COURANT
Tweede blad.
No. 460S
ZATERDAG 8 APRIL 1916
44* JAARGANG
LIJST van Ingekoman en vertrokken personen.
J. 8. P. Borfaaa,
J. Brac*.
J. ton Hooto,
J. Spoota,
H. Lenstra,
W. J. Tan Leeuwen
R. Brulnsma,
G. L. Rauwa,
J. H. Stolk,
A. J. VooTorluo,
F. L. T. Bakola,
E. J. Mink,
F. Kappa),
H. R. Stoop,
J. Visser,
J. Bosma,
J. HUlegeliekkeu,
a. Honalng,
A. Woudstra,
J. ran Rlal,
K. da Jong.
Wod.W, C. F.Suhren,
J.Schuddeboom,
R. Boon,
F. Wohrmann,
P. H. Wallis,
korpj.-stoker,
korpl.-atokar,
aergt. machUedr.,
korpl.-kons label,
lottorzettar.
RISOHEK.
Woonplaats
Spmiatiaat 6,
Loulaesteeg 6,
Wllhelminaitraat S8,
Klaas Doitstraat li,
Kroonstraat 14,
besteller,
korpl.-hofmeeetar,
korpl.-machiziedr.,
gepensioneerd,
bediende,
meubelmaker,
opper-schlpper,
arbeider,
korpl.-machinedr.,
marinier,
lult. ter zee le ki.,
zeeajouwer,
stoker.
ben. ad.com. d. looia.
amld,
kwartiermeester.
zonder,
banketbakker,
administrateur,
marlnior,
oorgt konstabel,
Dijkweg l
Wagenstr;
Wagenstraat 28 b,
Scbagenstraat 28,
Tlamlngatraat 88,
Wllbelminastraat 21,
L. van Berkstraat 2,
Strooweg 11,
Keizerstraat 72,
Koningstraat 84,
Weezenstraat 01,
Jullanadorp,
Kerkgracbt 2,
Dijkweg 89,
Molengracbt 6,
Zwaanatraat 6,
Jan ln 't Teltstr. 118,
y. d. Hamstraat 6,
Kerkgracht 02,
Molenstraat 62,
Kaar
Amsterdam.
Idem.
Idem.
Idem.
HilTeraum.
Scbotsn.
Pranekerndeel
's Hnge.
Vlis8lngen.
YllBSingen.
2ES,
westgracht 66,
Polderweg 61,
Kroonstraat 80,
Molenstraat Se,
Amsterdam.
Monntckendam.
ZUpe.
Amsterdam.
Idem.
Idem.
Nieuw Helvoet.
Lelden.
Maassluis.
Amsterdam.
Nieuw Helvoot,
Alkmaar.
Hnarlem.
Amersfoort.
Rotterdam.
Haarlem.
Oud Qeref.
N. H.
R. 0,
DE OORLOG.
De algemeens toestand.
Betreffende de jongste gevechten
bü Verdun is er slechts één punt
waarin de wederzijdsche communi-
qué's het eena zijn, Haucourt is door
de Duitschers genomen. Dit is ge
schied in den namiddag van den
vijfden April (Woensdag), zooals de
Duitschers meldeD, of in den nacht
tusschen den vijfden en den zesden
April, zooals de Fransehen berichten,
een chronologisch verschil van weinig
beteokenis.
De Franqchen melden, dat zij van
de schans van Avocourt uit, die zij
onlaDgs hebben heroverd, krachtige
aanvallen hebben gedaan, ten einde
deze stelling te verbinden met een
andere stelling, die aan den Noord
oostkant van het dorp is gelegen, en
dat deze operatie ten volle gelukte.
Deze mededeeling vindt men reeds
in het Fransche bericht van Donder
dagmiddag; in het Duitsehe bericht
van Donderdag zoekt men tevergeefs
naar iets, wat op deze gevechten
slaan kan.
In een later officieel bericht mel
den de Franschen nog een succes
t.en Zuiden van het fort Douaumont,
waar zij over een breedte van 500
meter en tot een diepte van 200
meter in de Duitscho loopgraven
vooruitdrongen. t1)
Dus, volgens de Fransche officieele
berichten, twee voordeelen voor de
Franschen, en één voor de Duitschers.
Wat is nu grooter Het voordeel
door do Duitschers met de verove
ring van Haucourt verkregen, of dat
van de Franschen met hun tegen
aanvallen bij Avocourt en Douau
mont?
Op die vraag is het zeer moeilijk
•en antwoord te geven.
Het is voor de Franschen onge
twijfeld van gewicht, dat zij in de
streek van Douaumont en Vaux al
lengs een aanmerkelijk stuk van hét
terrein hebben herwonnen, dat de
Duitschers daar met hun jongste
aanvallen hadden gewonnen, want
een verderen vooruitgang van de
Duitschers in de vallei tusschen de
heuvels, waarop onderscheidenlijk de
forten Douaumont en Vaux liggen,
zou ten slotte voor de verdediging
van Verdun noodlottig hebben kun
nen worden. Dat hier nu de Duit
schers, in stede van verder door te
dringen, weer hebben moeten wij
ken, is dus voor de Franschen een
heugelijk verschijnsel.
Evenzeer is dat het geval met den
vooruitgang, die zij bij Avocourt
hebben weten te maken, waardoor
de ilankdekking van de Noordelijker
gelegen Fransche stellingen aan de
Forgesbeeb moet zijn versterkt, al
is uit het Fransche bericht niet vol
komen duidelijk, hoever de vooruit
gang der Franschen zich uitstrekt.
