de leerlingen binnen 6 maanden na
de toelating den leeftijd van 6 jaar
moeten hebben bereikt eventueel voor
het eind van het kalenderjaar.
Bovenstaande missives worden ge-
renvoyeerd naar B. en W. om prae-
advies. De heer Bommel verzoekt
ten opzichte van het Rapport der
Commissie met betrekking tot de
oprichting van een M.U.L.O.-school
spoed te willen betrachten, zóó, dat
iu de volgende vergadering dit prae-
advies reeds ter tafel komt. De Voor
zitter zal den meest mogelijken
spoed betrachten, kan echter geen
toezegging doen, dat dit in de vol
gende vergadering reeds ter tafel
komt.
Nog is ingekomen een voorstel van
den heer Verstegen, strekkende:
lo. Vanaf 1 September cokes be
schikbaar te stellen voor alle ge
meentenaren tegen den prijs van 50
cl;, per H.L.
2o. De Raad besluite een sympathie
betuiging te zenden aan den Minister
van Landbouw, met het schrijven
van B. en W. van Amsterdam be-
treffende vaststelling van maximum
prijzen voor den groothandel en ver
dere mogelijk te nemen maatregelen,
welke zullen leiden tot prijsverlaging
der eerste levensmiddelen.
De Voorzitter deelt mede,dat
liet niet wel mogelijk zal zijn om nog
hedenavond immers blijkens de
bedoeling van den voorsteller, die de
regeling met 1 September wil doen in
gaan in den geest van het voorstel
to besluiten. Er is meer aan vast
dan men oppervlakkig denken zou.
De zaak moet van alle kanten wor
den bekeken. Hoewel het adres eerst
eeDige dagen oud is, is het spr. mogen
gelukken bereids de meening van
den Directeur der Gasfabriek to weten
te komen, diens rapport is reeds
ingekomen, maar dat van de Gas-
commissie ontbreekt, nog. B. en W.
hebben zich dientengevolge nog geene
meening gevormd over het eerste
gedeelte van het voorstel. De Voor
zitter geeft dientengevolge de hwr
Verstegen in overweging den datum
aldus te veranderen, dat de uitvoe-
ling van een eventueel besluit moge
lijk worde.
Bij acclamatie wordt besloten het
schrijven in handen te stellen van
B. en W. om adyies.
Steuncomité.
Verzoek van het Steuncomité alhier
om een subsidie van flOOO.
B. en W. stellen voor het aange
vraagde bedrag toe te staan.
Bij acclamatie besloten.
Ontslag.
Adres van den heer G. E. Kloos
terhuis, om hem tegen 1 Nov. 1915
ontslag te verleenen als Hoofd van
School 7a en als Hoofd van het Her-
halings onderwijs.
B. en W. stellen voor het ontslag
eervol te verleenen, onder dankbe
tuiging voor'de langdurige diensten
aan de gemeente bewezen.
Idem van den heer A. J. Veurman
als onderwijzer aan school 6.
Beide eervol verleend.
Kohieren.
Aangeboden worden:
1. een kohier van schoolgeldheffing
voor den Franschen cursus (f 88.—.)
2. een le suppletoir kohier van
Hc.hoolgeldhefflng voor de scholen No.
1 tot 8 (f958.08).
3. een 2e suppletoir kohier van
schoolgeldheffing voor de scholen No.
1 tot 8 (f289.24*).
4. een le suppletoir kohier van de
plaatselijke belasting naar het inko
men (f 9775.21*).
Met algemeeue stemmen aangeno
men.
Rekening 1914.
Algemeen rapport op de rekening
van 1914 met beantwoording van
Burgemeester en Wethouders. (No. 63a
en GSb van de Bijlage). Voorstel tot
voorloopige vaststelling van de Ge
meenterekening.
Ontvangst f 1054737.59
Uitgaaf947552.58'
Batig saldo f 107185.00'
en tot goedkeuring van do rekening
van:
Het Bqrgerl\jk Armbestuur.
Ontvangst f 19495.38'
Uitgaaf17694.89'
Batig saldo f 1800.49
Het Algemeen Weeshuis.
Ontvangst f 1812647'
Uitgaaf11946,25
Batig saldo f 1180.22'
De Gasfabriek.
Ontvangst f 696288.48'
Uitgaaf585685.82
Batig saldo f 110602.66'
AfRente en aflossing 57276.45
Netto winst f 53826.21',
De heer Qrunwald zag voor-
het vervolg liever den post „batig
saldo"der gemeente-rekening gesplitst.
Nu maakt het den indruk alsof er
oen werkelijk batig saldo is van
fl07.185.00i, terwijl in werkelijkheid
hieronder is opgenomen een groot
bedrag van leeningen, dat nog ver-
workt moet worden, als die posten
in 't vervolg gesplitst worden en dan
een eindpost batig saldo gemaakt,
wordt een verkeerde indruk wegge
nomen,
De Voorzitter zegt overweging
toe. De verschillende rekeningen
worden vervolgens met algemeene
stemmen goedgekeurd.
De heer Verstegen maakt eene
opmerking betreffende het algemeene
rapport van het weeshuis. Hoewel
de wet niet verbiedt, dat de secretaris
van een Armenraad leveranties doet
aan eene inrichting van armwezen
als het weeshuis is, zou spr. den
Raad willen vragen ofjhy het moreel
oirbaar vindt, dat dit geschiedt.
