COURANT Tweede blad. No. 460S ZATERDAG 8 APRIL 1916 44* JAARGANG LIJST van Ingekoman en vertrokken personen. J. 8. P. Borfaaa, J. Brac*. J. ton Hooto, J. Spoota, H. Lenstra, W. J. Tan Leeuwen R. Brulnsma, G. L. Rauwa, J. H. Stolk, A. J. VooTorluo, F. L. T. Bakola, E. J. Mink, F. Kappa), H. R. Stoop, J. Visser, J. Bosma, J. HUlegeliekkeu, a. Honalng, A. Woudstra, J. ran Rlal, K. da Jong. Wod.W, C. F.Suhren, J.Schuddeboom, R. Boon, F. Wohrmann, P. H. Wallis, korpj.-stoker, korpl.-atokar, aergt. machUedr., korpl.-kons label, lottorzettar. RISOHEK. Woonplaats Spmiatiaat 6, Loulaesteeg 6, Wllhelminaitraat S8, Klaas Doitstraat li, Kroonstraat 14, besteller, korpl.-hofmeeetar, korpl.-machiziedr., gepensioneerd, bediende, meubelmaker, opper-schlpper, arbeider, korpl.-machinedr., marinier, lult. ter zee le ki., zeeajouwer, stoker. ben. ad.com. d. looia. amld, kwartiermeester. zonder, banketbakker, administrateur, marlnior, oorgt konstabel, Dijkweg l Wagenstr; Wagenstraat 28 b, Scbagenstraat 28, Tlamlngatraat 88, Wllbelminastraat 21, L. van Berkstraat 2, Strooweg 11, Keizerstraat 72, Koningstraat 84, Weezenstraat 01, Jullanadorp, Kerkgracbt 2, Dijkweg 89, Molengracbt 6, Zwaanatraat 6, Jan ln 't Teltstr. 118, y. d. Hamstraat 6, Kerkgracht 02, Molenstraat 62, Kaar Amsterdam. Idem. Idem. Idem. HilTeraum. Scbotsn. Pranekerndeel 's Hnge. Vlis8lngen. YllBSingen. 2ES, westgracht 66, Polderweg 61, Kroonstraat 80, Molenstraat Se, Amsterdam. Monntckendam. ZUpe. Amsterdam. Idem. Idem. Nieuw Helvoet. Lelden. Maassluis. Amsterdam. Nieuw Helvoot, Alkmaar. Hnarlem. Amersfoort. Rotterdam. Haarlem. Oud Qeref. N. H. R. 0, DE OORLOG. De algemeens toestand. Betreffende de jongste gevechten bü Verdun is er slechts één punt waarin de wederzijdsche communi- qué's het eena zijn, Haucourt is door de Duitschers genomen. Dit is ge schied in den namiddag van den vijfden April (Woensdag), zooals de Duitschers meldeD, of in den nacht tusschen den vijfden en den zesden April, zooals de Fransehen berichten, een chronologisch verschil van weinig beteokenis. De Franqchen melden, dat zij van de schans van Avocourt uit, die zij onlaDgs hebben heroverd, krachtige aanvallen hebben gedaan, ten einde deze stelling te verbinden met een andere stelling, die aan den Noord oostkant van het dorp is gelegen, en dat deze operatie ten volle gelukte. Deze mededeeling vindt men reeds in het Fransche bericht van Donder dagmiddag; in het Duitsehe bericht van Donderdag zoekt men tevergeefs naar iets, wat op deze gevechten slaan kan. In een later officieel bericht mel den de Franschen nog een succes t.en Zuiden van het fort Douaumont, waar zij over een breedte van 500 meter en tot een diepte van 200 meter in de Duitscho loopgraven vooruitdrongen. t1) Dus, volgens de Fransche officieele berichten, twee voordeelen voor de Franschen, en één voor de Duitschers. Wat is nu grooter Het voordeel door do Duitschers met de verove ring van Haucourt verkregen, of dat van de Franschen met hun tegen aanvallen bij Avocourt en Douau mont? Op die vraag is het zeer moeilijk •en antwoord te geven. Het is voor de Franschen onge twijfeld van gewicht, dat zij in de streek van Douaumont en Vaux al lengs een aanmerkelijk stuk van hét terrein hebben herwonnen, dat de Duitschers daar met hun jongste aanvallen hadden gewonnen, want een verderen vooruitgang van de Duitschers in de vallei tusschen de heuvels, waarop onderscheidenlijk de forten Douaumont en Vaux liggen, zou ten slotte voor de verdediging van Verdun noodlottig hebben kun nen worden. Dat hier nu de Duit schers, in stede van verder door te dringen, weer hebben moeten wij ken, is dus voor de Franschen een heugelijk verschijnsel. Evenzeer is dat het geval met den vooruitgang, die zij bij Avocourt hebben weten te maken, waardoor de ilankdekking van de Noordelijker gelegen Fransche stellingen aan de Forgesbeeb moet zijn versterkt, al is uit het Fransche bericht niet vol komen duidelijk, hoever de vooruit gang der Franschen zich uitstrekt. Bedenkelijk is echter voor de Franschen, dat 'nu toch Haucourt, het iinksche steunpunt van de stel ling aan 3e Forges, waarop de Fran schen waren geweken, is gevallen. (Deze stelling schijnt voor het overige te worden beschermd door redoutes op den Noordelijken oevér van het riviertje.) Want hiermee is op den Westelijken oever van de Maas weer een stukje van de Fransche verde digingsmuur afgebrokkeld. („N. Rott. Ct.") 