HELDERSCHE COURANT No. 4592 DONDERDAG B MAART 1916 44e JAARGANG DE WEEK. 7 Maart. Sinds in de Tweede Kamer der Staten-Generaal het debat werd ge voerd, over de mannen van de voor malige Indische partij, waarvan de ex-leider thans in'Engelsche gevan genschap zucht, en minister Pleyte toen zinspeelde op de vraag, hoe 't er met de „mentaliteit" van Douwes Dekker'8 aanhangers uitzag, wordt dat „vreemde woord" zeer druk, zeer vaak gebezigd. Ook wel eens heb ik opgemerkt - in een verband, dat zou doen vermoeden, hoe de juiste beteebe.Dis ervan niet steeds volko men helder vóór den geest staat aan degeDen, die 't gebruiken Maar iü de jongste dagen heb oók ik my toch afgevraagd, wal men eigenlijk moet zeggen van gansch onzijdig standpunt over de „mentaliteit" van Volksvertegenwoordigers, die in de huidige omstandigheden een be windsman, bovenal op vrede-stichten, paciflceeren, strljd-ootwijken, harts tochten der politieker!]' kalmeeren uit, ertoe willen brengen om een „knuppel in 't hoenderhok" te wer ptn, die de politieke kemphaantjes van allerlei slag heviger dan ooit aan 't kraaien en krljschen zou bren gen Wü hebben in don loop der thans gelukkig in het laatste stadium van bespiegeling gekomen senatoriale Begrootings-debatten minister Cort v. d. Linden over de Bevredigings commissie voor het Onderwijs hooren verklaren, dat Z.Exc. nog steeds, de „stellige verwachting" koestert vap een „binnen niet al to langen tijd" volgeDd, ieder bevredigend resultaat; dat alzoo aan den schoolstrijd, die vele jaren tweespalt berokkende en vruchtbarenwetgevendenarbeid tegen hield, dan toch een eind zou maken. De wijze, waarop de minister zich over deze gewichtige zaak uitliet, heeft iets zéér-voorzichtigs; Z.Exc. zinspeelde ook op „zich telkeös voor doend verschil van meening". Aan mr. Cort v. d. Linden's eerlijk trouw hartig woord behoeft niemand te twijfelen. Onze voortreffelijke premier is geen diplomaat, maar öen wysgeer- staatsman. En juist het rondborstige, hem eigen, droef don minister ook op prof. Woltjer's vragen naar „de pacificatie" een ondubbelzinnig ant woord te doen volgen. Wij behoeven zeker niet te wanhopen aan het resultaat van den zwaren, moeizamen arbeid van de Bevredigings-commissie. Maar wèl bleek toch uit mr. Cort v. d. Linden's verklaring, hoe uiterst voorzichtig men thans moet zijn met het kruidje roer-me-niet, dat „politieke hartstocht" heet. Naar geiang de Staten verkiezingen (tot wanneer de 3Uti-revolutionaire gelederen zich „nauw zullen blijven aaneensluiten", terwijl daarna de vijfhoofdigecom missie die party zal gaan „reorgaqi- seerön") naderbij komen, zal naar minister Cort v. d. Linden'stoeeld - „de atmosfeer steeds sterker met electriciteit beladen" worden. De Rechtsche, zeker schitterende zege, in Apeldoorn bij de verkiezing van den chr.-historischen heer Snoeck Heukemans behaald, zal er niet toe bijdragen om de Coalitie plooizamer te steramen, waar 't op „kritieke" ontwerpen aankomt. Nu keer ik terug tot het uitgangs punt van deze bespiegelingde „men taliteit" van sommige Volksvertegen woordigers. En i. c. bedoel ik daar mee de senatoren, die de Regeering ertoe wilden drijven om de Begrafe niswet van 1859 nu te gaan herzien. Namelijkin den geest van mr. Bosch van Oud Amelisweerd, die de crematie in Nederland wil verboden zien. Zeker, de heer Van Kol heeft erop gewezen, hoe in schier alle Europeesche Staten óók bijv. in Oostenrijk I vrijheid voor lijkverbranding bestaat. Maar er is niettemin de dosis naïeveteit in dingen der politiekerlj voor noodig, blijkbaar den schranderen jurist mr. Bosch eigen, om in ernst te durven volhouden, dat zelfs thans een voor stel om de crematie te onzent wet telijk jte verbieden, de „politieke hartstochten" niet zou prikkelen Dat Exc. Cort v. d. Linden er voor passen zou, zich aan dergelijk „hals brekend ruiterstukje" te wagen, 't was te voorzien. Maar dat de Senaat niettemin ettelijke uren aan de be spreking, ampel en in den breede, wljddo: 't is en blijft karakteristiek, zal ik 't maar noemen. In hooge mate moeizaam is nu, inderdaad, de taak onzer bewinds lieden. Minister Loudon, van wien de heer Van Kol immers zei, dat de ooren hem wel zouden tuiten van al de hulde, Z.Exc. telkens gebracht (en waar Rienzizelf een zeer warm woord bijvoegde), ziet zich in zijn stevig en tegelijk tactvol beleid misschien nog het meest van do negen Excel- lentién gesteund door het onbeperkt vertrouwen der Staten-Generaal. Dat