De Voorzitter antwoordt, dat
B. en W. meenden niets verkeerds
hierin te moeten zien. Wanneer men
zich op dit standpunt stelde zouden
vele neringdoenden buitengesloten
worden van dergelijke leveranties.
De heer Verstegen vraagt ver
volgens welke redenen er waron, dat
do gemeente de contracten met ver
schillende steenkolenhandelaars ten
opzichte der gasfabriek hebben ge
annuleerd. In andore gemeenten heeft
men eene strafvervolging ingesteld
tegen de in gebreke gebleven firma's.
De heer Dc Ven, wethouder, ant
woordt, dat het juist is, dat de
leveranciers konnis hebben gegeven
van het annuleeren van hunne con
tracten, onjuist is echter, dat de ge
meente zich hierbij neergelegd heeft.
Het D. B. is bezig rechtskundig ad
vies intewinnen hoe in dezen to
handelen. Op de verdere vraag van
den heer Verstegen deelt de heer de
Ven mede, dat alleen de firma's
Hoos en Berghuys in gebreke zijn
gebleven.
Waterleiding.
Advies met betrekking tot den
prijs van het water.
Het betreft hier leverantie aan de
op de Werf liggende schepen „Nep-
tunus" en „Emma". B. en. W. stel
len voor, aangezien de voor het
loopende jaar opgemaakte begrooting
niet toelaat de beide schepen onder
een ander artikel van het waterlei
dingscontract te brengen, om aan de
wenschen van den Directeur der
Marinewerf in zoover tegemoet te
komen, die bezwaren gemaakt had
tegen den huidigen prijs, dat van
1 januari 1916 af het water berekend
wordt alsof het was geleverd aan
gebouwen of inrichtingen behoorende
tot het Marine-etablissement.
De Voorzitter kan hier nog
aan toevoegen, dat hem door den
Directeur der Werf de toezegging is
gedaan, dat, als deze regeling wordt
goedgekeurd, de Werf het water van
dit jaar tegen den ouden prijs zal
betalen.
Bij acclamatie goedgekeurd.
Overdracht grond.
Voorstel voor de overdracht van
grond te Huisduinen.
B. en W. stellen voor van de Ned.
Hcrv. Gemeente te Huisduinen een
stuk grond over te nemen voor den
prijs van f 1.teneinde een einde
te maken aan den toestand, dat de
school met anuexen aldaar slechts
voor een deel staat op gemeentegrond.
Een ander deel stond ten name van
de Ned. Herv. Gemeente.
Bij acclamatie conform advies be
sloten.
Volksbadhuis.
Advies op het verzoek van de af-
deeling Helder van do Vereeniging
„Het Witte Kruis" tot oprichting van
een volksbadhuis.
In ons blad van 19 Augustus namen
wij bereids het advies van B. en W.
hieromtrent op. B. en W. adviseeren
thans geene beslissing te nemen en
betreuren het, dat van particuliere
zijdo niet meer wordt gedaan.
De heer Adriaanse kan zich
met dit advies wel vereenigen, vooral
zou spr. willen, dat alsnog eene po-
giug werd gedaan om particulier
kapitaal te verkrijgen, opdat niet alle
druk op de gemeente komt.
De heer Verstegen kan er, in
tegenstelling met den heer Adriaanse,
voorloopig in berusten, dat met het
oog op de tijden het ad vies afwijzend
luidt. Maar spr. wijst er op, dat het
hem verbaast van een vrijzinnig
college, dat bij de jongste verkiezingen
pas gezegd heeft zooveel voor de
volksgezondheid te gevoelen, een
dergelijk advies te krijgen.
Den heer dr. V a n den Berg ver
baast het, dat B. en W. adviseeren
in deze geen beslissing te nemen.
Spr. had gedacht, waar hier alle
lasten komen op de gemeente, dat
het beter was de vraag maar ineens
af te wijzen. Het is onverstandig om
een ander de zaak te laten uitvoeren
en de gemeente te laten betalen.
De heer D e V e n wijst er den
heer Adriaanse op, dat enkele jaren
geleden door het „Witte Kruis" is
getracht gelden los te krijgen voor
een badhuis. Een commissie, die be
noemd werd, bracht f5000.— bijeen.
Met deze ondervinding voor oogen,
meende het bestuur thans een anderen
weg te moeten inslaan.
De heer Van den Berg protes
teert er nogmaals tegen, dat de ge
meente alles doet. Het „Witte Kruis"
zal jaarlijks slechts f 1000. bijdragen.
De heer Biersteker is het met
de redeneering van den heer Van den
Berg niet eens. Spr. geeft in over
weging nader overleg te plegen met
het „Witte Kruis" of dit niet een
deel van het benoodigde kapitaal kan
verschaffen. Het doet spr. genoegen,
dat het „Witte Kruis" een deel der
exploitatiekosten op zich neemt. Het
N. Kerkplein is echter in geen geval
geschikt voor een badhuis, misschien
is wel door aankoop vau eenige huisjes
in eene volksbuurt een terrein te
krijgen.
De heer Van N e c k merkt op,
dat de conclusie van B. en W. toch
tamelijk juist was. De tegenwoordige
tijdsomstandigheden zijn vrij onge
schikt hier thans over te beslissen.
Spr. wil de zaak niet afwimpelen,
maar alleen uitstellen tot normale
tijden.
