HELDERSCHE COURANT VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna No. 4568 DONDERDAG 13 JANUARI 1916 44e JAARGANG Abonnement per 3 mnd. 65 ct., franco per post 00 ct., Buitenland f 1.90 Zondagsblad 45 52'/2 0.85 Modeblad 65 75 „1.00 Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50 Advertentlön van 1 tot 4 regels (bij voorultbet.) 30 cent Elka regel meer 6 ct Ingezonden mededeellngen van 1 tot 4 regels 75 oent. Elke regel meer 19 cent Advertentlën op bepaald aangewezen plaatsen worden 26'/0 hooger berekend. Broote letters en cllché's naar plaatsruimte. - Bewljs-exemplaar 2£ cent Op pagina 4 van dit blad Is opgenomen 1. Een dag in gaten. 2. Uit den Omtrek. 3. Feuilleton, enz. DE WEEK. 11 Januari. Te zeggeD, dat de expeditie van den Ameiikaanschen millionair Ford ten gunste van het herstel van den vrede op aarde in Nederland zonder belangstelling is begroet, zou niet ■billijk zijn. De blijmoedige energie, waarmee de (door ziekte tijdelijk afwezige) leider deze onderneming van meet-afaan waagde en ondanks allerlei bezwaren volhield, ze moet sympathie wekken. Dat velen tegen over de Ford expeditie wat sceptisch gestemd zijn: mag 't ons in ernst verbazen Sinds ruim een jaar, reeds, enkele maanden nadat de wereldbrand uitbarstte begon men aan vredespogingen te doen, werd men telkens verrast door tijdingen betreffende nieuwe „démarches" om het monster, dat bezig is de aarde te verwoesten, weer aan ketens te leggen. De pogingen waren steeds zoo nobel en welgemeend mogelijk. Maar de middelen, die men te baat nam, hadden in den regel iets be- minnelijk naïefs, dat soms de grenzen van het kinderlijke naderde. Er werd met geestdrift gespeecht op fiveo- clock's en keurig-ingerichte, echt- gezellige „avondjes". Dames maakten reizen naar den vreemde, en werden allerhoffelijkst ontvangen door stellig- invloedrljke excellentifiD. Haar werd met allerbeminnelijkste buiging, glim lachje en handdruk uitgeleide gedaan. Verder hoorde men er niets van. Nu deze Ford expeditie, uit Scandinavië naar Patria gekomen erf die een comité uit de neutrale landen wil vormen, dat voor het vredes-herstel zal bezig zijn. Er is weet men een schrijven gepubliceerd, waarin verzekerd wordt, dat oorlogvoerenden èn neutralen, niet vechtenden, gelijke lijk naar den vrede verlangen. De eerstgenoomden durven niet uitkomen voor hun harteswenschpolsen hoog stens in alle stilte den tegenstander... 't Zal wel zóó wezen. Dat iemand „voor z'n plezier" oorlog-voert, zal nu, na anderhalf jaar van wereld misère, niet in eenig normaal brein opkomen. De vraag is slechts, of de factoren, welke het blijven-voortduren van de groote, gruwelijke slachting beheerschen, door het prachtig-huma- taire streven van nobele figuren als Henry Ford zal kunnen beheerscht worden Ook deze dames en hee- ren vereenigen zich aan gastmalen en „avondjes" in het Scheveningsche hótel, dat gaandeweg een der centra van de vredesbeweging is geworden, gelijk ook reeds van de actie voor vrouwen-kiesrecht in Nederland. In het hötel „De Witte Brug" of in de Haagsche Dierentuin-zaal wordt nu druk geluncht, thee gedronken, ge dineerd, en zoo meer. Toch gevoelt men, dat de Ford-vredesexpeditie zich van vorige dergelijke onderne mingen gunstig onderscheidt. De geest, die haar beheerscht, heeft iets nuchter-practisch, gelijk schier al wat het Amerikaansch cachet" draagt. Mr. Henry Ford zelf is een uitermate- geestkrachtige figuur. Ook onder de sceptici, de twijfelzieken, bestaat de overtuiging, dat er van "hem en zjjn wakkeren staf zekere kracht, invloed ten goede zou kunnen uitgaan. En trouwens, in zekeren zin mag men ondernemingen als de bier-bedoelde beschouwen als eene openbaring van den grooten, al-sterker wordenden drang naar vrede, welke in alle landen, bij alle volkeren wassende isTen slotte doet het den mensch ingeboren afgrijzen van zelfvernieti ging zich toch ook gelden. Men be hoeft zich dus vind ik van de Ford onderneming geen „illusiön te maken" en kan toch