ELDERSCHE COURANT
DONDERDAG 3 FEBRUARI 1916
44* JAARGANG
Op pagina 4 van dit blad is
opgenomen
t. Uit den omtrek.
2. Feuilleton, enz.
DE WEEK.
1 Februari.
De 28sten Januari 1916 ia voor Neder
land een „historische datum" gewor
den. Helaas, een van somberen aard.
Op dien dag is in de Tweede Kamer
'der Staten-Generaal, waar toen 87
leden present waren, met eene meer
derheid van drie stemmen 'n eind
gemaakt aan het ministerieel leven
van den man, niet zonder reden „de
toovenaar van den Haagschen Kneu
terdijk" genoemd. Van mr. M. W.
F.,Treub, die in 1913, na de verkie
zingen, optrad aan het hoofd van
het drietakkig departement, om ver
volgens na 's heeren Bertling's
terugtreden in de gelederen der be
lasting-hoofdambtenaren het beheer
van Financiën op zich te nemen. En
in de loop van eenige maanden het
wonderwerk volbracht eener alge
heels belasting-hervorming, waar
anderen even zoovele jaren voor be
hoeven gesteld dat zij bezitten den
schat van kennis, ervaring en door
zicht om de taak zelve aan te dur
ven.
Minister Treub is genoodzaakt af
te treden wijl hij „dwang" op het
Parlement durfde leggen. D.w.z., hij
had zijn eïsch (in de bekende corres
pondentie met mr. Borgesius gesteld)
dat de Ouderdomsrente niet zou wor
den afgedaan voor-en-aleer zijn be
lasting-ontwerpen dóór de Kamer in
de sectiön zouden onderzocht zijn,
laten vallen.
Maar Z.Exc. had de zonde begaan
als zijn besliste meening te doen
kennen, dat Ouderdomsrente enPen-
sioeubelasting moesten vastgekoppeld
zijn. Geen Ouderdomsrente zonder
het aequivalent. Alsof de heeren niet
wisten, dat mr. Treub er zoo over
dacht 1Maar dr. Bos kwam op
hoogen toon protesteeren tegen het
maken van de Tweede' Kamer tot
„een deel van het departement van
Financien". En de steeds in onstui
mige gemoedsstemming verkeerende
jhr. De Mural,t, de Oostburger man,
riep in naam van het door mr. Treub
versmade Staatspensioen een „A
la lanterne 1En toen werd de
motie-Schaper door minister Treub
vierkant afgewezen als eene van
afkeuring dien 28sten Januari aan
genomen. Onmiddellijk verliet de
heer Treub de vergaderzaal der Tweede
Kamer en vroeg audiëntie aan bij
de Koningin om H. M. zijne porte
feuille ter beschikking te stellen.
Onze wakkere Landsmoeder was
echter een paar dagen tevoren, op
haar tocht'naar de door stormvloed
geteisterde streken in N.-Holland
aangetast door bof; ongesteldheid,
thans zeer velen belagend. En er
deden zich bij H. M. ook verschijn
selen van influenza voor, zooals men
weet. Wat de Koningin met haar
hoog plichtbesef en sterken wil
niet belette op Maandag 31 Januari
mr. Treub enkele oogenblikken in
audiöntie te ontvangen, terwijl H. M.
dienzelfden dag ook nog beëedigde
den nieuwen Landvoogd van Insu-
linde, graaf Yan Limburg Styrum,
die op 2 Februari per „Insulinde"
naar de Oost zou vertrekken.
Een uur nadat minister Treub
gevallen was, kreeg men reeds een
lijstje van mannen, die voor de por
tefeuille van Financien „genoemd"
zouden worden. Full speed De
zeer-haastige „primeur"-bakkers zagen
ih hun overijling voorbij, dat het
arme kabinet Cort v. d. Linden wel
zéér gehavend is, maar toch nog
altijd extra-parlementair van karakter,
voorzoover men weet. De namen der
heeren Patljn en De Meester _als
eventueels opvolgers van mr. Treub
klonken dus wel zeer zonderling.
Dat mr. Van Gijn, de thesaurier-
generaal, thans weêr aanstonds „ge
noemd" zou wordenwie verwachtte
't niet
Dat er buitengejvone moed noodig
is óm thans de „nalatenschap-Treub"
te aanvaardenwie zal 't niet be
seffen Deze „Ueberrüensch" heeft
o.a. de taak van twee ministers
tegelijk waargenomen, de afd. Arbeids-
verzekering met zich naar den Kneu
terdijk nemend. Vele tientallen mil-
lioenen zijn „a la minute" noodig.
De "uiden van dagen hebben zich met
ee; doode musch verblijdVan
Februari 1916 tot Mei 1917 is precies
vijftien maanden. De heer Treub heeft
er do vorige week in de Kamer op
gezinspeeld, dat Juni-'17 allicht weder
om eene Rechtsche meerderheid aan
het roer van Staat zal brengen. Voor
sommigeh, die aan „voorteekenen'
hechten, was de „joyeuse rentrée"
van den oud-minister Kolkman, te
Nijmegen gekozen in de vacature-
Van Nispen, in het Parlement
zulk een „omen". De dag van
Januari j. 1. heeft de kansen voor
Rechts zeer stellig niet doen dalen,
IntegendeelWaar de man te
vinden, sterk, talentvol, offervaardig
genoeg om met zulk een „risico" thans
de loodzware portefeuille van Finan
cien te durven gaan torsen?
