HELDER8CHE COURANT
VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE
Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna
No. 4630
DINSDAG 6 JUNI 1916
44e JAARGANG
Abonnement per 3 mnd. 66 ct, franto per post M ot., Buitonland f 1.96
Zondagsblad 45 Btf„ „0.85
Modeblad 75 100 1.25
Voor het Buitenland bij vooruitbetaling -Losse nummers der Courant 2 ct.
Versohijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER
Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50
Advertentlön van 1 tot 4 regels (bij voorultbet) 30 cent. Elke regel mcsr 7 ct
Ingezonden mededeelingen van 1 tot 4 regels 75 oent. Elke regel meer 15 cent
Advertentlën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hooger berekend.
Qroote letters en cllché's naar plaatsruimte. - Bewijs-exemplaar 2i cont.
Op pagina 4 van dit blad is
opgenomen
1. Uit den omtrek.
2. Feuilleton enz.
DE OORLOG.
De legerbarlchten van
2, 3 en 4 Juni.
Yan het W e s t e 1 ij k front.
Het Fransche middag commuqiqué
van den 3en meldt* dat dé gevechten
op den rechter Maas-oe ver met dezelfde
hevigheid voortduren, en wel voor
namelijk op het front in het vak van
fort Vaux. Ondanks de verwoestin
gen in hun gelederen aangericht door
het vuur der Pranschen, deden de
Duitschers talrijke aanvallen op het
fort. Steeds werden zij teruggewor
pen. Ten slotte Damen zfj een loop
graaf ten N. van do sterkte. Het fort
is nog vast in handen der Pranschen.
In het Pransche bericht wordt ook
melding gemaakt van een aanval der
Duitschers op de stellingen der Engel-
schen by Yperen, waar het den vijand
gelukte in 'eenige vooruitgeschoven
posten door te dringen. Door een
tegenaanval werden zij weder ver
dreven. Des avonds duurde het ge
vecht nog voort.
Het Fransche middag communiqué
van den 4eu deelt mede: Op den
rechteroever van de Maas deden de
Duitschors Zaterdag tegen het einde
van den dag herhaaldelijk pogingen
om het fort Yaux van het zuidoosten
uit te omsingelen. Door een hevigen
aanval, dien zij tegen 8 uur deden
in het ravijn tusscben Damloup en
het front, gelukte het hun voet te
krijgen in de Pransche loopgraven.
In een onmiddellijk daarop volgeuden
tegenaanval der Franschen werden
zij er weder uitgeworpen. Een tweede
aanval, dien de Duitschers in den
ochtend op hetzelfde punt deden, werd
afgeslagen door de Pransche artillerie.
Het Eugelsche bericht van den
4en meldt dat de gevechten ten Z.O.
van Yperen bijzonder hevig waren.
Tusschen Hooge eu den spoorweg
van Yperen naar Meenen slaagden
de Duitschers er in hun aanvanke
lijk voordeel van Vrijdagavond uit
te breiden en gedurende den nacht
de Eugelsche verdedigingswerken
over eene diepte van zevenhonderd
yards in de richting van Hillebeke
te doorbreken.
De Canadeezen, die dezen sector
bezetten, deden tegen zeven uur
's ochtends een tegenaanval en slaag
den er geleidelijk in de Duitschers
een groot deel van het veroverd ter
rein weder te ontnemen.
Twee generaals die tijdens het
bombardement de loopgraven inspec
teerden worden vermist.
Ingezonden ^Medodeellng.
De Schat der Armen.
Gij hebt het geraden, die schat is
de gezondheid.
Daar de Fortuin zich ten hunnen
opzichte karig heeft betoond, door hen
de aardsche goederen te weigeren,
moeten do armen wijs zijn en wijl
de mensch eun kapitaal is, zorgvuldig
hun eenigen rijkdom: zichzelven,be-
wareu.
Zonder een groote kennis van geld
zaken te bezitten, kan ieder gemak
kelijk begrijpen dat een kapitaal eerst
dan werkelijke waarde verkrijgt wan
neer het interest opbrengt. Het is dus
vóór alles van bëlang, voor hem die
geen andere inkomsten bezit dan de
vruchten van zijn arbeid, voortdurend
te zorgen dat hij in staat is voort te
brengen en nooit zijn onwaardeerbare,
schat: de gezondheid, bloot te stellen
of te wagen.
Waakt er dus over; bega niet die
misdaad tegenover uzelf: lijdelijk te
wachten tot zij onherroepelijk verloren
is. Zorgt er voor, zoodra een eerste
aanval van ziekte heeft plaats gehad,
hoe licht deze ook zij, dat zij niet voor
een tweede maal terug komt, want
die indringster zou eindelijk vroeg of
laat zich schaamteloos bij u nestelen.
