HELDERSCHE COURANT ~"v -e --y DINSDAG 18 JANUARI 1916 44e JAARGANG Op pagina 4 van dit blad Is opgenomen 1. Gemeenteraad. 2. Ingezonden. 3. Uit den omtrek. 4. Feuilleton, enz. DE OORLOG. Da offlcieele legerberichten van 1S en 16 Januari. Aan het W e s t e 1 y k front hadden geen gebeurtenissen van belang plaats. Van het O o s t e 1 y k front. Naar van Oostenryksche zijde ge meld wordt, duren de gevechten aan de Bessarabische grens met groote hevigheid voort. Vier-, soms zesmaal achtereen vielen de Russen aan. Tel kens werden zij evenwel weder terug geslagen. Op een deel van het front bleven meer dan 2000 lijken liggen. Twee. officieren en 210 man werden gevangen genomen. Nergens hebben de Russen eenig terrein gewonnen. De Russische legerberichten geven den toestand als onveranderd aan. Van het Zuidelijk front. Het Oostenrijksche communiqué van den 16en meldt dat bij Oslavia een sterke stelling der Italianen ver- meesterd werd. Naar van Italiaansche zijde wordt gemeld, vernietigden de Italianen- op den Monte San Michele verscheidene honderden meters loop graaf. Van het gevechtsterrein op den Balkan. Uit Weenen wordt dd. 15 dezer ge meld, dat de Oostenrijkers bij de ach tervolging der Montenegrynen Spizza bezet hebben. Te Cettinje werden 154 kanonnen, 10.000 geweren, 10 machinegeweren en veel munitie buit gemaakt. Het aantal stukken buitgemaakt in de gevechten om den Lowstjen steeg tot 45. 800 man werden gevangen genomen. Ten Z. van Berane, waar de Montenegrijnen nog stand hielden, werd de stelling op de Grandina by een stormaanval genonen. Van het Russisch-Turksche front. Een bericht uit St. Petersburg, dd. 16 dezer meldtBij de gevechten op 14 dezer hebben wij 20 Turksche officieren en ruim 400 soldaten ge vangen genomen, en 6 kanonnen, waaronder een zwaar, 8 mitrailleurs, veel munitie, levensmiddelen en uit rustingstukken buitgemaakt. Uit Mesopotamie. Een Engelsch bericht meldt dat de Turken, welke een stelling op 25 K.M. ten O. van Koet-el-Amara bezet hadden, aangevallen werden. Zij wer den veiv-.agen en moesten verder torugtrekken. De berichten uit P e r z i spreken elkaar tegen. Van Turksche zijde wordt medegedeeld dat de Russen verslagen werden, terwijl de Russen het terugdrijven der Turksch-Duitsche troepen melden. Oostenrijksche kruiser In den grond geboord. Parijs, 14 Jan. De Fransche duik boot Foucault heeft in de nabijheid van Cattaro een Oostenrijkschen kruiser van het type Novara in den grond geboord. [De Novara behoort tot een klasse van kleine pantserdekkruisers van 8520 ton, gewapend met 9 kanonnen van 10 c.M., 1 kanon van 4.7 c.M. en 2 torpedolanceerbuizensnelheid 27 mijl. De bemanning bestaat uit 320 koppen. De kruisers van deze klasse zijn in 1912 1913 gebouwd]. Do duikboot- en mljnoorlog. Het Engelsche stoomschip „Coquet" (4396 ton) is gezonken. Het Spaan- sche stoomschip „Bayo", van Huelva naar La Palice is op een mijn geloo- pen en gezonken. 25 menschen ver dronken. Verscherping der blokkade. De „Daily Mail" houdt in een hoofdartikel een pleidooi voor ver scherping der blokkade, met het doel, te beletten, dat goederen, die naar de aan Duitschland grenzende landen worden doorgelaten, ten slotte toch in Duitsche handen komen. Het blad geeft dep raad, die taak uitsluitend aan de admiraliteit over te laten en alle andere regeerings- departementen hot recht van inmen ging in deze te ontzeggen. „Laat de zeelieden de noodige daden doen en laat het ministerie van bui- tenlandsche zaken zich houden aan zijn taak, die daden aan de neutrale staten in kalmeerende en waardige bewoordingen uit te leggen." Wil Engeland protesten van Ame rika wegens de onvoldoende blokkade voorkomen, betoogt de „Daily Mail", dan moeten de geallieerden die ook volkomen maken en eene blokkade van de geheele Duitsche kust af kondigen. Bovendien wil het blad, dat de lijst der contrabande uitgebreid worde met (alle goederen, die Duitsch land nuttig kunnen zijn of die in Duitschland gefabriceerd, maar in neutrale schepen uitgevoerd worden. Deze maatregelen acht het blad noo- dig, om de blokkade op volkomen wettigen grondslag te stellen. „Als er dan toch moeilijkheden met de neutralen moeten zijn en die z[jn er nu met de halve blokkade net zoo veel als er bij eene volkomene zouden zijn, dan dient Engeland zorgen dat alle precedenten in ztjn voordeel