Bedenkelijk is echter voor de
Franschen, dat 'nu toch Haucourt,
het iinksche steunpunt van de stel
ling aan 3e Forges, waarop de Fran
schen waren geweken, is gevallen.
(Deze stelling schijnt voor het overige
te worden beschermd door redoutes
op den Noordelijken oevér van het
riviertje.) Want hiermee is op den
Westelijken oever van de Maas weer
een stukje van de Fransche verde
digingsmuur afgebrokkeld.
(„N. Rott. Ct.")
1) In bel Daitacbe bericht Tan den 7en
wordt echter tegengesproken dat de Franichen
btj ATOcourt of ten O. Tnn de Mate «enig
voordeel zouden hebbem behaald.
Van het Westelijk front.
Parijs, 6 April. Communiqué. De
Duitschers beschoten hardnekkig de
i saillant van Bethincourt en de Poivre-
heuvel. Dat voorspelde een aanval,
maar ons gordljnv.uur belette den vij
and zich te ontplooien. Een handge
meen ten zuidwesten van het fort
Douaumont 3telde ons in staat over
een front van 500 meter de vijande
lijke loopgraven tot een afstand van
200 meter te naderen.
In Lotharingen en Woövre artille
rieactiviteit.
Gedurende Maart waren de Fran
sche vliegers zeer actief. Zy schoten
81 Duitsehe toestellen neer, van welke
er negen terecht kwamen in odzo
linies, vier andere werden door af-
weerkanonvuur neergeschoten. De
Franschen verloren dertien toestellen,
van welk twaalf binnen de Duitsehe
linien.
Berlijn, 7 April. Door een zorg
vuldig voorbereiden aanval hebben
onze troepen na een hardnekkigen
strijd zich in het bezit gesteld van
Engelsche, thans door Canadeesche
troepen bezette trechterstellingen ten
Z. van St.' Eloi.
Herhaalde pogingen van den vijand
om onze boschstellingen ten N.O. van
Avocourt aan te vallen, kwamen niet
verder dan een begin van aanval of
vergeefsche gedeeltelijke voorwaart-
sche bewegingen.
Ook ten O. van de Maas konden
de Franschen hun aanvallen in de
buurt van de vast in onze handen
zijnde verdedigingswerken in het
Caillettebosch niet doorzetten.
De strijd om Verdun.
Parijs, 7 April. De gevechten wer
den in den avond van 5 April en
dien nacht met verbittering hervat.
Op den linker Maasoever deed de
vijand na een uiterst heftige beschie
ting met een divisie een aanval op
de twee saillanten, welke onze linie
in het Avocourt-bosch en voor Béthin-
court vormt. Béthincourt, dat 't verst
vooruitgeschoven punt is, woidt sterk
bedreigd. Niettemin beletten wij
's vljands pogingen om zich meester
ervan te maken. Het schijnt, dat de
Fransche generale staf, in tegenstel
ling met hetgeen eerst geschiedde,
thans tracht de saillanten vast te
houden en alle mogelijke tactische
voordeelen er uit te halen om den
vijand zooveel mogelijk verliezen toe
te brengen. Tegelijk met den aanval
op Bétbincourt vielen de Duitschers
met verbittering aan op het kleine
dorp Haucourt. Onder bescherming
van den nacht en na herhaaldelijk
échec te hebben geleden en met aan
zienlijke verliezen slaagden zij erin
vasten voet te krijgen in Haucourt,
dat wij onder vuur houden. Na een
korte artilleristische voorbereiding
deden wij een aanval vanuit het re-
duit van Avocourt, welke volkomen
slaagde. In dezen sector zet de vijand
zijn pogingen 'voort om te trachten
geleidelijk den „Mort Hom me" te
naderen over Béthincourt en hoogte
304 over Haucourt; Deze voornaamste
punten van onze eerste linie van
weerstand zijn aangeleund op onze
stellingen in de tweede linie, welke
de Duitschers heftig bombardoeren
en die nog sterker is dan de eerste,
welke aan den opmarqch van den
vijand een reeks bijna onoverkome
lijke hinderpalen in den weg stelt.
De Duitschers, die onmachtig, zijn
ten Westen van de Maas, zijn ten
Oosten van de rivier al niet gelukki
ger. Tot twee maal toe deden zij een
stormaanval öp het Caillette-bosch en
slaagden alleen erin zich te laten
vernietigen.
Ten Zuidwesten van het front
Douaumont slaagde de Fransche in
fanterie erin, in gevechten met hand
granaten en met de bajonet iD de
loopgraven van de vijandelijke werken
te dringen over een front van 500 M.
breedte en 200 M. diepte.
De vyand scheen na 't échec by
het dorp Vaux weer tot den aanval
te willen overgaan by den Poivre
hoogte, maar werd hierin verhinderd
door ons spervuur. Niettegenstaande
het aantal en de verbittering van
zijn aanvallen heeft de vyaod ook
heden nog geen enkel voordeel be
haald, terwijl wij terrein wonnen
aan beide zijden van de Maas.
Op de Noordzee.
