Grafsteenen Wybeil Erdal MAGAZIJN „DE STER". ONZE 50 CENTS BOTER. OSSENLAPPEN, De Smart REKENING-COURANT. DE HELDERSCHE BANK. R. BAKKÉR Dz., Keizerstraat 56. Aanbesteding. J. v. LEDEN, Zuidstraat. Dames verrast „Ons Belang". Tabletten i- en LANGESTRAAT 29 - HELDER. E. OOSTENDORP ZOON ALLEEN voor de gemeente Helder. E. OOSTENDORP ZOON Zoolang de voorraad strekt voor f 1.20 en f 1.30 per el. De prima kwaliteit doet de omzet vergrooten. ZONDAGSBLAD. Uitgever m Firma Wed. LI. GROEN, is bij A. v. d. WOUW, „HELDRIA". T. van Zuylen, HET VLIEGKAMP Kleine Advertentiën AMOR AMANTIBUS. Op VRIJDAG 21 JANUARI a.s., 'a morgens 10 uur, zal oodergeteeken- de voor den Heer L. S. BEEK, in het Café van den Heer P. GROOT, aan het Koningsplein, publiek aanbesteden: Het bouwen ven een Varkens- boet In de Heldersche polder. Aanwijziging Woensdag 19 Januari a.s., 's middags van 1 - 4 uur, ten kan tore van ondergeteekende. Bestek en teekening ad f 0.50 per stel, verkrijgbaar ten kantore voornoemd. De Architect, G. DE BEURS Gz. De ONTVANGER DER REGISTRA TIE EN DOMEINEN te den Helder, zil WOENSDAG 26 JANUARI 1916, voor den tyd van één jaar, in gaande 1 Mei 1916 bij inschrijving verpachten: De JACHT op de bulten- en binnen duinen onder de gemeente Den Helder en op den Koegras Zanddijk met zijn blnnenbermen, aldaar. De onderteekende inschrijvingsbil jetten moeten vöór 11 uur van voor melden datum ten kantore worden ingeleverd. Nadere inlichtingen zijn te bekomen bij genoemden Ontvanger. ZATERDAG en ZONDAG bij BI] A. BLIKKENHORST is verkrijgbaar: Dik vet SCHAPENVLEESCH 40 ct., Lapjes 50 ct., Schapenvet 40 ct.; Nuchter KALFSVLEESCHLapjes 50 ct, Carbonade 30 ct. Alles per 5 ons. Langestraat 46 HELDER* Uw echtgenoot met een SCHEERMESSCHERPER SUCCES, waarmede hij zyn scheer mes in enkele seconden vlijmscherp maakt. Prijs f 1.50 (naar buiten f 1.65). H. KOPPEN, Hoofdgracht 84. SPECIALITEIT van het MAGAZIJN,.DE STER" N. EISELIN, Fotograaf, Kanaalweg 3, Levert vergrootlngen ven nieuwe en oude portretten. Beg raten is-Vereeniging Aansprekers: R. M. BOUMA, 2de Vroonstraat 9. J. J. BUT, Breewaterstraat 57. P. REINTS, lste Vroonstraat 11. Het Bestuur: H. F. B. DISSEN, Gravenstraat 88. A. v. WAARDEN, Laan 28. P. REINTS, lste Vroonstraat 11. De Rooker j§ HH - verfrltchf de tong hel iü bette door het gebruik g s van Wybert-tabletten; zij tmaken aangenaam ="- ÜH en vrijwaren tegelijker» tijd voorverkoudheden en de gevolgen daar» BIJ alle apotheken en drogltlen 60 cent. en de onaangenaamheid, welke harde, slechte schoenen veroorzaken, kunt U zich besparen door de schoenen zacht en lenig te maken met de schoencrême zwart geel bruin r' betalen vanaf heden voor Goede vodden 12 ct. p. K.G. Vodden met gebreide wol20 Enkel gebreide vel en Oude wollen dekens gonje 2 tapijten 4 boeken en couranten 2 Rood kopei 145 Geel koper unit 50.65 lot BO Zink GO lood 30 Matrashaar 00 Tamme Konijnenvellen 15,20 „stuk Spoed U naar de Lompensorteerderij LANGESTflAAT 29. De goederen worden van huis gehaald. Aanbavelend, Wij openen rekening-courant en chequerekening met koop lieden, winkeliers, landbou wers en particulieren. - -: 140 cM. breed, Slechts een kleine partijwerd ons hiervan als restant eener order op een oud contract geleverd. Deze prijzen zijn dus beneden alle concurrentie. Koopt daarom AANBEVELEND, Voor Uwa Kinderen is „VICTORIA" een onovertrefbare hoofd Eau de Cologne. Per flacon 25 en 35 cent. „HEURECA" werkt eveneens verrassend zeker en is aangenamer in 't gebruik doordat het reukloos is. Het kost 35 en 50 cent per flacon. Proefllacon 20 cent. Deze hoofdwaters bestaan uitzuivere extrac- tieve plantenstoffen en beantwoorden vol komen aan de eischen, welke men voor dergelijke hoofdwaters stelt. Verkrljgb. bij den Heer Wijtsma, Middenstr. en handelsmerkx bij den fabrikant S. C. G. de Man, Koningstr. 