Den heer Verstegen doet het
genoegen, van de bestuurstafel te
vernemen, dat geen ernstige bezwaren
bestaan tegen de oprichting, dat de
bezwaren alleen berusten op de ab
normale tijdsomstandigheden. Maar
spr. geeft toch in ernstige overweging
in te gaan op het voorstel van den
heer Biersteker. Wat dat plantsoentje
betreft, dat is er geschikt voor, het
is voor plantsoen toch te klein.
De heer Biersteker wenscht,
den heer Van Neck te antwoorden
op diens opmerkingen. De tijdsom
standigheden zijn van invloed op
alles, maar of die ons nu moeten
nopen alle hervormingen stop te zet
ten, is eene andere vraag. Het is
hier alleen een geldkwestie, en het
is waar, dat het geld thans 1
duurder is, maar het is do vraag of
datzelfde argument niet blijft bestaan
als de buitengewone tijdsomstandig
heden voorbij zijn. Zijn er nu niot
reeds middelen te vinden om dezo
belangrijke zaak aftedoen? vraagt
spr. Tenslotte maakt de heer Bier
steker nog de opmerking; dat de heer
Verstegen in zijn tweede rede wel
had mogen herroepen, wat hij over
het beleid van het vrijzinnige college
in zyn eerste rede zei.
De heer Verstegen vraagt voor,
de derde maal het woord om hierop
te mogen antwoorden. Na bekomen
verlof zegt de heer Verstegen te moe
ten blijven bij wat hij in eersten
termijn gezegd heeft, en zot uiteon,
dat in bet program der vrijzinnigen
de bewuste clausule gestaan heeft.
De heer Oortgljsen is voor
stander van een badhuis. Laat de
Raad thans een principieele beslissing
nomen, dat het badhuis niet komt
op het N. Kerkplein, dan krijgen we
een veranderde exploitatie-rekening
van het Witte Kruis.
De heer Van den Berg zegt
niet tegen oen badhuis te zijn, alleen
tegen het verzoek van hot Witte
Kruis.
Het voorstel B. en W. thans geene
beslissing te nemen wordt tenslotte
bij acclamatie aangenomen.
Woninghuur.
Advies op het adres van de Af-
deeling Helder van het Nederlandsch
Onderwijzers-Genootschap, verzoeken
de verhooging van de tegemoetko
ming in de woninghuur aan de ge
huwde onderwijzers.
Een nagekomen missive van de
afdeeling Helder van den Bond van
Nederl. Onderwijzers verzoekt het
nemen van eene beslissing uit te
willen stellen totdat door B. en W.
prae-adviès is uitgebracht op hot
eerstdaags door deze afdeeling in to
dienen adros tot herziening van de
verordening op de jaarwedden.
Het punt wordt dientengevolge
van de agenda afgevoerd.
Onbewoonbaarverklaring.
Voorstel tot onbewoonbaarverkla
ring van de woningen Langestraat
95a en 95b.
Bij acclamatie besloten.
Rechtspositie.
Advies op het adres van de Af
deeling Helder van den Ned. Roomsoh
Kath. Gemeente Werkliedenbond
„Sint Paulus" tot herziening van do
verordening regelende de rechtsposi
tie der gemeente-werklieden.
(Zie Held. Crt. van 19 Aug.) B. en
W. adviseeren het adres voor ken
nisgeving aan te nemen.
De heer Baak kan de zienswijze
van B. en W. niet deelen. Ook déze
afwijzing wordt op de tijdsomstan
digheden gegooid. De rechtspositie
dient wel degelijk te worden herzien.
Er zijn hier werktijden van 70 uur,
en dat is voor de vierde gemeente
van Noord Holland toch waarlijk niet
oirbaar. In het adres wordt verzocht
om een werktijd van 54 uur. Als de
gemeente Helder zich veroorlooft er
werklieden 'op na tg houden, moet
zij die ook een behoorlijken werktijd
geven. Vr|je geneeskundige behan
deling ontbreekt eveneens. Een
scheidsgerecht kost de gemeente
haast niets. Geen commissie van ge
schillen, maar een onpartijdig scheids
gerecht. Dat is juist waar tegenwoor
dig de organisaties moe spreken. Dit
is maar een greep uit de vele om
te bewijzen dat herziening meer dan
tijd is. Misschien heeft het den Raad
bevreemd, dat de Vereeniging een
conceptreglement heeft ingezonden
maar de bedoeling was, dat de Raad
een leiddraad zou hebben bij de her
ziening.
Spr. stelt voor eene commissie te
benoemen, die tot taak zal hebben
de verordening op de rechtspositie te
herzien.
De heer Verstegen toont aan,
dat er in het vigeerende reglement
wol degelijk misstanden zijn, in tegen
stelling met de bewering van het
prae-advies. Zóóvele misstellingen z|ja
erin, dat de Directeur van de Gas
fabriek de geheele verordening een
vod noemde. Dit is misschien wat
sterk uitgedrukt, maar het teekent
den toestand. Verlof moet 7 dagen
van te voren worden aangevraagd,
een werkman, die een besmettelijke
ziekte in z|jne woning had, werd ge
prest in een kosthuis te gaan en
toen hij dat niet gauw genoeg vin
den kon, mocht hij niet meer op het
werk komen. Later vroeg hij om zijn
gewone verlof, en toen werd hem
gezegd, je hebt pas drie weken ver
lof gehad. Spr. sluit zich aan bij de
woorden van den heer Baak.
