HELDERSCHE COURANT
~"v
-e --y
DINSDAG 18 JANUARI 1916
44e JAARGANG
Op pagina 4 van dit blad Is
opgenomen
1. Gemeenteraad.
2. Ingezonden.
3. Uit den omtrek.
4. Feuilleton, enz.
DE OORLOG.
Da offlcieele legerberichten van
1S en 16 Januari.
Aan het W e s t e 1 y k front hadden
geen gebeurtenissen van belang plaats.
Van het O o s t e 1 y k front.
Naar van Oostenryksche zijde ge
meld wordt, duren de gevechten aan
de Bessarabische grens met groote
hevigheid voort. Vier-, soms zesmaal
achtereen vielen de Russen aan. Tel
kens werden zij evenwel weder terug
geslagen. Op een deel van het front
bleven meer dan 2000 lijken liggen.
Twee. officieren en 210 man werden
gevangen genomen. Nergens hebben
de Russen eenig terrein gewonnen.
De Russische legerberichten geven
den toestand als onveranderd aan.
Van het Zuidelijk front.
Het Oostenrijksche communiqué
van den 16en meldt dat bij Oslavia
een sterke stelling der Italianen ver-
meesterd werd. Naar van Italiaansche
zijde wordt gemeld, vernietigden de
Italianen- op den Monte San Michele
verscheidene honderden meters loop
graaf.
Van het gevechtsterrein op den
Balkan.
Uit Weenen wordt dd. 15 dezer ge
meld, dat de Oostenrijkers bij de ach
tervolging der Montenegrynen Spizza
bezet hebben. Te Cettinje werden
154 kanonnen, 10.000 geweren, 10
machinegeweren en veel munitie buit
gemaakt.
Het aantal stukken buitgemaakt in
de gevechten om den Lowstjen steeg
tot 45. 800 man werden gevangen
genomen. Ten Z. van Berane, waar
de Montenegrijnen nog stand hielden,
werd de stelling op de Grandina by
een stormaanval genonen.
Van het Russisch-Turksche
front.
Een bericht uit St. Petersburg, dd.
16 dezer meldtBij de gevechten op
14 dezer hebben wij 20 Turksche
officieren en ruim 400 soldaten ge
vangen genomen, en 6 kanonnen,
waaronder een zwaar, 8 mitrailleurs,
veel munitie, levensmiddelen en uit
rustingstukken buitgemaakt.
Uit Mesopotamie.
Een Engelsch bericht meldt dat de
Turken, welke een stelling op 25 K.M.
ten O. van Koet-el-Amara bezet
hadden, aangevallen werden. Zij wer
den veiv-.agen en moesten verder
torugtrekken.
De berichten uit P e r z i spreken
elkaar tegen. Van Turksche zijde
wordt medegedeeld dat de Russen
verslagen werden, terwijl de Russen
het terugdrijven der Turksch-Duitsche
troepen melden.
Oostenrijksche kruiser In den
grond geboord.
Parijs, 14 Jan. De Fransche duik
boot Foucault heeft in de nabijheid
van Cattaro een Oostenrijkschen
kruiser van het type Novara in den
grond geboord.
[De Novara behoort tot een klasse
van kleine pantserdekkruisers van
8520 ton, gewapend met 9 kanonnen
van 10 c.M., 1 kanon van 4.7 c.M.
en 2 torpedolanceerbuizensnelheid
27 mijl. De bemanning bestaat uit
320 koppen. De kruisers van deze
klasse zijn in 1912 1913 gebouwd].
Do duikboot- en mljnoorlog.
Het Engelsche stoomschip „Coquet"
(4396 ton) is gezonken. Het Spaan-
sche stoomschip „Bayo", van Huelva
naar La Palice is op een mijn geloo-
pen en gezonken. 25 menschen ver
dronken.
Verscherping der blokkade.
De „Daily Mail" houdt in een
hoofdartikel een pleidooi voor ver
scherping der blokkade, met het doel,
te beletten, dat goederen, die naar
de aan Duitschland grenzende landen
worden doorgelaten, ten slotte toch
in Duitsche handen komen.
Het blad geeft dep raad, die taak
uitsluitend aan de admiraliteit over
te laten en alle andere regeerings-
departementen hot recht van inmen
ging in deze te ontzeggen.
„Laat de zeelieden de noodige daden
doen en laat het ministerie van bui-
tenlandsche zaken zich houden aan
zijn taak, die daden aan de neutrale
staten in kalmeerende en waardige
bewoordingen uit te leggen."
Wil Engeland protesten van Ame
rika wegens de onvoldoende blokkade
voorkomen, betoogt de „Daily Mail",
dan moeten de geallieerden die ook
volkomen maken en eene blokkade
van de geheele Duitsche kust af
kondigen. Bovendien wil het blad,
dat de lijst der contrabande uitgebreid
worde met (alle goederen, die Duitsch
land nuttig kunnen zijn of die in
Duitschland gefabriceerd, maar in
neutrale schepen uitgevoerd worden.
