HET OFFERLAM
KUNST EN LIEFDE.
Wat iedereen
wel weten mag.
G, J. 0. D. DIKKERS,
G. 1. 0. D. DIKKERS,
A. ten Klooster, Ass.Apoth.,
Firma Wed. L. J. GROEN,
Zuidstraat 79.
N.EISELIN
Melange-Boter
HELDERSCHE TOOHEELVEREEHIGING
„T.A.V.E.N.U."
LIEFDADIGHEIDS-UITVOERING
Heldersche
Aufo-Verh uurinrichting.
WINTER-HANDSCHOENEN
HELDRIA".
Keizerstraat 93
Alléén-verkoop der echte TEUFEL-BUIK60RDELS enz.
GOLDSCHMEDING.
T. van Zuylen,
BEBR. HERSCHEL, Koningstr. 23,
Onze Naam
R. BAKKER Dz., Keizerstraat 56.
W. J. WINTER,
Handel in Religieuse Artikelen.
Kerkgracht 63.
Hoezeer de chemie bankroet ge
maakt, heeft in de geneeskunde is vrij
algemeen bekend. Men geneest geen
krankheden door chemische produc
ten, die voortgekomen zijn uit de
retorten der laboratorieo. De mengsels
die de. chemie ons aanbiedt, zijn wer
keloos; zij kunnen ons leven niet
onderhouden en ons ook niet de go
zondheid hergeven. De wezenlijk heil
zame middelen komen tot ons uit
planten en kruiden. Het zijn de plan
ten en alléén de planten, die in staat
zijn werkelooze minerale stof te vor
vormen tot levende zelfstandigheid.
Men zal dit misschien beter ver
staan wanneer wij de werking van
het minerale staal vergelijken met het
plantaardigeu. Prof. Rossbach, de be
roemde geloerde uit Java, constateerde
dat het staal een van de weinige mid
delen is, over wier geneeskracht do^
geneesheeren het nu eerst met elkan-"
dor ééns zijn. En tochDe recep
tenboeken wemelen van staal houdende
middelenhet eene wordt nog warmer
aanbevolen dan het andore, en bijna
allen zijn onnut; sommigen zelfs zijn
schadelijk. Kent gij niet die arme
patiënten, die op raad van hun docter
al maar 3taalpillen slikken, soms jaren
achteréén, en die erger worden in
plaats van beter?.
Het heele meuschelijke lichaam be
vat. niet meer dan 3.07 gram ijzer.
Werd nu het -minerale staal dadelijk
in het bloed opgenomen, dan was het
cene eenvoudige zaak om iemand van
bloedarmoede te genezen. Maar daar
ligt juist de moeilijkheidHet mine
rale staal wordt niet geresorbeerd;
niet het bloed opgenomen 't gaat
meeat onverteerd het lichaam uit;
en doet het organisme geen goed. Hpt
organische staal, zooals het in som
mige planton wordt aangetroffen,
wordt voortreffelijk geresorbeerd, in
het bloed opgenomen; maar het be
vindt zich meest in zulke kleine hoe
veelheden inde staalhoudeude kruiden
en planten, dat de officiéele weten
schap er op neerzag, en het eene
„quantité" légligeable" achtte in den
letterlijken zin: een hoeveelheid die
verwaarloosd mocht worden. En tocli,
wanneer nu ineen aftreksel van staal-
houdende kruiden een heei kleine
hoeveelheid plantaardig staal wordt
aangetroffen, maar die heel kleine
hoeveelheid wordt opgenomen in het
bloed, doet dan dat kleine minimum
niet meer goed aan het verzwakte
lichaam dan een groote hoeveelheid,
die het bloed niet opneemt?
Welnu, aan doze voorwaarde vol
doet de Sanguinose.
Langen tijd vóórdat de Sanguinose
aan dc- markt gekomen was, had prof.
Bunge geleerd: „het Ijzer is in ons
voedsel niet anders aanwezig dan in
uiterst gecompliceerde verbindingen;
gevormd door de levenwekkende wer
kingen der planten, wordt het alleen
in plantaardige verbinding opgeno
men in orgauisme". Tal van medici
hebben hetzelfde geconstateerd, en de
groote prof. Nothnagel uit Weenen
zegt het met zooveel woorden, dat de
anorganische Ijzerzouten zonder uit
werking zijn in eene massa vormen
van bloedarmoede (anaemie). Het staal
is ons van geen nut of voordeel, hetzij
wij gezond of ziek zijn, dan wanneer
het ons in organische verbinding
wordt toegediend door de plant.