De heer De Geus merkt op, dat
bij B. en W. de overweging gold, dat
het reglement pas 1 Januari 1912 in
werking was getreden. Waar het ad
vies nu verder zegt: „Waren inden
korten tijd, datde verordening be
staat, groote leemten of misstellingen
te voorschijn gekomen, diealgeheele
herzieniDg noodzakelijk maakten, dan
zouden wij ons daaraan geenszins
onttrekken. Waar dit evenwel niet
het geval is", enz., daar is dat
zeer correct. Natuurlijk zijn er wel
misstellingen, dat is in elke wet,
maar iedereen legt die graag in zijn
eigen voordeel uit. De Commissie van
geschillen heeft nog maar twee zaken
te behandelen gehad. Wat de heer
Verstegen aanhaalt kan wel als eene
groote leemte gelden, maar waar
blijft zoodoende de grens? Spr. be
twist of dit de rechtspositie raakt.
De gemeente heeft alleen met den
persoon te maken, niet met diens
gezin. Indien het anders uitgelegd
moest worden, zou de regeling veel
geld aan de gemeente kosten.
De heer Adriaanse vindt het
verzoek der Vereeniging billijk. Aan
de hand van de praktijk is het wen-
scheltjk gebleken de rechtspositie te
herzien. Wat de heer De Geus op
merkt omtrent het gering aantal
zaken, dat de Commissie voor ge
schillen te behandelen kreeg, is juist,
maar spr. zal toch het verzoek om
herziening steunen.
De heer Verstegen repliceert.
De heer De Geus handhaaft zijne
meening, dat het niet aangaat, waar
de betreffende werkman al veertien
dagen over zijn verlof heen was,
hem nog eens extra-verlof te geven.
Spr. meent, dat de zaken verkeerd
worden voorgesteld. Zoo ook b.v.
wordt de aanmerking gemaakt, dat
werklieden, die, wegens de bizondere
tijdsomstandigheden op Zondag moes-
ton werken, daarvoor niet extra be
taald werden.
De heer Van Neck meent dat
de Raad afdwaalt van de kwestie.
Mon kan altijd leemten en tekort
komingen aanwijzen, maar als het
blijkt, dat er gebreken z|jn, kan de
Raad een verordening herzien. Er is
by de Commissie niets'van gebleken.
De heer Grunwald kan zich
wel vereenigen met het prae-advies
van B. en W. Maar spr. bestrijdt
den heer Van Neck, die spreekt van
„op tafel gooien van een concept
reglement". De verordening op de
rechtspositie is gemaakt voor den
werkman. Spr. is het niet eens met
wat de heer Van Neck zegt noch
met de woorden van den heer Baak.
De beer Baak constateert in zijn
repliek er tamelijk genadig te zijn
afgekomen. Geen enkel grondig argu
ment heeft men tegen die van spr.
weten aautevoeren. Men is op de
argumenten van den heer Verstegen
ingegaan, niet op de mijne. Men schet
tert over de weinige geschillen, die
aan de Commissie voorgelegd zijn.
Maar het is duidelijk, dat de werk
lieden voor die Commissie niet bren
gen den wensch om andere werk
uren, maar slechts de kleinere kwes
ties betreffende het werk zelf e. d.
Hier echter gaat het om de princi
pieele punten van minder werkuren
enz. Spr. handhaaft z|jn voorstel.
De heer De Geus protesteert
tegen de woorden vau den heer Baak
betreffende een onpartijdig scheids
gerecht. De heer Baak kan gerust
wezen, dat de collega's in den Raad
eerlijk de zaak bekijken.
De heer Baak zet nader uiteen,
wat een „onpartijdig scheidsgerecht"
is. Spr. gelooft niet, dat een van de
leden van den Raad er in zal zien
wat de heer De Geus er in ziet. Met
onpartijdig scheidsgerecht wordt be
doeld zooeen, waarin nevens Raads
leden ook werklieden zitting hebben,
die daarin hun eigen Zaak bepleiten
kunnen.
De heer De Geus repliceert. Spr.
is het met deze opvatting van een
onpartijdig scheidsgerecht niet eens.
Daarmede zou dus gezegd zijn, dat
alleen de werklieden hun belangen
kunnen behandelen, en de Raadsleden
niet capabel zijn. Tegen deze opvat
ting protesteert spr. Juist het feit,
dat het scheidsgerecht uit Raadsleden
bestaat, geeft den meesten waarborg
voor een onpartijdige behandeling.
De heer Biersteker, vindt hot
eigenaardig, dat de Commissie nog
nooit een geschil, rechtstreeks voort
vloeiende uit de rechtspositie, te be
handelen kreeg. Als (ie werklieden
zooveel grieven hebben, waarom
hebben ze die dan uooit kenbaar
gemaakt? Spr. onderschrijft wat de
heer Van Neck gezegd heeft. Laat
het reglement eerst eens doorwerken.
Het bestaat thans 34 jaar, on als wo
nual moeten beginnen met omwerken,
waar blijven we dan Dan komt over
2 jaar weer een andere vereeniging
met oen ander verzoek.
De heer Van Breda is het hier
niet mee eens. Het verzoek van don
heer Baak is juist met het oog op
het prae-advies vau B. en W. Die
zeggenw|j weten niet van vele
gebreken, en de heer Baak komt ze
nu juist aantoonen.
Het voorstel-B. en W. - om het
adres voor kennisgeving aantenemen
komt in stemming en wordt aan
genomen met 14 tegen 7 stemmen.
Tegen de heeren Van Breda, Adri
aanse, Verstegen, Baak, Van der
Ploeg, Terra en Oortgljsen.
Paardenmarkt.
