Prima KAMGAREN S.Mf,Wwtgl42. S.Coltol, Kanaal weg 142. Gordijnstoffen, welken stand, vau welken leeftijd, van welke politieke of kerkelijke richting ook mag achter blijven. Allen, die nog niet in dienst zijn, behooren zich vrijwillig aan Ui geven, teneinde zich weerbaar te maken, nu het nog tijd is. De vrijwillige landstorm biedt daar toe de gelegenheid. Hier in den Helder bestaat een afdeeling. Deze afdeeling is niet sterk en het is een schande dat hier zoovele man nen nog rondloopen, die volkomen geschikt zijn voor don dienst en zich niet aanmelden. Overwegende bezwaren tegen het aanmelden kunnen er niet "zijn. De oefeningen hebben op zoodanig uur plaats, dat niomand er door in zijn particuliere belangen geschaad wordt. Met de meeste bereidwilligheid wordt steeds verlof verleend waar het persoonlijk belang van den vrijwilliger dit eischt. Mocht men genoodzaakt zijn, naar een andere plaats te verhuizen, dan kan onbepaald verlof verleend worden, of wordt de betrokkene overgeplaatst. Mocht het geval zich voordoen, dat wij geheel buiten de oorlog bleven, dan nog zal men zien, dat die oefe ningen niet voor niets geweest zijn, maar een heilzame invlood op het lichaam gehad hebben. Men is dan verder van alle verplich tingen ontslagen, maar zal de voldoe ning met zich mee kunnen dragen, mee te hebben gewerkt om ons land voor een oorlog te behoeden. Ik ben overtuigd, dat later ieder met genoegen aan don tijd zal terug denken, als vrijwilliger bij den land storm doorgemaakt. Laat daarom diemand wegblijven, ook niet de ouderen boven de 35 jaar, maar laat ieder den gang naar het Bureau van de Afdeeling „den Helder" aanvaarden, waar van 6-8 n.m. gaarne alle mogelijke inlichtingen worden verstrekt. De Commandant van de Afdeeling. C. HOOOBBS. MARINE EN LEGER. D* Luit. ter zee 2e kl. J. T. A. .1. Brolhama van Hms. Koningin Emma, wordt 20 April 1916 gesteld ter beschikking en zal op 19 Mei a.s. psr SloomBcbip Kawi van de Rottord. Lloyd naar Oost-indië vertrekken. Op 1 April 1916 z«n por stoomschip Tambora gerepatriöordKorporaalroaohluodrtjvor 2c Vl J. Ruijzendaal en Stpker ie kl. J. Rolling. De luit. ter zee lo kl. A. E. Sclienck de Jong, thans werkzaam bij hul departement van marine, wordt 15 dezer bolaBt mot hot bevel over Hr. Mb. Hydrograaf voor do opnemingen van de zeegaten in het noorderkwartier. STOOMVAARTBERICHTEN. Stoomvaartmaatschappij „Nederland". Bawean, vortr. 11 April van A'dam u, Kow-York. KambangaD, vertr. 11 April van A'dam n. Java. Krakatau, vertr. 11 April vun A'dam naar Java. Prinses Juliana, thuisr., vortr. 11 April van Fal- mouth (om deNoord). Oelebes, van Galvostou n. Spanje, vortr. 10 April van Norfolk. Kangean, thuisr., pass. 10 AprU Feiim. Rottsrdamsche Lloyd. Hadioen, thuisr., arriv. 10 April te Sucz. Samarinda, van New-York naar R'dam, v April van Ardrossan naar Kirkwall. ian,ur 'jgag~ j thuli n do Noord. Kodlri, ultr.. vertr. 10 April van Colombo. Gorontalo, thuisr., vertr. 11 April va» Padang. rtr.11 reinate, thuisr.,j| om do Noord. 8o*rakarta, thuisr., arriv. 11 April te Falmonth, Koninklijks Hollandscho Lloyd. Prlaia, thuisr., pass. 11 April Fernando Norocha. KoUandla, thuisr., vertr. 10 April van Yigo. Haven te Nleuwedlap. 12 April. Aangekomen van Harlingen ou trokken naar G'oole, Ned. s.s. Mldsland. Idem van Harlingen naar Londen, Eng. s.s. Starling. IS AprU. Idem van Harlingen naar Huil, Ned. s.s. Minister Tak. Burgerlijke Stand van Haldar, van 11 en 12 April 1916. ONDERTROUWD: Chr. Schol en E. JungeC. Kouwen en J. W. Conjjn J. Noot ou K. F. TrompM. G. van Zoelen en H. M. SmitC. Ran en D. Stoops. BEVALLEN M. Slot-Laban, 'z. A. Krul—Öronsdtfk. d. OVERLEDEN: S. Kikkert, 2jaar; J. W. Kftstler, 22 jaar. VISSCHERIJ BERICHTEN. Nleawediep, 11 AprU. Door *0 korders aange bracht 2 tot 10 stuks tong, per stuk (1.—, 10 tot 80 stuks middel tong, per stuk f0.65, 10 tot 20 stuks kleine tong, por stuk f0.26, 1 tot 2 mandstortsoUel. por mand af 10,—,ltotl mand kleine schol, per mand f6.- af7.-,ltot 4 mond schar, per mand f3.60 a f4.-, 16 stuks rogge, per stuk fl.35. Door trekkers aangebracht Ü9 lal haring, per tai faas. 12 April. Door S koirtors aangebracht 60 stuks ong, ter stuk fl.—100 stuks middel tong, per «tuk 10.68, 100 stuks kleino tong, per stuk 10.80, 6 mand Btoitecliol, per mand f12.-, 6 mand kleine schol, per mand r7.—. 2 mand schar, per mand f4.-. Door trekkers aangebracht 26 tal haring, per tal f886 a f9.68. MARKTBERICHTEN. Hoorn, 12 April 1916. I Melkkoeien f 400.