Overdenk hetgeen de heer O. Jarin,
landbouwer te Rolder, bij La Motte-
Chalan«;on (Frankrijk), ons schreef en
zijn voorbeeld zal heilzaam voor u zijn
„Gedurende twee jaren was ik ziek
ten gevolge van lange en verwaar
loosde verkoudheden en leed aan trek
kingen in de maag en aau duizelingen
ik had altijd koude handen en koude
voeten. Na zonder succès geneeshee-
ren geraadpleegd te hebben, vernam
ik dat de Pink Pillen verrassende
resultaten gaven. Ik heb er toen ge
nomen en ben er eenigen tijd geleden
mee uitgeacheden. Ik ben buitenge
woon tevreden over hun resultaat en
weet niet hoe u te danken. Ik denk
dat mijn brief aan de zieken zal
medeelen dat uwe pillen een uitmun
tend middel zyn."
En zegt gij nu ook aan de Pink Pillen
verlost mij van den boozeuw wensch
zal vervuld worden.
De Pink Pillen zijn verkrijgbaar
a f 1.75 per doos, en f9.— per zes
doozen b|j het Hoofddepöt der Pink
Pillen, Dacostakade 15, Amsterdam;
voor Helder en Omstreken bijAlb.
TEN KLOOSTER, Keizerstraat 93,
en H. W. ZEGEL, Kanaal weg 63;
te Schagen bij J. ROTGANS; te den
Burg (Texel) bij T. RUIS, en verder
bij verschillende Apothekers en goede
Drogisten.
Volgens het Duitsche bericht van
den 3en, werd bij het offensief in de
streek van Yperen, den hoogen rug
ten Z.O. van de stad bestormd en
genomen. Door de uiterst bloedige
verliezen van de verdedigers was het
aantal gevangenen gering. In het
geheel werden gevangen genomen
een generaal, een kolonel, 13 officieren
en 518 man. De in den nacht dooi
de Engelschen ondernomen tegenaan
vallen werden alle afgeslagen.
Bij verkennings-gevechten in Cham
pagne werden 200 Franschen gevan
gen genomen.
Tijdens de gevechten ten O. van
de Maas leden de Fransehen opnieuw
een nederlaag. Een krachtige aanval
tegen de door de Duitschers genomen
stellingen ten Z.W. van hetCailette-
bosch werd afgeslagen. Op den berg
rug ten Z.W. van Yaux trachtten de
Pranschen tot zesmaal toe de Duit
sche loopgraven binnen te dringen.
Zij werden steeds met groote verliezen
teruggeslagen.
Aan de Oostelijke helling der Maas
hoogten behaalden de Duitschers een
succes. Het krachtig vèrsterkte dorp
Damloup werd hier door hen ver-
meesterd. 580 Franschen, w.o. 18
officieren, werden gevangen genomen.
Bovendiendien vielen verscheidene
machinegeweren in handen der Duit
schers.
Volgens de Duitsche mededeeling,
van den 4en werden alle tegenaan-'
vallen der Engelschen ten Z.O. van
Yperen afgeslagen.
Op den^ linkeroever vaii de Maas
mislukte een aanval der Pranschen
tegen hoogte 304. Op den O. oever
duren de hevige gevechten voort. De
Duitschers behaalden eenige voordee-
len. Zaterdag werden meer dan 500
Franschen, w. o. 8 officieren, gevangen
genomen, en 4 mitrailleurs vermees-
terd.
Een aanval der Franschen ten W.
van Markirch werd afgeslagen.
Van het O o s t e 1 ij k front.
Volgens het Russische bericht vau
2 Juni, hebben de Duitschers na een
sterke artillerie beschieting driemaal
getracht de Russische stellingen ten
N.W. van Jacobsstadt aan te vallen.
Alle pogingen werden echter tot
mislukking gebracht. Ook werden in
den nacht van 1 Juni de Russische"
stellingen ten Z. van Smorgon bescho
ten en aangevallen. Hier werd de
vijand eveneens teruggeslagen.
De Russische berichten van 3 en
4 dezer maken melding van op
zichzelf staande aanvallen der Duit
schers ten N.O. van Krewo en ten
N.W. van Pulkarn.
De Duitsche berichten geven den
toestand als onveranderd, aan.
Volgens het Oostenrijksche bericht
van den 4en verwacht men een aanval
der Russen op het O.-H. front. Het
geheele front toch wordt door de
Russen met trommelvuur beschoten,
voornamelijk op het gedeelte aan
den Dnjestr, aan den beneden-Strypa,
ten N.W. van T&rnopol en in Wolhy-
niö. Bij Olyka onderhouden de Russen
de beschieting van het leger vah
aartshértog Ferdinand, over een front-
breedte van 25 K.M.
Van het Oostenr4)kschItali
aans che front.
Het Italiaansche communiqué van
den 2en meldtDp slag tusschen
Etsch (Adige)eu Brenta wordt steeds
verwoeder, met name langs het front
van de Posina-beek en in het gebied
van de Sette Comuni (zeven gemeen
ten) tot aan het Assa-dal.
Bij onzen aanval in het Assa dal'
(ten O. van het Lagarina-dal) slaagden
wij erin eonig terrein te winnen.
Langs het front van de Posina-beek
zijn in den nacht op 1 Juni hevige
en herhaalde aanvallen van den vijand
tegen de noordelijke hellingen van
den Fobni-berg en in de richting van
Cuaro (ten Z.O. van Arsiero) met
ontzaglijke verliezen voor den tegen
stander afgeslagen.
