HELDERSCHE COURANT
No. 4592
DONDERDAG B MAART 1916
44e JAARGANG
DE WEEK.
7 Maart.
Sinds in de Tweede Kamer der
Staten-Generaal het debat werd ge
voerd, over de mannen van de voor
malige Indische partij, waarvan de
ex-leider thans in'Engelsche gevan
genschap zucht, en minister Pleyte
toen zinspeelde op de vraag, hoe 't
er met de „mentaliteit" van Douwes
Dekker'8 aanhangers uitzag, wordt
dat „vreemde woord" zeer druk, zeer
vaak gebezigd. Ook wel eens heb
ik opgemerkt - in een verband, dat
zou doen vermoeden, hoe de juiste
beteebe.Dis ervan niet steeds volko
men helder vóór den geest staat aan
degeDen, die 't gebruiken Maar
iü de jongste dagen heb oók ik my
toch afgevraagd, wal men eigenlijk
moet zeggen van gansch onzijdig
standpunt over de „mentaliteit"
van Volksvertegenwoordigers, die in
de huidige omstandigheden een be
windsman, bovenal op vrede-stichten,
paciflceeren, strljd-ootwijken, harts
tochten der politieker!]' kalmeeren
uit, ertoe willen brengen om een
„knuppel in 't hoenderhok" te wer
ptn, die de politieke kemphaantjes
van allerlei slag heviger dan ooit
aan 't kraaien en krljschen zou bren
gen Wü hebben in don loop der
thans gelukkig in het laatste stadium
van bespiegeling gekomen senatoriale
Begrootings-debatten minister Cort
v. d. Linden over de Bevredigings
commissie voor het Onderwijs hooren
verklaren, dat Z.Exc. nog steeds, de
„stellige verwachting" koestert vap
een „binnen niet al to langen tijd"
volgeDd, ieder bevredigend resultaat;
dat alzoo aan den schoolstrijd, die
vele jaren tweespalt berokkende en
vruchtbarenwetgevendenarbeid tegen
hield, dan toch een eind zou maken.
De wijze, waarop de minister zich
over deze gewichtige zaak uitliet,
heeft iets zéér-voorzichtigs; Z.Exc.
zinspeelde ook op „zich telkeös voor
doend verschil van meening". Aan
mr. Cort v. d. Linden's eerlijk trouw
hartig woord behoeft niemand te
twijfelen. Onze voortreffelijke premier
is geen diplomaat, maar öen wysgeer-
staatsman. En juist het rondborstige,
hem eigen, droef don minister ook
op prof. Woltjer's vragen naar „de
pacificatie" een ondubbelzinnig ant
woord te doen volgen. Wij behoeven
zeker niet te wanhopen aan het
resultaat van den zwaren, moeizamen
arbeid van de Bevredigings-commissie.
Maar wèl bleek toch uit mr. Cort
v. d. Linden's verklaring, hoe uiterst
voorzichtig men thans moet zijn met
het kruidje roer-me-niet, dat „politieke
hartstocht" heet. Naar geiang de
Staten verkiezingen (tot wanneer de
3Uti-revolutionaire gelederen zich
„nauw zullen blijven aaneensluiten",
terwijl daarna de vijfhoofdigecom
missie die party zal gaan „reorgaqi-
seerön") naderbij komen, zal naar
minister Cort v. d. Linden'stoeeld -
„de atmosfeer steeds sterker met
electriciteit beladen" worden. De
Rechtsche, zeker schitterende zege,
in Apeldoorn bij de verkiezing van
den chr.-historischen heer Snoeck
Heukemans behaald, zal er niet toe
bijdragen om de Coalitie plooizamer
te steramen, waar 't op „kritieke"
ontwerpen aankomt.
Nu keer ik terug tot het uitgangs
punt van deze bespiegelingde „men
taliteit" van sommige Volksvertegen
woordigers. En i. c. bedoel ik daar
mee de senatoren, die de Regeering
ertoe wilden drijven om de Begrafe
niswet van 1859 nu te gaan herzien.
Namelijkin den geest van mr. Bosch
van Oud Amelisweerd, die de crematie
in Nederland wil verboden zien. Zeker,
de heer Van Kol heeft erop gewezen,
hoe in schier alle Europeesche Staten
óók bijv. in Oostenrijk I vrijheid
voor lijkverbranding bestaat. Maar
er is niettemin de dosis naïeveteit
in dingen der politiekerlj voor noodig,
blijkbaar den schranderen jurist mr.
Bosch eigen, om in ernst te durven
volhouden, dat zelfs thans een voor
stel om de crematie te onzent wet
telijk jte verbieden, de „politieke
hartstochten" niet zou prikkelen
Dat Exc. Cort v. d. Linden er voor
passen zou, zich aan dergelijk „hals
brekend ruiterstukje" te wagen, 't
was te voorzien. Maar dat de Senaat
niettemin ettelijke uren aan de be
spreking, ampel en in den breede,
wljddo: 't is en blijft karakteristiek,
zal ik 't maar noemen.