reden vinden om zich te verheugen in deze en dergelijke uitingen, welke voorlobpers zijn, voorteekenen zoo men wil, van den nieuwen dag, welke straks zal aanbreken, zijn lichtstralen wer pend over de slagvelden, de ruines; over al den jammer, het onpeilbare on matelooze leed, dat sinds Augustus- 1914 over de menschheid is gekomen. Zeker mag Nederland zich geluk kig achten, dat 't tot dusver buiten den grooten brand is gebleven. De opmerking is meermalen gemaakt, doch telkens wanneer ons tijdingen over het „oorlogswee", dat elders teistert en offei vraagt van uur tot uur, komt het gevoel van dankbaar heid in ons bovenGevaren hebben ons, van regeeriugswege werd er nu en dan op gezinspeeld, meer dan eens bedreigd, erger en ernstiger dan „men" in de verte vermoedt. Generaal Bosboom zal er in het jongste "comité-generaal des Parlements wel iets van hebben doen beseffen. Zoo dat de overtuiging, hoe wij. helaas, den last der mobilisatie nog steeds niet kunnen missen, in alle gelederen van het Lagerhuis doordrong, en de wensch van den heer K. ter Laan, dat wij er ons eigenlijk toe konden bepalen onze neutraliteit „te mar keeren", niet zoo heel-serieus zal bedoeld zijn. Terwijl men weldra zal aanschou wen, hoe de oproep tot het offeren voor ambulance treinen, thans tot de gegoeden in den lande gericht, wel degelyk weerklank zal vinden. Maar de toestand van 'b Rijks financien is van zeer-ernstigen aard. Op het jongste buitengewone congres der S. D. A. P., te Arnhem gehouden, heeft men er varen, dat de S.D.A.P. minister Treub op tal van punten zal steunen, wat zijn belasting-hervorming en sociale wetgeving betreft, doch ook: dat er gewichtige onderdeelen van 's minis ters program zijn, waarvan de soc.- democratische Kamer-club niet wil weten. Twee weken scheiden ons nog van het weder-bljeenkomen des Parlements. De groote, warme, hef tige strijd is dus naderendDe stapel in openbare zitting of sectie- bijeenkomst te bespreken legislatieven arbeid is buitengewoon zwaar en omvangrijk. En de vraag wat nu den voorrang moet hebben: de grondwets herziening of de belasting hervorming, terwijl dan inmiddels deor tijdelijke maatregelen in den finantieelen nood- stand zou moeten worden voorzien: zij komt allereerst aan de orde. Dingen als het Zuiderzee ontwerp, waarvan thans weêr wordt gemeld, dat 't „binnen eenige dagen" van den Raad van State te verwachten is bij de Tweede Kamer, behooren tot de „toekomst-muziek", waarover nie mand zich vooralsnog druk maakt. Geld, heel veel geld moet er wezen om te voorzien in den nood der Schat kist. Gesteld, dat de commissie voor het ontwerp eener Oorlogswinsten- belastiDg inderdaad over een week ertoe komt om (onder de leiding van haar van het ziekbed herrezen voor zitter dr. Bos) hare voorstellen in te dienen, dan zullen de millioenen, welke zij tracht te vinden, slechts eene kleine fractie vormen van het reusachtige complex, thans noodig. Beweerd is, dat minister Treub van n toenadering, plooizaamheid wil weten; zal staan of vallen met zijn program tot belasting-hervorming, ook wat den termlin van invoering betreft, gelijk Z.Exc. die onlangs heeft aangeduid. Zelfs wordt beweerd dat 't onzen kranigen, genialen mi nister van Financien welkom zou zijn, nu van zijn ambt te worden ontheven. De heer Treub heeft, naar aanleiding van die geruchten, ineen kort vraaggesprek met een journalist verklaard, dat hij van zijn minister zetel slechts zal opstaan, wanneer redenen van politieken aard hem daartoe dwingen. Dit woord van Z.Exc. zegt, zal men willen er kennen, al zeer weinig. Dat hoog, mooi plichtsbesef ook dezen bewinds man steeds heeft geleid: wie zal 't durven betwijfelen Trouwens, gelijke hulde komt toe aan alle leden van het extra-parlementaire Kabinet, dat sinds Augustus-1914 een reuze- taak te vervullen had, even zwaar als „ondankbaar". De Ijver en toe wijding waren boven lof en hulde verhevende krachten schoten hier en daar tekort. En de Tweede Kamer heeft geen oogenblik, nadat