Maandag werd uit Aalesund aan
Tidens Tegn, van Kristianis, gemeld
Van Engelands bedrijvigheid op de
Noordzee krijgt men dezer dagen een
overweldigenden indruk. Schepen,
die hier uit Spanje zijn aangekomen,
hebben onderweg sterke smaldeoler»
ontmoet. Zoo zag men een eskader
van bij de zestig schepen met volle
stoom zuidwaarts stevenen. Een ander
schip ontmoette omtrent denzelfden
tijd onder de Noorsche kust
een eskader van zeventien schepen,
koersende naar het Noorden. Sedert
de eerste dagen van den oorlog zijn
er nooit zooveel oorlogsschepen onder
de Noorsche kust geweest als nu.
Het Kanaal afgesloten.
Volgens een bericht uit. Christiania
bevat „Tidens Tégn" de mededeeling
De bemanning van het Noorweegsche
stoomschip „Nidelven", die te Borgen
aankwam, berichtte dat het Kanaal
bij Dover thans geheel door de Engel-
schen voor de scheepvaart ia versperd,
en dat slechts op enkele uren per
dag schepen door het Kanaal mogen
gaan. De „Nidelven" had drie uren,
met dertig andere schepen van ver
schillende nationaliteit, moeten wach
ten voordat het schip doorgelaten
werd.
In de Zwarte Zee.
St. Petersburg,. 6 April. Onze duik-
booten hebben bij den Bosporus een
stoomschip, dat door een torpedoboot
van het type Milet begeleid werd, en
elf zeilschepen met kolen vernield.
Een van onze linieschepen heeft
op grooten afstand den kruiser Brea-
lau" beschoten, die snel de wijk nam.
Fellx Dlaz in Meilco geland.
Washington, 5 April. Volgens by
het departement van buitenlandsche
zaken ingekomen berichten is Felix
Diaz met een zeer sterke revoluti-
oimair expeditie-leg«r in zuidelijk
Mexico geland.
PLAATSELIJK NIEUWS.
Reisplan „Noordbrabant".
Het reisplan van Hr. Ms. „Noord
brabant", die 12 dezer naar Neder-
landsch Indie vertrekt, zal eenige
wijziging ondergaan, in verband met
het voornemen, dezen bodem de reis
om Schotland te laten maken.
In plaats van St. Vincent (Kaap
Verdische' eilanden) zal La3 Palmas
(Canarische eilanden) worden aange
daan, en het verblijf in Oost-Indie zal
wellicht eenige dagen langer duren
dan aanvankelijk was vastgesteld.
Haring.
De aanvoer van haring was Don
derdag meer, Vrijdag en Zaterdag
echter heel wat minder dan de voor
afgaande dagen, nl, 260, 140 en 80
tal. De prijzen liepen daardoor weer
op tot f6.— h 8.50 per tal.
Aanbesteding.
Aan het Departement van Marine
werd gisteren aanbesteed het maken
van zandaanplemping met steen-
glooiing aan den Leidam te Helder.
Laagste inschrijver L. Volker Azn.
te Slièd'reèht voor f145,000. Ingeko
men waren 9 biljetten. De hoogste
inschrijving was f432,000.
BINNENLAND.
De Palembang;
varklaring van de Duitsehe regeering.
(Officieeel.) Het ministerie van bui
tenlandsche zaken maakt bekend, dat
de Duitsehe regeering aan de Neder-
landsche het volgeude heeft medege
deeld nopens den uitslag van het dooi
de Duitsehe overheden ingestelde on
derzoek in verband met den onder
gang vao het stoomschip Palembang
„Thans z(jn de berichten van alle
ook maar eenigszins in aanmerking
komende Duitsehe oorlogsvaartuigen
ingekomen.
Volgens deze berichten heeft geen
hunner de Paiembang aangevallen.
Op het oogenblik, dat het ongeval
der Palembang plaats vond, is geen
enkel tot de Duitsehe oorlogsvloot
behoorend vaartuig zelfs maar inde
nabijheid van de plaats des onheils
geweest. De mogelijkheid van een
onopzettelijk treffen van het Neder-
landsche stoomschip door een op een
v|jandelyk oorlogsvaartuig gemunt
torpedoschot moet daarom eveneens
als volkomen uitgesloten worden be
schouwd."
Onzs stoomvaartmaatschappijen
en de regeering.
Naar „De Telegraaf" verneemt,
hebben de stoomvaartmaatschappijen,
die de maildiensten waarnemen, zich
tot de regeering gewend met het
verzoek een deel der molest-risico
over te nemen. De billijkheid van
dit verzoek wordt gegrond op het
feit, dat het overbrengen der mails
de maatschappijen tot varen ver
plicht. Waar het een groot Neder-
landsch belang is, dat de mails ge
regeld worden overgebracht, acht
men het billijk, dat de regee-
riDg evenals dat in Engeland ge
schiedt bij de vergrooting van de
gevaren ook een deel der risico over
neemt.
Op dit verzoek is tot nu toe geen
antwoord ingekomen. D» dienst zai
eerst hervat worden, nadat een ant
woord ingekomen is.
Dit bericht is in zoover juist, dat
het verzoek is, alleen voor de mail
schepen een deel der molest-risico
over te nemen.
De „Tubantla."
De Wodan, die thans van regeerings-
wege het duikonderzoek inzake de
„Tubantia" verricht, maar deze week
wegens ongunstig weder moest terug-
keeren, is Donderdagavond opnieuw
vertrokken om het onderzoek voort
te zetten.
Da „Prinses Jullana".