zijn. De ramp in den Anna Paulowna Polder. Zondagmorgen half zeven vertrok wederom een groote trein met mili tairen van hier naar Anna Paulowna, en de tweede, die er ons heen zou- brengen, snorde kort daarna over de baan. grootendeels gevuld met publiek, dat op reis ging om den ondergeloo- pen Polder in onze omgeving te be zoeken. Maar er zaten ook bewoners van dit platteland in den trein, die Zaterdagnacht in deze gemeente had den gelogeerd bij familie, bij vrienden, by kennissen. Het waren mannen, wier vrouwen en kinderen hier ach terbleven en die nu reeds vroeg naar hun vreeseiyk geteisterd dorp trokken om te zien hoe de zaken er thans voor stonden. Je kon het aan hun gezichten zien, dat allen nog diep onder den indruk waren van de ont zettende gebeurtenis, welke hun plaats bad getroffen. Allerlei verhalen over schrik en ontsteltenis, over hun huis en gezin, over hun eigendom men en over hun land en vee werden jedaan. En men scheen al te hun- teren naar het oogenblik, dat de trein het station zou binnenrijden, om di rect uit te stappen en dan naar huis te kunnen gaan. Naar huisl Dat zoo maar in den steek was gelaten, zoo vlug mogelijk, omdat het gevaar ook aan de Kleine Sluis dreigde. De menschen daar woonachtig, keken j reeds vóór Breezand naar buiten en toen de raampjes snel werden geo pend, was het alsof voor menigeen een nieuwe verschrikkeiykheid door drong. Helaas, het was geschied: de Westpolder, Zaterdag nog droog, was des nachts ook overstroomd. liep haastig door de wachtka mers van 't Station en langs de R.-K. Kerk gaande, kwam je spoedig aan de vaart, die tusschen het Westelijk en het Zuideiyk deel van den Anna Paulownapolder loopt. Hier zag je den ganschen Westpolder, die één watervlak was geworden. Over hon derden hectaren golfde het zeewater, en de verschillende boerderijen, de huisjes, de schuurtjes stonden daar triestig en eenzaam en verlaten door de bewoners, die, evenals de men schen in den Oostpolder, nu zoo zwaar getroffen waren. Even bleef men aan clachtig staren naar dezen overstroom den polder. Wat een wee, wat een jammer en ellende welk een reus achtige schade was hier gebracht door het wreede, woeste zeewater, dat niets, niets leek te ontzien. Doch er was geen tijd meer om stil te staan, en onder het gaan verdiepte men zich over de mogeiykheid van dezen nieuwen, treurigen toestand. We sloten ons aan by een clubje beken den, en zy, die passeerden en van de Kleine Sluis kwamen, werden aan gehouden, gevraagd of tie dyk langs e vaart naar de Van Ewycksluis was bezweken, öf het water er alleen overheen stroomde. Weldra hoorden dat de reserve dijk-j- door militai ren aangelegd om den Westpolder te bewaren, Zaterdagnacht doorgebroken was, dat de bewoners overal bytyds warèL gewaarschuwd en dat zy allen gelukkig het lijf hadden kunnen bergen. Ook het vee en vele goederen men gered. En terwyi we verder gingen, waren de oogen niet afge wend van den kant waar alles blank stond. By enkele huizen in de verte was het water wel éen meter hoog a en de kleine hokjes op laag gelegen land waren nog dieper weg gezakt. En dan de huizen vlak aan (en weg. Die waren allemaal leeg gehaald en de bruggetjes er voor reven losgespoeld rond. De mooie tuinen, het groen, de heggen, het trouw groen blijvende klimop langs deuren en kozijnen alles stond onder water. Hier en daar blafte een hond van uit een zoldertje en een stuk of wat katten zaten nat op de daken, wild en angstig neerziende op het bruisende water, want enkele >unten vormden een ware waterval, lenige menschen waren nog bezig om hun goederen, tijdig aan den weg gezet, op een wagen te lader Som migen kuierden tot het miedel op hun erf rond om te zien of er nog iets in veiligheid kon gebracht wor den. En de Ryks ontvanger, die zijn woning nog niet had verlaten en wienB vrouw op een balcon stond te wach ten om gered te worden, de Rijks ontvanger was in zyn overhemd druk aan 't werk om een vlot te maken, ten einde verbinding te krijgen tus schen zyn huis en den wal. Het was een martelparty en we hebben in stilte den man bewonderd, die kranig aanpakte. Maar de rechterkant, het deiyk gedeelte, gaf intusschen ook spoedig een zeer bedenkeiyk tafereel te aanschouwen. Was ook hier het water reeds ingestroomd? Zeker wel. De sloot was tot den rand vol en het water was by verscheidene hui zen