In hooge mate moeizaam is nu,
inderdaad, de taak onzer bewinds
lieden. Minister Loudon, van wien
de heer Van Kol immers zei, dat de
ooren hem wel zouden tuiten van al
de hulde, Z.Exc. telkens gebracht (en
waar Rienzizelf een zeer warm woord
bijvoegde), ziet zich in zijn stevig
en tegelijk tactvol beleid misschien
nog het meest van do negen Excel-
lentién gesteund door het onbeperkt
vertrouwen der Staten-Generaal. Dat
dr. Loudon's afdoende verklaring be
treffende het niet bêstaan en nooit
bestaan -hebben van een geheim
tra'ctaat tusschen Den Haag en Berlijn
ertoe zou bijdragen, om (gelijk reeds
't geval is) den drang weör te doen
opkomen naar vermindering van de
mobilisatie: 't was te verwachten.
Hoe lang is 't geleden, dat minister
Bosboom in het comité-generaal van
den Senaat (na dat van het Parlement)
verklaringen aflegde, die het gansche
Huis deden beseffen blijkens mede-
deeliDg door mr. Van Lanschot, welk
woord door niemand is weersproken
dat de situatie van het oogenblik
geen verzwakking der mobilisatie
toelaatWat is er in den loop
dier enkele dagen gebeurd, hetwelk
't. voor de zooveelate maal „vragen
naar den bekenden weg" rechtvaar
digt Ook dengeen, die beseft,
hoe loodzwaar voor velen in den
laude de druk der nu reeds negentien
maanden voortdurende mobilisatie is,
zal het antwoord op deze vraag niet
gemakkelijk vallen
Voor minister Van Gtjn breken
welhaast evenzeer moelekke uren
aan. Zijn ontwerp voor de 5 pCts.
125 luillioen-leening waarover het
V. Verslag reeds verscheen zal er
spoedig zijn. Wij hebben in het
miniatuur-zittinkje,dat de Tweede
Kamer Donderdag-namiddag 2
Maart hield, van praeses Borgesius
gehoord, dat het Parlement er den
arbeid van de sectiön voor onder
breken zal.
Maar de heffing-iDeens, in verband
met de Oorlogswinst-belasting. Van
laatstgenoemde (25 pOt. heffend boven
de winst, meer bedragend dan f 1000
meerdere winst, bij 1913 vergeleken)
verluidt, dat zij verre de raming van
40 50 millioen (het „gat in de
lucht", door mr. Van Gijn gewaagd)
zul overtreffen. En het hefflugsvoor-
stel van dr. Bos c.s. tot 200 millioen
willende bereiken schijnt ten dqode
gedoemd. Maar volgens sommige ge-
ruchteu wil men in de .Tweede Kamer
een eind verder gaan dan minister
Van Gijn. Tusschen de 85 millioen
van het Regeerings-voorstel en di
200 van dr. Bos een „middenweg'
trachten te vinden, zooveel mogelijk
in het Rijkslaadje brengend.
Hoe 't zy, d3t er in de nu
komende tijden groote, zware offers
aan den fiscus zullen moeten gebracht
worden: ieder heeft er zich op voor
te bereiden.
Gelukkig verliest Jan Publiek er
tot nu toe zijn gped-humeur niet
onder. Ook in 1916 gaat carneral
ons zij !t niet gansch onopgemerkt
dan tóch zonder luid gedruisch
voorbij, Prins Carneval zelf, de door
luchtig jolige uit Den Bosch, en de
oer-jolige Limburgsche carnevals-pret-
maker0 blijven ook thans „in ruste".
Maar bij de militaire rondvlucht
Soesterberg ScheveDingenAmster
dam was de „animo", de belangstel
ling bij het publiek geweidigi Open
bij de Scheveningsche Pier waren bij
de vijfduizend toeschouwers opeenge
pakt. Gelukkig behoeven wij, in Patria,
niet bedrukt te zijn voor plots-aan-
zwevende Zeppelins, met bommen
bevracht. Het besef dier veiligheid
is een machtige vertroosting en be
moediging voor hen, die denken aan
wat de fiscus straks alzoo van hen
zal opvorderen. Het offer moge zwaar
zijn, de pitjs is.niet te duur, te
hoog voor hetgeen we ervoor koopen I
Reeds is, temidden van Maart-
sche sneeuwbuien 'en de meteorologi
sche tijding, dat we „by het vries
punt" blijven, de tljdiDg; in de
rtaden verschenen, dat in de buurt
bij Leiden de crocusjes zich beginnen
te vertoonen. De tulpen en hyacinthen
zljo op komst. De mooie, lieve lente
boden. Zullen ztj in 1916 althans
vredeboden zijn Nog steeds ver
mag niemand op de groote, bange
vraag antwoord te doen volgen.
Mb. Antonio.
DE OORLOG.
De offlcleele legerberichten
van 6 en 7 Maart.
Van het Westelijk front.
Het Fransche legerbericht van 6
Maart meldt:
De Duitschers hebben in Champagne
een aanval gedaan. Met vloeibaar vuur
bestookten zij de stellingen bij Maisons
de Champagne. Terwijl de vijand aan
onze rechterzijde, tegengehouden door
ons gordijnvuur, niét in staat was de
loopgraven te verlaten, slaagde hij er
den linkerkant in door te dringen
in een klein gedeelte van onze voorste
loopgraven.
In Argorrae hebben de Franschen
een mijn laten ontploffen by Courtes
Chaussées, die een Duitsche stelling
vernietigde en een reusachtigen trech
ter vormde, waarvan de Franschen
de Zuidzijde organiseerden. De vijand
heeft onder dekking van een mijn-
ontploffing bij Haute Chevauchée
vasten voet verkregen op sommige
ranten van ODze vooruitgeschoven
inies, waaruit hij onmiddellijk ver
dreven is.
