HELDERSCHE COURANT
NIEUWJAARSGROET.
VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE
Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna
Eerste Blad.
Welkomstgroet
Het Zoenoffer.
No. 4560
DONDERDAG 23 DECEMBER 1015
43e JAARGANG
Abonnement per 3 mnd. 65 ct., franco per post 90 ct., Buitenland f 1.90
Zondagsblad 45 S2'/2 0.85
Modeblad 65 75 1.00
Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER
Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50
Advertentiën van 1 tot 4 regels (bij voorultbet.) 30 cent Elke regel meer 6 ct.
Ingezonden mededeellngen van 1 tot 4 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent.
Advertentiën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hooger berekend.
Groote letters en cllchó's naar plaatsruimte. - Bewljs-exemplaar 2£ cent
Op- en ondergang van Zon en Maan
en tijd van hoogwater (Texel).
ss
#ec. op: onder: op: onder: v.m.: n.m.
Zondng 36 n. 9.16 m. 10.84 8.12 8.48 10.66 10.51
Maandag 37 10.81 10.47 8.11 8.49 11.28 11.27
Dinsdag 38 11.47 10.58 8.11 3.60 0.8
Woensd. 39 11.10 8.11 8.52 0.10 0.62
Dondcrd. 30 m. l.G 11.24 8.11 3 54 0.57 1.45
Vrijdag SI 2 80 11.42 8.10 8.66 1.66 3.49
Op Zaterdag,
eersten Kerst
dag zal ons blad NIET ver
schijnen.
Aao onze abonné's
buiten de gemeente wordt
beleefd verzocht 't verschuldigde
abonnementsgeld Heldersche Cou
rant, Zondagsblad en Modeblad
4de kwartaal 1915 te willen over
maken per postwissel of aan post
zegels vóór 1 Jan* a.s., zullende
anders daarover met 5 cents verhoo
ging per post worden beschikt.
Postwissels voor dat doel behoeven
slechts met een zegel van 21/, cent
beplakt ie worden.
Onze lezers, die met 1 Januari
a.s. aan Familie, Vrienden of
Begunstigers in onze Courant een
willen plaatsen, worden beleefd ult-
genoodlgd hunne opgaven tijdig in
te zenden.
DE UITGEVER.
PLAATSELIJK NIEUWS.
Prof. dr. J. van Rees In „Casino".
Voor de afdeeling Helder van den
Alg. Ned. Geh. Onth. Bond (afgekort
Angob), hield de bekende Amster-
damsche hoogleeraar, tevens alge
meen bondsvoorzitter van den Bond,
Maandagavond eene rede over het
onderwerp: „Alcohol in dienst van
lichamelijke en geestelijke inspan
ning".
De zaal was slechts gedeeltelijk
gevuld toen de afdeelings-voorzitter
de heer Tuk, de vergadering opende,
en de aanwezigen welkom heette.
De spreker begon met de mede-
deeling, dat eigenlijk het voor dezen
avond aangekondigde onderwerp niet
het belangrijkste is van het alcohol
vraagstuk. Want dit vraagstuk is bij
uitstek een zedelijk vraagstuk. En nu
is helaas voor velen de zedelijke kant
niet voldoende. Vele menschon, die
sterk genoeg zijn om voor zichzelven
geen misbruiker te worden, bedeDken
te weinig, dat niet allen zoo sterk
zijn. En voor die zwakkeren is het
goed de audero zijde ervan steeds
weer te belichten.
Spr. zal dus de vraag behandelen:
doet do alcohol ons lichaam kwaad
of goed? Is een matig gebruik voor
hot lichaam aantebevelen of niet?
Al tienlallen van jaren zijn hier
over gegevens verzameld. De oudste
beweging dateert uit Amerika en
Engeland en men had daar reeds
vroeg afschaffers-bewegingeo. Vooral
in Ecgeland nam men reeds proeven
door in fabrieken en werkplaatsen
geen alcohol te verstrekken en de
resultaten waren schittereud. In glas
fabrieken de glasblazerijen zijn
het moordendste bedrijf, doordat de
werkman steeds zijn longen moet
forceeren en in een ontzettende hitte
werkt - in glasblazerijen kregen de
geheel-onthoudeis veel minder dorst
dan de niet-onthoudere. Een feit is
het, dat bier dorst opwekt in plaats
van dien te lesschenhoe zou men
anders kunnen verklaren, dat het
gemiddeld biervorbruik in Duitsch-
land tusschen 4 en 10 liter daags
bedraagt? Niemand zal toch, om zijn
dorst te lesschen, een' hoeveelheid
vocht van 4 tot 10 liter opdrinken?