Da mailboot „Prinses Juliana" van
de „Zeeland", welke I Februari op
een mijn is geloopen en later by
Felixtowo op een baDk is gezet, is
door den storm der vorige week ge
broken en thans, evenals het zuster
schip „Mecklenburg", verloren.
Da „Eamdijk" en da „Rijndijk".
HetNederlandsch stoomschip „Eern-
ayk", op weg van Baltimore naar
Rotterdam, passeerde in beschadigden
toestand Wight. Het schip wordt
door sleepbooteD naar een haven ge-
sle&pt. De gebeele bemanning is on
gedeerd.
Het stoomschip „Ryndyk" bevindt
zich in beschadigden toestand bij de
Scilly-eilanden.
Beide schepen behooren van den
stoomvaartmaafcschappy van Solle-
veld, van der Meer en van Hattum.
Lichting 1917.
"Ingediend is een wetsontwerp hou
dende bijzondere maatregelen met be
trekking tot de lichting 1917.
Ter toelichting zege de rege6ring,
dat de heerschendu buitengewone
omstandigheden het h. i. noodig ma
ken, dat voor de lichting 1917, even
als is geschied voor de lichtingen
1915 en 1916 de gelegenheid wordt ge
opend om zoo noodig vroegtydig tot
inlijving te kunnen overgaan.
Eenige vrijheid van beweging
voor militairen.
Naar het „Hdbl." verneemt is
gisteren de order afgekomen, dat
militairen in de stelliDg Amsterdam
zich na 5 uur des middags van hun
standplaatsen mogen verwijderen,
wanneer daarvoor geen vervoer per
trein noodig is.
Des Zondags zal ditzelfde reeds
na 12 uur worden toegestaan.
Hollandsehe Spoor.
Met ingang van Zaterdag 8 April
1916 wordt de treindienst op het
baan vak ZaandamPurmerend weder
in zyn geheel hervat.
Afscheid van den heer Qratama.
Dinsdagvoormiddag had ten politie-
bureele te Arnhem eene plechtigheid
plaatBhet personeel was in een der
zalen te zamen gekomen om van den
heer C. W. Gratama, den afgetreden
.loofdinspecteur, die eerstdaags naar
zyn nieuwe standplaats Helder ver
trekt, afscheid t6 nemen. Toen de
heer Gratama met zijue echtgenoote
was binnengeleid, nam de heer F. J.
Terlaak, commissaris van politie, het
woord en h(j herdacht in welgekozen
bewoordigen de ruim tienjarige werk
zaamheden van den scheidenen hoofd
inspecteur daar te stedehy schetste
hem als eeu man vau groote kennis,
wiens vertrek een verlies voor het
korps is en hy bood hem ten slotte
ais blijk van waardeering namens
het geheelo korps eene pendule njet
candelnbras als souvenir aan. Hierna
verkreeg de hoofdagent van politie.
E. Waijenberg hel woord, die den
scheidenden chef namens het onder
geschikte personeel hartelijk vaarwel
toeriep en de hoop uitsprak, dat de
heer Gratama zich in Helder even
bomind zou maken als in Arnhem.
(„Arnh. Crt.")
De Kaasmarkt ta Alkmaar.
Door het besluit der Noordholland-
sche kooplieden, geen kaas te koo-
pen zoolang de consenten wegblij
ven, leverde de Alkmaarsche kaas
markt gistermorgen het beeld van
eenige maanden geleden. De enkele
aangevoerde stapels bleven gedekt.
Overal drukke gesprekken, doch
geen handel. Onder de landbouwers
heerschte ontstemming, wijl onder
hen eenigen waren, die connecties
met de Duitsehe centrale hadden
aangeknoopt zonder er de kaaspro
ducenten in te kennen.
- Ta Hoorn wordt Woensdag 12
April a.s. voor de eerste maal een
wekelyksche algemeene markt van
vee en gevogelte gehouden.
Da aardbeving van Zondagmiddag.
In ons blad van Dinsdag hebben
wy een bericht opgenomen van het
Kon. Ned. Meteor. instituut te de
Bilt, waarin gegevens werden ge
vraagd over een zwakke aardbeving
die Zondagmiddag tusschen 1 en 2
uur werd geregistreerd. In dit bericht
werd gemeld dat de baard op korten
afstand was, en dat te Kluudert(N.Br.)
een zware ontploffing gehoord werd.
Vermoedelijk moet men verband
ieken tusschen deze „aardbeving" en
de ontploffing van de kruitfabriek
„ergens in Kent" - gelijk een En-
gelsch bericht melde.
In dit bericht toch stond aangegeven
dat de ontploffing plaatshad „during
the weekend". Dit nu kan zoowel
Zaterdag als Zondag zyn. De laatste
ontploffing in de fabriek had plaats
gen twee uur. Dat klopt dus.
Dit maakt het vermoeden aan
nemelijk, dat het de ontploffing was,
die te de Bildt geregistreerd werd.
Het verklaart dah ook dat men, te
Klundert de ontploffing heeft gehoord.
Een Duitschs deserteur verdronken.
Uit Roermond wordt aan de Telegr.
gemeld: Woensdagnamiddag is uit
de rivier de Maas opgevischt het ïyk
van een Duitsch militair, alleèn ge
kleed in broek en wollen borstrok.
