Prima KAMGAREN
S.Mf,Wwtgl42.
S.Coltol, Kanaal weg 142.
Gordijnstoffen,
welken stand, vau welken leeftijd,
van welke politieke of kerkelijke
richting ook mag achter blijven.
Allen, die nog niet in dienst zijn,
behooren zich vrijwillig aan Ui geven,
teneinde zich weerbaar te maken, nu
het nog tijd is.
De vrijwillige landstorm biedt daar
toe de gelegenheid.
Hier in den Helder bestaat een
afdeeling.
Deze afdeeling is niet sterk en het
is een schande dat hier zoovele man
nen nog rondloopen, die volkomen
geschikt zijn voor don dienst en zich
niet aanmelden.
Overwegende bezwaren tegen het
aanmelden kunnen er niet "zijn.
De oefeningen hebben op zoodanig
uur plaats, dat niomand er door in
zijn particuliere belangen geschaad
wordt. Met de meeste bereidwilligheid
wordt steeds verlof verleend waar het
persoonlijk belang van den vrijwilliger
dit eischt.
Mocht men genoodzaakt zijn, naar
een andere plaats te verhuizen, dan
kan onbepaald verlof verleend worden,
of wordt de betrokkene overgeplaatst.
Mocht het geval zich voordoen, dat
wij geheel buiten de oorlog bleven,
dan nog zal men zien, dat die oefe
ningen niet voor niets geweest zijn,
maar een heilzame invlood op het
lichaam gehad hebben.
Men is dan verder van alle verplich
tingen ontslagen, maar zal de voldoe
ning met zich mee kunnen dragen,
mee te hebben gewerkt om ons land
voor een oorlog te behoeden.
Ik ben overtuigd, dat later ieder
met genoegen aan don tijd zal terug
denken, als vrijwilliger bij den land
storm doorgemaakt.
Laat daarom diemand wegblijven,
ook niet de ouderen boven de 35 jaar,
maar laat ieder den gang naar het
Bureau van de Afdeeling „den Helder"
aanvaarden, waar van 6-8 n.m.
gaarne alle mogelijke inlichtingen
worden verstrekt.
De Commandant van de Afdeeling.
C. HOOOBBS.
MARINE EN LEGER.
D* Luit. ter zee 2e kl. J. T. A. .1. Brolhama
van Hms. Koningin Emma, wordt 20 April 1916
gesteld ter beschikking en zal op 19 Mei a.s.
psr SloomBcbip Kawi van de Rottord. Lloyd
naar Oost-indië vertrekken.
Op 1 April 1916 z«n por stoomschip Tambora
gerepatriöordKorporaalroaohluodrtjvor 2c Vl
J. Ruijzendaal en Stpker ie kl. J. Rolling.
De luit. ter zee lo kl. A. E. Sclienck de
Jong, thans werkzaam bij hul departement van
marine, wordt 15 dezer bolaBt mot hot bevel
over Hr. Mb. Hydrograaf voor do opnemingen
van de zeegaten in het noorderkwartier.
STOOMVAARTBERICHTEN.
Stoomvaartmaatschappij „Nederland".
Bawean, vortr. 11 April van A'dam u, Kow-York.
KambangaD, vertr. 11 April van A'dam n. Java.
Krakatau, vertr. 11 April vun A'dam naar Java.
Prinses Juliana, thuisr., vortr. 11 April van Fal-
mouth (om deNoord).
Oelebes, van Galvostou n. Spanje, vortr. 10 April
van Norfolk.
Kangean, thuisr., pass. 10 AprU Feiim.
Rottsrdamsche Lloyd.
Hadioen, thuisr., arriv. 10 April te Sucz.
Samarinda, van New-York naar R'dam, v
April van Ardrossan naar Kirkwall.
ian,ur 'jgag~ j
thuli
n do Noord.
Kodlri, ultr.. vertr. 10 April van Colombo.
Gorontalo, thuisr., vertr. 11 April va» Padang.
rtr.11
reinate, thuisr.,j|
om do Noord.
8o*rakarta, thuisr., arriv. 11 April te Falmonth,
Koninklijks Hollandscho Lloyd.
Prlaia, thuisr., pass. 11 April Fernando Norocha.
KoUandla, thuisr., vertr. 10 April van Yigo.
Haven te Nleuwedlap.
12 April. Aangekomen van Harlingen ou
trokken naar G'oole, Ned. s.s. Mldsland.
Idem van Harlingen naar Londen,
Eng. s.s. Starling.
IS AprU. Idem van Harlingen naar Huil, Ned.
s.s. Minister Tak.
Burgerlijke Stand van Haldar,
van 11 en 12 April 1916.
ONDERTROUWD: Chr. Schol en
E. JungeC. Kouwen en J. W. Conjjn
J. Noot ou K. F. TrompM. G. van
Zoelen en H. M. SmitC. Ran en D.
Stoops.
BEVALLEN M. Slot-Laban, 'z.
A. Krul—Öronsdtfk. d.
OVERLEDEN: S. Kikkert, 2jaar;
J. W. Kftstler, 22 jaar.
VISSCHERIJ BERICHTEN.
Nleawediep, 11 AprU. Door *0 korders aange
bracht 2 tot 10 stuks tong, per stuk (1.—, 10
tot 80 stuks middel tong, per stuk f0.65, 10 tot
20 stuks kleine tong, por stuk f0.26, 1 tot 2
mandstortsoUel. por mand af 10,—,ltotl
mand kleine schol, per mand f6.- af7.-,ltot
4 mond schar, per mand f3.60 a f4.-, 16 stuks
rogge, per stuk fl.35.
Door trekkers aangebracht Ü9 lal haring, per
tai faas.
