HELDERSCHE COURANT
VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE
Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna
No. 4568
DONDERDAG 13 JANUARI 1916
44e JAARGANG
Abonnement per 3 mnd. 65 ct., franco per post 00 ct., Buitenland f 1.90
Zondagsblad 45 52'/2 0.85
Modeblad 65 75 „1.00
Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER
Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50
Advertentlön van 1 tot 4 regels (bij voorultbet.) 30 cent Elka regel meer 6 ct
Ingezonden mededeellngen van 1 tot 4 regels 75 oent. Elke regel meer 19 cent
Advertentlën op bepaald aangewezen plaatsen worden 26'/0 hooger berekend.
Broote letters en cllché's naar plaatsruimte. - Bewljs-exemplaar 2£ cent
Op pagina 4 van dit blad Is
opgenomen
1. Een dag in gaten.
2. Uit den Omtrek.
3. Feuilleton, enz.
DE WEEK.
11 Januari.
Te zeggeD, dat de expeditie van
den Ameiikaanschen millionair Ford
ten gunste van het herstel van den
vrede op aarde in Nederland zonder
belangstelling is begroet, zou niet
■billijk zijn. De blijmoedige energie,
waarmee de (door ziekte tijdelijk
afwezige) leider deze onderneming
van meet-afaan waagde en ondanks
allerlei bezwaren volhield, ze moet
sympathie wekken. Dat velen tegen
over de Ford expeditie wat sceptisch
gestemd zijn: mag 't ons in ernst
verbazen Sinds ruim een jaar,
reeds, enkele maanden nadat de
wereldbrand uitbarstte begon men
aan vredespogingen te doen, werd
men telkens verrast door tijdingen
betreffende nieuwe „démarches" om
het monster, dat bezig is de aarde
te verwoesten, weer aan ketens te
leggen. De pogingen waren steeds
zoo nobel en welgemeend mogelijk.
Maar de middelen, die men te baat
nam, hadden in den regel iets be-
minnelijk naïefs, dat soms de grenzen
van het kinderlijke naderde. Er werd
met geestdrift gespeecht op fiveo-
clock's en keurig-ingerichte, echt-
gezellige „avondjes". Dames maakten
reizen naar den vreemde, en werden
allerhoffelijkst ontvangen door stellig-
invloedrljke excellentifiD. Haar werd
met allerbeminnelijkste buiging, glim
lachje en handdruk uitgeleide gedaan.
Verder hoorde men er niets van. Nu
deze Ford expeditie, uit Scandinavië
naar Patria gekomen erf die een
comité uit de neutrale landen wil
vormen, dat voor het vredes-herstel
zal bezig zijn. Er is weet men
een schrijven gepubliceerd, waarin
verzekerd wordt, dat oorlogvoerenden
èn neutralen, niet vechtenden, gelijke
lijk naar den vrede verlangen. De
eerstgenoomden durven niet uitkomen
voor hun harteswenschpolsen hoog
stens in alle stilte den tegenstander...
't Zal wel zóó wezen. Dat iemand
„voor z'n plezier" oorlog-voert, zal
nu, na anderhalf jaar van wereld
misère, niet in eenig normaal brein
opkomen. De vraag is slechts, of de
factoren, welke het blijven-voortduren
van de groote, gruwelijke slachting
beheerschen, door het prachtig-huma-
taire streven van nobele figuren als
Henry Ford zal kunnen beheerscht
worden Ook deze dames en hee-
ren vereenigen zich aan gastmalen
en „avondjes" in het Scheveningsche
hótel, dat gaandeweg een der centra
van de vredesbeweging is geworden,
gelijk ook reeds van de actie voor
vrouwen-kiesrecht in Nederland. In
het hötel „De Witte Brug" of in de
Haagsche Dierentuin-zaal wordt nu
druk geluncht, thee gedronken, ge
dineerd, en zoo meer. Toch gevoelt
men, dat de Ford-vredesexpeditie
zich van vorige dergelijke onderne
mingen gunstig onderscheidt. De
geest, die haar beheerscht, heeft iets
nuchter-practisch, gelijk schier al wat
het Amerikaansch cachet" draagt.
Mr. Henry Ford zelf is een uitermate-
geestkrachtige figuur. Ook onder de
sceptici, de twijfelzieken, bestaat de
overtuiging, dat er van "hem en zjjn
wakkeren staf zekere kracht, invloed
ten goede zou kunnen uitgaan. En
trouwens, in zekeren zin mag men
ondernemingen als de bier-bedoelde
beschouwen als eene openbaring van
den grooten, al-sterker wordenden
drang naar vrede, welke in alle
landen, bij alle volkeren wassende
isTen slotte doet het den mensch
ingeboren afgrijzen van zelfvernieti
ging zich toch ook gelden. Men be
hoeft zich dus vind ik van de
Ford onderneming geen „illusiön te
maken" en kan toch reden vinden
om zich te verheugen in deze en
dergelijke uitingen, welke voorlobpers
zijn, voorteekenen zoo men wil,
van den nieuwen dag, welke straks
zal aanbreken, zijn lichtstralen wer
pend over de slagvelden, de ruines;
over al den jammer, het onpeilbare
on matelooze leed, dat sinds Augustus-
1914 over de menschheid is gekomen.