Advies op hét verzoek tot instel
ling van een paardenmarkt. (Zie Held.
Crt." 19 Aug.). B. en W. adviseeren
tot wederinstelling van een paar
denmarkt te Julianadorp.
De heer Van Breda merkt op,
dat de kokerpalen die bij een vroegere
gelegenheid gebruikt zijn, nog zeer
bruikbaar zullen wezen en geeft in
overweging die thans weder, evenals
de lijnen, te gebruiken.
De heer Terra (nagenoeg onver
staanbaar) bedankt voor de door
B. en W. betoonde medewerking.
Bij acclamatie wordt conform het
advies bosloten.
Watervoorziening.
Voorste) inzake de watervoorziening
op de nieuwe opslagplaats van den
reinigingsdienst.
B.'en W. adviseeren tot aanslui
ting 3an de waterleiding over t.e
gaan voor wat deze terreinen betreft.
De kosten hiervan waren oorspron
kelijk geraamd op f4000, doch zullen
door stijging van prijzen wel worden
overschreden.
Bij acclamatie aldus besloteD.
Betonwerk.
Rapport over het maken van wer
ken van gewapend boton voor de
Gemeente-Reiniging. (Zie Held. Crt.
19 Aug.).
De heer Verstegen heeft aan
den Voorzitter gevraagd eenige vragen
te mogen stellen. Spr. zou gaarne
eenige inlichtingen wenschen te heb
ben omtrent de laatst gehouden aan
besteding van de gebouwen der ge
meente-reiniging en de afwikkeling
daarvan..
De heer Van Neck antwoordt
dat het werk aan den laagsten inschrij
ver gegund is.
De heer Verstegen wenscht
iets te zeggen naar aanleiding van
de door den gemeente-bouwmeester
gemaakte opmerkingen. Deze zegt in
zijn advies
„Met alle erkenning toch van de
vele goede eigenschappen en kennis
van zaken, welke sommige aan
nemers van werken bezitten, geeft
de Gem.-Bouwmeester in ernstige
overweging om ook in den vervolge
dergelijke meer speciale werken aan
meer speciale vakmenschen op te
dragen en daarvan geen publieke
aanbesteding te houden, waarvoor
ieder, dus ook de niet met vol
doende kennis van zaken toegeruste
aannemer, in de gelegenheid wordt
gesteld voor alles en nog wat in
te schrijven".
„Daardoor zou: 1. de gemeente
haar geld niet nuttig besteden; 2.
de werkelijk vakkundige vrijwel
uitgesloten worden; 3. het gekwan
sel, dat dikwijls bij openbare aan
bestedingen voorkomt, in de band
worden gewerkt en 4. de vakkundige
aannemers geen behoorlijk loon meer
kunnen verdienen en soms met
schade moeten werken als afhanke
lijk van den hoofdaannemer".
„Niet altijd aan den laagsten in
schrijver, maar aan hem, van wien
verwacht kan worden, dat h|j de in
de bestekken omschreven werken
met kennis van zaken voor eene
door hem opgegeven som met vrucht
kan uitvoeren, dient een werk te
worden gegund".
Het is bekend, dat b|j eene aan
besteding ettelijke onderaanbeste
dingen plaats hebben. Ook hier is
dat geschied. Spr. zet nu den gang
van zaken, bij deze aanbesteding ge
volgd, uiteen. Op 25 Juni werd de eer
ste aanbesteding gehouden en was als
laagste inschrijver een biljet inge
komen van een zekeren Braggaar
voor f 42000.— De daarop volgende
was f 2000.— hooger. Braggaar had
soliede borgen, dus was het alles
zins behoorlijk geweest op z|jn aan
bod in te gaan. H|j was de laagste
inschrijver, heeft bij den gemeente
bouwmeester geïnformeerd, die hem
hoop gaf, echter zeide, dat bij te
hoog was en hem vroeg zijn c|jfer
te motiveeren. H|j deelde toen mede,
dat dit hoogere cijfer was ontstaan
uit de prljsverhooging van het ijzer.
Ga nog eens informeeren of het
goedkoopcr kan, werd hem gezegd
en kom het m|j dan zeggen. Dan
zal er wel niets tegen de gunning
zijn.
Het resultaat van dit gesprek is
üe heibesteding. Inmiddels is het
ijzer weer 15 in prijs gestegen,
zoodat alle biljetten hooger waren',
dus dat van Braggaar ook. Hijzelf
schreef thans in voor f 44000,-,
z|jn opvolger was f 2000.— höoger.
Nu wordt gezegd: het is aan den
laagsten inschrijver gegund. Maar
de laagste is Braggaar, en de daar
opvolgende was Spruit. Het eigen
aardige was du, dat deze laatste ge
kozen werd als lid van den Raad,
ontheffing krijgt van het werk en het
voor gelijken prijs overdoet niet
aan den laagsten inschrijver, i.c.
Braggaar, maar aan een hoogeren.
De begrooting werd thans over
schreden met f 6682.— B|j genie-
aanbestedingen is, bij overschrijding
van dc begrooting met een bedrag
van 10 °/0, speciale machtiging noo-
dig. Spr. vraagt of het gemotiveerd
is, dat eene begrooting van f 39000
maar voetstoots wordt overschreden
met b|jna f 7000.-
De heer Van Neck licht in, dat
tusschen de begrooting en de aan
besteding eenig tijdsverloop ligt,
waarin de materialen beduidend ge
stegen z|jn in pr|js. Er waren om
standigheden, die eene herbesteding
noodig maakten en toen is aan den
laagsten inschrijver het werk ge
gund. De heer Verstegen wil op die
zaak niet verder ingaan, maar het
bedoelde biljet was van onwaarde,
omdat het van een niet-bestaande
firma was. Het Dag. Bestuur is op
het voorstel van den heer Spruit in
gegaan, onder uitdrukkelijk beding,
dat de prijs niet hooger werd.