- h f 41 l Galdekooien 0. - Yarekoolen 0 a Kalfkoolen 0- Tette Koeien 860.- H ld. p. K.G. 090 Stlereu 0.- Pinken 0.- Nuchtere Fokkalvoren 0.— 18 Nucht. Slachtkalvoreu 24.- Yotte Kalveren 0.— 1B Vette Varkens, p. K.G. 0.80 Zeugen 0.- Magere Varkens 0.- Schrammen 0.— n iMeSscbapon met lammeren 46.— Geldeschapen O.—. Oveihouders - 38.- Jonge Lammerem 0.— Weilammeren CL— Paarden CL— Veulens 0.— 4 Melkgelten -Behagen, 18 April 1916. 3 Paarden f 126.- k S Veulens CL— 6 Stlereu 82 Geldekoelen (magero 166 Geldekoelen (vötto) 80 Kalfkoolen 10 Vaarzen 16 Pinken Graakalvorun 201 Nuchtere kalveren Rammen Schapen (magere) 8chapen (vette) 1S2 Overhoudors 240.- 320.- 235.— 490.- 260.- 460.- 1S5.— 280.- 146.- 166.- 84.- 0.- 0.- CL- 0l76 16.— S 060 CL60 0.— Bokken en Geiten Varkens (mag.) 2 Vaxkons (vette) p. K.G 138 Biggon 6 Konijnen 80 Kipj>eD Ganzen 0.— Zwanen 0.— «66 K.G. Boter 1.30 20 Kaaa 0.90 80884 Klpeioreu p. 180 stuks ü.60 000 Eendeleren p. 100 stuke 7.86 Magsre geldekoelen duur; kalikoeten d stug. AGENDA. Eerste HeldeiBChe Bioscoop. Kanaal- weg 113. Hoofdnummor: Haar trouwe redder. 18 Apill.' H.W.N. (Uitgestc-ld). 16 April. Openbare Vergaderingen voor Alge meon Vrouwenkiesrecht in „Caeino" on „Tlvoli". des'middags 2.?Ó uur. 10 April. Bultougowono voorstelling door Louis Contrau in Casino, 8 uur. 17 April. Georg Braun's Wiener Operette. Op voering van: „Rund urn die Liebe1' Casino, 8 uur. DE OORLOG. De algemeene toestand. Wel verre dat men in het offi- cieele bericht uit Berlijn iets zou kunnen vinden,'dat naar een bevesti ging zweemt van de Fransche voor stelling vau zaken, dat de Duitschers iets, als eeu algemeen offensief aan beide zijden vaü de Maas zouden zijn begonnen, leest men er integendeel bijna uitsluitend in van tegenaanvallen der Franschen. Deze tegenaanvallen, zoo vernemen wij verder uit Berlijn, hadden geen succes, konden ^elfsop verschillende plaatsen niet tot ont wikkeling komen. Daarentegen kwa men de Duitschers ten Zuiden van het Bois des Corbeaux en ten Zuid westen van het fort. Douaumont vooruit. Wat aangaat de vooruitgang teh Zuiden van het Bois des Corbeaux, deze wordt door hec Fransche com muniqué van gistermiddag toege geven. Het bericht zegt namelijk, dat de aanval der Duitschers overal af geslagen werd, behalve aan den Oost kant waar zij voel, kregen in eetiige kleine stukken loopgraaf. Do vooruit gang, die de Duitschers bij het fort Douaumont opteekenen, wordt echter door het ofilcieele Fransche bericht tegengesproken. Het avondbericht der Franschen geeft geen ander nieuws dan een nieuwen mislukten aanval van de Duitschers tusschen Douau mont en Vaux. „N. Rott. Cl." Van het Westelijke front. Berlijn, 12 April. Bij La Boiselle, ten N.O. van Aluert, heeft een kleine Duitsche afdeeling van een nachte lijke onderneming tegen de Engel scho stellingen, zonder zelf verliezen te lijden, 29 gevangenen en 1 chinegoweer teruggebracht. Ten W. van de Maas hebben de Franschen onze linies ten N.O. van Avocourt vergeefs aangevallen. Zij bepaalden zich voor het overige ech ter tot levendig vuren van hun artillerie. Op den oostelljkeu oever brachten drie, door hevig vuur voorbereide, tegenaanvallen bij de Peporhoogte (Cóte de Poivre) den vijand slechts groote verliezen, maar geen voor- doelen. Tweemaal slaagden de storm- loopende troepen er niet in, door ons spervuur heen te komen. De derde stormloop werd dicht voor onze hin dernissen in het vuur van de machine geweren gebroken. In het Caillette-bosch hebben wij tegenover een garönekkige verdedi ging voetagewijs eenig terrein ge wonnen. In een luchtgevecht is een Fransch jachtvliegtuig bij Omes (Woévre) neergeschoten. De vlieger was dood. Parys, 11 April. Ten Westen van de Maas wordt ons front Mort Homme—Cumières zwaar gebombar deerd. Geen werkzaamheid van de infanterie. Ten Oosten van de Maas hebben de Duitschers na een hevige voorbe reiding door de artillerie en een zware bui traanverwekkende gra naton tot slot, om 4 uur in den na middag onze loopgraven tusschen Douaumont en Vaux aangevallen. Zy kregen voet in eenige vooruitge schoven linies, maar werden er on verwijld door een tegenaanval uitge dreven. Wij hebben by die gelegen heid 100 ongewonde gevangenen gemaakt. Een Fransch luchteskader heeft tweemaal de stations Nautillons en Brieulles gebombardeerd, alsmede eeu emplacement voor een kanon van 38 c.M. Parijs, 12 April. De slag bij Verdun heeft de laatste dagen hevig voort geduurd. Hij kenmerkte zich door