Grafsteenen
Wybeil
Erdal
MAGAZIJN „DE STER".
ONZE 50 CENTS BOTER.
OSSENLAPPEN,
De Smart
REKENING-COURANT.
DE HELDERSCHE BANK.
R. BAKKÉR Dz., Keizerstraat 56.
Aanbesteding.
J. v. LEDEN, Zuidstraat.
Dames verrast
„Ons Belang".
Tabletten
i- en
LANGESTRAAT 29 - HELDER.
E. OOSTENDORP ZOON
ALLEEN voor de gemeente Helder.
E. OOSTENDORP ZOON
Zoolang de voorraad strekt
voor f 1.20 en f 1.30 per el.
De prima kwaliteit doet de omzet vergrooten.
ZONDAGSBLAD. Uitgever m
Firma Wed. LI. GROEN,
is bij A. v. d. WOUW,
„HELDRIA".
T. van Zuylen,
HET VLIEGKAMP
Kleine Advertentiën
AMOR AMANTIBUS.
Op VRIJDAG 21 JANUARI a.s.,
'a morgens 10 uur, zal oodergeteeken-
de voor den Heer L. S. BEEK, in het
Café van den Heer P. GROOT, aan het
Koningsplein,
publiek aanbesteden:
Het bouwen ven een Varkens-
boet In de Heldersche polder.
Aanwijziging Woensdag 19 Januari
a.s., 's middags van 1 - 4 uur, ten kan
tore van ondergeteekende.
Bestek en teekening ad f 0.50
per stel, verkrijgbaar ten kantore
voornoemd.
De Architect,
G. DE BEURS Gz.
De ONTVANGER DER REGISTRA
TIE EN DOMEINEN te den Helder,
zil WOENSDAG 26 JANUARI
1916, voor den tyd van één jaar, in
gaande 1 Mei 1916 bij inschrijving
verpachten:
De JACHT op de bulten- en
binnen duinen onder de gemeente
Den Helder en op den Koegras
Zanddijk met zijn blnnenbermen,
aldaar.
De onderteekende inschrijvingsbil
jetten moeten vöór 11 uur van voor
melden datum ten kantore worden
ingeleverd.
Nadere inlichtingen zijn te bekomen
bij genoemden Ontvanger.
ZATERDAG en ZONDAG
bij
BI] A. BLIKKENHORST
is verkrijgbaar:
Dik vet SCHAPENVLEESCH 40 ct., Lapjes
50 ct., Schapenvet 40 ct.; Nuchter
KALFSVLEESCHLapjes 50 ct, Carbonade
30 ct. Alles per 5 ons.
Langestraat 46 HELDER*
Uw echtgenoot met een
SCHEERMESSCHERPER
SUCCES, waarmede hij zyn scheer
mes in enkele seconden vlijmscherp
maakt. Prijs f 1.50 (naar buiten f 1.65).
H. KOPPEN, Hoofdgracht 84.
SPECIALITEIT van het
MAGAZIJN,.DE STER"
N. EISELIN,
Fotograaf,
Kanaalweg 3,
Levert vergrootlngen ven
nieuwe en oude portretten.
Beg raten is-Vereeniging
Aansprekers:
R. M. BOUMA, 2de Vroonstraat 9.
J. J. BUT, Breewaterstraat 57.
P. REINTS, lste Vroonstraat 11.
Het Bestuur:
H. F. B. DISSEN, Gravenstraat 88.
A. v. WAARDEN, Laan 28.
P. REINTS, lste Vroonstraat 11.
De Rooker j§
HH - verfrltchf de tong hel iü
bette door het gebruik g
s van Wybert-tabletten;
zij tmaken aangenaam ="-
ÜH en vrijwaren tegelijker»
tijd voorverkoudheden
en de gevolgen daar»
BIJ alle apotheken
en drogltlen 60 cent.
en de onaangenaamheid, welke harde,
slechte schoenen veroorzaken, kunt U
zich besparen door de schoenen zacht
en lenig te maken met de
schoencrême
zwart geel bruin r'
betalen vanaf heden voor
Goede vodden 12 ct. p. K.G.