12 April. Door S koirtors aangebracht 60 stuks
ong, ter stuk fl.—100 stuks middel tong, per
«tuk 10.68, 100 stuks kleino tong, per stuk 10.80,
6 mand Btoitecliol, per mand f12.-, 6 mand
kleine schol, per mand r7.—. 2 mand schar,
per mand f4.-.
Door trekkers aangebracht 26 tal haring, per
tal f886 a f9.68.
MARKTBERICHTEN.
Hoorn, 12 April 1916.
I Melkkoeien f 400.- h f 41
l Galdekooien 0. -
Yarekoolen 0
a Kalfkoolen 0-
Tette Koeien 860.- H
ld. p. K.G. 090
Stlereu 0.-
Pinken 0.-
Nuchtere Fokkalvoren 0.—
18 Nucht. Slachtkalvoreu 24.-
Yotte Kalveren 0.—
1B Vette Varkens, p. K.G. 0.80
Zeugen 0.-
Magere Varkens 0.-
Schrammen 0.— n
iMeSscbapon
met lammeren 46.—
Geldeschapen O.—.
Oveihouders - 38.-
Jonge Lammerem 0.—
Weilammeren CL—
Paarden CL—
Veulens 0.—
4 Melkgelten
-Behagen, 18 April 1916.
3 Paarden f 126.- k S
Veulens CL—
6 Stlereu
82 Geldekoelen (magero
166 Geldekoelen (vötto)
80 Kalfkoolen
10 Vaarzen
16 Pinken
Graakalvorun
201 Nuchtere kalveren
Rammen
Schapen (magere)
8chapen (vette)
1S2 Overhoudors
240.- 320.-
235.— 490.-
260.- 460.-
1S5.— 280.-
146.- 166.-
84.-
0.-
0.-
CL-
0l76
16.— S
060
CL60
0.—
Bokken en Geiten
Varkens (mag.)
2 Vaxkons (vette) p. K.G
138 Biggon
6 Konijnen
80 Kipj>eD
Ganzen 0.—
Zwanen 0.—
«66 K.G. Boter 1.30
20 Kaaa 0.90
80884 Klpeioreu p. 180 stuks ü.60
000 Eendeleren p. 100 stuke 7.86
Magsre geldekoelen duur; kalikoeten d
stug.
AGENDA.
Eerste HeldeiBChe Bioscoop. Kanaal-
weg 113. Hoofdnummor: Haar trouwe
redder.
18 Apill.' H.W.N. (Uitgestc-ld).
16 April. Openbare Vergaderingen voor Alge
meon Vrouwenkiesrecht in „Caeino"
on „Tlvoli". des'middags 2.?Ó uur.
10 April. Bultougowono voorstelling door Louis
Contrau in Casino, 8 uur.
17 April. Georg Braun's Wiener Operette. Op
voering van: „Rund urn die Liebe1'
Casino, 8 uur.
DE OORLOG.
De algemeene toestand.
Wel verre dat men in het offi-
cieele bericht uit Berlijn iets zou
kunnen vinden,'dat naar een bevesti
ging zweemt van de Fransche voor
stelling vau zaken, dat de Duitschers
iets, als eeu algemeen offensief aan
beide zijden vaü de Maas zouden zijn
begonnen, leest men er integendeel
bijna uitsluitend in van tegenaanvallen
der Franschen. Deze tegenaanvallen,
zoo vernemen wij verder uit Berlijn,
hadden geen succes, konden ^elfsop
verschillende plaatsen niet tot ont
wikkeling komen. Daarentegen kwa
men de Duitschers ten Zuiden van
het Bois des Corbeaux en ten Zuid
westen van het fort. Douaumont
vooruit.
Wat aangaat de vooruitgang teh
Zuiden van het Bois des Corbeaux,
deze wordt door hec Fransche com
muniqué van gistermiddag toege
geven. Het bericht zegt namelijk, dat
de aanval der Duitschers overal af
geslagen werd, behalve aan den Oost
kant waar zij voel, kregen in eetiige
kleine stukken loopgraaf. Do vooruit
gang, die de Duitschers bij het fort
Douaumont opteekenen, wordt echter
door het ofilcieele Fransche bericht
tegengesproken. Het avondbericht der
Franschen geeft geen ander nieuws
dan een nieuwen mislukten aanval
van de Duitschers tusschen Douau
mont en Vaux. „N. Rott. Cl."
Van het Westelijke front.
Berlijn, 12 April. Bij La Boiselle,
ten N.O. van Aluert, heeft een kleine
Duitsche afdeeling van een nachte
lijke onderneming tegen de Engel
scho stellingen, zonder zelf verliezen
te lijden, 29 gevangenen en 1
chinegoweer teruggebracht.
Ten W. van de Maas hebben de
Franschen onze linies ten N.O. van
Avocourt vergeefs aangevallen. Zij
bepaalden zich voor het overige ech
ter tot levendig vuren van hun
artillerie.
Op den oostelljkeu oever brachten
drie, door hevig vuur voorbereide,
tegenaanvallen bij de Peporhoogte
(Cóte de Poivre) den vijand slechts
groote verliezen, maar geen voor-
doelen. Tweemaal slaagden de storm-
loopende troepen er niet in, door ons
spervuur heen te komen. De derde
stormloop werd dicht voor onze hin
dernissen in het vuur van de machine
geweren gebroken.
In het Caillette-bosch hebben wij
tegenover een garönekkige verdedi
ging voetagewijs eenig terrein ge
wonnen.
In een luchtgevecht is een Fransch
jachtvliegtuig bij Omes (Woévre)
neergeschoten. De vlieger was dood.
