Terra en Oortgljsen. Paardenmarkt. Advies op hét verzoek tot instel ling van een paardenmarkt. (Zie Held. Crt." 19 Aug.). B. en W. adviseeren tot wederinstelling van een paar denmarkt te Julianadorp. De heer Van Breda merkt op, dat de kokerpalen die bij een vroegere gelegenheid gebruikt zijn, nog zeer bruikbaar zullen wezen en geeft in overweging die thans weder, evenals de lijnen, te gebruiken. De heer Terra (nagenoeg onver staanbaar) bedankt voor de door B. en W. betoonde medewerking. Bij acclamatie wordt conform het advies bosloten. Watervoorziening. Voorste) inzake de watervoorziening op de nieuwe opslagplaats van den reinigingsdienst. B.'en W. adviseeren tot aanslui ting 3an de waterleiding over t.e gaan voor wat deze terreinen betreft. De kosten hiervan waren oorspron kelijk geraamd op f4000, doch zullen door stijging van prijzen wel worden overschreden. Bij acclamatie aldus besloteD. Betonwerk. Rapport over het maken van wer ken van gewapend boton voor de Gemeente-Reiniging. (Zie Held. Crt. 19 Aug.). De heer Verstegen heeft aan den Voorzitter gevraagd eenige vragen te mogen stellen. Spr. zou gaarne eenige inlichtingen wenschen te heb ben omtrent de laatst gehouden aan besteding van de gebouwen der ge meente-reiniging en de afwikkeling daarvan.. De heer Van Neck antwoordt dat het werk aan den laagsten inschrij ver gegund is. De heer Verstegen wenscht iets te zeggen naar aanleiding van de door den gemeente-bouwmeester gemaakte opmerkingen. Deze zegt in zijn advies „Met alle erkenning toch van de vele goede eigenschappen en kennis van zaken, welke sommige aan nemers van werken bezitten, geeft de Gem.-Bouwmeester in ernstige overweging om ook in den vervolge dergelijke meer speciale werken aan meer speciale vakmenschen op te dragen en daarvan geen publieke aanbesteding te houden, waarvoor ieder, dus ook de niet met vol doende kennis van zaken toegeruste aannemer, in de gelegenheid wordt gesteld voor alles en nog wat in te schrijven". „Daardoor zou: 1. de gemeente haar geld niet nuttig besteden; 2. de werkelijk vakkundige vrijwel uitgesloten worden; 3. het gekwan sel, dat dikwijls bij openbare aan bestedingen voorkomt, in de band worden gewerkt en 4. de vakkundige aannemers geen behoorlijk loon meer kunnen verdienen en soms met schade moeten werken als afhanke lijk van den hoofdaannemer". „Niet altijd aan den laagsten in schrijver, maar aan hem, van wien verwacht kan worden, dat h|j de in de bestekken omschreven werken met kennis van zaken voor eene door hem opgegeven som met vrucht kan uitvoeren, dient een werk te worden gegund". Het is bekend, dat b|j eene aan besteding ettelijke onderaanbeste dingen plaats hebben. Ook hier is dat geschied. Spr. zet nu den gang van zaken, bij deze aanbesteding ge volgd, uiteen. Op 25 Juni werd de eer ste aanbesteding gehouden en was als laagste inschrijver een biljet inge komen van een zekeren Braggaar voor f 42000.— De daarop volgende was f 2000.— hooger. Braggaar had soliede borgen, dus was het alles zins behoorlijk geweest op z|jn aan bod in te gaan. H|j was de laagste inschrijver, heeft bij den gemeente bouwmeester geïnformeerd, die hem hoop gaf, echter zeide, dat bij te hoog was en hem vroeg zijn c|jfer te motiveeren. H|j deelde toen mede, dat dit hoogere cijfer was ontstaan uit de prljsverhooging van het ijzer. Ga nog eens informeeren of het goedkoopcr kan, werd hem gezegd en kom het m|j dan zeggen. Dan zal er wel niets tegen de gunning zijn. Het resultaat van dit gesprek is üe heibesteding. Inmiddels is het ijzer weer 15 in prijs gestegen, zoodat alle biljetten hooger waren', dus dat van Braggaar ook. Hijzelf schreef thans in voor f 44000,-, z|jn opvolger was f 2000.