HELDERSCHE COURANT NIEUWJAARSGROET. VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna Eerste Blad. gratis. Welkomstgroet No. 4S88 ZATERDAG 18 DECEMBER 1815 43e JAARGANG Abonnement per 3 mnd. 65 ei, franco per post 90 ct., Buitenland f 1.90 Zondagsblad 45 52'/2 0.85 Modeblad 65 75 1.00 Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50 Advertentlën van 1 tot 4 regels (bij vooruitbet.) 30 cent Elke regel meer 6 ct. Ingezonden mededeellngen van 1 tot 4 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent. Advertentlën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hooger berekend. Groote letters en clichó's naar plaatsruimte. - Bewljs-exemplaar 2b cent. Op- on ondergang van Zon en Maan en tijd van hoogwater (Texel). Sec. op: onder: op:onder: Zoadug 18 a. 1.60 1 Maandag 30 Dinsdag 21 Woensd. 22 Donderd, 23 Vrijdag 24 r Zaterdag 25 8.11 3.13 6.16 6,62 7.86 8,12 3.43 7.7 7.33 8.29 8.18 8.42 7.61 8.10 9.}0 8.13 3.43 8.30 8.43 9.4 1 8.18 8.44 9.8 9.17 10.3 8.12 8,46 9,46 9.50 10.20 8.12 8.47 10.21 10,22 Aan onze abonné's buiten de gemeente wordt beleefd verzocht 't verschuldigde abonnementsgeld Heldersche Cou rant, Zondagsblad en Modeblad 4de kwartaal 1915 te willen over maken per postwissel of aan post zegels vóór 1 Jan. a.s., zullende anders daarover met 5 cents verhoo ging per post worden beschikt. Postwissels voor dat doel behoeven slechts met een zegel van 2ys cent beplakt te worden. Zij die zich thans reeds, met ingang van 1 JAN. op ons blad abon- neeren, ontvangen de tot dien datum verschijnen de nummers Onze lezers, die met 1 Januari a.s. aan Familie, Vrienden of Begunstigers in onze Courant een willen plaatsen, worden beleefd ult- genoodigd hunne opgaven tijdig in te zenden. DE UITGEVER. Ingezonden Mededeeling. DeZenuwen endeOorlog. Alleen het lezen der dagelijksche oorlogsgebeurtenissen: verhalen van moorddadige gevechten, van bedreven gruwelen, van verwoede aanvallen, van al die stervenden, al die dooden, heeft heel wat niet-strljders gebracht tot een staat vaa zenuwachtige over prikkeling die zorgen vereischt. In dien dit zoo is voor hen die van verre en eenvoudig in vei beelding deelne men aan die tafereelen van slachting, kunt gij u voorstellen dat bij de on gelukkige soldaten die aan dat alles hebben deelgenomeu, die in die on denkbare hel hebben geleefd, de ze nuwschok nog veel sterker is geweest. In der daad, overal waar soldaten van het front terug zijn gekomen, zijn, naast de gewonden, de zieken, en onder deze laatsten lijden velen aan zenuwstoringen of hebben er aan ge leden. Een belgische soldaat die aan de hevige gevechten in den aanvang van den veldtocht heeft deelgenomen en die nu in het kamp te Harderwijk geïnterneerd is, heeft ons de uitmun tende resultaten meegedeeld, door hem en zijne makkers verkregen, dank zij de behandeling met de Pink Pillen, ter verzachting eerst en daarna ter genezing van die zenuwstoringen. De heer Adelson Botte, die vöbr den oorlog te Brussel woonde, Oude Groot- markt no. 22, schrijft ons het vol gende „Ik beu zeer vermoeid en verzwakt door de oorlogsmaanden die ik heb doorgemaakt. Sedert mijn internee- rïng, ging het mij, ondanks rust en zorgen, niet beter. Ik was zoo ter neergeslagen, zoo afgemat, dat ik mij somwijlen afvroeg of ik nog bloed in de aderen had. Mijn zwaarste lijden kwam door myn hoofdpijnen en mijn overmatige zenuwachtigheid. Ik had zeer dikwijls als 't ware hartkram- pen en het leek mij dan dat ik zou sterven. Wanneer ik was getroffen door een verhaal of een gesprek, on dervond ik een benauwdheid in de keel. Ik was gevoelig en prikkelbaar. Ik had des nachts booze droomen en des morgens als ik opstond, gevoelde ik mij stijf 60 vermoeider dan den vorigen avond. Na geneesmiddelen te hebben gebruikt zonder verbetering te ondervinden, heb ik de Pink Pillen genomen en mijn toestand is dadelijk verbeterd. Ik ben met de behandeling voortgegaan en genezen. Nu ben ik wonderwel gezond en het spijt mij niet naar mijne kameraden te kunnen gaan." De Pink Pillen zijn onovertreffen tegen bloedarmoede, bleekzucht, schele hoofdpijnen,neurasthenie,rheumatiek, maagpijnen. De Pink Pillen zijn verkrijgbaar h f 1.75 per doos, en f9.