al hooger en hooger gestegen en ook de bruggetjes hier, die u op het platteland gewoonlijk den toe gang tot de huisdeur verschaffen, begonnen te drijven. Yele huisjes waren zelfs moeilijk te bereiken, zoodat het duidelyk was, dat ook dit gebied van den Anna Paulowna polder aanstonds verloren was. Onder weg kwamen we wagens met huisraad tegen en koeien en paarden en schapen waren in aan tocht, die veilig naar de Zljpe ge bracht moesten worden. En in het centrum van de Kleine Sluis, waar de fraaie landhuizen en het schoone hooggelegen Polderhuis staan, was de grootste drukte. Zy, die op het Raadhuis en het Postkantoor moesten wezen, liepen in en uit en op deze grootste ruimte van don weg ston den nog wagens met inboedels ge reed om te vertrekken en vele win keliers waren yverig in de weer om hun goederen te pakken. Het was of - of de wereld zou vergaan, aan alles een einde moest komen. Neen, die treffende dingen zullen we niet licht vergeten. En dan het moment, toen de burgemeester, de heer Wij dedes Spaans uit het Raadhuis naar buiten kwam, met de sleutels in de hand om de deuren te sluiteu tydelijk of misschien voor goed je werd er onwillekeurig door ge troffen. Daar binnen was alles goed opgeborgen en voorzien cn ook in het Postkantoor had men zulks ge daan. Toch ging de dienst hier nog zijn gang en als voorzorgsmaatrege len werden planken en balken voor den ingang van dit gebouw gelegd ten einde het publiek zoo lang mo gelijk te helpen. Om den hoek van hotel „Veer- burg", waar de Benedenbuurt is ge legen, baande de stroom zich ook al langzaam een weg tot de rijen ar beidershuisjes, die eveneens voor het. meerendeel ontruimd waren. Dit straatje bood een naargeestig, een droevig, een troosteloos gezicht. Kaal en naakt en leeg stonden die huisjes daar tegen elkander geleund en er was geen sterveling meer te zien. Doch nu gingen weriinks af, over den dyk van de Van Ewljcksvaart. Vooraan stond huisraad en inboedel gepakt en de bewoners waren klaar om te vertrekken. Hoe treurig, hoe moedeloos zagen de vrouwen, de dochters er uit en kleine kinderen huilden en zeurden dat ze er al van door wilden. De sluiswachter stond kalm en bedaard voor zyn huis en verklaarde dat hij tot het laatste zou blijven. De machinist van het stoom gemaal, die toch niets kon doen om wat water te keeren, ging zich klee- den, liet zyn kippen uit het hok op dat de arme dieren konden vliegen naar het dak of een andere hoogte als het noodig was en in zijn huis liet hy ons zien hoe de piano en de kasten en andere meubelen van den vloer waren gebracht. Onderwyl kwam een troep solda ten dezen kant uit en de sergeant ervan vertelde ons dat hij terug ging, omdat zo niets meer aan den dyk konden doen. Die was over een groote lengte weggeslagen en hij gaf ons den raad niet verder te gaan, daar dit punt beslist gevaariyk werd. Doch we hebben nog even een kijkje genomen en zagen hoe het water met groote kracht uit den Oostpol der naar den Westpolder gulpte. Dit sloegen we met bezorgdheid gade en men was algemeen van oordeel, dat al stond de zee niet hoog, zoodat het gat van de Van Ewijcksluis nieïs meer binnenliet Oostpolder en Westpolder eerst gelijk moesten staan alvorens het water zou ophou den te stroomen. Maar dan kon het niet uitbiyven of de Zuidpolder zou er ook aan gaan. De vaart tusschen deze twee deelen van Anna Pau lowna was vol, liep al over en de weg aan de Westkant was reeds door plassen onkenbaar. Nu uog over den breedeu wog en de Zuid- polder moest overstrooraen. Van twee kanten. Ook door het water dat door of over den dyk van het Oude Veer zou komen. Want die weg - naar deOudesluis was al eenigszins onbegaanbaar door het water. Over de Wipbrüg hebben we nog een poosje gestaan by het water van den Oostpolder. Allertreurigst. Waar de wintei tarwe gezaaid was, waar haver en vele andere producten moeten groeien en bloeien, was het één groote rivier. De boerderyen, de boomen langs den Middenweg - allés stond in zeewater. Hier stoomden motorbooten heen en weer en die gingen naar de hofsteden van de ge broeders Geerligs om het vee te redden. De bemanning verklaarde dat veel dood vee drijvende was gezien. Bij C. Blaauboer in den Achterweg was dood vee. Bij P. de Graaf aldaar waren 12 koeien stervende en 2 paar den slechts gered. Op de boerenplaats ..De Hefboom", eigenaar