— höoger. Nu wordt gezegd: het is aan den laagsten inschrijver gegund. Maar de laagste is Braggaar, en de daar opvolgende was Spruit. Het eigen aardige was du, dat deze laatste ge kozen werd als lid van den Raad, ontheffing krijgt van het werk en het voor gelijken prijs overdoet niet aan den laagsten inschrijver, i.c. Braggaar, maar aan een hoogeren. De begrooting werd thans over schreden met f 6682.— B|j genie- aanbestedingen is, bij overschrijding van dc begrooting met een bedrag van 10 °/0, speciale machtiging noo- dig. Spr. vraagt of het gemotiveerd is, dat eene begrooting van f 39000 maar voetstoots wordt overschreden met b|jna f 7000.- De heer Van Neck licht in, dat tusschen de begrooting en de aan besteding eenig tijdsverloop ligt, waarin de materialen beduidend ge stegen z|jn in pr|js. Er waren om standigheden, die eene herbesteding noodig maakten en toen is aan den laagsten inschrijver het werk ge gund. De heer Verstegen wil op die zaak niet verder ingaan, maar het bedoelde biljet was van onwaarde, omdat het van een niet-bestaande firma was. Het Dag. Bestuur is op het voorstel van den heer Spruit in gegaan, onder uitdrukkelijk beding, dat de prijs niet hooger werd. De Verstegen vraagt waarom bij de eerste aanbesteding, toen er geen biljetten van onwaarde waren, het werk niet gegund is. De heer Van Neck. Hel; Dag. Bestuur heeft geineend eene her- besteding te moeten houden en daar mee is de zaak afgoloopen. Het D. B. heeft niets te maken met de afspra ken van den gemeente-bouwmeester met de inschrijvers. Spr. weigert t.e zeggen waarom die gunning niet heeft plaatsgehad. De heer Verstegen meent als lid van den Raad het recht te heb ben te weten hoe de gemeentegelden besteed worden. En als de zaak eer lijk is, is er toch immers niets tegen publiciteit. De heer Van Neck blijft bij z|jne opvatting, dat h|j geen verdere mo tieven wenscht te geven. De heer Oortgijsen merkt op, dat in do bestekken verwezen wordt naar de algemeene voorwaarden. Daarin staat, dat B. en W. zonder verdere motiveering een aanbeste ding al of niet kunnen gunnen. De heer De Geus. Laat de heer Verstegen de laatste clausule van wat de bouwmeester schrijft maar eens nalezen, misschien dat hem dan de zaak duidelijker wordt. De heer Biersteker is het niet eens met wat de heer Van Nock zegt. De Raad heeft recht het waarom te weten. Spr. kan zich in denken, dat er overwegingen zijn, die geleid hebben tot het standpunt de zaak niet in het openbaar te wil len bespreken. Spr. stelt daarom voor in comité generaal te gaan. De Voorzitter geeft in over weging aan het eind der zitting in comité te gaan; er moet dan toch nog na vergaderd worden. De heer Grunwald merkt op, dat de bedoeling van den heer Ver stegen is de zaak in 't openbaar te behandelen. Laten we dan even een geheime vergadering houden om eenige mededeelingen te ontvaugen, dan kunnen we daarna de zaak af wikkelen. De vergadering wordt geschorst en de deuren gesloten. Na heropening constateert de heer Verstegen, dat de aanbesteding van de werken voor de gemeente reiniging, zoowel wat eerste beste ding betreft als bij herbesteding, niet geschied is volgens het gemaakte be stek en dat in het geheele bestek geen enkele paragraaf voorkomt, die verwijst naar de Algemeene Voor waarden. De heer Van Neck: Bij elke aanbesteding heeft de aanbesteder bet recht die te gunnen aan wien hij wil. Den hoer Adriaanse wil het voorkomen, dat, hoe goed ook de gemeente-bouwmeester zich hier weet te verdedigen, zoodanig werk toch niet behoort te worden besteed aan specialiteiten. Een groote betonmaat- schapptj b.v. moet baar timmerwerk toch ook weer onder-aanbesteden. Maar het woord „verkwanselen" is hier niet op z|jn plaats. Indien ook gemeentenaren mogelijk gemaakt wordt mede in te schrijven, krijgen we een prikkel om het werk juist goed té doen. De heer K r lj n e n zet nader uit een waarom dus gehandeld is. De heer Adriaanse gelooft ook wel, dat het uit een oogpunt van den boeteder zelf Diet zoo kwaad is, aldus te doen, maar spr. komt neer op hetgeen de Gem.