39. r S deze Courant, - aa lilK4W?ellJi tefiid vu WwuOMteg. ^<fr. p. post 52* dj.) D» gering» prtJ» i gnea onier lesers eaa beleLssi li}a ca te teekeoee. V Proefnummers j op iaii.r*ga «ralw. benxpbtitajntp ton i>a.qsblai> 1 5^Tir5iï~v7ê 44 MU rm ZUIDSTRAAT 79, is het bekende adres waar men den HOOGSTEN PRIJS ontvangt voor: Goud, Zilver, Galon, Naaimachines, Meubelen en alle voorkomende arti kelen. Heeft ook weder een mooie NAAIMACHINE te koop. 't Meest bekend adres voor JANZENSTRAAT Z. HAARHERSTELLER. Beproefd middel tegen het uitvallen en tot bevordering van den hergroei van 't hoofdhaar, blijkt steeds het beste. Per flacon 50 cent. Alléén verkrijgbaar bij: Spoorstraat, Coiffeur. Verschenen bij C. DE BOER Jb. te Helder: MAANDBLAD VOOR BELANGSTELLENDEN IN DE VLIEB8P0RT. Onder Redactie van den len luitenant-vliegenier F. van Heyst, den luitenant ter zee Kabel Mul- leb, den 2en luitenant J. Düinkeb. Abonneminltprijs I I.S0 pu kwartaal. Een dag In gaten. Van het Westelijk front omschrijft een soldaat zijn indrukken over een angstigen dag op de volgende boeien de wijze in de „Vorwarts": Het was een ellendig koude, mistig- vochtige nacht geweest. Patrouilles hadden gemeld, dat het bij den vijand zeer levendig toe ging. Dit maakte een scherp oppassen noodzakelijk. De gaten, die men een dag tevoren op afstanden van twee pas in den steen- harden grond gegraven had, konden niet, zooals oorsponkelljk het plan was, dieper gemaakt en met elkaar tot loopgraven verbonden worden. De mannen moesten uitkijken, klaar om te schieten. Zij hadden het gruwelijk koud. Toen de dag aanbrak, kwam de met zoo groote spanning verwachte aflossing niet. De compagnie moest in stelling blijven. De stelling moest verborgen blijven voor de vijandelijke vliegers, een ieder moest dus trachten het zich zoo gemakkelijk mogelijk te maken in zijn gat. Daarin moest hij de geheelen dag blijven, zonder het hoofd of het bovenlichaam er uit te steken. Waren de vliegers boven de stelling, dan mocht men zelfs geen beweging m&ken. En de gaten waren ondiep, soms nauwelijks een halven Meter, smal en ongemakkelijk. Men kon er niet fatsoenlijk in zitten zelfs, laat staan liggen. De een zat, de ander lag, met de kniön onder de kin, als een ge knakte lucifer, anderen hadden de beenen uitgestrekt, maar moesten hun lichaam op zjj gebogen houden, opdat het hoofd niet uit den kuil kwam kijken. En op den bodem was niets dan harde steen. De kapotjas, de eenige bescherming tegen de koude, was nat van den mist. De ledenmaten waren stijf van het stil zitten gedurende den nacht. Het heele lichaam bibberde. Het eenige, wat er aan ontbrak, was dat de vijandelijke artillerie nog begon te schieten. Zij begon te schieten. Het was nog geen negen uur toen de kanonnade begon. Dadelijk, nadat de eerste vliegers de buurt hadden afgezocht. Zonder eenige twijfel hadden zij de gaten ontdekt. En zij dirigeerden het vuur goed. Eerst sloegen de projec tielen twee batterijen moeten er aan het werk geweest zijn nu eens hier, dan daar in. Doch spoedig schoot men zuiverder, En na één, twee uren, waren de kanonnen prach tig ingeschoten. Met verbazingwek kende zekerheid namen zij de geheele linie van gaten onder vuur. In pauzes, nu eens kort, dan weer langer, zonden zij hun groet. Nu eens een salvo in den rechterhoek, dan weer met waanzinnige snelheid acht schoten links daarvan. Daarna in het midden Bij de lichamelijke kwellingen, het stil liggen in onmogelijke