Blijkens papieren, op het lijk gevon
den, was de overledene de Landsturm-
mann Felix Karl, uit Neunkirsben,
Kreis Saargemund. (Lotharingen.) Hy
behoorde tot het eerste Landsturm
Infanterie Bataillon 4e Compagnie,
zur Zeit in Uyckhoven, Provinz Lim
burg Belgien. Dit dorp is door de Maas
gescheiden vau het Nederlandsche
dorp Elsloo. In zijn zak vond men
een brief, aan zyn moeder gericht,
waarin hy haar mededeelde, dat hy
het niet langer kon uithouden en naar
Nederland zou deserteeren. Blijkbaar
heeft hij getracht de Maas over te
zwemmen, om zoo het Nederlandsche
gebied te bereiken. Waarschy'niyk
heeft h(j geprobeerd zich mee touwen
een opgeblazen varkensblaas om zijn
hals Ij bevestigen, doch ia de blaas
losgeschoten. By aankomst toch was
zyn lichaam met koorden, waarin
lussen wareu aangebracht,omwikkeld.
Donderdagmorgen is het Ifjk, nadat
dr. Styna te Roermond, de doodschouw
had verricht, te Liune begraven. De
op het lyf gevonden brieven, enz.,
alsmede de koorden om het lyf van
den doode, worden op het raadhuis
daar ter plaatse" bewaard.
op de thuisreis op sieeper mede te
nemen
Vreemd. We zullen wel geene
ophelderingen krijgen vóór de verre
vrede haar intocht zal hebben gedaan.
De rede van den Rijkskanselier.
Over de door den Duitschen Ryks-
kanselier gehouden rede in den
Duitschen Rijksdag, waarvan wy de
twee voornaamste punten de hou
ding tenopzichte van het veroverde
gebied in Rusland en tegenover
Belgis reeds mededeelden, schrijft
het „Handelsbl." o.m.
Hoe sterk de liefde voor den vrede,
die de Duitsehe Rijkskanselier per
sooniyk ook gevoelt, in de rede,Woens
dag in den Rijksdag gehouden, ook
uitkomt, toch meeuen wy uit zyn
woorden te moeten opmaken, dat in
de houding van Duitschland weinig
veranderd is, dat het Duitsehe oor
logsdoel hetzelfde is gebleven. Heel
duideiyk is dat oorlogsdoel niet, tenzy
Duitschland een vrede wil, die doet
denken aan de Pax Romana, een vrede,
doordat geen land meer in staat is
zich tegen Duitschland te verzetten.
Is dat de bedoeling, dan is er in
wezen eigenlijk bitter weinig verschil
tusschen den eisch van Asquith „ver
nietiging van Pruisen's militaire
macht" en den eisch van Bethmann-
Hollwegannexatie van een deel van
Rusland,. militaire en economische
onvryheid van Belgis, en tegelijk een
..vred6 die duurzaam moet zijn en
niet de kiemen van nieuwe oorlogen
in zich bevat."
Want die eisch zou insluiten de
vernietiging van de militaire macht
van Engeland, Frankryk en Rusland.
Hoeveel er in de rede van de heer
Betthmann-Hollweg ook is, dat w|j
hier in onzen neutralen staat, waar
wij zoo hartelijk naar den vrede ver
langen, met instemming hebben ge
lezen wy kunnen niet vergeten, dat,
by al het zachte in de keus van
woorden, de kern van de rede van
den rijkskanselier toch even weinig
moed geeft op een spoedigen vrede
als de uitingen, die steeds van andere
zyde wordeD gehoord. Sluit het Duit
sehe oorlogsdoel in zich een volstrekte
militaire oppermacht van Duitsch
land in Europa en een Belgis dat
niet in alle opzichten vry is, dan
zal dat in ïy'nrechten strijd zyn met
de belangen van ons land.
Verder verdient in de rede van den
Rijkskanselier de aandacht wat over
den duikbootenoorlog gezegd wordt:
_,Geen nuchter denkend neutraal,
of hy ons welgezind is of niet, kan
ons het recht betwisten ons te ver
dedigen tegen den, tegen de bepalingen
van het volkenrecht indruischenden
uithongeriDgsoorlog, niemand kan
van ons verlangen, dat wy ons de
verdedigingswapenen, waarover wy
beschikken, uit de hand laten rukken.
Wy gebruiken ze en moeten ze ge
bruiken.
„Wy eerbiedigen de rechtmatige
rechten der neutralen op wereldhandel
en wereldverkeer, maar wy mogen
verwachten, dat de welwillendheid,
die wy betoonen, begrepen, ons recht
en onze plicht om met alle mid
delen wedervergelding te oefenen
voor de uithongeringspolitiek onzer
vyanden, die zoowel met het volken
recht als de elementairste mensche-
lljkheid spot, erkend worden.
De beteekenis dier woorden is
ons Diet goed duideiyk.
Wy erkennen het recht van Duitsch
land „om met alle middelen weder
vergelding te oefenen voor de uit-
hongerings-politiek". Toch slechts
met alle geoorloofde middelen, met
alle middelen, die niet alleen in strijd
zyn met onze immers geëerbiedigde
„rechtmatige rechten op wereldver
keer", maar ook die niet in zich
sluiten vernietiging van Nederland
sche schepen, gevaar voor Nederland
sche menscheu levens.
Ons recht iB, dat geen schip ge
torpedeerd worde, zoo er niet redelijke
zekerheid bestaat, dat het geen Neder-
landsch schip is.