Parys, 11 April. Ten Westen van
de Maas wordt ons front Mort
Homme—Cumières zwaar gebombar
deerd. Geen werkzaamheid van de
infanterie.
Ten Oosten van de Maas hebben
de Duitschers na een hevige voorbe
reiding door de artillerie en een
zware bui traanverwekkende gra
naton tot slot, om 4 uur in den na
middag onze loopgraven tusschen
Douaumont en Vaux aangevallen. Zy
kregen voet in eenige vooruitge
schoven linies, maar werden er on
verwijld door een tegenaanval uitge
dreven. Wij hebben by die gelegen
heid 100 ongewonde gevangenen
gemaakt.
Een Fransch luchteskader heeft
tweemaal de stations Nautillons en
Brieulles gebombardeerd, alsmede eeu
emplacement voor een kanon van
38 c.M.
Parijs, 12 April. De slag bij Verdun
heeft de laatste dagen hevig voort
geduurd. Hij kenmerkte zich door
twee reeksen van verwoede aanval
len op onze vleugels, zonder dat deze
onze linie, ondanks het gebruik van
de ergste middelen, als brandende
vloeistoffen en traanverwekkènde
projectielen, konden aantasten.
Ten Westen van de Maas gaat
strijd nog altijd om-den Mort Homme.
Do Duitschers zyn er iu geslaagd
een honderd meters loopgraaf te be
zetten, maar de top blijft ontoegan
kelijk voor hen. Het aanhoudende
hevige bombardement van de linie
Mort Hommo-Cumières is een aan
wijzing dat de vijand van plan is,
de stelling opnieuw aan te vallen,
maar er zijn maatregelen genomen
om hem op dezelfde wijze als daar
voor te ontvangen.
Op den rechteroever van de Maas
zijn de pogingen van de Duitschers,
om de verloren loopgraven te her
nemen, hun slechts op aanmerkelijke
irliezen te staan gekomen.
De bedrijvigheid van de vijande
lijke artillerie in Woévre schijnt een
aanwijzing to zijn van zijn voorne
men, om den algemeenen aanval
naar het Oosten toe uit to breiden.
Uit Dultsch Oost-Afrika.
LOUfenqo Marqués, 12 April. Een
Portugeesche expeditie-macht heeft
Kionga, in Duitsch Oost Afrika, op 10
dezer bezet.
Ingezonden Mededeeling.
voor Mantels «nCostuums.
140 sM. bind, f 2.50.
PLAATSELIJK NIEUWS.
Tot de Kiikslcflteefeschool voor
meisjes te Apeldoorn is toegelaten
H. J. Winter, leerlinge der R. N. L.
alhier.
Haring.
In de laatste twee dagen is slechts
45 tal haring aangebracht.
Gewijzigd reisplan van Hr. Ms.
„Noordbrabant".
Vertrek van Nieuwediep 12 April,
aankomst Las Palmas 22 April, ver
trek 25 Aprilaankomst Sc. Vincent 29
April, vertek 1 Mei; aankomst Sc.
Helena 11 Mei, vertrek 13 Mei;aan
komst, Kaapstad 21 Mei, vertrek 28
Mei; aankomst Durban 1 Juni, vol
trek 6 Juni; aankomst Port Louis 13
Juni, vertrek 15 Juniaankomst
Oost-Indié 1 Juli.
Vertrek Oost-Indié 9 Juli; aankomst
Port Louis 21 Juli, vertrek 23 Juli
aankomst Durban 30 Juli, vertrek 4
Augustusaankomst Kaapstad 8
Augustus, vertrek 15 Augustus
aankomst St. Helena 23 Augustus,
vertrek 25 Augustus; aankomst St.
Vincent 4 September, vertrek 6 Sep
tember aankomst Las Palmas 10
September, vertrek 13 September;
aankomst 24 September.
Het schip kon gisterenmiddag niet
vertrekken, wegens een plotseling
mankement aan de stuurmaehiue.
Zoodra deze schade hersteld is, zal
de „Noordbrabant" zee kiezen.
Het aan den wal brengen vau een
zieken korporaal-machinedry ver werd
in verband gebracht met een ongeval
in de machinekamer, waarby deze
zou zy'n gewond. Dit bericht mist
allen grond.
(Later bericht). De Noordbrabant is
hedtiiUiiidaB ft S uu;- vertrokken.
Ongeregeldheden bij de militairen.
Gisteren bereikte ons het bericht,
dat zich in de kazerne Langestraat.,
en op het fort Kykduin, eenige onge
regeldheden hadden voorgedaan. Zelfs
sprak men van „muiterij". Bij nadere
informatie bleek ons dat het woord
„muiterij" hier ten onrechte gebruikt
werd.
Wat het geval Langestraat betreft,
deelde men ons mede dac een militair
zich onreglementair ziek meldde, ten
einde vry vau dienst te zyu. Daar
over onderhouden door den kapitein,
trad hy op het bureau onhebbfiyk
op, met het gevolg, dac de kapitein
bevel gaf den soldaat in te rekenen.
Een aantal manschappen, ook de
wacht, weigerden aan dit bevel te
voldoen.
Door het optreden van een anderen
officier werd de man- toch in arrest
gpsteld, en slaagde men or in
opgewonden gemoederen tot kalmte
te brengen.
De betrokken manschappen zullen
worden gestraft.
Te Kijkduin werd een avond ter
ontspanning der militairen gegeven
in de cantine. Toen deze gesloten
moest worden en door de militairen
verlaten was, wilden eenige van hen
weder naar binnen en trapten de
deur in. Een bevel om zich naar de
kamers te begeven werd door de
manschappen niet opgevolgd.