Id dit verband vertelde spr. van
een merkwaardig proces, dat te Mün-
chën govo'-rd werd, waardoor werd
uitgemaakt, dat het matig bierver
brilik aldaar 6 liter bedroeg. De
directeur van een ziekeubuis aldaar
heeft eeno statistiek opgemaakt vau
het aantal gestorvenen, dat aan bier
gebruik to gronde was gegaan (hart-
vervetting, verstoorde nierwerking,
aandoeningen van het slijmvlies etc.)
dat bc-droeg 1 op de 7. Rekent men
nu nog hen er bij, die gestorven zijn
aan tuberculose of andere kwaal,
maar bij wie het bewezen was, dat
ook hun organisme door biermis-
bruik dermate verwoest was, dat als
zij niet aan deze kwaal waren ge
storven, zij toch na verloop van
«enigen tijd zouden zijn overleden
wegens hun bier misbruik, dau kwam
men tot 1 op de 4. Vijf en-twintig
procent dusl En geeu dezer was of
flcieel „misbruiker".
In Zwitserland is statistisch be
wezen (de regeeriDg houdt eene sta
tistiek bij 'van het aantal sterfge
vallen en de oorzaak daarvan) dat
tusschen 9 en 11 aan alcohol
misbruik is overleden. Een deel van
de idiote kinderen in dat land is
verwekt in den tijd van den wijn
oogst, als het misbruik groot is.
Men heeft wetenschappelijke proe
ven genomen om uit te maken of
alcohol de spierkracht vermindert
of verhoogt. Op een zeer interes
sante grafische voorstelling toonde
prof. Van Rees de resultaten aan
door Norma.
,,'t Is toch eeuwige zonde", zei
„tante Ma", en haar vriendelijke,
blauwe oogen in het gevuld, blozend
gelaat keken meewarig naar het nog
even stuiptrekkend dier aan hare
voeten. Eigenlijk meende ze: ,,'t Is
toch geméén van je", maar na meer
dan vijf-en-twintig jaren getrouwd
zijn, kende ze haar Kees te goed om
dat op dit moment te kunnen zeggen.
Zeker, als hij een goeie bui had, zou
hij er misschien een grapje van ma
ken, maar zooals thans, nu hij al een
beetje opgewonden was, had je min-
Btens drie dagen slecht weer te wach
ten, waren je de Kerstdagen weer
vergald.
„Moete ze maar van me jonge duive
af blij ve", meende de man in z(jn boe
zeroen, en als een veldheer zwaaide
hij zijn knuppel, waarmee hij zooeven
den vijand had verslagen„'k heb
genoeg geduld gehad ze zulle het
latevanavond zet ik weer een knip
„Van wie zou die weze?" vroeg
zijn vrouw, meer om maar iets te
zeggen, „misschien wel van een van
de groote huize van 't Dijkie, wat
een prachtig, glanzend beest en hij
heb een mooi halsbandje met belle
tjes om
„En al was ie van de koning, 't
kan me niks dondereen de ruige
wenkbrauwen van Kees fronsten zich
onheilspellend.
Moeder antwoordde maar niet
keek eens rond of ze Piet, haar
mooien cyperschen kater, ook zag.
Verbeeld je, als die er es zoo'n lot
te wachten stond, was ook niet bang
voor een jong vogeltjeTkat benne
die manne toch wreed", mompelde
ze in zichzelf, „en zeg maar niks, me
lieve mensch, zog maar niks, of je
heb de poppe an 't danse de beste
man niet uitgezonderd". Want
klagen had ze anders niet zooveel
over der Kees ijverig, tuk om wat
te verdiene en geen kroeglooper en
as ie een goeie bui had, een lollige
kerel.
„Wat doen je nou met hem?" kon
ze tochniet nalaten haar man te
vragen. Als ie hem in godsnaam
maar verdonkeremaand had vóór de
school uitging, want als Jan zoo iets
er es zag!
„Nou, stroope natuurlijk. zoo'n mooi
velletje is in deze dure tijde gauw
een kwartje waard".
„En dan?"
-,,E# dau? Hel» jy zin in dit beutje
met de Kerstdagen? Mijn ok goed,
hoor, late we ons konijn nog maar
wat in leve
Ajasses, vaderZe kon toch bijna
haar lachen niet houden, als ze het
oolijke duiveltje in zijn oogen zag
dansen „verbeeld je, zegmaar
Kees" en haar stem werd heel
zoet en vleiend, „ruim je hem op, een
beetje gauw, voorre datte',
„Ja, ja, voor je verwend nestkui
kentje uit school komt, die halve gare
jonge Jan ons inet z'n overdreve sen-
tementeelderigheid. Lust geeneens
zijn eige kenijn, omdat ie hem zoo lang
zelf gevoerd heb lust geen ouwe
soepkip, omdat ie ze al zoo lang ken
Van wie die jonge dat heb
„Je ruimt het gauw op, he vroeg
Ma nog even dringend, vóór ze naar
binnen schommelde.