houdingen, in koude en mist, kwamen gruwelijke psychische kwellingen een wachten en loeren op den onzichtbaren vijand. Zoo juist had de linkervleugel er aan moeten geloove Waarheen zou het vuur nu gericht worden Hoe lang zullen zo aan den overkant nog wachteD, voor zij het volgende ge niepige salvo sturen? Nu begiDnen ze weerNeen, dat was toch een ander geluidZe dralen daar ginds nog steedsMaar nunu suizen ze weer, de granaten, slag op slag. Heel dicht op elkaar en heel dicht bij... het oog kan niets zien, maar het trommelvlies wordt verscheurd. En aarde, steentjes vallen in het gat. Met waanzinnige snelheid gaan allerlei gedachten door het hoofdNu is het gedaan, voorbijhet volgende schot brengt het einde of misschien toch niet Slaan de granaten niet al verder in Vervloekt, toch niet, heel dichtbij nu een wonder, datje nog leeft maar heb maar niet te veel hoop je hoeft niet te denken dat je ooit weer thuis komtde kinderen, de lieve kinderenneen niet sterven misschien gaat het ditmaal voorbij. De acht schoten zyn er toch reeds geweest. Of ontbrak er nog één aan •Neen, het blijft stil. De andere salvo's zullen andere gedeelten van de linie onder vuur nemen. Voor een half uur heb je rust. Maar de dag Is nog zoo lang, zoo verschrikkelijk lang. En koud. Het is net twaalf uur. Voor zes uur wordt het niet donker. Zoo lang moeten wij het uithouden. Uithouden in deze houding, bij dit vuur. Verschrikkelijk 1 Het ergste zou zijn, wanneer je nu getroffen werd door een granaatscherf, die niet onmiddellijk doodtDan kun je hier langzaam dood bloeden. Niemand zal er, mag er komen om je helpen, je te verbinden, je weg te dragen. En zelf kan je er niet uit kruipen. Gruwelijk om daaraan te moeten deDken Hoevelen liggen er misschien reeds naast me dood te bloeden. Of reeds dood en stom. De minuten tellen. Dat leidt de gedachten af en laat den tijd voorbij gaan. Dit middel heeft reeds zoo vaak geholpen. Een, twee, drie, vier Eindeloos, zoo'n enkele minuut. Het hurken in de onnatuurlijke houding wordt steeds onverdraaglij ker. De ledematen slapen in. Natuur lijke behoeften gaan kwellen. Nu weer een salvo Naast me steunt en reutelt er een „Hospitaalsoldaathospitaal soldaat I" Ja, roep maarhospitaalsoldaat. Arme kerel! Geen sterveling kan je helpen. Niet eens hij, die drie pas van je af ligt „Hospitaalsoldaat 1roept toch helpt toch hospitaalsoldaat". Een paar stemmen roepen het verder, niettegenstaande ze allen weten, dat het geen doel heeft. Maar het geeft den gewonde misschien troost. Een van de buren tracht hem ook moed in te spreken„Een beetje geduld. Er zal er wel een komen. Het wordt al donker. Verbind je voorloopig zelf I". „Ik kannietroept toch hulp". De stem wordt al zacht. Tenslotte hoort men alleen nog het steunen en kermen. Vier uur 's middags. Het vuur wordt levendiger, de pauzen worden steeds korter. Niet een, die nog niet onder de aarde bedolven is geraakt. Einde lijk wordt het vuren flauwer. Langzaam, opwindend langzaam, wordt het donkerder. Nog een half uur misschien, dan zal het mogelijk zijn uit het gat te kruipen, de lede maten uit te strekken dan zal misschien bet vuur ook verstommen. Eindelijk moet het bevel tot weg- marcheeren toch komen. Het blijft rustig. Er is duB gevaar meer. Er uit, uit het ellendige gat! Maar het is vlugger gezegd dan gedaan. De ledematen gehoorzamen ternauwernood aan den wil. En dan komt er plotseling nog een salvo Eindelek In het schemerende donker loopt men achter de gaten heen en weer Soldaten, die zich trachten te warmen, de gaten naar gewonden afzoeken. De hospitaalsoldaten hebben veel te doen. De een voor, de ander na slepen