de periode van „den eersten schrik" eenmaal achter den rug was ge weifeld om hare harde, scherpe kritiek te doen gevoelen geprikkeld door het besef, dat zij een poos-lang genoodzaakt was een zeer belangrijk deel van haar uitgestrekte, geduchte macht te laten varen. Na 25 Januari a.s. krijgen we nu de groote, definitieve en decisieve kamp. Of mr. Pleyte inderdaad weder lan de groene tafel zal plaats nemen 't lijkt nog steeds twijfelachtig. Zal minister Treub, de „toovenaar van den Haagschen Kneuterdijk", eerlang heengaan, na zulk een schat van arbeid te hebben verricht Daarmee aan het Kabinet-Cort v. d. Linden een zijner krachtigste „steun punten" ontnemend Zal 't bij dreigement blijven en op het laatste moment toch nog toenadering, concessie van beide kanten, - worden verkregen De dagen na 25 dezer zullen 't moeten leeren. Maar dat, op het Binnenhof, de „zwarte stormbal" nu moet geheschen worden't staat Mr. Antonio. DE OORLOG. De offlcleele legerberichten van 10 en 11 Januari. Van het Westelijk front. Het Duitsche legerbericht van den Hen geeft aan dat een voorwaartsche beweging der Franschen tegen de bU Masaiges door de Duitschers genomen loopgraaf, mislukte. Er werden eenige gevangenen gemaakt. Ten Z. van Dixmuiden werd een, met een kanon van 3.8 c.M. uitgerust Fransch vlieg tuig naar beneden geschoten. Het vliegtuig en de inzittenden vielen in handen der Duitschers. Het Fransche communiqué van den lOen meldt, dat nagenoeg het geheele door de Duitschers genomen terrein heroverd is. De aanval der Duitschers was met sterke strijdkrachten onder nomen op een punt kwam een geheele brigade in het vuur doch het resultaat was in het geheel niet in verhouding met de geleden ver liezen. De berichten van den llen geven nog meerdere bijzonderheden. Volgens deze latere mededeelingen namen 3 Duitsche divisies aan den aanval deel. In den nacht van den lOen werden de Duitschers weder verdreven. Slechts een kleine vierhoek ten W. van Maison de Champagne werd door hen behouden. Over het lucht-gevecht bij Dixmui den wordt medegedeeld dat drie met kanonnen gewapende Fransche vlieg tuigen, een gevecht leverden met vliegtuigjagers der Duitschers (van het type Focker). Een Fransch vlieg tuig moest landen - gelijk iü het Duitsche bericht werd gemeld doch de aanvaller werd op zijn beurt door de andere Fransche vliegtuigen neer geschoten. Een tweede Focker-toestel werd ook aangeschoten en viel ten Z.O. van Dixmuiden. Van het Oostelijk front. De Russen zetten hunne krachtige aanvallen aan de grens bij Czerno- witz voort. Naar het Oostenrijksche communiqué van den llen mede deelt, deden zij verschillende vruchte- looze aanvallen tegen de sectoren bij Toporoutz en Rarancze. Een Duitsch bericht meldt nog dat op de linie Nowo Sielica—Bojan sedert 5 Jan. het artillerie-gevecht ononder broken voortduurt. Overigens is de toestand onver anderd. Op den Balkan. Den lOen dezer werd uit Londen gemeld dat de verbitterde ge vechten op het Ipek-front in Mon tenegro met kracht werden voortge zet. Ofschoon de Oostenrijkers her haalde malen met zware verliezen terruggeslagen werden, zijn de Mon- tenegrijnen genoodzaakt geweest, BeraDe te ontruimen. Aan de Lim werden zij gedwongen naar den linkeroever van de rivier terug te gaan. Tevens wordt gemeld dat de Oostenrijkers gedurende ver scheidene dagen de posities op den Lowtsjen hevig beschoten en hard nekkig aanviellen. De vloot en de forten van Cattaro namen aan de be schieting deel. Tenslotte slaagden zij er in Krstats te bezetten. De ge vechten duren voort. In hot Oostenrijksche bericht van den Hen wordt gemeld dat de Lowtsjen vermeesterd is. Omtrent de gevechten zegt het be richt: In zware gevechten, die drie dagen hebben geduurd, heeft onze dappere infanterie in prachtige samenwerking met onze zware artillerie en oorlogs marine den verbitterende tegenstand Tan den vijanden de ongehoorde moei lijkheden van het wintersche Karst- gebergte, dat als een muur uit zee oprijzend, sedert