1) In bel Daitacbe bericht Tan den 7en wordt echter tegengesproken dat de Franichen btj ATOcourt of ten O. Tnn de Mate «enig voordeel zouden hebbem behaald. Van het Westelijk front. Parijs, 6 April. Communiqué. De Duitschers beschoten hardnekkig de i saillant van Bethincourt en de Poivre- heuvel. Dat voorspelde een aanval, maar ons gordljnv.uur belette den vij and zich te ontplooien. Een handge meen ten zuidwesten van het fort Douaumont 3telde ons in staat over een front van 500 meter de vijande lijke loopgraven tot een afstand van 200 meter te naderen. In Lotharingen en Woövre artille rieactiviteit. Gedurende Maart waren de Fran sche vliegers zeer actief. Zy schoten 81 Duitsehe toestellen neer, van welke er negen terecht kwamen in odzo linies, vier andere werden door af- weerkanonvuur neergeschoten. De Franschen verloren dertien toestellen, van welk twaalf binnen de Duitsehe linien. Berlijn, 7 April. Door een zorg vuldig voorbereiden aanval hebben onze troepen na een hardnekkigen strijd zich in het bezit gesteld van Engelsche, thans door Canadeesche troepen bezette trechterstellingen ten Z. van St.' Eloi. Herhaalde pogingen van den vijand om onze boschstellingen ten N.O. van Avocourt aan te vallen, kwamen niet verder dan een begin van aanval of vergeefsche gedeeltelijke voorwaart- sche bewegingen. Ook ten O. van de Maas konden de Franschen hun aanvallen in de buurt van de vast in onze handen zijnde verdedigingswerken in het Caillettebosch niet doorzetten. De strijd om Verdun. Parijs, 7 April. De gevechten wer den in den avond van 5 April en dien nacht met verbittering hervat. Op den linker Maasoever deed de vijand na een uiterst heftige beschie ting met een divisie een aanval op de twee saillanten, welke onze linie in het Avocourt-bosch en voor Béthin- court vormt. Béthincourt, dat 't verst vooruitgeschoven punt is, woidt sterk bedreigd. Niettemin beletten wij 's vljands pogingen om zich meester ervan te maken. Het schijnt, dat de Fransche generale staf, in tegenstel ling met hetgeen eerst geschiedde, thans tracht de saillanten vast te houden en alle mogelijke tactische voordeelen er uit te halen om den vijand zooveel mogelijk verliezen toe te brengen. Tegelijk met den aanval op Bétbincourt vielen de Duitschers met verbittering aan op het kleine dorp Haucourt. Onder bescherming van den nacht en na herhaaldelijk échec te hebben geleden en met aan zienlijke verliezen slaagden zij erin vasten voet te krijgen in Haucourt, dat wij onder vuur houden. Na een korte artilleristische voorbereiding deden wij een aanval vanuit het re- duit van Avocourt, welke volkomen slaagde. In dezen sector zet de vijand zijn pogingen 'voort om te trachten geleidelijk den „Mort Hom me" te naderen over Béthincourt en hoogte 304 over Haucourt; Deze voornaamste punten van onze eerste linie van weerstand zijn aangeleund op onze stellingen in de tweede linie, welke de Duitschers heftig bombardoeren en die nog sterker is dan de eerste, welke aan den opmarqch van den vijand een reeks bijna onoverkome lijke hinderpalen in den weg stelt. De Duitschers, die onmachtig, zijn ten Westen van de Maas, zijn ten Oosten van de rivier al niet gelukki ger. Tot twee maal toe deden zij een stormaanval öp het Caillette-bosch en slaagden alleen erin zich te laten vernietigen. Ten Zuidwesten van het front Douaumont slaagde de Fransche in fanterie erin, in gevechten met hand granaten en met de bajonet iD de loopgraven van de vijandelijke werken te dringen over een front van 500 M. breedte en 200 M. diepte. De vyand scheen na 't échec by het dorp Vaux weer tot den aanval te willen overgaan by den Poivre hoogte, maar werd hierin verhinderd door ons spervuur. Niettegenstaande het aantal en de verbittering van zijn aanvallen heeft de vyaod ook heden nog geen enkel voordeel be haald, terwijl wij terrein wonnen aan beide zijden van de Maas. Op de Noordzee. Maandag werd uit Aalesund aan Tidens Tegn, van Kristianis, gemeld Van Engelands bedrijvigheid op de Noordzee krijgt men dezer dagen een overweldigenden indruk. Schepen, die hier uit Spanje zijn aangekomen, hebben onderweg sterke smaldeoler» ontmoet. Zoo zag men een eskader van bij de zestig schepen met volle stoom zuidwaarts stevenen. Een ander schip ontmoette omtrent denzelfden tijd onder de Noorsche kust een eskader van zeventien schepen, koersende naar het Noorden. Sedert de eerste dagen van den oorlog zijn er nooit zooveel oorlogsschepen onder de Noorsche kust geweest als nu. Het Kanaal afgesloten. Volgens een bericht uit. Christiania bevat „Tidens Tégn" de mededeeling De bemanning van het Noorweegsche stoomschip „Nidelven", die te Borgen aankwam, berichtte dat het Kanaal bij Dover thans geheel door de Engel- schen voor de scheepvaart ia versperd, en dat slechts op enkele uren per dag schepen door het Kanaal mogen gaan. De „Nidelven" had drie uren, met dertig andere schepen van ver schillende nationaliteit, moeten wach ten voordat het schip doorgelaten werd. In de Zwarte Zee. St. Petersburg,. 