Verder wordt melding gemaakt van
talrijke verwoede aanvallen van de
Oostenrijkers tusschen Posina en
FusiDa(ten W. van Asiero). Geen
enkel voordeel werd door de Oosten
rijkers behaald. Ook in bet Assa-dal
mislukten alle, met Bterke strijd
krachten ondernomen aanvallen van
den vijand. Op hetfront ten N.O.
van Asiago maakten de Italianen bij
een tegenoffensief eenige vorderingen.
Volgens het bericht van den 3en
werd het offensief der Oostenrijkers
over het geheele front gestuit. Op
het front langs de Posina werden
alle aanvallen van den vijand afge
slagen. Ook op de hoogvlakte van
Asiago houden de Italianen stand.
De stelling Belmonte, ten N.O. van
'den Monte Cengio, welke stelling
herhaaldelijk genomen en hernomen
werd, is nu definitief in handen der
Italianen.
Op het overig deel van het front
is de toeBtand onveranderd.
Het Oostenrijksche bericht van den
3en, maakt eveneens melding van
tegenaanvallen der Italianen tegen
den Monte Barco en ten O. van het
gehucht Mandrielle.
Volgens het communiqué van den
4en ontwikkelen zich ten Z. van bet
Posina-dal hevige gevechten, daar de
ItalianeO hardnekkigen tegenstand
bieden. Ten O. van den Monte Cengio
gingen de Oostenrijkers vooruit. Hun
front i3 thans reeds vooruitgeschoven
tot vlak bij de plaats Cesuna. Alle
tegenaanvallen d6r Italianen werden
afgeslagen.
Het aantal der op 3 Juni gevangen
genomen Italianen bedraagt 5600, w.o.
78 officieren. Verder werden 3 kanon
nen, 11 mitrailleurs en 126 paarden
buitgemaakt.
Van het Russisch-Turksche
front.
De Russische mededeelingen van
den 4en geven aan dat pogingen der
Turken om in de richting van Diabekr
en ten Z, van Ienikey, tot het offen
sief over te gaan, verijdeld werden.
Tengevolge van do nederlaag der
Turken bij Revandoe3, trokken zij
terug op westelijker gelegen stellingen.
De duikboot- en mljnoorlog.
Do Engelsche stoomschepen „Elm-
grove" (3018 ton), en „Golconde"
(5874 ton) zijn gezonken. De onbe
wapende stoomschepen „Dewsland"
(1998 ton) en „Salmonpool" (4905 ton)
zijn in den grond geboord.
Engelsche torpedojager
vernield.
Berlijn, 4 Juni. Den 31sten Mei
vernielde een Duitsche onderzeeër
voordeHumbereengrooten modernen
torpedojager.
De Zeeslag.
De berichten over de strijdkrachten
die aan zeeslag bij Jutland deelge
nomen hebben, loopen al zeer uiteen.
Volgerls d8 Duitsche berichten, en dit
is nog eens uitdrukkelijk bevestigd,
is de Duitsche vloot in gevecht ge
weest, met de geheele Engelsche
slagvloot. Dit nu wordt van Engelsche
zijde tegengesproken. Volgens de
mededeelingen van de Engelsche
admiraliteit, beeft de Duitsche slag-
vloot voornamelijk een gevecht ge
leverd tegen een Engelsch, uit slag
kruisers en een enkel slagschip be
staand eskader, maar zijn deDuitschers
toen de EDgelache slagvloot deel zou
hemen aan het gevecht, op den loop
gegaan, en hebben zij hun havens
opgezocht, aldus de Engelschen mees
ter vau het terrein latende.
Het.is moeilijk om thans reeds
definitief te zeggen welke lezing de
juiste is. Echter wordt de Engelsche
voorstelling gesteund door de rappor
ten der in Nederlandsche en andere
havens binnengevallen neutrale sche
pen, welke rapporten onder meer mel
ding maken van achtervolgingen van
Duitsche schepen door Engelsche.
Hieruit zou men dus de conclusie
moeten trekken, dat de Duitsche
vloot weliswaar de Engelsche zee
macht een gevoelig verlies heeft
toegebracht, maar dat van een over
winning op de „geheele Engelsche
vloot" geen sprake kan zijn.
Ook de berichten over het verloop
van het gevecht zijn verschillend.
Het Wolff-bureau ontving uit gezag
hebbende bron het volgende relaas:
De Duitsche open zee-vloot was uit
gevaren om de Engelsche openzee-
vloot, welke den laatsten tijd her
haaldelijk aan de zuidkust van Noor
wegen was gesignaleerd, slag te leve
ren. De vijand verscheen den 31sten
Mei om half vlj? op ongeveer 70 zee
mijlen van het Skagerak. 'Het eerst
kwam een eskader,-bestaande uit 4
kleine kruisers van de Calliope-klasse,
in het gezicht van onze kruisers. Uit
westelijke richting kwamen twee vij
andelijke afdeelingen, die bleken te
bestaan tiit zes vijandelijke slagkrui
sers en een groot aantal kleine krui
sers. Wij gingen hun tegemoet tot
ca. 19 K.M. en openden toen op de
zuidelijk tot zuidoostelijk koersende
schepen een zeer doeltreffend vuur.