-bouwmoo- ster zegt, u.L, dat het alleen goed la op do manier zooals hij aangeeft. Op die manier gaan we den weg op om meer onderhandsch aan te besteden en men krijgt dan een soort wille keur. Wat is er tegen het in 't ver volg 3tiders te doen, temeer, waar nog altijd B. en W. de preferentie hebben. Winkelsluiting.*"""* AdvieB op het verzoek inzake ver plichte winkelsluiting. (Zie Held. Crt. 19 Aug.). B. on W. wenschen de beslissing aan den Raad over te laten. De heer Van Breda toont aan, dat de 300 handteekeningen, waarvan in liet. hier bedoeld adres sprake is, volstrekt niet zijn van uitsluitend voorstanders der verplichte sluiting. Het door de Alg. Winkeliers-vereeni- ging gehouden referendum toonde aan, dat van de 300 verzonden cir culaires 256 ingevuld terugkwamen. Van die 256 waren 162 vóór wette lijke sluiting (36 hiervan voorwaarde lijk), 74 voor 10 uurs sluiting, 20 on ingevuld en 46 niet teruggezonden. In geen enkele vergadering van de W.Ver. is gesproken over eene fictie tot wettelijke sluiting; steeds tracht te men de zaak langs gemoedelijken weg te winnen. Thans hebben de winkeliers besloten te komen tot een categorische sluiting; maar dit ge schiedde volstrekt niet met het doel tot een wettelijke te komen, want als het daarom ging zou het heel gauw blijken, dat vele der huidige voorstanders tegen een verplichte sluiting waren. Spr. begrijpt niet, dat thans weer drie heeren met een der gelijk verzoek komen, overal waar eene verordening is, wordt z|j ont doken ook. Op het oogenblik is er geen tweede stad in ons land waar de sluiting categorisch zoo goed ge regeld is als hier. De heer Adriaanse verschilt van meening met den heer Van Breda. Deze drie heeren, die thans het verzoek doen, handelen namens eene commissie. Spr. zal overigens niet veel over de zaak zeggen. Op het oogenblik is de toestand ryp voor invoering; over eenige maanden of weken verloopt de zaak als die thans niet vastgelegd wordt. En men krijgt dan, wat reeds eerder gezegd is, dat de een openhoudt omdat de ander het doet. De vroegere sluiting is geen schade voor den winkelier, er zijn altijd nog wel uitzonderingsbepalin gen te maken. De heer Van Breda zal geene pogingen doen den heer Adriaanse te bebeeren, merkt alleen op, dat deze zich vergist. Op de vergadering, die spr. bedoelt, was de meerderheid vóór de categorische sluitiDg. Het was niet de bedoeling, dat het cqpiité V3n die drie heeren ook op wettelijke sluiting zou moeten aansturen. De heer De Geus vindt de op vatting, die hier gangbaar is omtrent wat de overheid doen moet niet ge zond. De overheid heeft in te grijpen als dat in 't belang is van de burgerij. Daar eene verordening dwang uit oefent, grijpt zij in het recht van de vrijheid van den arbeid. Het is toch uitzondering, dat hier laat gewerkt wordt. Elke zaak heeft weder hare eigenaardigheden er zijn er, die arti kelen produceeren die aan bederf onderhevig zijn. Als er wantoestan den ontstonden door lange werktijden etc. zou spr. niet aarzelen in te grijpen. Maar de consequenties van een der gelijke regeling zijn niet gering. Behalve meer politietoezicht, minder licht enz. zal men de monschen van de straat jagen en waar bl|jven die dan? Als men geen sigaren in een winkel kan krijgen, haalt men ze in een café; er heeft dus eene verplaat