dr. Loudon's afdoende verklaring be treffende het niet bêstaan en nooit bestaan -hebben van een geheim tra'ctaat tusschen Den Haag en Berlijn ertoe zou bijdragen, om (gelijk reeds 't geval is) den drang weör te doen opkomen naar vermindering van de mobilisatie: 't was te verwachten. Hoe lang is 't geleden, dat minister Bosboom in het comité-generaal van den Senaat (na dat van het Parlement) verklaringen aflegde, die het gansche Huis deden beseffen blijkens mede- deeliDg door mr. Van Lanschot, welk woord door niemand is weersproken dat de situatie van het oogenblik geen verzwakking der mobilisatie toelaatWat is er in den loop dier enkele dagen gebeurd, hetwelk 't. voor de zooveelate maal „vragen naar den bekenden weg" rechtvaar digt Ook dengeen, die beseft, hoe loodzwaar voor velen in den laude de druk der nu reeds negentien maanden voortdurende mobilisatie is, zal het antwoord op deze vraag niet gemakkelijk vallen Voor minister Van Gtjn breken welhaast evenzeer moelekke uren aan. Zijn ontwerp voor de 5 pCts. 125 luillioen-leening waarover het V. Verslag reeds verscheen zal er spoedig zijn. Wij hebben in het miniatuur-zittinkje,dat de Tweede Kamer Donderdag-namiddag 2 Maart hield, van praeses Borgesius gehoord, dat het Parlement er den arbeid van de sectiön voor onder breken zal. Maar de heffing-iDeens, in verband met de Oorlogswinst-belasting. Van laatstgenoemde (25 pOt. heffend boven de winst, meer bedragend dan f 1000 meerdere winst, bij 1913 vergeleken) verluidt, dat zij verre de raming van 40 50 millioen (het „gat in de lucht", door mr. Van Gijn gewaagd) zul overtreffen. En het hefflugsvoor- stel van dr. Bos c.s. tot 200 millioen willende bereiken schijnt ten dqode gedoemd. Maar volgens sommige ge- ruchteu wil men in de .Tweede Kamer een eind verder gaan dan minister Van Gijn. Tusschen de 85 millioen van het Regeerings-voorstel en di 200 van dr. Bos een „middenweg' trachten te vinden, zooveel mogelijk in het Rijkslaadje brengend. Hoe 't zy, d3t er in de nu komende tijden groote, zware offers aan den fiscus zullen moeten gebracht worden: ieder heeft er zich op voor te bereiden. Gelukkig verliest Jan Publiek er tot nu toe zijn gped-humeur niet onder. Ook in 1916 gaat carneral ons zij !t niet gansch onopgemerkt dan tóch zonder luid gedruisch voorbij, Prins Carneval zelf, de door luchtig jolige uit Den Bosch, en de oer-jolige Limburgsche carnevals-pret- maker0 blijven ook thans „in ruste". Maar bij de militaire rondvlucht Soesterberg ScheveDingenAmster dam was de „animo", de belangstel ling bij het publiek geweidigi Open bij de Scheveningsche Pier waren bij de vijfduizend toeschouwers opeenge pakt. Gelukkig behoeven wij, in Patria, niet bedrukt te zijn voor plots-aan- zwevende Zeppelins, met bommen bevracht. Het besef dier veiligheid is een machtige vertroosting en be moediging voor hen, die denken aan wat de fiscus straks alzoo van hen zal opvorderen. Het offer moge zwaar zijn, de pitjs is.niet te duur, te hoog voor hetgeen we ervoor koopen I Reeds is, temidden van Maart- sche sneeuwbuien 'en de meteorologi sche tijding, dat we „by het vries punt" blijven, de tljdiDg; in de rtaden verschenen, dat in de buurt bij Leiden de crocusjes zich beginnen te vertoonen. De tulpen en hyacinthen zljo op komst. De mooie, lieve lente boden. Zullen ztj in 1916 althans vredeboden zijn Nog steeds ver mag niemand op de groote, bange vraag antwoord te doen volgen. Mb. Antonio. DE OORLOG. De offlcleele legerberichten van 6 en 7 Maart. Van het Westelijk front. Het Fransche legerbericht van 6 Maart meldt: De Duitschers hebben in Champagne een aanval gedaan. Met vloeibaar vuur bestookten zij de stellingen bij Maisons de Champagne. Terwijl de vijand aan onze rechterzijde, tegengehouden door ons gordijnvuur, niét in staat was de loopgraven te verlaten, slaagde hij er den linkerkant in door te dringen in een klein gedeelte van onze voorste loopgraven. In Argorrae hebben de Franschen een mijn laten ontploffen by Courtes Chaussées, die een Duitsche stelling vernietigde en een reusachtigen trech ter vormde, waarvan de Franschen de Zuidzijde organiseerden. De vijand heeft onder dekking van een mijn- ontploffing bij Haute Chevauchée vasten voet verkregen op sommige ranten van ODze vooruitgeschoven inies, waaruit hij onmiddellijk ver dreven is. Ten Westen van de Maas hebben de Duitschers, na een hevig bombar dement, dat den gebeelen morgen duurde, tusschen Bótbencourt en