de heer P. Kaan Dz., in den Veerweg, waren 39 koeien dood. En nog andere namen werden genoemd, maar waarvan mem de cijfers niet bepaald wist. De man nen namen proviand mee brood en water -r- en de bootjes stoomden er weer op uit naar de boerderijen om te zien wat ze konden doen. En toen keken we nog eenmaal naar den weg door den Oostpolder naar Wie- ringorwaard. Ook die is natuurlyk een waterspiegel en je kan je haast niet indenken dat hier vroeger zoo'n druk, zoo'n onbezorgd, gezellig ver keer was. Omziende, moesten we weer turen naar de watermassa in het Westelijk deel. Een paar stieren liepen ginds in de golven te rennen. De arme dieren, die men moeiiyk met koeien kan meevoeren, waren bepaald achterge laten. Eenige koeien en hokkelingen werden weggevoerd met schuitjes en schapen en varkens moesten even eens zóó naar het droge worden getransporteerd. Het was soms een inspannend karwei om de beesten behoorlijk over te brengen en vooral de varkens gingen heftig te keer en die kon je op grooten afstand best hooren. Langs de Kleine Sluis liepen eenige burgers zonder onderdak rond en de burgemeester die ook passeerde, zei tegen iomand: „Nu zyn we aanstonds nog vreem delingen in onze eigen gemeente I" En in de buurt werd een verdacht persoon aangehouden met een zak op den rug en van wien men vermoedde dat hij zoo'n beetje aan het jutten was. De zak moest los en de burge- ir zag nu een paar doode beestjes, de koppen er af en de vee met bloed. Hij wist er zich met praatje uit te redden, maar hij moest toch maken dat by weg kwam anders zou het wel eens slecht met hem kunnen afloopen. Het werd tyd om terug te keeren. We reden met ons rijwiel al door het water langs het Zuideiyk gedeelte. Aan den overkant liep een onder wijzer tot over zyn knieön in 't water naar huis om zyn poes te zoeken die aan 't zwemmen was. Een arbeider haalde een wieg en dekens en een kanarievogel uit zijn Ingezonden msdedeellng. HERMAN NYPEL.S, Spoorstraat 4! - HELDER. Militair Glacé, f 1.90, 2.25, 3.50, Miltltair lm. peau de Suède, ff 1.25, met garantie. woning en dat moest allemaal door het raam. En de Rijks-ontvanger was nog altyd aan den arbeid om zyn vlot te maken, wat met makkelijk lukte, omdat hij geen materiaal had om het boeltje op Jt water byeen te houden. Maar op den weg van do Kleine Sluis was de toestand kritieker ge worden. Op verschillende plaatsen kwam het water uit den Westpolder naar de vaart en hieruit spoelde het naar de sloot aan de Zuidzijde en daar liep het heer op de erven. Waar de walkant van de vaart iets lager lag was de toevoor vanzelf veel groo- ter en viel het water als bij emmers tegelijk naar beneden. Veel zoetwater- visch kwam mee en ratten en muizen zag je nu en dan voor den dag komen. In de Spoorbuurt was men ook al aan het inpakken en verhuizen. En aan den spoordyk waren arbeiders en militairen, onder toezicht van ingenieurs, hard aan het werk om den duiker te voorzien, wat zeer moeiiyk ging en waarmee men nog niet zoo spoedig klaar zou komen, naar het zich liet aanzien. Is die duiker daar gestopt, dan hoopt men dat het water van de vaart Breezand in ieder geval afgesneden is indien onverhoopt erger dingen gebeuren van uit de reeds onverstroomde rich ting. Van Breezand werd nog een wagen met brood naar de Kleine Sluis ver voerd om het aan werkvolk, enz. te verstrekken, daar het aan de Kleine Sluis in het geheel niet en aan de Oudesluis schaarsch te verkrijgen was. Te Breezand scheen men zich ook al gereed te maken voor het vertrek. Verhuiswagens werden volgeladen. Gezinnon gingen op bakwagens heen. En heele koppels vee werden uit de boerderijen gedreven, bestemd voor de Zijpe. Op een groote hofstede konden we zien hoe de arme dieren uit de warme stallen werden gejaagd en hoe ze ineens buiten in ae frissche lucht vreemd stonden te kijken en onwillig en kwaadaardig werden en geranseld moesten wordén, en hoe ze holden van het kastje naar den muur. En terwijl een klein mannetje met hoogen rug op een kinderwagen met kleintjes paste, vloog ziju vrouw een stuk land op, haar jongen achter na, die jacht maakte op een geit welke niet mee wilde. De moeder gaf niet om hel boe*! c.i zo was nijdig dat het ventje zich zoo uitsloofde voor zijn lieveling die de vlucht nam. Op den weg Breezand West Einde waren talrijke wielrijders en auto's en wandelaars en vigelanten en kar ren, cn do veerman die alles over het kanaal moest brengen met z'n pont kon geregeld heen en weer varen en steeds on steeds had hij het verbazend druk, want het was daar maar komen en gaan van publiek. Zaterdagavond laat arriveerde in de Keizerstraat een boerenwagen waarop een gezin gezeten was tus schen handig bijeengezameld huis raad. „Gevlucht uit den Polder?" Zou 't daar dan wezenlijk toch zoo erg zijn, vroegen we ons zeiven af. Dan morgen eens gaan kijken. En zoo peddelden we Zondagmorgen een uur of tien er heen. Geen wind of slechts een zuchtje, 't ging dus goed langs 't Nooid-Hollandsch Ka naai. 