HERMAN NYPELS,
THEE
E. Brandsma.
WafelenPoffertjes
W. L0G6EN voorh. P. BOUKAMP,
98 Koningstraat 98,
Passaga bespreking
Arts E. ALOERSHOFF,
RADIO-TELEGRAFIST,
ZurMühlen&Co.
„NEDERLAND"
HOLLAND AMERIKA LIJN
Agent P.B. Kampmeijer,
Kennisgeving.
Kennisgeving.
Ie en 2e hands Meubelen
Uniformen
Magazijn van Piano's, Vleugels,
Orgels en Muziekinstrumenten.
P
DE HELDERSCHE BANK.
HET GULDEN MYSTERIE.
ZANGKLASJES
Opleiding
F. MULOER, Weststraat 32.
Keizerstraat 90
HELDER. -
P. GROEN ZOON.
Incasseeringen
GEBRS. SPANJAARD
GEEN KERMIS
FRISO
Gevestigd te SCHAGEN:
voorloopig Hotel „Vader" [Langenegger],
Na 20 Augustus
LANDBOUWSTRAAT.
SPREEKUUR:
werkdagen: 8-10 en 1-3 uur.
Zondags: 8-10 uur.
A. VOS,
Muziekleerares, (dipl. N. T.V.),
wenscht op te richten
hoi linliiin nn 7-9. 10-12 in 13-14 jiai.
Aanmelding hiervoor en tevens van
Leerlingen voor Piano, Orgel of
theoretisch onderwijs tot 1 AUG.
verder vanaf 22 Aug. dagelijks.
(Prospectus hiervoor op aanvrage).
Koningstraat 82.
ook voor STAATSDIPLOMA.
Inlichtingen mondeling
en schriftelijk.
M. BRABER, Smidstr. 5.
Passage-Agenten
der Stoomvaart-Maatschappij
en der
VERTEGENWOORDIGER
Correspondenten over passage
aangelegenheden worden door boven-
staande Maatschappijen alleen ge
voerd met de Passage-Agenten,
voor
MU< Nederland,
Rotterdamsche Uoyd
en Amerika-Lijn.
Hoofdgracht 37.
3 perceelen
BOUWTERREIN te koop,
ook zeer geschikt voor Hotel,
vlak tegenover het Station.
Adres: Aannemer WIJKER.
SPECIALITEIT VflN HET
I1AGAZIJN..DESTER"
De Commandant van de Stelling
van den Helder, belast roet do' uit
oefening van hei. Militair gtzag, Lr;
doeld in art. 7 der Wet van 23 Mei
1899 (Staatsblad No. 128).
Gezien het Koninklijk Be-duit van
8 September 1914, (Staatsblad No. 448)
waarbij de gemeente TEXEL in staat
van beleg is verklaard en onder zijn
gezag gesteld, trekt in h>-t. verbod,
gegeven door den Commandant op
TEXEL, den 24 Mei 1915
bepaalt:
de toegang tot de gemeente
TEXEL Is verboden aan alle
nlet-Nederlanders; onverschil
lig van welke nationaliteit, ge
slacht of leeftijd.
In bijzondere gevallen kan door mij
ontheffing van dit verbod worden
verleend.
De aanvrage tot, onthoffn g moet
schriftelijk, met redenen omkleed wor
den iDgediend aan den Commandant
der troepeu op TEXEL.
Aan de vergunning tot verblijf
kunnen bijzondere voorwaar den wor
den verbonden.
Strafbepaling: Overtreding van boven
genoemd vorbod wordt ingevolge
art. 49 van bovengenoemde wet
gestraft met hechtenis van ten
hoogste 3 maanden.
BEVEELTdat deze zal worden aftr- -
kondigd door aanplakking ais ter
plaatse gebruikelijk is en door
plaatsing in de plaatselijke dag
bladen.
Gegeven te den Helder, 12 Juli 1916.
De Vice Admiraal,
TEN CATE.
De Commandant van de Stelling
van den Helder, belast met de uit
oefening va/i het Militair g-:zag, be
d"eld in art. 7 der Wet. v;ui 23 Mei
1899 (Staatsblad No. 128).
Gezien het Koninklijk Besluit van
8 September 1914,(Staatsblad No. 448)
waarbij de gemeente TEXEL in staat
van beleg is verklaard en onder ztjr.
gezag gesteld, trekt in het verbod,
gegeven door den Commandant op
TEXEL den 11 Mei 1916
bepaalt:
Het is verboden op het eiland
TEXEL bezuiden de lijn Oude
Schans-Strandpaal 12 en in de
nabijheid van de militaire kust-
wachtposten photografie-toe-
stellen bij zich te hebben.