6 April. Onze duik- booten hebben bij den Bosporus een stoomschip, dat door een torpedoboot van het type Milet begeleid werd, en elf zeilschepen met kolen vernield. Een van onze linieschepen heeft op grooten afstand den kruiser Brea- lau" beschoten, die snel de wijk nam. Fellx Dlaz in Meilco geland. Washington, 5 April. Volgens by het departement van buitenlandsche zaken ingekomen berichten is Felix Diaz met een zeer sterke revoluti- oimair expeditie-leg«r in zuidelijk Mexico geland. PLAATSELIJK NIEUWS. Reisplan „Noordbrabant". Het reisplan van Hr. Ms. „Noord brabant", die 12 dezer naar Neder- landsch Indie vertrekt, zal eenige wijziging ondergaan, in verband met het voornemen, dezen bodem de reis om Schotland te laten maken. In plaats van St. Vincent (Kaap Verdische' eilanden) zal La3 Palmas (Canarische eilanden) worden aange daan, en het verblijf in Oost-Indie zal wellicht eenige dagen langer duren dan aanvankelijk was vastgesteld. Haring. De aanvoer van haring was Don derdag meer, Vrijdag en Zaterdag echter heel wat minder dan de voor afgaande dagen, nl, 260, 140 en 80 tal. De prijzen liepen daardoor weer op tot f6.— h 8.50 per tal. Aanbesteding. Aan het Departement van Marine werd gisteren aanbesteed het maken van zandaanplemping met steen- glooiing aan den Leidam te Helder. Laagste inschrijver L. Volker Azn. te Slièd'reèht voor f145,000. Ingeko men waren 9 biljetten. De hoogste inschrijving was f432,000. BINNENLAND. De Palembang; varklaring van de Duitsehe regeering. (Officieeel.) Het ministerie van bui tenlandsche zaken maakt bekend, dat de Duitsehe regeering aan de Neder- landsche het volgeude heeft medege deeld nopens den uitslag van het dooi de Duitsehe overheden ingestelde on derzoek in verband met den onder gang vao het stoomschip Palembang „Thans z(jn de berichten van alle ook maar eenigszins in aanmerking komende Duitsehe oorlogsvaartuigen ingekomen. Volgens deze berichten heeft geen hunner de Paiembang aangevallen. Op het oogenblik, dat het ongeval der Palembang plaats vond, is geen enkel tot de Duitsehe oorlogsvloot behoorend vaartuig zelfs maar inde nabijheid van de plaats des onheils geweest. De mogelijkheid van een onopzettelijk treffen van het Neder- landsche stoomschip door een op een v|jandelyk oorlogsvaartuig gemunt torpedoschot moet daarom eveneens als volkomen uitgesloten worden be schouwd." Onzs stoomvaartmaatschappijen en de regeering. Naar „De Telegraaf" verneemt, hebben de stoomvaartmaatschappijen, die de maildiensten waarnemen, zich tot de regeering gewend met het verzoek een deel der molest-risico over te nemen. De billijkheid van dit verzoek wordt gegrond op het feit, dat het overbrengen der mails de maatschappijen tot varen ver plicht. Waar het een groot Neder- landsch belang is, dat de mails ge regeld worden overgebracht, acht men het billijk, dat de regee- riDg evenals dat in Engeland ge schiedt bij de vergrooting van de gevaren ook een deel der risico over neemt. Op dit verzoek is tot nu toe geen antwoord ingekomen. D» dienst zai eerst hervat worden, nadat een ant woord ingekomen is. Dit bericht is in zoover juist, dat het verzoek is, alleen voor de mail schepen een deel der molest-risico over te nemen. De „Tubantla." De Wodan, die thans van regeerings- wege het duikonderzoek inzake de „Tubantia" verricht, maar deze week wegens ongunstig weder moest terug- keeren, is Donderdagavond opnieuw vertrokken om het onderzoek voort te zetten. Da „Prinses Jullana". Da mailboot „Prinses Juliana" van de „Zeeland", welke I Februari op een mijn is geloopen en later by Felixtowo op een baDk is gezet, is door den storm der vorige week ge broken en thans, evenals het zuster schip „Mecklenburg", verloren. Da „Eamdijk" en da „Rijndijk". HetNederlandsch stoomschip „Eern- ayk", op weg van Baltimore naar