twee reeksen van verwoede aanval len op onze vleugels, zonder dat deze onze linie, ondanks het gebruik van de ergste middelen, als brandende vloeistoffen en traanverwekkènde projectielen, konden aantasten. Ten Westen van de Maas gaat strijd nog altijd om-den Mort Homme. Do Duitschers zyn er iu geslaagd een honderd meters loopgraaf te be zetten, maar de top blijft ontoegan kelijk voor hen. Het aanhoudende hevige bombardement van de linie Mort Hommo-Cumières is een aan wijzing dat de vijand van plan is, de stelling opnieuw aan te vallen, maar er zijn maatregelen genomen om hem op dezelfde wijze als daar voor te ontvangen. Op den rechteroever van de Maas zijn de pogingen van de Duitschers, om de verloren loopgraven te her nemen, hun slechts op aanmerkelijke irliezen te staan gekomen. De bedrijvigheid van de vijande lijke artillerie in Woévre schijnt een aanwijzing to zijn van zijn voorne men, om den algemeenen aanval naar het Oosten toe uit to breiden. Uit Dultsch Oost-Afrika. LOUfenqo Marqués, 12 April. Een Portugeesche expeditie-macht heeft Kionga, in Duitsch Oost Afrika, op 10 dezer bezet. Ingezonden Mededeeling. voor Mantels «nCostuums. 140 sM. bind, f 2.50. PLAATSELIJK NIEUWS. Tot de Kiikslcflteefeschool voor meisjes te Apeldoorn is toegelaten H. J. Winter, leerlinge der R. N. L. alhier. Haring. In de laatste twee dagen is slechts 45 tal haring aangebracht. Gewijzigd reisplan van Hr. Ms. „Noordbrabant". Vertrek van Nieuwediep 12 April, aankomst Las Palmas 22 April, ver trek 25 Aprilaankomst Sc. Vincent 29 April, vertek 1 Mei; aankomst Sc. Helena 11 Mei, vertrek 13 Mei;aan komst, Kaapstad 21 Mei, vertrek 28 Mei; aankomst Durban 1 Juni, vol trek 6 Juni; aankomst Port Louis 13 Juni, vertrek 15 Juniaankomst Oost-Indié 1 Juli. Vertrek Oost-Indié 9 Juli; aankomst Port Louis 21 Juli, vertrek 23 Juli aankomst Durban 30 Juli, vertrek 4 Augustusaankomst Kaapstad 8 Augustus, vertrek 15 Augustus aankomst St. Helena 23 Augustus, vertrek 25 Augustus; aankomst St. Vincent 4 September, vertrek 6 Sep tember aankomst Las Palmas 10 September, vertrek 13 September; aankomst 24 September. Het schip kon gisterenmiddag niet vertrekken, wegens een plotseling mankement aan de stuurmaehiue. Zoodra deze schade hersteld is, zal de „Noordbrabant" zee kiezen. Het aan den wal brengen vau een zieken korporaal-machinedry ver werd in verband gebracht met een ongeval in de machinekamer, waarby deze zou zy'n gewond. Dit bericht mist allen grond. (Later bericht). De Noordbrabant is hedtiiUiiidaB ft S uu;- vertrokken. Ongeregeldheden bij de militairen. Gisteren bereikte ons het bericht, dat zich in de kazerne Langestraat., en op het fort Kykduin, eenige onge regeldheden hadden voorgedaan. Zelfs sprak men van „muiterij". Bij nadere informatie bleek ons dat het woord „muiterij" hier ten onrechte gebruikt werd. Wat het geval Langestraat betreft, deelde men ons mede dac een militair zich onreglementair ziek meldde, ten einde vry vau dienst te zyu. Daar over onderhouden door den kapitein, trad hy op het bureau onhebbfiyk op, met het gevolg, dac de kapitein bevel gaf den soldaat in te rekenen. Een aantal manschappen, ook de wacht, weigerden aan dit bevel te voldoen. Door het optreden van een anderen officier werd de man- toch in arrest gpsteld, en slaagde men or in opgewonden gemoederen tot kalmte te brengen. De betrokken manschappen zullen worden gestraft. Te Kijkduin werd een avond ter ontspanning der militairen gegeven in de cantine. Toen deze gesloten moest worden en door de militairen verlaten was, wilden eenige van hen weder naar binnen en trapten de deur in. Een bevel om zich naar de kamers te begeven werd door de manschappen niet opgevolgd. Ten slotte gelukte het met behulp van ter assistentie ontboden militai ren, de belhamels te arresteeren. Over beide gevallen Ipopen hier tal van lezingen, waarvan wij de juistheid niet kunnen controleeren. Zy zijn in ieder geval sterk over dreven. Poging tot zelfmoord. In Erfprins heeft een soldaat, in overspannen toestand, en bovendien onder den invloed van sterken drank verkeerende, getracht zich van het leven te berooven. Hy plaatste daartoe het gewner onder de oksel en trachtte dit af te vuren. Achtereenvolgens loste hy vier schoten, welke evenwel misten. De man is thans ter obser vatie in het hospitaal opgenomen. Afloop der eerste veiling van huizen, behoorende tot den boedel van wijlen den heer C. Mulder, ge houden op 12 April, ten overstaan van notaris C. Stammes. 