HELDERSCHE COURANT NIEUWJAARSGROET. VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna Eerste Blad. Welkomstgroet Het Zoenoffer. No. 4560 DONDERDAG 23 DECEMBER 1015 43e JAARGANG Abonnement per 3 mnd. 65 ct., franco per post 90 ct., Buitenland f 1.90 Zondagsblad 45 S2'/2 0.85 Modeblad 65 75 1.00 Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50 Advertentiën van 1 tot 4 regels (bij voorultbet.) 30 cent Elke regel meer 6 ct. Ingezonden mededeellngen van 1 tot 4 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent. Advertentiën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hooger berekend. Groote letters en cllchó's naar plaatsruimte. - Bewljs-exemplaar 2£ cent Op- en ondergang van Zon en Maan en tijd van hoogwater (Texel). ss #ec. op: onder: op: onder: v.m.: n.m. Zondng 36 n. 9.16 m. 10.84 8.12 8.48 10.66 10.51 Maandag 37 10.81 10.47 8.11 8.49 11.28 11.27 Dinsdag 38 11.47 10.58 8.11 3.60 0.8 Woensd. 39 11.10 8.11 8.52 0.10 0.62 Dondcrd. 30 m. l.G 11.24 8.11 3 54 0.57 1.45 Vrijdag SI 2 80 11.42 8.10 8.66 1.66 3.49 Op Zaterdag, eersten Kerst dag zal ons blad NIET ver schijnen. Aao onze abonné's buiten de gemeente wordt beleefd verzocht 't verschuldigde abonnementsgeld Heldersche Cou rant, Zondagsblad en Modeblad 4de kwartaal 1915 te willen over maken per postwissel of aan post zegels vóór 1 Jan* a.s., zullende anders daarover met 5 cents verhoo ging per post worden beschikt. Postwissels voor dat doel behoeven slechts met een zegel van 21/, cent beplakt ie worden. Onze lezers, die met 1 Januari a.s. aan Familie, Vrienden of Begunstigers in onze Courant een willen plaatsen, worden beleefd ult- genoodlgd hunne opgaven tijdig in te zenden. DE UITGEVER. PLAATSELIJK NIEUWS. Prof. dr. J. van Rees In „Casino". Voor de afdeeling Helder van den Alg. Ned. Geh. Onth. Bond (afgekort Angob), hield de bekende Amster- damsche hoogleeraar, tevens alge meen bondsvoorzitter van den Bond, Maandagavond eene rede over het onderwerp: „Alcohol in dienst van lichamelijke en geestelijke inspan ning". De zaal was slechts gedeeltelijk gevuld toen de afdeelings-voorzitter de heer Tuk, de vergadering opende, en de aanwezigen welkom heette. De spreker begon met de mede- deeling, dat eigenlijk het voor dezen avond aangekondigde onderwerp niet het belangrijkste is van het alcohol vraagstuk. Want dit vraagstuk is bij uitstek een zedelijk vraagstuk. En nu is helaas voor velen de zedelijke kant niet voldoende. Vele menschon, die sterk genoeg zijn om voor zichzelven geen misbruiker te worden, bedeDken te weinig, dat niet allen zoo sterk zijn. En voor die zwakkeren is het goed de audero zijde ervan steeds weer te belichten. Spr. zal dus de vraag behandelen: doet do alcohol ons lichaam kwaad of goed? Is een matig gebruik voor hot lichaam aantebevelen of niet? Al tienlallen van jaren zijn hier over gegevens verzameld. De oudste beweging dateert uit Amerika en Engeland en men had daar reeds vroeg afschaffers-bewegingeo. Vooral in Ecgeland nam men reeds proeven door in fabrieken en werkplaatsen geen alcohol te verstrekken en de resultaten waren schittereud. In glas fabrieken de glasblazerijen zijn het moordendste bedrijf, doordat de werkman steeds zijn longen moet forceeren en in een ontzettende hitte werkt - in glasblazerijen kregen de geheel-onthoudeis veel minder dorst dan de niet-onthoudere. Een feit is het, dat bier dorst opwekt in plaats van dien te lesschenhoe zou men anders kunnen verklaren, dat het gemiddeld biervorbruik in Duitsch- land tusschen 4 en 10 liter daags bedraagt? Niemand zal toch, om zijn dorst te lesschen, een' hoeveelheid vocht van 4 tot 10 liter opdrinken? Id dit verband vertelde spr. van een merkwaardig proces, dat te Mün- chën govo'-rd werd, waardoor werd uitgemaakt, dat het matig bierver brilik aldaar 6 liter bedroeg. De directeur van een ziekeubuis aldaar heeft eeno statistiek opgemaakt vau het aantal gestorvenen, dat aan bier gebruik to gronde was gegaan (hart- vervetting, verstoorde