Ten slotte gelukte het met behulp
van ter assistentie ontboden militai
ren, de belhamels te arresteeren.
Over beide gevallen Ipopen hier
tal van lezingen, waarvan wij de
juistheid niet kunnen controleeren.
Zy zijn in ieder geval sterk over
dreven.
Poging tot zelfmoord.
In Erfprins heeft een soldaat, in
overspannen toestand, en bovendien
onder den invloed van sterken drank
verkeerende, getracht zich van het
leven te berooven. Hy plaatste daartoe
het gewner onder de oksel en trachtte
dit af te vuren. Achtereenvolgens
loste hy vier schoten, welke evenwel
misten. De man is thans ter obser
vatie in het hospitaal opgenomen.
Afloop der eerste veiling
van huizen, behoorende tot den boedel
van wijlen den heer C. Mulder, ge
houden op 12 April, ten overstaan
van notaris C. Stammes.
1. Huis en erf a. d. Oostslootstr.
groot 1 are 5 cent. Kooper de heer
W. C. v. Breda, voor f 1802.
2—3. Twee huizen en erven a. d.
Vlamingstr. 33 en 35, ieder groot
1 are 7 cent. Koopor de hr. K. Groot
q.q., voor f3050.
4. Huig en erf a. d. Vlamingstr. 48,
groot 86 cent. Kooper de hr. IJ, Met
selaar q.q., voor f1150.
5. Huis en erf a. d. 2e Vroonstr.
47, groot 1 are 10 cent. Kooper de
hr. H. F. Thieman q.q., voor f 1700.
6 7. Twee huizen en erven a. d.
Walvischstr. 2 en 4, resp. groot 57
en 62 ceDt. Kooper de hr. H. van
Pelt q.q., voor f1605.
8. Huis en erf a. d. Middenstr.
groot 1 are 12 cent. Kooper de hr.
H. Riemers q.q.,'voor f1210.
9. Huis' en erf a. d. Middenstr.
groot 1 are 14 cent. Kooper de hr.
J. Boerdyk q.q., voor f1195.
10. Huis en erf a. d. Middenstr. 70,
groot 1 are iö cent. Kooper de hr.
P. Bruin q.q., voor 11180.
11—12—13. Drie huizen en erven
d. Artilleriestraat, 34, 86 en 88,
resp. groot 88 cent., 1 are 6 cent.
en 98 cent,, kooper de heer K. Hoo-
gerduin, voor f 1780.
14—15. Twee huizen en erven a. d.
Langestraat 58 en 60, resp. groot
1 are 40 cent. en 1 are 6 cent., koo
per de heer H. van Pelt qq., voor
f 2605.
16. Huis en erf a. d. Langestr. 62a,
tast en achter het vorige perceel,
groot 1 are. 5 cént., kooper de heer
Sj. Schilstra qq., voor f 430.
17-18-19. Twee huizenenerven
a. d. Wachtstr. no. 28 en 30, resp.
groot 1 are 6 cent. en 95 cent. en
een huis en erf a. d. Rensteeg 8,
(annex de 2 vorige pérc.), groot 2
aren 5 cent., kooper de heer K.
Hoogerduijn, voor f 2241.
-21. Twee huizen en erven a. d.
Schagenstr. 35 en 37, ieder groot 72
cent., kooper de heer M. Smits qq.,
voor f 2220.
Zangavond voor militairen.
Toen de heer Joh. Oostveen, mu
sicus uit den Haag, die op zyn
tournée langs de forten en de kazernes
van gemobiliseerd Hollacd ook den
.Helder weer bezocht met zijn bege-
Ingezonden Mededeeling.
Reclame
140 cM. breed, 0.74.
leider, gisterenavond in de Marine
cantine het podium betrad een
doodgewone, gemoedelijke cantine-
stoel en met stentorstem riep:
„We gaan beginnen, jongens!" zwe
gen ai de matrozen, de glunderende
mariniers- en de soldatengezichten
als moffen. Een paar jongens, de
pet scheef op d'r kop, zaten, overvol
van de leut, op de eerste rij en hoopten
ter dege te profiteeren vau het ge-
bodene. „Wat zal 't zijn?" was de
eerste vraag, die de heer Oostveen
stelde, en van allen kant klonken
de uitroepen „nummer drie, nummer
tien, Ik en mijn wijf, nummer vyf-
en-t-wintig".'t Was een salvo van
heilig zangers vuur, een snelvuur van
uitroepen. Maar er was niets aan te
doenze konden maar één voor één
bediend worden. En „Ik en myn wijf'
was het eerste nummertje.
„Ik en mijn wijf en mijn jongens
(alle vijf,
Zingen een liedje voor tydverdry'f."
't Ging uitstekend, en Lovendaal's
geestig „Soldatenliedje" volgde: van
't soldaatje, dat vol moed Zondags
uitging met het meisje, maar 's Maan
dags, och arme!, in de nor de Zon-
dagsche zonden boeten moest. En
Dirk Witte's „Aspirine" volgde;
„Aspirine", door generaal Kleinhons,
den organisator vau deze zangavonden,
met zooveel gevoel voor humor in
het boekje, door het Departement,
van Oorlog uitgegeven, ingelaschfc.
01' is het niet humoristisch, den
soldaat te laten zingen
„Dokters kan ik niet meer zien
Ik zweer trouw aan d'aspirien
Of de generaal wist, dat er aan
den geneeskundigen dienst ietwat
haperde
Ook „Tineke van Heule" met haar
zangerig refrein moest, den tol betalen
aan de zanglustige jantjes en sol
daten, en het was een lust ze te hoo-
ron galmen. Enkele uitgelatenen
maakten fraaie Lremulandi en lange
uithalen: uitingen van levenslust,
die de heer Oostveen tactvol wist te
bezweren.