De arme, veelbeproefde premier
heeft van midzomer-1913 af al voor
menig zwaar probleem ter oplossing
gestaan.- De moeilijkheid, waarbij mr.
Cort v. d. Linden, de wijsgeer-staats
man, nu een uitweg moet zoeken, is
zeker de allergrootste. Het zijn,
aldus verzekerde onlangs de minister
president, de buitengewone tijds
omstandigheden, welke het Kabinet
zullen noodzaken aan te blijven, óók
wanneer 't in zijn minister-van Fi
nanciën werd getroffen. Deze „coup
de Jarnoc" is nu door het Parlement
toegebracht, als dreigde er geen ge
vaar meer. Het ministerie, dat sinds
Aug.-1914 het vaak in doodsgevaar
verkeerd hebbend schip van Staat
door de branding, langs de klippen
heen, wist te voeren zonder dat 't
hevige averij opli«pdat Kabinet ia
nu in het hart getroffen, 't Zal nog
wat blijVen- leven. Maar de groote,
frissche levenskracht, de echte „regeer-
lust", in den goeden zin van het
begrip, is eruit. Kan 't ook anders
Is dit niet de juiste methode, om te
fnuiken de lust bij onze beste, intel
lectueel sterkste, bekwaamste mannen
om zich aan de openbare zaak te
geven Dat aan groot- en beroemd
heden op welk gebied 't zijvoor
allen, die boven de middelmaat uit
steken, het leven in Patria steeds
zoo min-genoegelijk denkbaar werd
gemaakt: wij weten 't allen.
In later tijden 't moet erkend
is daarin eenige verandering ten
goede gekomen, voor een met-onbe
duidend deel vermoedelijk te danken
aan schaamte tegenover het buiten
land. Bij het treurige geval-Treub
heeft 't oude, gevaarlijke spooksel
zich weêr in zijn meest dreigende,
weerzinwekkende gedaante vertoond!
De stroom van jobstijdingen over
den stormvloed is nog steeds niet
uitgeput. En het bericht, dat niet
minder dan vijf-en-dertig Scheve-
ningsche visschërs, op loggers ter
haringvangst uitgetogen, zijn omge
komen, heeft bittere rouw gebracht
zóó kort na de vreugde over de fabel-
achtig-voorspoedige vangst, die in het
oude visschersdorp eene weelde bracht
waarvan men nauwelijks had durven
droomen. De stroom van giften en
gaven, voor de slachtoffers van den
stormvloed ingekomen (in de Hofstad
op één dag ruim een ton), was ver
rassend. Na achttien maanden van
wereldbrand. In tijd van weeklacht
over verminderde inkomsten en stij
gende uitgaven bij grooten en klei
nen Dat men niet hl deze wee
klachten moet opvatten gelijk ze
geslaakt wordenhet Utrec-htsche
lijstje, aangevend hoeveel honderden
guldens de fiscus in de oude, stem
mige Bisschopsstad in 1915 meer
ontving van heffing op de „publieke
vermakelijkheden" (bioscoop vooral
niet te vergeten!) toonde 't wel
zeer duidelijk. Over dit onderwerp
zou nog wel 't een en ander te be
spiegelen zijn, dat ik intusschen tot
later bewaar.
Voor het oogenblik raakt alles nu
op den achtergrond voor.het op 28
Januari in het Parlement gebeurde.
Ook en zelfs de „journalistieke stor
men", in de hoofdstad opgestoken en
die nog steeds niet uitgewoed zijn.
De grijze, beminnelijke graaf Van
Bylandt, die 88 jaren lang door Apel
doorn naar het Parlement werd af
gevaardigd, heeft een alleszins ver
diend „otium cum dignitate" gekozen
en zal vermoedelijk door den heer
Snoeck Henkemans worden vervan
gen. In de vacature-Ferf kozen de
Noord-Hollandsche Staten den zeer-
schranderen Amsterdamscben pleit
bezorger ter. J. Kappeyne v.d. Copello.
Ridder De Stuers, 'onze gezant te
Parijs, vierde het gouden jubileum
van zijn diplomatieke carrière, en
werd Staatsraad in buitengewonen
dienst.
Nog gevoelt hij zich krachtig en
geschikt om het vooral thans zoo
verantwoordelijke ambt in de Fran-
sche hoofdstad te blijven vervullen.
Ondanks de kritiek, waaraan ridder
De Stuers' beleid vaak blootstond.
Terecht Ik beoordeel 't niet. Dit
staat vast, niet ieder weet te juister
tijd te gehoorzamen aan den wenk,
gegeven in De Genestet's woord,
dat president Borgesius in herinnering
bracht, graaf Van Bylandt huldigend:
Er is een tijd van komen,
Er is een tijd van gaan.
Vaak hebt gij het vernomen,
Maar hebt ge 'took verstaan?...
*>Mk. Antonio.
DE OORLOG.
Oe offlcleele legerberichten van
31 Jan. en 1 Febr.
Van het W e s t e 1 ij k front.