nierwerking, aandoeningen van het slijmvlies etc.) dat bc-droeg 1 op de 7. Rekent men nu nog hen er bij, die gestorven zijn aan tuberculose of andere kwaal, maar bij wie het bewezen was, dat ook hun organisme door biermis- bruik dermate verwoest was, dat als zij niet aan deze kwaal waren ge storven, zij toch na verloop van «enigen tijd zouden zijn overleden wegens hun bier misbruik, dau kwam men tot 1 op de 4. Vijf en-twintig procent dusl En geeu dezer was of flcieel „misbruiker". In Zwitserland is statistisch be wezen (de regeeriDg houdt eene sta tistiek bij 'van het aantal sterfge vallen en de oorzaak daarvan) dat tusschen 9 en 11 aan alcohol misbruik is overleden. Een deel van de idiote kinderen in dat land is verwekt in den tijd van den wijn oogst, als het misbruik groot is. Men heeft wetenschappelijke proe ven genomen om uit te maken of alcohol de spierkracht vermindert of verhoogt. Op een zeer interes sante grafische voorstelling toonde prof. Van Rees de resultaten aan door Norma. ,,'t Is toch eeuwige zonde", zei „tante Ma", en haar vriendelijke, blauwe oogen in het gevuld, blozend gelaat keken meewarig naar het nog even stuiptrekkend dier aan hare voeten. Eigenlijk meende ze: ,,'t Is toch geméén van je", maar na meer dan vijf-en-twintig jaren getrouwd zijn, kende ze haar Kees te goed om dat op dit moment te kunnen zeggen. Zeker, als hij een goeie bui had, zou hij er misschien een grapje van ma ken, maar zooals thans, nu hij al een beetje opgewonden was, had je min- Btens drie dagen slecht weer te wach ten, waren je de Kerstdagen weer vergald. „Moete ze maar van me jonge duive af blij ve", meende de man in z(jn boe zeroen, en als een veldheer zwaaide hij zijn knuppel, waarmee hij zooeven den vijand had verslagen„'k heb genoeg geduld gehad ze zulle het latevanavond zet ik weer een knip „Van wie zou die weze?" vroeg zijn vrouw, meer om maar iets te zeggen, „misschien wel van een van de groote huize van 't Dijkie, wat een prachtig, glanzend beest en hij heb een mooi halsbandje met belle tjes om „En al was ie van de koning, 't kan me niks dondereen de ruige wenkbrauwen van Kees fronsten zich onheilspellend. Moeder antwoordde maar niet keek eens rond of ze Piet, haar mooien cyperschen kater, ook zag. Verbeeld je, als die er es zoo'n lot te wachten stond, was ook niet bang voor een jong vogeltjeTkat benne die manne toch wreed", mompelde ze in zichzelf, „en zeg maar niks, me lieve mensch, zog maar niks, of je heb de poppe an 't danse de beste man niet uitgezonderd". Want klagen had ze anders niet zooveel over der Kees ijverig, tuk om wat te verdiene en geen kroeglooper en as ie een goeie bui had, een lollige kerel. „Wat doen je nou met hem?" kon ze tochniet nalaten haar man te vragen. Als ie hem in godsnaam maar verdonkeremaand had vóór de school uitging, want als Jan zoo iets er es zag! „Nou, stroope natuurlijk. zoo'n mooi velletje is in deze dure tijde gauw een kwartje waard". „En dan?" -,,E# dau? Hel» jy zin in dit beutje met de Kerstdagen? Mijn ok goed, hoor, late we ons konijn nog maar wat in leve Ajasses, vaderZe kon toch bijna haar lachen niet houden, als ze het oolijke duiveltje in zijn oogen zag dansen „verbeeld je, zegmaar Kees" en haar stem werd heel zoet en vleiend, „ruim je hem op, een beetje gauw, voorre datte', „Ja, ja, voor je verwend nestkui kentje uit school komt, die halve gare jonge Jan ons inet z'n overdreve sen- tementeelderigheid. Lust geeneens zijn eige kenijn, omdat ie hem zoo lang zelf gevoerd heb lust geen ouwe soepkip, omdat ie ze al zoo lang ken Van wie die jonge dat heb „Je ruimt het gauw op, he vroeg Ma nog even dringend, vóór ze naar binnen schommelde. Het winkelbelletje was overgegaan en Antje was om boodschap. Zo maalde koffio en woog een ons, daarna een half pond suiker, praatte met haar klant over de korte dagen, de duurte natuurlijk, maar aldoor Zag ze voor haar oogen dat mooie zwarte dier met zijn wit borstje on sokjes wat benne die manne toch ruwe heeste, zoo'n stom dier, wist toch niet, dat ie kwaad deed, 't is toch zijn natuurAlle manne zoo Nee, haar oudste jonge zou 't ook niet kunne doen en haar nestkuikentje, die? 