Iu den loop van den strijd werden
twee Engelsche liniekruisers en een
torpedojager vernietigd. Na een ge
vecht van oen half uur kwamen ten
Noorden van de vijandelijke schepen
nog meer vijandelijke strijdkrachten
in zicht, die later 6 schepen van de
Queen Elisabeth-klasse bleken te zijn.
Kort daarna mengde de Duitsche hoofd
macht zich in den strijd. De vijand
wendde terstond den steven Noord
waarts. De 5 schepen der Queen Elisa
beth-klasse bleven aan de Engelsche
liniekruisers hangen. De vijand tracht
te door met volle vaart echelonsge-
jp te stoomen' zich aan ons
uiterst doeltreffend vuur te onttrekken
en door een Oostelijken koers te vol
gen, langs onze voorhoede voorbij te
draaien. Onze vloot volgde in zeer
snelle vaart de bewegingen van don
vijand. Gedurende dit gedeelte van
het gevecht werden een kruiser van
de Achilles of Shannon-klassen en
twee torpedojagers vernield.
Het achterste gedeelte van het
Duitsche linieschepen-eskader kon op
dat oogenblik, omdat het achter in
positie lag, nog geen deel nemen aan
)t gevecht.
Weldra verschenen daarop uit het
Noorden nieuwe zware vijandelijke
schepen. Het waren, zooals reeds
spoedig kon worden uitgemaakt, meer
dan 20 vijandelijke linieschepen van
het nieuwste type.
Daar de spits van de Duitsche linie
voor een oogenblik in het vuur van
beide zijden geraakte, werd de linie
in Westelijke koers verlegd. Tege
lijkertijd werden torpedobootflottiljes
tegen den vijand in gevecht gebracht.
Deze deden met merkbaar succes
driemaal achtereenvolgens een aanval.
Gedurende dit gedeelte van het ge
vecht werd een groot Engelsch slag
schip vernietigd, terwijl een reeks
andere zwaar beschadigd moeten zijn.
De slag tegen de Engelsche over
macht duurde tot het donker werd.
Er namen minstens 25 Engelsche
groote slagschepen, zes Engelsche
slagkruisers, minstens vier pantser
kruisers deel aan het gevecht tegen
16 Duitsche groote slagschepen, vijf
slagkruisers, zes andere linieschepen
en geen pantserkruisers.
Toen het donker werd, gingen de
Duitsche flottiljes over tot den nachte-
lijken aanval. Gedurende den nacht
hadden kruisersgevechten plaats en
werden een groot aantal aanvallen
gedaan, door torpedobooten. Daarbij
werden een slagkruiser een kruiser
van de Achilles- of Shannon-klasse,
één, waarschijnlijk echter twee, kleine
vijandelijke kruisers en minstens 10
vijandelijke torpedojagers vernield,
waarondér 'zes alleen door het voorste
schip van de Duitsche vloot. Daartoe
behoorden de beide gebeel nieuwe
torpedojagers „Turbulent" en „Tip-
perary".,
Een eskader andere Engelsche
linieschepen, dat van het Zuiden af
kwam toesnellen, naderde eerst 's mor
gens nadat de slag afgeloopen was
en keerde terug zonder aan den slag
te hebben deelgenomen of in het ge
zicht van onze hoofdvloot te zijn
gekomen.
Een R'euter-bericht van uit Edin-
burg, geeft het volgende overzicht van
het gevechtWoensdagmiddag 4 uur,
toen het Engelsche eskader zich on
geveer 100 mijl uit de Westkust van
Denemarken bevond, signaleerde onze
voorhoede den vijand, die in totaal
ODgoveer 100 schepen telde, w. o. ten
minste 20 slagschepen en slagkrui
sers. In de voorhoede van den vijand
waren talrijke eskaders lichte kruisers
en torpedobootvemielers. De geheele
armada stoomde snel in Noordweste
lijke richting. De omstandigheden
waren geheel in het voordeel van de
Duitschers, die het gunstigste licht
hadden, en die zich onder den wal
hielden, waardoor zij zich een veiligen
aftocht verzekerden. De weersgesteld
heid wijzigde nog te hunnen voor-
deele, want een motregen verminderde
de zichtbaarheid van de Duitsche
schepen, terwijl de Britsche schepen,
die de zon achter zich hadden, ge
makkelijk tegen den horizon waren
waar te nemen waarbij nog kwam,
dat de Duitschers onder dekking van
de kust van Jutland hun sterkte ge
makkelijk konden verborgen houden,
Niettegenstaande deze ongunstige
omstandigheden, aardde Beatty, ge
trouw aan de tradities van de Britsche
vloot, geen oogenblik, maar liet aan
vallen. Toen de schepen met het
zware geschut nog ongeveer 15 mijlen
van elkaar verwijderd waren, werden
de eerste schoten gewisseld. Te oor-
deelen naaï de waterzuilen, die op
spoten om de voorste schepen der
Engelschen, viel er niet aan te twyfe
len, of de beste Duitsche slagschepen
losten salvo's, en.ofschoon de beroemde
nieuwe „Hindenburg-schepen" niet in
de officieele rapporten zijn vermeld,
is or aanleiding om te gelooven, dat
die op ruime schaal zijn gebezigd.