Vodden met gebreide wol20
Enkel gebreide vel en
Oude wollen dekens
gonje 2
tapijten 4
boeken en couranten 2
Rood kopei 145
Geel koper unit 50.65 lot BO
Zink GO
lood 30
Matrashaar 00
Tamme Konijnenvellen 15,20 „stuk
Spoed U naar de
Lompensorteerderij LANGESTflAAT 29.
De goederen
worden van huis gehaald.
Aanbavelend,
Wij openen rekening-courant
en chequerekening met koop
lieden, winkeliers, landbou
wers en particulieren. - -:
140 cM. breed,
Slechts een kleine partijwerd ons hiervan als restant eener
order op een oud contract geleverd. Deze prijzen zijn dus
beneden alle concurrentie.
Koopt daarom
AANBEVELEND,
Voor Uwa Kinderen is „VICTORIA" een
onovertrefbare hoofd Eau de Cologne. Per flacon
25 en 35 cent.
„HEURECA" werkt eveneens verrassend
zeker en is aangenamer in 't gebruik doordat
het reukloos is. Het kost 35 en 50 cent
per flacon. Proefllacon 20 cent.
Deze hoofdwaters bestaan uitzuivere extrac-
tieve plantenstoffen en beantwoorden vol
komen aan de eischen, welke men voor
dergelijke hoofdwaters stelt.
Verkrljgb. bij den Heer Wijtsma, Middenstr. en
handelsmerkx bij den fabrikant S. C. G. de Man, Koningstr. 39.
r S deze Courant,
-
aa lilK4W?ellJi tefiid vu WwuOMteg. ^<fr. p. post 52* dj.)
D» gering» prtJ» i
gnea onier lesers eaa beleLssi
li}a ca te teekeoee. V
Proefnummers j
op iaii.r*ga «ralw.
benxpbtitajntp ton i>a.qsblai>
1 5^Tir5iï~v7ê 44 MU rm
ZUIDSTRAAT 79,
is het bekende adres waar men den
HOOGSTEN PRIJS ontvangt voor:
Goud, Zilver, Galon, Naaimachines,
Meubelen en alle voorkomende arti
kelen.
Heeft ook weder een mooie
NAAIMACHINE te koop.
't Meest bekend adres voor
JANZENSTRAAT Z.
HAARHERSTELLER.
Beproefd middel tegen het uitvallen
en tot bevordering van den hergroei
van 't hoofdhaar, blijkt steeds het beste.
Per flacon 50 cent.
Alléén verkrijgbaar bij:
Spoorstraat, Coiffeur.
Verschenen bij C. DE BOER Jb.
te Helder:
MAANDBLAD VOOR
BELANGSTELLENDEN
IN DE VLIEB8P0RT.
Onder Redactie van den len
luitenant-vliegenier F. van Heyst,
den luitenant ter zee Kabel Mul-
leb, den 2en luitenant J. Düinkeb.
Abonneminltprijs I I.S0 pu kwartaal.
Een dag In gaten.
Van het Westelijk front omschrijft
een soldaat zijn indrukken over een
angstigen dag op de volgende boeien
de wijze in de „Vorwarts":
Het was een ellendig koude, mistig-
vochtige nacht geweest. Patrouilles
hadden gemeld, dat het bij den vijand
zeer levendig toe ging. Dit maakte
een scherp oppassen noodzakelijk. De
gaten, die men een dag tevoren op
afstanden van twee pas in den steen-
harden grond gegraven had, konden
niet, zooals oorsponkelljk het plan
was, dieper gemaakt en met elkaar
tot loopgraven verbonden worden. De
mannen moesten uitkijken, klaar om
te schieten. Zij hadden het gruwelijk
koud.
Toen de dag aanbrak, kwam de
met zoo groote spanning verwachte
aflossing niet. De compagnie moest
in stelling blijven. De stelling moest
verborgen blijven voor de vijandelijke
vliegers, een ieder moest dus trachten
het zich zoo gemakkelijk mogelijk te
maken in zijn gat. Daarin moest hij
de geheelen dag blijven, zonder het
hoofd of het bovenlichaam er uit te
steken. Waren de vliegers boven de
stelling, dan mocht men zelfs geen
beweging m&ken.