de Maas een krachtigen aanval gedaan op Forges, dat in onze vooruitgescho ven linies ligt. Na een hevige worste ling slaagden zij er in het dorp te nemen, waar zy ten slotte weer uitgeworpen zyn. Terwyi dd. 7 Maart een voor hen nog ongunstiger bericht inkwam, n.1. In Argonne bij Haute Chevauchée hebben de Duitschers een mynkrater trachten te bezetten. Zy zyn afgesla gen. Dp verbindingswegen der Duit schers zl)n opnieuw door de Fransche artillerie onder vuur genomen. Onder begunstiging van een hevige beschieting zyn de Duitschers ten Westen van de Maas vooruit kunnen komen door langs den spoorweg vooruit te sluipen tot ongeveer Regné- ville. Terzelfder tijd hebben zy een aanval met een strydmacht ter sterkte van een divisie op heuvel 265 gedaan. Ondanks de zware verliezen, die hun door de Fransche artillerie en machine geweren zyn toegebracht zyn zy erin geslaagd er zich meester van 'te maken. De Franschen houden het dorp Béthincourt, het boschje ten Oosten van het Ravenbosch, Cumières en de top van den Ganzenheuvel bezet. Ten Oosten van de Maas, in de streek van Bras en Haudiomont, zoomede in Woevre in den sector van Fresnes en de dorpen aan den voet der heuvels is de artilleriestryd in den loop van den nacht met groote leven digheid voortgezet. Van Duitsche zijde werd 6 dezer gemeld: Kleine Engelsche afdeelingen, die steren na een krachtige artillerie- voorbereiding tot in onze loopgraven ten N.O. van Yermelles binnenge drongen waren, zyn met de bajonet weer teruggeworpen. In Champagne is by een verras senden aanval ten O. van Maison de Champagne onze stelling terugge nomen, waarin de Frauschen op 11 Februari zich genesteld hadden. 2 of ficieren en 150 man werden daarbij gevangen genomen. In aansluiting op een groote ont ploffing in de Argonnen tan N.O. van La Chalade hebben wij onze stelliDg iets vooruitgeschoven. In de Woövre-vlakte is vanochtend het dorp Fresnes stormenderhand ge nomen. In eenige huizen aan den westelijken rand houden de Fran schen zich nog staande. Zy verloren rifim 300 gevangenen. Het Duitsche bericht van 7 Maart was, op het oogenblik, dat wy dit schryven, nog niet ingekomen. Wij verwijzen belangstellenden daarom naar de tweede pagina van dit blad. Yan de overige gevechtsterreinen geen nieuws van belang. Het slagveld bij Verdun. De Berlijnsche correspondent van de N. Rott. Ct. schrijft, dd. 7 Maart Gisteren heb ik het slagveld by Verdun, in het bijzonder by Ornes, het Bois de Chaune en Douaumont bezocht. De toestand heeft zich daar voorshands gestabiliseerd. Het gan sche land was bezaaid met zware kanonnen, die de Fransche stellingen beschoten. De opeenhooping van artil lerie in Galecié by de doorbraak bij Tarnow moet, volgens de verklarin- van neutrale ooggetuigen, met wie ik heb gesproken, gewoonweg kinderspel zyn geweest,in vergelijking met hetgeen daarvan thans voor Ver dun te aanschouwen is. Een eindeloos aantal batteryen is het open-veld in- i. Overal, waar wy' ons be gaven per as of te voet knalde het om ons heen. Overal zagen wij kabelballons, eenmaal een dozijn tege lijk, en voortdurend kruisten Duitsche vliegers in de lucht, biykbaar de Fransche vliegers op een afstand houdend, die zich gedurende den gan- schen dag niet boven de Duitsche stellingen vertoonden. Boven het Fransche front Yaux hing den geheelen middag rook, af komstig van de tallooze barstende granaten, terwyi de Franschen in het bijzonder met zware kanonnen het dofp en hetfort Douaumont beschoten. Het dorp Douaumont is totaal ver woest en niets meer dan een hoop wit puin. De Fransche hadden daar stellingen in holen, waarin zy zich van de Duitsche beschieting niets be hoefden aan te trekken. Tengevolge daarvan was de infanterie-aanval by- zonder moeilyk. Wanneer men echter den toestand beschouwt, begrypt men dat het dorp moest worden genomen, vyilde het fort behouden bly ven. Toch was de Duitsche bezetting van het fort Douaumont niet zoo erg in het nauw gebracht, dat de toevoer van levensmiddelen onmogelijk was. Men had het fort onmiddeiyk met machinegeweren kunnen bewapenen. De kazematten had men onbeschadigd aangetroffen, waardoor het veel ge makkelijker was het fort te behouden. Verbazingwekkend moeilyk is het ter rein, waarop, ten noorden van Douau mont, de aanval der Duitschers ge vorderd is. Het roffelvuur, dat dien aanval voorbereidde, was echter ook zeer nauwkeurig en niet een beschie ting op goed geluk. De steile en gladde, dicht met kreupelhout