Rotterdam, passeerde in beschadigden toestand Wight. Het schip wordt door sleepbooteD naar een haven ge- sle&pt. De gebeele bemanning is on gedeerd. Het stoomschip „Ryndyk" bevindt zich in beschadigden toestand bij de Scilly-eilanden. Beide schepen behooren van den stoomvaartmaafcschappy van Solle- veld, van der Meer en van Hattum. Lichting 1917. "Ingediend is een wetsontwerp hou dende bijzondere maatregelen met be trekking tot de lichting 1917. Ter toelichting zege de rege6ring, dat de heerschendu buitengewone omstandigheden het h. i. noodig ma ken, dat voor de lichting 1917, even als is geschied voor de lichtingen 1915 en 1916 de gelegenheid wordt ge opend om zoo noodig vroegtydig tot inlijving te kunnen overgaan. Eenige vrijheid van beweging voor militairen. Naar het „Hdbl." verneemt is gisteren de order afgekomen, dat militairen in de stelliDg Amsterdam zich na 5 uur des middags van hun standplaatsen mogen verwijderen, wanneer daarvoor geen vervoer per trein noodig is. Des Zondags zal ditzelfde reeds na 12 uur worden toegestaan. Hollandsehe Spoor. Met ingang van Zaterdag 8 April 1916 wordt de treindienst op het baan vak ZaandamPurmerend weder in zyn geheel hervat. Afscheid van den heer Qratama. Dinsdagvoormiddag had ten politie- bureele te Arnhem eene plechtigheid plaatBhet personeel was in een der zalen te zamen gekomen om van den heer C. W. Gratama, den afgetreden .loofdinspecteur, die eerstdaags naar zyn nieuwe standplaats Helder ver trekt, afscheid t6 nemen. Toen de heer Gratama met zijue echtgenoote was binnengeleid, nam de heer F. J. Terlaak, commissaris van politie, het woord en h(j herdacht in welgekozen bewoordigen de ruim tienjarige werk zaamheden van den scheidenen hoofd inspecteur daar te stedehy schetste hem als eeu man vau groote kennis, wiens vertrek een verlies voor het korps is en hy bood hem ten slotte ais blijk van waardeering namens het geheelo korps eene pendule njet candelnbras als souvenir aan. Hierna verkreeg de hoofdagent van politie. E. Waijenberg hel woord, die den scheidenden chef namens het onder geschikte personeel hartelijk vaarwel toeriep en de hoop uitsprak, dat de heer Gratama zich in Helder even bomind zou maken als in Arnhem. („Arnh. Crt.") De Kaasmarkt ta Alkmaar. Door het besluit der Noordholland- sche kooplieden, geen kaas te koo- pen zoolang de consenten wegblij ven, leverde de Alkmaarsche kaas markt gistermorgen het beeld van eenige maanden geleden. De enkele aangevoerde stapels bleven gedekt. Overal drukke gesprekken, doch geen handel. Onder de landbouwers heerschte ontstemming, wijl onder hen eenigen waren, die connecties met de Duitsehe centrale hadden aangeknoopt zonder er de kaaspro ducenten in te kennen. - Ta Hoorn wordt Woensdag 12 April a.s. voor de eerste maal een wekelyksche algemeene markt van vee en gevogelte gehouden. Da aardbeving van Zondagmiddag. In ons blad van Dinsdag hebben wy een bericht opgenomen van het Kon. Ned. Meteor. instituut te de Bilt, waarin gegevens werden ge vraagd over een zwakke aardbeving die Zondagmiddag tusschen 1 en 2 uur werd geregistreerd. In dit bericht werd gemeld dat de baard op korten afstand was, en dat te Kluudert(N.Br.) een zware ontploffing gehoord werd. Vermoedelijk moet men verband ieken tusschen deze „aardbeving" en de ontploffing van de kruitfabriek „ergens in Kent" - gelijk een En- gelsch bericht melde. In dit bericht toch stond aangegeven dat de ontploffing plaatshad „during the weekend". Dit nu kan zoowel Zaterdag als Zondag zyn. De laatste ontploffing in de fabriek had plaats gen twee uur. Dat klopt dus. Dit maakt het vermoeden aan nemelijk, dat het de ontploffing was, die te de Bildt geregistreerd werd. Het verklaart dah ook dat men, te Klundert de ontploffing heeft gehoord. Een Duitschs deserteur verdronken. Uit Roermond wordt aan de Telegr. gemeld: Woensdagnamiddag is uit de rivier de Maas opgevischt het ïyk van een Duitsch militair, alleèn ge kleed in broek en wollen borstrok. Blijkens papieren, op het lijk gevon den, was de overledene de Landsturm- mann Felix Karl, uit Neunkirsben, Kreis Saargemund. (Lotharingen.) Hy behoorde tot het eerste Landsturm Infanterie Bataillon 4e Compagnie, zur Zeit in Uyckhoven, Provinz Lim burg Belgien. Dit dorp is door de Maas gescheiden vau het Nederlandsche dorp Elsloo. In zijn zak vond men een brief, aan zyn moeder gericht, waarin hy haar mededeelde, dat hy het niet langer kon uithouden