jaren in staat van verdediging is gebracht, overwonnen. kanonnen, w.o. 2 van 12 c.M., 2 moderne mortieren van 15 c.M., 2 mortieren van 24 c.M., en verder munitie, geweren en verplegings- materiaal, vormen de buit. Een deel der kanonnen is onbeschadigd en wordt tegen den vijand gebruikt. In het N.O. van Montenegro is de vijand, die gisteren, vlak voor Berane nogmaals weerstand bood, terugge slagen. Berane en de beheerschende hoogten ten Z.W. daarvan zijn in ons bezit. Door snel ingrijpen is het gelukt de brandende brug over de Lim in Berane voor geheele vernieling te bewaren. By Ipek zjjn weer 13 Servische kanonnen met veel munitie opge graven. Te S a 1 o n i k i. Nu de centralen Saloniki als vijan delijk gebied zijn gaan beschouwen, het werpen van bommen op de stad een dagelijks terugkeerd ver schijnsel geworden. Uit Sofia wordt medegedeeld, dat een Duitsch eskader van 12 vlieg tuigen den 7en Januari 78 bommen op Salopiki wierp. De meesten kwamen terecht in de Fransche en Engelsche kampen. Hier werden 20 treffers en branden waargenomen. 2 vijandelijke vliegers werden neerge schoten. Volgens den correspondent van het „Berl. Tagebl." te Sofia haddeD de Franschen en Engelschen tot 25 Dec. rond 200.000 man te Saloniki aan land gezet. Sedert zijn er nog 20.000 man en in de Golf van Orfano 60.000 man geland. Van deze troepen moet men de verliezen van het landings leger in de laatste gevechten aan de Grieksch Servische grens, welke met 30.000 man niet te hoog zijn geschat, aftrekken. De sterkte van het landings leger bedraagt nu ongeveer een kwart millioen man, waarvan ten hoogste 180.000 man werkelijke gevechts- waarde hebben. Inde naaste toekomst verwacht men een ontscheping van een gedeelte der troepen uit Anafarta, Ari Boernoe en Sed-ul-Bahr, waarvan het andere deel voor Egypte is be stemd. Voor korten tqd werd van Fransche zijde gemeld dat de te Saloniki ge vangen genomen consuls in vrijheid zouden worden gesteld. Naar gemeld wordt zjjn zij thans ondergebracht op den Franschen hulpkruiser „Sa- voie", welke te Toulon ligt. Een Fransch bericht maakt mel ding van een gevecht tusschen Grie ken en Bulgaren hetwelk 6 uur duurde. Het had plaats bij Vestrina. Twee Grieken werden gedood en ver scheidene gewond. De Bulgaarsche verliezen waren ernstiger. Laatstge noemden waren aanvallers. Uit Mesopotamié. Volgens een mededeeling in het Engelsche Lagerhuis gedaan door Minister Chamberlain staan de En gelschen nog te Sjeich Said, en konden z(j door de slechte weersgesteldheid nog niet verder oprukken, Ingezonden mededeeling. HERMAN NYPELS, Spoorstraat 41 HELDER. Militair Glacé, I 1.90, 2.25, 3.50, Mlltitair im. peau de Suède, f 1.25, met garantie. De Turken werden 6 mijl ten O. van Koet el Amara gesignaleerd. Do duikboot- en mljnoorlog. Uit Malta wordt bericht dat het Engelsche stoomschip „Clan Macfar- lane" (4828 ton) den SOsten Dec. gezonken is. 2 scheepsofficieren, 4 machinisten en 18 Lascaren zijn den llen te Malta geland. 13 Lascaren zijn in een boot gestorven. Een Italiaansch blad deelt mede dat Fransche kapiteins gevraagd hebben om alle handelschepen met kanonnen te bewapenen om zich te ver dedigen tegen duikbooten, of om deze aan te vallen. Het blad dringt daar om op bewapening van alle Itali- aansche schepen aan. Van Duitsche zijde wordt hierbij aangeteekend dat dan het werk der duikbooten gemakkelijker wordt, daar elk schip; een bulpkruiser wordt en dus zonder waarschuwing kan wor den getorpedeerd. Een, aantal Oostenrijkers welke in Britsch-Indie geïnterneerd waren, en nu naar hun vaderland teruggezon den worden, d.w.z., de niet dienst plichtigen onder hen, zullen met het Engelsche stoomschip „Goloonda" worden vervoerd. Iu een missive van de O. H. re geering, welke aan de Engelsche re geering is overhandigd, wordt aan gedrongen op maatregelen voor de veiligheid van de passagiers, o.m. bijv. om het schip van duidelijke kentee kenen te voorzien. De regeering van Engeland wordt hierin aansprakelijk