Zeker mag Nederland zich geluk
kig achten, dat 't tot dusver buiten
den grooten brand is gebleven. De
opmerking is meermalen gemaakt,
doch telkens wanneer ons tijdingen
over het „oorlogswee", dat elders
teistert en offei vraagt van uur tot
uur, komt het gevoel van dankbaar
heid in ons bovenGevaren hebben
ons, van regeeriugswege werd er
nu en dan op gezinspeeld, meer
dan eens bedreigd, erger en ernstiger
dan „men" in de verte vermoedt.
Generaal Bosboom zal er in het jongste
"comité-generaal des Parlements wel
iets van hebben doen beseffen. Zoo
dat de overtuiging, hoe wij. helaas,
den last der mobilisatie nog steeds
niet kunnen missen, in alle gelederen
van het Lagerhuis doordrong, en de
wensch van den heer K. ter Laan,
dat wij er ons eigenlijk toe konden
bepalen onze neutraliteit „te mar
keeren", niet zoo heel-serieus zal
bedoeld zijn.
Terwijl men weldra zal aanschou
wen, hoe de oproep tot het offeren
voor ambulance treinen, thans tot de
gegoeden in den lande gericht, wel
degelyk weerklank zal vinden. Maar
de toestand van 'b Rijks financien is
van zeer-ernstigen aard. Op het jongste
buitengewone congres der S. D. A. P.,
te Arnhem gehouden, heeft men er
varen, dat de S.D.A.P. minister Treub
op tal van punten zal steunen, wat
zijn belasting-hervorming en sociale
wetgeving betreft, doch ook: dat er
gewichtige onderdeelen van 's minis
ters program zijn, waarvan de soc.-
democratische Kamer-club niet wil
weten. Twee weken scheiden ons
nog van het weder-bljeenkomen des
Parlements. De groote, warme, hef
tige strijd is dus naderendDe
stapel in openbare zitting of sectie-
bijeenkomst te bespreken legislatieven
arbeid is buitengewoon zwaar en
omvangrijk. En de vraag wat nu den
voorrang moet hebben: de grondwets
herziening of de belasting hervorming,
terwijl dan inmiddels deor tijdelijke
maatregelen in den finantieelen nood-
stand zou moeten worden voorzien:
zij komt allereerst aan de orde. Dingen
als het Zuiderzee ontwerp, waarvan
thans weêr wordt gemeld, dat 't
„binnen eenige dagen" van den Raad
van State te verwachten is bij de
Tweede Kamer, behooren tot de
„toekomst-muziek", waarover nie
mand zich vooralsnog druk maakt.
Geld, heel veel geld moet er wezen
om te voorzien in den nood der Schat
kist. Gesteld, dat de commissie voor
het ontwerp eener Oorlogswinsten-
belastiDg inderdaad over een week
ertoe komt om (onder de leiding van
haar van het ziekbed herrezen voor
zitter dr. Bos) hare voorstellen in te
dienen, dan zullen de millioenen,
welke zij tracht te vinden, slechts
eene kleine fractie vormen van het
reusachtige complex, thans noodig.
Beweerd is, dat minister Treub van
n toenadering, plooizaamheid wil
weten; zal staan of vallen met zijn
program tot belasting-hervorming,
ook wat den termlin van invoering
betreft, gelijk Z.Exc. die onlangs
heeft aangeduid. Zelfs wordt beweerd
dat 't onzen kranigen, genialen mi
nister van Financien welkom zou
zijn, nu van zijn ambt te worden
ontheven. De heer Treub heeft, naar
aanleiding van die geruchten, ineen
kort vraaggesprek met een journalist
verklaard, dat hij van zijn minister
zetel slechts zal opstaan, wanneer
redenen van politieken aard hem
daartoe dwingen. Dit woord van
Z.Exc. zegt, zal men willen er
kennen, al zeer weinig. Dat hoog,
mooi plichtsbesef ook dezen bewinds
man steeds heeft geleid: wie zal 't
durven betwijfelen Trouwens,
gelijke hulde komt toe aan alle leden
van het extra-parlementaire Kabinet,
dat sinds Augustus-1914 een reuze-
taak te vervullen had, even zwaar
als „ondankbaar". De Ijver en toe
wijding waren boven lof en hulde
verhevende krachten schoten
hier en daar tekort. En de Tweede
Kamer heeft geen oogenblik, nadat
de periode van „den eersten schrik"
eenmaal achter den rug was ge
weifeld om hare harde, scherpe
kritiek te doen gevoelen geprikkeld
door het besef, dat zij een poos-lang
genoodzaakt was een zeer belangrijk
deel van haar uitgestrekte, geduchte
macht te laten varen.