Aan deze voorwaarde voldoet de
SaDguinose. Zy biedt ons menschelijk
organisme het staal dat in de kruiden
zelf aanwezig is en uit die kruiden
wordt afgezonderd. Alleen reeds hier
om verdient de Sanguinose eene eere
plaats in de behandeling van zwak
ken, herstellenden enzwangeren; en
mag zy met aandrang worden aanbe
volen aan alle over vermoeiden, over
werkten, verzwakten, neuraslheni-
schen, bleekzucbtigen, armbloedigen,
kortom aan die allen bij wie rijkdom
van het bloed verminderd is. Voor
dien uitgebreiden kring van zwakker,
en lijdenden is de Sunyuinose een
plantaArdig tonidum van den eersten
rang,
Verkrijgbaar by Apothekers en Dro
gisten.
VAN DAM eu Co.,
de Riemeratraat 2c/4. Den Haag.
(TOT AANGENAME VERPOOZING EN
NUTTIGE UITSPANNING).
op Vrijdag 12 November 1915,
des avonds 8 uur, in „CASINO",
geheel ten voordeele van de Afdeeling
Helder van de Vereeniging „Tót Steun".
OPVOERING VAN
Garage: GRAVENSTRAAT.
Aanvragen worden aangenomen Kanaalweg 89 en Keizerstr. 61.
Beleefd aanbevelend, W. PRINS.
H
Blijspel in 3 bedrijven, naar het Duitsch,
van Oscar Walther en Leo Stein.
Entr'acte muziek welwillend aangeboden
door het Casino-Orkest
Prijzen der plaatsen1e Rang
f 0.75, 2e Rang f 0.50, 3e Rang f 0.30.
Geen verhooging voor stedelijke belasting.
Kaarten verkrijgbaar in de Boek
winkels van de Heeren MAAS, Ka
naalweg; DUINKER, Spoorstraat;
SPRUIT. Kanaalweg; DE WIT, Kei
zerstraat, en EGNER, Keizerstraat,
benevens op don dag der uitvoering
aan de zaal.
Plaatsbespreking op den speeldag
van 11-2 uur, fO.lO.
Notaris te Texei,
zal op Dinsdag 9 November 1915,
'a avonds 7 uur in het Hotel „Texel"
aan den Burg op Texel, ten verzoeke
van den EdelAchtbaren Heer E. G.
GAARLANDT, Burgemeester der
Gemeente Gorilichem
publiek verkoopen
Een zoo goed als nieuw HEEREN
HUIS met KOETSHUIS en ERF,
henevens een perceeltje WEILAND,
annex, een en ander zeer gunstig
gelegen aan de Weverstraat aan den
Burg op Texel, kadastraal, Sectie
K. no. 1102 groot 880 centiaren en
Sectie D. no. 2454 groot 480 centiaren,
De verkoop geschiedt in 3 per-
ceelen, te weten:
a. het heerenhuis met achter en op
zijde gelegen tuin, groot ongeveer 510
centiaren
b. het koetshuis met achtergelegen
tuin, groot ongeveer 370 centiaren
en c. het perceel weiland annex,
groot 480 centiaren.
Combinatiën worden voorbe
houden.
Aanvaarding 15 November 1915.
Betaling 1 Januari 1916.
Notaris te TEXEL, zal op
ZATERDAG 6 NOVEMBER 1915,
des avonds om 7 uur, in het Loge
ment „De Zeven Provinciën", te Oude-
schild op Texel,
publiek verkoopen
een HUIS, waarin sedert vele
jaren een bakkerij is uitgeoefend, met
erf, staande en gelegen te Oudeschild
op Texel, kadaster Sectie D no. 839.
groot. 220 centiaren
een SCHUURTJE aldaar, kadas
ter Sectie D no. 825, groot 19 c.A.,
en een ERF aldaar, kadaster Sec
tie D no. 835, groot 28 c.A.
Aanvaarding 15 November 1915.
EigenarenMej. de Wed. J. Pz.
VERBERNE c.s.
ZIJN ELEGANT,
STERK, WARM, GOEDKOOP.
EENIG ADRES VOOR HELDER:
H. SPRUIT, MOLENGRACHT.
MAGAZIJN „DE MAGNEET".
UITVERKOOP
wegens opheffing der zaak.