en naar Nederland zou deserteeren. Blijkbaar heeft hij getracht de Maas over te zwemmen, om zoo het Nederlandsche gebied te bereiken. Waarschy'niyk heeft h(j geprobeerd zich mee touwen een opgeblazen varkensblaas om zijn hals Ij bevestigen, doch ia de blaas losgeschoten. By aankomst toch was zyn lichaam met koorden, waarin lussen wareu aangebracht,omwikkeld. Donderdagmorgen is het Ifjk, nadat dr. Styna te Roermond, de doodschouw had verricht, te Liune begraven. De op het lyf gevonden brieven, enz., alsmede de koorden om het lyf van den doode, worden op het raadhuis daar ter plaatse" bewaard. op de thuisreis op sieeper mede te nemen Vreemd. We zullen wel geene ophelderingen krijgen vóór de verre vrede haar intocht zal hebben gedaan. De rede van den Rijkskanselier. Over de door den Duitschen Ryks- kanselier gehouden rede in den Duitschen Rijksdag, waarvan wy de twee voornaamste punten de hou ding tenopzichte van het veroverde gebied in Rusland en tegenover Belgis reeds mededeelden, schrijft het „Handelsbl." o.m. Hoe sterk de liefde voor den vrede, die de Duitsehe Rijkskanselier per sooniyk ook gevoelt, in de rede,Woens dag in den Rijksdag gehouden, ook uitkomt, toch meeuen wy uit zyn woorden te moeten opmaken, dat in de houding van Duitschland weinig veranderd is, dat het Duitsehe oor logsdoel hetzelfde is gebleven. Heel duideiyk is dat oorlogsdoel niet, tenzy Duitschland een vrede wil, die doet denken aan de Pax Romana, een vrede, doordat geen land meer in staat is zich tegen Duitschland te verzetten. Is dat de bedoeling, dan is er in wezen eigenlijk bitter weinig verschil tusschen den eisch van Asquith „ver nietiging van Pruisen's militaire macht" en den eisch van Bethmann- Hollwegannexatie van een deel van Rusland,. militaire en economische onvryheid van Belgis, en tegelijk een ..vred6 die duurzaam moet zijn en niet de kiemen van nieuwe oorlogen in zich bevat." Want die eisch zou insluiten de vernietiging van de militaire macht van Engeland, Frankryk en Rusland. Hoeveel er in de rede van de heer Betthmann-Hollweg ook is, dat w|j hier in onzen neutralen staat, waar wij zoo hartelijk naar den vrede ver langen, met instemming hebben ge lezen wy kunnen niet vergeten, dat, by al het zachte in de keus van woorden, de kern van de rede van den rijkskanselier toch even weinig moed geeft op een spoedigen vrede als de uitingen, die steeds van andere zyde wordeD gehoord. Sluit het Duit sehe oorlogsdoel in zich een volstrekte militaire oppermacht van Duitsch land in Europa en een Belgis dat niet in alle opzichten vry is, dan zal dat in ïy'nrechten strijd zyn met de belangen van ons land. Verder verdient in de rede van den Rijkskanselier de aandacht wat over den duikbootenoorlog gezegd wordt: _,Geen nuchter denkend neutraal, of hy ons welgezind is of niet, kan ons het recht betwisten ons te ver dedigen tegen den, tegen de bepalingen van het volkenrecht indruischenden uithongeriDgsoorlog, niemand kan van ons verlangen, dat wy ons de verdedigingswapenen, waarover wy beschikken, uit de hand laten rukken. Wy gebruiken ze en moeten ze ge bruiken. „Wy eerbiedigen de rechtmatige rechten der neutralen op wereldhandel en wereldverkeer, maar wy mogen verwachten, dat de welwillendheid, die wy betoonen, begrepen, ons recht en onze plicht om met alle mid delen wedervergelding te oefenen voor de uithongeringspolitiek onzer vyanden, die zoowel met het volken recht als de elementairste mensche- lljkheid spot, erkend worden. De beteekenis dier woorden is ons Diet goed duideiyk. Wy erkennen het recht van Duitsch land „om met alle middelen weder vergelding te oefenen voor de uit- hongerings-politiek". Toch slechts met alle geoorloofde middelen, met alle middelen, die niet alleen in strijd zyn met onze immers geëerbiedigde „rechtmatige rechten op wereldver keer", maar ook die niet in zich sluiten vernietiging van Nederland sche schepen, gevaar voor Nederland sche menscheu levens. Ons recht iB, dat geen schip ge torpedeerd worde, zoo er niet redelijke zekerheid bestaat, dat het geen Neder- landsch schip is. En te gemakkeiyker moet het Duitschland vallen, dien billijken eisch in te willigen, daar uit de eigen woorden van den Rykskanselier blijkt, dat die „uithongeringpolitiek" geen ander gevolg heeft dan dat Duitsch land „wat het vleescbgebruik en andere levensvoorwoorden betreft, terugkeert tot een t|jd van de jaren tusschen 1870 en 1880", toen