Het Engelsche legerbericht van den
31sten meldt, dat een afdeeling Ên-
gelachen ten W. vanMeesaen er in
slaagde in een Duitache loopgraaf
door te dringen. De Duitschers ver
loren 30 man aan dooden en 3 aan
gevangenen. 2 mitrailleurs werden
Van- Duitsche zijde wordt beves
tigd dat de Engelschen op een plaat9
in de loopgraven doordrongen. Echter
werden zij na korten. tijd weder ver
dreven. Ten Z. van de Somme zou
den de Franschen opnieuw terrein
verloren hebben.
Van het Oostelijk front.
De Russische legerberichten maken
slechts melding van verkennings ge
vechten en artillerie-duels. De toestand
wordt van beide zijden als onveran
derd aangegeven.
Op den Balkan.
De capitulatie van Montenegro
schijnt niet met instemming van het
geheele volk te zijn vastgesteld. Uit
Londen wordt gemeld, dat een gene
raal en een majoor, die de capitulatie
hadden onderteekend, dood in hun
huis zijn gevonden. De aanplakbil
jetten waarin de capitulatie werd
afgekondigd zijn van de muren ge
trokken. Om de „orde te herstellen''
zijn een aantal burgers gearresteerd,
waarvan er eenige werden doodge
schoten.
In Albanië wordt, volgens den
„Lokal Anz.", een spoedig treffen
verwacht tusschen de troepen van
Essad-pacha en de Bulgaren, welke
gesteund worden door de Albaneesche
benden. De Bulgaren rukken voor
waarts langs de Montenegrrjnsche
grenzen. Te Durazzo kwamen Fran-
sche troepen aan. Aldaar verkeert
men in het onzekere omtrent het lot
van Bezat (47 K.M. ten N.W. van
Valona. Men gelooft, dat de plaats
nog in banden is van Beead-pacha.
Van het Russisch-Turksche
front.
Volgens een bericht van den 31 en
Jan. hebben de Russen in het kust
gebied van den Tsjoroch de Turken
teruggedreven. Een aantal soldaten
werd gevangen genomen en 100 stuks
vee veroverd.
Het. stoomschip „Appam"
terecht.
Uit Newport News wordt gemeld
dat het reeds als verloren beschouwde
stoomschip „Appam" van de Elder-
Dempster-lijn (zie ons vorig nr.). 1
Februari des ochtends te Old Point is
aangekomen. Het schip voerde de
Duitsche oorlogsvlag en had een
Duitsche prljsbomanning aan boord.
De „Appam" was door een Duitsche
onderzeeër ter hoogte van de Cana-
rische eilanden vermeesterd. Door
deze duikboot waren reeds verschei-
3 andere schepen in den grond
geboord, waarvan de opvarenden nu
aan boord van de „Appam" werden
overgebracht. In totaal bedroeg dit
aantal 158 menschen.
Men is van meening dat de Duitsche
bemanning zich liever zal laten
interneeren, dan opnieuw zee te
kiezen.
Een neutrale correspondent van de
„Daily Mail" heeft de Duitsche duik-
booten gezien welke in de Zee van
Marmora opereeren. Het zijn slechts
kleine vaartuigen. In het geheel zijn
er 6. Volgens deze correspondent kan
de „Persia" niet door een Turksche
duikboot getorpedeerd zijn, aangezien
deze niet b6Staau.
Hij hoeft kennis gemaakt met den
commandant van een onderzeeër van
het groote type, do „U 51". Deze,
von Hersing geheeten, is na den dood
van Weddingen, de held van de duik-
bootenvloot geworden. Hij was het
die de „Majestic" en de „Triumph"
in den grond boorde.
Op klaarlichten dag was hij door
den straat van Gibraltar gekomen.
In de nabijheid van Lemuos wa3 bij
in een -vangnet der Engelschen ge
raakt. Na 2 uur vastgezeten te hebben
■slaagde hij er evenwel in weder los
te komen. Een schroef werd hierbij
beschadigd.
De ocrlog In de lucht.
Zeppelins boven Engeland.
Een Duitsch bericht van den Marine
staf meldt dd. 1 dezer:
Een onzer eskaders marine lucht
schepen heeft vannacht het dok, de
haven en fabrieksgebouwen in en bij
Livefpool en Birkenhead, de ijzer
fabrieken en hoogovens van Man
chester, de fabrieken en hoogovens
van Nottingham en Sheffield en de
groote bedrijfsgebouwen aan de
Humber en bij Great Yarmouth met
een groot aantal ontplofbare en brand
bommen bestookt. Overal is de krach
tige uitwerking der hevige ontplof
fingen in felle branden waargenomen.
Aan de Humber is bovendien een
batterij tot zwijgen gebracht.
De luchtschepen zijn van alle pun
ten sterk beschoten maar niet ge
troffen. Alle luchtschepen zijn ondanks
krachtige tegenwerking behouden te
ruggekeerd.
Het Engelsche bericht hieromtrent
meldt, dat de aanval welke op grooten
schaal werd uitgevoerd, belemmerd
werd door den mist. Er werd eeuige
schade aan eigendommen berokkend.
Volgens tot dusver (1 Febr.) inge
komen berichten werden 54 menschen
gedood en 67 gewond.
Met het oog op mogelijke aanvall6D
van Zeppelins op Londen is het be
sluit genomen, dat tusschen Zons
ondergang en Zonsopgang geen'klok-
ken zullen slaan of bellen zullen
worden geluid. Dit dient om te voor
komen dat de Zeppelins op het geluid
van de klokken afgaande, de stad
mochten vinden.