Van 15 mijl daalde de afstand «nel
tot 10, daarna tot 5 mijl.
Eerst waren de Britsche kanonniers
duidelijk de baas, en niet lang na den
aanvang van den strijd werd waar
genomen, dat een groote Duitsche
kruiser direct getroffen werd; een
oogenblik later sloegen de vlammen
er uit, en bijna onmiddellijk daarop
zonk het schip.
Thans kwamen de Duitsche slag
schepen aanen hun artillerie gaf
Duitsche» een-enorme meerder
heid.
Een van de moorddadigste vijanden
van de Britten was het Duitsche
mijnenveld, dat de volle vrijheid van
beweging van het Britsche eskader
belette, terwijl de Zeppelins en de
Duitsche onderzeeböoten in staat
waren met nuttige uitwerking te
opereeren.
Beatty, die er eindelijk in was ge
ragd de geheele Duitsche vloot uit
haar veilige verblijfplaats te krijgen,
besloot alhoewel hij zeer in de
minderheid was zich grimmig vast
te klampen aan den vijand, die op
voilé kracht was. 'Met hardnekkige
volharding streden onze kruisers,Loe-
wel de omstandigheden ongunstig
waren, wijl zij er ten volle op ver
trouwden, dat versterkingen in aan
tocht waren. Toen het gevecht een
paar uur aan den gang was, kwamen
de Invincible, de Indomitable en de
Inflexibie in het zicht. Niettemin was
de gevechtssterkte nog in het voor
deel van de Duitschers.
Het licht was zóó, dat de Britsche
schepen duidelijk konden worden on
derscheiden, terwijl de Duitsche vloot,
achter het mijnenveld, in de schaduw
van den wal lag, waar ook de mist
de Duitsche schepen een moeilijker
mikpunt maakten.
In dit stadium van het gevecht was
het hoofdzakelijk een duel tusschen
zware kanonnen; en het was een
verbijsterende strijd.
De Invincible werd, na met de
grootste dapperheid te hebben gestre
den en den vijand aanzienlijke schade
te hebben toegebracht - door haar
noodlot achterhaald en zonk snel.
Beatty werd spoedig van zijn onrust
bevrijd, toen vier slagschepen van de
Groote Vloot, de Valiant, de Barham,
de Malaya en de Warspite, aan den
horizon verschenen. Door hun deel
neming aan den strijd verkreeg de
slag een volkomen ander karakter.
De Warspite, die door vijf Duitsche
slagschepen of kruisers werd aange
vallen, vocht roemrijk en boorde in
den grond of beschadigde zwaar drie
van haar aanvallers. De Valiant ramde
een vijandelijke duikboot en bracht
die tot zinken.
Ten' slotte gingen de Duitschers op
de vlucht.
De manschappen van Jellicoe's
schepen waren hoogelij k verstoord,
toen de Duitschers niet tot het uiter
ste wilden doorvechten.
Toen de duisternis inviel, staakten
de groote schepen het vuren; maar
het gevecht werd door de kleinere
den geheelen nacht voortgezet, tot
de dag aanbrak.
Toen do Britsche vloot naar haar
verschillende basis terugkeerde, was
de vijand verdwenen.
De verliezen.
Van Duitsche zijde wordt volge
houden, dat de Engelsche super-
dreadnought „Warspite" in den grond
geboord is. (Dit wordt evenwel in een
officieel Engelsch bericht tegei
sproken, waarin gemeld wordt,
dit schip in de haven is teruggekeerd.)
Verder zou volgens mededeelingen
van een geredden schepeling van een
Engelsche jager, de pantserkruiser
„Euryalus" in brand geschoten en
uitgebrand zijn. Pe „Euryalus" is
een kruiser van 12.200 ton, van stapel
geloopen in 1911, snelheid 22 mijl.
Van Duitsche, zoowel als van Engel
sche zijde is niets omtrent dit schip
gemeld, zoodat nadere berichten die
nen te worden afgewacht). Het ver
lies van de kruiéer „Elbing" wordt
thans toegegeven.
Tegenover deze mededeelingen staan
de Engelsche berichten, die zeggen,
dat meer schepen van den vjjand
gezonken of ontredderd zijn, dan door
Duitsche marinestaf wordt opge
geven.
Behalve de van Duitsche zijde ge
noemde schepen, zouden ook de
„Derflinger" of de „Lützow". en
het linieschip „Westfalen", voor de
Duitschers verloren gegaan zijn.
Het verlies van deze schepen zou
dus door de Duitschers zyn verhei
melijkt,
Is dit inderdaad het geval, dan
zijn de verliezen der Duitschers
vooral in verhouding tot de ge
heele vloot zwaarder dan die der
Engelschen.