Het publiek in de Cantine werd
deze bekende nummertjes overmoedig:
't, dorst ook de minder bekende aaD
zelfs werd hel: Friescho volkslied in
d'eigen taal gezongen: „Klink den
en daverje flor yn it roun, Dynalde
eare, o Fryske groun!" Of het nu
wel naai' de juiste uitspraak was
Friezen zijn nog al kieskeurig op hun
taal. Maar hinderen doed het nie
mand.
't Allerliefst hadden ze 'fc gaDSche
bundeltje doorgezongen. Maar twee-
envyftig liedjes op één avondEr
zijn grenzen, ook aan' de capaciteit
en het uithoudingsvermogen van een
geschoolde stem, en de heer Oostveen
dronk al bedenkelijk water, water,
water. Totdat ten slotte de heer
Brands, die mede de leiding heeft
van deze zangavonden op dagen, dat
de heer Oostveen er niet is, een
deelte van de taak overnam en het
zangerig „Bergen op Zoom" met zijn
krachtig geluid vóórzong. 't Ontlokte
een spontaan applausje en toen hierna
het geheele auditorium deze klassieke
en fraaie verzen uit den Gedenck-
clanck zong, klonk het wkt goed, in
weerwil van de technische moeilijk
heden.
't Ging er huiseiyk en gcmoedeiyk
toe, en 't publiek, waaronder enkele
vrouwen, was dankbaar en voldaan,
't Ging on-offleieel eu gemoedereerd
de een lag languit op drie stoelen
de ander rookte zijn pijpje tabak, en
zong, tusschen twee halen door, uit
voile borst: „Hoog het glas! hoog
het hartHoog het liedEn is dat
niet de ware levenswysheidzingend
door 't leven te gaan, van liefde te
zingen en van narigheid, van lachen
en van schreien?
„Wo man singt, da laas dicli ruhlg nieder,
Bose Menschen liaben keine Lleder"-
En ze mogen wat ruw zyn van
buiten, de zeelui en de landlui, kwaad
zyn ze niet, het Hollandsche hart
klopt in de Hollandsche borst en het
Hollandsche lied schalt door de lucht
Den 26en April is er weer een zang
avond de laatste in dit seizoen.
Dan begint officieel de zomer en is
het voorloopig gedaau. Succes heeft
dit pogen zeer zeker gehad; als er
nu wat blijft hangen van al die versjes,
i3 het doel bereikt.
Hat Leven en Werken der Europeanen
In Nederland8ch-lndië.
Dinsdagavond had in de Marine-
Cantine de-laatste lezing plaats van
den heer W. J. Giel, waarby hy over
bovenstaand onderwerp sprak.
Spreker begon zyn rede met uiteen
te zetten hoe men zich meestal eene
verkeerde voorstelling maakt van de
leefwijze onder de tropen en deed
vooral uitkomen, dat men zich het
het werk aldaar niet al te gemakke
lijk moet voorstellen.
Vervolgens noemde hy eenige cijfers
om de sterkte van het Europeesche
element te illustreeren.
In onze koloniën telt men slechts
81000 Europeanen, waarvan slechts
1/7 deel geboren Nederlanders zyn,
en de overigen zyn meeetal half bloed
een 1400-tal Duitschers vinden er,
)s als etteiyke honderden En-
gelschen hun werkkring. De Japanners
worden thans ook, sinds zy „eenige
Russische kruisers in den grond ge
boord hebben", tot de Europeanen
gerekend.
In Indié aangekomen, maakt het
natuurschoon, dat daar in weelderigen
vorm opgemerkt wordt, op den nieu
wen gast een grootschen indruk. En
om eenig denkbeeld te geven van het
Indische schoon liet spreker eenige
afbeeldingen bewonderen van Indische
fraaie steden als Sabang, Batavia en
haar buitenplaats Weltevreden. Het
hulseiyk leven heeft er in Indié veel
lichtzyden door zyn normale dagin-
deeling, geringe temperatuursver
schillen en gezellige, heldere, woon
huizen, welke veel lucht en licht toe
laten.
Om het groote verschil t,e doen uit
komen gaf spr. daartusschen nu en
dan een kiekje uit ons eigen land.
Uitvoerig schetste spr. vervolgens
het huiselijk leven iu Indié en de
zorgen die de huisvrouw er heeft.
In de groote steden doet- men lang
zamerhand meer aan de Europeesche
vormelijkheid; slechts in de binnen
landen blijft de vroegere gemoedelijk
heid nog.
Voor de vrouwen is Indié een oord,
waar door de ruime inkomsten van
den man, geldzorgen onbekend kun
nen wezen en voor de kinderen is
het een eldorado. Gewooniyk heel
luchtig gekleed brengen zy den heelen
dag in de heeriyke buitenlucht door.
De bedienden zorgen voor hen en voor
alles. Voor de kinderlyke opvoeding
heeft dit wél schaduwzydc-n.
Het leven is er wel tweemaal zoo
duur, maar daartegenover staat dat
het loon er ook driemaal zoo groot is.
Met f 150 per maand kan een onge
huwde er rondkomen en een gehuwd
paar met f200 als het vrije woniDg
heeft.
Voor jonge lieden is hol aanbe
velenswaardig'in Indié zoodra moge-
lyk te trouwen, daar het leven
binnenshuis voor de meeste Indische
lui, vooral voor hen, die op eenzame
posten vertoeven, een hoofdfactor in
het leven is. Man en vrouw zyn hier
op elkander aangewezen en hebben
hier elkander te steunen in de moei-
lykheden des levens.