1. Huis en erf a. d. Oostslootstr. groot 1 are 5 cent. Kooper de heer W. C. v. Breda, voor f 1802. 2—3. Twee huizen en erven a. d. Vlamingstr. 33 en 35, ieder groot 1 are 7 cent. Koopor de hr. K. Groot q.q., voor f3050. 4. Huig en erf a. d. Vlamingstr. 48, groot 86 cent. Kooper de hr. IJ, Met selaar q.q., voor f1150. 5. Huis en erf a. d. 2e Vroonstr. 47, groot 1 are 10 cent. Kooper de hr. H. F. Thieman q.q., voor f 1700. 6 7. Twee huizen en erven a. d. Walvischstr. 2 en 4, resp. groot 57 en 62 ceDt. Kooper de hr. H. van Pelt q.q., voor f1605. 8. Huis en erf a. d. Middenstr. groot 1 are 12 cent. Kooper de hr. H. Riemers q.q.,'voor f1210. 9. Huis' en erf a. d. Middenstr. groot 1 are 14 cent. Kooper de hr. J. Boerdyk q.q., voor f1195. 10. Huis en erf a. d. Middenstr. 70, groot 1 are iö cent. Kooper de hr. P. Bruin q.q., voor 11180. 11—12—13. Drie huizen en erven d. Artilleriestraat, 34, 86 en 88, resp. groot 88 cent., 1 are 6 cent. en 98 cent,, kooper de heer K. Hoo- gerduin, voor f 1780. 14—15. Twee huizen en erven a. d. Langestraat 58 en 60, resp. groot 1 are 40 cent. en 1 are 6 cent., koo per de heer H. van Pelt qq., voor f 2605. 16. Huis en erf a. d. Langestr. 62a, tast en achter het vorige perceel, groot 1 are. 5 cént., kooper de heer Sj. Schilstra qq., voor f 430. 17-18-19. Twee huizenenerven a. d. Wachtstr. no. 28 en 30, resp. groot 1 are 6 cent. en 95 cent. en een huis en erf a. d. Rensteeg 8, (annex de 2 vorige pérc.), groot 2 aren 5 cent., kooper de heer K. Hoogerduijn, voor f 2241. -21. Twee huizen en erven a. d. Schagenstr. 35 en 37, ieder groot 72 cent., kooper de heer M. Smits qq., voor f 2220. Zangavond voor militairen. Toen de heer Joh. Oostveen, mu sicus uit den Haag, die op zyn tournée langs de forten en de kazernes van gemobiliseerd Hollacd ook den .Helder weer bezocht met zijn bege- Ingezonden Mededeeling. Reclame 140 cM. breed, 0.74. leider, gisterenavond in de Marine cantine het podium betrad een doodgewone, gemoedelijke cantine- stoel en met stentorstem riep: „We gaan beginnen, jongens!" zwe gen ai de matrozen, de glunderende mariniers- en de soldatengezichten als moffen. Een paar jongens, de pet scheef op d'r kop, zaten, overvol van de leut, op de eerste rij en hoopten ter dege te profiteeren vau het ge- bodene. „Wat zal 't zijn?" was de eerste vraag, die de heer Oostveen stelde, en van allen kant klonken de uitroepen „nummer drie, nummer tien, Ik en mijn wijf, nummer vyf- en-t-wintig".'t Was een salvo van heilig zangers vuur, een snelvuur van uitroepen. Maar er was niets aan te doenze konden maar één voor één bediend worden. En „Ik en myn wijf' was het eerste nummertje. „Ik en mijn wijf en mijn jongens (alle vijf, Zingen een liedje voor tydverdry'f." 't Ging uitstekend, en Lovendaal's geestig „Soldatenliedje" volgde: van 't soldaatje, dat vol moed Zondags uitging met het meisje, maar 's Maan dags, och arme!, in de nor de Zon- dagsche zonden boeten moest. En Dirk Witte's „Aspirine" volgde; „Aspirine", door generaal Kleinhons, den organisator vau deze zangavonden, met zooveel gevoel voor humor in het boekje, door het Departement, van Oorlog uitgegeven, ingelaschfc. 01' is het niet humoristisch, den soldaat te laten zingen „Dokters kan ik niet meer zien Ik zweer trouw aan d'aspirien Of de generaal wist, dat er aan den geneeskundigen dienst ietwat haperde Ook „Tineke van Heule" met haar zangerig refrein moest, den tol betalen aan de zanglustige jantjes en sol daten, en het was een lust ze te hoo- ron galmen. Enkele uitgelatenen maakten fraaie Lremulandi en lange uithalen: uitingen van levenslust, die de heer Oostveen tactvol wist te bezweren. Het publiek in de Cantine werd deze bekende nummertjes overmoedig: 't, dorst ook de minder bekende aaD zelfs werd hel: Friescho volkslied in d'eigen taal gezongen: „Klink den en daverje flor yn it roun, Dynalde eare, o Fryske groun!" Of het nu wel naai' de juiste uitspraak was Friezen zijn nog al kieskeurig op hun taal. Maar hinderen doed het nie mand. 't Allerliefst hadden ze 'fc gaDSche bundeltje doorgezongen. Maar twee- envyftig liedjes op één avondEr zijn grenzen, ook aan' de capaciteit en het uithoudingsvermogen van een geschoolde stem, en de heer Oostveen dronk al bedenkelijk water, water, water. Totdat ten slotte de heer Brands, die mede de leiding heeft van deze zangavonden op dagen, dat de heer Oostveen er niet is, een deelte van de taak overnam en het zangerig „Bergen op Zoom" met zijn krachtig geluid vóórzong. 