sing van debiet plaats. Het is een aantasten van de vrijheid van bedrijf. De heer Biersteker is vóór een gedwongen sluiting, omdat ge bleken is, dat de vrijwillige sluiting tegen gehouden werd door één enkelen winkelier, die niet mede wilde doen. De barbiers besloten om 9 uur te sluiten. Er was er één, die op een gegeven oogenblik zeide: ik doeniet meer mee, en toon was zijn buurman wel verplicht ook open te blijven wilde hij niet de klanten naar zijn concurrent zien gaan. En wat de heer De Geus zegt over aantasting der vrijheid, ja, alle wetten tasten de vrijheid van het individu aan veiligheidswet, die op den kinder arbeid enz. (Geroep: Dat is in 't algemeen belangM. de V., geldt het hier dan geen algemeen belang Ik meen van wel. Spr. heeft iemand gesproken, die van tegenstander voorstander was geworden en het prettig vond voor de winkeliers, dat ze nu ook eens des avonds de deur uit kunnen. Door de gedwongen sluiting worden de belangen van een groote meerderheid gediend, waaraan het algemeen be lang ten grondslag ligt. „De vrijwil lige sluiting is het ideaal", zegt de heer De Geus. Neen, M. d. V., dat is juist geen ideaal, men zie maar het voorbeeld van den barbier. Spr. stelt thans voor aan de winkeliers een vraag te richten of ze vóór of tegen z|jn, en als blykt,dat de groote meerderheid er voor is, dan moet de kleine maar gedwongen worden zich te schikken. De heer Grunwald heeft met belangstelling de sprekers gehoord. Spr. was verbaasd van den heer Van Breda te vernemen, dat van de 300 winkeliers zich 236 vóór eene defi nitieve sluiting verklaard hebben. Spr. bepleit het voordeel van de ge dwongen sluiting. Het komt thans voor, dat, vooral in volkewinkels, de een of andere bezoekster door het aanknoopen van een praatje eenvoudig den winkelier dwingt open te bljjven, waar hij anders dien t|jd in z|jn gezin kon doorbrengen. De heer Over de Linden vindt het tegenover de kleine zaken, die vaak van de avonduren hun debiet moeten hebben, onbilijjk die tot slui ting te dwingen. Voor de groote is dat geen schade. De 'neer De Geus repliceert. De heer Biersteker haalt er de veilig heids- en andere wetten b|j. Is dat eene ernstige redeneering? Kunnen we de winkelsluiting daarmede ver gelijken? Iets anders was het als het hier een algemeene landswet gold. Thans krijgen we een zuiver plaatselijke verordening, dio op an dere plaatsen weer geheel anders is. De oorspronkelijke actie komt van het personeel. Spr. is niet overtuigd van het algemeen belang van den maatregel. De heer D e V e n vreest met. den heer Adriaanse, dat. er maar heel weinig noodig zal z|jn om die vrij willige actie in duigen te doen vallen. De heer Van Breda sprak van sei zoensluiting. Dit pleit juist voor ge dwongen sluiting, meent spr. Want dan ontstaan de kwesties en de heele boel valt in duigen. De heer Verstegen is voor stander van wettelijke sluiting. De heer Van Breda plaatst eeu paar dingen niet in het juiste verband de vroegere tegenstanders zijn thans overtuigd van het groote nut van vroege sluiting en zoodoende voor standers geworden. Spr. geeft voor beelden, hoe de eene winkelier ter wille van een concurrent moet open blijven. En juist de kleine winkeliers zijn het, die het meest door een categorische sluiting getroffen worden, De heer De Geus spreekt van vrijheid, die aan banden wordt gelegd. Weet de heer De Geus wel, hoe het den Amsterdamschen anti-winkelsl uiting agitator verging? Men liet hem ten slotte in zijn hemd staan. En dc verordening is gehandhaafd en aan gepast aan de toestanden in de ge meente. Geen algemeen belang, zegt de heer De Geus. Kinderarboid is wel algemeen belang. Maar zetten de ouders dan hier hun