't Was druk langs den weg, er waren meer nieuwsgierigen, er waren; er veel zelf. 't Ging tot aan de Kooi. De pont bracht juist een paar rytuigen met huisraad, waartusschun een paar bewoners, over. De pont liep onmiddeliyk vol en we voeren met een kalm gangetje naar den overkant. 't Geheele gezelschap den oprit opjawel, dat was buiten den waard gerekend, beter gezegd buiten den kapitein der infanterie, die daar juist aankwam van den Balgdyk en het veer „stop" deed zetten voor „pleizierreizigers" zooals ZEd. het noemde. Wie er thuis hoorde mocht er over, j anderen moesten terug. Ze konden het werk slechts belemmeren. En daar gingen we wee- terug, ook een paar die stiekem achtor den dyk trachtten weg te sluipen, doch buiten de militaire bewakers hadden gere kend. 't Eenige genot was dat de terug tocht niet 8 cent kostte zooals de heen-tocht. Naar de „Blauwe Keet". Daar ging de overtocht nog - togen 3 cent meer met vyven te geiyk in kleine bootje. De veerman had het wht druk. Wy den dyk over en door de land wegen gefietst tot station Anna- Paulowna. Dat wil zeggen tot in de onmiddellyke nabyheid. Maar over de spoorlyn mocht je niet, was afgezet door een militairen post. Hoogstens mocht je op een bruggetje over vaart, vanwaar je over den spoordyk heen het ondergeloopene en loopende land kon waarnemen. Maar een verslaggever heeft een streepje voor. Hij mocht gaan kijken voor de drommen die by de afsluiting stonden. Ze kunnen 't dan uit de krant lezen. Trouwens zóóveel publiek zou ook het ordelijke doorwerken belemmeren. En dóórwerken was hier noodig. De sluis in de AnnaPaulowna vaart, onder de spoorlijn, was dicht geplempt, 't Water stond al tot tegen den spoordyk. Een viertal meters verder ligt onder dien spoordijk een duiker. Die was al dicht gegooid maar verraderlijk sypelde het water er met een vrij dikke straal door. Soldaten groeven aarde uit om het gat te stoppen, maar gemakkelijk ging dat blijkbaar niet. Wij reden intusschen verder den weg op die van't station naar „Veer- burg" loopt. Hier on daar liep het water met een d.M. val over disn weg. Voetgangers liepen er op een drafje door heen. Maar van harte gaat dat niet als je telkens totover de enkels in 't water stapt. Op de flets kwam je telkens met de voeten even onder, 't Water spatte met een straal voor je flets uit. Enfin een paar natte voeten i3 zoo erg niet. Op de droge plaatsen lekte het water wel"weer uit je schoenen. Een triestige aanblik die huizen in den Westpolder tot. de vensterdorpels in 't water. Ook de huizen aan de jfuidzyde van den weg waren ontruimd. Sommigen in haast blijkbaar. 't Koffie goed stond in enkele nog op tafel. )e huizen die verder, dus wat lager stonden, waren retds heelemaal om ringd door 't water. Op de dakgoot van eon dezer zat een poes in diep gepeins over het vreemde van 't geval. By „Veerburg" staan do huizen iets hooger, daar stonden ze nog op 't droge. Op 't Post- en telegraafkan toor waren echter de toestellen ge lijkvloers reeds opgenomen en op de hoogere verdieping gebracht. Toen even verder en vóór ons lag de Oost polder, ook geheel blank. :t Water was niet meer gerezen daar ('t was middag 12 u.) zeide men. De peil schaal teekeude precies N.A.P. 