't Ontlokte een spontaan applausje en toen hierna het geheele auditorium deze klassieke en fraaie verzen uit den Gedenck- clanck zong, klonk het wkt goed, in weerwil van de technische moeilijk heden. 't Ging er huiseiyk en gcmoedeiyk toe, en 't publiek, waaronder enkele vrouwen, was dankbaar en voldaan, 't Ging on-offleieel eu gemoedereerd de een lag languit op drie stoelen de ander rookte zijn pijpje tabak, en zong, tusschen twee halen door, uit voile borst: „Hoog het glas! hoog het hartHoog het liedEn is dat niet de ware levenswysheidzingend door 't leven te gaan, van liefde te zingen en van narigheid, van lachen en van schreien? „Wo man singt, da laas dicli ruhlg nieder, Bose Menschen liaben keine Lleder"- En ze mogen wat ruw zyn van buiten, de zeelui en de landlui, kwaad zyn ze niet, het Hollandsche hart klopt in de Hollandsche borst en het Hollandsche lied schalt door de lucht Den 26en April is er weer een zang avond de laatste in dit seizoen. Dan begint officieel de zomer en is het voorloopig gedaau. Succes heeft dit pogen zeer zeker gehad; als er nu wat blijft hangen van al die versjes, i3 het doel bereikt. Hat Leven en Werken der Europeanen In Nederland8ch-lndië. Dinsdagavond had in de Marine- Cantine de-laatste lezing plaats van den heer W. J. Giel, waarby hy over bovenstaand onderwerp sprak. Spreker begon zyn rede met uiteen te zetten hoe men zich meestal eene verkeerde voorstelling maakt van de leefwijze onder de tropen en deed vooral uitkomen, dat men zich het het werk aldaar niet al te gemakke lijk moet voorstellen. Vervolgens noemde hy eenige cijfers om de sterkte van het Europeesche element te illustreeren. In onze koloniën telt men slechts 81000 Europeanen, waarvan slechts 1/7 deel geboren Nederlanders zyn, en de overigen zyn meeetal half bloed een 1400-tal Duitschers vinden er, )s als etteiyke honderden En- gelschen hun werkkring. De Japanners worden thans ook, sinds zy „eenige Russische kruisers in den grond ge boord hebben", tot de Europeanen gerekend. In Indié aangekomen, maakt het natuurschoon, dat daar in weelderigen vorm opgemerkt wordt, op den nieu wen gast een grootschen indruk. En om eenig denkbeeld te geven van het Indische schoon liet spreker eenige afbeeldingen bewonderen van Indische fraaie steden als Sabang, Batavia en haar buitenplaats Weltevreden. Het hulseiyk leven heeft er in Indié veel lichtzyden door zyn normale dagin- deeling, geringe temperatuursver schillen en gezellige, heldere, woon huizen, welke veel lucht en licht toe laten. Om het groote verschil t,e doen uit komen gaf spr. daartusschen nu en dan een kiekje uit ons eigen land. Uitvoerig schetste spr. vervolgens het huiselijk leven iu Indié en de zorgen die de huisvrouw er heeft. In de groote steden doet- men lang zamerhand meer aan de Europeesche vormelijkheid; slechts in de binnen landen blijft de vroegere gemoedelijk heid nog. Voor de vrouwen is Indié een oord, waar door de ruime inkomsten van den man, geldzorgen onbekend kun nen wezen en voor de kinderen is het een eldorado. Gewooniyk heel luchtig gekleed brengen zy den heelen dag in de heeriyke buitenlucht door. De bedienden zorgen voor hen en voor alles. Voor de kinderlyke opvoeding heeft dit wél schaduwzydc-n. Het leven is er wel tweemaal zoo duur, maar daartegenover staat dat het loon er ook driemaal zoo groot is. Met f 150 per maand kan een onge huwde er rondkomen en een gehuwd paar met f200 als het vrije woniDg heeft. Voor jonge lieden is hol aanbe velenswaardig'in Indié zoodra moge- lyk te trouwen, daar het leven binnenshuis voor de meeste Indische lui, vooral voor hen, die op eenzame posten vertoeven, een hoofdfactor in het leven is. Man en vrouw zyn hier op elkander aangewezen en hebben hier elkander te steunen in de moei- lykheden des levens. Spr. liet verscheidene kiekjes zien van exterieurs en interieurs van wo- ningeD in Indié. "Wie naar Indié gaat moet zich gewennen aan matigheid in alle op zichten. Hec gebruik van spiritualiën is verkeerd. Ze worden trouwens langzamerhand meer vervangen door yBwater met limonade. Het klimaat is er gelijkmatig, niet ongezond. Spr. die zelf 25 jaar in Indié door bracht, schetste hoe men er gezond en krachtig le ven kan, en wie wil kan er aardig wat besparen voor latere dagen. Om te slagen zijn goede karakter eigenschappen noodig; de arbeid is er moeiiyker, er wordt een groote mate van plichtsbesef geëischt, moer zelfbeheersching, meer zelfstandig heid. Een goed vakman