— per zes doozen bij het Hoofddepöt der Pink Pillen, Dacostakade 15, Amsterdam; voor Helder en Omstreken bijAlb. TEN KLOOSTER, Keizerstraat 98, en H. W. ZEGEL, Kanaalweg 83; te Schagen hij J. ROTGANSte den Burg (Texel) bij T. RUIS, en verder bij verschillende Apothekers en goed* Drogist**. DE WEEK. 14 December. Op 14 December zijn nog vroe ger dan men meeude te mogen, te kunnen verwachten de Algemeene Beschouwingen over de Staatsbogroo- ting-1916 afgeloopen in het Parlement. De premier beloofde den duurte-toe slag voor het lagere personeel, in 's Rijks dienst zijnde, en verklaarde tevens, dat wanneer de tijden weer normaal zyn geworden, de vleselijke storm* is uitgewoed, die berokkent dat men ten slotte, volgens het weemoedig klinkend woord van dr. Bos „in een verwoeste wereld" zal staan, zal moeten overwogen worden, of niet slechts de lagere, maar alle salarissen moeten herzien, d. i. ver beterd worden. Daarop trok weet men de heer Ketelaar zijn motie terwijl die van den heer Hels- dihgen ter aarde werd besteld. Alle salarissen moeten verbeterd, 't Is begrijpelijk, dat zoowel uit de Linker- als uit de Rechterzijde van ons Parlement stemmen zijn gekomen minister Troub aansporend om óók wanneer hij een échec mocht lijden, thans niet de reuzetaak, op hem drukkend, neêr te leggen. „Wij kun nen u niet missenriep de heer Tydeman - anders zeer weinig expan sief van doen uit. En ook de leider der Unie-liberalen, de heer De Meester, hield den „toovenaar van den Kneu terdijk" voor, dat hij verplicht is, nu zijn helder hoofd en krachtige hand te geven aan de behartiging van het publiek belang. Zeker sprak de heer De Meester geen woorden van overdrijving, keek hij niet door een „zwarte bril" of vergrootglas toen hij den toestand onzer financiën ernstig noemde. Men staat voor vraagstukken, waarvan de oplossing den leek en zelfs ook dengeen, die niet tot zeer-geniale, vindingrijke financiers behoort, onop losbaar moet lijken. Reeds jaren ge leden, toen niemand nog dacht aan de mogelijkheid van eene zóó kort op handen zijnde uitbarsting, heb ben deskundigen als de heeren De Meester en Patijn gewezen op de gevaren, welke uit onze finantiëele politiek konden voortspruitenuit de avontuurlijke waaghalzerij, als hoedanig zij deze politiek beschouw den. En daarna iè gevolgd de ont zettende crisis. Die ons reeds kostte de sinds lang verbruikte 275 millioen, welke eerlang zullen gevolgd worden door 225 millioen, zoodat wij midzomer-1916 het bagatel van een half milliard zullen hebben geoffeid aan den wereldbrand, z(j 't dan ook dat wij gelukkig tot dusver nog niet door het vuur zelf werden aangetast. Hoe zullen de reusachtige tekorten moeten gedekt worden? Deze vraag heefc nu het Parlement te beslissen. Minister Treub stelt het alternatief: tijdelijke of blijvende dekkiDg? En voegt eraan toe, dat mocht de Tweede Kamer in eerstgenoemden zin be slissen, hem dus noodzaken zijn ont werpen in te trekken, hij het bijltje erbij néér zal leggen. Terwijl het Kabinet, dat zijn extraparlementair karakter met allen nadruk heeft ge handhaafd, Rechts wijzend op de pogingen om de Onderwijs pacificatie tot stand te brengen, ondanks een mogelijke nederlaag in de Vertegen woordiging te lijden, zijn taak in de huidige tijdsomstandigheden zal blij ven vervullen. De heer Lohman ver klaarde na de groote rede van den premier, dat de „politieke gezichts einder er door was opgeklaard." En te betwisten valt niet, dat de mede- deeliDg van mr. Cort v. d. Linden voor de felste, op buit azende poli tieke kemphanen momenteel het „mooie" en „pikante" van de zaak, het gevecht, danig verflauwt. Of het Kabinet uit het groote politieke debat sterker tevoorschijn