gesteld voor de levens der Oostenrijkers. In zijn antwoord hierop drukte minister Grey zijn verwondering uit over het feit dat deze opmerking komt van hen die het vaar veroorzaken. De Engelsche regéering heeft geen plan voor deze opvarenden meerdere voorzorgsmaatregelen te nemen, dan zjj voor haar eigen onderdanen neemt. D& ondergang van da „Klng Edward VII". De ondergang van de „King Ed ward", schrijft de maritieme mede werker van de „Times", berooft de vloot van de diensten van een waarde volle eenheid en breekt de homogeni teit van een schoon eskader slag- apen. Sinds de indienststelling van bet schip, had het steeds een admi- raalvlag gevoerd en vele bekende en bekwame officieren hebben aan boord van dezen oorlogsbodem gediend. De schrijver wijst er op, dat het een troost is, dat alle opvarenden ge red zijn en hij acht het een treffend bewijs van de dicipline en uitmunten de regeling aan boord en algemeene organisatie van de vloot, dat dit onder de gegeven omstandigheden kon wor den volbracht, wat een uiterst moei lijke en gevaarlijke operatie moet zijn geweest. De dlenstpllcht-kwestle Iu Engeland. Het Lagerhuis heeft de tweede lezing van het wetsontwerp op den dienstplicht behandeld. Door de ar beiders-afgevaardigde Anderson werd de verwerping voorgesteld. Een ander arbeiders-afgevaardigde gaf evenwel te kennen dat Anderson niet het recht had te spreken Damens alle arbeiders. De radicale afgevaardigde Lambert wilde het voorstel eveneens verwer pen. Naar zijn meening zou de in voering van de wet Engeland pruis- sificeeren. Door Redmond werd daarop een verklaring afgelegd, welke een ge duchte knauw gaf aan de tegenstan ders van het wetsontwerp. De nationalisten hadden in eerste lezing tegen de wet gestemd, omdat naar hun meening de noodzakelijk heid ervan niet was aangetoond. Nu achter deze zuiver Eogelsche wet (de wet zou niet voor Ierland gelden) in eerste lezing was aangenomen en er een Britsche meerderheid was van 10 tegen 1, meende hij niet langer te mogen tegen stemmen. Te meer daar de wet door de liberalen de kloeke verdedigers der Iersche rechten en vrijheden werd ver dedigd. Nu de nationalisten hun pro test eenmaal hadden geuit, zouden zij niet langer tegen het wetsontwerp Ijveren. Carson drong eveneens op aanne ming van het wetsontwerp aan. De bespreking werd hierop ver daagd. Na de mededeeliDg van Red mond was de belangstelling aanmer kelijk verflauwd, daar hierdoor de regeering op een groote meerderheid kan rekenen bij de stemming óver het ontwerp. Uit Dultschland. Het is gebleken, zoo heet het in een offlcieele Duitsche mededeeling, dat er in Duitschland wel genoeg graan tot den volgenden oogst is, maar geen meer dan rijkelijke voor raad is, zooals vele verbruikers landbouwers schijnen te denken. Ook in het tweede oorlogsjaar moet men streng huishouden, „om nog met een voldoende reserve het vol gende jaar in te kunnen gaan." Het bestuur van de rljksgraancentrale heeft daarom alle faciliteiten weer ingetrokken, en bepaald, dat het dagelljksche broodrantsoen verlaagd wordt op het rantsoen dat in het voor jaar van 1915 was voorgeschreven (225 gram per hoofd en per dag, meenen wij). Voor de behoefte van hard met hun lichaam werkende menschen aan grootere rantsoenen zal weer zorg gedragen worden. De Duitsche Rijksdag. In den Rijksdag werden onder toe juichingen de telegrammen voorge lezen, welke ter gelegenheid van het nieuwe jaar met de keizer en de BulgaarscheSobranje gewisseld waren. Door den soc.