vindt er met deze eigenschappeh zyn weg wel. Op dit oogenblik is er groot gebrek aan menschen in allerlei takken van dienst. Levert Nederland die niet, dan komen zij uit het buitenland. Spr. acht dit niet in het belang van onze koloniën. Men mist natuurlijk ook wel wat in Indié, doch men lette niet te veel op dat gemis en geve niet te weinig acht op wat men heeft, ten einde het evenwichtige gevoel van tevredenheid niet te verliezen. Men mist er zijn eigen vaderland, de herinnering aan dingen, welke thuis aan het verleden herinneren men mist er soms den gezelligen omgang; men mist wel wat op het gebied der kunst, ofschoon het dilet tantisme in de kunst op hoog peil staat. Men ondervindt moeilijkheden bij de opvoeding der kinderen, vooral wanneer deze op wat ouderen leeftijd zyn gekomen en naar Europa moeten gezonden worden, daar de Indische maatschappy niet dat voor do vol ledige opvoeding en ontwikkeling der jongelui kan geven, wat de Euro peesche in dit opzicht biedt. Het dikwyis verplaatsen van ambte naren is ook meestal niet bevorderlijk voor een gezellig levon. Toch geeft Indié voor velen schoone toekomst. En 't is een goed werk als onze jongelui in het schoone Insulinde het werk voortzetten door onze voorvaderen aangevat. Met be hulp van Nederlandsche krachten kunnen onze Nederlandsche koloniën groot biyven een rijke bron voor 't moederland. Aan het slot zy'ner rede gekomen dankte spr. voor de groote belang stelling en de aandachtdie zijne lezingen hier vonden. Hy sprak de hoop uit dat het ge sprókene in goede aarde zou zyn ge vallen en zou bijdragen tot meerdere kennis van. en belangstelling in— ons schoone tropisch Nederland, welks wel en wee sedert meer dan drie eeuwen aan het onze is verbon den en waaraan Nederland zyne plaats in de rij dsr Europeesche staten te danken had. Een luid applaus dankte spreker voor het gegevene. De heer Van Zoonen gracht namens de commissie van het Ned. Ond. Ge nootschap vau wie deze lezingen uit gingen den spreker dank voor zijn lezingen, die vau zooveel liefde voor Indié getuigden en ons zooveel inte ressants hadden geleerd. BINNENLAND. Opkomst van miliciens en landstormmannen uitgesteld. (Officieel.) Het departement van oorlog deelt mede, dat, in vérband met het voorkomen van gevallen van nekkramp in verschillende gemeenten van ons land, de opkomst van de miliciens; der lichting 1916 en de landstormmannen, die inhettydvlak van 16-20 dezer was vastgesteld, tot een later te bepalen tydvlak wordt uitgesteld. Staats-commiasie voor het Onderwijs. Het rapport van bovengenoemde commissie is verschenen en in de hedenmorgen uitgekomen dagbladen opgenomen. De „Cotumbla" op een mijn geloopan. Bij de directie van den Kon. West- Ind. Maildienst is bericht ontvangen, dat het ss. „Columbia" gisterenmorgen te kwart voor 6, op 3 myi Oosteiyk van den Galloper boei op een mijn is geloopen. Het schip bleef echter drijven; alleen de voorpiek en het voorruim liepen vol. Vergezeld van het Noorsche s.s. „Nanna" werd langzaam aan terug gestoomd in de richting van het Sunk-vuurschip. Inmiddels was een Engelsche tor pedoboot aangekomen, welke om in lichtingen vroeg. Daarna kreeg men bevel naar Londen te stoomen. Een later bericht meldt dat het schip behouden op de Theems is aangekomen. De „Columbia", een der nieuwste booten van den K. W.-I. M., meet 5644 ion. Het schip was op weg van Baltimore naar Amsterdam en had 4800 ton mats voor de regeering aan boord. Na aankomst in Holland zou het schip in Amerikaansche handen over gaan. Oo „Tubanïla" getorpedeerd. In de py'niyke positie, waarin de „Tubantia"-zaak ons heeft gebracht, kuunen wy ons tenminste gelukkig prijzen den Raad van Scheepvaart te bezitten Vlug als altyd uitspraak doende, heeft dit colloge eergisteren als be wezen verklaard, dat dé „Tubantia" op 15 Maart j.1. is getorpedeerd, en wel door een bronzen Schwartzkopff- torpedo, die, gegeven de afwezigheid van eenig ander Bchip in de nabyheid, bestemd moot geweest zijn de „Tu bantia" te treffen. Nu dit officieel vastgesteld ia, kunnen wy niet gelooven, - dat de betrokken oorlogvoerende regeerin- gen, zelfs zoo zy aanvankelijk door hunne loochening van schuld aan het gepleegde wanbedryf het onderzoek als afgedaan mochten hebben be schouwd, in deze houding zullen volharden, ook na kennisneming van de uitspraak van den Raad voor de Scheepvaart, welke hare gezanten ongetwyfeld onmiddellijk zullen heb ben overgeseind. Mocht dit onverhoopt wei het geval blyken