't leek wel een raeisie met zijn zachte natuur. Ja, zeker, jnffrouw, zegt uwe dat wel - jawel hoor, 'k zal 't- wel effe opskrijve. Dag Gauw ging „tante Ma", zooals ze door familie en geen familie werd genoemd, in haar keukentje aan 't werk. Ze waagde geen blik naar buiten. Je kon 't niet weten, als hij hier dat karweitje eens opknapte Even loeren nee, gelukkig, hij was er mee in de boet. „Van wie hij 't heb? vroeg Kees. Nou, zij, Ma, wist wel van wie, van haar en geeneen ander. Was ze in der jonge jaren niet precies eender en, nou ja, nou zei ze daar maar niks over, at kwansies een happie mee, maar smake dee 't haar toch niet der eige heeste, hield ze ook veels te veel van, die stomme diere „Waar is va, moe?" vroeg een heldere meisjesstem. Antje was terug van 't postkantoor, waar ze een pakje hoen had gebracht voor haar broer Dirk, die in Utrecht in 't hospitaal lag. „In de boet, zus maar wees voor zichtig, hoor, skrik niet, vader is an 't ville". „Neu, da'» »k yratfl ti strakkiee van die proef. Het aantal geprodu ceerde kilogrammeters arbeid van den middelvinger bedroeg bij ont houding 4.58, na het gebruik van 300 cM8 bier slechts 2.02.En het merkwaardige was, dat de persoon die voor de proef gebozigd werd, na het gebruik van die 800 cM8 biet- meende, dat het gewicht, dat hij opbeuren moest, lichter was. Het was hetzelfde gebleven niet alleen, maar zijn arbeid was meer dan de helft verminderd. In het tweede deel zijner rede be handelde de hoogleëraar het vraag stuk van den geestelijken kant. Hoe werkt het alcohol gebruik op de hersenen? Natuurlijk heeft het op eeu zoo fijn bewerktuigd en onder ling samenhangend organisme in vloed. Popul.-wetenschappelijk zetto prof. Van Rees de werking van ons zenuw stelsel uiteen, toonde aan hoe in het ruggemerg en het centraal zenuw stelsel de basis ligt voor onze- her- senwerkiug en hoe van daar uit alle handelingen geregeld worden. Som mige, lagere prikkels reageeren op ons buiten ons bewustzijn om. Iemand kan zich in den slaap bran den en toch niet wakker worden; hij zal de hand waarmee hij de ka chel aanraakt, terugtrekken maar op de hoogere prikkels, waarbij onze hersenen arbeid moeten verrichten, heeft de alcohol allereerst vat. Het best wordt dit bewezen door het voorbeeld, dat iemand, die alcohol heeft gebruikt, bijv. zeer goed in in staat is om nog sommen to ma ken, terwijl zijn zedelijk gevoel ia verraiDderd. Als men dit inziet en de geh.- onth. doen dat, ziet men, dat ook een matig gebruik reeds iuvloed oefent op onzen geest en ons zedelijk voelen naar beneden trekt. Trou wens, men meent ook zorgen, neer slachtigheid, vermoeidheid etc. met een borreltje te kunnen verdrijven. De wetenschap heeft echter aange toond, dat alcohol volstrekt niet opwekt. Een reeks onderzoekin gen, door prof. Kraepelin in Hcïdel berg aangevangen, nebben dit be wezen. Een Heidelbergsch hoogleer aar, prof. Smit, construeerde «en tweetal signaaltoestellen voor rood en groen licht. Zoodra een licht ver scheen moest de persoon op wien de proef genomen werd, een knop omlaagdrukken en verscheen de letter g (groen) of r (rood). De eene knop was voor de linker-, de andere voor de rechterhand en de man wist niet wanneer er een licht zou ver schijnen en óók niet of het rood of groen zou zijn. Hfi moest dus, zoodra hij een licht zag, een reeks gedachten-associaties verwerkenhij moest realiseeren welk licht het was en welke hand hij dus had te gebruiken. Daardoor verrichtte zijn geest arbeid; en de resultaten daarvan, d. w. z. het tijdsverloop dat noodig was om den indruk op te nemen en dien te verwerkeu door Ingezonden Mededeeling. HERMAN NYPELS HELDER Haeran Regenjassan, In gummi Van af f 17.00. Nieuwste kleuren en modellen, waterproof. op den bestemden knop te drukken, werden op een draaienden cylinder