Ten Westen van de Maas hebben
de Duitschers, na een hevig bombar
dement, dat den gebeelen morgen
duurde, tusschen Bótbencourt en de
Maas een krachtigen aanval gedaan
op Forges, dat in onze vooruitgescho
ven linies ligt. Na een hevige worste
ling slaagden zij er in het dorp te
nemen, waar zy ten slotte weer
uitgeworpen zyn.
Terwyi dd. 7 Maart een voor hen
nog ongunstiger bericht inkwam, n.1.
In Argonne bij Haute Chevauchée
hebben de Duitschers een mynkrater
trachten te bezetten. Zy zyn afgesla
gen. Dp verbindingswegen der Duit
schers zl)n opnieuw door de Fransche
artillerie onder vuur genomen.
Onder begunstiging van een hevige
beschieting zyn de Duitschers ten
Westen van de Maas vooruit kunnen
komen door langs den spoorweg
vooruit te sluipen tot ongeveer Regné-
ville. Terzelfder tijd hebben zy een
aanval met een strydmacht ter sterkte
van een divisie op heuvel 265 gedaan.
Ondanks de zware verliezen, die hun
door de Fransche artillerie en machine
geweren zyn toegebracht zyn zy erin
geslaagd er zich meester van 'te
maken. De Franschen houden het dorp
Béthincourt, het boschje ten Oosten
van het Ravenbosch, Cumières en de
top van den Ganzenheuvel bezet.
Ten Oosten van de Maas, in de
streek van Bras en Haudiomont,
zoomede in Woevre in den sector van
Fresnes en de dorpen aan den voet
der heuvels is de artilleriestryd in den
loop van den nacht met groote leven
digheid voortgezet.
Van Duitsche zijde werd 6 dezer
gemeld:
Kleine Engelsche afdeelingen, die
steren na een krachtige artillerie-
voorbereiding tot in onze loopgraven
ten N.O. van Yermelles binnenge
drongen waren, zyn met de bajonet
weer teruggeworpen.
In Champagne is by een verras
senden aanval ten O. van Maison de
Champagne onze stelling terugge
nomen, waarin de Frauschen op 11
Februari zich genesteld hadden. 2 of
ficieren en 150 man werden daarbij
gevangen genomen.
In aansluiting op een groote ont
ploffing in de Argonnen tan N.O. van
La Chalade hebben wij onze stelliDg
iets vooruitgeschoven.
In de Woövre-vlakte is vanochtend
het dorp Fresnes stormenderhand ge
nomen. In eenige huizen aan den
westelijken rand houden de Fran
schen zich nog staande. Zy verloren
rifim 300 gevangenen.
Het Duitsche bericht van 7 Maart
was, op het oogenblik, dat wy dit
schryven, nog niet ingekomen. Wij
verwijzen belangstellenden daarom
naar de tweede pagina van dit blad.
Yan de overige gevechtsterreinen
geen nieuws van belang.
Het slagveld bij Verdun.
De Berlijnsche correspondent van
de N. Rott. Ct. schrijft, dd. 7 Maart
Gisteren heb ik het slagveld by
Verdun, in het bijzonder by Ornes,
het Bois de Chaune en Douaumont
bezocht. De toestand heeft zich daar
voorshands gestabiliseerd. Het gan
sche land was bezaaid met zware
kanonnen, die de Fransche stellingen
beschoten. De opeenhooping van artil
lerie in Galecié by de doorbraak bij
Tarnow moet, volgens de verklarin-
van neutrale ooggetuigen, met
wie ik heb gesproken, gewoonweg
kinderspel zyn geweest,in vergelijking
met hetgeen daarvan thans voor Ver
dun te aanschouwen is. Een eindeloos
aantal batteryen is het open-veld in-
i. Overal, waar wy' ons be
gaven per as of te voet knalde
het om ons heen. Overal zagen wij
kabelballons, eenmaal een dozijn tege
lijk, en voortdurend kruisten Duitsche
vliegers in de lucht, biykbaar de
Fransche vliegers op een afstand
houdend, die zich gedurende den gan-
schen dag niet boven de Duitsche
stellingen vertoonden.
Boven het Fransche front Yaux
hing den geheelen middag rook, af
komstig van de tallooze barstende
granaten, terwyi de Franschen in het
bijzonder met zware kanonnen het
dofp en hetfort Douaumont beschoten.
Het dorp Douaumont is totaal ver
woest en niets meer dan een hoop
wit puin. De Fransche hadden daar
stellingen in holen, waarin zy zich
van de Duitsche beschieting niets be
hoefden aan te trekken. Tengevolge
daarvan was de infanterie-aanval by-
zonder moeilyk. Wanneer men echter
den toestand beschouwt, begrypt men
dat het dorp moest worden genomen,
vyilde het fort behouden bly ven. Toch
was de Duitsche bezetting van het
fort Douaumont niet zoo erg in het
nauw gebracht, dat de toevoer van
levensmiddelen onmogelijk was.
Men had het fort onmiddeiyk met
machinegeweren kunnen bewapenen.
De kazematten had men onbeschadigd
aangetroffen, waardoor het veel ge
makkelijker was het fort te behouden.