is gekomen't is niet gemakkelijk dat aanstonds uit te maken. Waar de premier ge wag maakte van den in deze tijden krachtiger, grooter geworden invloed van de Regeering, tegenover ver zwakten invloed van het Parlement, daar joeg hij, men denke aan de p. p. van den ongesteld geworden dr. Bos op 14 December door mr. Mar- chant uitgesproken repliekeen deel der Linkerzijde tegen zich in het harnas. De wijze waarop Exc. Posthuma zijn economische politiek verdedigde, ook de werking van het zoo fel aangevallen kolen-bureau (welke agitatie nu zal berokkenen, dat de Regeering genoopt is zelve de zaak der kolen-distributie ter hand te nemen) daar vond de minister van Landbouw ongetwijfeld zoowel aandacht als sympathie by de Kamer. En het beleid van minister Loudon (wiens Begrooting reeds door het Parlement bezegeld werd) vond alge meen hulde, schoon dan ook hem kritiek niet bespaard werd; maar deze minister van Buitanlandsche Zaken gevoelt men zeer scherp beseft, dat er ook voor het bestier der buitenlandsche aangelegenheden een nieuw tijdperk op komst is, gelijk voor zoovele andere dingen. Met de geheimzinnigheid en den „kaste-geest", welke tot nu toe de diplomatie beheerschte moet 't uit z(jo. Ook voor de buitenlandsche politiek dient het contact tusschen Rogeering *n Vertegenwoordiging veel inniger te worden. Zij 't dan ook, dat het eischen van openbaar heid ook waar 't voorbereiding van traktaten e. d. betreft, behoort tot de overdrijving b(j het doen van eischen, welke steeds samengaat met de wording van nieuwe dingen. Ook by de bespreking van het geval-Scbrüier, van den op 14 Decem ber vrijgesproken Ainsterdamschen persman, zal aan beide kanten wel overdrijving zyn geweest. Dat een minister van Justitie noch zeg- gensrecht noch rechtstreekschen in vloed bezit op de beslissingen van den rechter werd o. a. uit het oog verloren. Ik onthoud mij van beoor deeling der zaak Z9lve. Maar blijf slechts van oordeel, dat de onstui migheid, waarmee iu den lande reeds de gedachte, dat men aan het kos telijke, moeizaam verworven goed der vrijheid van gedachte zou willen raken, protesten van alle kanten uit lokte, zijn sympathieke zijde heeft. Dat getuigt van krachtig, gezond leven. Gelijk zooals mr. Cort v. d. Linden onlangs heeft gezegd poli tieke strijd, flksche kritiek, een symptoon is van „gezond politiek leven". Duffe, slappe onverschilligheid wijst op inzinking, den doodsslaap in menig geval voorafgaand. De leden van het extraparlemen taire Kabinet staan nu voor eeno taak, zwaarder dan ooit in Nederland een bewindsman had te vervullen. Behandelt de dieren met zachtheid riep de premier uit. Er was weemoed ia dien scherts. Minister Rambonnet heeft tijdelijk, de taak op zich genomen van Exc. Pleyte, wiens ziekte hem noopte voor eenige weken naar het buitenland te vertrekken, terwijl de nieuwe Gouv.- Qeneraal, graaf Van Styrum, in de Hofstad aankwam Dit, gevoegd bij het feit dat mr. Pleyte het comité- generaal, dat het Parlement aan min. Bosboom's beleid gedurende twee dagen wijdde, niet heeft bijgewoond, brengt er natuurlijk het zijne toe bij om voor velen het gerucht, dat een plaatsvervanger voor minister Pleyte wordt gezocht, geloofwaardig te ma ken. Qui vivra verra Over het comité-generaal vernam men slechts, dat de Regeering over weegt, of meerdere verruiming van de verloven mogelijk is. Heel klein tipje opgelicht dus. Kleia sprankje hoopgeschonkenWellicht zal de Regeering, wanneer de thans inge diende twee ontwerpen, elk vijftig millioen oorlogs-krediet vragend, nog een tipje van den sluier opheffen?... 