het geslacht toch krachtig genoeg was. Da „Medusa lil". Het toch reeds groote aantal raad seis, ons door den oorlog ter oplossing gegeven, is weer meteen vermeerderd. Volgens het bericht van de beman ning van een IJmuider stoomtrawler werd het vaartuig geheel verlaten voor anker liggend, aangetroffen. Het verlaten van het schip schijnt nogal overhaast gegaan te zijn, daar men zelfs de scheepspapieren had vergeten mede te nemen (zie desbetreffend bericht, le pag. le blad vau ditnr.). We vinden iets onbegrijpeiyks in dit bericht. Hoe nu De zoo uitmun tend gedisciplineerde Engelsche ma rine zou zoo licht een volwaardige gevechtseenheid opgeven En zouden niet alle mogelijke middelen beproefd zyn, om het beschadigde schip binnen te brengen Een marine, die door een geeat bezield is, die bv. een com mandant van een voor de Dardanellen door een myn getroffen slagschip, onmiddellijk order doet geven, de waterdichte deuren van het voorschip te sluiten, hoewel hy weet dat daar door ongeveer 28 opvarenden een vreeseiyken dood beschoren is 1 De „Medusa" zou dug door de be manning verlaten zyn, tarwyi het schip nog dagen daarna is blyven drijvenNiet eens zouden zekerheids halve maatregelen getroffen zijn, dat het schip zeer zeker na het verlaten zou zinken? En zelfs de scheepspa pieren, die „volgens enkele aandui dingen Tan groote waarde moesten zijn", zouden achtergelaten zyn? En wie heuft het schip voor anker gelegd? Toch niet een Duitsehe onderzeeër op de uitreis, om de buit Het Woningvraagstuk. Een van de brandende vraagstukken van onzen tijd is het in bovenstaand opschrift vermelde. De noodzakeiy kheid voor den mensch, om zich tegen klimaats- en andere invloeden te beveiligen schiep zyn woonBteê en die woonsteê wyzigde zich naar de ontwikkeling die don mensch en zyn maatschappy door maakte. Was verschillend en is nog steeds verschillend al naar mate de velerlei bevolkingsgroepen zich van elkander onderscheiden in geografl- schen, politieken, economischen of godsdienstigen zin. De oudste mensch zal zyn geweest een hol- of grotbewoner, zelfs is het uiet ondenkbaar, dat in den vroegsten tyd den mensch zyne zetel had op een of andere tak eens booms. Heel veel weten wij daar niet van en kan hier gevoegelijk ter zyde blyven, in dien wij vaststellen, dat de woning vrijwel aangeeft het ontwikkelings peil waarop een volk staathet aan meer ervareren overlatende, uit elk woningtype dat peil te onderkennen. Het ontstaan en de ontwikkeling der steden en zelfs nog vroeger bet stichten van vaste nederzettin gen b.v. van vroegere veehoeders- volkeren die den mensch dus meer aan bepaalde stukken grond bonden, bracht in de wijze van bewoning groote verandering. Immers, zoolang die menschen trokken, werd aan hun tydeiyke woning al zeer weinig zorg besteed. Die zorg ontstond, toen men er langen tijd achtereen gebruik van ging maken. Kunnen wy dus onderstellen, dat de primitiefste woningen tevens tijde lijke woonplaatsen vormden, in de zoo juist geschetste phase der men- scheiyke geschiedenis ontitonden de meer vaste verblijfplaatsen. Wat voor de beoordeeling van het vraagstuk thana echter van belang ia, is wel dit, dat die woningen in den regel aan den bewoner in eigen dom zullen hebben toebehoord. By het afwezig zyn van bepaalde am bachten bouwde ieder zyn eigen woning en als zoodanig bleef het persooniyk eigendom, De zoo ontstane landbouwende vol keren, die voor het vee de gemeen- schappeiyk© weide hadden en onder wie de te bebouwen grond periodiek verdeeld werd toegewezen, zullen dus ook eigenaars zyn geweest van hunne woningen, welke op die grond stonden. Eigenaar, zooals zy waren van de gereedschappen, om den grond te bewerken. De woning, waaraan uiteraard in die dagen niet zulke hoog© eischen werden gesteld, was dus niet meer dan een hulpmiddel, zoo als we toch ook thans nog, on» vee een stal ter bewoning geven. De bewerking van den grond eiachte toch in dien tyd met zijn primitieve hulpmiddelen zeer zwaren arbeid èn voor wat er van den tyd overbleef, om rust te nemen, bood de woning voldoende gelegenheid. De grond, de aandachtige lezer zai het reeds hebben begrepen, had dan ook alleen waarde als vracht voort brenger en het kleine stukje voor de woning bestemd, had als zoodanig weinig waarde. Men zou in die dagen denkelyk raar hebben staan t« k|jken, ala daar aan bouwterreinen waarde werd toe gekend, zooals in onzen tyd. Door de wyze, waarop de vroegste menschen in hun levensonderhoud voorzagen, was de opeenhooping van volk vanzelf uitgesloten. Voorschriften omtrentjruimte, licht en lucht waren dan ook toen on- noodig en zijn pas noodzakeiyk ge worden bij een wyze van bebouwing, zoo als wy die nu kennen. De ontwikkeling schreed echter verder en zoo vinden wy in den tyd der ïyfeigenscbap weer geheel andere toestanden, waarby de woning van de afba'nkelyke (hoorigen) evenals trouwens de grond die dezen t© be werken kreeg, aan den heer behoorde.