aangetoond. Welr.u, aldus werd aangetoond, dat eene verlaugzaming intrad op die dagen, dat hij alcohol had gebruikt. Hoe kau dat? zal men vragen, daar toch do alcohol j'ist opwekt, juist meerdere actie geeft. Die opwekking is schijnbaar. Wij hebben twee soorten zenuw werkingen: eene, de actieve, die tot daden aanzet, de andere, de rem, die weerhoudt van bepaalde daden doen. Zoodra de actieve zenuwwerking is opgewekt, werkt óok onmiddellijk de remzenuw, die zorgt, dat de daad door de andere zenuwwerking tot uitvoer gebracht, binnen bepaalde perken blijft. En nu tast de alcohol allereerst de remzenuw aan. Het ge volg is, dat men zijn contróle over zich zelf verliest, dat men bü voor beeld dingen doet, die men anders niet zou doeD. Om een voorbeeld te noemenmen zal zich in gezelschap van dames niet te buiten gaan aan minder kiesche woorden. Maar zoodra er alcohol genoten is, geschiedt dat wel; men wordt schijnbaar levendiger, zorgeloozer, men houdt zich niet meer in: de remzenuw is verdoofd. Door de onderzoekingen van boven genoemde professorou is deze werking van den alcohol aau't licht gekomcD. Spr. gaf ook hiervan e6U voorbeeld door middel van een sterk vergrootte grafische tabel. Vandaar dat zijn conclusie was, dat alcohol is een misleider, een blunder, die uit de samenleving ver dwijnen moet, daar hij oi» den waan geeft van kracht. Dezeiuterèasante lezing, die ons een geheel nieuwen kijk gaf op het alcohol-vraagstuk, vond slechts een matig gehoor. Zij werd opgeluisterd door uitstekenden iang van het zang koor „Ons Doel" (directeur de heer C. W. Rustiug) en piano-muziek van den heer Polak. Daar wij óver de zaDgvereeuiging reeds meermalen onze meeniug gezegd hebben, kunnen wl) volstaan met de enkele vermelding, dat dit uitstekende koortje zijn goeden roep wist te handhaven in een drietal welgekozen nummers. Door den Voorzitter der afd. werden vervolgens do medewerkenden en de aanwezigen bedankt, en werd de ver gadering gesloten. Ziekenfonds „Helpt Elkander". Bovengenoemd Ziekenfonds hield Zaterdagavond een algemeene ver leefde het kenijn nog 1" „Kijk maar", zei moeder en ging ijverig door met 't aardappeljassen. „Och moe, wat zonde, zoo'n prach tige kat en vet, dat ie isVader zeit, dat ie voor 't kenijn niet on derdoet". ,Meid, hou je stil", rilde moeder, maar Ant, gezonde, ruwe bonk van zestien jaar, ging, om moe er es eventjes te plagen, nog over dat on derwerp door. „'t Ls een gesneje kater, zeit va en hij heb er zoo'n pret bij, hij voert vast wat in zijn schild - hij fluit zoo en lacht zoo stiekem, pas maar op, dat ie u der niet tusschen neemt". Met kwam de fluitende en stiekem- lachende oude heer binneu. Moeder gluurde vol afschuw naar zijn bloe derige handen, die hij onder de kraan kwam wasschen. „Jonges, moeder, wat is die vet dreunde zijn stem. „Zoo", zei Ma stil. „Nou, moeder, zet nou maar niet zoo'n armezondaarsgezicht, jij hoeft "hem niet te ete, 'k heb hem al voor een ander bestemd". „Wat? die kat?" vroegen de twee vrouwen gelijk. „'n Kostelijk plan, mensche, je raait nooit voor wie". „Misschien ouwe gekke Ko meende Ant. „Welnee, die mept er zelf genoeg, nee, jullie raje het uooit voor oome Hein en tante Neel". „Wat?" riep moeder ineens met groot verbazen, „die ongelukkige, waar we al zooveel jare kwaad mee benne Diedie" „Ja, juistement, die juist omdat het zulke groote mispunte benne, die zulle we der es lekker te graze neme - zegge, dat het een vet kenijn van ons is, dat we der twee hadde ge slacht, maar dat nou geeneen van de jongens thuis kan weze mot de feest- dage en wij der veels te veel an hebbe en datto we nou niet langer kwaad moete blijvo zalle me die gierige drake smulle 't Kost ze niks as een beetje vuur, want vet hoeft er niet bij!'