't Water was te 11 u. iets gezakt, hoorden we. We reden den weg op naar de Van Ewijcksluis. De villa van Dr. Aldershof (Westpolder) stond in 't water. Men huisde daar op de tweede verdieping. Een eind verder stonden we voor de le doorbraak van de Oost in den Westpolder, 't Water stroomde er met een vaart dóór. De weg had het lang gehouden. Onze soldaten hadden over de geheele lengte een hulpkadé opgeworpen. Maar de weg was toch bezweken. Verder konden we niet. We zagen den Oostpolder de koppen der telegraaflijn langs de tramrails boven het water uitsteken. In de verte stond de groote hoeve van den heer Blaauboer midden in 't water. Een tweetal soldaten en een paar burgers hadden er nog eon pink en een tweetal varkens uitgehaald. Die brachten ze per roeiboot aan. Een paard was nog achtergelaten, dat zouden ze straks halen. Op de hoeve van den heer Wayboer had een sergeant, die or mot een (transportjachuiije voorby voer, nog vee gehoord in de stallen, verklaarde hij. De beide burgers waren er ook geweest, doch hadden niets gehoord. Je komt ook niet zoo gemakkelijk binnen in die 1.5 M. onder water staande schuren. Wat ons verwonderde, was, dat hier niet meer schuiten waren (één) en menschen om de boerderyen te gaan doorzoeken. Want geen enkele joer wist of hl ztjn vee wel was weggehaald. Wij naar „Veerburg" terug. In 't Hótel „Veerburg" was geen koffi9 of zooiets te krijgen, ook geen broodje, wat te verklaren isalleen een kogel flescbje, bier en sterke dranken, 't Was er echter niet3 gezellig. Bedrukte gezichten en boeren, die by een glas enever zaten te spreken over „'t ge val". Ik had ze in een schuit willen zetten (als die er was) of anders ze op zoek gestuurd Daar een schuit om hier en daar te gaan kyken of er nog vee was achtergebleven. Maar ik had niets te zeggen. De weg naar Oudesluis was nog vrij van water. Eo wij reden terug in de richting van 't station, weer hier eu daar door 't overslroomende water. Zielig zagen we in de verte een vergeten kat in een boom zitten. Kippenhokken, kleine boetjes, tob ben, stukken hout dreven rond. De weg naar de R.-K. kerk, bij 't station, stond op een paar plaatsen onder. En gestadig stroomde 't water nog over den verhardeD weg. De trein bracht vele reizigers uit deu Helder aan. Ver koDden ze zich niet bewegen. De meesten gingen spoedig naar 'I station terug. Voor 't loket prijkte een bordje „Plaatskaaiten worden voorloopignïet afgegeven". Op onze vraag of binnen afrienbaren tyd een trein naar den Helder zou gaan, kon men ons niet antwoorden. 'tWas toen 3 uur. Het gat by den duiker had men intusschon dicht ge kregen. Trouwens, alle duikers onder den spoordyk door werden vlijtig aangeplempt. De spoordijk steekt nog 6eu paar meter boven 't water uit. Als de duikers het houden, is er voorloopig geen gevaar voor het ge deelte van den polder, dat bewesten den spoordyk ligt. We besloten maar op de flets terug te keeren. Hier en daar reden we op onzen weg troepen vee voorbij, die werden weggedreven, en boertjes, die met wat huisraad op 'n kar naar elders trokken. Dat was een zielig gezicht. de Spoordyk te versterken, ten einde het overige gedeelte van den West polder te behouden. De algemeeue toestand is tot op dit oogenblik niet veranderd. De geheele d(jk van af de Ewyck sluis tot aan de Nieuwe Sluis is grootendeels vernield. Maandagmiddag. Van verschillen de kanten wordt medegedeeld, dat de kinderen, die men verloreu waande, by een boer op het hooi zijn gevonden. Men is vol lof over het werken der Heldersche militairen. Zy hebben nacht en dag doorgewerkt, en dank zij de energieke leiding prachtig werk geleverd, al is het hun niet gelukt, den Westpolder tegeu het over vloeiende water tydig te beschermen. De door hen met ontzettende in spanning aangebrachte verhooging van den weg van de Ewijcksluis tot aan de Kleine Sluis bezweek voor den sterke aandrang. Dat was voor hen een groote teleurstelling. Uit velerlei gesprekken met de ingezetenen van den Anna Paulowna- Polder bleek wel de dankbaarheid jegens den militairen. Niet zonder bitterheid werd ook gesproken over de houding van som mige inwoners van den Polder, die niet genogen waren een hand uit. te steken tot hot, verleenen van hulp aau hun medeburgers. Vergadering van het Polderbestuur van Anna Paulowna, op Zaterdag 15 Januari 1916, des namiddags te 3 uur. Do dijkgraaf, de heer J. Stammes, zegt by de opening der vergadering, dat het niet noodig is uiteen te zetten in welk eon critieken toestand de polder zich bevindt. Voorzitter deelt mee, wat door hem en 'tdageiyksch bestuur is verricht vanaf Donderdag avond, toen de toestand begon te dreigen. 