Deze maatregelen acht het blad noo-
dig, om de blokkade op volkomen
wettigen grondslag te stellen. „Als
er dan toch moeilijkheden met de
neutralen moeten zijn en die z[jn
er nu met de halve blokkade net
zoo veel als er bij eene volkomene
zouden zijn, dan dient Engeland
zorgen dat alle precedenten in ztjn
voordeel zijn.
De ramp in den Anna
Paulowna Polder.
Zondagmorgen half zeven vertrok
wederom een groote trein met mili
tairen van hier naar Anna Paulowna,
en de tweede, die er ons heen zou-
brengen, snorde kort daarna over de
baan. grootendeels gevuld met publiek,
dat op reis ging om den ondergeloo-
pen Polder in onze omgeving te be
zoeken. Maar er zaten ook bewoners
van dit platteland in den trein, die
Zaterdagnacht in deze gemeente had
den gelogeerd bij familie, bij vrienden,
by kennissen. Het waren mannen,
wier vrouwen en kinderen hier ach
terbleven en die nu reeds vroeg naar
hun vreeseiyk geteisterd dorp trokken
om te zien hoe de zaken er thans
voor stonden. Je kon het aan hun
gezichten zien, dat allen nog diep
onder den indruk waren van de ont
zettende gebeurtenis, welke hun
plaats bad getroffen. Allerlei verhalen
over schrik en ontsteltenis, over hun
huis en gezin, over hun eigendom
men en over hun land en vee werden
jedaan. En men scheen al te hun-
teren naar het oogenblik, dat de trein
het station zou binnenrijden, om di
rect uit te stappen en dan naar huis
te kunnen gaan. Naar huisl Dat
zoo maar in den steek was gelaten,
zoo vlug mogelijk, omdat het gevaar
ook aan de Kleine Sluis dreigde. De
menschen daar woonachtig, keken j
reeds vóór Breezand naar buiten en
toen de raampjes snel werden geo
pend, was het alsof voor menigeen
een nieuwe verschrikkeiykheid door
drong. Helaas, het was geschied:
de Westpolder, Zaterdag nog droog,
was des nachts ook overstroomd.
liep haastig door de wachtka
mers van 't Station en langs de R.-K.
Kerk gaande, kwam je spoedig aan
de vaart, die tusschen het Westelijk
en het Zuideiyk deel van den Anna
Paulownapolder loopt. Hier zag je
den ganschen Westpolder, die één
watervlak was geworden. Over hon
derden hectaren golfde het zeewater,
en de verschillende boerderijen, de
huisjes, de schuurtjes stonden daar
triestig en eenzaam en verlaten door
de bewoners, die, evenals de men
schen in den Oostpolder, nu zoo zwaar
getroffen waren. Even bleef men aan
clachtig staren naar dezen overstroom
den polder. Wat een wee, wat een
jammer en ellende welk een reus
achtige schade was hier gebracht door
het wreede, woeste zeewater, dat
niets, niets leek te ontzien. Doch er
was geen tijd meer om stil te staan,
en onder het gaan verdiepte men
zich over de mogeiykheid van dezen
nieuwen, treurigen toestand. We
sloten ons aan by een clubje beken
den, en zy, die passeerden en van de
Kleine Sluis kwamen, werden aan
gehouden, gevraagd of tie dyk langs
e vaart naar de Van Ewycksluis
was bezweken, öf het water er alleen
overheen stroomde. Weldra hoorden
dat de reserve dijk-j- door militai
ren aangelegd om den Westpolder te
bewaren, Zaterdagnacht doorgebroken
was, dat de bewoners overal bytyds
warèL gewaarschuwd en dat zy allen
gelukkig het lijf hadden kunnen
bergen. Ook het vee en vele goederen
men gered. En terwyi we verder
gingen, waren de oogen niet afge
wend van den kant waar alles blank
stond. By enkele huizen in de verte
was het water wel éen meter hoog
a en de kleine hokjes op laag
gelegen land waren nog dieper weg
gezakt. En dan de huizen vlak aan
(en weg. Die waren allemaal leeg
gehaald en de bruggetjes er voor
reven losgespoeld rond. De mooie
tuinen, het groen, de heggen, het
trouw groen blijvende klimop langs
deuren en kozijnen alles stond
onder water. Hier en daar blafte
een hond van uit een zoldertje en een
stuk of wat katten zaten nat op de
daken, wild en angstig neerziende op
het bruisende water, want enkele
>unten vormden een ware waterval,
lenige menschen waren nog bezig
om hun goederen, tijdig aan den weg
gezet, op een wagen te lader Som
migen kuierden tot het miedel op
hun erf rond om te zien of er nog
iets in veiligheid kon gebracht wor
den. En de Ryks ontvanger, die zijn
woning nog niet had verlaten en wienB
vrouw op een balcon stond te wach
ten om gered te worden, de Rijks
ontvanger was in zyn overhemd druk
aan 't werk om een vlot te maken,
ten einde verbinding te krijgen tus
schen zyn huis en den wal. Het
was een martelparty en we hebben
in stilte den man bewonderd, die
kranig aanpakte.
Maar de rechterkant, het
deiyk gedeelte, gaf intusschen ook
spoedig een zeer bedenkeiyk tafereel
te aanschouwen. Was ook hier het
water reeds ingestroomd? Zeker wel.