't Moge zoo zijn. Want in de krin gen der door de onvermijdelijke, maar voor velen zoo harde mobilisatie wordt smachtend, hunkerend uitge zien naar 't eind van de misère, welke ons zeer zeker voor veel groo ter ellende spaarde, maar die toch ook zoo moeilijk te drageD is Mr. Antonio. DE OORLOG. Ingezonden Mededeeling. HERMAN NYPELS - HELDER. Heeren Regenjassen, in gummi en waterproof. Van af f 17.00. Nieuwste kleuren en modellen. De officieele legerberichten van 15 en 16 December. Van het Servische front. Het Duitsche legerbericht van den 16cn meldt dat de gevechten in 't N. Montenegro met succes worden voort gezet. De troepen staan in de buurt van Bjelopolj-j. Van Oostenrijksche zyde wordt deze mededeeling nog aangevuld. Ten Z.O. van Glibatsi werd de vijand teruggeworpen in het dal vau de Tara. Westelijk van Ipek begon de vijand den terugtocht, in de richting van Plava. Het aantal gevangenen steeg tot 900. Het Bulgaarsch communiqué meldt het terugdringen van de Franschen en Engelschen op Grieksch gebied. Thans heerscht over het geheele front rust. Het aantal gevangenen bedroeg 1234 w.o. 18 officieren. Verder werden 14 kanonnen, 62 munitie wagens en 10 ambulance wagens, benevens verder oorlogsmaterieel buitgemaakt. Van Fransche z(jde wordt d.d. 16 dezer gemeld dat de Bulgaren de Grieksche grens niet overschreden hebben. Verder is niets van belang gebeurd. Uit Rome komt het bericht da de beschieting van de haven van an Giovanni di Medua geen invloed ge had heeft op de troepentransporten naar Albanië. Tot dusver zijn een transportschip en een torpedojager op een mijn geloopen. In het geheel kwamen 43 menschen om, welke voor het meerendeel door de ontploffing gedood werden. Volgens een eveneens uit Rome afkomstig bericht staan de Bulgaren op 24 K.M. van Durazzo. Hiertegen over staat een bericht van Engelsche zljdè, hetwelk aaDgeeft, dat de Ser vische troepen zich thans in Albanië bevinden en in drie groepen van 150.000 man zich bevinden tusschen Scoetari, Durazzo en Elbassan. Verder zouden nog 60.000 man in Zuid Al banië staan. De Bulgaren hebben de Albaneesche grens niet overschreden. Zelfs wordt gemeld, dat zij een wei nig zijn teruggetrokken. 18.000 Oostenrljksche gevangenen kwamen onder Servische bewaking te Elbassan aan. Van het W e s t e 1 Ij k front. De berichten vau Fransche zyde wijzen op verhoogde bedrijvigheid. Bshalve d* gewone artilleriegevech- teu worden door sterke luchteskaders tochten ondernomen en bommen ge worpen op spoorwegkruispunten en loodsen voor vliegtuigen. Den 15en werd het vliegveld ten Oosten van Mulhausen met bommen bestookt. Het Engelsche communiqué van den 15en meldt het bezetten van een münkrater, ontstaan door de ontploffing van een Duitsche mijn, en het veroveren van een Duitsche schans ten Z. van Messines. Het vliegveld te Hervilly werd door En gelsche vliegers aangevallen. Het Duitsche legerbericht van den I6an maakt eveneens melding van verschillende luchtaanvallen en -ge vechten. Verder wordt gemeld dat twee kleinen posten op den Z. oever van de Aisne, by Vailly, des nachts door de Franschen overrompeld werden. Van het O o s t e lij k front. Het Oostenrjjksche communiqué vau den 16Jen meldt dat een offen sieve beweging der Russen in de streek van de Kormin beek werd afgeslagen. De Russische stellingen aan den spoorweg Kowel-Sarny werden met bommen bestookt. Het Duitsche legerbericht van den 16den deelt mede, dat de Russen in de streek van de Driswiaty meren in de Duitsche stellingen doordrongen. Door een tegenaanval werden z(j echter weder verdreven. Bij den mond van de Beresina deden de Russen een vergeefschen aanval. Eveneens mislukte een aanval by Berestiany. Verder kleine patrouille gevechten. Van het Z u i d ely k front. Van Italiaansche zijde wordt mede gedeeld dat de artillerie gevechten stelselmatig voortduren. Ook op dit front beginnen de vliegers bedrljviger te worden. Oostenrffirsche kampen en kazernes in het dSf van Cniapo- vana werden uit Italiaansche vlieg tuigen gebombardeerd. Het Oostenrijksche communiqué van den 16on meldt de overrompe ling van een vooruitgeschoven Itali aansche stelling in het Flitscher bek ken. Overigens geen bijzonders. Uit M e s o p o t a m i Uit Engelsche bron wordt gemeld, dat bij den laatsten aanval der Ara bieren en Turken op de