te zyn, dan heeft de Uitspraak van den Raad voor de Scheepvaart de positie onzer regeering in den allerpynlijksten toestand, waarin het „Tubantia"-incident ons tegenover onze groote buren heeft gebracht, ten zeerste versterkt; en wy kunnen met vertrouwen de vraag, op wélke wyze eventueel gebruik zal gemaakt worden van de uitspraak, ter beslissing aan de regeering zelve overlaten. Vast staat wel, dat de regeering dezo uitspraak niet zonder meer naast zich neerleggen zal. („N. Rott. Crt.") De „Tubantia". Aan het strand tusschen paal 10 en 11 naby Callantsoog is een sloep van do „Tubantia" aan komen dry ven en gedeponeerd by den strandvonder aldaar. De „Prlnsas Juliana". De directie van de maatschappy Zeeland heeft aan de „Middelb. Ct." meegedeeld, dat er haar niets bekend is van een voornemen der Engelsche regeering, het wrak van de mailboot „Prinses Juliana" zoo spoedig moge lijk op te blazen. Nieuwe oorlogsbrood-periode. Volgens een officieele verklaring der Regeering, zullen vanaf 14 dezer de meelfabrikanten voorloopig geen tarwebloem meei mogen maien. Zoo- dra de in den lande bij de fabrikanten en bakkers aanwezige voorraad bloem is verbruikt, doch in ieder geval uiterlyk van Maandag 24 dezer af, zal slechts bruin tarwebrood (brood van ongebuild tarwemeel) gebakken mogen worden. Het Ryksgraanbureau zal echter op verzoek van de burge meesters bloem beschikbaar stellen ten behoeve van die personen, voor wie op medische gronden het gebruik van bruin tarwebrood onraadzaam geoordeeld wordt. De betrokken per sonen zullen een verzoek daartoe mooten doen by den burgemeester hunner gemeente, onder overlegging van een geneeskundig attest. Deze maatregel wordt in hoofdzaak genomen omdat de geregelde aanvoer uit Amerika steeds meer belemme ring ondervindt, doordat steeds min der schepen beschikbaar komen, o. a. doordat zes schepen der H. A. L. door een geschil met het personeel sinds geruimeu tyd niet kunnen uitvaren, doordat onderscheidene schepen, met tarwe geladen, schade hebben beloo- pen of worden opgehouden, en door de vertraging, ontstaan door de lange route benoorden Schotland. Engelsche steenkolen. Men meldt uit ÏJmuiden: Volgens order van het Engelsche consulaat-generaal mogen de IJmui- der stoomviascheryschepen niet met Engelsche steenkolen geladen wor den, tenzy de reedery er borg voor staat, dat de visch, door treilers, met Engelsche kolen geladen, gevangen, niet naar Duitschland uitgevoerd wordt. Aangezien niet de reederijen de visch exporteeren, doch de han del, en de eerstgenoemden die ver- zekeriugen niet kunnen geven, wor den de met Engelsche kolen geladen schepen leeggehaald en van Duitsche steenkolen voorzien. Zomertijd. In Duitschland zal men nu - oorlogstyd met mgang van 1 Mei, den zomertyd invoeren. In vredeaty'd was het voorstel hiertoe steeds ver worpen uit hoofde van den last die het zou veroorzaken. Thans nu er méér gelet wordt op volksgezondheid en bezuiniging, dan anders, zyn deze bezwaren uit den weg geruimd. Van 1 Mei tot 1 October, zal men dus in Duitschland algemeen een uur langer van het daglicht gebruik maken dan men in gewone omstan digheden zou doen. En van groot belang is de enorme besparing aan gas, electriciteit, steen- n en petroleum. Ingezonden Mededeeling. Vitrages en Gordijnen. Vloerkleeden. Zeilen. Linoleums. VolgenB de „N. Rott. Ct." is op het voorstel van de Nederlandsche spoor- weg-maatschappyen, tot invoering van den zomertyd, van hoogerhand afwyzend beschikt. Wij vragen ons af, waarom het wel in Duitschland kan en niet in Holland. Of maakt de besparing van steenkolen enz. voor Nederland niet uit, omdat de voorraad zoo groot is? Wy gelooven het tegendeel. De auteur van het Oera-LInda-Bok. Men schryft aan de „Leeuw. Ct." De inhoud van het kistje met be scheiden betreffende het Oera-Linda- Bok, door wyien Johan Winkier toevertrouwd aan het „Friescb Ge nootschap", heeft zelfs aan zeer gematigde verwachtingen niet beant woord. De heer Winkier wyat als schry vers van het bekende handschrift aan de heeren Haverschmidt (Piet Paaltjens) en dr. Eelco Verwijs. Geen enkel historisch bewijs wordt voor deze meening aangevoerd. Alles is slechts eene persooniyke opvatting', die de zaak, naar het oordeel van het bestuur van het „Friesch Genootschap", niets verder brengt en bovendien volkomen in strijd is met de houding van de zoogenaamde falsarissen en met de door J. Beckering Vlnckers gepubli ceerde gegevens, voorkomende in de uitnemende