De sloot was tot den rand vol en
het water was by verscheidene hui
zen al hooger en hooger gestegen
en ook de bruggetjes hier, die u op
het platteland gewoonlijk den toe
gang tot de huisdeur verschaffen,
begonnen te drijven. Yele huisjes
waren zelfs moeilijk te bereiken,
zoodat het duidelyk was, dat ook dit
gebied van den Anna Paulowna
polder aanstonds verloren was.
Onder weg kwamen we wagens
met huisraad tegen en koeien en
paarden en schapen waren in aan
tocht, die veilig naar de Zljpe ge
bracht moesten worden. En in het
centrum van de Kleine Sluis, waar
de fraaie landhuizen en het schoone
hooggelegen Polderhuis staan, was
de grootste drukte. Zy, die op het
Raadhuis en het Postkantoor moesten
wezen, liepen in en uit en op deze
grootste ruimte van don weg ston
den nog wagens met inboedels ge
reed om te vertrekken en vele win
keliers waren yverig in de weer om
hun goederen te pakken. Het was
of - of de wereld zou vergaan, aan
alles een einde moest komen. Neen,
die treffende dingen zullen we niet
licht vergeten. En dan het moment,
toen de burgemeester, de heer Wij
dedes Spaans uit het Raadhuis naar
buiten kwam, met de sleutels in de
hand om de deuren te sluiteu
tydelijk of misschien voor goed
je werd er onwillekeurig door ge
troffen. Daar binnen was alles goed
opgeborgen en voorzien cn ook in
het Postkantoor had men zulks ge
daan. Toch ging de dienst hier nog
zijn gang en als voorzorgsmaatrege
len werden planken en balken voor
den ingang van dit gebouw gelegd
ten einde het publiek zoo lang mo
gelijk te helpen.
Om den hoek van hotel „Veer-
burg", waar de Benedenbuurt is ge
legen, baande de stroom zich ook al
langzaam een weg tot de rijen ar
beidershuisjes, die eveneens voor het.
meerendeel ontruimd waren. Dit
straatje bood een naargeestig, een
droevig, een troosteloos gezicht.
Kaal en naakt en leeg stonden die
huisjes daar tegen elkander geleund
en er was geen sterveling meer te
zien.
Doch nu gingen weriinks af, over
den dyk van de Van Ewljcksvaart.
Vooraan stond huisraad en inboedel
gepakt en de bewoners waren klaar
om te vertrekken. Hoe treurig, hoe
moedeloos zagen de vrouwen, de
dochters er uit en kleine kinderen
huilden en zeurden dat ze er al van
door wilden. De sluiswachter stond
kalm en bedaard voor zyn huis en
verklaarde dat hij tot het laatste zou
blijven. De machinist van het stoom
gemaal, die toch niets kon doen om
wat water te keeren, ging zich klee-
den, liet zyn kippen uit het hok op
dat de arme dieren konden vliegen
naar het dak of een andere hoogte
als het noodig was en in zijn huis
liet hy ons zien hoe de piano en de
kasten en andere meubelen van den
vloer waren gebracht.
Onderwyl kwam een troep solda
ten dezen kant uit en de sergeant
ervan vertelde ons dat hij terug ging,
omdat zo niets meer aan den dyk
konden doen. Die was over een
groote lengte weggeslagen en hij gaf
ons den raad niet verder te gaan,
daar dit punt beslist gevaariyk werd.
Doch we hebben nog even een kijkje
genomen en zagen hoe het water
met groote kracht uit den Oostpol
der naar den Westpolder gulpte. Dit
sloegen we met bezorgdheid gade en
men was algemeen van oordeel, dat
al stond de zee niet hoog, zoodat
het gat van de Van Ewijcksluis nieïs
meer binnenliet Oostpolder en
Westpolder eerst gelijk moesten
staan alvorens het water zou ophou
den te stroomen. Maar dan kon het
niet uitbiyven of de Zuidpolder zou
er ook aan gaan. De vaart tusschen
deze twee deelen van Anna Pau
lowna was vol, liep al over en de
weg aan de Westkant was reeds
door plassen onkenbaar. Nu uog
over den breedeu wog en de Zuid-
polder moest overstrooraen. Van
twee kanten. Ook door het water
dat door of over den dyk van het
Oude Veer zou komen. Want die
weg - naar deOudesluis was
al eenigszins onbegaanbaar door het
water.
Over de Wipbrüg hebben we nog
een poosje gestaan by het water van
den Oostpolder. Allertreurigst. Waar
de wintei tarwe gezaaid was, waar
haver en vele andere producten
moeten groeien en bloeien, was het
één groote rivier. De boerderyen, de
boomen langs den Middenweg - allés
stond in zeewater. Hier stoomden
motorbooten heen en weer en die
gingen naar de hofsteden van de ge
broeders Geerligs om het vee te
redden. De bemanning verklaarde dat
veel dood vee drijvende was gezien.
Bij C. Blaauboer in den Achterweg
was dood vee. Bij P. de Graaf aldaar
waren 12 koeien stervende en 2 paar
den slechts gered. Op de boerenplaats
..De Hefboom", eigenaar de heer P.