Wegens opheffing der zaak zullen
alle voorradige religieuze artikelen,
Kerk- en Devotieboeken, Rozen
kransen, Wijwaterbakjes, enz,,
enz., tegen verminderde prijzen
worden uitverkocht.
Aan hetzelfde adres een stel mooie
glazen Uitstalkasten re koop.
G. J. A. BOSCH, Nieuwstraat 60.
93
HAARHERSTELLER.
Voof Uwe Kinderen is „VICTORIA" een
onovertrefbare hoofd Eau de Cologne. Per flacon
25 en 35 cent.
„HEURECA" werkt eveneeus verrassend
zeker en is aangenamer in 't gebruik doordat
het reukloos is. Het kost 35 en 50 cent
per flacon. Proefilacon 20 cent.
Deze hoofdwaters bestaan uit zuivere extrac
tie ve planten stoffen en beantwoorden vol
komen aan de eischen, welke men voor
dergelijke hoofd waters stelt.
Verkrijgb. bij den Heer Wijtsma, Middenstr. en
bij den fabrikant S. C. G. de Man, Koningstr. 39.
een goed adres voor:
Verplegingsartikelen.
v.h. Firma De Bie-Biersteker.
Koopt steeds tegen de hoogste
waarde, Goud, Zilver, Galon, Meu
belen, Kleederen en alle voorko
mende artikelen.
FOTOGRAAF
KANAALWEG 3.
NIEUWE PRIJSCOURANT
6RATIS VERKRIJGBAAR.
PIANO- EN ORGELHANDEL
FILIAAL:
LAAN 42. - HELDER.
Altijd voorradig
Nieuwe en 2e hands
PIANO'S en ORGELS.
tegen zeer billijke prijzen.
Termijnbetaling zonder vooruitbetaling.
Wij ruilen, stemmen en verhuren.
Tevens wordt ieder uitgenoodigd
kennis te maken met ons Simpletta-
apparaat, door \welke men in een
uur tijds leert piano-spelen. Bijzonder
aan te bevelen voor Bioscoop, Pensions
en Hotels. In onze Filialen wordt
beslist zonder prijsverhooging
geleverd.
Beproefd middel tegen het uitvallen
en tot bevordering van den hergroei
van 't hoofdhaar, blijkt steeds het beste.
Per flacon 50 cent.
Alléén verkrijgbaar bij
Spoorstraat, Coiffeur
Bij A. BLIKKENHORST
is verkrijgbaar
Kalfsvleesch, lapjes,50 cent.
karbonade 30
vet Schapenvleesch 45
Schapenlapjes 50
Alles per 5 ons.
Langostraat 46 HELDER.
koopen tegen de hoogste
prijzen heele of gedeeltelijke
INBOEDELS,
en alle andere soorten arti
kelen. Aan huis te ontbieden.
waarborgt U de prima kwaliteit onzer
a 50 cent per pond.
R.-K. Koster.
Beslist het goedkoopste adres.
Belast zich tevens voor de be
dieningen van Begrafenissen In nette
Uniformkleeding, zoowel binnen- als
buiten deze gemeente.
Billijke tarieven.
Voetbal.
Zweden—Oenemarken 0- 2.
Op oen hard en glad terrein heeft
Zondag de wedstrijd Zweden-.Dene
marken plaats gevonden. De konink
lijke fapailie heeft den wedstrijd
bijgewoond.
Er waren 20.000 menschen tegen
woordig. Denemarken heeft den strijd
met 2-0 gewonnen. (N. R. Ct.j.
Kom 't H.B.S.-terrein.
S.H.B.S. I Hollandia I.
Hollandia speelt den wedstrijd met
10 man, terwijl H.B.S. met het opge
geven elftal uitkomt, behalve Schut,
die zijne plaats voor den besten
H.B.S.-achterspeler heeft ingeruimd.
H.B.S. speelt met den sterken wind
mede en is dan ook overheerschend
sterkertelkenmale brengt de i
voor op en gaat samenspelend met
den rechtsbinnen op 't Hollandia-
doei af. Bij een dezer aanvallen krijgt
Vos den bal, passeert handig eenige
spelers en geeft met een keurig, hard
schot in den linker-bovenhoek zijne
club de leiding.
Hollandia trapt af, de voorhoede
neemt de bal mede, de rechts binnen
schiet, maar Dijkshoorn werkt den
"bal hoekschopdeze wordt goed ge
nomen, maar niet benut.