Het winkelbelletje was overgegaan
en Antje was om boodschap. Zo
maalde koffio en woog een ons, daarna
een half pond suiker, praatte met
haar klant over de korte dagen, de
duurte natuurlijk, maar aldoor Zag ze
voor haar oogen dat mooie zwarte
dier met zijn wit borstje on sokjes
wat benne die manne toch ruwe
heeste, zoo'n stom dier, wist toch niet,
dat ie kwaad deed, 't is toch zijn
natuurAlle manne zoo Nee, haar
oudste jonge zou 't ook niet kunne
doen en haar nestkuikentje, die? 't
leek wel een raeisie met zijn zachte
natuur. Ja, zeker, jnffrouw, zegt
uwe dat wel - jawel hoor, 'k zal 't-
wel effe opskrijve. Dag
Gauw ging „tante Ma", zooals ze
door familie en geen familie werd
genoemd, in haar keukentje aan 't
werk. Ze waagde geen blik naar
buiten. Je kon 't niet weten, als hij
hier dat karweitje eens opknapte
Even loeren nee, gelukkig, hij was
er mee in de boet.
„Van wie hij 't heb? vroeg Kees.
Nou, zij, Ma, wist wel van wie, van
haar en geeneen ander. Was ze in
der jonge jaren niet precies eender
en, nou ja, nou zei ze daar maar niks
over, at kwansies een happie mee,
maar smake dee 't haar toch niet
der eige heeste, hield ze ook veels
te veel van, die stomme diere
„Waar is va, moe?" vroeg een
heldere meisjesstem. Antje was
terug van 't postkantoor, waar ze
een pakje hoen had gebracht voor
haar broer Dirk, die in Utrecht in
't hospitaal lag.
„In de boet, zus maar wees voor
zichtig, hoor, skrik niet, vader is an
't ville".
„Neu, da'» »k yratfl ti strakkiee
van die proef. Het aantal geprodu
ceerde kilogrammeters arbeid van
den middelvinger bedroeg bij ont
houding 4.58, na het gebruik van
300 cM8 bier slechts 2.02.En het
merkwaardige was, dat de persoon
die voor de proef gebozigd werd, na
het gebruik van die 800 cM8 biet-
meende, dat het gewicht, dat hij
opbeuren moest, lichter was. Het
was hetzelfde gebleven niet alleen,
maar zijn arbeid was meer dan de
helft verminderd.
In het tweede deel zijner rede be
handelde de hoogleëraar het vraag
stuk van den geestelijken kant. Hoe
werkt het alcohol gebruik op de
hersenen? Natuurlijk heeft het op
eeu zoo fijn bewerktuigd en onder
ling samenhangend organisme in
vloed.
Popul.-wetenschappelijk zetto prof.
Van Rees de werking van ons zenuw
stelsel uiteen, toonde aan hoe in het
ruggemerg en het centraal zenuw
stelsel de basis ligt voor onze- her-
senwerkiug en hoe van daar uit alle
handelingen geregeld worden. Som
mige, lagere prikkels reageeren op
ons buiten ons bewustzijn om.
Iemand kan zich in den slaap bran
den en toch niet wakker worden;
hij zal de hand waarmee hij de ka
chel aanraakt, terugtrekken maar op
de hoogere prikkels, waarbij onze
hersenen arbeid moeten verrichten,
heeft de alcohol allereerst vat. Het
best wordt dit bewezen door het
voorbeeld, dat iemand, die alcohol
heeft gebruikt, bijv. zeer goed in
in staat is om nog sommen to ma
ken, terwijl zijn zedelijk gevoel ia
verraiDderd.
Als men dit inziet en de geh.-
onth. doen dat, ziet men, dat ook
een matig gebruik reeds iuvloed
oefent op onzen geest en ons zedelijk
voelen naar beneden trekt. Trou
wens, men meent ook zorgen, neer
slachtigheid, vermoeidheid etc. met
een borreltje te kunnen verdrijven.
De wetenschap heeft echter aange
toond, dat alcohol volstrekt niet
opwekt. Een reeks onderzoekin
gen, door prof. Kraepelin in Hcïdel
berg aangevangen, nebben dit be
wezen. Een Heidelbergsch hoogleer
aar, prof. Smit, construeerde «en
tweetal signaaltoestellen voor rood
en groen licht. Zoodra een licht ver
scheen moest de persoon op wien
de proef genomen werd, een knop
omlaagdrukken en verscheen de
letter g (groen) of r (rood). De eene
knop was voor de linker-, de andere
voor de rechterhand en de man wist
niet wanneer er een licht zou ver
schijnen en óók niet of het rood of
groen zou zijn.
Hfi moest dus, zoodra hij een licht
zag, een reeks gedachten-associaties
verwerkenhij moest realiseeren welk
licht het was en welke hand hij dus
had te gebruiken. Daardoor verrichtte
zijn geest arbeid; en de resultaten
daarvan, d. w. z. het tijdsverloop dat
noodig was om den indruk op te
nemen en dien te verwerkeu door
Ingezonden Mededeeling.
HERMAN NYPELS HELDER
Haeran Regenjassan, In gummi
Van af f 17.00.