Na 25 Januari a.s. krijgen we nu
de groote, definitieve en decisieve
kamp. Of mr. Pleyte inderdaad weder
lan de groene tafel zal plaats nemen
't lijkt nog steeds twijfelachtig.
Zal minister Treub, de „toovenaar
van den Haagschen Kneuterdijk",
eerlang heengaan, na zulk een schat
van arbeid te hebben verricht
Daarmee aan het Kabinet-Cort v. d.
Linden een zijner krachtigste „steun
punten" ontnemend Zal 't bij
dreigement blijven en op het laatste
moment toch nog toenadering,
concessie van beide kanten, - worden
verkregen
De dagen na 25 dezer zullen 't
moeten leeren. Maar dat, op het
Binnenhof, de „zwarte stormbal" nu
moet geheschen worden't staat
Mr. Antonio.
DE OORLOG.
De offlcleele legerberichten van
10 en 11 Januari.
Van het Westelijk front.
Het Duitsche legerbericht van den
Hen geeft aan dat een voorwaartsche
beweging der Franschen tegen de bU
Masaiges door de Duitschers genomen
loopgraaf, mislukte. Er werden eenige
gevangenen gemaakt. Ten Z. van
Dixmuiden werd een, met een kanon
van 3.8 c.M. uitgerust Fransch vlieg
tuig naar beneden geschoten. Het
vliegtuig en de inzittenden vielen in
handen der Duitschers.
Het Fransche communiqué van den
lOen meldt, dat nagenoeg het geheele
door de Duitschers genomen terrein
heroverd is. De aanval der Duitschers
was met sterke strijdkrachten onder
nomen op een punt kwam een
geheele brigade in het vuur doch
het resultaat was in het geheel niet
in verhouding met de geleden ver
liezen.
De berichten van den llen geven
nog meerdere bijzonderheden. Volgens
deze latere mededeelingen namen 3
Duitsche divisies aan den aanval deel.
In den nacht van den lOen werden
de Duitschers weder verdreven.
Slechts een kleine vierhoek ten W.
van Maison de Champagne werd door
hen behouden.
Over het lucht-gevecht bij Dixmui
den wordt medegedeeld dat drie met
kanonnen gewapende Fransche vlieg
tuigen, een gevecht leverden met
vliegtuigjagers der Duitschers (van
het type Focker). Een Fransch vlieg
tuig moest landen - gelijk iü het
Duitsche bericht werd gemeld doch
de aanvaller werd op zijn beurt door
de andere Fransche vliegtuigen neer
geschoten. Een tweede Focker-toestel
werd ook aangeschoten en viel ten
Z.O. van Dixmuiden.
Van het Oostelijk front.
De Russen zetten hunne krachtige
aanvallen aan de grens bij Czerno-
witz voort. Naar het Oostenrijksche
communiqué van den llen mede
deelt, deden zij verschillende vruchte-
looze aanvallen tegen de sectoren bij
Toporoutz en Rarancze.
Een Duitsch bericht meldt nog dat
op de linie Nowo Sielica—Bojan sedert
5 Jan. het artillerie-gevecht ononder
broken voortduurt.
Overigens is de toestand onver
anderd.
Op den Balkan.
Den lOen dezer werd uit Londen
gemeld dat de verbitterde ge
vechten op het Ipek-front in Mon
tenegro met kracht werden voortge
zet. Ofschoon de Oostenrijkers her
haalde malen met zware verliezen
terruggeslagen werden, zijn de Mon-
tenegrijnen genoodzaakt geweest,
BeraDe te ontruimen.
Aan de Lim werden zij gedwongen
naar den linkeroever van de rivier
terug te gaan. Tevens wordt gemeld
dat de Oostenrijkers gedurende ver
scheidene dagen de posities op den
Lowtsjen hevig beschoten en hard
nekkig aanviellen. De vloot en de
forten van Cattaro namen aan de be
schieting deel. Tenslotte slaagden zij
er in Krstats te bezetten. De ge
vechten duren voort.
In hot Oostenrijksche bericht van
den Hen wordt gemeld dat de
Lowtsjen vermeesterd is.
Omtrent de gevechten zegt het be
richt:
In zware gevechten, die drie dagen
hebben geduurd, heeft onze dappere
infanterie in prachtige samenwerking
met onze zware artillerie en oorlogs
marine den verbitterende tegenstand
Tan den vijanden de ongehoorde moei
lijkheden van het wintersche Karst-
gebergte, dat als een muur uit zee
oprijzend, sedert jaren in staat van
verdediging is gebracht, overwonnen.
kanonnen, w.o. 2 van 12 c.M., 2
moderne mortieren van 15 c.M., 2
mortieren van 24 c.M., en verder
munitie, geweren en verplegings-
materiaal, vormen de buit. Een deel
der kanonnen is onbeschadigd en
wordt tegen den vijand gebruikt.