Strafbepaling; Overtreding van boi
genoemd verbod wordt, ingevolge
art. 49 van bovengenoemde wet
gestraft met hechteüis van ten
hoogste 3 maanden.
BEVEELTdat deze zal worden afge
kondigd door aanplakking als ter
plaatse gebruikelijk is eri door
plaatsing in de plaatselijke dag
bladen.
Gegeven te den Helder, 12 Juli 1916.
De Vice Admiraal,
TEN CATE
In- en Verkoop van
Te koop en te zien: des morgens
van 10 tot 12 en des avonds van
6 tot 8 uur.
Speciaal adres
voor OVERHEMDEN naar maat.
OVERHEMDEN met piqué borst
f 2.85, prima kwaliteit.
CIVIELE- EN MILITA1RE-KLEEDERMAKERIJ.
voor Land- en Zeemacht.
LAKENHANDEL.
Vraagt onze prijscourant.
Anno 1860.
Interc. Tel. 222.
binnen en buiten de gemeente,
op alle plaatsen des Rijks.
Directe uitbetaling marinewissels.
Sluiten beleeningen, prolongatiën
op ter beurze genoteerde fondsen.
LANGESTRAAT 88 - Tel. Interc. 533 - ALKMAAR.
Voor het stemmen, per keer en bij abonnement,
komen wij geregeld aan den Helder.
Duizenden drinken ze dagelijks.
11=1 UI 1=11=
toch
van de vaiv'ouds bekende firma
waar voorheen was; gevjestigd het
Atelier van den Heer CHEF KREUGER.
11=1 m 1=11
MEELFABRIEK
(Sh
M' 1V' m
\S f\f DM AVIC' lcHJTL JUUHT ZUIV.ER
KOOPMANS BO E.KWEITEMEEL
Wij nemen gelden in déposito:
met één dag opzeggins 3
tien dagen 3/2
voor drie maanden tast 3/2
zes maanden4
één jaar vast 4
PLANTEN,
Brabantsche en Leidsche Winter-Prei.
Reuzen Prei van Carentan.
Volhart Winter-Andljvle.
Hooge, middelhooge en lage fijn ge
krulde Boerekool-Pla nten.
Verkrijgbaar aan de BLOEMISTERIJ
„ROZENLUST",
VAN GALENSTRAAt 72-74.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van
Helder makea bekend, dat door hen
aan JOH. BAKKER un zijne recht
hei krijgenden vergunning is verleend,
voor den proeftijd van één jaar, tot
oprichting van een visch- en krabben-
meelfabriek op een perceel aan de
Doggersvaart kad. bekend in Sectie
C. No 4555.
Helder, 24 Juli 1916.
SPORT.
Voetbal.
H.F.C.-Marine XI. 5-2.
De Militairen troffen H.PX3. in
beteren vorm dan vóór vier weken.
Door een flinke 5 2 overwinning
namen de. roodwitten revanche over
de toen geleden nederlaag zoodat de
uitgeloofde medaille in 't bezit der
vereeniging blijft. Het geheele elftal
vertoonde vooral vóór rust een door
tastend spel, waartegen de Militairen
niet opgewassen waren.
De eerste 3 doelpunten waren het
resultaat van werkelijk mooi san
spel en zonder twijfel was de
wozigheid van Aardweg en Steur
hierop van veel invloed. We hopen
tenminste beiden weer geregeld in 't
veld te zien verschijnen, wat de
combinatie aanmerkelijk ten goede
zal komen. De Militairen winnen den
toss en trappen af met wind en zon in
hun nadeel. De laDge midvoor blijkt
direct een flink doorzetter te zijn.
die met stem en voorbeeld zijn
partners aanzet en al heel gauw den
ri-ehtsbuiten een prachtkans geeft,
die door slecht schieten verloren gaat.