Spr. liet verscheidene kiekjes zien
van exterieurs en interieurs van wo-
ningeD in Indié.
"Wie naar Indié gaat moet zich
gewennen aan matigheid in alle op
zichten. Hec gebruik van spiritualiën
is verkeerd. Ze worden trouwens
langzamerhand meer vervangen door
yBwater met limonade.
Het klimaat is er gelijkmatig, niet
ongezond.
Spr. die zelf 25 jaar in Indié door
bracht, schetste hoe men er gezond
en krachtig le ven kan, en wie wil kan
er aardig wat besparen voor latere
dagen.
Om te slagen zijn goede karakter
eigenschappen noodig; de arbeid is
er moeiiyker, er wordt een groote
mate van plichtsbesef geëischt, moer
zelfbeheersching, meer zelfstandig
heid. Een goed vakman vindt er met
deze eigenschappeh zyn weg wel. Op
dit oogenblik is er groot gebrek aan
menschen in allerlei takken van
dienst. Levert Nederland die niet,
dan komen zij uit het buitenland.
Spr. acht dit niet in het belang van
onze koloniën.
Men mist natuurlijk ook wel wat
in Indié, doch men lette niet te veel
op dat gemis en geve niet te weinig
acht op wat men heeft, ten einde het
evenwichtige gevoel van tevredenheid
niet te verliezen.
Men mist er zijn eigen vaderland,
de herinnering aan dingen, welke
thuis aan het verleden herinneren
men mist er soms den gezelligen
omgang; men mist wel wat op het
gebied der kunst, ofschoon het dilet
tantisme in de kunst op hoog peil
staat. Men ondervindt moeilijkheden
bij de opvoeding der kinderen, vooral
wanneer deze op wat ouderen leeftijd
zyn gekomen en naar Europa moeten
gezonden worden, daar de Indische
maatschappy niet dat voor do vol
ledige opvoeding en ontwikkeling der
jongelui kan geven, wat de Euro
peesche in dit opzicht biedt.
Het dikwyis verplaatsen van ambte
naren is ook meestal niet bevorderlijk
voor een gezellig levon.
Toch geeft Indié voor velen
schoone toekomst. En 't is een goed
werk als onze jongelui in het schoone
Insulinde het werk voortzetten door
onze voorvaderen aangevat. Met be
hulp van Nederlandsche krachten
kunnen onze Nederlandsche koloniën
groot biyven een rijke bron voor 't
moederland.
Aan het slot zy'ner rede gekomen
dankte spr. voor de groote belang
stelling en de aandachtdie zijne
lezingen hier vonden.
Hy sprak de hoop uit dat het ge
sprókene in goede aarde zou zyn ge
vallen en zou bijdragen tot meerdere
kennis van. en belangstelling in—
ons schoone tropisch Nederland,
welks wel en wee sedert meer dan
drie eeuwen aan het onze is verbon
den en waaraan Nederland zyne plaats
in de rij dsr Europeesche staten te
danken had.
Een luid applaus dankte spreker
voor het gegevene.
De heer Van Zoonen gracht namens
de commissie van het Ned. Ond. Ge
nootschap vau wie deze lezingen uit
gingen den spreker dank voor zijn
lezingen, die vau zooveel liefde voor
Indié getuigden en ons zooveel inte
ressants hadden geleerd.
BINNENLAND.
Opkomst van miliciens en
landstormmannen uitgesteld.
(Officieel.) Het departement van
oorlog deelt mede, dat, in vérband
met het voorkomen van gevallen van
nekkramp in verschillende gemeenten
van ons land, de opkomst van de
miliciens; der lichting 1916 en de
landstormmannen, die inhettydvlak
van 16-20 dezer was vastgesteld,
tot een later te bepalen tydvlak wordt
uitgesteld.
Staats-commiasie voor het Onderwijs.
Het rapport van bovengenoemde
commissie is verschenen en in de
hedenmorgen uitgekomen dagbladen
opgenomen.
De „Cotumbla" op een mijn
geloopan.
Bij de directie van den Kon. West-
Ind. Maildienst is bericht ontvangen,
dat het ss. „Columbia" gisterenmorgen
te kwart voor 6, op 3 myi Oosteiyk
van den Galloper boei op een mijn is
geloopen. Het schip bleef echter
drijven; alleen de voorpiek en het
voorruim liepen vol.
Vergezeld van het Noorsche s.s.
„Nanna" werd langzaam aan terug
gestoomd in de richting van het
Sunk-vuurschip.
Inmiddels was een Engelsche tor
pedoboot aangekomen, welke om in
lichtingen vroeg. Daarna kreeg men
bevel naar Londen te stoomen.
Een later bericht meldt dat het
schip behouden op de Theems is
aangekomen.
De „Columbia", een der nieuwste
booten van den K. W.-I. M., meet
5644 ion. Het schip was op weg van
Baltimore naar Amsterdam en had
4800 ton mats voor de regeering aan
boord.
Na aankomst in Holland zou het
schip in Amerikaansche handen over
gaan.
Oo „Tubanïla" getorpedeerd.
In de py'niyke positie, waarin de
„Tubantia"-zaak ons heeft gebracht,
kuunen wy ons tenminste gelukkig
prijzen den Raad van Scheepvaart te
bezitten
Vlug als altyd uitspraak doende,
heeft dit colloge eergisteren als be
wezen verklaard, dat dé „Tubantia"
op 15 Maart j.1. is getorpedeerd, en
wel door een bronzen Schwartzkopff-
torpedo, die, gegeven de afwezigheid
van eenig ander Bchip in de nabyheid,
bestemd moot geweest zijn de „Tu
bantia" te treffen.