Naar het schijnt hebben de Duit
schers ook naar het Balkanfront een
of meer Zeppelins ^gezonden. In een
bericht uit Saloniki wordt althans
rfielding gemaakt van het feit dat
door een Zeppelin bommen op de
stad werden geworpen. Er werd
weinig schade aangericht.
Ingezonden mededeeling.
HERMAN NYPELS,
Spoorstraat 41 - HELDER.
Militair Glacé,
f 1.90, 2.25, 3.50,
Miltitair im. peau de Suède,
f 1.25,
met garantie.
BUITENLAND.
Duitsche ministers heeft gericht. Vol
gens de vertaling van de „Manchester
Guardian" luidde die memorie als
volgt
„Een gewezen deurwaarder, ge
naamd. Finhold, heeft mij het verzoek
gedaan zijn pogingen te willen steu-
neD, ten einde, de zorgen van de
manschappen aan het front over hun
worstelende gezinnen thuis te ver
lichten. Hij had in het bijzonder bet
oog op de belangen van de werkende
middelklasse, kleine neringdoenden,
werklieden en kooplui, dieinvredes
tijd goede verdiensten hebben, maar
nu gevaar lgopen, om al bun bezit
tingen te verliezen en na den oorlog
tot arme daglooners verlaagd te
worden.
Tallooze aanvragen van menschen
die van soldaten aan het front af
hangen en hulp en steun vragen,
leveren mij het bewijs dat de heer
Finhold den viDger op een wond heeft
gelegd. Ten gevolge van de ontwik
keling van Duitscbland's economiscben
toestand zijn hnt juist die lieden in
kleine zaken die gedwongen zijn hun
toevlucht te nemen tot aanmerkelijke
leeningen en crediet-operaties, en bij
den tegen woordigen toestand van de
markten enz, die het gevolg van
den oorlog is, ia het voor de vrouwen
en de afhankelijke betrekkingen thuis
een voortdurende bron van groote
zorg en vrees, hoe zij de zaak van
hun man of vader aan den gang
zullen houden. Deze zorg heeft ook
een verlammenden invloed op den
man in de loopgraven; en dit is te
meer het geval, omdat bij geen kaDS
ziet op hulp of verbetering, noch nu,
noch by het sluiten van den vrede.
Het is dus blijkbaar van het groot
ste belang voor do economische
kracht en de toekomst van ons
vaderland dat men het een of ander
afdoende middel vindt, om deze zaak
te regelen. Het rijk moet het gevaar
terzijde stellen, dat een groot aantal
van zijn nijvere en economisch onaf
hankelijke zonen met armoede of de
klauwen van den schuldeischer of den
aigeheelen ondergang van hun thuis
na den oorlog bedreigt.
Een legeraanvoerder kan over zulk
een nood niet luchthartig heenstappen,
want het welzijn van zijn soldaten
moet hem zeer na aan het hart lig
gen. Daarom is het mijn plicht, waar
voor ik een diep besef heb, de aan
dacht te vestigen op de hierboven
afgeschilderde gevaren en op de
noodzakelijkheid om' ze door een
tljdigen wetgevenden maatregel ter
zijde te stellen. Het plichtsgevoel en'
de doodsverachting van onze legers
vereiscben do een of andere vergoe
ding thuis, en in doze aangelegen
heid. De zeuuwkracht van eiken
man, die de hoofdvoorwaarde is, Diet
alleen om te kunnen volhouden, maar
ook om de finale en beslissende over
winning te kunnen behalen, eischt
als eerste voorwaarde, dat de econo
mische toestand van zijn betrekkingen
thuis verzekerd is en dat hij na
het sluiten van den vrede hopen mag,
steeds moer vooruit te komen. De
geweldige 'veranderingen in het
economische leven van de natie die
thans plaats hebben en na het einde
van den oorlog nog grooter zullen
worden, moetien een volk vinden, dat
in economisch opzicht gezond en in
staat is, zich te ontwikkelen.
Von Hindenburg, veldmaar
schalk en opperbevelhebber van
alle Duitschelegerslnhet Oosten".
De Vereenlgda Staten en Europa,
Londen, 1 Febr. De correspondent
van de Morning Post te Washington
zegt, dat hij er nauwkeurig kenni3
van draagt dat de betrekkingen met
Engeland Wilson ongerustheid baren.
Indien Duitschland tot rede gebracht
kan worden zal de blokkade-kwestie
ongetwijfeld te -berde gebracht wor
den. Wilson weigert de militaire
noodzakelijkheid als rechtvaardiging
voor de blokkade te erkennen. Deze
is, naar zijn meening, een verkrach-
tiging van den onzljdigen handel.
Troebelen in China.
St. Petersburg, 1 Febr. Uit Moek-
den wordt gemeld dat de Mongolen,
na voorbij den Grooten Muur te zijn
gekomen, een inval hebben gedaan
in de districten Datoenfa en Pin-
loungsiang. Hun voorhoede, 2000
man sterk, belegert de stad Datoenfa,
Scheepvaartwinsten.
Als een staaltje van de buitenge
wone winsten der Noorsche scheep
vaartmaatschappijen moge gelden,
dat de Selmersche Stoombootreederij
te Drontheim in 1915 een netto wis
heeft gemaakt van kr. 3,131,708.