. De ondeugende Ant vond het in één woord - moppig zij zou hem wel wegbrengen en haar boodschap wat netjes doen. Ze repeteerdo alvast haar rol, tot groot vermaak van vader Kees. „Komplement van vader en moeder en ze hadde der zoo'n spijt van, dat het altijd maar kwaad bleef en dan van die twee kenijne en van de jongens,di» niet konde komm» zij zou 't »r w«l notje» af- brenge". Moeder, die, als alle vrouwen, veel dieper en vinniger haatte dan het sterke geslacht, vond het nog maar zoo zoo. Ja, dat van die kat was wel aardig, nou 't boest toch eenmaal dood was maar je zou zien, dan kreeg je die beroerlinge hier weer in huis, moest je mooi weer spele en wat had die Neel hullie niet vuil belasterd toentertijd. - En Hein, 't was der eige broer, maar ok een mispunt, om zoo naar zijn vrouws pijpe te danse. Affijn. als 't uit kwam, zoue ze dau toch gloeiend de smoor in hebbe. Grinnekond verliet vader de keuken om „het beesie" op te bergen tot den volgeudan avond. Hij zou 't goed doen, want verbeeld je, dat ze der eige eris vergiste, aB 't konijn ok geslacht was Tante Neel bleef als vastgenageld op den drempel staan, toen ze in 't schemerig portaal haar nichtje Ant ontdekte, en haar mager gezicht werd nog eens zoo lang,- toen ze de reden vernam. Wat? en nog wel een vet kenijn toe, om 't- goed te make „Vader heb hem al schoongemaakt en gezouten en gepeperd u kan hem zoo opzette „Nou, kom effe in de keuke, je ben groot geworre in al die jare", en wat vriendelijk bedoeld was, kwam er toch zoo echt kribbig uit - zoo veel jare ook kwaad en dat alles de skuld van die meid der moeder, dat serpent met er schijnheilige bakkes. „Nou, tante, dat nou maar vergete, vond Ant, die het scherpe voelde - kijk or es, vader en moeder benne nou de minste, wees u nou lief en neem het kadootje an, dan smult u morrege lekker en wij ok. Nee, dank u, binnokomme maar niet, .ik heb nog een hoop te doen later wel der es, is dat goed Dag, tante, zeg oome Hein gedag". „Nou, 'k zal 't dan maar houwe. Bedank je vader voorloopig maar (ze zei expres niet, je vader en moeder) en tot ziens dan" „Toch aardig - toch echt aardig van Kees", vond Hein den volgenden middag, toen hij aan zijn Kerstmaal zat en 't vet hem langs zijn vingers droop. „Jonges, Neel, ik smul, dat moet ik zegge, wat is dat kenijn toch vet". Neel hapte geducht in haarregee- ringskool, om Hein geen gelijk be hoeven te geven. Déze, ook geen toestemmend antwoord ver wachten de, kloef al» «ei razend» verder en gadering in het lokaal van den heer De Koning. De vergadering werd door den heer P. Goudswaard geopend. Volgens de presentielijst waren 111 leden aan wezig. De notulen worden gelezen en onveranderd goedgekeurd. Aan het verslag van den Penning meester ontleenen wij het volgende: De vereeniging telde op 29 Mei 230 contribueerende leden en 31 leden wegons mobilisatie in militairen dienst en dus tijdelijk buiten de sterkte wat betreft contributie en uitkeering bij ziekte. Bij overlijden hebben laatst genoemden dezelfde rechten en plich ten als de andere leden. Op 27 Nov. waren deze cijfers respectievelijk 231 en 28. Ingeschreven werden 5 nieuwe leden en 3 leden waren uit den dienst teruggekeerd. 1 lid werd afgevoerd wegens uitkeering vau 20 achtereen volgende weken, terwijl aan 2 leden uit bijdragen der leden nog werd uitgekeerd 13 en 28 weken. 6 lecfén bedankten wegens vertrek uit de gemeente. De ontvangsten bedroe gen in dit halfjaar f 712.— de uitgaven- 545.92 voordeelig saldo f 106.08 De ka» was op 29 Mei groot-1901.82J op 27 Nov. dus f 2067.90$ De reservekas had in ontvangst f171.55 aan uitgaven -171. voordeelig slot f 0.55 Kas op 29 Mol - 221.71$ Kas op 27 Nov. f 222,26$ Was er in het vorig halfjaar een achteruitgang te boekon van f 192.02$, thans kunnen wo vermelden dat dit halfjaar dit voor een zeer groot ge deelte heeft gedekt. De vereeniging die op 29 Mei 4 Donatrices, 117 Donateurs en 1 Eere lid telde wordt thans gesteund door 4 Donatrices, 125 Donateurs en 1 Eerelid. De commissie belast met het nazien der rekening en verantwoording deelt medet dat alles in orde is bevonden. Door den voorzitter wordt het over lijden van den heer Hubbeling her dacht, welke sedert 1848 donateur der