En de gaten waren ondiep, soms
nauwelijks een halven Meter, smal
en ongemakkelijk. Men kon er niet
fatsoenlijk in zitten zelfs, laat staan
liggen. De een zat, de ander lag, met
de kniön onder de kin, als een ge
knakte lucifer, anderen hadden de
beenen uitgestrekt, maar moesten
hun lichaam op zjj gebogen houden,
opdat het hoofd niet uit den kuil
kwam kijken. En op den bodem was
niets dan harde steen. De kapotjas,
de eenige bescherming tegen de
koude, was nat van den mist. De
ledenmaten waren stijf van het stil
zitten gedurende den nacht. Het
heele lichaam bibberde.
Het eenige, wat er aan ontbrak,
was dat de vijandelijke artillerie nog
begon te schieten.
Zij begon te schieten. Het was nog
geen negen uur toen de kanonnade
begon. Dadelijk, nadat de eerste
vliegers de buurt hadden afgezocht.
Zonder eenige twijfel hadden zij de
gaten ontdekt. En zij dirigeerden het
vuur goed. Eerst sloegen de projec
tielen twee batterijen moeten er
aan het werk geweest zijn nu
eens hier, dan daar in. Doch spoedig
schoot men zuiverder, En na één,
twee uren, waren de kanonnen prach
tig ingeschoten. Met verbazingwek
kende zekerheid namen zij de geheele
linie van gaten onder vuur.
In pauzes, nu eens kort, dan weer
langer, zonden zij hun groet. Nu eens
een salvo in den rechterhoek, dan
weer met waanzinnige snelheid acht
schoten links daarvan. Daarna in het
midden
Bij de lichamelijke kwellingen, het
stil liggen in onmogelijke houdingen,
in koude en mist, kwamen gruwelijke
psychische kwellingen een wachten
en loeren op den onzichtbaren vijand.
Zoo juist had de linkervleugel er aan
moeten geloove Waarheen zou het
vuur nu gericht worden Hoe lang
zullen zo aan den overkant nog
wachteD, voor zij het volgende ge
niepige salvo sturen? Nu begiDnen
ze weerNeen, dat was toch een
ander geluidZe dralen daar ginds
nog steedsMaar nunu suizen
ze weer, de granaten, slag op slag.
Heel dicht op elkaar en heel dicht
bij... het oog kan niets zien, maar
het trommelvlies wordt verscheurd.
En aarde, steentjes vallen in het gat.
Met waanzinnige snelheid gaan allerlei
gedachten door het hoofdNu is het
gedaan, voorbijhet volgende schot
brengt het einde of misschien toch
niet Slaan de granaten niet al verder
in Vervloekt, toch niet, heel dichtbij
nu een wonder, datje nog leeft
maar heb maar niet te veel hoop
je hoeft niet te denken dat je ooit
weer thuis komtde kinderen, de
lieve kinderenneen niet sterven
misschien gaat het ditmaal voorbij.
De acht schoten zyn er toch reeds
geweest. Of ontbrak er nog één aan
•Neen, het blijft stil. De andere
salvo's zullen andere gedeelten van
de linie onder vuur nemen. Voor een
half uur heb je rust.
Maar de dag Is nog zoo lang, zoo
verschrikkelijk lang. En koud. Het is
net twaalf uur. Voor zes uur wordt
het niet donker. Zoo lang moeten wij
het uithouden. Uithouden in deze
houding, bij dit vuur. Verschrikkelijk 1
Het ergste zou zijn, wanneer je nu
getroffen werd door een granaatscherf,
die niet onmiddellijk doodtDan
kun je hier langzaam dood bloeden.
Niemand zal er, mag er komen om
je helpen, je te verbinden, je weg te
dragen. En zelf kan je er niet uit
kruipen. Gruwelijk om daaraan te
moeten deDken
Hoevelen liggen er misschien reeds
naast me dood te bloeden. Of reeds
dood en stom.