Hieruit wordt 80 pet. dividend uit
gekeerd, terwijl van het restant der
winst kr. 1,290,000 afzonderlijk wordt
Een memorie van Hindenburg.
De „Deutsche Tageszeitung" bevat
den tófc3t van een memorie, die veld
maarschalk Hindenburg aan den
rljkskanéalisr en de Pruisische en
BINNENLAND.
Luchtschepen boven ons land.
Maandagnacht even over eenen is
boven het Z. deel van Amsterdam
een vliegtuig getrokken, komende
uit het N.W. en verdwijnend in O.
richting.
Uit het sterke geraas der machine
maakte men op het luchtvaartuig
was wegens den mist niet te zien
dat het eeu luchtschip was, die van
de raid op Engeland (zie onder de
Oorlog) terugkeerde. Naar uit Enge
land gemeld werd namen 6 h 7 zep
pelins aan den aanval deel. Een Dins
dag uit Zweden te Rotterdam aan
gekomen stoomschip rapporteerd dat
het 5 van deze luchtgevaarten heeft
gezien, welke in O. richting koersten.
Vrij zeker is-het dus dat het lucht
schip boven Amsterdam een ver
dwaalde Zeppelin was.
Dinsdagochtend werd een lucht
schip vlak boven post 1 op Ameland
waargenomen. De Zeppelin dreef zeer
laag en was geen 100 M. van den
post verwijderd. Door den kustwacht
werden er meer dan 60 schoten op
gelost. Ongetwijfeld werd het lucht
schip hierdoor meer dan eens ge
raakt. Het gevaarte verdween in N.O.
richting.
Cultuur der door zeewater over
stroomde gronden.
De directeur-generaal van dei
landbouw vestigt er in de St.-Ct. de
aandacht van bolanghebbenden op,
dat naar aanleiding van de over
stroomingen in 1906 in Zeeland een
uitvoerige studie is gemaakt aan
gaande den invloed van het zeewater
op de geschiktheid van den bodem
voor de cultuur van verschillende
gewassen.
Rapporten dienaangaande van den
heer A. A. ter Haar z(jn gepubliceerd
in de Verslagen en Mededeelingen
ran de directie van den Landbouw,
jaargang 1907 no. 6 en 1910 no. 6,
terwijl mede zijn uitgegeven brochu
res over hetzelfde onderwerp van
de hand van de heeren I. J.
Kakebeeke en dr. D. J. Hissink.
Voor zoover de voorraad strekt
zijn van deze publicatiën kosteloos
exemplaren ter directie - van den
landbouw verkrijgbaar, terwijl over
wogen wordt ze, ih één deeltje ver-
eenigd opnieuw uit te geven.
Ons dunkt dat dit wel iets is voor
de landbouwers in Anna-Paulowna.
Deelneming uit het buitenland.
In Aken heeft zich een commissie
gevormd, die zich ten doel stelt, giften
voor leniging van den watersnood
in ons land in te zamelen, om daar
door een bewijs van deelnaming te
geven.
In de Aachener Allgemeine Zeitung
is daartoe een oproeping geplaatst.
(Hbld.)
De Nederlandsche Bank.
Een enorm bedrag goud is iu de
afgeloopen week door de Nederland
sche Bank uit bet buitenland ont
vangen. BUjkens den gepubliceerden
weekstaat steeg de hoeveelheid geel
metaal met niet minder dan 18,084,000
gulden, dat is de grootste toeneming,
die sinds het uitbreken van den oorlog
in een enkele week tljas beeft plaat s
gevonden. Uit een bericht, opgenomen
in het jongste nummer vap de „Ti
mes" blijkt, {lat ruim 12 millioen
van dit bedrag uit Engeland af
komstig is geweest, van waar het
verzonden is ter verbetering van den
wisselkoers. Het resteerende bedrag
schijnt grootendeels_uit Oostenrijk te
zijn gekomen.
De cijfers der goudbeweging tev
onzent sinds het uitbreken van den
krijg geven een merkwaardigeu kijk
op de verbetering der Nederlandsche
betalingsbalans, deqls door den grooten
uitvoer van landbouwproducten enz.
tot sterk gestegen prijzen, ten deele
door den verkoop van buïtenlandsche,
speciaal Amerikaansche waarden on
het achterwege blijven der vroeger
zoo belangrijke plaatsing in buiton-
landsche fondsen. Bij het uitbreken
van den Europeeschen oorlog bedroeg
de goudvoorraad der Nederlandsche
Bank f161,95 millioen. In de eerste
oorlogsmaand vermeerderde hij een
kleinigheid, n.1. tot f 162,20 millioen.
Op 10 October 1914 was do goud
voorraad tot f 155,38 millioen terug
gegaan, in verband met betalingen
voor aankoopon van zilver en van
graan voor regeeringsrekening. Sinds
dien is de hoeveelheid geel metaal,
trots verdere zendingen voor hetzelfde
doel, gestadig en in een snél tempo
toegenomen.
Op 10 October 1914 wa3 de voor
raad f 176,38 millioen. Op einde Jan.
1916 1466,83 millioen.