zij weg in bruine tentbanen. In vele gaten zitten nog donkere gedaanten. „Hé, jij!" Ni6ts beweegt. „Slaap je?" Alles blijft stil. „Scheeltje wat?" Nog steeds geen beweging. De vrager knielt om den stomme wakker te schudden. Zijn hand wordt vochtig. Bloed. Het voorhoofd is koud. Dood De officieren loopen heen en weer. „Jelui moeten weer in de gaten. Een paar uren moet jelui het nog vol houden, tot de aflossing komt." Langzaam wordt er gehoorzaamd. Maar aan den overkant bliksemt het weer een paar maal op. De laatste is weer in zijn gat Tot tien uur uithouden. Dan komt de aflossende compagnie. „Liever een jaar tuchthuis, dan nog zoo'n dag," bromt er een tusschen de Een makker van hem knikt toe stemmend. UIT DEN OMTREK. Texel, 12 Jan. Dagelijks hoort men geweldige knallen van aan het strand aange spoelde en opgeruimd wordende mijnen. Menschen en dieren schrikken hierbij gedurig. Vooral ziet men tel kens groote vluchten vogels rond vliegen. Door iemand, die aan het strand wandelde, is gevangen een keurig oud voorwerp van de vogelsoort, die men Papegaaiduiker of Zeepapegaai noemt. Slechts zelden komen hier dergelijke oude exemplaren voor. Het dier is voor een wetenschappo lijk doel opgezonden. Bij het nogal omvangrijke werk tot 't inrichten van een water vliegkamp, tusschen de Hors en het Hornije, komen gedurig verschillende belang stellenden 'n kijkje nemen. Er zal nog een derde zandzuiger in werking worden gesteld, ter uitdieping van „De Mok". Op den Stuifdijk verrijst een kazerne. Aan het Westerstrand werd Maan dag 'n Duitsche mijn gevonden, van buitengewoon groote afmeting. Na't doen springen der in de vorige week aangespoelde mijneD, werden stukjes koper gevonden tot op ruim 600 M. van 't ontplofte voorwerp. Nog een mijn. Gisteren werd per vrachtwagen op de haven aangebracht, een nabij den Hoorn aangespoelde mijn, die gedeelte lijk gedémonteerd was. Wijselijk werd het gevaarlijke voorwerp geweigerd voor 't vervoer naar den Helder per stoomboot. Toen is een visschers- vaartuig afgehuurd om de mijn over te brengen. ir, aanvangende MAANDAG 18 0CT0BER. Vertrek van Helder Aankomst te Amsterdam iag« sta., doch niet op SG Doe. en 84 Apr. 6.24 7.40 sneltrein 9.11 9.11 niet op Zondag 9.36 12 12 2.19 1.05 2.02 3.09 4.37 nlloün op Zaterdag 3.06 4.10 5.35 6.05 alleen op Zaterdag 7.40 «neltreln 9.17 8.27 10.54 Bovendien loopt een trein op Zon dagmorgen v. Helder naar Alkmaar vertrek 6.58, aankomst 8.07. En op Donderdagmorgen een trein van Helder naar Schagen vertrek 7.48, aankomst 8.51. Vertrek van Aankomst te Amsterdam Helder 6.S7 8.35 5&ÏÏ 7.55 sneltrein 9.23 9.14 11.29 1.04 3.43 3.38 6.09 5.26 7.33 9.04 sneltrein 10.40 10.38 12.38 Bovendien van Alkmaar naar Hel der: des Zondagsmorgens, vertrek 9.07, aankomst 10.14, en dagelijks, des avonds, vertrek 10.08, aankomst 11.16. o.a. die betreffende dienstper soneel, te koop, te huur, enz., worden alleen tagen contante betaling aangenomen. FEUILLETON. 6) INDISCHE ROMAN doob J. S. E. De hooghartige houding, die hy aristocratisch dacht, maakte op jonge meisjes wel indruk. Zou ook Emmy maar dat was te dwaas dacht Willy, nu een man als George, een verstandige kop, een forsche jonge man met een goede positie, zoo klaarblijkelijk werk van haar maakte. Willy begreep Emmy niet. Ze zou haar maar haar gang laten gaan ze deed dus alsof ze de opmerking niet gehoord had en bleef kalm luis teren naar Karei, die de opmerking van Eddy volkomen negeerde en beurtelings baar en Poppy aanziende, Duitsch versje declameerde, waarvan de telkens weerkeerende slotregel was: leb und die blonde Comtessin." „Maar mijn Comtessin mag ook zwart haar