Nu dit officieel vastgesteld ia,
kunnen wy niet gelooven, - dat de
betrokken oorlogvoerende regeerin-
gen, zelfs zoo zy aanvankelijk door
hunne loochening van schuld aan het
gepleegde wanbedryf het onderzoek
als afgedaan mochten hebben be
schouwd, in deze houding zullen
volharden, ook na kennisneming van
de uitspraak van den Raad voor de
Scheepvaart, welke hare gezanten
ongetwyfeld onmiddellijk zullen heb
ben overgeseind.
Mocht dit onverhoopt wei het
geval blyken te zyn, dan heeft de
Uitspraak van den Raad voor de
Scheepvaart de positie onzer regeering
in den allerpynlijksten toestand,
waarin het „Tubantia"-incident ons
tegenover onze groote buren heeft
gebracht, ten zeerste versterkt; en
wy kunnen met vertrouwen de vraag,
op wélke wyze eventueel gebruik zal
gemaakt worden van de uitspraak,
ter beslissing aan de regeering zelve
overlaten. Vast staat wel, dat de
regeering dezo uitspraak niet zonder
meer naast zich neerleggen zal.
(„N. Rott. Crt.")
De „Tubantia".
Aan het strand tusschen paal 10
en 11 naby Callantsoog is een sloep
van do „Tubantia" aan komen dry ven
en gedeponeerd by den strandvonder
aldaar.
De „Prlnsas Juliana".
De directie van de maatschappy
Zeeland heeft aan de „Middelb. Ct."
meegedeeld, dat er haar niets bekend
is van een voornemen der Engelsche
regeering, het wrak van de mailboot
„Prinses Juliana" zoo spoedig moge
lijk op te blazen.
Nieuwe oorlogsbrood-periode.
Volgens een officieele verklaring
der Regeering, zullen vanaf 14 dezer
de meelfabrikanten voorloopig geen
tarwebloem meei mogen maien. Zoo-
dra de in den lande bij de fabrikanten
en bakkers aanwezige voorraad bloem
is verbruikt, doch in ieder geval
uiterlyk van Maandag 24 dezer af,
zal slechts bruin tarwebrood (brood
van ongebuild tarwemeel) gebakken
mogen worden. Het Ryksgraanbureau
zal echter op verzoek van de burge
meesters bloem beschikbaar stellen
ten behoeve van die personen, voor
wie op medische gronden het gebruik
van bruin tarwebrood onraadzaam
geoordeeld wordt. De betrokken per
sonen zullen een verzoek daartoe
mooten doen by den burgemeester
hunner gemeente, onder overlegging
van een geneeskundig attest.
Deze maatregel wordt in hoofdzaak
genomen omdat de geregelde aanvoer
uit Amerika steeds meer belemme
ring ondervindt, doordat steeds min
der schepen beschikbaar komen, o. a.
doordat zes schepen der H. A. L. door
een geschil met het personeel sinds
geruimeu tyd niet kunnen uitvaren,
doordat onderscheidene schepen, met
tarwe geladen, schade hebben beloo-
pen of worden opgehouden, en door
de vertraging, ontstaan door de lange
route benoorden Schotland.
Engelsche steenkolen.
Men meldt uit ÏJmuiden:
Volgens order van het Engelsche
consulaat-generaal mogen de IJmui-
der stoomviascheryschepen niet met
Engelsche steenkolen geladen wor
den, tenzy de reedery er borg voor
staat, dat de visch, door treilers, met
Engelsche kolen geladen, gevangen,
niet naar Duitschland uitgevoerd
wordt. Aangezien niet de reederijen
de visch exporteeren, doch de han
del, en de eerstgenoemden die ver-
zekeriugen niet kunnen geven, wor
den de met Engelsche kolen geladen
schepen leeggehaald en van Duitsche
steenkolen voorzien.
Zomertijd.
In Duitschland zal men nu -
oorlogstyd met mgang van 1 Mei,
den zomertyd invoeren. In vredeaty'd
was het voorstel hiertoe steeds ver
worpen uit hoofde van den last die
het zou veroorzaken. Thans nu er
méér gelet wordt op volksgezondheid
en bezuiniging, dan anders, zyn deze
bezwaren uit den weg geruimd.
Van 1 Mei tot 1 October, zal men
dus in Duitschland algemeen een uur
langer van het daglicht gebruik
maken dan men in gewone omstan
digheden zou doen.
En van groot belang is de enorme
besparing aan gas, electriciteit, steen-
n en petroleum.
Ingezonden Mededeeling.
Vitrages en Gordijnen.
Vloerkleeden.
Zeilen. Linoleums.
VolgenB de „N. Rott. Ct." is op het
voorstel van de Nederlandsche spoor-
weg-maatschappyen, tot invoering
van den zomertyd, van hoogerhand
afwyzend beschikt.
Wij vragen ons af, waarom het
wel in Duitschland kan en niet in
Holland. Of maakt de besparing van
steenkolen enz. voor Nederland niet
uit, omdat de voorraad zoo groot is?
Wy gelooven het tegendeel.
De auteur van het Oera-LInda-Bok.
Men schryft aan de „Leeuw. Ct."
De inhoud van het kistje met be
scheiden betreffende het Oera-Linda-
Bok, door wyien Johan Winkier
toevertrouwd aan het „Friescb Ge
nootschap", heeft zelfs aan zeer
gematigde verwachtingen niet beant
woord.