Kaan Dz., in den Veerweg, waren
39 koeien dood. En nog andere namen
werden genoemd, maar waarvan mem
de cijfers niet bepaald wist. De man
nen namen proviand mee brood
en water -r- en de bootjes stoomden
er weer op uit naar de boerderijen
om te zien wat ze konden doen. En
toen keken we nog eenmaal naar den
weg door den Oostpolder naar Wie-
ringorwaard. Ook die is natuurlyk
een waterspiegel en je kan je haast
niet indenken dat hier vroeger zoo'n
druk, zoo'n onbezorgd, gezellig ver
keer was.
Omziende, moesten we weer turen
naar de watermassa in het Westelijk
deel. Een paar stieren liepen ginds in
de golven te rennen. De arme dieren,
die men moeiiyk met koeien kan
meevoeren, waren bepaald achterge
laten. Eenige koeien en hokkelingen
werden weggevoerd met schuitjes en
schapen en varkens moesten even
eens zóó naar het droge worden
getransporteerd. Het was soms een
inspannend karwei om de beesten
behoorlijk over te brengen en vooral
de varkens gingen heftig te keer en
die kon je op grooten afstand best
hooren.
Langs de Kleine Sluis liepen eenige
burgers zonder onderdak rond en de
burgemeester die ook passeerde, zei
tegen iomand:
„Nu zyn we aanstonds nog vreem
delingen in onze eigen gemeente I"
En in de buurt werd een verdacht
persoon aangehouden met een zak op
den rug en van wien men vermoedde
dat hij zoo'n beetje aan het jutten
was. De zak moest los en de burge-
ir zag nu een paar doode
beestjes, de koppen er af en de vee
met bloed. Hij wist er zich met
praatje uit te redden, maar hij moest
toch maken dat by weg kwam anders
zou het wel eens slecht met hem
kunnen afloopen.
Het werd tyd om terug te keeren.
We reden met ons rijwiel al door
het water langs het Zuideiyk gedeelte.
Aan den overkant liep een onder
wijzer tot over zyn knieön in 't
water naar huis om zyn poes te
zoeken die aan 't zwemmen was.
Een arbeider haalde een wieg en
dekens en een kanarievogel uit zijn
Ingezonden msdedeellng.
HERMAN NYPEL.S,
Spoorstraat 4! - HELDER.
Militair Glacé,
f 1.90, 2.25, 3.50,
Miltltair lm. peau de Suède,
ff 1.25,
met garantie.
woning en dat moest allemaal door
het raam. En de Rijks-ontvanger was
nog altyd aan den arbeid om zyn
vlot te maken, wat met makkelijk
lukte, omdat hij geen materiaal had
om het boeltje op Jt water byeen te
houden.
Maar op den weg van do Kleine
Sluis was de toestand kritieker ge
worden. Op verschillende plaatsen
kwam het water uit den Westpolder
naar de vaart en hieruit spoelde het
naar de sloot aan de Zuidzijde en
daar liep het heer op de erven. Waar
de walkant van de vaart iets lager
lag was de toevoor vanzelf veel groo-
ter en viel het water als bij emmers
tegelijk naar beneden. Veel zoetwater-
visch kwam mee en ratten en muizen
zag je nu en dan voor den dag komen.
In de Spoorbuurt was men ook al
aan het inpakken en verhuizen. En
aan den spoordyk waren arbeiders
en militairen, onder toezicht van
ingenieurs, hard aan het werk om
den duiker te voorzien, wat zeer
moeiiyk ging en waarmee men nog
niet zoo spoedig klaar zou komen,
naar het zich liet aanzien. Is die
duiker daar gestopt, dan hoopt men
dat het water van de vaart Breezand
in ieder geval afgesneden is indien
onverhoopt erger dingen gebeuren
van uit de reeds onverstroomde rich
ting.
Van Breezand werd nog een wagen
met brood naar de Kleine Sluis ver
voerd om het aan werkvolk, enz. te
verstrekken, daar het aan de Kleine
Sluis in het geheel niet en aan de
Oudesluis schaarsch te verkrijgen
was.
Te Breezand scheen men zich ook
al gereed te maken voor het vertrek.
Verhuiswagens werden volgeladen.
Gezinnon gingen op bakwagens heen.
En heele koppels vee werden uit de
boerderijen gedreven, bestemd voor de
Zijpe. Op een groote hofstede konden
we zien hoe de arme dieren uit de
warme stallen werden gejaagd en
hoe ze ineens buiten in ae frissche
lucht vreemd stonden te kijken en
onwillig en kwaadaardig werden en
geranseld moesten wordén, en hoe
ze holden van het kastje naar den
muur. En terwijl een klein mannetje
met hoogen rug op een kinderwagen
met kleintjes paste, vloog ziju vrouw
een stuk land op, haar jongen achter
na, die jacht maakte op een geit
welke niet mee wilde. De moeder gaf
niet om hel boe*! c.i zo was nijdig
dat het ventje zich zoo uitsloofde
voor zijn lieveling die de vlucht nam.