Verbazingwekkend moeilyk is het ter
rein, waarop, ten noorden van Douau
mont, de aanval der Duitschers ge
vorderd is. Het roffelvuur, dat dien
aanval voorbereidde, was echter ook
zeer nauwkeurig en niet een beschie
ting op goed geluk. De steile en gladde,
dicht met kreupelhout bewassen hel
lingen, gelegen achter moerassen, zyn
stormenderhand genomenen men
is er niet meer over verbaasd dat de
aanval op het fort Douaumont voor
de Franschen - een verrassing was,
daar het fort door zulk terrein was
beschermd.
De stormloop was zoo verrassend,
dat het 24ste regiment Brandenbur
gers, die hem ten uitvoer brachten,
weinig heeft geleden, veel minder
b.v. dan het regiment dat daarop
volgde. Men krijgt den indruk dat het*
woord voorloopig aan de 'artillerie is
en dat de voornemens hoogst ernstig
zyn. Aan de stemming onder de troe
pen zou men niet zeggen dat zulke
ernstige gebeurtenissen zoo kort te
voren hadden plaatsgevonden.
Myn indruk isvdat de artilleristische
inspanning de hoofdzaak wa9, en dat
men ia het buitenland de inspanning
van de infanterie heeft overschat.
De Duitsche «looi In de Noordzee.
Maandag tusschen halftwaalf en
twaalf u. is de logger Sch. 235
35 mijlen W. Noord-Weat van IJ-
muiden gepraaid door een Duitsch
slagschip, behoorende tot een flotille
van 29 Duitsche oorlogsschepen (tor
pedojagers, kleine kruisers en slag
schepen). Nadat men den schipper
gevraagd had, of hy geen Engelschen
gezien had, verdween de Duitsche
vloot in Noord-Noordoostelyke rich
ting.
Te 2 uur zag de logger, nog op
dezelfde plaats visschende, een En
gelsche flotille van 15 schepen (krui
sers, geen slagschepen). (Vad.).
Zal het spel ter zee eindelyk gaan
beginnen en de Duitsche vloot haar
werkeloosheid opgeven?
't Ia niet onmogeiyk, gezien de ver
kenningstocht vaD dit eskader.
De Zeppelins beven Engeland.
Londen, 7 Maart. Naar het depar
tement vaD oorlog meldt, is nu vast
gesteld dat de vyandeiyke luchtsche
pen by den aanval pp 5 en 6 dezer.
90 bommen hebben geworpen. Het
schijnt dat ze in het wilde weg op
de landelijke districten zijn geworpen,
waarschynlijk omdat het ruwe weer
de Zeppelins de plaats te bepalen
waar ze zich bevonden en ze hun
bommon wilden kwijt zyn voor ze
weer, onder dekking der duisternis
terugkeerden. Er is hoegenaamd geen
militaire schade aangericht.
BINNENLAND.
Watersnood.
De burgemeester van Anna Pau-
lowna wyst er op, dat de eigenaars
van overstroomde perceelen onthef
fing of vermindering van grond
belasting kunnen bekomen, in
evenredigheid tot het geleden verlies
voor eigendommen; waarvan de op
brengst of het genot door die over-
stroomiug met meer dan 20 ton hon
derd is verloren gegaau (artikel 53
der wet van 23 Mei 1870, Staatsblad
no. 82), en dat voor alle eigenaars,
erfpachters of vruchtgebruikeis van
zoodanige perceelen, welke in die ge
meente zyn gelegen, verzoeken om
die ontheffing of vermindering zijn
opgemaakt. Die verzoeken zyn daar
ter Secretarie te onderteekenen eti
worden daarna doorgezonden aan
Gedeputeerde Staten van Noordhol
land. Aan uitwonenden wordt op aan
vrage dat verzoek - toegezonden en
kunnen zy dan na onderteekening
zelf voor doorzending zorgdragen.
Het is zeer in het belang van de
eigenaars met dit verzoek spoed te
maken.
Mijnen.
In de maand Februari zijn op de
Nederlandsche kust aangetroffen 46
mijnen, waarvan 14 van Engelschen,
30 van Duitschen en 2 van onbeken
den oorsprong. Mynen van Franschen
oorsprong zijn er in die maand niet
aangespoeld.
In het geheel zijn er thans, sedert
het uitbreken van den oorlog, aan
gespoeld 918 mynen, aldus naar oor
sprong verdeeldEngelsche 484,
Fransche 58, Duitsche 175, van on
bekenden oorsprong 201.
Het beschieten van de Bandoeng.
De Bandoeng, van den Rott. Lloyd,
is op haar jongste reis van Sahang
naar Rotterdam door een Duitsche
onderzeeboot, die het schip blijkbaar
voor een vyandeiyk vaartuig hield,
hevig en langdurig onder vuur geno
men. Een van de opvarenden heeft de
H.ct. het volgende verhaal gedaan
Te half 10 's morgens werd onze
bemanning opgeschrikt door een
kanonschot, waarop in de oDmiddplJ
lijke nabyheid van het schip een pro
jectiel in het water plofte, dat een
reusachtige waterzuil opjoeg. De 3e
officier, die de wacht deed, rappor
teerde den kapitein dat een onderzee
boot op pl.m. 6 mijl afstand op vier
kompasstreken aan bakboord, boven
water kwam. Nog vóór kapitein en
•officier weer op de brug waren,
)1 toen een tweede schot, onmid
dellijk gevolgd door een derde, dat
vlak langs het schip ging.