bewassen hel lingen, gelegen achter moerassen, zyn stormenderhand genomenen men is er niet meer over verbaasd dat de aanval op het fort Douaumont voor de Franschen - een verrassing was, daar het fort door zulk terrein was beschermd. De stormloop was zoo verrassend, dat het 24ste regiment Brandenbur gers, die hem ten uitvoer brachten, weinig heeft geleden, veel minder b.v. dan het regiment dat daarop volgde. Men krijgt den indruk dat het* woord voorloopig aan de 'artillerie is en dat de voornemens hoogst ernstig zyn. Aan de stemming onder de troe pen zou men niet zeggen dat zulke ernstige gebeurtenissen zoo kort te voren hadden plaatsgevonden. Myn indruk isvdat de artilleristische inspanning de hoofdzaak wa9, en dat men ia het buitenland de inspanning van de infanterie heeft overschat. De Duitsche «looi In de Noordzee. Maandag tusschen halftwaalf en twaalf u. is de logger Sch. 235 35 mijlen W. Noord-Weat van IJ- muiden gepraaid door een Duitsch slagschip, behoorende tot een flotille van 29 Duitsche oorlogsschepen (tor pedojagers, kleine kruisers en slag schepen). Nadat men den schipper gevraagd had, of hy geen Engelschen gezien had, verdween de Duitsche vloot in Noord-Noordoostelyke rich ting. Te 2 uur zag de logger, nog op dezelfde plaats visschende, een En gelsche flotille van 15 schepen (krui sers, geen slagschepen). (Vad.). Zal het spel ter zee eindelyk gaan beginnen en de Duitsche vloot haar werkeloosheid opgeven? 't Ia niet onmogeiyk, gezien de ver kenningstocht vaD dit eskader. De Zeppelins beven Engeland. Londen, 7 Maart. Naar het depar tement vaD oorlog meldt, is nu vast gesteld dat de vyandeiyke luchtsche pen by den aanval pp 5 en 6 dezer. 90 bommen hebben geworpen. Het schijnt dat ze in het wilde weg op de landelijke districten zijn geworpen, waarschynlijk omdat het ruwe weer de Zeppelins de plaats te bepalen waar ze zich bevonden en ze hun bommon wilden kwijt zyn voor ze weer, onder dekking der duisternis terugkeerden. Er is hoegenaamd geen militaire schade aangericht. BINNENLAND. Watersnood. De burgemeester van Anna Pau- lowna wyst er op, dat de eigenaars van overstroomde perceelen onthef fing of vermindering van grond belasting kunnen bekomen, in evenredigheid tot het geleden verlies voor eigendommen; waarvan de op brengst of het genot door die over- stroomiug met meer dan 20 ton hon derd is verloren gegaau (artikel 53 der wet van 23 Mei 1870, Staatsblad no. 82), en dat voor alle eigenaars, erfpachters of vruchtgebruikeis van zoodanige perceelen, welke in die ge meente zyn gelegen, verzoeken om die ontheffing of vermindering zijn opgemaakt. Die verzoeken zyn daar ter Secretarie te onderteekenen eti worden daarna doorgezonden aan Gedeputeerde Staten van Noordhol land. Aan uitwonenden wordt op aan vrage dat verzoek - toegezonden en kunnen zy dan na onderteekening zelf voor doorzending zorgdragen. Het is zeer in het belang van de eigenaars met dit verzoek spoed te maken. Mijnen. In de maand Februari zijn op de Nederlandsche kust aangetroffen 46 mijnen, waarvan 14 van Engelschen, 30 van Duitschen en 2 van onbeken den oorsprong. Mynen van Franschen oorsprong zijn er in die maand niet aangespoeld. In het geheel zijn er thans, sedert het uitbreken van den oorlog, aan gespoeld 918 mynen, aldus naar oor sprong verdeeldEngelsche 484, Fransche 58, Duitsche 175, van on bekenden oorsprong 201. Het beschieten van de Bandoeng. De Bandoeng, van den Rott. Lloyd, is op haar jongste reis van Sahang naar Rotterdam door een Duitsche onderzeeboot, die het schip blijkbaar voor een vyandeiyk vaartuig hield, hevig en langdurig onder vuur geno men. Een van de opvarenden heeft de H.ct. het volgende verhaal gedaan Te half 10 's morgens werd onze bemanning opgeschrikt door een kanonschot, waarop in de oDmiddplJ lijke nabyheid van het schip een pro jectiel in het water plofte, dat een reusachtige waterzuil opjoeg. De 3e officier, die de wacht deed, rappor teerde den kapitein dat een onderzee boot op pl.m. 6 mijl afstand op vier kompasstreken aan bakboord, boven water kwam. Nog vóór kapitein en •officier weer op de brug waren, )1 toen een tweede schot, onmid dellijk gevolgd door een derde, dat vlak langs het schip ging. De seiuletters AB van het Inter nationaal Seinboek werden toen op den onderzeeër waargenomen. Dit sein bednidde: „Verlaat uw schip zoo spoedig mogelijk". Dit bevel bracht ons in de meening, dat de onder zeeër ons voor een vijandelijk schip