Zooals hieruit blijkt, ontbreken er
nog slechts een paar tientallen mil-
lioenen (eeu bedrag, dat spoedig
genoeg zal zijn bereikt), aan een
verdrievoudiging van den goudvoor
raad sinds het uitbreken van den
oorlog. Van de direct opeischbare
verplichtingen der Bank (biljetten,
assignaties en rekeniDg-courant-sal-
do's) ten bedrage van fl. 648.12 mil
lioen, zijn thans 72.04 pCt. door goud
en 72 98 pCt. door goud en zilver
gedekt, tegen een verplichte mini
mum-dekking van 40.pCt. in normale
Ujden en van 20 pCt.. sinds het uit
breken van den oorlog. Van het in
omloop zijnde bankpapier ad fl. 581.72
millioen bedraagt ae dekkiDg door
goud 80?35 pCt. en door goud en
zilver te zamen 81.40 pCt., cijfers,
die nooit te voren ook bij benadering
zijn bereikt.
Hoe enorm deze goudvoorraad is,
moge blijken uit een vergelijking met
de cijfers der buitenlandsche circula
tiebanken. De hoeveelheid geel metaal
bij de Nederlandsche Bank is thans
gelijk aan meer dan x/* vt*n die der
3anque do France, ca. l/« die der
Duitsche Rijksbank en ongeveer ®/i
van die der Bank of Englaud
De direct opeischbare schulden der
Bank zijn met circa f 12.10 millioen
gestegen, zoodat voor dekking ruim
f 2.42 millioen meer werd vereischt.
Daar echter de metaal voorraad met
ruim f 18 millioen is gestegen, is
het beschikbare metaalsaldo met
ongeveer f 15.5 mill. voovuitgegaan.
Het bedraagt thans f342.65 millioen.
In normaio tijden mag de Bank 2£
maal dit bedrag aan bankpapier
uitgeven, thans zoo noodig vijfmaal
som, zoodat baar vrijheid van
actie, voor het geval onverhoopt
tijdens den oorlog nog zware eischen
aan onze Centrale Credietinstelling
mochten worden gesteld, schier on
beperkt is.
Huiszoeking bij de „Telegraaf".
In een deel van de oplaag van
ons vorig nummer werd reeds mede
gedeeld dat op het bureau van de
„Telegraaf' een huiszoeking heeft
plaats gehad.
Het onderzoek had in hoofdzaak
plaats in het privé kantoor van de
directie. Een aantal papieren, brieven
en teekeningen^ werd in beslag ge
nomen, na het onderzoekon van de
brandkast en eenige lessenaars.
De. Justitie bracht ook een bezoek
aan het perceel Lomanstraat 73,
waarin het anti-smokkelb*reau ge
vestigd was, en aan hot perceel
Lomanstraat 44, waar een der leiders
van het bureau, de Engelachman
Lang woonde. Laatstgenoemde bleek
echter reeds vertrokken. De woning
wa3 zoo goed als geheel ontruimd.
Volgons het „Hbld." was de heer
Lang te Manheim geboren en in
EDgeland genaturaliseerd. 'Vroeger
moet b\j inspecteur van Scotland
Yard zijn geweest, en in dienst van
den heer Holdert een aanzienlijk
salaris genieten.
Bij den heer Holdert werden ver
schillende boeken en bescheiden, o.a.
gevoerde correspondentie in beslag
gpnomen.
In de woning van den vader en
een broeder van den heer Holdert,
in den Aerdenhout (bij Haarlem)
werd op last der Amsterdamsche
Justitie eveneens huiszoeking gedaan.
Ook hier werden eenige bescheiden
in beslag genomen.
Naar het „Hbld." vernoemt is de
huiszoeking gegrond op art. 100 van
het Wetb. van Strafrecht (het in
gevaar brongen van onze neutraliteit).
De overtreding van dit artikel zou
dan hebben bestaan in het doorzen
den der gegevens van het anti-smok-
keibureau aan de Fransche en Engel
sche legaties te Den Haag.
Naar aanleiding van deze huiszoe
kingen schrift de „Telegraaf' dat
het den hoer Holdert Blechts genoe
gen kan doen dat de omvangrijke
ten koste van veel geld en moeite
door hem verzamelde gegevens éin
delijk in handen der Justitie komen.
Bjj deze gelegenheid zal blijken op
welk een omvangrijk materiaal de
actie van den beer Holdert tegen de
smokkelarij berustte.
Dienstweigeringsmanifest.
De Alkmaarache rechtbank heeft
Dinsdag ds. Boeke te Schoorl, ds.
Boenders te Abbekerk, ds. Huizinga
te Schagerbrug, ds. Terlette te Zuid-
Scharwoude en ds. Schermerhorn te
Nieuwe-Njedorp allen vrijgesproken
in zake het ondorteekenen en versprei
den van het dienstweigeringsmanifest.
Een smokkelcentrale geplunderd.
Men schrijft ons uit Geulle d.d.