Dan gaat de groen witte voorhoede
er weer van door, de mid-voor geeft
over naar den links-binneD, deze zendt
een tam schot, in, dat de invaller
doelman door zijne handen heen laat
gaan.
De Hollandia voorhoede brengt dan
weer op, de links-buiten toont zich
een vlug en handig speler, zet goed
voor, maar de bal wordt naast ge
schoten.
De uittrap belandt bij Stoffels, deze
geeft over aan Vos, en met 3 tegen
standers rondom hem, kogelt' hij
hard in en geeft den doelman geen
schijn van kans.
Met dezen stand gaan de spelers
theedrinken.
Na de rust is het met de H.B.S.-
overbeersching gedaan, maar door
het goede spel der achterhoede krijgt
Dijkshoorn heel weinig
De Hollandia-voorhoede komt telkens
opzetten, Eenmaal slaat een speler
den bal in het doel, maar deze wordt
weggewerkt. De scheidsrechter had
het niet gezión, terwijl de' grens
rechters ook geene opheldering kon
den geven, daar zij te ver weg ston
den. (Eon der grensrechters was
iemand uit Hoorn).
Hollandia is echter niet ontmoe
digd eu komt telkens weer opzetten,
maar de H.B.S. achterspelers eu soms
de doelman zuiveren hun gebied met
verre trappen. In den stand komt
geene verandering meer en als de
scheidsrechter het einde fluit van
dezen forschen, soms (enigszins ruwen
wedstrijd heeft H.B.S. met 3-0 ge
wonnen.
Door het gelijkspelen van W.F.C.
en Holland komt H.B.S. weer op de
2e plaats en bestaat er weer eene
kleine kans op het kampioenschap
willen de H.B.S.-ers er echter gebruik
van maken dan zal de voorhoede
meer moeten samenspelen en vooral
ook hunne buitenspelers, die goed
werk leverden, meer aan het werk
moeten zetten, waardoor het spel
meer open en daardoor productiever
worden zal.
Ondanks het koude weer woonden
400 bezoekers den wedstrijd bij.
Van het H.f.C.-terrein.
H.F.C. II K.F.C. I.
Precies om 2 uur blaast scheids
rechter Kubbe beginnen en is H.F.C.
door het te laat komen van een der
spelers slechts met tien man. Er
ontwikkelt zich direct een pittig spel,
met H.F.C. iets in de raoerderheid.
Vooral doen Dorlljn en Goes goed
werk, de eerste door zijn mooie voor
zetten de tweede door zijn taktisch
afnemen. Feij als center-voor krijgt
dan ook zeer spoedig zeer mooie
kansen, maar benut deze niet door
te lang talmen. De gasten raken wat
ingespeeld en bezoeken ook nu het
H.F.C. doel, doch keeper en backs
geven niet thuis. Inmiddels is ook
de elfde H.F.C.-er verschenen en in
goed samenspel gaat het keer op
keer op 't K.F.C.-doel af. Daar be
letten echter de rechts back en vooral
de keeper, die uitmuntend werkte,
voorloopig doelpunten.
Eindelijk heeft Felj na een scrimage
succes, door den bal precies in den
hoek in te zetten. H.F.C. heeft de
leiding en blijft sterker, maar tot
meqrder doelpunten komt het niet
en reeds dachten wij de rust met
1-0 voor H.F.C. te zien aanbreken,
als wij K.F.C. plotseling een door
braak zien doen en op Kwast zien
aanrennen. De mooi ingezette bal
wordt echter goed door Kwast opge
vangen, en reeds zal hij haarretour-
neeren als een der voorhoede-spelers
van K.F.C. hem haakt, zoodat èn
keeper èn speler op den grond liggen
te .rollen, en de nu ontglipte bal,
zonder moeite in het net wordt ge
deponeerd.
Dit punt werd, onbegrijpelijk, door
den heer Scheidsrechter toegekend.
Zoo breekt de rust aan. Na de aan
vang blqkt de spelkwaliteit van
beide elftallen enorm gezakt te zijn
en wordt het, behoudens enkele malen,
een heen en weer getrap. Memoreeren
wij nog even een kansje voor K.F.C.,
waar de mid-voor alleen voor de
keeper staaDde nog naast weet te
schoppen. Ook H. F. C. verknoeide
keer op keer eenige prachtkansen.
De stand bleef 1 1.
Tegen het toegekende punt aan
K.F.C. werd appèl aangeteekend.
UIT DEN OMTREK.
Texel, 1 November.