Nieuwste kleuren en modellen,
waterproof.
op den bestemden knop te drukken,
werden op een draaienden cylinder
aangetoond. Welr.u, aldus werd
aangetoond, dat eene verlaugzaming
intrad op die dagen, dat hij alcohol
had gebruikt.
Hoe kau dat? zal men vragen, daar
toch do alcohol j'ist opwekt, juist
meerdere actie geeft. Die opwekking
is schijnbaar.
Wij hebben twee soorten zenuw
werkingen: eene, de actieve, die tot
daden aanzet, de andere, de rem,
die weerhoudt van bepaalde daden
doen. Zoodra de actieve zenuwwerking
is opgewekt, werkt óok onmiddellijk
de remzenuw, die zorgt, dat de daad
door de andere zenuwwerking tot
uitvoer gebracht, binnen bepaalde
perken blijft. En nu tast de alcohol
allereerst de remzenuw aan. Het ge
volg is, dat men zijn contróle over
zich zelf verliest, dat men bü voor
beeld dingen doet, die men anders
niet zou doeD. Om een voorbeeld te
noemenmen zal zich in gezelschap
van dames niet te buiten gaan aan
minder kiesche woorden. Maar zoodra
er alcohol genoten is, geschiedt dat
wel; men wordt schijnbaar levendiger,
zorgeloozer, men houdt zich niet meer
in: de remzenuw is verdoofd.
Door de onderzoekingen van boven
genoemde professorou is deze werking
van den alcohol aau't licht gekomcD.
Spr. gaf ook hiervan e6U voorbeeld
door middel van een sterk vergrootte
grafische tabel.
Vandaar dat zijn conclusie was,
dat alcohol is een misleider, een
blunder, die uit de samenleving ver
dwijnen moet, daar hij oi» den waan
geeft van kracht.
Dezeiuterèasante lezing, die ons
een geheel nieuwen kijk gaf op het
alcohol-vraagstuk, vond slechts een
matig gehoor. Zij werd opgeluisterd
door uitstekenden iang van het zang
koor „Ons Doel" (directeur de heer
C. W. Rustiug) en piano-muziek van
den heer Polak. Daar wij óver de
zaDgvereeuiging reeds meermalen
onze meeniug gezegd hebben, kunnen
wl) volstaan met de enkele vermelding,
dat dit uitstekende koortje zijn goeden
roep wist te handhaven in een drietal
welgekozen nummers.
Door den Voorzitter der afd. werden
vervolgens do medewerkenden en de
aanwezigen bedankt, en werd de ver
gadering gesloten.
Ziekenfonds „Helpt Elkander".
Bovengenoemd Ziekenfonds hield
Zaterdagavond een algemeene ver
leefde het kenijn nog 1"
„Kijk maar", zei moeder en ging
ijverig door met 't aardappeljassen.
„Och moe, wat zonde, zoo'n prach
tige kat en vet, dat ie isVader
zeit, dat ie voor 't kenijn niet on
derdoet".
,Meid, hou je stil", rilde moeder,
maar Ant, gezonde, ruwe bonk van
zestien jaar, ging, om moe er es
eventjes te plagen, nog over dat on
derwerp door. „'t Ls een gesneje
kater, zeit va en hij heb er zoo'n
pret bij, hij voert vast wat in zijn
schild - hij fluit zoo en lacht zoo
stiekem, pas maar op, dat ie u der
niet tusschen neemt".
Met kwam de fluitende en stiekem-
lachende oude heer binneu. Moeder
gluurde vol afschuw naar zijn bloe
derige handen, die hij onder de kraan
kwam wasschen.
„Jonges, moeder, wat is die vet
dreunde zijn stem.
„Zoo", zei Ma stil.
„Nou, moeder, zet nou maar niet
zoo'n armezondaarsgezicht, jij hoeft
"hem niet te ete, 'k heb hem al voor
een ander bestemd".
„Wat? die kat?" vroegen de twee
vrouwen gelijk.
„'n Kostelijk plan, mensche, je raait
nooit voor wie".
„Misschien ouwe gekke Ko
meende Ant.
„Welnee, die mept er zelf genoeg,
nee, jullie raje het uooit voor oome
Hein en tante Neel".
„Wat?" riep moeder ineens met
groot verbazen, „die ongelukkige,
waar we al zooveel jare kwaad mee
benne Diedie"
„Ja, juistement, die juist omdat
het zulke groote mispunte benne, die
zulle we der es lekker te graze neme
- zegge, dat het een vet kenijn van
ons is, dat we der twee hadde ge
slacht, maar dat nou geeneen van de
jongens thuis kan weze mot de feest-
dage en wij der veels te veel an
hebbe en datto we nou niet langer
kwaad moete blijvo zalle me die
gierige drake smulle 't Kost ze niks
as een beetje vuur, want vet hoeft
er niet bij!'.