9oor bovenmatige krachts inspanning beeft hy door ongesteld heid Vrijdag <jo leiding over moeten geven aan den Burgemeester. Een stemmig brengen de hoofdingelanden hulde aau 't dageiyksch bestuur van den polder en aan den Burgemeester voor hun optreden. Voorzitter zegt, dat 't dagelykach bestuur een crediet vraagt, om te voorzien in de groote uitgaven die direct, noodig zyn. Met algemeene stemmen wordt een crediet toege staan van 100.000 gulden tegen eer- rentevoet van 1 boven bank- disconto. Op voorstel van dou heer A. de Graaf, vormen zich uit het Polderbe stuur verschillende commissiön, die ieder een onderdeel op zich nemen van de velo werkzaamheden die thans verricht moeten worden. Voorzitter brengt hierna in warme bewoordingen hulde en erkenteiykheid aan de autoriteiten on manschappen der militairen voor het vele dat zy verricht hebben in 't belang van den Polder. Anna Paulowna. Zondagmiddag heeft een pikeur, thans in militairen dienst, j2 paarden gered, met gevaar voor eigen leven. Tusschenbside moest hy zich om de hals van een paard vasthouden totdat 't' zwemmende een on£iepere plaats had gevonden. Maandagmiddag 3 uur. Het water staat thans tot den Spoordyk vanaf Oudesluis tot aan den Kleiweg en van daar langs de Kromme Tocht tot aan den Zeedijk. Het water Jwas hedenmorgen een halve voet gezakt. Te 2 uur trad buiten de vloed iD, doch by 't begin van den vloed stond het zeewater laag. men bezig polder onder dreigde te Ioopon. Ge lukkig bedaarde do wind, waardoor deze overstrooming niet zulk een grooten omvang verkreeg. Voor Edam, letwelk gedeeltelijk in den Zuid pol der ligt, bestond toen gevaar. Een gedeelte van do bewoners van het lagere deel vluchtte. Door het o ver- stroomen van een deel van don Zee vangpolder kreeg hot water echter een uitweg. Te Katwoude, waar de door braak oen grooten omvang had aangenomen, wareu de militairen druk bezig met hot stoppen van het in den dijk geslagen gat. Groote zeilen, planken en zakken zand wer den aangebracht. Op Marken is do ollendo zeer groot. Van alle verbinding verstoken,* lebben de bewoners van het eiland n hangen nacht doorgebracht. Des nachts om drie uur, gebourdo het vreeselijke. De huizen warden door het water weggeslagen. 16 menschen verdronken. Op Moenes werf, het kleinste gehucht van Mar ken, verdronken 7 menschen. Elf menschen, welke op den zolder va - een der grootste huizen waren aamera geschoold, hebben als door een wonder het leven eraf gebracht Toen de storm bedaard was, bleek dat van hel huia niets anders o verwas dan eon zolder op palen. Het benedengedeelte was zoo goed als geheel vernield. 20 huizen waren totaal weggespoeld. Veel vee is verdronken. Van de vloot zijn 20 botters gezonken. Andere worden op de remmingen aan do haven gesmeten en zwaar beschadigd. Een tjalk word over den bavendük, en tegen een woning geworpen. De schade is nog niet te schatten, doch bedraagt duizenden en duizenden. Te Urk steeg het zeewater in den--^ vroegen morgr-n van 14 Januari tot 2.60 M. boven vol zee, slechts 0.20 M. lager dan bij den vloed van 1825. De golven drongen over den nieuweu Noorddijk iu vele huizen en kelders langs de buitenzyde van het dorp. Eenige gezinnen, ook dat van een der Belgische officieren, moesten hun woning ontruimen. De zeeweringen, gcdeelteiyk van beton, hebben bier en daar het onophoudelijk gebeuk hooggaande zeeön uiot kunnen weerstaanook de wandelweg langs het dorp is deeriyk gehavend. De golven sloegen zelfs over den bazall dyk by het het boog en veilig staand Iut9rneering8gebouwdit.was, om de ontzettende stormvlagen te kunnen weerstaan, tydig met, ankers enz. Storm en Watervloed. De toestand van het overstroomde gebied in N.-Hollaud is er op bet eind van de vorige week niet op verbeterd. Integendeel. Zaterdag heeft het water nog weer eenige polders overstroomd, terwijl ver- schoideneanderezeerbedreigdwerdeD. In Waterland is men er niet in geslaagd het water ten Oosten van het N. Hollandsch kanaal te houden. Ook ten Westen van het kanaal zyn groote uitgestrektheden overstroomd. Voor de polder Oostzaan werd ernstig gevreesd. Reeds begon het water over den dyk te loopen, waarop de bewoners door het luiden van den klok gewaarschuwd werdeD. Al het vee werd daarop uit, den'polder ver- wyderd, terwyi ook de bewoners voor een groot deel den polder ver lieten. Uit M u i d e n word Zaterdag be richt dat gevaar aldaar vrywel go- weken was. Vrijdagmorgen te 4 uur was het water hier sterk gevallen. Het stroomde toen met kraeht uit de Vecpt naar zee. Aan de riyken, terweerszijden van het stadje wordt met man en macht gewerkt. Do militairen pakten flink aan, en het werk schoot goed op. Men heeft daar benauwde oogeublikkeu beleefd. Elk oogenblik dreigde de dyk te bezwij ken. Tijdens do storm kwam een losgeslagen logger recht op den steehen dyk aandryveD. Gelukkig richtte deze weiDig schade aan. Anders .waren de govolgen uiet te overzien geweest. Uit Pu r merend werd Zaterdag middag nog gemeld, dat de Kwadijker Koogpolder ondergeloopen was. Voor de Overweersche polder bestond groot gevaar. De Zuidpolder werd door het water uit het N.