In het N.O. van Montenegro is de
vijand, die gisteren, vlak voor Berane
nogmaals weerstand bood, terugge
slagen. Berane en de beheerschende
hoogten ten Z.W. daarvan zijn in
ons bezit.
Door snel ingrijpen is het gelukt de
brandende brug over de Lim in Berane
voor geheele vernieling te bewaren.
By Ipek zjjn weer 13 Servische
kanonnen met veel munitie opge
graven.
Te S a 1 o n i k i.
Nu de centralen Saloniki als vijan
delijk gebied zijn gaan beschouwen,
het werpen van bommen op de
stad een dagelijks terugkeerd ver
schijnsel geworden.
Uit Sofia wordt medegedeeld, dat
een Duitsch eskader van 12 vlieg
tuigen den 7en Januari 78 bommen
op Salopiki wierp. De meesten
kwamen terecht in de Fransche en
Engelsche kampen. Hier werden 20
treffers en branden waargenomen. 2
vijandelijke vliegers werden neerge
schoten.
Volgens den correspondent van het
„Berl. Tagebl." te Sofia haddeD de
Franschen en Engelschen tot 25 Dec.
rond 200.000 man te Saloniki aan
land gezet. Sedert zijn er nog 20.000
man en in de Golf van Orfano 60.000
man geland. Van deze troepen moet
men de verliezen van het landings
leger in de laatste gevechten aan de
Grieksch Servische grens, welke met
30.000 man niet te hoog zijn geschat,
aftrekken. De sterkte van het landings
leger bedraagt nu ongeveer een kwart
millioen man, waarvan ten hoogste
180.000 man werkelijke gevechts-
waarde hebben. Inde naaste toekomst
verwacht men een ontscheping van
een gedeelte der troepen uit Anafarta,
Ari Boernoe en Sed-ul-Bahr, waarvan
het andere deel voor Egypte is be
stemd.
Voor korten tqd werd van Fransche
zijde gemeld dat de te Saloniki ge
vangen genomen consuls in vrijheid
zouden worden gesteld. Naar gemeld
wordt zjjn zij thans ondergebracht
op den Franschen hulpkruiser „Sa-
voie", welke te Toulon ligt.
Een Fransch bericht maakt mel
ding van een gevecht tusschen Grie
ken en Bulgaren hetwelk 6 uur
duurde. Het had plaats bij Vestrina.
Twee Grieken werden gedood en ver
scheidene gewond. De Bulgaarsche
verliezen waren ernstiger. Laatstge
noemden waren aanvallers.
Uit Mesopotamié.
Volgens een mededeeling in het
Engelsche Lagerhuis gedaan door
Minister Chamberlain staan de En
gelschen nog te Sjeich Said, en konden
z(j door de slechte weersgesteldheid
nog niet verder oprukken,
Ingezonden mededeeling.
HERMAN NYPELS,
Spoorstraat 41 HELDER.
Militair Glacé,
I 1.90, 2.25, 3.50,
Mlltitair im. peau de Suède,
f 1.25,
met garantie.
De Turken werden 6 mijl ten O.
van Koet el Amara gesignaleerd.
Do duikboot- en mljnoorlog.
Uit Malta wordt bericht dat het
Engelsche stoomschip „Clan Macfar-
lane" (4828 ton) den SOsten Dec.
gezonken is. 2 scheepsofficieren, 4
machinisten en 18 Lascaren zijn den
llen te Malta geland. 13 Lascaren
zijn in een boot gestorven.
Een Italiaansch blad deelt mede
dat Fransche kapiteins gevraagd
hebben om alle handelschepen met
kanonnen te bewapenen om zich te ver
dedigen tegen duikbooten, of om deze
aan te vallen. Het blad dringt daar
om op bewapening van alle Itali-
aansche schepen aan.
Van Duitsche zijde wordt hierbij
aangeteekend dat dan het werk der
duikbooten gemakkelijker wordt, daar
elk schip; een bulpkruiser wordt en
dus zonder waarschuwing kan wor
den getorpedeerd.
Een, aantal Oostenrijkers welke in
Britsch-Indie geïnterneerd waren, en
nu naar hun vaderland teruggezon
den worden, d.w.z., de niet dienst
plichtigen onder hen, zullen met het
Engelsche stoomschip „Goloonda"
worden vervoerd.
Iu een missive van de O. H. re
geering, welke aan de Engelsche re
geering is overhandigd, wordt aan
gedrongen op maatregelen voor de
veiligheid van de passagiers, o.m. bijv.
om het schip van duidelijke kentee
kenen te voorzien.