De ondeugende Ant vond het in één
woord - moppig zij zou hem wel
wegbrengen en haar boodschap wat
netjes doen. Ze repeteerdo alvast
haar rol, tot groot vermaak van vader
Kees. „Komplement van vader en
moeder en ze hadde der zoo'n spijt
van, dat het altijd maar kwaad bleef
en dan van die twee kenijne en
van de jongens,di» niet konde komm»
zij zou 't »r w«l notje» af-
brenge".
Moeder, die, als alle vrouwen, veel
dieper en vinniger haatte dan het
sterke geslacht, vond het nog maar
zoo zoo. Ja, dat van die kat
was wel aardig, nou 't boest toch
eenmaal dood was maar je zou
zien, dan kreeg je die beroerlinge
hier weer in huis, moest je mooi
weer spele en wat had die Neel hullie
niet vuil belasterd toentertijd. - En
Hein, 't was der eige broer, maar ok
een mispunt, om zoo naar zijn vrouws
pijpe te danse. Affijn. als 't uit
kwam, zoue ze dau toch gloeiend de
smoor in hebbe.
Grinnekond verliet vader de keuken
om „het beesie" op te bergen tot den
volgeudan avond. Hij zou 't goed
doen, want verbeeld je, dat ze der
eige eris vergiste, aB 't konijn ok
geslacht was
Tante Neel bleef als vastgenageld
op den drempel staan, toen ze in 't
schemerig portaal haar nichtje Ant
ontdekte, en haar mager gezicht werd
nog eens zoo lang,- toen ze de reden
vernam. Wat? en nog wel een vet
kenijn toe, om 't- goed te make
„Vader heb hem al schoongemaakt
en gezouten en gepeperd u kan
hem zoo opzette
„Nou, kom effe in de keuke, je
ben groot geworre in al die jare",
en wat vriendelijk bedoeld was, kwam
er toch zoo echt kribbig uit - zoo
veel jare ook kwaad en dat alles de
skuld van die meid der moeder, dat
serpent met er schijnheilige bakkes.
„Nou, tante, dat nou maar vergete,
vond Ant, die het scherpe voelde -
kijk or es, vader en moeder benne
nou de minste, wees u nou lief en
neem het kadootje an, dan smult u
morrege lekker en wij ok. Nee,
dank u, binnokomme maar niet, .ik
heb nog een hoop te doen later
wel der es, is dat goed Dag, tante,
zeg oome Hein gedag".
„Nou, 'k zal 't dan maar houwe.
Bedank je vader voorloopig maar (ze
zei expres niet, je vader en moeder)
en tot ziens dan"
„Toch aardig - toch echt aardig
van Kees", vond Hein den volgenden
middag, toen hij aan zijn Kerstmaal
zat en 't vet hem langs zijn vingers
droop. „Jonges, Neel, ik smul, dat
moet ik zegge, wat is dat kenijn
toch vet".
Neel hapte geducht in haarregee-
ringskool, om Hein geen gelijk be
hoeven te geven. Déze, ook geen
toestemmend antwoord ver wachten
de, kloef al» «ei razend» verder en
gadering in het lokaal van den heer
De Koning.
De vergadering werd door den heer
P. Goudswaard geopend. Volgens de
presentielijst waren 111 leden aan
wezig. De notulen worden gelezen en
onveranderd goedgekeurd.
Aan het verslag van den Penning
meester ontleenen wij het volgende:
De vereeniging telde op 29 Mei
230 contribueerende leden en 31 leden
wegons mobilisatie in militairen
dienst en dus tijdelijk buiten de sterkte
wat betreft contributie en uitkeering
bij ziekte. Bij overlijden hebben laatst
genoemden dezelfde rechten en plich
ten als de andere leden. Op 27 Nov.
waren deze cijfers respectievelijk 231
en 28. Ingeschreven werden 5 nieuwe
leden en 3 leden waren uit den dienst
teruggekeerd. 1 lid werd afgevoerd
wegens uitkeering vau 20 achtereen
volgende weken, terwijl aan 2 leden
uit bijdragen der leden nog werd
uitgekeerd 13 en 28 weken.
6 lecfén bedankten wegens vertrek
uit de gemeente.
De ontvangsten bedroe
gen in dit halfjaar f 712.—
de uitgaven- 545.92
voordeelig saldo f 106.08
De ka» was op 29 Mei
groot-1901.82J
op 27 Nov. dus f 2067.90$
De reservekas had
in ontvangst f171.55
aan uitgaven -171.
voordeelig slot f 0.55
Kas op 29 Mol - 221.71$
Kas op 27 Nov. f 222,26$
Was er in het vorig halfjaar een
achteruitgang te boekon van f 192.02$,
thans kunnen wo vermelden dat dit
halfjaar dit voor een zeer groot ge
deelte heeft gedekt.
De vereeniging die op 29 Mei 4
Donatrices, 117 Donateurs en 1 Eere
lid telde wordt thans gesteund door
4 Donatrices, 125 Donateurs en 1
Eerelid.