De minuten tellen. Dat leidt de
gedachten af en laat den tijd voorbij
gaan. Dit middel heeft reeds zoo vaak
geholpen. Een, twee, drie, vier
Eindeloos, zoo'n enkele minuut.
Het hurken in de onnatuurlijke
houding wordt steeds onverdraaglij
ker. De ledematen slapen in. Natuur
lijke behoeften gaan kwellen.
Nu weer een salvo
Naast me steunt en reutelt er
een „Hospitaalsoldaathospitaal
soldaat I"
Ja, roep maarhospitaalsoldaat.
Arme kerel! Geen sterveling kan je
helpen. Niet eens hij, die drie pas
van je af ligt
„Hospitaalsoldaat 1roept toch
helpt toch hospitaalsoldaat".
Een paar stemmen roepen het
verder, niettegenstaande ze allen
weten, dat het geen doel heeft. Maar
het geeft den gewonde misschien
troost. Een van de buren tracht hem
ook moed in te spreken„Een beetje
geduld. Er zal er wel een komen.
Het wordt al donker. Verbind je
voorloopig zelf I".
„Ik kannietroept toch
hulp".
De stem wordt al zacht. Tenslotte
hoort men alleen nog het steunen
en kermen.
Vier uur 's middags. Het vuur wordt
levendiger, de pauzen worden steeds
korter. Niet een, die nog niet onder
de aarde bedolven is geraakt. Einde
lijk wordt het vuren flauwer.
Langzaam, opwindend langzaam,
wordt het donkerder. Nog een half
uur misschien, dan zal het mogelijk
zijn uit het gat te kruipen, de lede
maten uit te strekken dan zal
misschien bet vuur ook verstommen.
Eindelijk moet het bevel tot weg-
marcheeren toch komen.
Het blijft rustig. Er is duB
gevaar meer. Er uit, uit het ellendige
gat!
Maar het is vlugger gezegd dan
gedaan. De ledematen gehoorzamen
ternauwernood aan den wil. En dan
komt er plotseling nog een salvo
Eindelek
In het schemerende donker loopt
men achter de gaten heen en weer
Soldaten, die zich trachten te warmen,
de gaten naar gewonden afzoeken.
De hospitaalsoldaten hebben veel te
doen. De een voor, de ander na slepen
zij weg in bruine tentbanen.
In vele gaten zitten nog donkere
gedaanten.
„Hé, jij!" Ni6ts beweegt. „Slaap
je?" Alles blijft stil. „Scheeltje wat?"
Nog steeds geen beweging. De vrager
knielt om den stomme wakker te
schudden. Zijn hand wordt vochtig.
Bloed. Het voorhoofd is koud. Dood
De officieren loopen heen en weer.
„Jelui moeten weer in de gaten. Een
paar uren moet jelui het nog vol
houden, tot de aflossing komt."
Langzaam wordt er gehoorzaamd.
Maar aan den overkant bliksemt het
weer een paar maal op. De laatste
is weer in zijn gat
Tot tien uur uithouden.
Dan komt de aflossende compagnie.
„Liever een jaar tuchthuis, dan nog
zoo'n dag," bromt er een tusschen de
Een makker van hem knikt toe
stemmend.
UIT DEN OMTREK.
Texel, 12 Jan.
Dagelijks hoort men geweldige
knallen van aan het strand aange
spoelde en opgeruimd wordende
mijnen. Menschen en dieren schrikken
hierbij gedurig. Vooral ziet men tel
kens groote vluchten vogels rond
vliegen.
Door iemand, die aan het strand
wandelde, is gevangen een keurig oud
voorwerp van de vogelsoort, die men
Papegaaiduiker of Zeepapegaai noemt.
Slechts zelden komen hier dergelijke
oude exemplaren voor.
Het dier is voor een wetenschappo
lijk doel opgezonden.
Bij het nogal omvangrijke werk tot
't inrichten van een water vliegkamp,
tusschen de Hors en het Hornije,
komen gedurig verschillende belang
stellenden 'n kijkje nemen. Er zal
nog een derde zandzuiger in werking
worden gesteld, ter uitdieping van
„De Mok". Op den Stuifdijk verrijst
een kazerne.