De Verstegen vraagt waarom
bij de eerste aanbesteding, toen er
geen biljetten van onwaarde waren,
het werk niet gegund is.
De heer Van Neck. Hel; Dag.
Bestuur heeft geineend eene her-
besteding te moeten houden en daar
mee is de zaak afgoloopen. Het D. B.
heeft niets te maken met de afspra
ken van den gemeente-bouwmeester
met de inschrijvers. Spr. weigert t.e
zeggen waarom die gunning niet
heeft plaatsgehad.
De heer Verstegen meent als
lid van den Raad het recht te heb
ben te weten hoe de gemeentegelden
besteed worden. En als de zaak eer
lijk is, is er toch immers niets tegen
publiciteit.
De heer Van Neck blijft bij z|jne
opvatting, dat h|j geen verdere mo
tieven wenscht te geven.
De heer Oortgijsen merkt op,
dat in do bestekken verwezen wordt
naar de algemeene voorwaarden.
Daarin staat, dat B. en W. zonder
verdere motiveering een aanbeste
ding al of niet kunnen gunnen.
De heer De Geus. Laat de heer
Verstegen de laatste clausule van
wat de bouwmeester schrijft maar
eens nalezen, misschien dat hem dan
de zaak duidelijker wordt.
De heer Biersteker is het
niet eens met wat de heer Van
Nock zegt. De Raad heeft recht het
waarom te weten. Spr. kan zich in
denken, dat er overwegingen zijn,
die geleid hebben tot het standpunt
de zaak niet in het openbaar te wil
len bespreken. Spr. stelt daarom
voor in comité generaal te gaan.
De Voorzitter geeft in over
weging aan het eind der zitting in
comité te gaan; er moet dan toch
nog na vergaderd worden.
De heer Grunwald merkt op,
dat de bedoeling van den heer Ver
stegen is de zaak in 't openbaar te
behandelen. Laten we dan even een
geheime vergadering houden om
eenige mededeelingen te ontvaugen,
dan kunnen we daarna de zaak af
wikkelen.
De vergadering wordt geschorst
en de deuren gesloten.
Na heropening constateert de heer
Verstegen, dat de aanbesteding
van de werken voor de gemeente
reiniging, zoowel wat eerste beste
ding betreft als bij herbesteding, niet
geschied is volgens het gemaakte be
stek en dat in het geheele bestek
geen enkele paragraaf voorkomt, die
verwijst naar de Algemeene Voor
waarden.
De heer Van Neck: Bij elke
aanbesteding heeft de aanbesteder
bet recht die te gunnen aan wien
hij wil.
Den hoer Adriaanse wil het
voorkomen, dat, hoe goed ook de
gemeente-bouwmeester zich hier weet
te verdedigen, zoodanig werk toch
niet behoort te worden besteed aan
specialiteiten. Een groote betonmaat-
schapptj b.v. moet baar timmerwerk
toch ook weer onder-aanbesteden.
Maar het woord „verkwanselen" is
hier niet op z|jn plaats. Indien ook
gemeentenaren mogelijk gemaakt
wordt mede in te schrijven, krijgen
we een prikkel om het werk juist
goed té doen.
De heer K r lj n e n zet nader uit
een waarom dus gehandeld is.
De heer Adriaanse gelooft
ook wel, dat het uit een oogpunt
van den boeteder zelf Diet zoo kwaad
is, aldus te doen, maar spr. komt
neer op hetgeen de Gem.-bouwmoo-
ster zegt, u.L, dat het alleen goed la
op do manier zooals hij aangeeft. Op
die manier gaan we den weg op om
meer onderhandsch aan te besteden
en men krijgt dan een soort wille
keur. Wat is er tegen het in 't ver
volg 3tiders te doen, temeer, waar
nog altijd B. en W. de preferentie
hebben.
Winkelsluiting.*"""*
AdvieB op het verzoek inzake ver
plichte winkelsluiting. (Zie Held. Crt.
19 Aug.).
B. on W. wenschen de beslissing
aan den Raad over te laten.
De heer Van Breda toont aan,
dat de 300 handteekeningen, waarvan
in liet. hier bedoeld adres sprake is,
volstrekt niet zijn van uitsluitend
voorstanders der verplichte sluiting.
Het door de Alg. Winkeliers-vereeni-
ging gehouden referendum toonde
aan, dat van de 300 verzonden cir
culaires 256 ingevuld terugkwamen.
Van die 256 waren 162 vóór wette
lijke sluiting (36 hiervan voorwaarde
lijk), 74 voor 10 uurs sluiting, 20 on
ingevuld en 46 niet teruggezonden.
In geen enkele vergadering van de
W.Ver. is gesproken over eene fictie
tot wettelijke sluiting; steeds tracht
te men de zaak langs gemoedelijken
weg te winnen. Thans hebben de
winkeliers besloten te komen tot een
categorische sluiting; maar dit ge
schiedde volstrekt niet met het doel
tot een wettelijke te komen, want
als het daarom ging zou het heel
gauw blijken, dat vele der huidige
voorstanders tegen een verplichte
sluiting waren. Spr. begrijpt niet, dat
thans weer drie heeren met een der
gelijk verzoek komen, overal waar
eene verordening is, wordt z|j ont
doken ook. Op het oogenblik is er
geen tweede stad in ons land waar
de sluiting categorisch zoo goed ge
regeld is als hier.