De commissie belast met het nazien
der rekening en verantwoording deelt
medet dat alles in orde is bevonden.
Door den voorzitter wordt het over
lijden van den heer Hubbeling her
dacht, welke sedert 1848 donateur
der Vereeniging was.
Ingekomen was nog een dankbe
tuiging van H. Winkel voor den
ondervonden steuD.
Bij de sluiting brengt de^oorzitter
dank aan allen die hebben medege
werkt in het belang van de vereeni
ging en dankt de vice-voorzitter
namens de vereeniging den president
voor diens goede leiding.
Oorlogs-leverantles.
Ia de Fransche Kamer zijn deze
week de interpellaties begoDnen over
de vrij ze waarop de aankoopen door
den staat iu verband met den oorlog
geschied zijn. De soc-ialistisch-radicale
Neel maakte van de gelegenheid ge
bruik om een groot stuk vleesch naar
binnen te werken. Nou ja, ,t was
aardig van ze, maar zoo buitenge
wóón erg was het niet. 'tZat er
bij hullie wel an, en bovendien ze
smulden en brasten toch altijd, 't kon
daar toch nooit op - zorge voorde
ouwe dag komaan Even oogde
ze schuin naar de bedstee, waar ze
op de beddeplank een sigarenkistje
wist te staan, - Dadr was héér liefde
in
„Zouwe we in de schemering niet
er es effetjes naar de.lui toegaan?"
opperde Hein, als ze na 't copieus
diner, na eerst samen de borden te
hebben gewasschen, in 't voorkamer
tje zaten uit te blazen, 't Was weer
zoo'n echt triestige, druilerige dag,
zoo'n dag zonder een streep(e zon,
maar ook zonder die lekkere vrieskou
met knapperige, harde sneeuw en een
helderen hemel. Heelemaal geen
Kerstweer. Toch waren er nog ta-
molijk veel wandelaars, zolfs in de
stille straat van Neel en Hein, die
dan ook tusschen de bloempotjes door
naar ze loerden. Neel vooral zat op haar
allerbeminnelijkst de menschen te be-
oordeelen. „Nee, maar, kijk es an,
alweer een met een zak koekies bij
van Donge naar binne. Wel ja, 't
ken niet op snaaije maar, jonges 1"
Wel ja, vrouw Baks, alweer een
nieuwe hoed op, da's de derde van 't
jaar, zeker weer gaan opskeppe bij
der famielje in 't Nieuwediep. - Mot
je die kindere zien, 't lijke wel of-
cierskindere en dat zoo'n kale
korporaal van de marine. Waar
die mensche 't vandaan hale!"
„Jonge, jonge, ja", beaamde Hein,
die 't wel niet gezien had, maar alles
in 't werk stelde om Neel in haar
humeur te houden. Hij zou toch zoo
graag met Kees weer goeie vrinden
worden, al was 't alleen maar om
weer eens een huisje van aanloop
te hebben.
Schuchter herhaalde hij zijn vraag.
Neel antwoordde er niet op - bleef
met vinnige oogen naar buiten gluren.
Eindelijk kwam het bits van haar
lippen„ik zien er het nut niet
van in".
„Het nut! - het nut" entoen
begon Heintje's betoog. Eerst heel
handig Neel's zuinigheid en onvol
prezen vrouwelijke deugden er in te
flansen. „Ma hdalde natuurlijk niet
bij haar", en 't eind van 't liedje was,
„dat ze dan maar zoue gaan". Maar
dan maar dadelijk, hoefde ze zelf
geen thee te zette en de lamp niet
eerst ep. Se zond&gaehe bevenklee-
afgevaardigde Siinyan heeft als eerste
spreker een reeks van schandalen
onthuld, tegen welker bekendmaking
op dit tijdstip sommige dagbladen,
die ons bereikt hebben, verzet aan-
teekenen. De schrijver van het Kamer
overzicht, in de „Figaro" zou het
natuurlijker gevonden hebben zoo
men deze onthullingen tot een ander
oogenblik bewaard had, te meer daar
die onthullingen voor al degenen, die
in de Salie des pas-perdus thuis zijn,
een publiek geheim waren. Meu had
op dit tijdstip z. i. moeten besparen
aan het land en ze niet overleveren
aau de boosaardigheid van Frankrijks
vijanden en de onzijdigen Deze schan
dalen en misbruiken, meent de ge
matigde „Figaro", vallen terug op
het stelsel dat ze voortbrengt en de
socialistische radicalen, die meer dan
vijftien jaar aan het bewind zijn,
zullen er meer dan wie ook de
verantwoordelijkheid voor dragen.