Wan Engelsche zijde wordt nog
gemeld dat nog S torpedojagers ver
mist worden, waardoor het aantal
vaartuigen van dit type, dat verloren
gegaan ia tot 8 stijgt.
Aan het gevecht hebben ook een
aantal Zeppelins deelgenomen. Vol-
j rapporten van neutrale stoom
schepen werd waargenomen hoe zij
Eugelsche oorlogsschepen met bom
men bestookten.
Volgens andpre berichten werden
er luchtschepen waargenomen die in
ontredderden toestand verkeerden.
Van Duitsche zijde wordt echter
gemeld dat geen enkel luchtschip
verloren gegaan is.
Het Nederlandsche sa. Vidar ont
moette Woensdagnacht op 80 mijl
ten Z. van de Noorsche kust en 160
mijl van Skagen oen wrak van een
Duitsche kruiser. Daarna boorde men
schreeuwen, en nadat een kleiDe boot
te water gelaten was, werden hier
mede 7 menschen opgepikt. Het waren
overlevenden van dun Engelschen
torpedojager Shark, die gezonken was,
na door een torpedo in de olietanks
te zijn getroffen. De mannen hadden
ongeveer 6 uur te water gelegendrie
waren gewond, een huDner is op reis
naar Huil gestorven. Naar de drenke
lingen vertelden, was eerst het stuur-
toestel van de Shark, beschadigd en
vervolgens de dekken door geschut
vuur weggeslagen. Alles was vernield,
behalve een kanoD, dat de kapitein
en twee man tot het laatst bedienden.
De kapitein wien een been was af
geschoten, was met het schip in de
golven verdweneD.
Een Engelsch bericht meldt, dat
vier adelborsten van de Queen Mary
zijn gered, en dat alle andere officieren
zijn omgekomen. De kapitein van de
Invincible en een luitenant zijn gered,
alle andere officieren omgekomen^
Alle offleieron van de Indefatigable,
Defence en Black Prince zijn omge
komen, die van de Warrior zijn allen
gered.
Door de sleepboot „Thames" zijn
eenige schipbreukelingen van de
jFrauenlob" te Hoek van Holland
aangebracht. Het schip was iu den
nacht van Woensdag op Donderdag
om 1 uur, zonder dat het feitelijk
nog aan hèt gevecht had deelgenomen,
door twee salvo's in den grond
geboord. Het gevecht, waarin volgens
eenige geredden een zestigtal Engel
sche schepen betrokken was, had
reeds anderhalf uur geduurd. Daarna
was er een stilstand ingetreden en
daarna had de ondergang van de
,Frauenlob" plaats.
Volgens andere geredden waren de
Duitsche oorlogsschepen den ochtend
tevoren uit Wilhelmshafen vertrok
ken.
De schipbreukelingen zullen worden
geïnterneerd, daar zij meegenomen
waren van een Engelsche torpedoboot,
waarbij verzocht werd, hen aan de
Nederlandsche regeering over te geven.
De te IJmuiden aangebrachte schip
breukelingen, die direct door trawlers
zijn opgenomen, zullen niet worden
geïnterneerd. Zy zyn in vrijheid
gesteld en kunnen naar hun vaderland
terug te keeren
Over het algemeen nemen de Engel
sche bladen het gebeurde kalm op.
In hun besprekingen wijzen zij er met
nadruk op dat, ondanks de zware
verliezen, de Engelsche vloot de
Duitsche naar hare havens heeft terug
gejaagd en zoodoende haar meester
schap ter zee heeft gehandhaafd. Een
enkel blad, zooals de „Manchester
Guardian" legt den nadruk op het
feit, dat de Duitschers met succes
hun Zeppelins weten te gebruiken
voor hun vlootverkenningen. Daar
door waren de Duitschers op de
hoogte van de samenstelling en sterkte
der Engelsche vloot, en konden zij
hun maatregelen nemen. Het blad
dringt dan ook op verbetering van dit
onderdeel der vloot aan. Verder,
maar dit is voor na den oorlog zegt
het blad, is gebleken dat er groote
behoefte bestaat aan een kanaal dwars
door Schotland.
PLAATSELIJK NIEUWS.
Bij het eramen voor onderwij
zeres to Haarlem slaagen de damos
W. Hartman, F. Heyselaar en A. C.
Meijers alhier.
Bond voor Mlndor Marine-Porsonool.
Zondag 4 Juni hield bovengenoemde
Bond zijn jaarvergadering, thans voor
het eerst in eigen gebouw. De groote
vergaderzaal was smaakvol met pal
men en varens versierd.
De Voorzitter, matroos le kl. J.
H. Smitb, die te ongeveer half tien
de bijeenkomst opende, heette de af
gevaardigden welkom, die na twee
jaren weer bijeengekomen waren om
den toestand teoverzien en dekomende
actie te bespreken. Ten vorigen jare
is niet vergaderd wegens den oorlogs
toestand, en daar dit de eerste ver
gadering is in het nieuwe gebouw,
verhoogt dit het feestelijke. Reeds
twee jaar ia het alweer geleden, dat
de Bondsleden opgingen om het
gebouw te bezichtigen.