verhandeling, getiteld: „Wie heeft het Oera-Linda-Bok ge schreven" De memories van Johan Winkier zijn overigens onderhoudend en wel aardig voor de kennis van het verloop, dat de zaak gehad heeft inden boezem van het „Friesch Genootschap". Het ligt in het voornemen van het bestuur van dat Genootschap om de schriftelijke bescheiden uit het kistje later te publiceeren in de „Vrye Fries", het genootschappelyke tydschrift. („H.bld."), Ontevreden militairen. Te Lelden hebben zich eergisteren onder de militairen van het garnizoen een aantal gevallen van dienstweige ring voorgedaan, ten gevolge waarvan een 20-tal soldaten op 's-Gravensteyn in arrest gesteld zyn. Verschillende oorzaken voor de onder een deel van hot garnizoen heerschende ontevreden heid worden genoemdde houding van enkele officieren, waar over in de plaatselyke bladen reeds een uit voerige polimiek gevoerd is; onte vredenheid met het uit Rotterdam aangevoerde oudbakken broodde intrekkingder verloven, waarbij kwam dat de nog toegestane permissie in de eene compagnie anders werd toegepast dan in de andere. Ook schynen de gevallen van nekkramp, die zich onder de soldaten hebben voorgedaan, eenige zenuwachtigheid veroorzaakt te hebben. Wij vernemen, dat eergistermorgeu een 40-tal militairen in de stadBge hoorzaal kwamen, en daar hun voor nemen om dienst te weigeren en hun kameraden tot. dienstweigering aan te sporen, meedeelden. Ongeveer 70 man kregen zy mee. De meesten echter rukten nog mee uit. Enkelen trokken naar Den Haag. De onwilligen behoorden tot drie compagnieën. (Hbl.j Oplichting. Schipper J. H., van de Rynaak Brussel, en de bootenbaas G, van H., to Rotterdam, maakten te Amsterdam kennis met een Duitscher, die zich byzonder interesseerde voor den ver boden uitvoer van koopwaren. Met dien Duitscher werd overeengekomen, 50 zakken rijst en 120 vaten lynolie te laden aan boord van de Brussel en te trachten deze goederen over de grens te krijgen. Daartoe vertrokken de schipper en de bootenbaas in Maart j.1. mei; de Rynaak Brussel naar Krimpen a/d. IJsel, waar bij nacht de balen rijst en de vaten lijnolie met een stoom boot aan boord werden gebracht. Van daar vertrokken zij met de Brussel naar Nymegen, waar men een veertien dagen stil bleef liggen. Uit Ny'megen werd aan den Duitscher geschreven, dat men te vergeefs getracht had over Harlingen en over Kampen de koopwaar naar Duitsch land te krygen, hetgeen niet waar was. Uit Nymegen teruggekeerd, werden de balen rijst en de vaten lijnolie in een pakhuis aan de Feyenoordkade opgeslagen en werd aan den Duitscher geschreven, dat zy f2500 moesten hebben voor moeite en kosten; ont vingen zy dit bedrag niet, dan hielden zy de koopwaren vast. Zy rekenden er op, dat de Duitscher hiervan geen aaDgifte durfde te doen. Byna het ge heele gevraagde bedrag is hun dan ook uitbetaald, waarna de Duitscher zyn goederen terugkreeg. Later is toch ruchtbaarheid aan de zaak gegeven, hetgeen de arrestatie van den schipper en den bootenbaaa tengevolge heeft gehad. Laatste berichten. Vin hot Westelijk front. Parys, 12 April. Op den linkor Maasoever hebben de Duitschers van ochtend een aanval met brandende vloeistoffen op de Fransche stellingen in het Cauretteabosch tusschen den Mort Homme en Camières gedaan zy zijn overal teruggeslagen. Op den rechteroever levendige artillerie-actie tusschen Douaumont en Vaux. De Duitschers hebben in loop van den nacht geen nieuwe aanvallen ondernomen. Het blykt, dat de zeer krachtige offensieve be weging, welke de Duitschers tegen deze sector ondernamen en die de Franschen hebben afgeslagen, den Duitschers byzonder zware verliezen heeft berokkend- Van hit Zuidelijk front Weenen, 12 April. By Riva is de vijand, die zich in eenige vooruitgeschoven loopgraven en op een verdedigingswal ten zuiden van Sperone had genesteld, uit die stellingen weer verdreven. De aanval der Italianen op dien sector is dus geheel afgeslagen. Rome, 12 April. Onze watervlieg tuigen zyn, na in de beneden Adri- atische Zee een punt aan de kust gebombardeerd en de mannen, die het bewaakten, op de vlucht gedreven te hebben, op zee neergedaald en hebben de kust bereikt. De vier officieren, die aan boord waren, zyn aan land gegaan en hebben het huisje, dat tot signaal-post diende, met twee telegraaf-inrichtingen in brand gestoken. Zy lieten een kleine munitie-opslagplaats in de lucht vlio- gen, vernielden een aanlegplaats en -

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1916 | | pagina 2