-Holl. Kanaal overstroomd. Zondag middag naderde het water nog steeds Purmerend. Het tram station was niet meer te berei ken. De nieuwe stad raakte onder water. Bij bekkenslag werd bekend ge maakt, dat de talrijke bezoekers de stad moesten verlaten, met het oog op het verbruik der allereerste levens behoeften. De verbiuding per spoor met Amsterdam word gestaakt. Edam is het centrum geworden voor dev'.uipverleening in het deiyk deel van Waterland. Hoewel de stad zelf niet buiton gevaar was, werd var hieruit al het mogelyke gedaan c in den omtrek, on vooral te Volendam, de bewoners te hulp te komeD. Brood, water, petroleum, etc. werd per boot naar het geïsoleerde Volendam gevoerd, waar de menschen van het benedendyksche deel van het dorp by de bewoners van het boven- dyk3 gelegen dorp een onderkomen hebben gevonden. Door de doorbraak by Katwoude br '-i1- ook de dijken aan den Zuid- po' ai-door ook de Zeevang- Oostelyk van Zaandam hoeft men het water al evenmin kunnen keeren. Toen de wind weder ging liggen, begon het water- ook den jrooten Oostzanerpolder in to loopen. )e boeren, die moendeu het nog wel een poosje te kunnen aanz'en, be grepen toen dat de tyd van vluchten gekomen was. Midden in den nacht begon de uittocht. Al het vee werd in de richting van Zaandam gedre ven. Te 10 uur in den morgen was verbinding met Zaandam ver broken. Zondagavond 8 uur was-het. water nog steeds wassende. Blijft dit aanhouden, dan is er groote kans dat het wator van uit de Zaan ook den Westzanerpolder zal overstroo men. In de streek van Durgerdam is de toestand eveneens eerder ver ergerd dan verminderd. Ransdorp, waar de bewoners het lang konden uithouden moest Zondagmorgen ver laten worden. Dit kon niet anders dan per vaartuig geschieden. Van alle kant kwam hulp opdagen. Een oude boer, welke met zijn zieke vrouw en met een deel van het veo op zolder zat moest door du soldaten in den boot gebracht worden. H(j' er niet toe te bewegen weg te gaan. In de hooggelegen kerk waron 4 h 500 koeien ondergebracht. De grond is daar evenwel hei- schapen in een moddervlakte. Droog stroo is er niet te krijgen. De nog in ae polders achtergeblu ven menscheo, welke hun woningen Ingezonden Mededeellng. Wordt gij te spoedig oud Waakzaamheid kan jaren aan ons loven toevoegen. Sommigen zyn oud op zestigjarigen leeftijd, anderen jong als zij tachtig zyn. Uw leef wy ze maakt dat gij gozonde ol' zwakke nieren hebt goed of slecht bloed want" zwakke nieren zyn oorzaak, dat urinezuur zich in uw bloed ophoopt en uw gezondheid verwoest. Zorgt dat uw nieren altijd goed werken en vooral naden middelbaren leeftyd. Dit voorkomt rheumatisehe, zenuw- en waterstoornissen, styvo en verlamde gowrichten, verzwakking van het gehoor en gezicht, en ver harding der bloedvaten. Houdt uw nieren in rust door ovor- werking, zorgen en het gebruik van sterken drank te vermijden, door re gelmatige gewoonten, dagelyksche wandeling, door niet te zware voeding en voldoenden slaap. En gebruikt, by het eerste teeken van rugpijn, rheu matisehe pljuen en waterstooraisseu Foster's Rugpijn Nieren Pillen. Zy zijn een speciaal niergeneesmiddel, dat de nieren helpt om uit het bloed het overtollige urinezuur te flltreeien, hetwelk rugpijn, spit, waterkwaleu, waterzucht, rheumatiek en niergruis of -steen veroorzaakt. Gy zoudt weten hoe goed zij. wei ken, als gij apraakt met menschen, dio Foster's Pillen gebruikt hebben. Te Den Helder verkrijgbaar by Alb. ten Klooster, Keizerstraat 93. Toezending geschiedt fr. na ontv. van postwissel it f 1.75 voor één, of f 10. voor zes doozen. Eischt de echte Foster's Rugpijn óndTso. 840,' A dit blad. ^„^«nheer d« jT

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1916 | | pagina 1