De seiuletters AB van het Inter
nationaal Seinboek werden toen op
den onderzeeër waargenomen. Dit
sein bednidde: „Verlaat uw schip zoo
spoedig mogelijk". Dit bevel bracht
ons in de meening, dat de onder
zeeër ons voor een vijandelijk schip
hield; de kapitein achtte het daar
om raadzaam, met langzaam vooruit-
draaiende machines den onderzee6r
meer te naderen, ten. einde dezen de
gelegenheid te geven onze nationali
teit beter vast te stellen. Bovendien'
werden in den voor- en achtertop
van de Bandoeng Hollandsche vlag
gen geheschen, terwijl op het ach
terschip als altyd de driekleur woei
en de romp van het schip met de
kleuren rood, wit en blauw beschil
derd was.
Middelerwijl hield het vuren steeds
aaD, zoodat in tien minuten tyd reeds
het achtste schot viel; dit laatste
wel met zulk een uitwerking, dat 't
geheele schip er van dreunde. Te
verwonderen was het niet, al3 men
nagaat dat het laatste projectiel ont
plofte op zeer korten afstand, pl.m.
10 meters, zoodat in e9n onzer red
dingbooten 5 gaten geslagen werden,
en een ijzeren luchtkoker op ver
scheidene plaatsen doorboord werd.
Stukken van 10 c.M. leDgte en 2
cM. dikte vielen daarbij op het dek
neer.
Wie schetst de algemeene ontroe
ring, die er toen aan boord heerschte,
want een ieder was zich natuurlijk
bewust van het gevaar waarin men
verkeerde.
De gezagvoerder gelastte onmid
dellijk alle hens aan dek en in de
booten, die tot onmiddeliyke inge
bruikneming gereed waren. Het vuren
was na het achtste schot opgehou
den en de onderzeeGr nam nu blijk
baar een afwachtende houding aan,
terwyi het sein AB neerging.
Te 10 uur 10 dook de duikboot
langzaam onder water, op pl. m. 4
myi afstand. We kregen toen den
indruk, dat ze haar vergissing had
ingezien en ons als Hollandsch schip
herkend had. De machine werd dan
ook weer op volle kracht gezet en
de koers vervolgd.
Groot was ieders verwondering,
toen daarop dezelfde onderzeeër na
pl. m. 45 minuten opnieuw te voor
schijn kwam, nu op pl. m. 4 mijlen
afstand achter ons. De Bandoeng
stoomde verder, terwyi de onder
zeeër in evenwljdigen koers achter
ons aanstoomde, een vol kwartier.
Plotseling werd' de beschieting, toen
hernieuwd en observeerden wij het
sein MN (stop onmiddeliyk). De ma
chine werd stopgezeteen ieder vroeg
zich met angst af, wat men nu toch
wel van ons wilde I
Den 2en-officier werd gelast met
een boot naar de, duikboot toe te
gaan, om nadere inlichtingen te be
komen. Juist zou de sloep wegroeien,
toen het sein FH (zend een boot)
geheschen werd. De scheepspapieren
werden ter inzage meegegeven.
Na 40 minuten roeien was de boot
den onderzeeër genaderd en werd
door deze de Duitsche oorlogsvlag
geheschen. De 2e-officier stapte aan
boord en nadat de gebruikelijke vra
gen van den onderzoekingsdienst be
antwoord en de papieren in orde be
vonden wuren, werd gevraagd, waar
om de Bandoeng niet direct gestopt
had by de eerste waarschuwings
schoten.
Geantwoord werd, dat het sein
AB, gevoegd by dé niet ver missende
schoten, ons in de meening hadden
gebracht, dat wy voor een vyande-
ljjk schip gehouden werden en we
niet begrepen, waarom wy een neu
traal schip zonder nader onderzoek
moesten verlaten. De gezagvoerder
achtte het daarom noodig, voerde
onze woordvoerder verder aan, u
dichter te naderen, teneinde u in de
gelegenheid te stellen ons beter te
herkennen. Bovendien, onze Holland
sche vlaggen waren toch duidelyk
genoeg zichtbaar!
De kommandant antwoordde: „Zeker
ze waren zichtbaar; doch verschei
dene vijandelijke schepen zoeken dek
king onder neutrale vlagterwijl uw
naderiDg voor ons een teeken van
tegenstand scheen en wy daarom
gereed stonden u to torpedeeren.
De waarschuwing werd daarbij ge-
gegeven in het vervolg nu maar
direct te stoppen by het eerste schie
ten, daar een herhaling van zulk
een geval niet buitengesloten was.
Hierna informeerde de komman
dant, of het Suezkanaal nog steeds
open was en of wij Fransche of
Engelsche oorlogsschepen gepi
waren.
Het eerste werd bevestigend, het
tweede ontkennend beantwoord
vervolgens bood de kommandant aan
sloep op sloeptouw te nemen naar
de Bandoeng.
Op korten afstand liet de Unter-
seeboot 3 de sloep weer lps en voer
in een cirkel om ons hsen. Van beide
zijden werd met de vlag gesalueerd
t ieder vervolgde zijn koers.
Het geheele oponthoud had 3 uren
tijd in beslag genomen.
Duitsche geïnterneerden ontvlucht.
Men meldt uit. Haarlem
Op het Bolwerk alhier zyn Dir\sdag
13 Duitsche deserteurs aangehouden,
die uit het kamp te Bergen ontvlucht
aren.
Zij. vroegen een agent naar den
weg, die hen toen naar het politie
bureau bracht.
De mannen zijn weder naar Bergen
getransporteerd.