* Men lette er op,- dat van het huren van woningen toen echter geen sprake was. Toen door de kruistochten en de langzamerhand ontstane dorpen ©n steden het aantal „onvryen" afnam, tevens onder allerlei invloeden meer neer vrije menschen in die steden zich'vestigden, zal dit wederom zyn geweest in eigen woningen. Van een huursysteem, zooals nu, was ook toen nog geen sprake. De betrekkeiyke kleine stukken gronds, noodig voor huizenbouw, de nog maar net begonnen warenhandel en de overwegende invloed van de grond als bouwland en tot gebruik van veeteelt bestemd, welke gronden zelfs door de grootere behoefte nog werden uitgebreid door het droogmaken van plassen en omkappen van wouden waarvan vooral de kloosters in de 11e eeuw veel werk maakte; dit alles maakte dat de grondwaarde voor huizenbouw zóó gering was, dat de gedachte aan exploitatie op dit punt niet eens naar boven kwam. De kleine handwerksman, zooals die zich later in de ambachtsgilden had vereenigd en die voor het groot ste deel onze steden in de middel eeuwen bevolkte, was, kunnen wy zeggen, eigenaar van z|Joe woning. Dit waren de Moesters. Hoe het precies met de Gezel len was; zy dus, die ook toen reeds tegen loon b|j anderen arbeidden, wel als regel woonden zy, zoo niet by hunne ouders, dan toch b|j hunne meesters in. Waren bestemd, die in hun bedrijf op te volgen en trouw den zeer dikwijls met de dochters hunner meesters, als die er waren. By het kleinbedrijf was het hou den van twee gezellen al een heel ding, en was trouwens het toege stane maximumde meeaten hielden er vaak niet meer dan één. We zullen ons nu verder vooral met deze groepen moeten ophouden, daar op het platte land, zelfs in ODze dagen nog, het hebben van eigen woningen vry algemeen is. Iets dat zeer natuurlyk is tevens, omdat daar de grond zijn waarde ontleent aan hetgeen hy voortbrengt. Het verhuren van huizen als be dryf moet ontstaan zyn gelyk met het afbankeiyk worden van groote groepen Diet-bezltters. By de eerste fabriekmatige pro ductie (de manufactuur) zal dit z|jn voortgezet eD het heeft in het volle kapitalistische tijdperk, waarin wy leven, zyn hoogtepunt bereikt, waarna het, zooals wij later zullen zien, we der noodzakelijk afneemt. Zelfs in de middeleeuwen is be kend, dat er naast de toestanden, boven geschetst, in sommige plaat sen reeds industrie en handel was, die er andere werkkrachten op na hielden dan de gezel, bestemd om meester te worden. De lakenindustrie, om er een te noemen, te Leiden, kende ook toen reeds de kapitalistische ondernemer, die in zyn dienst h&d loonarbeiders zonder meer. En het is wel typisch dat juist daar ook bekend is, dat zoo nu en dan werkstakingen plaats hadden. Deze proletariërs zullen niet in eigen woningen hebben gewoond, ook niet, toen zij gehuwd waren en bestemd, om proletariör te blijven. Werkstaking was in die dagen verboden en dus strafbaar. Wandaar dat de stakers altijd naar andere plaatsen trokken en daar de bui afwachtten. Dit wyst er op, dat z|j geen eigen woningen zullen hebben gehad. Meer voor de hand ligt 't, te mee- nen, dat de fabrikanten uit dit vóór- i kapitalistische t|jdperk zelf, of mis schien de gemeente voor woniDgen van dat soort arbeiders zorgden. Maar een bedrijf wss dat voor hen zeker niet. Het verhuren van buizen, werd pas een bedryf, toon onder den invloed van het moderne kapitalisme do steden zich in korten tyd ontzaggelyk uitbreidden, door groote stroomen arbeiders binnen hunno muren te trekken, die natuurlyk moesten wo nen. Tegeiyk werden do steden verzamel punten van menschen, die daar niet alleen voor hun bedryf, maar ook voor hun genoegen gingen wonen. En zoo kreeg daar den grond pas waarde en outzaggoiyke waarde niet door hetgeen hij opbracht, maar door zyne ligging. Zelfs gaat de koopprys, die van goed bouwland dikwyis verre te boven. De groote vraag maakte dus het verstrekken van woningen aan