Vereeniging was. Ingekomen was nog een dankbe tuiging van H. Winkel voor den ondervonden steuD. Bij de sluiting brengt de^oorzitter dank aan allen die hebben medege werkt in het belang van de vereeni ging en dankt de vice-voorzitter namens de vereeniging den president voor diens goede leiding. Oorlogs-leverantles. Ia de Fransche Kamer zijn deze week de interpellaties begoDnen over de vrij ze waarop de aankoopen door den staat iu verband met den oorlog geschied zijn. De soc-ialistisch-radicale Neel maakte van de gelegenheid ge bruik om een groot stuk vleesch naar binnen te werken. Nou ja, ,t was aardig van ze, maar zoo buitenge wóón erg was het niet. 'tZat er bij hullie wel an, en bovendien ze smulden en brasten toch altijd, 't kon daar toch nooit op - zorge voorde ouwe dag komaan Even oogde ze schuin naar de bedstee, waar ze op de beddeplank een sigarenkistje wist te staan, - Dadr was héér liefde in „Zouwe we in de schemering niet er es effetjes naar de.lui toegaan?" opperde Hein, als ze na 't copieus diner, na eerst samen de borden te hebben gewasschen, in 't voorkamer tje zaten uit te blazen, 't Was weer zoo'n echt triestige, druilerige dag, zoo'n dag zonder een streep(e zon, maar ook zonder die lekkere vrieskou met knapperige, harde sneeuw en een helderen hemel. Heelemaal geen Kerstweer. Toch waren er nog ta- molijk veel wandelaars, zolfs in de stille straat van Neel en Hein, die dan ook tusschen de bloempotjes door naar ze loerden. Neel vooral zat op haar allerbeminnelijkst de menschen te be- oordeelen. „Nee, maar, kijk es an, alweer een met een zak koekies bij van Donge naar binne. Wel ja, 't ken niet op snaaije maar, jonges 1" Wel ja, vrouw Baks, alweer een nieuwe hoed op, da's de derde van 't jaar, zeker weer gaan opskeppe bij der famielje in 't Nieuwediep. - Mot je die kindere zien, 't lijke wel of- cierskindere en dat zoo'n kale korporaal van de marine. Waar die mensche 't vandaan hale!" „Jonge, jonge, ja", beaamde Hein, die 't wel niet gezien had, maar alles in 't werk stelde om Neel in haar humeur te houden. Hij zou toch zoo graag met Kees weer goeie vrinden worden, al was 't alleen maar om weer eens een huisje van aanloop te hebben. Schuchter herhaalde hij zijn vraag. Neel antwoordde er niet op - bleef met vinnige oogen naar buiten gluren. Eindelijk kwam het bits van haar lippen„ik zien er het nut niet van in". „Het nut! - het nut" entoen begon Heintje's betoog. Eerst heel handig Neel's zuinigheid en onvol prezen vrouwelijke deugden er in te flansen. „Ma hdalde natuurlijk niet bij haar", en 't eind van 't liedje was, „dat ze dan maar zoue gaan". Maar dan maar dadelijk, hoefde ze zelf geen thee te zette en de lamp niet eerst ep. Se zond&gaehe bevenklee- afgevaardigde Siinyan heeft als eerste spreker een reeks van schandalen onthuld, tegen welker bekendmaking op dit tijdstip sommige dagbladen, die ons bereikt hebben, verzet aan- teekenen. De schrijver van het Kamer overzicht, in de „Figaro" zou het natuurlijker gevonden hebben zoo men deze onthullingen tot een ander oogenblik bewaard had, te meer daar die onthullingen voor al degenen, die in de Salie des pas-perdus thuis zijn, een publiek geheim waren. Meu had op dit tijdstip z. i. moeten besparen aan het land en ze niet overleveren aau de boosaardigheid van Frankrijks vijanden en de onzijdigen Deze schan dalen en misbruiken, meent de ge matigde „Figaro", vallen terug op het stelsel dat ze voortbrengt en de socialistische radicalen, die meer dan vijftien jaar aan het bewind zijn, zullen er meer dan wie ook de verantwoordelijkheid voor dragen. In denzelfden geest oordeelt onge veer het „Journal". De Kamer had h. i. beter gedaan thans deze kwestie niet in het openbaar tor sprake te brengen, want een van tweeénof de feiten zijn juist en dan had de regeering de schuldigen, ambtenaren of burgers, reeds streng behoor en te straffen, of ze ziin het niet en dan was alle debat onnoodig. Men brengt dergelijke kwesties niet te berde, meent