hebben," voegde bij er aan toe. „Dat begrijp ik al," lachte Willy, die Karei om zyn vroolljke aard graag mocht, maar Poppy trok een lipje en pruilde„Ik wil straks niet moer met je in het rijtuig zitten, als je zoo voortgaat." „Pontiflce de Baal, excuse ma faiblesse." Karei viel op de knieén en strekte theatraal de handen naar Poppy uit. „Tegen faiblesse is haematogeen goed!" gichelde Mies en ze was zóó blij met haar aardigheid, dat ze die nog eenige malon herhaalde. Mies Gelke was uitgelaten. Ze was nog niet lang in Indié en alles vond ze daar even heerlijk. Ze kwam uit een Hollandschen kring, waar het woord pic-nic. nauwelijks bekend was, en zoo'n dag uit vond ze overheerlijk. Het maakte haar overmoedig. „Ik ga voetje spoelen," riep ze plotseling. „Voorzichtig," vermaande Verloot, een nieuwe sigaar aanstekende. Hij voelde niets voor dergelijke „jeugdige onbezonnenheden" en was nergens banger voor, dan dat hy straks wel licht door een angstgeschreeuw van zijn beschermelinge, uit zijn rust zou worden opgeschrikt. 't Is zoo ondiep. Is me dat een rivier l Je kunt overal den bodem zien." Er is een sterke stroom in de kali," vermaande Verloot weer, zich half oprichtende uit zyn liggende houding. Maar Mies had kousen en schoenen al uitgetrokken. „Wie gaat er mee? Toe Poppy, wees nu niet flauw, ga nu meê zeg. 't Zal zoo heerlijk frisch zijn." „Willen we het doen?" vroeg Poppy aan mevrouw Verloot en ze zag Karei aan. „Gunst kind, waarom niet?" „Dan volg ik gedwee. Wofaszich dich unendlicbe Natur?", en voor Poppy het beletten kon, reeg Karei haar schoenen los;'toen trok hy óók schoenen en kousen uit, en even laterplasten ze het schuimende water in. „O, wat zyn die steenen hard," klaagde Mies. Dat went wel," riep Poppy, die thuis nog altijd op bloote voeten liep. Karei bad haar hand gepakt en ze plasten door het water, dat hen haast tot de knieén reikte. „Vraag of George en Emmy ook komen, Eddy durft toch niet," zei ze. Maar George en Emmy waren het bosch ingeloopen. Emmy wilde bloe men zoeken en George volgde heel gewillig. Verloot had de panamahoed voor de oogen getrokken en de oogen gesloten; na de goede lunch en een paar glazen wyn genoot hij een dolce far niente. Eddy lag voorover in het gras en trok de kleine sprietjes uit, die hy dan aan stukjes trok. Telkens zag hy naar Willy op die naast hem zat, en al haar aandacht had by de drie in de kali. „Net kleine kinderen," mompelde Eddy. „Ik zou nog best eens meê willen doen," bekende Willy. Als je gaat, ga ik mée." Ik denk er niet aan. Willem zou het nooit goed vinden. Dat past geen getrouwde vrouw!" „Kyk dat bleeke kind de rokken eens hoog optillen. Hoe kwam je. er feitelijk toe dat enfant terrible meê te nemen?" „We hadden immers nog een dame noodig, en Tanahtinggie heeft nu eenmaal niet beter. Hè, Mies, niet zoo diep gaan, en houd je japon niet zoo hoog op." Mies lachte en Karei zong„Moeder als je me kousen koopt,dan koop mekousen metkuiten." Shocking 1" riep Eddy luid en Mies liet van schrik haar neteldoeksch japonnetje vallen. „Kind, wat doe jeHoe moet je nu thuis komen met die natte jurk?" vroeg Poppy. „Daar dacht ik heel niet aan. Myn- heer Leegh maakte me ook zoo aan het schrikken, maar misschien kan ik straks in de zon wel drogen," was het antwoord. George en Emmy waren intusschen langs het nauwe slingerpad het bosch ingewandeld. „Vind je mevrouw Verloot niet bespotteiyk met Leegh begon Emmy. „'t Is je eigen schuld." „Dat is niet waar, ze deden van ochtend ook al zoo mal samen. Ze moest er wat meer denken, dat ze getrouwd is". „Kom, wat kan het ons schelen? Leegh is een hol vat of een holle fat, net als je wilt, en