De heer Adriaanse verschilt
van meening met den heer Van
Breda. Deze drie heeren, die thans
het verzoek doen, handelen namens
eene commissie. Spr. zal overigens
niet veel over de zaak zeggen. Op
het oogenblik is de toestand ryp voor
invoering; over eenige maanden of
weken verloopt de zaak als die thans
niet vastgelegd wordt. En men krijgt
dan, wat reeds eerder gezegd is, dat
de een openhoudt omdat de ander
het doet. De vroegere sluiting is geen
schade voor den winkelier, er zijn
altijd nog wel uitzonderingsbepalin
gen te maken.
De heer Van Breda zal geene
pogingen doen den heer Adriaanse
te bebeeren, merkt alleen op, dat
deze zich vergist. Op de vergadering,
die spr. bedoelt, was de meerderheid
vóór de categorische sluitiDg. Het
was niet de bedoeling, dat het cqpiité
V3n die drie heeren ook op wettelijke
sluiting zou moeten aansturen.
De heer De Geus vindt de op
vatting, die hier gangbaar is omtrent
wat de overheid doen moet niet ge
zond. De overheid heeft in te grijpen
als dat in 't belang is van de burgerij.
Daar eene verordening dwang uit
oefent, grijpt zij in het recht van de
vrijheid van den arbeid. Het is toch
uitzondering, dat hier laat gewerkt
wordt. Elke zaak heeft weder hare
eigenaardigheden er zijn er, die arti
kelen produceeren die aan bederf
onderhevig zijn. Als er wantoestan
den ontstonden door lange werktijden
etc. zou spr. niet aarzelen in te grijpen.
Maar de consequenties van een der
gelijke regeling zijn niet gering.
Behalve meer politietoezicht, minder
licht enz. zal men de monschen van
de straat jagen en waar bl|jven die
dan? Als men geen sigaren in een
winkel kan krijgen, haalt men ze in
een café; er heeft dus eene verplaat
sing van debiet plaats. Het is een
aantasten van de vrijheid van bedrijf.
De heer Biersteker is vóór
een gedwongen sluiting, omdat ge
bleken is, dat de vrijwillige sluiting
tegen gehouden werd door één enkelen
winkelier, die niet mede wilde doen.
De barbiers besloten om 9 uur te
sluiten. Er was er één, die op een
gegeven oogenblik zeide: ik doeniet
meer mee, en toon was zijn buurman
wel verplicht ook open te blijven
wilde hij niet de klanten naar zijn
concurrent zien gaan. En wat de
heer De Geus zegt over aantasting
der vrijheid, ja, alle wetten tasten
de vrijheid van het individu aan
veiligheidswet, die op den kinder
arbeid enz. (Geroep: Dat is in 't
algemeen belangM. de V., geldt
het hier dan geen algemeen belang
Ik meen van wel.
Spr. heeft iemand gesproken, die
van tegenstander voorstander was
geworden en het prettig vond voor
de winkeliers, dat ze nu ook eens
des avonds de deur uit kunnen. Door
de gedwongen sluiting worden de
belangen van een groote meerderheid
gediend, waaraan het algemeen be
lang ten grondslag ligt. „De vrijwil
lige sluiting is het ideaal", zegt de
heer De Geus. Neen, M. d. V., dat
is juist geen ideaal, men zie maar
het voorbeeld van den barbier. Spr.
stelt thans voor aan de winkeliers
een vraag te richten of ze vóór of
tegen z|jn, en als blykt,dat de groote
meerderheid er voor is, dan moet
de kleine maar gedwongen worden
zich te schikken.
De heer Grunwald heeft met
belangstelling de sprekers gehoord.
Spr. was verbaasd van den heer Van
Breda te vernemen, dat van de 300
winkeliers zich 236 vóór eene defi
nitieve sluiting verklaard hebben.
Spr. bepleit het voordeel van de ge
dwongen sluiting. Het komt thans
voor, dat, vooral in volkewinkels, de
een of andere bezoekster door het
aanknoopen van een praatje eenvoudig
den winkelier dwingt open te bljjven,
waar hij anders dien t|jd in z|jn gezin
kon doorbrengen.
De heer Over de Linden vindt
het tegenover de kleine zaken, die
vaak van de avonduren hun debiet
moeten hebben, onbilijjk die tot slui
ting te dwingen. Voor de groote is
dat geen schade.
De 'neer De Geus repliceert. De
heer Biersteker haalt er de veilig
heids- en andere wetten b|j. Is dat
eene ernstige redeneering? Kunnen
we de winkelsluiting daarmede ver
gelijken? Iets anders was het als
het hier een algemeene landswet
gold. Thans krijgen we een zuiver
plaatselijke verordening, dio op an
dere plaatsen weer geheel anders is.
De oorspronkelijke actie komt van
het personeel. Spr. is niet overtuigd
van het algemeen belang van den
maatregel.
De heer D e V e n vreest met. den
heer Adriaanse, dat. er maar heel
weinig noodig zal z|jn om die vrij
willige actie in duigen te doen vallen.