Op den weg Breezand West Einde
waren talrijke wielrijders en auto's
en wandelaars en vigelanten en kar
ren, cn do veerman die alles over
het kanaal moest brengen met z'n
pont kon geregeld heen en weer
varen en steeds on steeds had hij
het verbazend druk, want het was
daar maar komen en gaan van
publiek.
Zaterdagavond laat arriveerde in
de Keizerstraat een boerenwagen
waarop een gezin gezeten was tus
schen handig bijeengezameld huis
raad.
„Gevlucht uit den Polder?"
Zou 't daar dan wezenlijk toch zoo
erg zijn, vroegen we ons zeiven af.
Dan morgen eens gaan kijken.
En zoo peddelden we Zondagmorgen
een uur of tien er heen. Geen wind
of slechts een zuchtje, 't ging dus
goed langs 't Nooid-Hollandsch Ka
naai.
't Was druk langs den weg, er
waren meer nieuwsgierigen, er waren;
er veel zelf.
't Ging tot aan de Kooi. De pont
bracht juist een paar rytuigen met
huisraad, waartusschun een paar
bewoners, over.
De pont liep onmiddeliyk vol en we
voeren met een kalm gangetje naar
den overkant.
't Geheele gezelschap den oprit
opjawel, dat was buiten den
waard gerekend, beter gezegd buiten
den kapitein der infanterie, die daar
juist aankwam van den Balgdyk en
het veer „stop" deed zetten voor
„pleizierreizigers" zooals ZEd. het
noemde.
Wie er thuis hoorde mocht er over,
j anderen moesten terug. Ze konden
het werk slechts belemmeren.
En daar gingen we wee- terug, ook
een paar die stiekem achtor den dyk
trachtten weg te sluipen, doch buiten
de militaire bewakers hadden gere
kend.
't Eenige genot was dat de terug
tocht niet 8 cent kostte zooals de
heen-tocht.
Naar de „Blauwe Keet". Daar ging
de overtocht nog - togen 3 cent
meer met vyven te geiyk in
kleine bootje. De veerman had het
wht druk.
Wy den dyk over en door de land
wegen gefietst tot station Anna-
Paulowna. Dat wil zeggen tot in de
onmiddellyke nabyheid. Maar over de
spoorlyn mocht je niet, was afgezet
door een militairen post. Hoogstens
mocht je op een bruggetje over
vaart, vanwaar je over den spoordyk
heen het ondergeloopene en
loopende land kon waarnemen.
Maar een verslaggever heeft een
streepje voor. Hij mocht gaan kijken
voor de drommen die by de afsluiting
stonden. Ze kunnen 't dan uit de
krant lezen. Trouwens zóóveel publiek
zou ook het ordelijke doorwerken
belemmeren. En dóórwerken was
hier noodig.
De sluis in de AnnaPaulowna
vaart, onder de spoorlijn, was dicht
geplempt, 't Water stond al tot tegen
den spoordyk. Een viertal meters
verder ligt onder dien spoordijk een
duiker. Die was al dicht gegooid
maar verraderlijk sypelde het water
er met een vrij dikke straal door.
Soldaten groeven aarde uit om het
gat te stoppen, maar gemakkelijk
ging dat blijkbaar niet.
Wij reden intusschen verder den
weg op die van't station naar „Veer-
burg" loopt. Hier on daar liep het
water met een d.M. val over disn
weg. Voetgangers liepen er op een
drafje door heen. Maar van harte
gaat dat niet als je telkens totover
de enkels in 't water stapt. Op de
flets kwam je telkens met de voeten
even onder, 't Water spatte met een
straal voor je flets uit. Enfin een
paar natte voeten i3 zoo erg niet. Op
de droge plaatsen lekte het water
wel"weer uit je schoenen.
Een triestige aanblik die huizen in
den Westpolder tot. de vensterdorpels
in 't water. Ook de huizen aan de
jfuidzyde van den weg waren ontruimd.
Sommigen in haast blijkbaar. 't Koffie
goed stond in enkele nog op tafel.
)e huizen die verder, dus wat lager
stonden, waren retds heelemaal om
ringd door 't water. Op de dakgoot
van eon dezer zat een poes in diep
gepeins over het vreemde van 't
geval.
By „Veerburg" staan do huizen iets
hooger, daar stonden ze nog op 't
droge. Op 't Post- en telegraafkan
toor waren echter de toestellen ge
lijkvloers reeds opgenomen en op de
hoogere verdieping gebracht. Toen
even verder en vóór ons lag de Oost
polder, ook geheel blank. :t Water
was niet meer gerezen daar ('t was
middag 12 u.) zeide men. De peil
schaal teekeude precies N.A.P.
't Water was te 11 u. iets gezakt,
hoorden we. We reden den weg op
naar de Van Ewijcksluis. De villa
van Dr. Aldershof (Westpolder) stond
in 't water. Men huisde daar op de
tweede verdieping. Een eind verder
stonden we voor de le doorbraak van
de Oost in den Westpolder, 't Water
stroomde er met een vaart dóór. De
weg had het lang gehouden. Onze
soldaten hadden over de geheele lengte
een hulpkadé opgeworpen. Maar de
weg was toch bezweken.
Verder konden we niet. We zagen
den Oostpolder de koppen der
telegraaflijn langs de tramrails boven
het water uitsteken.