Aan het Westerstrand werd Maan
dag 'n Duitsche mijn gevonden, van
buitengewoon groote afmeting. Na't
doen springen der in de vorige week
aangespoelde mijneD, werden stukjes
koper gevonden tot op ruim 600 M.
van 't ontplofte voorwerp.
Nog een mijn.
Gisteren werd per vrachtwagen op
de haven aangebracht, een nabij den
Hoorn aangespoelde mijn, die gedeelte
lijk gedémonteerd was. Wijselijk werd
het gevaarlijke voorwerp geweigerd
voor 't vervoer naar den Helder per
stoomboot. Toen is een visschers-
vaartuig afgehuurd om de mijn over
te brengen.
ir,
aanvangende MAANDAG 18 0CT0BER.
Vertrek van
Helder
Aankomst te
Amsterdam
iag«
sta.,
doch niet
op SG Doe.
en 84 Apr.
6.24
7.40 sneltrein
9.11
9.11
niet op
Zondag
9.36
12
12
2.19
1.05
2.02
3.09
4.37
nlloün op
Zaterdag
3.06
4.10
5.35
6.05
alleen op
Zaterdag
7.40 «neltreln
9.17
8.27
10.54
Bovendien loopt een trein op Zon
dagmorgen v. Helder naar Alkmaar
vertrek 6.58, aankomst 8.07.
En op Donderdagmorgen een trein
van Helder naar Schagen
vertrek 7.48, aankomst 8.51.
Vertrek van Aankomst te
Amsterdam Helder
6.S7 8.35 5&ÏÏ
7.55 sneltrein 9.23
9.14 11.29
1.04 3.43
3.38 6.09
5.26 7.33
9.04 sneltrein 10.40
10.38 12.38
Bovendien van Alkmaar naar Hel
der: des Zondagsmorgens, vertrek
9.07, aankomst 10.14, en dagelijks,
des avonds, vertrek 10.08, aankomst
11.16.
o.a. die betreffende dienstper
soneel, te koop, te huur, enz.,
worden alleen tagen contante
betaling aangenomen.
FEUILLETON.
6)
INDISCHE ROMAN
doob
J. S. E.
De hooghartige houding, die hy
aristocratisch dacht, maakte op jonge
meisjes wel indruk.
Zou ook Emmy maar dat was
te dwaas dacht Willy, nu een
man als George, een verstandige
kop, een forsche jonge man met een
goede positie, zoo klaarblijkelijk werk
van haar maakte.
Willy begreep Emmy niet. Ze zou
haar maar haar gang laten gaan
ze deed dus alsof ze de opmerking
niet gehoord had en bleef kalm luis
teren naar Karei, die de opmerking
van Eddy volkomen negeerde en
beurtelings baar en Poppy aanziende,
Duitsch versje declameerde, waarvan
de telkens weerkeerende slotregel
was: leb und die blonde Comtessin."
„Maar mijn Comtessin mag ook
zwart haar hebben," voegde bij er
aan toe.
„Dat begrijp ik al," lachte Willy,
die Karei om zyn vroolljke aard
graag mocht, maar Poppy trok een
lipje en pruilde„Ik wil straks niet
moer met je in het rijtuig zitten, als
je zoo voortgaat."
„Pontiflce de Baal, excuse ma
faiblesse." Karei viel op de knieén
en strekte theatraal de handen naar
Poppy uit.
„Tegen faiblesse is haematogeen
goed!" gichelde Mies en ze was zóó
blij met haar aardigheid, dat ze die
nog eenige malon herhaalde.
Mies Gelke was uitgelaten. Ze was
nog niet lang in Indié en alles vond
ze daar even heerlijk. Ze kwam uit
een Hollandschen kring, waar het
woord pic-nic. nauwelijks bekend was,
en zoo'n dag uit vond ze overheerlijk.
Het maakte haar overmoedig.
„Ik ga voetje spoelen," riep ze
plotseling.