-dem. afgevaardigde Liebkn«cht werd daarop overlegging gevraagd van de rapporten over den toestand van de bevolking in de be zette gebieden. Van de zijde der regeering verklaarde men zich niet bereid deze rapporten overteleggen, en evenmin die van de maatregelen op grond van den staat van beleg genomen. Bij elke vraag trachtte Liebknecht aanvullende vragen te stellen. Herhaaldelijk werd hij door den voorzitter in de rede gevallen met de opmerking dat dit geen aan vullende maar nieuwe vragen waren, en dat zyn houding tegen de ge bruiken van den Rijksdag indruischte. Onder protest tegen de leiding in den Rijksdag verliet Liebknecht de tribune. iHy werd daarop onder toe juichingen van het huis tot de orde geroepen. Omtrent de levensmiddelenvoor ziening werd medegedeeld dat er vol doende voorraad was. De conservatieve afgevaardigde Westarp welke het rapport van de commissie uit den Rijksdag uitbracht, zeide dat Duitsch land zich niet uit liet hongeren. De oorlog behoeft wegens de volksvoe ding geen dag eerder te eindigen dan wanneer op militair en politiek gebied Duitschland volkomen heeft gezegevierd. De afgevaardigde Schmidt (s.d.) merkte hiertegenover op dat ook de sociaal democraten van oordeel zijn dat er voldoenden voorraad is. Echter is verdeeling daarvan nog niet in orde. Min. Delbrück die de sprekers be antwoordde, zeide dat de producten van Duitschland bij zuinig gebruik voldoende waren tot den volgenden oogst. De schaarschte en ongelijk matige verdeeling der levensmiddelen zijn verschijnselen die ook in neutrale landen voorkomen als gevolg van den oorlog. De prijzen zijn daar nog hooger dan in Duitschland. De minister gaf daarna een uitvoe rige uiteenzetting van de ingestelde organisatie en beslootDe geheele bevolking moet meewerken om uit deze organisaties te halen, wat er uit te halen valt, geleid door den vasten wil om de zege, waarvoor zoowel buiten- als binnenslands moet worden gestreden, te behalen (toej.). BUITENLAND. Etn strooptocht. Honkong, 10 Jan. Een gewapende bende van veertig Chineezen, z. g. revolutionnairen, vielen op 5 Jan. den douanepost te Kaitsjeoeng tus schen Saitsjeoeng en Yintin aan en namen den Engelschen chef. Hyatt gevangen, terwijl zij hem dwongen alles af te geven wat hij bezat, daar onder begrepen kleeren en tachtig dollars. De bende dreigde den ge- heelen post in brand te stekeD, maar hiertoe kwam het niet. Hyatt werd met den dood bedreigd voor het geval hij den overval meldde aan de na burige posten. Deanscha koopvaartdljsohepen. Volgens Bóreen, een Deensch dag blad, heeft de Deensche scheepvaart in 1915 bruto op zijn minst 300 millioen kronen ontvangen, d.i. drie maal zooveel als in 1914. Men bere kent, dat 28 van de voornaamste reederljen tezadien tusschen de 100 en 120 millioen kronen hebben ver diend, hetgeen aanmerkelijk meer is dan hun kapitaal. Om da Kaap. „De Burger", vau Kaapstad, spreekt er in een hoofdartikel zijn voldoening over uit, dat Nederlandsche schepen op de vaart naar Indie Kaapstad zullen aandoen. „Deze aankondiging is voor Zuid- Afrika goed nieuws," zegt het blad. „De oorlog schijnt in dit opzicht de Kaap zij het dan ook tjjdelik in zijn oude ereplaats te zullen her stellen. Aan haar belangrijke ligging als het middenpunt op den zeeweg tussen Europa en Indié was haar kolonisering door de Hollanders, de uitbreiding van haar bevolking, dus het ontstaan van het Afrikaanse volk zowel als veel van onze latere ge schiedenis, te danken „Voor ons Hollandssprekenden is het besluit vau de hollaudse maat schappijen ook van buitengewoon belang, omreden dat het noodwendig strekken zal om de band tussen de verschillende delen van de grote nederlandse stam nauwer, toe te trekken beide op ekonomf's en op nationaal gebied." BINNENLAND. P. B. J. Ftrf. Het lid der Eerste Kamer voor Noord-Holland, de heer P. B. J. Ferf, heeft wegens voortdurende ongesteld heid ontslag als lid dier Kamer ge nomen. Mr. Troiistri. Aan het Hbld." wordt gemeld dat de heer Troelstra aan eeu zijner vrienden geschreven lieeft, dat zijn gezondheid, zU 't ook langzaam, toch geregeld vooruitgaat en dat hij over een maand of drie, doch in elk geval direct na Paschen, in de Kamer hoopt terug te zijn. Landstorm 1891. De minister van oorlog brengt ter algemeene kennis, dat nog niet kan worden bepaald, wanneer de in 1891 geborenen, die tot den landstorm behooren of daartoe op of nk 1 Februari 1916 komen te behooren, in werkelijkeD dienst zullen worden ge