Den aftrap plaatst de kieper zeer
oordeelkundig bij den rechtsbuiten
die geheel vrij staat. Een vluggere
volgt, doch ook deze heeft door achter
uit trappen geen resultaat. Het spel
gaat nu eenigen tijd vrij gelijk op
met H.F.C. een tikje in de minder
heid. De halflinie Ten Hacken Bol
v. d. Dussen is echter zeer moeilijk
te passeeren. Vooral de eerste breekt
herhaaldelijk het samenspel tusschen
Steur en Aardweg. De linkervleugel
van H.F.C. ziet zich op eens minder
goed bewaakt, waarvan Corthals profi
teert door vlug op" te brengen en
prachtig voor doel te plaatsen. Hier
staat Steur reeds op zyn post en met
een kalm schot in den hoek is de
Marine-kieper voor 't eerst verschalkt.
Weer vallen de zeelieden met nieuwen
moed aan. De vlugge linksbuiten weet
heel handig met den bal te manoeu
vreeren, schot heeft hij echter niet,
wat hij kort achtereen eenige malen
demonstreert. De H.F.C.-keeper heeft
't dan ook niet bijster druk, ook al
doordat Van Arnhem en Zalm zeer
trapvast bleken. Lang duurt 't dan
ook niet of de keeper der Militairen
krijgt weer een aanval af te slaan.
Ditmaal is 't Aardweg, die Ten Hacken
ontsnapt en keurig langs doel schiet.
Dito mist de kans, doch Roolvink ia
er vlug bij en geeft den doelwachter
voor de 2e maal het nakijken. Kort
nadat de Militairen weer hebben afge
trapt krijgt H.F.C. een vrijen schop
:to nomen, die door Kikkert zeer zuiver
bij Steur wordt geplaatst. Met een
onhoudbaar schot zorgt deze voor
H.F.C.'s 3e doelpunt. De roodwitten
zijn nu in de meerderheid en dringen
hun tegenstanders geheel op eigen
terrein terug. Bij een gevaarlijk mo
ment voor doel maakt Romelju
„hands" in 't berochte gebied. Steur
accepteert deze kans echter niet en
trapt den bal met opzet Daast. Zoo
doende is de stand nog 3—0 als de
rust aanbreekt.
De rust schijnt, den Militairen goed
te hebben gedaan. Op hun beurt drin
gen ze nu de roodwitten achteruit,
die geruimen tijd groote moeite heb
ben zich de vlugge voorspelers van
'tlijf te houden. De veranderde op
stelling der Marine-voorlinie is hier
van grootendepls de oorzaak. De mid
voor speelt nu rechts-binnen, terwijl
Bartols Ten Hacken naast zich heeft.
Geen kwartier is de tweede speel-
holft dan ook oud, of de linkervleugbl
weet, na een voorzet van rechts heel
handig door te breken, waarna Houcke
met een hard schot voor 't eerste
tegenpunt zorgt. Nog houdt het
Militaire offensief aan en slechts
sporadisch zijn H.F.C.'s aanvallen
hoewel niet minder gevaarlijk. Steur
en Aardweg hebben, nu Ten Hacken
hun niet meer dwars zit, zoo goed
als vrij spel en de laatste geeft na
een mooien voorzet Dito een pracht
kans. De keeper valt en we denken
reeds het 4e punt te kunnen noteeren
als de back der Militairen den bal
met de hand uit 't doel slaat. Penalty 1
Dezen keer kent Steur geen mede
lijden en met wanhopige zekerheid
vliegt de bal ten 4e male langs Van
der Valk.
Weer vallen de zeelieden kranig
aan en 'tis al weer de linkêrvlougel
die weet door te breken. De rechts
binnen' staat een oogenblik geheel
ongedekt een paar mecer voor'c doel,
Houcke ziet het en speelt hem direct
den bal toe. Een keihard schot volgt
en N. N. kan, voor de 2e maal den
bal uit het net visschen. Een mooi
doelpunt
Intusschen lijkt de animo bij de
spelers iets te verslappen, waar na
tuurlyk 't warme weer debet aan is.
Veel moois wordt ten minste niet
meer te zien gegeven en 't publiek
begint reeds te vertrekken als H.F.C.
één minuut voor 't eind kans ziet
voor de 5e maal te doelpunten, dit
maal door Aardweg, naar wij meeDen.
Vlak daarop fluit de heer Heljting,
die met groote beslistheid en onpar
tijdigheid leidde, het eind van dezen
interessanten wedstrijd. De trainer,
die den geheelen wedstrijd met de
grootste belangstelling volgde, kan
met voldoening op dit eerste resultaat
van zijn werken terugzien. Als de
9pelers nu in 't vervolg maar ge
regeld op de leasen verschijnen, dan
komen we ongetwijfeld op den goeden
weg.