ande ren tegen een zekere huur tot een looneud en in 't begin, toen ongeli miteerd maar kon worden reak- gebouwd, tot een zeer winstgevend bedryf. Het kapitalisme, dat de kleine handwerksman tol proletariër maak te, groote groepen menschen ontei gende en een eventueel nageslacht als onterfden geboren liet worden, nam in die onteigening van ieder bezit natuurlyk ook de eigen woning op. Zoo is, zeer beknopt gezegd, inet. allerlei nuances ontstaan het stolsel van nu, waarby het grootste deel dor menschen woningen van anderen huurt. In een volgend artikel hopen wy dit stelsel nader te bezien. M. Ook tbua li dit nog het gewone vertcbjn- a«l b.T. T»n kolo&ilten, die op tnugdeluk terrein komen Do grondon dor i.g.n. marke. TWEEDE KAMER. Zitting van Donderdag 6 April. De algemeene beschouwingen over de ouderdomswet worden voortgezet. De heer Aalberse (r.-k.) verklaart niet met het wetsontwerp te kunnen meegaan. Politieke overwegingen zijn hiervan niet de reden. Echter staat spr. principieel tegenover Staatspen sioen. Door het ontwerp zal de Invalidi teitsverzekering voor de arbeiders slechter worden en bovendien had spr. verwacht, dat de linkerzijde uit piëteit jegens de minderheid in deze omstandigheden een voorstel had gedaan als de heer Lobman heeft ingediend. Iedereen is overtuigd, dat het ontwerp nooit in het Staatsblad zal verschijnen, maar men wil blijk baar een verkiezingsbelofte inlossen. De Kamer heeft echter recht op juiste mededeeliDg van de regeoring op welke wijze zy de kosten van dit ontwerp denkt te vinden. Deze ouderdomswet is inderdaad armenzorg, maar van de slechtste soort. Dat het armenzorg is, heeft, dé linkerzyde, totdeü tyd harer bekeering tot het staatspensioen, steeds tot de soc. dem. gezegd. Deze laatsten heb ben het eveneens erkend, gelyk Jaui es in 1910 en de Duitsehe sociaal demo crateo. Tusschen verzekering en onderstand ligt een afgrond. De ver zekerde eischt en ontvangt niet alleen een stoffelijke ondersteuning) maar ook een ondersteuning van zedelijke waarde. Spr. noemt verder dit ontwerp uit eeu oogpunt van armenzorg, princi pieel slecht, practisch ondeugdelyk en Juridisch verkeerd. Hier haalt rr.en het geld uit de zakken der belasting betalers om het te storten in de zak ken van andere burgers. Spr.'gaat dan na aan welkeeischen een goede armenzorg moet voldoen. Vooreerst moet zy armoede voorkomen maar dit ontwerp geeft alleen aal moezen. Ten tweede dient zy verleend op grond van tegenpraestatle. Alles wat daarop gelijkt is uit dit ontwerp ver dwenen. Ten derde dient zy zooveel mogeiyk te individualiseer en enrekenitgie houlon met alle omstandigheden. Daarvan komt in dit wetsontwerp niets terecht. Ieder die behoeftig ie krijgt f2.-. Ten vierde dient zoo weinig moge lijk ondersteund in geld. G'-eft men onderstand, dan geschiede dit zooveel mogeiyk ln naturalia. Ook daarvan in dit ontwerp geen sprake. Er moeten ten viifdo waarborgen zyn voor deugdeiyke controle op 't. gebruik van het geschoukcuti. Daar van is in dit ontwerp ook niets te vinden. Op deze gronden noemt spr. dit ontwerp praktisch ondeugdelijk. Het ontwerp voert voor het onder deel van de invaliditeitsverzekering de betaling der premie door den Staat, in, waarvan de groote prlncipieele, moreele en politieke nadeelen door den heer Treub zelf werden aan getoond. Men heeft zich voor dit systeem ook beroepen op den volkswil. Die volkswil zou gebleken zlin uit de ver kiezingen. Spr. laat dit daar, maar is van meening dat de regeering tegen een slechteh volkswil moet iDgaan. De Staat heeft het recht van den arbeider op een rechtvaardig loon te handhaven en te boschermenmaar dit recht handhaaft noch beschermt de Staat door den ar bolder op 70- jarigen leeftyd af te schepon mot een aalmoes van f 2. Spr. vertrouwt, dat de leden der Staten-Generaal don zedeiyken moed zullen hebben „neen" te zeggen tegenover dit ontwerp. De heer Brummelkamp(a.-r.) noemt het ontwerp oen miskenning van den arbeid, en zegt dat het een stopzetten van de verbeteringen van sociale misstanden, een parodie op de Christeiyke barmhartigheid is. Wil men den ouden arbeiders geven, scheep ze dan niet af met twee gulden. De heer van V1 i e t (a.-r.) betoogd dat het kabinet, dat als extra-parle mentair Is opgetreden, zich door dit wetsontwerp aan de z|jde der concen tratie en der soc. democraten schaart.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1916 | | pagina 5