„Voorzichtig," vermaande Verloot,
een nieuwe sigaar aanstekende. Hij
voelde niets voor dergelijke „jeugdige
onbezonnenheden" en was nergens
banger voor, dan dat hy straks wel
licht door een angstgeschreeuw van
zijn beschermelinge, uit zijn rust zou
worden opgeschrikt.
't Is zoo ondiep. Is me dat een
rivier l Je kunt overal den bodem
zien."
Er is een sterke stroom in de kali,"
vermaande Verloot weer, zich half
oprichtende uit zyn liggende houding.
Maar Mies had kousen en schoenen
al uitgetrokken.
„Wie gaat er mee? Toe Poppy,
wees nu niet flauw, ga nu meê zeg.
't Zal zoo heerlijk frisch zijn."
„Willen we het doen?" vroeg
Poppy aan mevrouw Verloot en ze
zag Karei aan.
„Gunst kind, waarom niet?"
„Dan volg ik gedwee. Wofaszich
dich unendlicbe Natur?", en voor
Poppy het beletten kon, reeg Karei
haar schoenen los;'toen trok hy óók
schoenen en kousen uit, en even
laterplasten ze het schuimende
water in.
„O, wat zyn die steenen hard,"
klaagde Mies.
Dat went wel," riep Poppy, die
thuis nog altijd op bloote voeten
liep.
Karei bad haar hand gepakt en ze
plasten door het water, dat hen
haast tot de knieén reikte.
„Vraag of George en Emmy ook
komen, Eddy durft toch niet," zei ze.
Maar George en Emmy waren het
bosch ingeloopen. Emmy wilde bloe
men zoeken en George volgde heel
gewillig.
Verloot had de panamahoed voor
de oogen getrokken en de oogen
gesloten; na de goede lunch en een
paar glazen wyn genoot hij een dolce
far niente.
Eddy lag voorover in het gras en
trok de kleine sprietjes uit, die hy
dan aan stukjes trok. Telkens zag
hy naar Willy op die naast hem zat,
en al haar aandacht had by de drie
in de kali.
„Net kleine kinderen," mompelde
Eddy.
„Ik zou nog best eens meê willen
doen," bekende Willy.
Als je gaat, ga ik mée."
Ik denk er niet aan. Willem zou
het nooit goed vinden. Dat past geen
getrouwde vrouw!"
„Kyk dat bleeke kind de rokken
eens hoog optillen. Hoe kwam je. er
feitelijk toe dat enfant terrible meê
te nemen?"
„We hadden immers nog een dame
noodig, en Tanahtinggie heeft nu
eenmaal niet beter. Hè, Mies, niet
zoo diep gaan, en houd je japon
niet zoo hoog op." Mies lachte en
Karei zong„Moeder als je me kousen
koopt,dan koop mekousen metkuiten."
Shocking 1" riep Eddy luid en Mies
liet van schrik haar neteldoeksch
japonnetje vallen.
„Kind, wat doe jeHoe moet je
nu thuis komen met die natte jurk?"
vroeg Poppy.
„Daar dacht ik heel niet aan. Myn-
heer Leegh maakte me ook zoo aan
het schrikken, maar misschien kan
ik straks in de zon wel drogen," was
het antwoord.
George en Emmy waren intusschen
langs het nauwe slingerpad het bosch
ingewandeld.
„Vind je mevrouw Verloot niet
bespotteiyk met Leegh begon
Emmy.
„'t Is je eigen schuld."
„Dat is niet waar, ze deden van
ochtend ook al zoo mal samen. Ze
moest er wat meer denken, dat ze
getrouwd is".
„Kom, wat kan het ons schelen?
Leegh is een hol vat of een holle
fat, net als je wilt, en mevrouw
Verloot is een beetje koket. Ze meent
het niet kwaad. Ze is nog zoo jong
en speelt nu wat met het pedante
,Als je een jongejuffrouw in uni
form en knappe vent belieft te
't Is ook wel een knappe man,"
plaagde Emmy.
„Hy is toch vrywillig officier ge
worden een naar Indiö gegaan, en
dat doet geen jongejuffrouw," zei
Emmy weer.