Hardloopen.
Naar wij in ons vorig nummer
mededeelden, zou de marinier le kl.
J. Huisman Zondag een 15 K. M.
wedstrijd loopen van 't Zand naai
den Helder.
Zondagmorgen te 9 uur van 't Zand
vertrokken arriveerde hij te 10.7 te
den Helder, had dus de afstand van
16J K. M. in 67 minuten afgeli
Hij werd gecontroleerd door den
zeemilicien J. Weber die per flets
met hem meekwam.
Met het weer heeft Huisman het
best getroffen, alleen had hij wat
last gehad van tegenwind.
Het laat zich begrijpen dat velen
zicb bij het Bondagebouw in het
Plantsoen, het eindpunt, hadden ver
zameld om de hardlooper te zien
aankomen. Ook waren tal van
fietsers hem tegemoet gereden.
UIT DEN OMTREK.
Texel, 24 Juli.
De „Wognummers^' hebben Zater
dag j.1. succes gehad, wut trouwens
wel te verwachten was. Voor 's avonds
waren de kaarten reeds Woensdag j.1.
uitverkocht, waarom ook nog tot een
middaguitvoering besloten werd. En
zoo hebben meer dan zevenhonderd
menschen genoten van den onverge
lijkelijk schoonen zang van „Jacob
Kwast".
Reeds dadelijk doet het optreden
van dit zanggezelschap, dat overal
zoo luide bijval heeft ingeoogst, wel
dadig aan. De aardige Noord Hollaud-
sche costumes met de gouden kappen
geven iets vertrouwelijks, en in ge
heel het optreden vindt men geen
zweem van mooidoenerij. Zoo ergens,
dan is hier het gezegde „Eenvoud is
het ware kenmerk des harten" op
zijn plaats. Kalm en eenvoudig gaat
alles in z'n werk, en de eenvoudige
directeur, de heer Willem Saai, be
hoeft geen mooien -dirigeerstok, otn
indruk te makeneen eenvoudig
rietje is voldoende. Verder weet hij
met kalme handbewegingen alles aan
te geven, wat hij meent, dat zijn
gezelschap moet weten. En wat men
laat hooren, treft hoogelp. Wat is
de begeleiding van de koorstemmen
zacht en melodieus, waaneer de
sopraan soliste hare mooiste passages
naar voren brengt. Zulk zingen maakt,
los van de aarde, voert op naar
hoogere spheren, en de ademloozo
stilte na elk nummer bewijst, dat de
indruk geen vluchtige was. Zeker
zou men daverend geapplaudisseerd
hebben, wanneer het verzoek niel
was gedaan, dit niet te willen doen.
„Jacob Kwast" kan er evenwel van
overtuigd zijn, dat de stille hulde der
Texelaars, gebracht in het. groote,,
overvolle kerkgebouw der Ned. Herv.
Gemeente te Den Burg, éven welge
meend was als de luide bijvalsbetui
gingen in talrijke andere plaatsen en
in andere Rijken ingeoogst. Ook hier
zijn nieuwe lauweren verworven.
Gezongen zijn
1. Wilhelmus van Nassauwo.
2. Bede voor het Vaderland.
3. Geloof iRossini).
4. Rozenlied (Gounod).
5. Herders, Hij is goboien.
6. Gebed (Hiller).
7. Ave Verum (Mozart).
8. Pan is Angelicus (César Franck).
9. Herr, gedenke Dicht unser Ue
belthaten (Mendelssohn).
10. Hymne (F. Mendelssohn Bart.-
holdy).
11. God is mijn Herder (Dvór&k).
12. Trouwe Nagedachtenis (Böhm).
13. Rust en vrede in God (Carl
Loewe).
Aan geen enkele dezer nummers
viel een dissonant te bespeuren, toch
zij in het bizonder hulde gebracht
voor het ziDgen van No. 12. De
schoone vertolking van „Niet lang
zal 't meer duren, dan rust ook haai
hand dan slaapt zij bij haar liev'ling
in het eeuwige land", klinkt na tot
in de verre toekomst.
Doch zooals gezegd, aan geen regel,
geen klank mag te kort gedaan
worden, alles was over mooi, goddelijk
mooi. Ook langs dezen weg brengt
Texel een hulde aan „Jacob Kwast".
De Texelaars achten zich gelukkig
eens in eigen kring kennis gemaakt
te hebben met de Wognummers".