De afd. Texel van de „Maatschappij
tot Nut v. 't Algemeen", hield heden
eene vergadering in hotel „Texel"
te Den Burg.
De voorzitter, de heerj Leopold,
opende de vergadering met een wel
kom aan allen en gaf het woord aan
den spreker, Ds. M. Huizinga, Doops
gezind predikant te Schagerbrug
(Noord- en Zuid Zypej om te behan
delen zijn onderwerp „Jeruzalem",
door Selma Lagerlöf.
Spreker gaf eerst een definitie van
het woord dichter, om daarna te
schetsen de schrijfster in haar edelste
werken, die geven een lach naast
een traan, zooals de wereld die te
zien geeft.
Zulk een boek is „Jeruzalem" dat
zegt, dat- zij veilig gaan, die op Gods
naar w#rd met diepe aandacht ge
luisterd, waarop applaus volgde.
De spreker ontving den besten
dank van den voorzitter, die hier
mede zeker sprak als tolk van de
vergadering.
Met dank aan allen voor de belang
stelling, werd de vergadering gesloten.
Texel, 3 November
In het zeegrasbedrijf is zooveel
verbetering gekomen, dat de prijs is
gestegen tot f 8.50 a f 3.60 per
100 K.G. Tot dien prijs is reeds heel
wat zeegras afgeleverd. Nu echter het
natte weer ia ingetreden, kan er
weinig meer worden klaar gemaakt
voor afscheping. Er zijn echter groote
hoeveelheden in voorraad, om in 't a.s.
voorjaar te kunnen verhandelen.
Gisteren werden hier van de groote
najaarsmarkt te Alkmaar aangevoerd
125 stuks rundvee.
Er wordt nog elke week veel rund
vee aangevoerd.
Met de garnalenviascherij is eeu
aanvang gemaakt. De vangst is nog
niet ruim. Heden werden de eerste
manden garnalen uitgevoerd.
INGEZONDEN.
Zweden is het land der schrijfsters
en der schrijvers, omdat men daar
vindt een omgeving die begeestert
en verheft. Natuurlijk zijn ook daar
door vele legenden ontstaan.
Daar heeft de schrijfster hare
meesterlijke werken geschreven,
waaronder ook genoemd mag worden
haar aardrijkskundig schoolboek, vol
van legenden.
„Jeruzalem" is een heldendicht in
vier afdeelingen: „Opwekking van
het geloof", Het wortelschieten van
dat geloof", „Verplaatsing in het
leven, dat de pelgrims daar hebben
geleefd en geleden".
Hieromtrent werd het een en ander
uit het boek voorgelezen, waarnaar
met onverdeelde aandacht werd ge
luisterd. Zonder twijfel was dit dan
ook een van de schoonste deelen uit
het boek. In het vierde gedeelte wordt
een beschrijving gegeven van het
frissche, verheffende kolonieleven,
daar gebracht door Immar Immarsen,
die als lijfspreuk had: „Wij behoeven
alleen maar Gods wegen te gaan."
Ook uit dit gedeelte werd het een
en ander gelezen, dat de vergadering
boeide. Gevoeld werd zeker duidelijk
dat men voor een edel leven alleen
dat heeft te doen, wat goed is. En
zeker zal ook menigeen de begeerte
gevoeld hebben, om eens in den
stillen huiselljken kring nader kenüis
te mogen maken met de mooie, diep
gevoelde denkbeelden van Selma
Lagerlöf, waarvan slechts weinig ge
geven kon worden, doch waarvan de
brokstukken op meesterlijke wijze
door den spreker aaneengeschakeld
werden, zoodat men een mooi over
zicht ontving van het bovenbedoelde
koloniale leven.
„Waarom", zoo vroeg spreker,
„kunnen wij niet allen leven als de
Immarsen, en waarom moeten we
steeds elkander belagen om het leven
onaangenaam te maken
Evenwel wordt door de schrijfster
ook gegeeseld het peuterige leven,
waarin de kolonisten meermalen ver
vallen door het plukken en drogen
van bloempjes, die dan als reliquieén
de wereld ingaan, enz.
In het geheel deed de spreker uit
komen, dat zij, die meenen Gods
wegen te zoeken en te gaau, dikwijls
zelf het minst tevreden zijn.
Een luid applaus der vergadering
was het loon voor de mooie lezing.
Na de pauze droeg de spreker nog
voor een kleine schets uit „Onzicht
bare Ketenen" van dezelfde schrijfster,
getiteld „Het Keukentje". Ook hier
Vereeniging „Tot Steun".