1 Februari:
In de afgeloopen weet hebben
dieven een bezoek gebracht aan het
gemeentehuis te Geulle (L.) en het
lokaal, waarin de aangehaalde smok
kelwaar wordt bewaard, ongeveer
geheel leeggeplunderd. Zakjes meel,
maïs, pl.ra. 500 liter petroleum, die
zich- in kleine vaatjeB en allerlei
recipiënten van vyf tot vijf-en-twintig
liter iDhoud bevonden. Kortom, alles
wat niet te zwaar was, om vervoerd
vorden, is verdwenen. De mili
tairen hebben hun wachtlokaal in het
gebouw; zü beweren, geen onraad
bespeurd te hebben, ofschoon het
wachtlokaal Blechts door een portaal
van drie meter breedte van de berg
plaats is gescheiden en de tegenover
elkaar liggende deur van beide ver
trekken tot hetzelfde portaal toegaDg
geven.
Minstens een tiental personen zijn
noodig geweest om den buit te be
machtigen en in veiligheid te brengen,
te meer, omdat de dieven het geBto-
lene door een raam hebben naar
buiten gebracht, dat 1.70 M. van den
beganen grond is. Het gesjouw met
vaatjes en logge blikken bussen van
allerlei vorm kan onmogelijk zonder
gedruisch zijn geschied. Onder het
petr#leumhoudend gerei bevond zich
een groote gele bus, voor 9/10 met
water, voor de rest met petroleum
gevuld, die eenige maanden geleden
door smokkelaars was achtergelaten
uit smokkelaarshumor, om de bekeur-
•ders een half uur ver met een waar-
dtloozen pot van 20 Kg. te laten
sleepan. Deze bus is door de dieven,
die blijkbaar de gave des onderscheids
bezaten, niet meegenomen.
Een inwoner uit de buurt heeft
morgens tegen vijf uur een zwaar
beladen karavaan zien voorbijtrekken,
waarondeT joDgere meisjes en jon
gens hq meende, dat het een gewone
smokkelpartjj was. In een boomgaard
zijn eenige voorwerpen van minder
nut voor smokkelaars teruggevonden
men heeft daaruit kunnen afleiden,
dat de bende naar de Maas is gemar
cheerd. Aan den oever zijn in den
slljkerigen bod*m, ontelbare voetstap
pen waargenomen de gestolen voor
raad is dus denzelfden, nacht per
roeibott naar België gebracht.
(„Tel.")
Bsroovlng.
Deor tweo rechercheurs te Amster
dam is Maandag nog eene vrouw
aangehouden, verdacht van diefstal
ran een bedrag van'f 2500, ten nadeele
van een persoon, die den nacht in
een perceel aan den Amstel had
doorgebracht, zoódat in verband met
dezen diefstal een zestal vrouwen
aan bet bureau zyn geléld.
Prov. Staten van Noord-Holland.
Dinsdagmorgen te ruim half twaalf
werd de buitengewone zitting der
Prov. Staten geopend. In zijn openings
rede herinnert de voorzitter aan de
vreeselljke ramp welke Noord-Holland
getroffen heeft. De verwoesting welke
werd aangericht is onbeschrijfelijk,
monschenlevens zijn te betreuren, aan
have en vee is onnoemelijke schade
toegebracht en met weemoed waart
de blik waart do blik over onafzien
bare watervlakten, waar tot voqr kort
vruchtbare landouwen en lachende
dorpen een lust der oogen waren
Er dringt zich naast het gevoel
van medelijden, een andere gewaar
wording op, nl. het beramen van
maatregelen tot herstel van de schade,
tot het keeren van verder onheil en
en om zoo mogelijk de provincie te
beschermen tegen nieuwe rampen.
Omtrent de hier en daar uitge
sproken meening 'dat de dijken «n
zeeweringen in onvoldoenden toestand
verkeerden, merkt spr. op dat er zeer
zeker voorzieningen denkbaar zijn,
waardoor aan den stormvloed weer
stand zou zijn geboden. Waar echter
het water tot een nooit gekende
hoogte steeg, zou het moeilijk zyn den
eisch te stellen, dat de dijk aan den
krachtigen en zoo onvoorzienen aan
val had weerstand geboden.
Daarom ook zal bet onmogelijk zyn
maatregelen te nemen, waardoor een
herhaling van het gebeurde absoluut
is buiten gelaten.
Maar dit ontslaat niemand van den
plicht om bedacht te z(jn op alles
wat meerdere zekerheid kan geven.
Het is daarbij de vraag of dit
kan worden bereikt, zonder de op een
historie van eeuwen gegrondveste,
autonomie der waterschappen aan te
tasten, en of althans de verdediging
der provincie tegen de zee niet op
andere grondslagen zal moesten
rusten.
Het antwoord op doze vraag kan
slechts zijn de vrucht van veelzijdig
overleg en diepgaahde studie. Deze
vraag wordt echter aangeroerd omdat,
zij zich naar bet gevoelen van don
voorz. vanzelf op den voorgrond
dringen zal, als de voorzieningen der
schade aan de dijken, en bet keefen
van verder onheil vodr de overstroom
de streken ook voor zoover het
de flnancieele zijde betreft de mede
werking der provincie noodzakelijk
zullen maken.
Voorshands achtte de voorzitter
het onmogelijk haar aandeel ia deze
.eenigsziDS nauwkeurig aan te geven
of zelfs by benadering do kosten to
schatten. Verder merkte hij op dat
de StateD, welke thans oen tweetal
voordrachten ontvingen, die een uit
vloeisel zijn van de dringende be
hoeften van het oogenblik, zich in
de toekomst voor vraagstukken zal
zien geplaatst, wier oplossing buiten
gewone krachtsinspanning en alge
meen© toewijding zal vorderen.