De oorlogstoestand heeft aan de
organisatie geknaagd. Maar, al is de
toestand niet zooals vóór de mobili
satie,- zijn we er zoo slecht aan toe?
vraagt spr. Het antwoord moet luideD:
zeer zeker niet, we staan nog zeer
sterk. Bewijs dlaarvoor zijn onze beide
burchten, in den Helder en te Soera
baja. Wij zullen met dezelfde geest
drift doorgaan.
Als we de beide jaarverslagen
doorzien, moet eenige achteruitgang
geconstateerd vrorden. Vooral de ad-
miniatratie der afdeelingen heeft ge-1
leden, doordat wegens demobilisatie
de leden verspreid zijn geraakt. De
afdeeling Helder bv., die in normale
omstandigheden 500 leden heeft, heeft
er thans maar een 100 tal ln de plaats
de rest is hier en daar verspreid.
Hell'evoetsluie was verplicht een be
ambte aan te stellen. Verder is het
vervroegd vertrek van Brandsteder
ook een van de oorzaken. Bij de in
trede van den oorlog is hy naar
Oost-Indifl gerotipen.
Spr. werpt thans een terugblik op
het afgeloopen vereenigringsjaar. By
de inwerkingstelling van de circulaire-
Rambonnet heerschte aanvankelijk
eenige verbouwereerdheid, doch
allengs hebben we ons hersteld en
gezien wat we er tegen moeten doen.
Jammer is hét, dat we twee hoofd
bestuursleden moesten missen, die op
de „Noord-Brabant" gesnapt werden
met stukken van den Bond.
Wat de gebouwen betreft,- beide
voldoen aan de eischen, dia men
stellen mag.
Een nieuwe vorm van meioschen
is ontstaan in de matrozen K. D. Spr.
gaat in 't kort de geschiedenis ervan
na. Minister Coiyn wilde een militie-
marine invoeren, doch dit lukte niet
al te best. Minister Rambonnet zag
wel in, dat dit niet ineens ging, en
daarom voerde hy het instituut van
het Kort Dienstverband in by wy&s
van overgang tot de militie-marine.
Wat den Bond betreft,- die heeft al
flinke resultaten van de werving der
K.D.ers. Reeds een 4X)-tal hunner is
toegetreden tot den Bond. Al geldt
het hier een ander Hoort matrozen,
toch zyn zy vatbaar voor het lid
maatschap.
Nog een verheugend feit kan spr.
constateerenhet ontwaken der
miliciens. Ook zy zijn thans georga
niseerd, en van hun organisatie is
wel wat te maken. Spr. brengt hen i
een woord van welkom, en hoopt op 1
vruchtbare samenwerking met den
Bond.
Tegen de circulaire-Rambonnet
heeft de Bond bet zyne gedaan.
Een petitionnement om het vereni
gingsrecht weder aan boord toetelaten
werd verzonden met 1950 handteeke-
ningen. Dit stemt tot vreugde, maar
tegeiykertyd moet nog het idee heer-
schen dat nog zeer veel in deze te
doen is. Al kyken we maar naar de
kwestie der Paketvaatt, het eten en
slapen, enz., die weer voor tien jaar
van de baan zijn.
Hospitaaltoestanden. Kn den laatsten
tfd gaan de oogen ook in de burgery
open, getuige de felle kritiek in de
bladen. Ook in Indiö zy n de hospitaal
toestanden slecht.
De rechtspositie laat veel- te wen-
schen over. Wij leven ln abnormale
tyden, en het schijnt v rel alsof men
nu ook abnormale str affen uitdeelt.
De traktementen zyn over 't alge
meen meer achter- d 'au vooruit ge
gaan. Het ontwerp tüoawet brengt
nog beperking voor rie militairen,
't geen te verwonde rüjker is, daar
de militairen thans t ach zoozeer op
den voorgrond tredei i Wat de door
het Handelsblad als «/matrozenrelle-
tjea" betitelde opstoo tjjos te Soerabaja
betreft,- wy wachtel i.mog op de ge
gevens, die hieromtr< mt licht zullen
verspreiden. Echter Kil wel blyken,
dat hier minder van „-relletjes" kan
worden gesproken, de vs wvl van een
uiting geven aaD ernstige grieven, die
tenslotte de maat deden overloopen.
Wij mogen overigens biy zyn, dat
dr. Kuyper thans geen minister van
marine is, daar die beweerde, dat ze
vanuit Holland werden geïnspireerd.
Het tegendeel is waar; onze Bond
heeft zich altyd tegenstander ver
klaard van sabotage. Wy hebben altyd
openlijken stryd gevoerd in de orga
nisatie, geen heimeiyken.
Spr. wyst er nog op, dat een groote
verandering in den Bond zal geschie
den, indien het voorstel van de afd.
Helder wordt aangenomen inzake de
afscheiding van de stokers, die dan
een aparte categorie vormen zulleu,
en opende vervolgens de vergadering.
Aanwezig waren de afdeelingen
Helder, Hellevoetsluis, AmBterdam,
Holland, Hertog Hendrik,, en IJoofd-
afdeëling (Indiö). Telegram was in
gekomen van de Hertog Hendrik.