Uit Alkmaar meldt men
Naar wij vernemen zijn de Duit
sche deserteurs, die Maandag uit het
interneeringskamp te Bergen ont
vlucht en in Haarlem gepakt zyn
naar het kamp te Bergen terugge
bracht.
Zy hebben van de gelegenheid om
te ontvluchten gebruik gemaakt van
de afwezigheid van den commandant
van het interneerings-depöt, majoor
A. ter Cock, die voor vier dagen met
verlof was.
Zijn wij wèl ingelicht, dan waren
in den laatsten tijd verschillende
maatregelen genomen ten einde ont
vluchting te voorkomen. Zoo. waren
meer posten aangesteld, die bij even
tueels lichtstoornis nog uitgebreid
werden, en is de prikkeldraad ver
sperring verdubbeld. De posten zyn
van electrische zaklantaarns voorzien
terwijl een groote alarmschei in het
kamp is aangebracht. Mede is altoos
een opperwachtmeester met een
politiehond aanwezig, die dagelijks
geoefend wordt en reeds goede dien
sten heeft bewezen.
De ontvluchten hebben verklaard
tot hun daad gekomen te zijn om te
protesteeren tegen het fAt, dat onze
Regeering- hen nog steeds geïnter
neerd houdt, ondanks 't door hen
zelf en hun vrienden herhaaldeiyk
gedaan verzoek om invryheidsstelling.
Een beschuldiging.
„De Telegraaf' deelt op gezag van
een Maaatrichtschen lezer, die zyn
brief met zyn vollen naam onder-
teekende, maar dien hét blad niet
noemt, mee, dat de hoofdredacteur
van de „Limburger Koerier", de heer
Van Term, luitenant kwartiermeester
van de Limburgsche Jagers, eenige
geleden door Duitsche officieren
aan de Belgische grens met een auto
werd afgehaald en naar Hasselt ge
voerd, waar hy met hooggeplaatste
Duitsche officieren aan een diner
deelnam, gehuldigd weid en een
toast uitbracht op keizer Wiihelm
van een Nederlandsch officier een
optreden, dat, wanneer het juist be
schreven is, niet door deD beugel kan.
"Wij vertrouwen, dat deze zaak zal
worden onderzocht. (H.blad.)
TWEEDE KAMER.
Duurte-toeslag.
Bij de Tweede Kamer zyp ingeko
men de wetsontwerpen betreffende
een duurte-toeslag voor Ryksambte-
naren en -beambten.
De maatregel wordt toegepast
volgens den op 1 Januari 1916 be-
staanden toestand en strekt zich uit
tot de ambtenaren en beambten, die
in vasten burgerlijken of militairen
dienst zyn van het Rijk, of, indien
zij niet vast zyn aangesteld, wat hunne
dienstpraestatie en hunne verdere
verhouding tot den Staat betreft, een
overeenkomstige positie innemen als
de Rijksambtenaren.
Voorts worden de onderwyzers der
openbare en byzondere scholen en zij,,
die in zydelingschen Staatsdienst zyn,
met Rijksambtenaren geiykgesteld.
De maatregel wordt echter bepefkt
tot hen, die gehuwd ztjn of als
weduwnaar (weduwe),' eventueel als
gescheiden echtgenoote, een of meer
kinderen beneden den leeftijd van 16
jaar te hunnen laste hebben en een
belooning genieten,-welke beneden de
na te noemen grens blijft.
De toeslag wordt voor eens toege.
kend en bedraagt, behoudens een
nader te omschrijven vermindering,
zes ten honderd van het op 1 Jan. 1916
genoten jaarloon. Ter bepaling van
het bedrag van het jaarloon wordt
behalve het in geld vastgesteld trac-
tement, in rekening gebracht hetgeen
in de betrekking wordt genoten als
kindertoeslag, standplaats-toelage en
andere vaste toelagen. Pleegt een
ambtenaar (arbeider) geregeld betaling
voor overwerk te ontvangen, zoodat
daarmede door hem bij de inrichting
van zyn levenswyze zonder bezwaar
rekening ban gehouden worden, dan
wordt bovendien in aanmerking ge
nomen hetgeen hy uit dien hoofde
Ingezonden Mededeeling.
BOEKHOUDEN.
Eene gemakkelijke, goede methode daarvoor vindt mon is ons „Studieblad",
weekblad voor Boekhouden. Behandeld wordt o.a.: enkel Boekhouden, ook
met toepassing op kleinerö zakendubbel BoekhoudenBerekeningen in den
Goederenhandel; Muntstelsel; Berekeningen by het beleggen van geld;
Effecten, Prolongatie en BeleentDg; Wissel en de Rekeningcourant met
Interest; Handelskennis en Handelsrecht. Voor zelfstudie uitnemend geschikt.
Prijs per maand f 0.60. Proefnummers gratis en franco. No. 1, dat als
proefnummer gezonden wórdt, begint met een bespreking over inventaris
en balans, gevolgt door prachtische opgaven. Vraagt dit nummer nog
heden. De nieuwe cursus begint spoedig.
A. F. G. LEIDERITZ, D. H. SCHENK,
Witte de Wlthstraat 23, Amsterdam. Telefoon Zuid 4072.
gewoon ia te genieten.
Voor de. bepaling van het jaarloon
wordt geen rekening gehouden met
de voordeelen wegens het genot van
vrye woning,, vrij vuur en licht e. d.