In de verte stond de groote hoeve
van den heer Blaauboer midden in
't water. Een tweetal soldaten en een
paar burgers hadden er nog eon pink
en een tweetal varkens uitgehaald.
Die brachten ze per roeiboot aan.
Een paard was nog achtergelaten,
dat zouden ze straks halen.
Op de hoeve van den heer Wayboer
had een sergeant, die or mot een
(transportjachuiije voorby voer, nog
vee gehoord in de stallen, verklaarde
hij. De beide burgers waren er ook
geweest, doch hadden niets gehoord.
Je komt ook niet zoo gemakkelijk
binnen in die 1.5 M. onder water
staande schuren.
Wat ons verwonderde, was, dat
hier niet meer schuiten waren (één)
en menschen om de boerderyen te
gaan doorzoeken. Want geen enkele
joer wist of hl ztjn vee wel was
weggehaald.
Wij naar „Veerburg" terug. In 't
Hótel „Veerburg" was geen koffi9 of
zooiets te krijgen, ook geen broodje,
wat te verklaren isalleen een kogel
flescbje, bier en sterke dranken, 't
Was er echter niet3 gezellig. Bedrukte
gezichten en boeren, die by een glas
enever zaten te spreken over „'t ge
val". Ik had ze in een schuit willen
zetten (als die er was) of anders ze
op zoek gestuurd Daar een schuit
om hier en daar te gaan kyken of
er nog vee was achtergebleven. Maar
ik had niets te zeggen.
De weg naar Oudesluis was nog
vrij van water. Eo wij reden terug
in de richting van 't station, weer
hier eu daar door 't overslroomende
water. Zielig zagen we in de verte
een vergeten kat in een boom zitten.
Kippenhokken, kleine boetjes, tob
ben, stukken hout dreven rond.
De weg naar de R.-K. kerk, bij 't
station, stond op een paar plaatsen
onder. En gestadig stroomde 't water
nog over den verhardeD weg.
De trein bracht vele reizigers uit
deu Helder aan. Ver koDden ze zich
niet bewegen. De meesten gingen
spoedig naar 'I station terug.
Voor 't loket prijkte een bordje
„Plaatskaaiten worden voorloopignïet
afgegeven". Op onze vraag of binnen
afrienbaren tyd een trein naar den
Helder zou gaan, kon men ons niet
antwoorden.
'tWas toen 3 uur. Het gat by den
duiker had men intusschon dicht ge
kregen. Trouwens, alle duikers onder
den spoordyk door werden vlijtig
aangeplempt. De spoordijk steekt nog
6eu paar meter boven 't water uit.
Als de duikers het houden, is er
voorloopig geen gevaar voor het ge
deelte van den polder, dat bewesten
den spoordyk ligt.
We besloten maar op de flets terug
te keeren. Hier en daar reden we op
onzen weg troepen vee voorbij, die
werden weggedreven, en boertjes, die
met wat huisraad op 'n kar naar
elders trokken. Dat was een zielig
gezicht.
de Spoordyk te versterken, ten einde
het overige gedeelte van den West
polder te behouden. De algemeeue
toestand is tot op dit oogenblik niet
veranderd.
De geheele d(jk van af de Ewyck
sluis tot aan de Nieuwe Sluis is
grootendeels vernield.
Maandagmiddag. Van verschillen
de kanten wordt medegedeeld, dat de
kinderen, die men verloreu waande,
by een boer op het hooi zijn gevonden.
Men is vol lof over het werken der
Heldersche militairen. Zy hebben
nacht en dag doorgewerkt, en dank
zij de energieke leiding prachtig werk
geleverd, al is het hun niet gelukt,
den Westpolder tegeu het over
vloeiende water tydig te beschermen.
De door hen met ontzettende in
spanning aangebrachte verhooging
van den weg van de Ewijcksluis tot
aan de Kleine Sluis bezweek voor
den sterke aandrang. Dat was voor
hen een groote teleurstelling.
Uit velerlei gesprekken met de
ingezetenen van den Anna Paulowna-
Polder bleek wel de dankbaarheid
jegens den militairen.
Niet zonder bitterheid werd ook
gesproken over de houding van som
mige inwoners van den Polder, die
niet genogen waren een hand uit. te
steken tot hot, verleenen van hulp
aau hun medeburgers.
Vergadering van het Polderbestuur
van Anna Paulowna, op Zaterdag 15
Januari 1916, des namiddags te 3 uur.
Do dijkgraaf, de heer J. Stammes,
zegt by de opening der vergadering,
dat het niet noodig is uiteen te zetten
in welk eon critieken toestand de
polder zich bevindt. Voorzitter deelt
mee, wat door hem en 'tdageiyksch
bestuur is verricht vanaf Donderdag
avond, toen de toestand begon te
dreigen. 9oor bovenmatige krachts
inspanning beeft hy door ongesteld
heid Vrijdag <jo leiding over moeten
geven aan den Burgemeester. Een
stemmig brengen de hoofdingelanden
hulde aau 't dageiyksch bestuur van
den polder en aan den Burgemeester
voor hun optreden.