Zeer geachte Redactie!
Mogen wij u nog eens om een beschei
den plaatsje in uw geacht blad vragen
't Betreft de vereeniging „Tot Steun".
Haar werk mag bij de ingezetenen
onzer stad wel als bekend worden
verondersteld, maar wij meenen in
den laatsten tijd te bemerken, dat
men onze vereeniging „Tot Steun"
gaat verwarren met het Steuncomité.
Deze twee hebben echter niets met
elkaar te maken. Het Steuncomité
verschaft hulp in möbilisatie-nood,
onze vereeniging „Tot Steun" trekt,
zich het lot aan der ongelukkige
verwaarloosde kinderen, wier ouders
uit de ouderlijke macht zyn ontzet.
„Elk menscheuleven is van oneindige
waarde" is haar zinspreuk, eu zij
tracht te redden, wat anders onher
roepelijk verloren ging, menigen
armen, verwaarloosden stumper op
voedend tot een nuttig lid der maat
schappij. Waarlijk, een werk, dat op
aller sympathie en hulp aanspraak
maken mag.
„Tot Steun" is noodlijdend. Wij
hebben thans20 kinderen te verzorgen
en daarvoor is heel wat noodig I Elke
vereeniging, die niet langer kan be
staan, moet haar werk laten varen.
Maar dat kunnen wij niet doen.
Wij kunnen toch kindereD, over
wie wy de voogdij eenmaal op ons
genomen hebben, niet aau hun lot
overlaten, maar moeten ons werk
wel voortzetten tot zij tot zelf
standigheid gekomen zijn.
Wij doen met vertrouwen dan ook
een oproep op den liefdadigheidszin
onzer plaatsgenooten, te meer, waar
wy pas hebben gezien aan den uitslag
der gehouden fancy-fair, dat daarop
te vertrouwen valt.
De Tooneel vereeniging „Tavenu".
wil ons helpen, door op Vrydag 12
November een uitvoering ten bate
van „Tot Steun" te geven. Helpt nu
allen.mee, om deze liefdadigheids-
uitvoering te doen slagenLaat nie
mand de Dames, die straks kaarten
komen verkoopen, teleurstellenen
mocht er kaus op zyn, dat zij u niet
thuis treffen, och, geef dan opdracht
om kaarten te koopen aan wie wel
thuis biyft, opdat zij geen vergeefscha
reis maken I Dat die uitvoering veel
te genieten zal geven, ook daarvoor
staat de naam „Tavenu" u borg.
Met beleefden dank voor do opname
van het bovenstaande.
Ds. J. W. Poort, Voorzitter.
Mej. A. Snellen, le Secretaresse.
Mevr. De Brüijn - van ringelkbtbrn,
2e Secretaresse.
Ds. J. Koster, Penningmeester.
Mevr. De Boer—Jongkees.
Mevr. Reitsma—van den Bebs.
Mevr. De Ven—Boon.
L. M. J. Gbegory, Luit. ter zee ie kl.
FEUILLETON.
HOOFDSTUK I.
Op een buitengewoon warmen na
jaarsdag van het jaar 184 zaten
op een duintop van het eiland
Ameland een jonkman en een oude
vrouw naar de zee te staren. Er
hing een lichte nevel, maar deze be
lette de zou niet hare lachende stra
len op de schuimende golven neer
te zenden. De béide menschen in
boersche kleeding schenen droevig
gestemd te zyn. Dat bleek ook
uit het gesprek, dat zy voerden.
„Je zal het elders ook niet beter
hebben dan hier," zei de oude
vrouw.
„Dat geloof ik niet, moeder,"
meende de jonkman. „Als ik geld
genoeg had om te leeren en naar een
groote stad kon gaan, behoefde ik
hier myn leven niet te sUjten met
garnalen visschen en netten breien.
Ik kom hier nooit verder".
„Maar waar wil je het geld van
daan halen?" hernam zijne moeder
bedrukt. „Ik bezit niets dan het huis
en het kleine pensioen uit het loods-
fonds. Ik zou alleen het huis kunnen
verkoopen".
„Dat niet, moeder! U het laatste
ontnemen wat gy hebt, het huis en
het stukje aardappelenveld? Dat zou
slecht van mij zijn, daarop ga ik
nooit in".
„Nu, je zou het mij later, als het
je goed gaat, -kunnen teruggeven".