De regeering van Engeland wordt
hierin aansprakelijk gesteld voor de
levens der Oostenrijkers.
In zijn antwoord hierop drukte
minister Grey zijn verwondering uit
over het feit dat deze opmerking komt
van hen die het vaar veroorzaken.
De Engelsche regéering heeft geen
plan voor deze opvarenden meerdere
voorzorgsmaatregelen te nemen, dan
zjj voor haar eigen onderdanen
neemt.
D& ondergang van da
„Klng Edward VII".
De ondergang van de „King Ed
ward", schrijft de maritieme mede
werker van de „Times", berooft de
vloot van de diensten van een waarde
volle eenheid en breekt de homogeni
teit van een schoon eskader slag-
apen. Sinds de indienststelling van
bet schip, had het steeds een admi-
raalvlag gevoerd en vele bekende en
bekwame officieren hebben aan boord
van dezen oorlogsbodem gediend.
De schrijver wijst er op, dat het
een troost is, dat alle opvarenden ge
red zijn en hij acht het een treffend
bewijs van de dicipline en uitmunten
de regeling aan boord en algemeene
organisatie van de vloot, dat dit onder
de gegeven omstandigheden kon wor
den volbracht, wat een uiterst moei
lijke en gevaarlijke operatie moet zijn
geweest.
De dlenstpllcht-kwestle Iu
Engeland.
Het Lagerhuis heeft de tweede
lezing van het wetsontwerp op den
dienstplicht behandeld. Door de ar
beiders-afgevaardigde Anderson werd
de verwerping voorgesteld. Een ander
arbeiders-afgevaardigde gaf evenwel
te kennen dat Anderson niet het
recht had te spreken Damens alle
arbeiders.
De radicale afgevaardigde Lambert
wilde het voorstel eveneens verwer
pen. Naar zijn meening zou de in
voering van de wet Engeland pruis-
sificeeren.
Door Redmond werd daarop een
verklaring afgelegd, welke een ge
duchte knauw gaf aan de tegenstan
ders van het wetsontwerp.
De nationalisten hadden in eerste
lezing tegen de wet gestemd, omdat
naar hun meening de noodzakelijk
heid ervan niet was aangetoond. Nu
achter deze zuiver Eogelsche wet
(de wet zou niet voor Ierland gelden)
in eerste lezing was aangenomen
en er een Britsche meerderheid was
van 10 tegen 1, meende hij niet
langer te mogen tegen stemmen. Te
meer daar de wet door de liberalen
de kloeke verdedigers der Iersche
rechten en vrijheden werd ver
dedigd. Nu de nationalisten hun pro
test eenmaal hadden geuit, zouden zij
niet langer tegen het wetsontwerp
Ijveren.
Carson drong eveneens op aanne
ming van het wetsontwerp aan.
De bespreking werd hierop ver
daagd. Na de mededeeliDg van Red
mond was de belangstelling aanmer
kelijk verflauwd, daar hierdoor de
regeering op een groote meerderheid
kan rekenen bij de stemming óver het
ontwerp.
Uit Dultschland.
Het is gebleken, zoo heet het in
een offlcieele Duitsche mededeeling,
dat er in Duitschland wel genoeg
graan tot den volgenden oogst is,
maar geen meer dan rijkelijke voor
raad is, zooals vele verbruikers
landbouwers schijnen te denken.
Ook in het tweede oorlogsjaar moet
men streng huishouden, „om nog
met een voldoende reserve het vol
gende jaar in te kunnen gaan." Het
bestuur van de rljksgraancentrale
heeft daarom alle faciliteiten weer
ingetrokken, en bepaald, dat het
dagelljksche broodrantsoen verlaagd
wordt op het rantsoen dat in het voor
jaar van 1915 was voorgeschreven
(225 gram per hoofd en per dag,
meenen wij). Voor de behoefte van
hard met hun lichaam werkende
menschen aan grootere rantsoenen
zal weer zorg gedragen worden.
De Duitsche Rijksdag.
In den Rijksdag werden onder toe
juichingen de telegrammen voorge
lezen, welke ter gelegenheid van het
nieuwe jaar met de keizer en de
BulgaarscheSobranje gewisseld waren.
Door den soc.-dem. afgevaardigde
Liebkn«cht werd daarop overlegging
gevraagd van de rapporten over den
toestand van de bevolking in de be
zette gebieden. Van de zijde der
regeering verklaarde men zich niet
bereid deze rapporten overteleggen,
en evenmin die van de maatregelen
op grond van den staat van beleg
genomen. Bij elke vraag trachtte
Liebknecht aanvullende vragen te
stellen. Herhaaldelijk werd hij door
den voorzitter in de rede gevallen
met de opmerking dat dit geen aan
vullende maar nieuwe vragen waren,
en dat zyn houding tegen de ge
bruiken van den Rijksdag indruischte.