„Ja zekereen kostelooze opleiding
en een mooi pakje met glimmende
knoopen. Een man met durf, die het
liefst met slobkousen en ruwe berg-
laarzen aan en een breede hoed op,
de rimboe ingaat; dat zyn kerels,
die praesteeren wat, en voor zulke
officieren, zooals de meesten mannen
met een helderen kop op een stevige
body, heb ik respect. Maar een
zwakkeling als Leegh, die met lak
schoenen en een glimmende sabel in
de balzaal pronkt, bah!"
„Ik dacht, dat by nog al een vriend
van je was," Emmy begreep de
reden van Georges minachting zeer
goed.
„Dat is te zeggen, ik ken hem uit
myn schooltyd, en'nu hebben we
mekaar toevallig weer hier ontmoet;
maar we zyn nooit bevriend geweest.
Trouwens ik heb maar eén vriend,
dat weet je wel, - Karei."
Emmy keek hem guitig aam
„O jy 1" en ze dreigde met haar
vinger, „die vriendschap is ook pas
de laatste maanden zoo innig."
George lachte, maar hy sprak haar
niet tegen.
„Zeg Em," begon hy toen, „heeft
Karei wel eens met jou over Poppy
gesproken
„Neen nooit, hoe dat?"
„Heeft Poppy dan wel eens met
je ovér Karei gepraat?"
„Wat 'n inquisitie! Ja ik geloof
si
„En...?"
„Dat zeg ik je niet. Vraag het
Poppy zelf maar, als je alles zoo
nauwkeurig weten wilt"
,Ik vraag het om Karei."
.,Laat Karei het dan liever recht
streeks aan my vragen, of nog beter
direct aan Poppy zelf."
Denk je dan dat hy kans heeft?"
„Wat zyn jullie mannen toch dom.
Juilie zyt tusschenbeide ziende blind,
geloof ik. Als je dat nu nog niet
is hebt gemerkt."
,Het kon wel koketterie zijn 1"
jPoppy koket! Da hórt ja alles
auf, Ze is een en al natuur. Neen,
dan ken je Poppy toch slecht. Ik
verzeker je, dat Karei de eerste is,
en 't is by haar Karei of niemand.
Zoo goed ken ik Poppy dan wel.
Dacht je, dat ze anders zoo maar
kalm zou toelaten, dat hy zyn arm
om haar hals legde in vol gezel
schap
't Was brutaal van Karei, maar
van hem kan jedereen alles velen,"
zuchtte George met een komischen
blik op Emmy.
„Nu probeer jij het dan straks ook
eens, misschien heb je evenveel geluk!"
By wie?"
We hebben het toch over niemand
anders dan over Poppy Meenens ge
loof ik," was het antwoord.
„O, by hiidr, en we hebben haar
net aan Karei uitgehuweiykt."
„Nu bij Mies dan." spotte Emmy.
„Dank je, als je niet beter voor
e bestemd hebt."
„Ik ken je keus toch niet," zei ze
koket.
„Ken jij myn keus niet Emmy
Hy stond stil en greep Emmy bij
de hand. Hy trachtte haar in de oogen
te zien, maar Emmy hield den blik
strak op den grond gevestigd.
't Was heel stil in het bosch. Een
koeltje streek door de hooge takken
en door de bladeren vielen de zonne
stralen, grillig plekken op den grond
teekenend.
„Em, mag ik je iets vragen?"
vervolgde George heel zacht, en zijn
stem beefde. Emmy trok haar hand
los.
.,0 neen George, neen, vraag me
nu niets!" Ze kleurde diep en ont
week zyn blik.
„Waarom nu niet, Em?" vervolgde
George en al zyn liefde lag in den
klank van zyn stem „Begryp je dan
niet, wat ik je vragen wil
„O, juist d&Lrom," smeekte Emmy,
„toe George, vraag me niets."
„Zou je me weigeren wat ik je
vroeg?" Zyn stem klonk haast
droevig.
„Ik wéét het niet, ik weet het
heusch niet," zei ze aarzelend en
jlk heb je zoo innig lief, Em, ik
houd zoo h^*441 veel van je,"
barstte hy i
,0 Georg-ree-f,.
B., set"