„Wie weet, hoe lang dat duurtU
zou dan om my het huis uit moeten
en bij anderen inwonen, op uw
ouden dag gebrek lijden en de ver
diensten missen, die de twee kamers
u van de badgasten opbreDgen. NeeD,
moeder, dat zou mij allen moed be-
„Een moeder kan voor haar kind
veel doen," zei de oude vrouw, ter-
wql zij naar een rookwolk in de
verte keek, die langzamerhand dik
ker werd en waarby de scherpe ïy'nen
van een groote stoomboot zichtbaar
werden. „Ik kan ook een hypotheek
op het huis nemen".
„Dan moet u van uw armoede
rente betalen en als u dat eens een
keer verzuimt, nemen ze u het dak
boven uw hoofd weg. Dat nooit,
moeder! Zóó ga ik niet weg".
„Ja, Ate, dan zal er moeieiyk wat
op te vinden zijn. Als je naar een
vreemde stad gaat om te leeren, heb
je veel geld noodig. Ten eerste moet
je leven, op z'n stadsch gekleed gaan
en bovendien je leermeesters betalen.
Met minder dan drie honderd gulden
per jaar kan je het niet klaarspelen".
„Dat zou het stellig wel kosten,"
zei Ate met een diepen zucht, „ook
al zou ik kosteloos op de teeken-
school komen. Dat gebeurt wel meer
met jongelui, die aanleg .hebben.
En dat heb ik ook".
„Ja, dat heb je," beaamde zyne
moeder met een droevige ongelukki-
gen blik op haar zoon. „Je hebt door
je talent steeds iedereen in verbazing
gebracht. Menig vreemdeling, die op
het eiland kwam, heeft al beloofd je
voort te helpen".
„Maar geen van hen heeft woord
gehouden. Ik kan ook ook al een
weinig met olie en waterverf
schilderen. Dat heeft de kunstschil
der Ludinga, die twee zomers by
ons woonde, mij geleerd. Doch wat
helpt dat? Ik heb daardoor slechts
ingezien, wat ik niet kan, en dat ik
uit my zeiven nooit iets goeds kan
worden. Een stumper blijf ik hier,
niets dan een ellendige stumper!"
„Maar hoe moeten we bij onze
armoede 3an geld komen Ik zou
van Date Folkersma wel zeshonderd
gulden op het huis kunnen krijgen?"
„Neen!" riep Ate uit, terwijl hy
driftig opsprong, „Folkersma wacht
er maar op om het huis te kunnen
inpalmen. Hy heeft het voor zyn
nieuwe badhotel noodig. Dan wil ik
nog liever hier mijn leven lang
netten blyven breien en garnalen of
schelpen visschen".
„Maar wat dan, Ate?" vroeg de
oude vrouw treurig. „Je bent nu al
vyf en twintig jaarje kan niet lan
ger meer wachten".
„Nu, dan blijft het maai", zooals
het is," antwoordde Ate, terwijl hij
somber voor zich neerzag en treu
rig met de hand door het lange,
blonde haar woelde.
„O," zuchtte zijne moeder, „wat is
het zwaar en bitter, arm te zyn,
als meD zijn kind daaronder moet
zien ïyden
Bij deze woorden liepen haar groote
tranen over de bruine vermagerde
.,Misschien hebben we nog wel
eens een buitenkansjedat is al me
nigeen overkomen. Waarom zou daf
by mij ook niet kunnen?" zei Ate
om haar wat te troosten. Maar men
kon aan zyn stem hooren, en aan
zyn somberen blik zien, dat hy niet
veel hoop had op zulk een verande
ring van zyn levenslot.
De oude vrouw was nu ook opge
staan, en zwygend wandelde het
tweetal naar den grijzen kerktoren.
De lage huizen, achter een rij witte
zandheuvels, vormden het dorpje,
waar de weduwe Jansma en haar
zoon woonden.
In den daaropvolgenden nacht sloeg
plotseling het weder om. Er kwam
een hevig onweer opzetten. Onop
houdelijk rolde de donder en de blik
semstralen volgden elkander zóó snel
op, dat vaak het eiland en de ko
kende zee eenige minuten lang door
een blauwachtigen vuurschijn ver
licht waren. Een woeste stormwind
was opgestoken. De daken der huizen
schudden zoo danig, dat de bewoners
elk oogenblik vreesden, dat zij zouden
worden weggerukt. Niemand bleef
dan ook in bed. Den volgenden mor
gen bleef de lucht donker, donderend
beukten de golven het strandde
zee scheen hot. eiland te willen ver
zwelgen. De schippers en visschers
stonden op het duin en keken uit, of
er ook schepen te dicht by het eiland
kwamen. Dan moesten zy onvermy-
delyk schipbreuk lijden, en kwam er
werk: de bemanning en de passa
giers moesten gered en de lading ge
borgen worden. Zulk werk leverde
altijd goede verdiensten op. Er was
evenwel niets te zien dan in de verte
de rook van twee groote stoombooten,
de ondanks den storm in den goeden
koers bleven.