hield; de kapitein achtte het daar om raadzaam, met langzaam vooruit- draaiende machines den onderzee6r meer te naderen, ten. einde dezen de gelegenheid te geven onze nationali teit beter vast te stellen. Bovendien' werden in den voor- en achtertop van de Bandoeng Hollandsche vlag gen geheschen, terwijl op het ach terschip als altyd de driekleur woei en de romp van het schip met de kleuren rood, wit en blauw beschil derd was. Middelerwijl hield het vuren steeds aaD, zoodat in tien minuten tyd reeds het achtste schot viel; dit laatste wel met zulk een uitwerking, dat 't geheele schip er van dreunde. Te verwonderen was het niet, al3 men nagaat dat het laatste projectiel ont plofte op zeer korten afstand, pl.m. 10 meters, zoodat in e9n onzer red dingbooten 5 gaten geslagen werden, en een ijzeren luchtkoker op ver scheidene plaatsen doorboord werd. Stukken van 10 c.M. leDgte en 2 cM. dikte vielen daarbij op het dek neer. Wie schetst de algemeene ontroe ring, die er toen aan boord heerschte, want een ieder was zich natuurlijk bewust van het gevaar waarin men verkeerde. De gezagvoerder gelastte onmid dellijk alle hens aan dek en in de booten, die tot onmiddeliyke inge bruikneming gereed waren. Het vuren was na het achtste schot opgehou den en de onderzeeGr nam nu blijk baar een afwachtende houding aan, terwyi het sein AB neerging. Te 10 uur 10 dook de duikboot langzaam onder water, op pl. m. 4 myi afstand. We kregen toen den indruk, dat ze haar vergissing had ingezien en ons als Hollandsch schip herkend had. De machine werd dan ook weer op volle kracht gezet en de koers vervolgd. Groot was ieders verwondering, toen daarop dezelfde onderzeeër na pl. m. 45 minuten opnieuw te voor schijn kwam, nu op pl. m. 4 mijlen afstand achter ons. De Bandoeng stoomde verder, terwyi de onder zeeër in evenwljdigen koers achter ons aanstoomde, een vol kwartier. Plotseling werd' de beschieting, toen hernieuwd en observeerden wij het sein MN (stop onmiddeliyk). De ma chine werd stopgezeteen ieder vroeg zich met angst af, wat men nu toch wel van ons wilde I Den 2en-officier werd gelast met een boot naar de, duikboot toe te gaan, om nadere inlichtingen te be komen. Juist zou de sloep wegroeien, toen het sein FH (zend een boot) geheschen werd. De scheepspapieren werden ter inzage meegegeven. Na 40 minuten roeien was de boot den onderzeeër genaderd en werd door deze de Duitsche oorlogsvlag geheschen. De 2e-officier stapte aan boord en nadat de gebruikelijke vra gen van den onderzoekingsdienst be antwoord en de papieren in orde be vonden wuren, werd gevraagd, waar om de Bandoeng niet direct gestopt had by de eerste waarschuwings schoten. Geantwoord werd, dat het sein AB, gevoegd by dé niet ver missende schoten, ons in de meening hadden gebracht, dat wy voor een vyande- ljjk schip gehouden werden en we niet begrepen, waarom wy een neu traal schip zonder nader onderzoek moesten verlaten. De gezagvoerder achtte het daarom noodig, voerde onze woordvoerder verder aan, u dichter te naderen, teneinde u in de gelegenheid te stellen ons beter te herkennen. Bovendien, onze Holland sche vlaggen waren toch duidelyk genoeg zichtbaar! De kommandant antwoordde: „Zeker ze waren zichtbaar; doch verschei dene vijandelijke schepen zoeken dek king onder neutrale vlagterwijl uw naderiDg voor ons een teeken van tegenstand scheen en wy daarom gereed stonden u to torpedeeren. De waarschuwing werd daarbij ge- gegeven in het vervolg nu maar direct te stoppen by het eerste schie ten, daar een herhaling van zulk een geval niet buitengesloten was. Hierna informeerde de komman dant, of het Suezkanaal nog steeds open was en of wij Fransche of Engelsche oorlogsschepen gepi waren. Het eerste werd bevestigend, het tweede ontkennend beantwoord vervolgens bood de kommandant aan sloep op sloeptouw te nemen naar de Bandoeng. Op korten afstand liet de Unter- seeboot 3 de sloep weer lps en voer in een cirkel om ons hsen. Van beide zijden werd met de vlag gesalueerd t ieder vervolgde zijn koers. Het geheele oponthoud had 3 uren tijd in beslag genomen. Duitsche geïnterneerden ontvlucht. Men meldt uit. Haarlem Op het Bolwerk alhier zyn Dir\sdag 13 Duitsche deserteurs aangehouden, die uit het kamp te Bergen ontvlucht aren. Zij. vroegen een agent naar den weg, die hen toen naar het politie bureau bracht. De mannen zijn weder naar Bergen getransporteerd. Uit Alkmaar meldt men Naar wij vernemen zijn de Duit sche deserteurs, die