Voorzitter zegt, dat 't dagelykach
bestuur een crediet vraagt, om te
voorzien in de groote uitgaven die
direct, noodig zyn. Met algemeene
stemmen wordt een crediet toege
staan van 100.000 gulden tegen eer-
rentevoet van 1 boven bank-
disconto.
Op voorstel van dou heer A. de
Graaf, vormen zich uit het Polderbe
stuur verschillende commissiön, die
ieder een onderdeel op zich nemen
van de velo werkzaamheden die thans
verricht moeten worden.
Voorzitter brengt hierna in warme
bewoordingen hulde en erkenteiykheid
aan de autoriteiten on manschappen
der militairen voor het vele dat zy
verricht hebben in 't belang van den
Polder.
Anna Paulowna.
Zondagmiddag heeft een pikeur,
thans in militairen dienst, j2 paarden
gered, met gevaar voor eigen leven.
Tusschenbside moest hy zich om de
hals van een paard vasthouden totdat
't' zwemmende een on£iepere plaats
had gevonden.
Maandagmiddag 3 uur. Het water
staat thans tot den Spoordyk vanaf
Oudesluis tot aan den Kleiweg en
van daar langs de Kromme Tocht
tot aan den Zeedijk. Het water Jwas
hedenmorgen een halve voet gezakt.
Te 2 uur trad buiten de vloed iD,
doch by 't begin van den vloed stond
het zeewater laag.
men bezig
polder onder dreigde te Ioopon. Ge
lukkig bedaarde do wind, waardoor
deze overstrooming niet zulk een
grooten omvang verkreeg. Voor Edam,
letwelk gedeeltelijk in den Zuid pol
der ligt, bestond toen gevaar. Een
gedeelte van do bewoners van het
lagere deel vluchtte. Door het o ver-
stroomen van een deel van don Zee
vangpolder kreeg hot water echter
een uitweg.
Te Katwoude, waar de door
braak oen grooten omvang had
aangenomen, wareu de militairen
druk bezig met hot stoppen van het
in den dijk geslagen gat. Groote
zeilen, planken en zakken zand wer
den aangebracht.
Op Marken is do ollendo zeer
groot. Van alle verbinding verstoken,*
lebben de bewoners van het eiland
n hangen nacht doorgebracht.
Des nachts om drie uur, gebourdo
het vreeselijke. De huizen warden
door het water weggeslagen. 16
menschen verdronken. Op Moenes
werf, het kleinste gehucht van Mar
ken, verdronken 7 menschen. Elf
menschen, welke op den zolder va -
een der grootste huizen waren aamera
geschoold, hebben als door een wonder
het leven eraf gebracht Toen de
storm bedaard was, bleek dat van hel
huia niets anders o verwas dan eon
zolder op palen. Het benedengedeelte
was zoo goed als geheel vernield.
20 huizen waren totaal weggespoeld.
Veel vee is verdronken. Van de vloot
zijn 20 botters gezonken. Andere
worden op de remmingen aan do
haven gesmeten en zwaar beschadigd.
Een tjalk word over den bavendük,
en tegen een woning geworpen. De
schade is nog niet te schatten, doch
bedraagt duizenden en duizenden.
Te Urk steeg het zeewater in den--^
vroegen morgr-n van 14 Januari tot
2.60 M. boven vol zee, slechts 0.20 M.
lager dan bij den vloed van 1825. De
golven drongen over den nieuweu
Noorddijk iu vele huizen en kelders
langs de buitenzyde van het dorp.
Eenige gezinnen, ook dat van een
der Belgische officieren, moesten hun
woning ontruimen. De zeeweringen,
gcdeelteiyk van beton, hebben bier
en daar het onophoudelijk gebeuk
hooggaande zeeön uiot kunnen
weerstaanook de wandelweg langs
het dorp is deeriyk gehavend. De
golven sloegen zelfs over den bazall
dyk by het het boog en veilig staand
Iut9rneering8gebouwdit.was, om de
ontzettende stormvlagen te kunnen
weerstaan, tydig met, ankers enz.
Storm en Watervloed.
De toestand van het overstroomde
gebied in N.-Hollaud is er op bet
eind van de vorige week niet op
verbeterd. Integendeel. Zaterdag
heeft het water nog weer eenige
polders overstroomd, terwijl ver-
schoideneanderezeerbedreigdwerdeD.
In Waterland is men er niet in
geslaagd het water ten Oosten van
het N. Hollandsch kanaal te houden.
Ook ten Westen van het kanaal zyn
groote uitgestrektheden overstroomd.
Voor de polder Oostzaan werd ernstig
gevreesd. Reeds begon het water
over den dyk te loopen, waarop de
bewoners door het luiden van den
klok gewaarschuwd werdeD. Al het
vee werd daarop uit, den'polder ver-
wyderd, terwyi ook de bewoners
voor een groot deel den polder ver
lieten.
Uit M u i d e n word Zaterdag be
richt dat gevaar aldaar vrywel go-
weken was. Vrijdagmorgen te 4 uur
was het water hier sterk gevallen.