En te gemakkeiyker moet het
Duitschland vallen, dien billijken eisch
in te willigen, daar uit de eigen
woorden van den Rykskanselier blijkt,
dat die „uithongeringpolitiek" geen
ander gevolg heeft dan dat Duitsch
land „wat het vleescbgebruik en
andere levensvoorwoorden betreft,
terugkeert tot een t|jd van de jaren
tusschen 1870 en 1880", toen het
geslacht toch krachtig genoeg was.
Da „Medusa lil".
Het toch reeds groote aantal raad
seis, ons door den oorlog ter oplossing
gegeven, is weer meteen vermeerderd.
Volgens het bericht van de beman
ning van een IJmuider stoomtrawler
werd het vaartuig geheel verlaten
voor anker liggend, aangetroffen. Het
verlaten van het schip schijnt nogal
overhaast gegaan te zijn, daar men
zelfs de scheepspapieren had vergeten
mede te nemen (zie desbetreffend
bericht, le pag. le blad vau ditnr.).
We vinden iets onbegrijpeiyks in
dit bericht. Hoe nu De zoo uitmun
tend gedisciplineerde Engelsche ma
rine zou zoo licht een volwaardige
gevechtseenheid opgeven En zouden
niet alle mogelijke middelen beproefd
zyn, om het beschadigde schip binnen
te brengen Een marine, die door een
geeat bezield is, die bv. een com
mandant van een voor de Dardanellen
door een myn getroffen slagschip,
onmiddellijk order doet geven, de
waterdichte deuren van het voorschip
te sluiten, hoewel hy weet dat daar
door ongeveer 28 opvarenden een
vreeseiyken dood beschoren is 1
De „Medusa" zou dug door de be
manning verlaten zyn, tarwyi het
schip nog dagen daarna is blyven
drijvenNiet eens zouden zekerheids
halve maatregelen getroffen zijn, dat
het schip zeer zeker na het verlaten
zou zinken? En zelfs de scheepspa
pieren, die „volgens enkele aandui
dingen Tan groote waarde moesten
zijn", zouden achtergelaten zyn?
En wie heuft het schip voor anker
gelegd? Toch niet een Duitsehe
onderzeeër op de uitreis, om de buit
Het Woningvraagstuk.
Een van de brandende vraagstukken
van onzen tijd is het in bovenstaand
opschrift vermelde.
De noodzakeiy kheid voor den mensch,
om zich tegen klimaats- en andere
invloeden te beveiligen schiep zyn
woonBteê en die woonsteê wyzigde
zich naar de ontwikkeling die don
mensch en zyn maatschappy door
maakte. Was verschillend en is nog
steeds verschillend al naar mate de
velerlei bevolkingsgroepen zich van
elkander onderscheiden in geografl-
schen, politieken, economischen of
godsdienstigen zin.
De oudste mensch zal zyn geweest
een hol- of grotbewoner, zelfs is het
uiet ondenkbaar, dat in den vroegsten
tyd den mensch zyne zetel had op
een of andere tak eens booms. Heel
veel weten wij daar niet van en kan
hier gevoegelijk ter zyde blyven, in
dien wij vaststellen, dat de woning
vrijwel aangeeft het ontwikkelings
peil waarop een volk staathet aan
meer ervareren overlatende, uit elk
woningtype dat peil te onderkennen.
Het ontstaan en de ontwikkeling
der steden en zelfs nog vroeger
bet stichten van vaste nederzettin
gen b.v. van vroegere veehoeders-
volkeren die den mensch dus meer
aan bepaalde stukken grond bonden,
bracht in de wijze van bewoning
groote verandering. Immers, zoolang
die menschen trokken, werd aan
hun tydeiyke woning al zeer weinig
zorg besteed. Die zorg ontstond, toen
men er langen tijd achtereen gebruik
van ging maken.
Kunnen wy dus onderstellen, dat
de primitiefste woningen tevens tijde
lijke woonplaatsen vormden, in de
zoo juist geschetste phase der men-
scheiyke geschiedenis ontitonden de
meer vaste verblijfplaatsen.
Wat voor de beoordeeling van het
vraagstuk thana echter van belang
ia, is wel dit, dat die woningen in
den regel aan den bewoner in eigen
dom zullen hebben toebehoord. By
het afwezig zyn van bepaalde am
bachten bouwde ieder zyn eigen
woning en als zoodanig bleef het
persooniyk eigendom,
De zoo ontstane landbouwende vol
keren, die voor het vee de gemeen-
schappeiyk© weide hadden en onder
wie de te bebouwen grond periodiek
verdeeld werd toegewezen, zullen
dus ook eigenaars zyn geweest van
hunne woningen, welke op die grond
stonden. Eigenaar, zooals zy waren
van de gereedschappen, om den grond
te bewerken. De woning, waaraan
uiteraard in die dagen niet zulke hoog©
eischen werden gesteld, was dus
niet meer dan een hulpmiddel, zoo
als we toch ook thans nog, on» vee
een stal ter bewoning geven.
De bewerking van den grond eiachte
toch in dien tyd met zijn primitieve
hulpmiddelen zeer zwaren arbeid èn
voor wat er van den tyd overbleef,
om rust te nemen, bood de woning
voldoende gelegenheid.
De grond, de aandachtige lezer zai
het reeds hebben begrepen, had dan
ook alleen waarde als vracht voort
brenger en het kleine stukje voor de
woning bestemd, had als zoodanig
weinig waarde.