Engelsche stellingen to Koetel-Amara de aan vallers minstens 1000 man verloren. Sedert dien werd geen aanval meer Het Turksch* bericht meldt de ver overing van 4 met hout geladen lichters. Uit Egypte. Volgens uit Saloniki ontvangen bericht is tot opperbevelhebber van de Tuiksch-Duitsche expeditie «aar Egypte benoemd, maarschalk von der Goltz. Reeds ondervonden de Engelschen in Egypte last van de in het westen wonende bevolking. Den 13en Decem ber heefc een gevecht plaats gehad met 1200 Arabieren, voorzien van kanonnen en mitrailleurs. Het gevecht werd op 47 myl ten W. van Matroe geleverd. De met kracht ondernomen aanval van den vijand werd afge slagen. De Engelsche verliezen bedroegen 8 dooden en 38 gewonden. kan zijn, daar een groot deel is weg gezonden naar de andere fronten waar ge vaar dreigde (ver moedelljk Rusland). Bovendien zou een aanval van de Bulgaren op Saloniki de gemoederen in Griekeland zoodanig in beweging brengen, (de koning van Griekenland verklaarde immers dat Bulgaren en Grieken erfvijanden waren) dat dan een opgeven van de onzijdigheid door Griekenland zeer waarschijnlijk wordt. Een andere mogelijkheid is echter, dat door de centralen pogingen ge daan zullen worden om van Grieken land en de Entente dezelfde facili teiten te verkrijgen als werden toe gestaan aan de Entente, De omstandig heden maken dit niet onwaarschijnlijk. Dan echter treedt de vraag of de Duitschers sterk genoeg zyn weder op den voorgrond. Over den toestand aan de Grieksche grens wordt mede gedeeld, dat volgens berichten uit Duitsche bron, aan de troepen der Centralen en Bulgaren orders zijn even, sléchts dan de Grieksche grens over te trekken, indien de Geallieerden weder tot het offensief zouden overgaan. Door de Bulgaren werd voorgesteld een onzydige zóne te maken, welke zich zou uitstrekken van Monastir tot Gevgeli. Ook wordt nog medege deeld dat de belofte van de Bulgaar- sche regeering om de districten Doiran, Gevgeli en eenige andere aan Griekenland af te staan, heeft her nieuwd. Iq het Engelsche Lagerhuis werd vau de regeeringstafel medegedeeld, dat de onderhandelingen met Grie kenland met voortvarendheid worden voortgezet. Men hoopt dat ze binnen kort tot een bevredigenden uitslag zullen leiden. Meer kon nog niet worden gezegd. Roemenië en de Entente. In het Engelsche Lagerhuis werd gevraagd hoe de betrekkingen waren tusschen Roemenië en de Entente. Door den onderminister van buiten landsche zaken werd hierop geant woord, dat deze volkomen vriend schappelijk waren. Over de militaire plannen van Rusland kon de minister geen verklaring afleggen. De duikbootenoorlog. De „-Times" bespreekt de maat regel van Nederlandsche reederijen om de schepen naar Indie om de Kaap te laten varen, en merkt hierbij op dat de overweging om de schepen niet aan „vergissingen" der Duitsche onderzeeërs in de Middellandsche Zee bloot te stellen, hieraan niet vreemd zal zijn. Naar de betrokkenen directiën ver zekeren is alleen het feit van den kolen voorraad op de verschillende stations de oorzaak van het besluit. Thans hebben ook eenige Engel sche reederijen hetzelfde besluit ge- Griekenland en de Entente. Voor Griekenland breekt thans een moeilijke en onzekere tijd aan. De gevolgen van den terugtocht der ge allieerden verbergt in de toekomst een reeks van gevaren voor Grieken land, terwijl de manier om ze to ont wijken - met handhaving der on zijdigheid slecht te vinden is. In het Bulgaarsche legerbericht van den 14en wordt weliswaar medege deeld, dat de Bulgaren de vervolging op Grieksch gebied voorloopig niet beginnen, doch het bericht van Engel sche zyde dat drie Duitsche divisies te Stroemitza werden gerapporteerd, en een vierde naar het Oosten ge dirigeerd werd, doen vermoeden dat versterkingen worden afgewacht door de Bulgaren om Saloniki aan te vallen. Het is echter de vraag of nog vol doende Duitsche troepen op den Bal- TWEEDE KAMER. Marine-Begrooting. Zitting van