De heer Winkier wyat als schry vers
van het bekende handschrift aan de
heeren Haverschmidt (Piet Paaltjens)
en dr. Eelco Verwijs. Geen enkel
historisch bewijs wordt voor deze
meening aangevoerd. Alles is slechts
eene persooniyke opvatting', die de
zaak, naar het oordeel van het bestuur
van het „Friesch Genootschap", niets
verder brengt en bovendien volkomen
in strijd is met de houding van de
zoogenaamde falsarissen en met de
door J. Beckering Vlnckers gepubli
ceerde gegevens, voorkomende in de
uitnemende verhandeling, getiteld:
„Wie heeft het Oera-Linda-Bok ge
schreven"
De memories van Johan Winkier
zijn overigens onderhoudend en wel
aardig voor de kennis van het verloop,
dat de zaak gehad heeft inden boezem
van het „Friesch Genootschap".
Het ligt in het voornemen van het
bestuur van dat Genootschap om de
schriftelijke bescheiden uit het kistje
later te publiceeren in de „Vrye Fries",
het genootschappelyke tydschrift.
(„H.bld."),
Ontevreden militairen.
Te Lelden hebben zich eergisteren
onder de militairen van het garnizoen
een aantal gevallen van dienstweige
ring voorgedaan, ten gevolge waarvan
een 20-tal soldaten op 's-Gravensteyn
in arrest gesteld zyn. Verschillende
oorzaken voor de onder een deel van
hot garnizoen heerschende ontevreden
heid worden genoemdde houding
van enkele officieren, waar over in
de plaatselyke bladen reeds een uit
voerige polimiek gevoerd is; onte
vredenheid met het uit Rotterdam
aangevoerde oudbakken broodde
intrekkingder verloven, waarbij kwam
dat de nog toegestane permissie in
de eene compagnie anders werd
toegepast dan in de andere. Ook
schynen de gevallen van nekkramp,
die zich onder de soldaten hebben
voorgedaan, eenige zenuwachtigheid
veroorzaakt te hebben.
Wij vernemen, dat eergistermorgeu
een 40-tal militairen in de stadBge
hoorzaal kwamen, en daar hun voor
nemen om dienst te weigeren en hun
kameraden tot. dienstweigering aan
te sporen, meedeelden. Ongeveer 70
man kregen zy mee. De meesten
echter rukten nog mee uit. Enkelen
trokken naar Den Haag.
De onwilligen behoorden tot drie
compagnieën. (Hbl.j
Oplichting.
Schipper J. H., van de Rynaak
Brussel, en de bootenbaas G, van H.,
to Rotterdam, maakten te Amsterdam
kennis met een Duitscher, die zich
byzonder interesseerde voor den ver
boden uitvoer van koopwaren. Met
dien Duitscher werd overeengekomen,
50 zakken rijst en 120 vaten lynolie
te laden aan boord van de Brussel
en te trachten deze goederen over
de grens te krijgen.
Daartoe vertrokken de schipper en
de bootenbaas in Maart j.1. mei; de
Rynaak Brussel naar Krimpen a/d.
IJsel, waar bij nacht de balen rijst
en de vaten lijnolie met een stoom
boot aan boord werden gebracht.
Van daar vertrokken zij met de
Brussel naar Nymegen, waar men
een veertien dagen stil bleef liggen.
Uit Ny'megen werd aan den Duitscher
geschreven, dat men te vergeefs
getracht had over Harlingen en over
Kampen de koopwaar naar Duitsch
land te krygen, hetgeen niet waar
was.
Uit Nymegen teruggekeerd, werden
de balen rijst en de vaten lijnolie in
een pakhuis aan de Feyenoordkade
opgeslagen en werd aan den Duitscher
geschreven, dat zy f2500 moesten
hebben voor moeite en kosten; ont
vingen zy dit bedrag niet, dan hielden
zy de koopwaren vast. Zy rekenden
er op, dat de Duitscher hiervan geen
aaDgifte durfde te doen. Byna het ge
heele gevraagde bedrag is hun dan
ook uitbetaald, waarna de Duitscher
zyn goederen terugkreeg.
Later is toch ruchtbaarheid aan de
zaak gegeven, hetgeen de arrestatie
van den schipper en den bootenbaaa
tengevolge heeft gehad.
Laatste berichten.
Vin hot Westelijk front.
Parys, 12 April. Op den linkor
Maasoever hebben de Duitschers van
ochtend een aanval met brandende
vloeistoffen op de Fransche stellingen
in het Cauretteabosch tusschen den
Mort Homme en Camières gedaan
zy zijn overal teruggeslagen.
Op den rechteroever levendige
artillerie-actie tusschen Douaumont
en Vaux. De Duitschers hebben in
loop van den nacht geen nieuwe
aanvallen ondernomen. Het blykt,
dat de zeer krachtige offensieve be
weging, welke de Duitschers tegen
deze sector ondernamen en die de
Franschen hebben afgeslagen, den
Duitschers byzonder zware verliezen
heeft berokkend-
Van hit Zuidelijk front
Weenen, 12 April.
By Riva is de vijand, die zich in
eenige vooruitgeschoven loopgraven
en op een verdedigingswal ten zuiden
van Sperone had genesteld, uit die
stellingen weer verdreven. De aanval
der Italianen op dien sector is dus
geheel afgeslagen.
Rome, 12 April. Onze watervlieg
tuigen zyn, na in de beneden Adri-
atische Zee een punt aan de kust
gebombardeerd en de mannen, die
het bewaakten, op de vlucht gedreven
te hebben, op zee neergedaald en
hebben de kust bereikt. De vier
officieren, die aan boord waren, zyn
aan land gegaan en hebben het
huisje, dat tot signaal-post diende,
met twee telegraaf-inrichtingen in
brand gestoken. Zy lieten een kleine
munitie-opslagplaats in de lucht vlio-
gen, vernielden een aanlegplaats en
-