kindereu niet tot 's avonds laat achter de toon bank? De heer Van den Berg is nog niet overtuigd vau het nut! Het na deel zal op den duur niet zoo groot, zijn, maar het gaat hier om den dwang, dien men den menschen op legt. Repliek van den heer Van Broda. Spr. stelt voor, niet op het voorstel integaan. De heer H a r j e r is tegenstander van de verplichte sluiting. Het is geen gemeente-belang, het legt de vrijheid aan banden, drukt op den kleinen winkelier. Het bedienend personeel is maar gering. Ook de belasting zal verhoogd worden, doordat er minder licht brandt en de gasfabriek dus minder winst maakt. De lieden op dat adres zijn geen pricipïeele voorstan ders, maar hebben maar meegetee- kend. De heer De Geus wijst erop hoe de eerste verordening tot stand kwam te Amsterdam. Ged. Staten droegen haar aan de Koningin ter vernietiging voor. Maar doordat men er blijkbaar geen weg mee wist, is de termiju hiervoor verloopen, zoodat do veror dening mechanisch in werking trad. Nog wordt nader van gedachten gewisseld. Totdat tenslotte in stem ming komen een voorstel Biersteker om een enquête in te stellen bij de winkeliers teneinde ze te polsen over deze zaak. Dit wordt verworpen met 11 tegen 10. Tegenstanders de heeren Bok, v. d. Berg, Harjer, Over do Linden, v. Breda, Bommel, de Geus, Krijnen, Verfaille, Zander en Terra. Het voorstel-Breda om afwijzend op het adres te beschikken wordt aan genomen met 11 tegen 10 stemmen. Vóór de heeren Bok, Van den Berg, Harjer, Over de Linden, Van Breda, Bommel, De Geus, Krijnen, Verfaille, Terra en Zander. Ontsmetting. Advies op het adres van de Algem. Nederl. Vereeniging „Het Groene Kruis" over het ontsmetten van schoolboeken, enz. (Zie „Held. Ct." 19 Aug.) De heer Van den Berg stelt voor om jaarlijks f5.— aan de Ver eeniging „Het Groene Kruis" tecon- tribueeren; men heeft dan hel recht, boeken te laten ontsmetten. Op verzoek van den heer Bier steker wordt dit punt verdaagd. Rechtspositie. Adviezen met betrekking tot de vaste aanstelling van den werkman J. Kerkhoff. Advies op het adres van Folmer c.s. Beide wegens het late uur ver daagd. Handelsavondschool. Advies op het adres van den heer Van Mierlo over het Directoraat van ,de Handelavondschool). (Zie „Held. Ct." van 21 Aug.) Bij acclamatie comform advies be sloten. Kermis. Advies om de kermis dit jaar niet te doen houden. Als boven. Verordening. Voorstel met betrekking tot. het voederen van vee met rogge of rog gebrood. Bij circulaire van 30 Juni noodigen Ged. Staten B. en W. uit de straf baarstelling van het voederen van vee met rogge of roggebrood te bo- vorderen. B. en W. stellen voor de vraag van Ged. Staten, of eene dergelijke verordening voor deze gemeente ver langd wordt, bevestigend te beant woorden en daarna het militair ge zag uit te noodigen tot vaststelling van de verordening over te gaan. By acclamatie besloten. Burgeravondschool. Voorstel tot het aanbrengen van een kleine verandering in de lokali teiten in gebruik bij de Burgeravond school. By acclamatie besloten. Nog wordt besloten de afwatering van de woningen der vereeniging „Volkshuisvesting" te doen geschie den in de Ruyghsloot. Aan het einde bréngt de Voorzitter namens het College van B. en "W. een woord van dank aan do schei dende raadsleden Van den Berg en Oortgljsen, die gedurende een reeks van jaren de belangen der gemeente hebben gediend en aangenaam heb ben samengewerkt met het College. Rondvraag. De heer Verstegen vraagt in lichtingen over het adres van de vereeniging van Gemeente-werklieden en de Voorzitter deelt mede, dat een prae-advies in bewerking is. Daarna sluiting.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1915 | | pagina 4