In denzelfden geest oordeelt onge
veer het „Journal". De Kamer had
h. i. beter gedaan thans deze kwestie
niet in het openbaar tor sprake te
brengen, want een van tweeénof
de feiten zijn juist en dan had de
regeering de schuldigen, ambtenaren
of burgers, reeds streng behoor en te
straffen, of ze ziin het niet en dan
was alle debat onnoodig. Men brengt
dergelijke kwesties niet te berde,
meent het „Journal", wanneer de
vijand op 80 K.M. van Parijs verwij
derd is. Ze behoorden voor het oogeD-
blik in de commissies uit het parlement
te blijven.
De door den afgevaardigde Simyan
medegedeelde feiten zijn ongetwijfeld
ergerlijk. Er zijn door het rijk be
stellingen gedaan, zoo vertelt hij, bij
directeuren van hotels meubl43, aan
kroeghouders, gcfailleerden, aan men
schen, die veroordeeld zijn wegen#
misbruik van vertrouwen, van wie
er een een bestelling van 1,200,000
frank gekregen beeft. Gij zult, zeide
Simyan, een lag» menschelljkheid
zien, die zich ten aanval stort op
een begrooting, die wel slecht verde
digd was door heD, die er de zorg
voor hadden.
Van de door Simyan gegeven voor
beelden zullen wij er enkele laten
volgen. Vooreerst het geval van een
vrouw, geassocieerd met een man,
die 21 veroordeeliogen op zijn actief
hec-ft. Zij heeft in het centrum van
Parijs, tusschen het Elysée en de
Madeleine een atelier geopend, waar
zij onder voorwendsel militaire klee-
dingstukken te maken, zoowel de
arbeidsters als de open bare liefdadig
heid exploiteert. Deze gewezen kame
nier, cocotte geworden, dan gravin,
Russische prinses, ontpopte zich
tijdens den oorlog als strenge direc
trice van een weldadigheidsinstelling.
Toch heeft de intendant B. van het
versterkte kamp niet geaarzeld aan
deze vrouw bestellingen te doeü. Op
verzoek van den hoogsten magistraat
van de' Republiek is er een onder
zoek ingesteld, maar niettegenstaande
de resultaten van het onderzoek zijn
ren kwamen voor den dag en na
zorgvuldig deuren- en ramengesluit
toog ons tweetal op pad. Kinderen
of dieren eerst nog te verzorgen,
hadden ze niet „gaf niks as on
ruim", vond Neel altijd.
Bij Kees en Ma vielen ze zoo par
does in de drukte. Allebei de jonge
meiden thuis en de vrijer van de
eene dan nog een vriendin van
de jongste, 't was een pret van be
lang en de stem van vader Kees
schalde boven alles uit. Luid zat hij
op te halen uit den tijd, toen hij ook
milicien was, bij de genie, in Utrecht
en hoe er een vriendelijke bakker
was, die 's morgens heel in*de vroegte
ze een kop koffie met een warm
broodje gaf, als ze op wacht stonden.
Met luidruchtige vroolijkheid be
groette hij het echtpaar. Kom binne,
kom binne, dat noem ik nou der es
aardig Móedér I daar heb je Neel
en Hein 1"
Ma kwam aanloopen, deed een beetje
stijf vriendelijk tegen Neel, die wel
een ijskegel geleek, en de meisjes,
rood van ingehouden lach, droegen
stoelen aan, schonken kopjes thee.
Kees deponeerde dadelijk een rooker-
tje voor Hein. Tonia keek haar vrijer
aan en Ant keek Tonia aan en de
een voor den ander moest ineens
hoesten of bukken, om een schoen
vast te maken.
Vader Kees hield voornamelijk het
gesprek gaande, praatte over alles
en nog wat, deed telkens of hij over
het vette hapje wou beginnen, wat
het jonge volk weer geweldig be
nauwd lacherig maakte, die dan
eindelijk maar om een reden van
hun uitbundige vroolijkheid te geven
op een hevige manier begonnen te
stoeien, met propjes papier pikken,
wat in zijn halsband moffelen en
vader moedigde het stel gedurig aan.
„Toe, Wim, jonge, laat je door die
bliksemsche meide nou niet op je
kop zitte 1 Toe vooruit - goed zoo
die heb je te pakke, zus I"
Moeder keek tevreden lachend
toe Hein werd er zelfs bijna jolig
van en als Neel daar niet had
gezeten met haar uit steen gehouwen
gezicht, een gezicht als een rechter;
had hij misschien nog wel meege
daan. Doch de vrees voor bedsermoe
nen weerhield hem. Hij zag wel aan
haar oogen, dat het mis was. Ineens,
toen het gestoei ontaardde in een
groote zoenpartij, werd het de zedige
Neel toch té bar. Bruusk stond ze
op, schoof met geweld haar stoel
j achteruit en nijdigd» tot Hein, die
met gliasteroegjes zat te geniete#
de zaken met deze vrouw nog niet
afgewikkeld.