Maandag uit het interneeringskamp te Bergen ont vlucht en in Haarlem gepakt zyn naar het kamp te Bergen terugge bracht. Zy hebben van de gelegenheid om te ontvluchten gebruik gemaakt van de afwezigheid van den commandant van het interneerings-depöt, majoor A. ter Cock, die voor vier dagen met verlof was. Zijn wij wèl ingelicht, dan waren in den laatsten tijd verschillende maatregelen genomen ten einde ont vluchting te voorkomen. Zoo. waren meer posten aangesteld, die bij even tueels lichtstoornis nog uitgebreid werden, en is de prikkeldraad ver sperring verdubbeld. De posten zyn van electrische zaklantaarns voorzien terwijl een groote alarmschei in het kamp is aangebracht. Mede is altoos een opperwachtmeester met een politiehond aanwezig, die dagelijks geoefend wordt en reeds goede dien sten heeft bewezen. De ontvluchten hebben verklaard tot hun daad gekomen te zijn om te protesteeren tegen het fAt, dat onze Regeering- hen nog steeds geïnter neerd houdt, ondanks 't door hen zelf en hun vrienden herhaaldeiyk gedaan verzoek om invryheidsstelling. Een beschuldiging. „De Telegraaf' deelt op gezag van een Maaatrichtschen lezer, die zyn brief met zyn vollen naam onder- teekende, maar dien hét blad niet noemt, mee, dat de hoofdredacteur van de „Limburger Koerier", de heer Van Term, luitenant kwartiermeester van de Limburgsche Jagers, eenige geleden door Duitsche officieren aan de Belgische grens met een auto werd afgehaald en naar Hasselt ge voerd, waar hy met hooggeplaatste Duitsche officieren aan een diner deelnam, gehuldigd weid en een toast uitbracht op keizer Wiihelm van een Nederlandsch officier een optreden, dat, wanneer het juist be schreven is, niet door deD beugel kan. "Wij vertrouwen, dat deze zaak zal worden onderzocht. (H.blad.) TWEEDE KAMER. Duurte-toeslag. Bij de Tweede Kamer zyp ingeko men de wetsontwerpen betreffende een duurte-toeslag voor Ryksambte- naren en -beambten. De maatregel wordt toegepast volgens den op 1 Januari 1916 be- staanden toestand en strekt zich uit tot de ambtenaren en beambten, die in vasten burgerlijken of militairen dienst zyn van het Rijk, of, indien zij niet vast zyn aangesteld, wat hunne dienstpraestatie en hunne verdere verhouding tot den Staat betreft, een overeenkomstige positie innemen als de Rijksambtenaren. Voorts worden de onderwyzers der openbare en byzondere scholen en zij,, die in zydelingschen Staatsdienst zyn, met Rijksambtenaren geiykgesteld. De maatregel wordt echter bepefkt tot hen, die gehuwd ztjn of als weduwnaar (weduwe),' eventueel als gescheiden echtgenoote, een of meer kinderen beneden den leeftijd van 16 jaar te hunnen laste hebben en een belooning genieten,-welke beneden de na te noemen grens blijft. De toeslag wordt voor eens toege. kend en bedraagt, behoudens een nader te omschrijven vermindering, zes ten honderd van het op 1 Jan. 1916 genoten jaarloon. Ter bepaling van het bedrag van het jaarloon wordt behalve het in geld vastgesteld trac- tement, in rekening gebracht hetgeen in de betrekking wordt genoten als kindertoeslag, standplaats-toelage en andere vaste toelagen. Pleegt een ambtenaar (arbeider) geregeld betaling voor overwerk te ontvangen, zoodat daarmede door hem bij de inrichting van zyn levenswyze zonder bezwaar rekening ban gehouden worden, dan wordt bovendien in aanmerking ge nomen hetgeen hy uit dien hoofde Ingezonden Mededeeling. BOEKHOUDEN. Eene gemakkelijke, goede methode daarvoor vindt mon is ons „Studieblad", weekblad voor Boekhouden. Behandeld wordt o.a.: enkel Boekhouden, ook met toepassing op kleinerö zakendubbel BoekhoudenBerekeningen in den Goederenhandel; Muntstelsel; Berekeningen by het beleggen van geld; Effecten, Prolongatie en BeleentDg; Wissel en de Rekeningcourant met Interest; Handelskennis en Handelsrecht. Voor zelfstudie uitnemend geschikt. Prijs per maand f 0.60. Proefnummers gratis en franco. No. 1, dat als proefnummer gezonden wórdt, begint met een bespreking over inventaris en balans, gevolgt door prachtische opgaven. Vraagt dit nummer nog heden. De nieuwe cursus begint spoedig. A. F. G. LEIDERITZ, D. H. SCHENK, Witte de Wlthstraat 23, Amsterdam. Telefoon Zuid 4072. gewoon ia te genieten. Voor de. bepaling van het jaarloon wordt geen rekening gehouden met de voordeelen wegens het genot van vrye woning,, vrij vuur en licht e. d. Deze uitsluitiüg berust op de over weging, dat degene, die kosteloos is gehuisvest en brandstof en licht zonder betaling