mevrouw Verloot is een beetje koket. Ze meent het niet kwaad. Ze is nog zoo jong en speelt nu wat met het pedante ,Als je een jongejuffrouw in uni form en knappe vent belieft te 't Is ook wel een knappe man," plaagde Emmy. „Hy is toch vrywillig officier ge worden een naar Indiö gegaan, en dat doet geen jongejuffrouw," zei Emmy weer. „Ja zekereen kostelooze opleiding en een mooi pakje met glimmende knoopen. Een man met durf, die het liefst met slobkousen en ruwe berg- laarzen aan en een breede hoed op, de rimboe ingaat; dat zyn kerels, die praesteeren wat, en voor zulke officieren, zooals de meesten mannen met een helderen kop op een stevige body, heb ik respect. Maar een zwakkeling als Leegh, die met lak schoenen en een glimmende sabel in de balzaal pronkt, bah!" „Ik dacht, dat by nog al een vriend van je was," Emmy begreep de reden van Georges minachting zeer goed. „Dat is te zeggen, ik ken hem uit myn schooltyd, en'nu hebben we mekaar toevallig weer hier ontmoet; maar we zyn nooit bevriend geweest. Trouwens ik heb maar eén vriend, dat weet je wel, - Karei." Emmy keek hem guitig aam „O jy 1" en ze dreigde met haar vinger, „die vriendschap is ook pas de laatste maanden zoo innig." George lachte, maar hy sprak haar niet tegen. „Zeg Em," begon hy toen, „heeft Karei wel eens met jou over Poppy gesproken „Neen nooit, hoe dat?" „Heeft Poppy dan wel eens met je ovér Karei gepraat?" „Wat 'n inquisitie! Ja ik geloof si „En...?" „Dat zeg ik je niet. Vraag het Poppy zelf maar, als je alles zoo nauwkeurig weten wilt" ,Ik vraag het om Karei." .,Laat Karei het dan liever recht streeks aan my vragen, of nog beter direct aan Poppy zelf." Denk je dan dat hy kans heeft?" „Wat zyn jullie mannen toch dom. Juilie zyt tusschenbeide ziende blind, geloof ik. Als je dat nu nog niet is hebt gemerkt." ,Het kon wel koketterie zijn 1" jPoppy koket! Da hórt ja alles auf, Ze is een en al natuur. Neen, dan ken je Poppy toch slecht. Ik verzeker je, dat Karei de eerste is, en 't is by haar Karei of niemand. Zoo goed ken ik Poppy dan wel. Dacht je, dat ze anders zoo maar kalm zou toelaten, dat hy zyn arm om haar hals legde in vol gezel schap 't Was brutaal van Karei, maar van hem kan jedereen alles velen," zuchtte George met een komischen blik op Emmy. „Nu probeer jij het dan straks ook eens, misschien heb je evenveel geluk!" By wie?" We hebben het toch over niemand anders dan over Poppy Meenens ge loof ik," was het antwoord. „O, by hiidr, en we hebben haar net aan Karei uitgehuweiykt." „Nu bij Mies dan." spotte Emmy. „Dank je, als je niet beter voor e bestemd hebt." „Ik ken je keus toch niet," zei ze koket. „Ken jij myn keus niet Emmy Hy stond stil en greep Emmy bij de hand. Hy trachtte haar in de oogen te zien, maar Emmy hield den blik strak op den grond gevestigd. 't Was heel stil in het bosch. Een koeltje streek door de hooge takken en door de bladeren vielen de zonne stralen, grillig plekken op den grond teekenend. „Em, mag ik je iets vragen?" vervolgde George heel zacht, en zijn stem beefde. Emmy trok haar hand los. .,0 neen George, neen, vraag me nu niets!" Ze kleurde diep en ont week zyn blik. „Waarom nu niet, Em?" vervolgde George en al zyn liefde lag in den klank van zyn stem „Begryp je dan niet, wat ik je vragen wil „O, juist d&Lrom," smeekte Emmy, „toe George, vraag me niets." „Zou je me weigeren wat ik je vroeg?" Zyn stem klonk haast droevig. „Ik wéét het niet, ik weet het heusch niet," zei ze aarzelend en jlk heb je zoo innig lief, Em, ik houd zoo h^*441 veel van je," barstte hy i ,0 Georg-ree-f,. B., set"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1916 | | pagina 4