Onder protest tegen de leiding in
den Rijksdag verliet Liebknecht de
tribune. iHy werd daarop onder toe
juichingen van het huis tot de orde
geroepen.
Omtrent de levensmiddelenvoor
ziening werd medegedeeld dat er vol
doende voorraad was. De conservatieve
afgevaardigde Westarp welke het
rapport van de commissie uit den
Rijksdag uitbracht, zeide dat Duitsch
land zich niet uit liet hongeren. De
oorlog behoeft wegens de volksvoe
ding geen dag eerder te eindigen
dan wanneer op militair en politiek
gebied Duitschland volkomen heeft
gezegevierd.
De afgevaardigde Schmidt (s.d.)
merkte hiertegenover op dat ook de
sociaal democraten van oordeel zijn dat
er voldoenden voorraad is. Echter is
verdeeling daarvan nog niet in
orde.
Min. Delbrück die de sprekers be
antwoordde, zeide dat de producten
van Duitschland bij zuinig gebruik
voldoende waren tot den volgenden
oogst. De schaarschte en ongelijk
matige verdeeling der levensmiddelen
zijn verschijnselen die ook in neutrale
landen voorkomen als gevolg van
den oorlog. De prijzen zijn daar nog
hooger dan in Duitschland.
De minister gaf daarna een uitvoe
rige uiteenzetting van de ingestelde
organisatie en beslootDe geheele
bevolking moet meewerken om uit
deze organisaties te halen, wat er
uit te halen valt, geleid door den
vasten wil om de zege, waarvoor
zoowel buiten- als binnenslands moet
worden gestreden, te behalen (toej.).
BUITENLAND.
Etn strooptocht.
Honkong, 10 Jan. Een gewapende
bende van veertig Chineezen, z. g.
revolutionnairen, vielen op 5 Jan.
den douanepost te Kaitsjeoeng tus
schen Saitsjeoeng en Yintin aan en
namen den Engelschen chef. Hyatt
gevangen, terwijl zij hem dwongen
alles af te geven wat hij bezat, daar
onder begrepen kleeren en tachtig
dollars. De bende dreigde den ge-
heelen post in brand te stekeD, maar
hiertoe kwam het niet. Hyatt werd
met den dood bedreigd voor het geval
hij den overval meldde aan de na
burige posten.
Deanscha koopvaartdljsohepen.
Volgens Bóreen, een Deensch dag
blad, heeft de Deensche scheepvaart
in 1915 bruto op zijn minst 300
millioen kronen ontvangen, d.i. drie
maal zooveel als in 1914. Men bere
kent, dat 28 van de voornaamste
reederljen tezadien tusschen de 100
en 120 millioen kronen hebben ver
diend, hetgeen aanmerkelijk meer is
dan hun kapitaal.
Om da Kaap.
„De Burger", vau Kaapstad, spreekt
er in een hoofdartikel zijn voldoening
over uit, dat Nederlandsche schepen
op de vaart naar Indie Kaapstad
zullen aandoen.
„Deze aankondiging is voor Zuid-
Afrika goed nieuws," zegt het blad.
„De oorlog schijnt in dit opzicht de
Kaap zij het dan ook tjjdelik
in zijn oude ereplaats te zullen her
stellen. Aan haar belangrijke ligging
als het middenpunt op den zeeweg
tussen Europa en Indié was haar
kolonisering door de Hollanders, de
uitbreiding van haar bevolking, dus
het ontstaan van het Afrikaanse volk
zowel als veel van onze latere ge
schiedenis, te danken
„Voor ons Hollandssprekenden is
het besluit vau de hollaudse maat
schappijen ook van buitengewoon
belang, omreden dat het noodwendig
strekken zal om de band tussen de
verschillende delen van de grote
nederlandse stam nauwer, toe te
trekken beide op ekonomf's en op
nationaal gebied."
BINNENLAND.
P. B. J. Ftrf.
Het lid der Eerste Kamer voor
Noord-Holland, de heer P. B. J. Ferf,
heeft wegens voortdurende ongesteld
heid ontslag als lid dier Kamer ge
nomen.
Mr. Troiistri.
Aan het Hbld." wordt gemeld dat
de heer Troelstra aan eeu zijner
vrienden geschreven lieeft, dat zijn
gezondheid, zU 't ook langzaam, toch
geregeld vooruitgaat en dat hij over
een maand of drie, doch in elk geval
direct na Paschen, in de Kamer hoopt
terug te zijn.
Landstorm 1891.
De minister van oorlog brengt ter
algemeene kennis, dat nog niet kan
worden bepaald, wanneer de in 1891
geborenen, die tot den landstorm
behooren of daartoe op of nk 1
Februari 1916 komen te behooren, in
werkelijkeD dienst zullen worden ge
steld.