ontvangt, in deze op- zichten niet ïydt onder de stygiug der pryzen, zoodat er ook geen reden bestaat om hem deswege tegemoet te komen. De zooeven bedoelde loongrens zal niet "voor het geheele Rijk geiyk zyn, maar afhangen van de klasse, waarin de gemeente (eventueel onderdeel), waarin de betrokkene woont, voor de personeels belasting was gerangschikt volgens de classificatie', zooals die laatsteiyk by do wet van 19 Juni 1915 (Staatsblad no. 280) is gewijzigd. Do grens wordt gesteld op een bedrag van f 1200 voor de gemeenten der lsto 1150 „2de ,1100 „3de 1050 „4de 1000 „6de 950 „6de 900 overige gemeenten. Het ligt dus voor de hand, waar het de toetsing aan de hier bedoelde grens betreft, voor hen, die dergelijke voordeelen genieten bij de toepassing van de zooeven bedoelde regelen, de ter zake van die voordeelen in den lioens grondslag begrepen bedra gen te voegen by het in geld vast gestelde traktement. Voorts zal hier in aanmerking ge bracht worden hetgeen de betrokkene in het tijdvak, waarover de uitbe taling van den duurtetoeslag loopt wegens over- of extrawerk meer heeft ontvangen dan het bedrag, dat vol gens vorenbedoelde regelen over een tydvak van gelijken duur wegeDS normaal werk als hier bedoeld in het bedrag van het jaarloon begrepen is. Eindelijk zal het aldus gevonden bedrag voor de vraag der grensover schrijding worden vermeerderd met het bedrag van den toeslag ad 6 van het jaarloon. Het op deze wyze gevonden ge zamenlijk bedrag zal het voor de be trokken gemeente bepaalde maximum niet te boven mogen gaan. Blijft dat bedrag na aftrek van den toeslag be ueden de grens, dan wordt de toeslag zoonoodig in dier voege verminderd, dat het gezameniyk bedrag de grens niet overschrijd. Hierdoor wordteen geleidelijke overgang verkregen en worden de onbiliykheden, welke het stellen van een grens zouden mede brengen, voorkomen. Behalve den, volgens bovenstaande regelen berekenden, toeslag, wordt aan hen, die niet meer dan het voor elke groep van gemeenten va8tge stelde maximum genieten, voor elk kind beneden den leeftyd van 16 jaar een vast bedrag uitgekeerd van f5. i extra-uitkeeriog kan boven het gestelde maximum worden genoten. De uitbetaling van het aan ieder toekomende zal geschieden in drie- maandelyksche termijnen en wel, ten einde het byzoDder karakter van de voorziening beter te doen uitkómeD, op tydstippen, welke niet samenval len met die van de uitbetaling der loonen. De gemaakte berekeningen hebben tot de overtuiging geleid, dat de toe lagen een totaal bedrag van f2.000.000 niet zullen te boven gaan. PLAATSELIJK NIEUWS. Het Zielsleven der Archipel-bewoners Als tweede in de reeks der voor drachten over Nederlandsch-Indie, welke de gep. kolonel der artillerie O. 1. L. W. J. Giel voor leden van het Ned. Ond. Gen. en andere ge noodigden hield, was aangekondigd zulks in afwytiDg van het pros pectus „Het. Zieleleven van de Archipel-bewoners". Hoewel een felle sneeuwstorm den tocht naar de Buitenhaven nu juist niet tot een pleizierreisje maakte, liep de zaal, toen het tegen 8 uur ging, toch aardig vol, en was zelfs tenslotte goed bezet. Nadat de heer Van Zoonen den spr. opnieuw had geintroduceerd, en zijn voldoéning uitsprak voor het ruimschoots vol-' doende publiek, kreeg de spr. het woord. Aangenaam was het, zoo ving de heer Giel aan, in dezen iyd van stoffelijke verwoesting, waarin volko ren alles vernietigen wat ze maar bij machte zyn, een zuiver geesteiyk onderwerp te behandelen. Waar by den westerling, door zyn grootere techniek, zyn industrie, zijn bescha ving, uittera3rd het zieleleven meer vefborgen blijft, daar de materieele beslommeringen teveel van zijn ge- dachtenarbeid in beslag nemen, daar rreedt bij de onontwikkelde natuur volkeren dat zieleleven meer naar voren. Wy spreken van animisme (ani mus ziel) en bedoelen daarmede de religieuse opvattingen van onbe schaafde volkeren, volgens welke alle verschynselen en werkingen in de natuur uitingen zy'n van persoonlyke, denkende, willende wezens. Alles in de natuur heeft een ziel, soms meer dan één, bezielde zoowel al3 onbe zielde voorwerpen en bovendien, zoo is hunne opvatting, kan die ziel htt lichaam naar willekeur verlaten. Dit animisme nu is hel, wat de archipel bewoner beiydt, velen, ongeveer 50 millioen, ronduit- dal: is het heiden domanderen, de Mahomedanen by- voorbeeld, in het verborgen, d. w. z. dat zij voor het uiterlyk belijders zyn van don Mahomedaanschen gods