Woensdag 15 Decambar. (Vervolg). Do heer Boissevain (v.1.)sluit zich aan by de woorden door den vorigen spreker gewijd aan de ge varen, waaraan het marine-personeel bloot staat en brengt eeu woord van hulde aan dat personeel voor de wyze, waarop het zoo hier als in Indië zijn moeilijke, gevaarvolle taak hoeft verricht, hier in den winter, in de branding, daar in de heete tropische zod, zonder eenige beschut ting. Wij hooreo over het algemeen van ons personeel in Indié zeer weinig, maar uit het verhaal van den Duitschen commandant van een schoener, de „Ayesha", die bij't lan den in West-Bumatra dadelijk' werd opgepikt door een Nederlandache torpedoboot en later by 't uitvaren weer werd opgemerkt door do „Zeven Provinciën", blijkt, dat wy in Indië onzen plicht doen. Waar one marine personeel zooveel moeilijk werk doet, daar past het ons den Minister te steunen in zijn streven naar ver betering van don toestand op de vloot. Daarbij dient het oude mate rieel ook te worden verbeterd, want juist wanneer er nieuwe schepen komen, steken de toestanden op de oude schepen daarbij af en dit leidt weer tot ontevredenheid. Ook deze spr. gelooft, dat het thans tijd is met een vast vlootplan te komen. Groote schepen kunnen op onze werven niet gebouwd wor den toch is het wenschelljk ze hier te bouwen; kan de Minister in die richting niet eens iets doen? Voorts bepleit spr. het geven van gelegenheid tot ontspanning aan wal aan de matrozen op onze vlootstations in Indie, door daar cantines op te richten, waar gelegenheid bestaat tot het geven van kleine voorstellingen. In nauw verband met de gelegen heid tot ontspanning staat de gezond heidszorg, met name de voorkoming van venerische ziekten onder het personeel. Spr. constateert, dat on danks de maatregelen van den Mi nister het aantal matrozen van onze vloot, dat aan die ziekten lijdt, dub bel zoo groot is als in 't buiten land. In dit opzicht sluit spr. zich aan bij een gedeelte der rede van den heer Hugenholtz en van den heer Jansen, dat het toch moeilijk aangaat de lyders aan die ziekte daarvoor te straffen al ontkent de Minister dat het een straf is - en dat men daardoor de kans op verhei melijking van die ziekten vergroot. Spr. kan zich levendig verplaatsen in het standpunt van den officier van gezondheid, die weigerde de gevraagde inlichtingen te geven. Nu het militair Hooggerechtshof hem heeft vrijge sproken, overwege de Minister zijn eigen standpunt nogmaals en wyzige het liefst. Spr. brengt den Minister hulde voor de kracht, waarmede hij de geslachtsziekten wil bestrijden, maar acht het onjuist en inconsequent alleen op deze ziekte straf te stellen en niet op andere besmettelijke ziekten, die men aan onvoorzichtigheid te wijten heeft. Ook bespreekt hij den toestand der marine-hospitalen. Deze dienen aan de hoogste eischen te voldoen. Waarom laat de Minister deze nu niet door burgergeneeskundigen onderzoeken Dat is in 't belang der marine-genees- kundigen zelf. De Minister behoeft daarin volstrekt geen beleediging te zien van zijn onderhebbend genees kundig personeel. Dat er aan de administratie van het marinehospitaal te Willemsoord bijv. nog wat hapert, blijkt wel hieruit, dat een patiënt, die na een zeker uur in dat hospitaal wordt opgenomen, niet meer in de voeding wordt opgenomen. Dit vernam spr. van een marineofficier. De heer Scheurer (a.-r.) behan delt de ziekenzorg. Hoewel veel verbeterd, laat hij toch nog te wen schen over. Spr. komt op tegen het gebruik van voorbehoedmiddelen; de zaak dient krachtig te worden be streden. De heer Bichon van Ysel- monde (c.