Zoodra de tijd van indienststel
ling zal zijn bepaald, zal onverwijld
nadere bekendmaking volgen.
(St.ct.)
Do belasting op da oorlogswinst.
Men meldt uit Den Haag aan bet
Hbld.
Het Kamerlid Schaper heeft in zijn
Kerstrede te Amsterdam gezegd,
dat de staatscommissie Inzake een
belasting op de oorlogswinst binnen
kort met een ontwerp zou komen,
dat eenige millioenen zou opbrengen.
Wij kunnen nader hieromtrent
het volgende mededeelen
Een subcommissie uit de ruim
dertig leden tellende staatscommissie,
welke subcommissie uit de zes be
lastingambtenaren bestaat, die deel
der commissie uitmaken, heeft een
voorontwerp opgemaakt. De memo
rie van toelichting van dit vooront
werp is behandeld in de eerste ver
gadering der commissie, welke half'
December ia gehouden. In die verga
dering bleek groot meeningaverschil
te bestaan omtrent het belasting-
object
Verschillende leden der commissie
hebben na genoemde vergadering
nota's ingediend, waarin zij hun
standpunt uiteenzetten. Het voorne
men bestond, dat de commissie in
den loop dezer maand weder zou
vergaderen.
Uit een en ander volgt, dat een
definitief ontwerp der commissie nog
wel eenigen tijd op zich zal laten
wachten.
Da axptdltle van Ford.
30 Amerikaansche studenten welke
deel hadden uitgemaakt vau de expe
ditie van Ford, zijn Dinsdag weder
naar Amerika vertrokken.
Onder groote belangstelling werd
Dinsdagavond te 'sGravenhage de
tweede openbare bijeenkomst gehou
den. Verschillende sprekers voerden
het woord, waarbij zij hun meening
weergaven inzake de pogingen die
in het werk gesteld dienden te worden
om tot den vrede te geraken. Olaf
Forchhamer (Denemarken) was van
oordeel dat deze beweging van neu
trale landen moest uitgaan en wek
te de Nederlanders op zich bij de be
weging aan te sluiten.
Mevrouw Ramoudt welke ook deze
tweede bijeenkomst leidde, dankte elk
der sprekers met een karakteristiek
compliment, en wees er in haar slot
woord op dat het geloof een sterke
macht is, in staat de wereld te over
winnen en ook vrede te brengen.
Regesrlngsvoorschot geweigerd.
In de Maandagavond gehouden
raadsvergadering te "Sliedrecht, is
met op één na algemeene stemmen
een voorstel van B. en W. aangeno
men, om niet te aanvaarden een voor
schot uit 's rijks kas van f21.629.99i,
wegens de hoogst bezwarende voor
waarden daaraan verbonden.
Kltlna legaten.
Dr. Lente, Rem. predikant te Leiden,
vertelt in „Ons Orgaan", dat hU on
langs preekte in een kleine 'gemeente,
waar men aan alles kon zien, dat de
geldmiddelen er in goeden staat ver
keerden. Hij vroeg het Bestuur hoe
dat kwam Of de menschen zooveel
bijdroegen Of de collecten zooveel
opbrachten Toen werd hem mede
gedeeld, dat in die plaats sedert lang
de gewoonte bestond dat, als een
lid der gemeente overleed, aan die
gemeente een bedrag gelegateerd
werd (of door de erfgenamen ge
schonken) dat, uitgezet tegen een
matige rente, evenveel opbracht als
de overledene tijdens zijn leven had
bijgedragen. „Zoo helpen zelfs men
schen uit de 17de en 18de eeuw nog
mee, om de lasten der geméente te
dragen."
Dezelfde methode wordt door dr.
Lente sterk aanbevolen, ook voor
andere gemeente, aangezien de tijd
voor groote legaten aan de kerk of
diaconie voorbij schijnt te zijn en
misschien nooit terugkomt eo vele
kleintjes een groote maken. In een
naschrift deelt hij nog mede, dat een
lid zijner gemeente reeds het goede
voorbeeld heeft gegeven.
Het Dlenstwelgarlngamanlfeet
Behalve ds. Schermerborn en da.
Menno Huizinga, zullen Dinsdag 18
dezer te Alkmaar nog terechtstaan,
in verband met het z.g. dienstweige
ringsmanifest, ds. Boeke te Schoorl,
Ingezonden Mededeeling.
ds. Boenders, te Abbekerk, en ds.
Teriet, te Zuid-Scharwoude.
Rechtbank ta Alkmaar.
De Alkmaarsche Rechtbank veroor
deelde heden den decoratieschilder
uit ZUpe, beschuldigd van te Oudesluis
valsche zilverbons te hebben uitge
geven, tot IJ jaar gevangenisstraf.
De eisch was 4 jaar.