steld. Zoodra de tijd van indienststel ling zal zijn bepaald, zal onverwijld nadere bekendmaking volgen. (St.ct.) Do belasting op da oorlogswinst. Men meldt uit Den Haag aan bet Hbld. Het Kamerlid Schaper heeft in zijn Kerstrede te Amsterdam gezegd, dat de staatscommissie Inzake een belasting op de oorlogswinst binnen kort met een ontwerp zou komen, dat eenige millioenen zou opbrengen. Wij kunnen nader hieromtrent het volgende mededeelen Een subcommissie uit de ruim dertig leden tellende staatscommissie, welke subcommissie uit de zes be lastingambtenaren bestaat, die deel der commissie uitmaken, heeft een voorontwerp opgemaakt. De memo rie van toelichting van dit vooront werp is behandeld in de eerste ver gadering der commissie, welke half' December ia gehouden. In die verga dering bleek groot meeningaverschil te bestaan omtrent het belasting- object Verschillende leden der commissie hebben na genoemde vergadering nota's ingediend, waarin zij hun standpunt uiteenzetten. Het voorne men bestond, dat de commissie in den loop dezer maand weder zou vergaderen. Uit een en ander volgt, dat een definitief ontwerp der commissie nog wel eenigen tijd op zich zal laten wachten. Da axptdltle van Ford. 30 Amerikaansche studenten welke deel hadden uitgemaakt vau de expe ditie van Ford, zijn Dinsdag weder naar Amerika vertrokken. Onder groote belangstelling werd Dinsdagavond te 'sGravenhage de tweede openbare bijeenkomst gehou den. Verschillende sprekers voerden het woord, waarbij zij hun meening weergaven inzake de pogingen die in het werk gesteld dienden te worden om tot den vrede te geraken. Olaf Forchhamer (Denemarken) was van oordeel dat deze beweging van neu trale landen moest uitgaan en wek te de Nederlanders op zich bij de be weging aan te sluiten. Mevrouw Ramoudt welke ook deze tweede bijeenkomst leidde, dankte elk der sprekers met een karakteristiek compliment, en wees er in haar slot woord op dat het geloof een sterke macht is, in staat de wereld te over winnen en ook vrede te brengen. Regesrlngsvoorschot geweigerd. In de Maandagavond gehouden raadsvergadering te "Sliedrecht, is met op één na algemeene stemmen een voorstel van B. en W. aangeno men, om niet te aanvaarden een voor schot uit 's rijks kas van f21.629.99i, wegens de hoogst bezwarende voor waarden daaraan verbonden. Kltlna legaten. Dr. Lente, Rem. predikant te Leiden, vertelt in „Ons Orgaan", dat hU on langs preekte in een kleine 'gemeente, waar men aan alles kon zien, dat de geldmiddelen er in goeden staat ver keerden. Hij vroeg het Bestuur hoe dat kwam Of de menschen zooveel bijdroegen Of de collecten zooveel opbrachten Toen werd hem mede gedeeld, dat in die plaats sedert lang de gewoonte bestond dat, als een lid der gemeente overleed, aan die gemeente een bedrag gelegateerd werd (of door de erfgenamen ge schonken) dat, uitgezet tegen een matige rente, evenveel opbracht als de overledene tijdens zijn leven had bijgedragen. „Zoo helpen zelfs men schen uit de 17de en 18de eeuw nog mee, om de lasten der geméente te dragen." Dezelfde methode wordt door dr. Lente sterk aanbevolen, ook voor andere gemeente, aangezien de tijd voor groote legaten aan de kerk of diaconie voorbij schijnt te zijn en misschien nooit terugkomt eo vele kleintjes een groote maken. In een naschrift deelt hij nog mede, dat een lid zijner gemeente reeds het goede voorbeeld heeft gegeven. Het Dlenstwelgarlngamanlfeet Behalve ds. Schermerborn en da. Menno Huizinga, zullen Dinsdag 18 dezer te Alkmaar nog terechtstaan, in verband met het z.g. dienstweige ringsmanifest, ds. Boeke te Schoorl, Ingezonden Mededeeling. ds. Boenders, te Abbekerk, en ds. Teriet, te Zuid-Scharwoude. Rechtbank ta Alkmaar. De Alkmaarsche Rechtbank veroor deelde heden den decoratieschilder uit ZUpe, beschuldigd van te Oudesluis valsche zilverbons te hebben uitge geven, tot IJ jaar gevangenisstraf. De eisch was 4 jaar. Een schilder en een los werkman, die voor andere inbraken gedetineerd zijn te Scheveningen