dienst, maar innerlyk heidenen blij ven. De inlander spreekt van twee zielen in elk lichaam, maar er zijn andere bewoners, de Batiks b.vdie gelooven aan 7 zielen. De inlander gelooft, dat elk voorwerp een wakende en een droomende ziei heeft. §lj den dood van mensch of dier blijft een ziel aanwezig, terwijl de andere naar omhoog gaat. Van daar, dat hy ook gelooft aan de macht van doode voor werpen, b.v. hij zal by voorkeur de onontsmecte kloeten van een zieke aantrekken, omdat hy gelooft, dat de ziel, die daarin huist, hem vrij waren zal voor dezelfde ziekte. Wy lachen daar nu om, maar gaan zelf ook niet vry uit.. Immers, in onze moderno maatschappij heenscht nog volop het animismemen is bygeloovig ten opzichte van het getal 13, enz., enz. Vooral ten opzichte van paarden is de inlander bygeloovig. Wee den eigenaar, wiens paard „kwade teeke- nen" heeft; de inlandsche bediende blijft niet- in de nabybeid daarvan. Spr. noemde hier frappante staaltjes van op. "oven alle geesten deukt men zich oppergod, jzooals Zeus by de Grieken de opperste was der goden. En by ziekte heet het, dat de ziel weg is. Vandaar, dat de inlander dan ook niets van poeders en drankjes wil weteD, maar in alle hoeken gaat zoeken naar de ziel. Vanzelf moet men dus ook dien geest te vriend houden, en, deed men dat in bet oude Griekenlaud door verbranden van offers, de inlander is practischer hy eet alle lekkers op, want de geest heeft immers genoeg aan de vluchtige bestanddeelen Door een en ander is de welvaart van den inlander op bescheiden peil ge bleven. Want stel, men is aan het oogsten en een of andere kwade geest - een zekor soort ree bijvoorbeeld - loopt over het land, dan zal geen inlander meer een voet op dien akker zetten vóór alles weer opnieuw is gespit, en van den oogst, die klaar was om binnengehaald te worden, komt dan niets terecht. Hiertegenover staat, dat zyn godsdienstig fatalisme hem deze armoede zonder morren doet dragen. Ook het „koppensnellen" der Dajaks is een godsdienstige han deling, want do ziel van den ver slagen vyand is voor hem de groot ste schat. Op welke wyzev men tracht be schermgeesten te krygen, beschreef spr. ons plastisch. Heeft een deasa i beschermgeest noodig, dan graafc n een jong meisje tot aan haar hoofd in den grond, en laat haar een zekeren tijd zonder eten of drinken. Belooft zij dan een goede bescherm geest te zullen worden, dan giet men haar vloeibaar lood in den mond, waardoor xy con afscbuwelijk-wrec- den dood sterft. De ontwikkeling van den inlander ïydt door dit kinderlijk geloof natuur lijk. De kerstening heeft in dit op zicht veel goed gedaan, eu het is zaak de zending to ateuDen. Wordt epf 'nlander christen, dan is hjj dit ecut-sr nog slechts uiterlijk iu zijn binnenste blijft by nog even animis tisch als vroeger. Maar op hét g^hied van volkswelvaart eD hygiëne heeft de kerstening ongetwyfeld een goeden invloed. Do heiden past zyn geloof veel eerlijker toe dan de christen, die spreekt, van vrede op aarde, maar ondertusschen een massa moord heeft Na de pauze besprak du beer Giel allereerst de Islam, door 35 millioen archipel-bewoners beleden. Dat wil _gen uiterlyk, innerlyk blijven ze,' zooals we reeds zeiden, animist. Spr. gaf een kort historisch overzicht van den godsdienst van Mahomed, die gebaseerd is op het Oude Testament, en die eigeniyk is de godsdienst van het fatalisme, daar hij voorschry'ft een absolute onderwerping aan God's wil. Hy schrijft een absolute reinheid voor en heeft dus zijn goéde zyde. De meest interessante godsdienst, is het Hindoeïsme, de godsdienst der Indiërs, en het daarmee verwante Brahmanisme. Ook hiervan verteld® spr., om vervolgens te komen op het Boeddhisme, den zuiveringsvorm a. h*w. van het Brahmanisme, do godsdienst zonder God, eigeniyk een zuivere liefdeleer, een leer van as cetisme en zelfverzaking. Het eigen aardige is, dat voor het Boeddhisme, in tegenstelling met andere gods diensten, geen druppel bloed vergoten is. Het Hindoeïsme werd later ver drongen door den Islam, maar op Bali en Lombok is het nog bly ven bestaan. Een en ander werd evenals den vorigen keer, met interessante en fraaie lichtbeelden opgeluisterd. De heer Van Zoonen, die de bijeenkomst sloot, bracht woorden van dank aan spr. en aan autoriteiten voor het af staan der Cantine. Dinsdag 21 Maart is de derde lezing: „De Europeesche cultures in Ned.- iDdil".

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1916 | | pagina 1