Men zou in die dagen denkelyk
raar hebben staan t« k|jken, ala daar
aan bouwterreinen waarde werd toe
gekend, zooals in onzen tyd.
Door de wyze, waarop de vroegste
menschen in hun levensonderhoud
voorzagen, was de opeenhooping van
volk vanzelf uitgesloten.
Voorschriften omtrentjruimte, licht
en lucht waren dan ook toen on-
noodig en zijn pas noodzakeiyk ge
worden bij een wyze van bebouwing,
zoo als wy die nu kennen.
De ontwikkeling schreed echter
verder en zoo vinden wy in den tyd
der ïyfeigenscbap weer geheel andere
toestanden, waarby de woning van
de afba'nkelyke (hoorigen) evenals
trouwens de grond die dezen t© be
werken kreeg, aan den heer behoorde.*
Men lette er op,- dat van het huren
van woningen toen echter geen
sprake was.
Toen door de kruistochten en de
langzamerhand ontstane dorpen ©n
steden het aantal „onvryen" afnam,
tevens onder allerlei invloeden meer
neer vrije menschen in die steden
zich'vestigden, zal dit wederom zyn
geweest in eigen woningen.
Van een huursysteem, zooals nu,
was ook toen nog geen sprake. De
betrekkeiyke kleine stukken gronds,
noodig voor huizenbouw, de nog
maar net begonnen warenhandel en
de overwegende invloed van de grond
als bouwland en tot gebruik van
veeteelt bestemd, welke gronden zelfs
door de grootere behoefte nog werden
uitgebreid door het droogmaken van
plassen en omkappen van wouden
waarvan vooral de kloosters in de
11e eeuw veel werk maakte; dit alles
maakte dat de grondwaarde voor
huizenbouw zóó gering was, dat de
gedachte aan exploitatie op dit punt
niet eens naar boven kwam.
De kleine handwerksman, zooals
die zich later in de ambachtsgilden
had vereenigd en die voor het groot
ste deel onze steden in de middel
eeuwen bevolkte, was, kunnen wy
zeggen, eigenaar van z|Joe woning.
Dit waren de Moesters.
Hoe het precies met de Gezel
len was; zy dus, die ook toen reeds
tegen loon b|j anderen arbeidden,
wel als regel woonden zy, zoo niet
by hunne ouders, dan toch b|j hunne
meesters in. Waren bestemd, die in
hun bedrijf op te volgen en trouw
den zeer dikwijls met de dochters
hunner meesters, als die er waren.
By het kleinbedrijf was het hou
den van twee gezellen al een heel
ding, en was trouwens het toege
stane maximumde meeaten hielden
er vaak niet meer dan één.
We zullen ons nu verder vooral
met deze groepen moeten ophouden,
daar op het platte land, zelfs in ODze
dagen nog, het hebben van eigen
woningen vry algemeen is.
Iets dat zeer natuurlyk is tevens,
omdat daar de grond zijn waarde
ontleent aan hetgeen hy voortbrengt.
Het verhuren van huizen als be
dryf moet ontstaan zyn gelyk met
het afbankeiyk worden van groote
groepen Diet-bezltters.
By de eerste fabriekmatige pro
ductie (de manufactuur) zal dit z|jn
voortgezet eD het heeft in het volle
kapitalistische tijdperk, waarin wy
leven, zyn hoogtepunt bereikt, waarna
het, zooals wij later zullen zien, we
der noodzakelijk afneemt.
Zelfs in de middeleeuwen is be
kend, dat er naast de toestanden,
boven geschetst, in sommige plaat
sen reeds industrie en handel was,
die er andere werkkrachten op na
hielden dan de gezel, bestemd om
meester te worden.
De lakenindustrie, om er een te
noemen, te Leiden, kende ook toen
reeds de kapitalistische ondernemer,
die in zyn dienst h&d loonarbeiders
zonder meer.
En het is wel typisch dat juist
daar ook bekend is, dat zoo nu en
dan werkstakingen plaats hadden.
Deze proletariërs zullen niet in
eigen woningen hebben gewoond,
ook niet, toen zij gehuwd waren en
bestemd, om proletariör te blijven.
Werkstaking was in die dagen
verboden en dus strafbaar. Wandaar
dat de stakers altijd naar andere
plaatsen trokken en daar de bui
afwachtten. Dit wyst er op, dat z|j
geen eigen woningen zullen hebben
gehad.
Meer voor de hand ligt 't, te mee-
nen, dat de fabrikanten uit dit vóór-
i kapitalistische t|jdperk zelf, of mis
schien de gemeente voor woniDgen
van dat soort arbeiders zorgden. Maar
een bedrijf wss dat voor hen zeker
niet.
Het verhuren van buizen, werd pas
een bedryf, toon onder den invloed
van het moderne kapitalisme do
steden zich in korten tyd ontzaggelyk
uitbreidden, door groote stroomen
arbeiders binnen hunno muren te
trekken, die natuurlyk moesten wo
nen.
Tegeiyk werden do steden verzamel
punten van menschen, die daar niet
alleen voor hun bedryf, maar ook voor
hun genoegen gingen wonen.
En zoo kreeg daar den grond pas
waarde en outzaggoiyke waarde niet
door hetgeen hij opbracht, maar
door zyne ligging. Zelfs gaat
de koopprys, die van goed bouwland
dikwyis verre te boven.