Hierna kwam de voorzitter tot de
directe aanleiding tot de buitenge
wone zitting, n.1. het aftreden van
den heer B. J. Ferf als lid van de
Eerste Kamer, waarvoor dus een nieuw
lid moet worden gekozen.
Bij de eerste stemming werden
uitgebracht 71 stemmen, als vc/lgt.
verdeeld: mr. J. Kappoyne van oe
Coppello 33. prof. mr. D. P. D. Fabius
19, W. H. Vliegen 16, jhr. mr. J^W.
G. Boreel van Hogelandèn 1, L. M.
BonDeke 1, blanco 1.
Tweede vrije stemming: Kappeyne
van de Coppello 34, Fabius 19, Vliegen
16, Bonneke 1.
Er volgde een herstemming tus
schen de heeren Kappeyne van de
Coppello en Fabius. Daarbij werden
op mr. Kappeyne 50 stemmen uitge
bracht, 20 op prof. Fabius en één
blanco.
Na de stemming kwam aan de orde
de voordracht om tot voorloopige be
taling der kosten van het nemen van
maatrogelen ter voorkoming of be-
lerking van overstroomingen in
loord-Holland f 500.000 gulden ter
beschikking van Ged. Staten te stel
len, onder voorbehoud dat dit college
te zijner tijd nadere voorstellen zal
doen inzake de verdeelingder kostea.
Ged. Staten stellen daarbij voor
jóed te keuren een 2de suppletoira
legrooting voor het dienstjaar 1916
ten bedrage van f 530.000, nl. de bo
vengenoemde f 500.000 en f 30.000
als voorschot uit de Provinciale kas
tot het doen van spoedeischende be
talingen van kosten van maatregelen
ter voorkoming of beperking van over-
stroomipgen in Noord-Holland.
Verder wordt voorgesteld de vol
gende verordening vast te stellen
„Ingeval van overstrooming, van
dijkbreuk of van dreigend gevaar voor
dit een of ander, zijn beheerders van
waterstaatswerken verplicht te ge-
doogen het nemen van zoodanigo
maatregelen den aanleg van tij
delijke werken daaronder begrepen -
als waardoor, naar het oordeel van
Gedeputeerde Staten, uitbreiding van
overstrooming of van dijkbreuk tegen-
dan wel het gevaar daarvoor
gekeerd of verminderd kan worden.
Het bepaalde in dit artikel geldt
Diet ten aanzien van waterstaats
werken onder beheer van het Rijk".
Door den Voorzitter wordt in over
weging gegeven deze voorstellen in
handen te stellen van een commissie,
welke des middags nog rapport daar
over zal uitbrengen.
Na uitvoerig debat wordt dit aan
genomen, waarop de zitting verdaagd
wordt tot half vier.
Na heropening bleek dat tegen het
voorstel inzake het vaststellen van
verordening geen bezwaren l»e.
stonden.
Wat 'aangaat de aangevraagde
f600,000 voor d« te maken nood-
waterkeeringen, wuö de commissie
eenparig van oordeel, dat het ge
vraagde crediet moest worden ver
leend. De meerderheid wenschte bo
vendien, dat Gedep. Staten zoo spoedig
mogelijk met een voorstel zouden
komen ter verdere drooglegging van
de ondergeloopen landen, dat ook het
dichten van de zeedijken zoo spoedig
doenlijk onderhanden genomen zou
worden en geen kosten zouden worde*
gespaard om verder drelgeyd gevaar
te voorkomen.
De minderheid der commissie was
het hiermede niet eena
Mr. Slingenberg zette uiteen, dat
de commissie geen gelegenheid had
gehad, te oordeelen over de plannen.
Over de voorstellen zelf was niet
gesproken, vandaar dat hij voorstelde
namens de minderheid, de vergaderiDg
voor veertien dagen te verdagen.
Het voordeel van het bljeenblljven
der Staten achtte hjj ook niet gering
met het oog op de mogelijkheid, dat
zich' nog een calimiteit zou voordoen
waren de Staten ineens in staat,
voorzieningen te treffen.
De heeren Duya, Mendels en Van
Embden sloten zich bij dit voorstel
aan. De heeren Fabius, v. d. Waarden,
Kappeyne van de Coppello en Bree-
baart verdedigden het voorstel van
do meerderheid der commissie.
Het voorstel van den neer Slingen
berg werd daarop verworpen inet 85
tegen 83 stemmen.
De heer Kleerekoper diende daarop
onmiddellijk een motie in, waarb|
Gedep. Staten werden uitgenoodigd,
binnen veertien dagen een overzich
telijke nota bij de Staten in te dienen,
waarin^alle werken, die reeds zijn
gebeurd en die nog zullen gebeuron,
zouden worden Uiteengezet.
Na bestrijding, ook door den voor
zitter, trok de heer Kleerekoper deze
motie in.
Nadat de voorzitter had meegedeeld,
dat Ged. Staten de conclusie van den
meerderheid der commissie ove na
men, en zij ten spoedigste aan de
S-'aten mededeeling zullen doen van
hun verdere plannen en van de uit
gevoerde werken, werd het voorstel
van Ged. Staten, zooals het door den
commissie was aangevuld, zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
Hierna werd de vergadering ge-
kloten.