het „Journal", wanneer de vijand op 80 K.M. van Parijs verwij derd is. Ze behoorden voor het oogeD- blik in de commissies uit het parlement te blijven. De door den afgevaardigde Simyan medegedeelde feiten zijn ongetwijfeld ergerlijk. Er zijn door het rijk be stellingen gedaan, zoo vertelt hij, bij directeuren van hotels meubl43, aan kroeghouders, gcfailleerden, aan men schen, die veroordeeld zijn wegen# misbruik van vertrouwen, van wie er een een bestelling van 1,200,000 frank gekregen beeft. Gij zult, zeide Simyan, een lag» menschelljkheid zien, die zich ten aanval stort op een begrooting, die wel slecht verde digd was door heD, die er de zorg voor hadden. Van de door Simyan gegeven voor beelden zullen wij er enkele laten volgen. Vooreerst het geval van een vrouw, geassocieerd met een man, die 21 veroordeeliogen op zijn actief hec-ft. Zij heeft in het centrum van Parijs, tusschen het Elysée en de Madeleine een atelier geopend, waar zij onder voorwendsel militaire klee- dingstukken te maken, zoowel de arbeidsters als de open bare liefdadig heid exploiteert. Deze gewezen kame nier, cocotte geworden, dan gravin, Russische prinses, ontpopte zich tijdens den oorlog als strenge direc trice van een weldadigheidsinstelling. Toch heeft de intendant B. van het versterkte kamp niet geaarzeld aan deze vrouw bestellingen te doeü. Op verzoek van den hoogsten magistraat van de' Republiek is er een onder zoek ingesteld, maar niettegenstaande de resultaten van het onderzoek zijn ren kwamen voor den dag en na zorgvuldig deuren- en ramengesluit toog ons tweetal op pad. Kinderen of dieren eerst nog te verzorgen, hadden ze niet „gaf niks as on ruim", vond Neel altijd. Bij Kees en Ma vielen ze zoo par does in de drukte. Allebei de jonge meiden thuis en de vrijer van de eene dan nog een vriendin van de jongste, 't was een pret van be lang en de stem van vader Kees schalde boven alles uit. Luid zat hij op te halen uit den tijd, toen hij ook milicien was, bij de genie, in Utrecht en hoe er een vriendelijke bakker was, die 's morgens heel in*de vroegte ze een kop koffie met een warm broodje gaf, als ze op wacht stonden. Met luidruchtige vroolijkheid be groette hij het echtpaar. Kom binne, kom binne, dat noem ik nou der es aardig Móedér I daar heb je Neel en Hein 1" Ma kwam aanloopen, deed een beetje stijf vriendelijk tegen Neel, die wel een ijskegel geleek, en de meisjes, rood van ingehouden lach, droegen stoelen aan, schonken kopjes thee. Kees deponeerde dadelijk een rooker- tje voor Hein. Tonia keek haar vrijer aan en Ant keek Tonia aan en de een voor den ander moest ineens hoesten of bukken, om een schoen vast te maken. Vader Kees hield voornamelijk het gesprek gaande, praatte over alles en nog wat, deed telkens of hij over het vette hapje wou beginnen, wat het jonge volk weer geweldig be nauwd lacherig maakte, die dan eindelijk maar om een reden van hun uitbundige vroolijkheid te geven op een hevige manier begonnen te stoeien, met propjes papier pikken, wat in zijn halsband moffelen en vader moedigde het stel gedurig aan. „Toe, Wim, jonge, laat je door die bliksemsche meide nou niet op je kop zitte 1 Toe vooruit - goed zoo die heb je te pakke, zus I" Moeder keek tevreden lachend toe Hein werd er zelfs bijna jolig van en als Neel daar niet had gezeten met haar uit steen gehouwen gezicht, een gezicht als een rechter; had hij misschien nog wel meege daan. Doch de vrees voor bedsermoe nen weerhield hem. Hij zag wel aan haar oogen, dat het mis was. Ineens, toen het gestoei ontaardde in een groote zoenpartij, werd het de zedige Neel toch té bar. Bruusk stond ze op, schoof met geweld haar stoel j achteruit en nijdigd» tot Hein, die met gliasteroegjes zat te geniete# de zaken met deze vrouw nog niet afgewikkeld. Een andere geschiedenis is die van Payen, die zich uitgaf voor een groot industrieel. Hij beweerde een fabriek met 1700 arbeiders te hebben. Er werden zaken met dezen man be gonnen. HÜ ki figt 75.000 frank voor