-h.) zal tegen de begroo ting stemmen. Evenal3 de beer-Van der Voort van Zijp vraagt ook hij inlichtingen over den geïnterneerden Duitschen onderzeeër, maar de Minis ter heeft tegen dergelijke mededee- lingen bezwaar. De Minister van Marine, de heer Rambonnet, verzekert, te hebben zitten luisteren, zoowel naar de rede van den heer Hugen holtz, die ook telkens ophield onder het spreken.... De heer Hugenholtz (s.d.a.p., Weststellingwerf): Daar zal ik u op antwoorden. De Voorzitter verzoekt niet te interrumpeeren. De Minister: Als naar de rede van den heer Van der Voort van Zijp. Hebben de heeren bezwaar tegen zijn beleid dan kunnen zij daarvan blijk geven, maar het is ongepast, dat zij telkenB hun rede onderbreken, omdat de Minister naar hun meening niet op de.wijze naar hen luistert, die zij van een Minister meenen te moeten verwachten. De Minister beantwoordt thans verschillende technische en adminis tratieve opmerkingen van verschil lende sprekers. Wat ten Blotte de besohouwingen betreft van den heer Van der Voort Zijp omtrent de ramp in 't Brielsche gat, deze was niet het ge volg van laakbare onvoorzichtigheid der autoriteiten, maar van onacht zaamheid. In tijden als deze kunnen zulke fouten zich zwaar wreken. 'De Minister komt thans tot het personeel. Er is op 't oogenblik geen bezwaar de verplichte reserve ontslag te geven als haar diensttijd is vervuld en ze dat ontslag verlangt. De bezoldiging der zeemilitie is geen eenvoudige quaestie, want er is steeds verschil gemaakt tusschen verplichten en vrljwilligen dienst. Hooger bezoldi ging werd vroeger alleen gegeven bij groote onkOBten als gevolg van de omstandigheden. Geschiktheid gold niet als motief voor grooter bezoldi ging en de Minister moet aan vaste lijnen vasthouden om geen ontevre denheid te wekken. Het geven van voedinggeld is in de marine zoo zeer veroordeeld als stelsel, dat de Minister daarop in geen geval meer zou willen terugkomen. De lichting 1915 is te laat opgekomen en indien men nu nog meer manschappen wilde losmaken, dan zouden we de verloven aanmer kelijk moeten inkrimpen. De huisvesting te Schiermonnikoog is onderzocht en voldoende bevonden. Van geknoei te Nieuwersluis door marine onderofficieren is geen sprake. Daar is geen sergeant-majoor of sergeant van de marine. Omtrent een onpartijdig onderzoek naar de toestanden in het hospitaal te Soerabaja zal de Minister met de Indische autoriteiten in overleg tre den. Het stelsel van doorstrooming, dat de heer Duymaer van Twist criti- blijkt niet zoo ongezond als deze heer meende, hetgeen de Minister nader uiteenzet. De Minister beantwoordt vervolgens den heer Bichon van IJselmonde wiens citaten allerminst bewezen dat het Marinebeatuur niet op de hoogte is van zijn taak. De ingenieurs bij de marine ver- keeren volstrekt niet in een onder geschikte positie. In zekeren zin echter verkeert iedereen daarin, dat heeft de Minister hedenmiddag zelf ondervonden. In een militaire organisatie moet de commandant in tuchtzaken alleen verantwoordelijk zijn voor de toepas sing der straf en voor het geheele onderzoek. Daartoe mag niet een commisBie worden ingeschakeld. De Minister heeft reeds lang in overwe ging, in de provoost arbeid te doen verrichten. De vraag is alleen is er een oplossing te vinden, die aan boord toepasbaar is? En thans de venerische ziekten. Niemand zou willen, datdebehan deling der ziekte zou worden geschaad door schending van het beroepsge heim, maar dat is nog iets anders dan of de officieren van gezondheid verplicht zyn den commandant daar van in kennis te stellen. Niemand aan boord is er, die niet weet of iemand venerische ziekten heeft. Iedereen kent de verschijnselen daar van. De vraag is alleen „Moest men daartegen repressieve maatregelen nemen, ja dan neen?" De Minister heeft omtrent deze zaak de mogelijke voorlichting gehad, ook van den geneeskundigen dienst. Het Ingezonden Mededeeling. r Zinuwan en Lichaam. is een feit, dat de manschappen ver bazend onverschillig zijn ten aanzien van deze ziekten. Daarin wilde de Minister verbetering brengen. Toen de Minister nog commandant van de „.Evertsen" was, was een- man eens vijf maal in een jaar geinfecteerd en lag hy elf van de twaalf maanden in een hospitaal. Inderdaad was er nu in het algemeen geen aanleiding den