Het stroomde toen met kraeht uit
de Vecpt naar zee. Aan de riyken,
terweerszijden van het stadje wordt
met man en macht gewerkt. Do
militairen pakten flink aan, en het
werk schoot goed op. Men heeft daar
benauwde oogeublikkeu beleefd. Elk
oogenblik dreigde de dyk te bezwij
ken. Tijdens do storm kwam een
losgeslagen logger recht op den
steehen dyk aandryveD. Gelukkig
richtte deze weiDig schade aan.
Anders .waren de govolgen uiet te
overzien geweest.
Uit Pu r merend werd Zaterdag
middag nog gemeld, dat de Kwadijker
Koogpolder ondergeloopen was. Voor
de Overweersche polder bestond groot
gevaar. De Zuidpolder werd door
het water uit het N.-Holl. Kanaal
overstroomd. Zondag middag naderde
het water nog steeds Purmerend. Het
tram station was niet meer te berei
ken. De nieuwe stad raakte onder
water.
Bij bekkenslag werd bekend ge
maakt, dat de talrijke bezoekers de
stad moesten verlaten, met het oog
op het verbruik der allereerste levens
behoeften. De verbiuding per spoor
met Amsterdam word gestaakt.
Edam is het centrum geworden
voor dev'.uipverleening in het
deiyk deel van Waterland. Hoewel
de stad zelf niet buiton gevaar was,
werd var hieruit al het mogelyke
gedaan c in den omtrek, on vooral
te Volendam, de bewoners te hulp te
komeD. Brood, water, petroleum, etc.
werd per boot naar het geïsoleerde
Volendam gevoerd, waar de menschen
van het benedendyksche deel van het
dorp by de bewoners van het boven-
dyk3 gelegen dorp een onderkomen
hebben gevonden.
Door de doorbraak by Katwoude
br '-i1- ook de dijken aan den Zuid-
po' ai-door ook de Zeevang-
Oostelyk van Zaandam hoeft
men het water al evenmin kunnen
keeren. Toen de wind weder ging
liggen, begon het water- ook den
jrooten Oostzanerpolder in to loopen.
)e boeren, die moendeu het nog wel
een poosje te kunnen aanz'en, be
grepen toen dat de tyd van vluchten
gekomen was. Midden in den nacht
begon de uittocht. Al het vee werd
in de richting van Zaandam gedre
ven. Te 10 uur in den morgen was
verbinding met Zaandam ver
broken. Zondagavond 8 uur was-het.
water nog steeds wassende. Blijft dit
aanhouden, dan is er groote kans
dat het wator van uit de Zaan ook
den Westzanerpolder zal overstroo
men.
In de streek van Durgerdam
is de toestand eveneens eerder ver
ergerd dan verminderd. Ransdorp,
waar de bewoners het lang konden
uithouden moest Zondagmorgen ver
laten worden. Dit kon niet anders
dan per vaartuig geschieden. Van
alle kant kwam hulp opdagen. Een
oude boer, welke met zijn zieke
vrouw en met een deel van het veo
op zolder zat moest door du soldaten
in den boot gebracht worden. H(j'
er niet toe te bewegen weg te
gaan. In de hooggelegen kerk waron
4 h 500 koeien ondergebracht.
De grond is daar evenwel hei-
schapen in een moddervlakte. Droog
stroo is er niet te krijgen.
De nog in ae polders achtergeblu
ven menscheo, welke hun woningen
Ingezonden Mededeellng.
Wordt gij te spoedig oud
Waakzaamheid kan jaren aan ons
loven toevoegen. Sommigen zyn oud
op zestigjarigen leeftijd, anderen jong
als zij tachtig zyn.
Uw leef wy ze maakt dat gij gozonde
ol' zwakke nieren hebt goed of
slecht bloed want" zwakke nieren
zyn oorzaak, dat urinezuur zich in
uw bloed ophoopt en uw gezondheid
verwoest.
Zorgt dat uw nieren altijd goed
werken en vooral naden middelbaren
leeftyd. Dit voorkomt rheumatisehe,
zenuw- en waterstoornissen, styvo en
verlamde gowrichten, verzwakking
van het gehoor en gezicht, en ver
harding der bloedvaten.
Houdt uw nieren in rust door ovor-
werking, zorgen en het gebruik van
sterken drank te vermijden, door re
gelmatige gewoonten, dagelyksche
wandeling, door niet te zware voeding
en voldoenden slaap. En gebruikt, by
het eerste teeken van rugpijn, rheu
matisehe pljuen en waterstooraisseu
Foster's Rugpijn Nieren Pillen. Zy
zijn een speciaal niergeneesmiddel,
dat de nieren helpt om uit het bloed
het overtollige urinezuur te flltreeien,
hetwelk rugpijn, spit, waterkwaleu,
waterzucht, rheumatiek en niergruis
of -steen veroorzaakt. Gy zoudt weten
hoe goed zij. wei ken, als gij apraakt
met menschen, dio Foster's Pillen
gebruikt hebben.
Te Den Helder verkrijgbaar by
Alb. ten Klooster, Keizerstraat 93.
Toezending geschiedt fr. na ontv. van
postwissel it f 1.75 voor één, of f 10.
voor zes doozen.
Eischt de echte
Foster's Rugpijn
óndTso. 840,'
A dit blad.
^„^«nheer d«
jT