en Rotterdam, werden wegens de inbraak by jbr. Beyer te Alkmaar tot 8 en 5 jaren gevangenisstraf veroordeeld. De eisch waa voor ieder 5 jaar. Aan lagar wal geraakt. De politie te Utrecht hield Maandag aan een occorino-speler, die de open bare straat tot zijn concertzaal had gekozen. De man weigerde zijn naam op te geven. Daarom werd hij over gebracht naar het hoofdbureau van politie. Hier bleek, dat men te doen bad met een oudstudent. Tegen woordig is hij schilder van beroep. Yolgens het politieblad moest by een paar dagen hechtenis ondergaan, zoodat de man naar het Huis van Bewaring werd getransporteerd. Van de academie tot de cel. („U. D."l De Utrechtache correspondent van de „Telegraaf" schrijft nog omtrent den gearresteerden occorino-speler: Ongeveer een twintig jaren geleden was hy Btudent in de medicijnen te Utrecht. Als zoon van gegoede ouders was hy echter meer student dan studeerende en, zooals het meer gaat onder deze jongelui, het liep met d« studie finaal mis. Hy verliet Utrecht en werd Da veel wederwaardigheden „kunstschilder". Met het penseel en zyn kunstenaars gaven trachtte by z'n brood te ver dienen en bleef nog Bteeds de meneer. Doch de ^tijdsomstandigheden schij nen ook een minder gunstigen invloed op dat vak uit te oefenen, althans het ging niet langer zoo. Met schil deren kon hy- ten slotte zijn brood niet meer verdienendoch gelukkig bezat hij nog andere artistengaven. Hij kon nl. occorino spelen, t Kostte hem wel moeite en veel zelfoverwin ning; maar ten slotte het moest. HU, de oud-student-artist, ging voor het publiek spelennu hier dan daar. Hij speelde niet onverdienstelijk en scharrelde op die manier zijn kostje op. Ten slotte kwam hij ook te Utrecht, de stad, waaraan voor hem vele herinneringen verbonden waren. Herinneringen van genoegens uit zijn jeugd. Met weemoed dacht hij, de 46-jarige oud-student, terug aan den tijd, dien hij in de oude bisschopsstad had doorgebracht, onbekommerd, zon der zorgen. In de straten speelde hij op zijn occorino de liedjes uit zijn jeugdin zijn toon klonk de herinnering aan lang vervlogen tijden, toen de studen ten in Utrecht nog zang- en muziek uitvoeringen op straat mochten geven zooveel ze wilden Die tijden zijn vervlogen; er is eeD plaatselijke verordening gekomen op het geven van muziek- en andere uitvoeringen op de openbare straat. 'n Dienaar van den heiligen Her mandad, belast met het toezicht op de naleving ervan, vraagt den artist zijn naam, om proces-verbaal op te maken, doch onze oud-student, den bende nog te leven een kwart eeuw terug, weigert zijn naam op te geven. Misschien ook wel is het schaamte gevoel, dat hem tot die weigering brengt. HU, de zoon van welgestelde ouders, vroeger jarenlang studont geweest in dezelfde stad, zal daar nu een vervolging krijgen wegens muzlekmaken op de openbare straat. Hy weigert dus. De polilie-agent maakt niet veel omslag en brengt de „meneer" naar het politie-bureau. Op 't bureau gekomen, is hij vrU- wel uit zUq oude overpeinzingen wakkergeschud. Daar geeft hij zUn naam op en daar wordt de sluier, die over zUn artistenleven hangt, even opgelicht. Daar blijkt ook, dat hU nog drie dagen hechteuiB tegoed heeft voor een andere overtreding De politie heeft den artist ovor- gebracht naar het tuchthuis, om hom zyn drie dagen uit te laten zitten. Daar krUgt hy weer zUn vrijheid en zijn occarino terug, totdat hU zijn vonnis te pakken heeft voor het maken van straatmuziek en het wol- geren van zyn naam op te geven. En intusscben zal hij trachten met zUn instrument zyn brood te ver dienen, doch Utrecht zal hy wel den rug toekeeren. De herinneringen aan die stad zul len bem te machtig zUn. Lijk aangespoeld. Maandag is bjj paal 9 te Callante- oog het HJk aangespoeld van oen Engelsch zeeofficier. Op alle kleeren kwam den naam voor G. A. Mcintosch. Het lUk iB op do Algemeene be graafplaats te CallanUoog ter aarde Jggd. („Alkm. Ct.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1916 | | pagina 1