maatregel van traktementsinhouding toe te passen ook op officieren. Maar de maatregel moest algemeen genomen worden. Natuurlijk dieDde de discretie daarbij zooveel mogelijk gewaarborgd. In dit opzicht was aanteekening in de rekening courant boekjes inderdaad een fout. Dit is dan ook vervangen door aanteekening in de ziekteboekjes. Maar men had hier te doen met een groot kwaad en in het belang van het land meende de Minister van bet offleierskorps in de bestrijding daarvan medewerking to mogen verwachten. Do Minister heeft het vereenigingsleven niet willen nekken, maar aan boord hoort geen vereenigingsleven thuis. Immers, dat vereenigingsleven wordt bijeengehou den door een zeker politiek dogma, door een zekere anti-militairo dema gogie en daarmede mag de Minister niet transigeeren. Ten slotte de f 85,000 voor het Algemeen Tehuis in Helder, Ministei Colljn had reeds toegezegd dat 2/8 van de bouwkosten door het rijk zouden worden betaald. Men bad de zaak kunnen oplossen met f 30,000, n.1. f 20,000 van het rijk en f 12,000 van de vereeniging, maar de plaats voor den bouw gekozen, was vlak b(j het Christelijk Militair Tehuis en nu meende de Minister den eisch te mo gen stellen, dat dit tehuis niet zou komen in de zóne van het Christelijke. Nu kwam het bestuur bü den Minister met de mededeeling, dat andere huisjes waren gekocht, en toen was het eeü eisch van billijkheid en recht bet benoodigd bedrag toe te staan. Men heeft bier te doen met een kapitaals-uitgave. De Minister meent hiermede de verschillende sprekers te hebben be antwoord. Naar aanleiding van eene stemming omtrent het al of niet houden van replieken, blijkt de vergadering on voltallig te zyn en wordt zij verdaagd. Vergadering van Donderdag 16 Deo. De behandeling van de Marine- begrooting wordt voortgezet. De heer Van der Voort van Zijp (a.r.) repliceert. Ten onrechte voelde de hoer Marchaut zich gisteren geprikkeld (dit lid had spr. obstructie verweten, toen hij voorstelde, de vergadering te verdagen). Da aren- Ingezonden mededeeling. lijt gij even gezond als de vrouw van het platteland Zij bewijst m, iat vrouwen even getond kunnen tgn alt mannen, als tij willen. Indien vrouwen in het algemeen niet zoo sterk zyn als manneD, is dit dan niet, omdat zy te lang werken, zich te veel zorgen maken ea niet voldoende ontspanning krijgen? In sommige streken op het platte land, waar de vrouwen het werk buitenshuis der mannen doen eo losse kleeding dragen, zijn het beelden van gezondheid. Een eenvoudige leefwijze verzekert gezonde niereD, volkomen zuivering van het bloed en geen urinezuur- kwalen. Urinezuur in het bloed (als gevolg van verzwakte nieren) ver oorzaakt rugpijn, rheumatische en zenuw-kwalen, hoofdpijn, duizelig heden, moedeloosheid, watorstoor- nissen en gevaar voor niergruis, waterzucht en nierontsteking. Als g(j reden hebt om uw nieren te verdenken, gebruik dan Foster'a Rugpijn Nieren Pillen. Zy hebben duizende vrouwen geholpen. Foster's Rugpijn Nieren Pillen hebben een verzachtende, versterken de en opwekkende werking op zwakke nieren, en voeren deze zachtjes tot gezondheid en werkzaamheid terug. Zjj helpen baar om het overvloedige urinezuur af te voeren evenals hut overtollige water bij waterzucht. Z(j dienen alleen voor nier- en blaas- kwalen en werken niet op de inge wanden. Om beter te worden en te blijven is het aanbevelenswaardig om lederen dag uw huiselyk werk een poosje tu laten liggen en een opwekkende wan deling te maken. Drink water, eet eenvoudig voedsel en slaap voldoen de. Eon betere gezondheid maakt u een betere moeder of vrouw. Te Den Helder verkrijgbaar by Alb. ten Klooster, Keizerstraat 93. Toezending geschiedt fr. na ontv. van postwissel f 1.75 voor één, of f 10.— voor zes doozen. Eischt de echte Foster'a Rugpyn Nieren Pillen; wei gert elke doos die niet voorzien is van nevenstaand handelsmerk. (61)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1915 | | pagina 1