De Jaarverslagen 1914/15 wordoi',
na enkele opmerkingen, goedgekeurd.
Amsterdam heeft verschillende op
merkingen. O.a. wordt gevraagd wan
neer de interpellatie-Tróelstra thans
kan worden tegemoetgezien. De Afd.
betreurt het, dat de Bond zoo Bpoedig
is overgegaan tot aansluiting by den
Anti-Oorlogsraad. Besproken wordt
voorts de uitkeering bij overlyden.
In het Jaarverslag van Indiö is sprake
van de groote pofschulden. Amster
dam dringt aan op het nemen van
maatregelen hiertegen, daar er nog
te veel overbiyven, die niet afbetalen.
De Voorzitter beantwoordt de op
merkingen. De administrateur Michels
licht Amsterdam in over de interpel
latie-Tróelstra. Het juiste oogenblik
wordt afgewacht. Wat het poffen be
treft, dit misbruik zal wel nooit ge--
heel zyn uitteroeien. Toen bot als
proef eens een paar weken werd stop
gezet, daalde de omzet schrikbarend.
Laat men dit maar aan Brandsteder
overlaten.
Thans komt in behandeling de Be
schrijvingsbrief. Besloten werd .bet
loon van den klerk in het gebouw te
Soerabaja f 50. per maand van 1
Jan. af ten laste der bondskas te doen
komen, 10 vóór, 8 tegen, 2 blanco.
Na ampele bespreking wordt het
loon van de assistenten aan de af
deelingen Helder en Hellevoetsluis,
thans resp. f 4.— en f 2.-met 1 Jan.
gebracht op f6.— en f4.—.Amster
dam wees op het gevaar, dat door
het aanstellen van burger-personeel
in den Bond sluipt. Daardoor zal de
actie by de leden verslappen. Helle
voetsluis zegt, dat een' assistent
werkelijk noodig is, daar er weinig
kracht van de bestuurders uitgaat.
Ook Voorz. en Administateur lichten
dit voorstel nog toe.
Besloten wordt de hoofdafdeeling
te verplichten om van de in O.-L
geinde bondsgelden zooveel aan het
H.B. overtemaken, dat als regel haar
saldo in rekening-courant niet boven
een bedrag van f5000.- stygt. (Het
H.B. had een bedrag van f4000.-
voorgesteld). De bedoeling ervan was
slechts de Hoofdafd. aan eenige gren
zen te binden, teneinde des te meer
gelden voor het Heldersche gebouw,
dat nog belast is, vry te krijgen.
'Ingetrokken wordt het voors{ol-
IndiS om een assistent-administrateur
aan te stellen. Id. voorstel 3a Amster
dam over de verantwoordelijkheid in
Indiö van het H.B., alsook het volgend
voorstel.
Verworpen worden twee vooralel
len van de Hoofdafdeeling, strekkende
om le. de kosten van verbouwing
vaa het S.M.G. over te schrijven op
het GebouwenfondB, en 2o. het salaris
van den Administrateur O.-I. op
rekening van den Bond te stellen.
De administrateur wyst erop, dat de
Bond ééne organisatie is, dat men
niet zeggen kan, dat Indiö grooter
lasten heeft dan Holland, maar dat
men goed uit elkaar dient te houden,
•dat het Bondsgebouw in Holland is
de zetel van het Bestuur terwijl het
8.M.G. slechts wil zyn allereerst een
ontspanningsgelegenheid- en daarna
oak de zetel van het. afd. bestuur.
Spr. leest een brief van den accoun
tant van den Bond voor, die ook van.
dezelfde meening is als bet H.B.
Besloten wordt tot afscheiding van
m Anti Oorlograad, zulks op grond
m diens houding in binnenlandsche
aangelegenheden, o.a. het weigeren
om in het Landstorrmontwerp op te
treden, waardoor in de hand wordt
gewerkt wat de Raad als de grootste
aanleiding tot den oorlog beschouwt,
het militairisme.
Aangenomen werd de volgende
motie
3. De jaarvergadering, enz.
Overwegende, dat vereenigingen
tot onderling vermaak of ontwikke
ling niet noodzakelyk in stryd be
hoeven te zyn met doel en streven
van den Bond;
Conatateerende echter, dat dik wy ls'
deze vereenigingen tot twist en twee
dracht aanleiding geven tusschen de
schepelingen onderling en zelfs, tus
schen de Bondsleden
Constateerende voorts, dat meer
dan eens dergeiyke vereenigingen
door de autoriteiten worden gesteund
en onbiliyk bevoorrecht boven ande
ren, althans boven die vereenigingen,
welke streven naar lotsverbetering;
dringt er bij de leden van den Bond
op aan:
le. steeds met groote omzichtigheid
het lidmaatschap van dergelijko ver
eenigingen te aanvaarden, of aan
hunne oprichting mede te werken;
2e. in geen geval daarvan lid te
biyven, wanneer blijkt, dat een derge-
ïyke vereenlging ge vaariyk wordt voor
de eenheid onder de mindere schepe
lingen;