Deze uitsluitiüg berust op de over
weging, dat degene, die kosteloos is
gehuisvest en brandstof en licht
zonder betaling ontvangt, in deze op-
zichten niet ïydt onder de stygiug der
pryzen, zoodat er ook geen reden
bestaat om hem deswege tegemoet
te komen.
De zooeven bedoelde loongrens zal
niet "voor het geheele Rijk geiyk zyn,
maar afhangen van de klasse, waarin
de gemeente (eventueel onderdeel),
waarin de betrokkene woont, voor de
personeels belasting was gerangschikt
volgens de classificatie', zooals die
laatsteiyk by do wet van 19 Juni 1915
(Staatsblad no. 280) is gewijzigd. Do
grens wordt gesteld op een bedrag
van
f 1200 voor de gemeenten der lsto
1150 „2de
,1100 „3de
1050 „4de
1000 „6de
950 „6de
900 overige gemeenten.
Het ligt dus voor de hand, waar
het de toetsing aan de hier bedoelde
grens betreft, voor hen, die dergelijke
voordeelen genieten bij de toepassing
van de zooeven bedoelde regelen, de
ter zake van die voordeelen in den
lioens grondslag begrepen bedra
gen te voegen by het in geld vast
gestelde traktement.
Voorts zal hier in aanmerking ge
bracht worden hetgeen de betrokkene
in het tijdvak, waarover de uitbe
taling van den duurtetoeslag loopt
wegens over- of extrawerk meer heeft
ontvangen dan het bedrag, dat vol
gens vorenbedoelde regelen over een
tydvak van gelijken duur wegeDS
normaal werk als hier bedoeld in
het bedrag van het jaarloon begrepen
is. Eindelijk zal het aldus gevonden
bedrag voor de vraag der grensover
schrijding worden vermeerderd met
het bedrag van den toeslag ad 6
van het jaarloon.
Het op deze wyze gevonden ge
zamenlijk bedrag zal het voor de be
trokken gemeente bepaalde maximum
niet te boven mogen gaan. Blijft dat
bedrag na aftrek van den toeslag be
ueden de grens, dan wordt de toeslag
zoonoodig in dier voege verminderd,
dat het gezameniyk bedrag de grens
niet overschrijd. Hierdoor wordteen
geleidelijke overgang verkregen en
worden de onbiliykheden, welke het
stellen van een grens zouden mede
brengen, voorkomen.
Behalve den, volgens bovenstaande
regelen berekenden, toeslag, wordt
aan hen, die niet meer dan het voor
elke groep van gemeenten va8tge
stelde maximum genieten, voor elk
kind beneden den leeftyd van 16 jaar
een vast bedrag uitgekeerd van f5.
i extra-uitkeeriog kan boven het
gestelde maximum worden genoten.
De uitbetaling van het aan ieder
toekomende zal geschieden in drie-
maandelyksche termijnen en wel, ten
einde het byzoDder karakter van de
voorziening beter te doen uitkómeD,
op tydstippen, welke niet samenval
len met die van de uitbetaling der
loonen.
De gemaakte berekeningen hebben
tot de overtuiging geleid, dat de toe
lagen een totaal bedrag van f2.000.000
niet zullen te boven gaan.
PLAATSELIJK NIEUWS.
Het Zielsleven der Archipel-bewoners
Als tweede in de reeks der voor
drachten over Nederlandsch-Indie,
welke de gep. kolonel der artillerie
O. 1. L. W. J. Giel voor leden van
het Ned. Ond. Gen. en andere ge
noodigden hield, was aangekondigd
zulks in afwytiDg van het pros
pectus „Het. Zieleleven van de
Archipel-bewoners".
Hoewel een felle sneeuwstorm den
tocht naar de Buitenhaven nu juist
niet tot een pleizierreisje maakte,
liep de zaal, toen het tegen 8 uur
ging, toch aardig vol, en was zelfs
tenslotte goed bezet. Nadat de heer
Van Zoonen den spr. opnieuw had
geintroduceerd, en zijn voldoéning
uitsprak voor het ruimschoots vol-'
doende publiek, kreeg de spr. het
woord.
Aangenaam was het, zoo ving de
heer Giel aan, in dezen iyd van
stoffelijke verwoesting, waarin volko
ren alles vernietigen wat ze maar
bij machte zyn, een zuiver geesteiyk
onderwerp te behandelen. Waar by
den westerling, door zyn grootere
techniek, zyn industrie, zijn bescha
ving, uittera3rd het zieleleven meer
vefborgen blijft, daar de materieele
beslommeringen teveel van zijn ge-
dachtenarbeid in beslag nemen, daar
rreedt bij de onontwikkelde natuur
volkeren dat zieleleven meer naar
voren.