Tegen den middag werd het kal
mer, en de wolken verspreiden zich.
Met het opkomen van den vloed brak
de zon door. De lucht werd langza
merhand helder, en toen de avond
viel, zag men de sterren aan den he
mel schitteren.
Ate Jansma lag op zyn schamel
bed. Hij kon niet in slaap komen.
Eindeiyk stond} hy op, kleedde zich
aan, en ging naar het strand, zooals
hij in slapelooze nachten dikwyls
deed, De maan wierp haar licht op
den golvenden zeespiegel en het natte
strand. Dicht langs het water liep hy
op het vaste zand voort. Het was er
stil en eenzaam. Nergens was een
spoor van eenig levend wezen te zien.
En te hooren was er niets dan het
gedruisch van de af- en aangolvende
baren.
Daar bemerkte zyn scherpe blik in
de verte iets donkers op hetraatver-
lichte strand. Toen hy naderbij kwam,
nam dat zwarté voorwerp een meer
bepaalden vorm aan, en begon op een
omgekeerde boot te lyken.
Ate liep sneller voort.
Jawel, het was een boot, die met
de kiel naar boven op het strand lag.
Nu was hy er; bij. Het was een
sloep, zooals de kapiteins van groote
schepen gebruiken om het verkeer
tusschen hun voor anker liggend schip
en den vasten wal te onderhouden.
Een paar groote roeiriemen staken
er onder uit. Met inspanning van al
zyne krachten trachtte Ate Jansma
de boot om te keeren. Zij was nat
en glibberig, zoodat hij nergens hou
vast vond. Eindeiyk slaagde hy er in,
door den schouder er onder te zetten.
En daar zag hy tot zyn schrik een
net gekleede vrouw voor zich liggen,
die door de boot was bedekt geweest.
Haar lang, zwart haar hing los in
het zand, en de doornatte kleeren
kleefden haar aan het lichaam.
Ate lichtte haar hand opdeze was
koud, en de arm viel zwaar neer, toen
hij haar losliet. Hij knielde bij het
lichaam neer en keek in een fijn,
jeugdig gelaat. Het was doodsbleek,
alleen de lippen schenen in het onze
kere, matte maanlicht akelig rood.
Hy bekeek het gelaat eenige oogen-
blikken, en legde toen zyne hand op
het voorhoofd en de wangen. Wat
waren die koud. Hij bracht zyn oor
by haar borst en luisterde, doch te
vergeefshet hart stond stil. De
arme, jonge vrouw was ongetwijfeld
dood.
Maar wat was dat? Ate huiverde.
De oogen van de aangedre vene stonden
thans wyd open,' en schenen hem
ernstig bestraffend aan te zien. Waren
zy straks gesloten geweest Dit
wist Ate niet zeker. Hy drukte ze
dicht. Het eene oog bleef dicht, het
andere ging langzaam weer open. Ate
voelde medeiyden met de doode hy
vond, dat zy een eigenaardige schoon
heid bezat.
„Ik zal zorgen, dat de vloed, haar
niet meer meeneemt, mompelde hy,
nam het lichaam op zijne armen, en
droeg het verder het strand op. Daar
viel iets op zijne voeten. Het was een
lederen tasch met stalen beugelde
doode had die zeker aan den arm
gehad. Ate legde haar neder, opende
de tasch, die niet gesloten was, en
vond daarin een groote portefeuille.
Deze laatste was vol geldswaardig
papier. Hij nam de biljetten er uit,
en las op één er van, dat byna droog
gebloven was„Duizend mark". Snel
borg hy de papieren weer in de
portefeuille, stak die by zich, nam
de drenkelinge weer op, en droeg baar
verder. Toen hy op het droge zand
gekomen was, legde hy haar neder.
De maan stond nu hoog aan den
hemel het kon ongeveer één uur
na middernacht zyn. De sterren
schitterden aan het luchtruim.
(Wordt vervolgd.)