Een andere geschiedenis is die van
Payen, die zich uitgaf voor een groot
industrieel. Hij beweerde een fabriek
met 1700 arbeiders te hebben. Er
werden zaken met dezen man be
gonnen. HÜ ki figt 75.000 frank voor
schot. Toen hij er om 450.000 vroeg,
ging men eens onderzoeken waar die
fabriek toch was. Fabriek blijkt niet
te bestaan. Payen en een van zijn
medeplichtigen worden in hechtenis
genomeD. Verder stilzwijgen en de
twee oplichters worden ontslagen.
En de order-intendant kan naar het
geld van den staat fluiten. Welke
maatregelen, vraagt Simyan, worden
er genomen tegen de ambtenaren,
die deze leverancies bescheimd heb
ben?
Simyan deed voorts mededeeling
van het geval van Guillemotot, een
aannemer, die tijdens den oorlog
sokkenfabrikant werd. Hfi kreeg een
voorschot van anderhalf millioen
frank. Toen hij de sokken leverde,
bleken zeondeugdelijk to zijn. Van
daar groote vertraging. Guillemotot
behoorde beboet te worden met meer
dan twee en een half millioen frank.
Sedert langer dan een jaar is men
met hem aan het onderhandelen.
Nog verschillende andero schande
lijke feiten heeft Sjrmian genoemd en
ten slotte heeft h(j den minister van
oorlog gevraagd aau de misstanden
een eind te maken. U bent soldaat,
voegde hij den minister toe, spreek
weinig, schrijf minder, maar tref
Ingezonden Mededeeling.
Weinig volwassenen
ontsnappen er aan.
In onze tijden van dikwijls onge
regelde leefwijze, ongeregeld dieet,
zittende leefwijze enz,, zijn er be
trekkelijk weinig volwassenen, die
geen last hebben van aambeien.
En wat die last beteekent is aan
de ongelukkige lijders, die voortdu
rend binder hebben van stekende pijn
en jeuking, hetzij zij zitten, liggen
of loopen, maar al te goed bekend.
Aambeien werden vaak veroorzaakt
door verstopping, het gebruik van
sterke purgeermiddelen, paardry-
in enz.
Eu als gevolg van aambeieo treden
dikwijls bij verwaarloozing van de
kwaal, bloedingen, outsteklng, fl«tel
en verzwering op.
De eerste aanwending van Foster's
Zalf reeds verzacht de prikkelende
pijn en jeuk en gewoonlijk is. eeu
doos voldoende tot genezing. Zorgt
b(j de behandeling voor een goede
spijsvertering en vermijdt buiten
sporigheden.
Foster's Zalf (let op den juisten
naam) is te den Helder verkr(jgb. b(j
Alb. ten Klooster, Keizerstraat 98.
Toezending geschiedt franco na ontv.
v. pnstw. k f 1.75 p. doos. (34)
Kom, vooruit, we gano
Algemeene ontsteltenis - doodsche
stilte een moment dan schuchterde
meisjesstem van„och nee,
tante Neel, gaan non nog niet - u
bent er pas" - maar tante Neel ging
wél. Dat zedelooze gedoe van die
gemeeno meide langer an te zien, zij
bedankte er voor. Ze zouö haar
niet gauw weer hierkrijge, dat wist
ze wel. «- „Nee, zullie kenne zonder
ons ok wel stoeie, we kwam me maar
effe bedanke voor het kenijn" en ze
begon te handengeven.
.Wacht effetjos" zei Kees, toen ze
bij hem genaderd was en meteen
wipte hij de kamer uit. -
„'k Kom sebiet terug" riep hij nog
uit de gang. - Allen dachten, dat
hy zijn jas zou aanschieten en een
eindje meo oploopen, keken dan ook
verbaasd, als hij in zijn hemdsmou
wen terugkwam, met iets, slordig
in grauw papier gewikkeld,-in ziju
handen.
„Kijk er es, jullie hebbe ons nou
zoo'n groot plezier gedaan met te
komme, nou krijg je dit mee naar
huis" eu hij duwde Neel het pakje
in de hand. - „Dithoortjenogtoel"
Neel vond, dat het pakje wat raar
aanvoelde, keek Kees even scherp
onderzoekend aan, maar deze, met
oogen, als een zuigeling van drie
dagen, deed zóó onschuldig, dat ze
het maar rustig accepteerde. Dat
kenijn was immers ook goed ge
meend geweest. Hij was zeker
bang, dat ze anders weer kwaad zou
worde, door dat gemeene gestoei,
„Thuis maar op je gemak bekijke",
riep Kees ze nog na, toen ze bij de
lantaarn den hoek der straat om
sloegen.
„Wat gaf je ze, vader?" vroeg
alles tegelijk, als Kees weer zijn
hoekje bij de kachel opzoekt.
„'k Zei ommers, dat het ze nog
toehoorde", antwoorddo sinjeur be
daard en ging met heel veel aan
dacht een versche pijp stoppen.
„Nee, toe nou, wees nou niet flauw,
wat was het?"
„'n Móóie, lAnge, zwirte staart van
den kenijn I" klonk bet achter
enorme rookwolken.