Wy spreken van animisme (ani
mus ziel) en bedoelen daarmede
de religieuse opvattingen van onbe
schaafde volkeren, volgens welke alle
verschynselen en werkingen in de
natuur uitingen zy'n van persoonlyke,
denkende, willende wezens. Alles in
de natuur heeft een ziel, soms meer
dan één, bezielde zoowel al3 onbe
zielde voorwerpen en bovendien, zoo
is hunne opvatting, kan die ziel htt
lichaam naar willekeur verlaten. Dit
animisme nu is hel, wat de archipel
bewoner beiydt, velen, ongeveer 50
millioen, ronduit- dal: is het heiden
domanderen, de Mahomedanen by-
voorbeeld, in het verborgen, d. w. z.
dat zij voor het uiterlyk belijders
zyn van don Mahomedaanschen gods
dienst, maar innerlyk heidenen blij
ven. De inlander spreekt van twee
zielen in elk lichaam, maar er zijn
andere bewoners, de Batiks b.vdie
gelooven aan 7 zielen. De inlander
gelooft, dat elk voorwerp een wakende
en een droomende ziei heeft. §lj den
dood van mensch of dier blijft een
ziel aanwezig, terwijl de andere naar
omhoog gaat. Van daar, dat hy ook
gelooft aan de macht van doode voor
werpen, b.v. hij zal by voorkeur de
onontsmecte kloeten van een zieke
aantrekken, omdat hy gelooft, dat
de ziel, die daarin huist, hem vrij
waren zal voor dezelfde ziekte.
Wy lachen daar nu om, maar gaan
zelf ook niet vry uit.. Immers, in
onze moderno maatschappij heenscht
nog volop het animismemen is
bygeloovig ten opzichte van het
getal 13, enz., enz.
Vooral ten opzichte van paarden
is de inlander bygeloovig. Wee den
eigenaar, wiens paard „kwade teeke-
nen" heeft; de inlandsche bediende
blijft niet- in de nabybeid daarvan.
Spr. noemde hier frappante staaltjes
van op.
"oven alle geesten deukt men zich
oppergod, jzooals Zeus by de
Grieken de opperste was der goden.
En by ziekte heet het, dat de ziel
weg is. Vandaar, dat de inlander dan
ook niets van poeders en drankjes
wil weteD, maar in alle hoeken gaat
zoeken naar de ziel. Vanzelf moet
men dus ook dien geest te vriend
houden, en, deed men dat in bet
oude Griekenlaud door verbranden
van offers, de inlander is practischer
hy eet alle lekkers op, want de
geest heeft immers genoeg aan de
vluchtige bestanddeelen
Door een en ander is de welvaart van
den inlander op bescheiden peil ge
bleven. Want stel, men is aan het
oogsten en een of andere kwade geest -
een zekor soort ree bijvoorbeeld -
loopt over het land, dan zal geen
inlander meer een voet op dien akker
zetten vóór alles weer opnieuw is
gespit, en van den oogst, die klaar
was om binnengehaald te worden,
komt dan niets terecht. Hiertegenover
staat, dat zyn godsdienstig fatalisme
hem deze armoede zonder morren
doet dragen. Ook het „koppensnellen"
der Dajaks is een godsdienstige han
deling, want do ziel van den ver
slagen vyand is voor hem de groot
ste schat.
Op welke wyzev men tracht be
schermgeesten te krygen, beschreef
spr. ons plastisch. Heeft een deasa
i beschermgeest noodig, dan graafc
n een jong meisje tot aan haar
hoofd in den grond, en laat haar een
zekeren tijd zonder eten of drinken.
Belooft zij dan een goede bescherm
geest te zullen worden, dan giet
men haar vloeibaar lood in den mond,
waardoor xy con afscbuwelijk-wrec-
den dood sterft.
De ontwikkeling van den inlander
ïydt door dit kinderlijk geloof natuur
lijk. De kerstening heeft in dit op
zicht veel goed gedaan, eu het is
zaak de zending to ateuDen. Wordt
epf 'nlander christen, dan is hjj dit
ecut-sr nog slechts uiterlijk iu zijn
binnenste blijft by nog even animis
tisch als vroeger. Maar op hét g^hied
van volkswelvaart eD hygiëne heeft
de kerstening ongetwyfeld een goeden
invloed. Do heiden past zyn geloof
veel eerlijker toe dan de christen,
die spreekt, van vrede op aarde, maar
ondertusschen een massa moord heeft
Na de pauze besprak du beer Giel
allereerst de Islam, door 35 millioen
archipel-bewoners beleden. Dat wil
_gen uiterlyk, innerlyk blijven ze,'
zooals we reeds zeiden, animist. Spr.
gaf een kort historisch overzicht van
den godsdienst van Mahomed, die
gebaseerd is op het Oude Testament,
en die eigeniyk is de godsdienst van
het fatalisme, daar hij voorschry'ft
een absolute onderwerping aan God's
wil.
Hy schrijft een absolute reinheid
voor en heeft dus zijn goéde zyde.
De meest interessante godsdienst, is
het Hindoeïsme, de godsdienst der
Indiërs, en het daarmee verwante
Brahmanisme. Ook hiervan verteld®
spr., om vervolgens te komen op het
Boeddhisme, den zuiveringsvorm
a. h*w. van het Brahmanisme, do
godsdienst zonder God, eigeniyk een
zuivere liefdeleer, een leer van as
cetisme en zelfverzaking. Het eigen
aardige is, dat voor het Boeddhisme,
in tegenstelling met andere gods
diensten, geen druppel bloed vergoten
is. Het Hindoeïsme werd later ver
drongen door den Islam, maar op
Bali en Lombok is het nog bly ven
bestaan.
Een en ander werd evenals den
vorigen keer, met interessante en
fraaie lichtbeelden opgeluisterd. De
heer Van Zoonen, die de bijeenkomst
sloot, bracht woorden van dank aan
spr. en aan autoriteiten voor het af
staan der Cantine.
Dinsdag 21 Maart is de derde lezing:
„De Europeesche cultures in Ned.-
iDdil".