De groote vraag maakte dus het
verstrekken van woningen aan ande
ren tegen een zekere huur tot een
looneud en in 't begin, toen ongeli
miteerd maar kon worden reak-
gebouwd, tot een zeer winstgevend
bedryf.
Het kapitalisme, dat de kleine
handwerksman tol proletariër maak
te, groote groepen menschen ontei
gende en een eventueel nageslacht als
onterfden geboren liet worden, nam
in die onteigening van ieder bezit
natuurlyk ook de eigen woning op.
Zoo is, zeer beknopt gezegd, inet.
allerlei nuances ontstaan het stolsel
van nu, waarby het grootste deel dor
menschen woningen van anderen
huurt.
In een volgend artikel hopen wy
dit stelsel nader te bezien. M.
Ook tbua li dit nog het gewone vertcbjn-
a«l b.T. T»n kolo&ilten, die op tnugdeluk
terrein komen
Do grondon dor i.g.n. marke.
TWEEDE KAMER.
Zitting van Donderdag 6 April.
De algemeene beschouwingen over
de ouderdomswet worden voortgezet.
De heer Aalberse (r.-k.) verklaart
niet met het wetsontwerp te kunnen
meegaan. Politieke overwegingen zijn
hiervan niet de reden. Echter staat
spr. principieel tegenover Staatspen
sioen.
Door het ontwerp zal de Invalidi
teitsverzekering voor de arbeiders
slechter worden en bovendien had
spr. verwacht, dat de linkerzijde uit
piëteit jegens de minderheid in deze
omstandigheden een voorstel had
gedaan als de heer Lobman heeft
ingediend. Iedereen is overtuigd, dat
het ontwerp nooit in het Staatsblad
zal verschijnen, maar men wil blijk
baar een verkiezingsbelofte inlossen.
De Kamer heeft echter recht op juiste
mededeeliDg van de regeoring op
welke wijze zy de kosten van dit
ontwerp denkt te vinden.
Deze ouderdomswet is inderdaad
armenzorg, maar van de slechtste
soort. Dat het armenzorg is, heeft, dé
linkerzyde, totdeü tyd harer bekeering
tot het staatspensioen, steeds tot de
soc. dem. gezegd. Deze laatsten heb
ben het eveneens erkend, gelyk Jaui es
in 1910 en de Duitsehe sociaal demo
crateo. Tusschen verzekering en
onderstand ligt een afgrond. De ver
zekerde eischt en ontvangt niet alleen
een stoffelijke ondersteuning) maar
ook een ondersteuning van zedelijke
waarde.
Spr. noemt verder dit ontwerp uit
eeu oogpunt van armenzorg, princi
pieel slecht, practisch ondeugdelyk
en Juridisch verkeerd. Hier haalt rr.en
het geld uit de zakken der belasting
betalers om het te storten in de zak
ken van andere burgers.
Spr.'gaat dan na aan welkeeischen
een goede armenzorg moet voldoen.
Vooreerst moet zy armoede voorkomen
maar dit ontwerp geeft alleen aal
moezen.
Ten tweede dient zy verleend op
grond van tegenpraestatle. Alles wat
daarop gelijkt is uit dit ontwerp ver
dwenen.
Ten derde dient zy zooveel mogeiyk
te individualiseer en enrekenitgie
houlon met alle omstandigheden.
Daarvan komt in dit wetsontwerp
niets terecht. Ieder die behoeftig ie
krijgt f2.-.
Ten vierde dient zoo weinig moge
lijk ondersteund in geld. G'-eft men
onderstand, dan geschiede dit zooveel
mogeiyk ln naturalia. Ook daarvan
in dit ontwerp geen sprake.
Er moeten ten viifdo waarborgen
zyn voor deugdeiyke controle op 't.
gebruik van het geschoukcuti. Daar
van is in dit ontwerp ook niets te
vinden. Op deze gronden noemt spr.
dit ontwerp praktisch ondeugdelijk.
Het ontwerp voert voor het onder
deel van de invaliditeitsverzekering
de betaling der premie door den Staat,
in, waarvan de groote prlncipieele,
moreele en politieke nadeelen door
den heer Treub zelf werden aan
getoond.
Men heeft zich voor dit systeem
ook beroepen op den volkswil. Die
volkswil zou gebleken zlin uit de ver
kiezingen. Spr. laat dit daar, maar is
van meening dat de regeering tegen
een slechteh volkswil moet iDgaan.
De Staat heeft het recht van den
arbeider op een rechtvaardig loon te
handhaven en te boschermenmaar
dit recht handhaaft noch beschermt
de Staat door den ar bolder op 70-
jarigen leeftyd af te schepon mot een
aalmoes van f 2. Spr. vertrouwt, dat
de leden der Staten-Generaal don
zedeiyken moed zullen hebben „neen"
te zeggen tegenover dit ontwerp.
De heer Brummelkamp(a.-r.)
noemt het ontwerp oen miskenning
van den arbeid, en zegt dat het een
stopzetten van de verbeteringen van
sociale misstanden, een parodie op de
Christeiyke barmhartigheid is. Wil
men den ouden arbeiders geven, scheep
ze dan niet af met twee gulden.
De heer van V1 i e t (a.-r.) betoogd
dat het kabinet, dat als extra-parle
mentair Is opgetreden, zich door dit
wetsontwerp aan de z|jde der concen
tratie en der soc. democraten schaart.