Een schilder en een los werkman,
die voor andere inbraken gedetineerd
zijn te Scheveningen en Rotterdam,
werden wegens de inbraak by jbr.
Beyer te Alkmaar tot 8 en 5 jaren
gevangenisstraf veroordeeld. De eisch
waa voor ieder 5 jaar.
Aan lagar wal geraakt.
De politie te Utrecht hield Maandag
aan een occorino-speler, die de open
bare straat tot zijn concertzaal had
gekozen. De man weigerde zijn naam
op te geven. Daarom werd hij over
gebracht naar het hoofdbureau van
politie. Hier bleek, dat men te doen
bad met een oudstudent. Tegen
woordig is hij schilder van beroep.
Yolgens het politieblad moest by een
paar dagen hechtenis ondergaan,
zoodat de man naar het Huis van
Bewaring werd getransporteerd.
Van de academie tot de cel.
(„U. D."l
De Utrechtache correspondent van
de „Telegraaf" schrijft nog omtrent
den gearresteerden occorino-speler:
Ongeveer een twintig jaren geleden
was hy Btudent in de medicijnen te
Utrecht. Als zoon van gegoede ouders
was hy echter meer student dan
studeerende en, zooals het meer gaat
onder deze jongelui, het liep met d«
studie finaal mis.
Hy verliet Utrecht en werd Da veel
wederwaardigheden „kunstschilder".
Met het penseel en zyn kunstenaars
gaven trachtte by z'n brood te ver
dienen en bleef nog Bteeds de meneer.
Doch de ^tijdsomstandigheden schij
nen ook een minder gunstigen invloed
op dat vak uit te oefenen, althans
het ging niet langer zoo. Met schil
deren kon hy- ten slotte zijn brood
niet meer verdienendoch gelukkig
bezat hij nog andere artistengaven.
Hij kon nl. occorino spelen, t Kostte
hem wel moeite en veel zelfoverwin
ning; maar ten slotte het moest.
HU, de oud-student-artist, ging
voor het publiek spelennu hier dan
daar. Hij speelde niet onverdienstelijk
en scharrelde op die manier zijn
kostje op. Ten slotte kwam hij ook
te Utrecht, de stad, waaraan voor hem
vele herinneringen verbonden waren.
Herinneringen van genoegens uit zijn
jeugd. Met weemoed dacht hij, de
46-jarige oud-student, terug aan den
tijd, dien hij in de oude bisschopsstad
had doorgebracht, onbekommerd, zon
der zorgen.
In de straten speelde hij op zijn
occorino de liedjes uit zijn jeugdin
zijn toon klonk de herinnering aan
lang vervlogen tijden, toen de studen
ten in Utrecht nog zang- en muziek
uitvoeringen op straat mochten geven
zooveel ze wilden
Die tijden zijn vervlogen; er is
eeD plaatselijke verordening gekomen
op het geven van muziek- en andere
uitvoeringen op de openbare straat.
'n Dienaar van den heiligen Her
mandad, belast met het toezicht op
de naleving ervan, vraagt den artist
zijn naam, om proces-verbaal op te
maken, doch onze oud-student, den
bende nog te leven een kwart eeuw
terug, weigert zijn naam op te geven.
Misschien ook wel is het schaamte
gevoel, dat hem tot die weigering
brengt. HU, de zoon van welgestelde
ouders, vroeger jarenlang studont
geweest in dezelfde stad, zal daar
nu een vervolging krijgen wegens
muzlekmaken op de openbare straat.
Hy weigert dus.
De polilie-agent maakt niet veel
omslag en brengt de „meneer" naar
het politie-bureau.
Op 't bureau gekomen, is hij vrU-
wel uit zUq oude overpeinzingen
wakkergeschud. Daar geeft hij zUn
naam op en daar wordt de sluier,
die over zUn artistenleven hangt,
even opgelicht.
Daar blijkt ook, dat hU nog drie
dagen hechteuiB tegoed heeft voor
een andere overtreding
De politie heeft den artist ovor-
gebracht naar het tuchthuis, om hom
zyn drie dagen uit te laten zitten.
Daar krUgt hy weer zUn vrijheid en
zijn occarino terug, totdat hU zijn
vonnis te pakken heeft voor het
maken van straatmuziek en het wol-
geren van zyn naam op te geven.
En intusscben zal hij trachten met
zUn instrument zyn brood te ver
dienen, doch Utrecht zal hy wel den
rug toekeeren.
De herinneringen aan die stad zul
len bem te machtig zUn.
Lijk aangespoeld.
Maandag is bjj paal 9 te Callante-
oog het HJk aangespoeld van oen
Engelsch zeeofficier. Op alle kleeren
kwam den naam voor G. A. Mcintosch.
Het lUk iB op do Algemeene be
graafplaats te CallanUoog ter aarde
Jggd. („Alkm. Ct.)