De heer Van Breda sprak van sei
zoensluiting. Dit pleit juist voor ge
dwongen sluiting, meent spr. Want
dan ontstaan de kwesties en de heele
boel valt in duigen.
De heer Verstegen is voor
stander van wettelijke sluiting. De
heer Van Breda plaatst eeu paar
dingen niet in het juiste verband
de vroegere tegenstanders zijn thans
overtuigd van het groote nut van
vroege sluiting en zoodoende voor
standers geworden. Spr. geeft voor
beelden, hoe de eene winkelier ter
wille van een concurrent moet open
blijven. En juist de kleine winkeliers
zijn het, die het meest door een
categorische sluiting getroffen worden,
De heer De Geus spreekt van vrijheid,
die aan banden wordt gelegd. Weet
de heer De Geus wel, hoe het den
Amsterdamschen anti-winkelsl uiting
agitator verging? Men liet hem ten
slotte in zijn hemd staan. En dc
verordening is gehandhaafd en aan
gepast aan de toestanden in de ge
meente. Geen algemeen belang, zegt
de heer De Geus. Kinderarboid is
wel algemeen belang. Maar zetten
de ouders dan hier hun kindereu
niet tot 's avonds laat achter de toon
bank?
De heer Van den Berg is nog
niet overtuigd vau het nut! Het na
deel zal op den duur niet zoo groot,
zijn, maar het gaat hier om den
dwang, dien men den menschen op
legt.
Repliek van den heer Van Broda.
Spr. stelt voor, niet op het voorstel
integaan.
De heer H a r j e r is tegenstander
van de verplichte sluiting. Het is geen
gemeente-belang, het legt de vrijheid
aan banden, drukt op den kleinen
winkelier. Het bedienend personeel is
maar gering. Ook de belasting zal
verhoogd worden, doordat er minder
licht brandt en de gasfabriek dus
minder winst maakt. De lieden op dat
adres zijn geen pricipïeele voorstan
ders, maar hebben maar meegetee-
kend.
De heer De Geus wijst erop hoe
de eerste verordening tot stand kwam
te Amsterdam. Ged. Staten droegen
haar aan de Koningin ter vernietiging
voor. Maar doordat men er blijkbaar
geen weg mee wist, is de termiju
hiervoor verloopen, zoodat do veror
dening mechanisch in werking trad.
Nog wordt nader van gedachten
gewisseld. Totdat tenslotte in stem
ming komen een voorstel Biersteker
om een enquête in te stellen bij de
winkeliers teneinde ze te polsen over
deze zaak. Dit wordt verworpen met
11 tegen 10. Tegenstanders de heeren
Bok, v. d. Berg, Harjer, Over do
Linden, v. Breda, Bommel, de Geus,
Krijnen, Verfaille, Zander en Terra.
Het voorstel-Breda om afwijzend op
het adres te beschikken wordt aan
genomen met 11 tegen 10 stemmen.
Vóór de heeren Bok, Van den Berg,
Harjer, Over de Linden, Van Breda,
Bommel, De Geus, Krijnen, Verfaille,
Terra en Zander.
Ontsmetting.
Advies op het adres van de Algem.
Nederl. Vereeniging „Het Groene
Kruis" over het ontsmetten van
schoolboeken, enz.
(Zie „Held. Ct." 19 Aug.)
De heer Van den Berg stelt
voor om jaarlijks f5.— aan de Ver
eeniging „Het Groene Kruis" tecon-
tribueeren; men heeft dan hel recht,
boeken te laten ontsmetten.
Op verzoek van den heer Bier
steker wordt dit punt verdaagd.
Rechtspositie.
Adviezen met betrekking tot de
vaste aanstelling van den werkman
J. Kerkhoff.
Advies op het adres van Folmer c.s.
Beide wegens het late uur ver
daagd.
Handelsavondschool.
Advies op het adres van den heer
Van Mierlo over het Directoraat van
,de Handelavondschool).
(Zie „Held. Ct." van 21 Aug.)
Bij acclamatie comform advies be
sloten.
Kermis.
Advies om de kermis dit jaar niet
te doen houden.
Als boven.
Verordening.
Voorstel met betrekking tot. het
voederen van vee met rogge of rog
gebrood.
Bij circulaire van 30 Juni noodigen
Ged. Staten B. en W. uit de straf
baarstelling van het voederen van
vee met rogge of roggebrood te bo-
vorderen.
B. en W. stellen voor de vraag
van Ged. Staten, of eene dergelijke
verordening voor deze gemeente ver
langd wordt, bevestigend te beant
woorden en daarna het militair ge
zag uit te noodigen tot vaststelling
van de verordening over te gaan.
By acclamatie besloten.
Burgeravondschool.
Voorstel tot het aanbrengen van
een kleine verandering in de lokali
teiten in gebruik bij de Burgeravond
school.
By acclamatie besloten.
Nog wordt besloten de afwatering
van de woningen der vereeniging
„Volkshuisvesting" te doen geschie
den in de Ruyghsloot.
Aan het einde bréngt de Voorzitter
namens het College van B. en "W.
een woord van dank aan do schei
dende raadsleden Van den Berg en
Oortgljsen, die gedurende een reeks
van jaren de belangen der gemeente
hebben gediend en aangenaam heb
ben samengewerkt met het College.
Rondvraag.
De heer Verstegen vraagt in
lichtingen over het adres van de
vereeniging van Gemeente-werklieden
en de Voorzitter deelt mede,
dat een prae-advies in bewerking is.
Daarna sluiting.