schot. Toen hij er om 450.000 vroeg, ging men eens onderzoeken waar die fabriek toch was. Fabriek blijkt niet te bestaan. Payen en een van zijn medeplichtigen worden in hechtenis genomeD. Verder stilzwijgen en de twee oplichters worden ontslagen. En de order-intendant kan naar het geld van den staat fluiten. Welke maatregelen, vraagt Simyan, worden er genomen tegen de ambtenaren, die deze leverancies bescheimd heb ben? Simyan deed voorts mededeeling van het geval van Guillemotot, een aannemer, die tijdens den oorlog sokkenfabrikant werd. Hfi kreeg een voorschot van anderhalf millioen frank. Toen hij de sokken leverde, bleken zeondeugdelijk to zijn. Van daar groote vertraging. Guillemotot behoorde beboet te worden met meer dan twee en een half millioen frank. Sedert langer dan een jaar is men met hem aan het onderhandelen. Nog verschillende andero schande lijke feiten heeft Sjrmian genoemd en ten slotte heeft h(j den minister van oorlog gevraagd aau de misstanden een eind te maken. U bent soldaat, voegde hij den minister toe, spreek weinig, schrijf minder, maar tref Ingezonden Mededeeling. Weinig volwassenen ontsnappen er aan. In onze tijden van dikwijls onge regelde leefwijze, ongeregeld dieet, zittende leefwijze enz,, zijn er be trekkelijk weinig volwassenen, die geen last hebben van aambeien. En wat die last beteekent is aan de ongelukkige lijders, die voortdu rend binder hebben van stekende pijn en jeuking, hetzij zij zitten, liggen of loopen, maar al te goed bekend. Aambeien werden vaak veroorzaakt door verstopping, het gebruik van sterke purgeermiddelen, paardry- in enz. Eu als gevolg van aambeieo treden dikwijls bij verwaarloozing van de kwaal, bloedingen, outsteklng, fl«tel en verzwering op. De eerste aanwending van Foster's Zalf reeds verzacht de prikkelende pijn en jeuk en gewoonlijk is. eeu doos voldoende tot genezing. Zorgt b(j de behandeling voor een goede spijsvertering en vermijdt buiten sporigheden. Foster's Zalf (let op den juisten naam) is te den Helder verkr(jgb. b(j Alb. ten Klooster, Keizerstraat 98. Toezending geschiedt franco na ontv. v. pnstw. k f 1.75 p. doos. (34) Kom, vooruit, we gano Algemeene ontsteltenis - doodsche stilte een moment dan schuchterde meisjesstem van„och nee, tante Neel, gaan non nog niet - u bent er pas" - maar tante Neel ging wél. Dat zedelooze gedoe van die gemeeno meide langer an te zien, zij bedankte er voor. Ze zouö haar niet gauw weer hierkrijge, dat wist ze wel. «- „Nee, zullie kenne zonder ons ok wel stoeie, we kwam me maar effe bedanke voor het kenijn" en ze begon te handengeven. .Wacht effetjos" zei Kees, toen ze bij hem genaderd was en meteen wipte hij de kamer uit. - „'k Kom sebiet terug" riep hij nog uit de gang. - Allen dachten, dat hy zijn jas zou aanschieten en een eindje meo oploopen, keken dan ook verbaasd, als hij in zijn hemdsmou wen terugkwam, met iets, slordig in grauw papier gewikkeld,-in ziju handen. „Kijk er es, jullie hebbe ons nou zoo'n groot plezier gedaan met te komme, nou krijg je dit mee naar huis" eu hij duwde Neel het pakje in de hand. - „Dithoortjenogtoel" Neel vond, dat het pakje wat raar aanvoelde, keek Kees even scherp onderzoekend aan, maar deze, met oogen, als een zuigeling van drie dagen, deed zóó onschuldig, dat ze het maar rustig accepteerde. Dat kenijn was immers ook goed ge meend geweest. Hij was zeker bang, dat ze anders weer kwaad zou worde, door dat gemeene gestoei, „Thuis maar op je gemak bekijke", riep Kees ze nog na, toen ze bij de lantaarn den hoek der straat om sloegen. „Wat gaf je ze, vader?" vroeg alles tegelijk, als Kees weer zijn hoekje bij de kachel opzoekt. „'k Zei ommers, dat het ze nog toehoorde", antwoorddo sinjeur be daard en ging met heel veel aan dacht een versche pijp stoppen. „Nee, toe nou, wees nou niet flauw, wat was het?" „'n Móóie, lAnge, zwirte staart van den kenijn I" klonk bet achter enorme rookwolken.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1915 | | pagina 1