Aan alle leerlingen van den 2
jarigen cursus voor de Zeevaartschool,
alhier, is het einddiploma uitgereikt,.
Dit zijn J. Boon, G. J. Kaczor,
K. J. Kikkert, P. J. Eelman, B.
Kooger, C. S. Kuiper, D. de Ruljter,
allen van Texel, W. F. Th. Br ijl,
van Soerabaja en L. E. de Nijs van
Banka.
Overgegaan naar het 2e studiejaar
zijnH. Dorlas, G. A. Hueting, A.
E. Heljner, P. H. Oosthout, Ph. C.
Prins, P. Sorgdrager en J. A. Zur-
Mühlen.
Voor het toelatingsexamen zijn
geslaagdA. A. Beikma, W. L. v.
Bunge, J. J. Dockheer, E. E. ter Haar,
J. Maasdam, J. Th. A. Mahns, E. H.
M. Parmentier, J. Vlaanderen, J. A.
M. Verbercht, D. M. Vlas en J. M.
Vorstman.
De heeren E. L. v. d. Ven, B. H.
Verbeek. A. Dalhuijzen en W. J.
Wentholt, allen leerlingen van de
Zeevaartschool alhier, hebben te
's Gravenhage diploma verworven
voor 3en stuurman, groote stoomvaart.
Binnen enkele dagen zullen hier
komen 75 Belgische geïnterneerden,
om bij den oogst behulpzaam te zijn.
De groote schuur op de hofstede
„Labora" van den heer P. C. Boogaard
zal hun tot verblijf dienen.
FEUILLETON.
Doob C. N. EN A. M. WILLIAMSON.
Vebtajlld doob
W. J. EN H. A. C0RNELIS8EN.
11.)
Het viel hem niet moeielijk, haar
te overredenen zij huurden kamers
in het stadje dicht bij de school, dat
Potterston heette, naar den groot
vader van Mr. Potter, naar deze be
weerde.
Weldra trouwden ze, maar hun
huwelijk bracht voor mij geen ver
andering. Het was een kleine, ouder-
wetsche school, maar het was er niet
slecht, en ik was zoo gelukkig als ik
maar ergens zijn kon, zonder Saidee.
Er was een zolderkamertje waar ik
Zaterdags meestal zitten mocht, en
waar ik brieven aan mijn zuster
schreefer was een hoekje, waar het
zonlicht door een klein raampje zon
der glas, en dat den vorm vaD een
halve maan had, naar binnen viel, en
dat ik AJgiers noemde. Ik speelde,
dat ik daar heen giDg om Saidee op
te zoeken in haar oud Arabisch paleis,
waarover ze mij geschreven had. Het
was een heerlijk spelletje maar ik
voelde mij zoo eenzaam als ik ermee
ophield. Toen begon ik dan ook te
dansen, heel zachtjes op mijn kousen,
zoodat niemand het hooren kon
dansen, die Saidee en ik samen hadden
uitgedacht, uit verhalen, die ze
woon was mij te vertellen. De dans
van de schaduw en het standbeeld,
die u gezien hebt, ontstonden op die
manier en dan zijn er nog andere,
die u niet gezien hebt, en die ik wel
eens" vertoon een vlinderdans,
dans van de tarwe en twee van het
Oosten, welke voorkwamen in ver
halen, die ze me deed, nadat ze Cas-
sim-ben-Halim had leeren kennen. Het
waren de dans van den rookkring,
en de dans van het juweel en de roos.
Het werd voor mij weldra een sven
natuurlijke zaak om te dansen als om
te ademenen het deed me boven
dien altijd aan Saidee denken.
Maar dit alles behoort niét, tot wat
ik u eigenlijk vertellen wil. Maanden
lang kreeg ik brieven van Saidee,
geschreven, in Algiers. Eerst leken
het tooversprookjes, maar langzamer
hand heel spoedig meldden ze
niet veel meer over haarzelf. Het was
of Saidee meer en meer terughoudend
werd, of dat ze het moede werd mij
te schrijven en het ha3r verveelde
bijna, alsof ze nauwelijks kon beden
ken, wat ze schrijven zou. Eindelijk
hielden haar brieven geheel op. Ik
schreef en schreef - maar er kwam
geen antwoord er kwam nooit
meer eenig antwoord."
„Heeft u sedert dien tijd nooit meer
van uw zuster gehoord?"
„Nooit. "Nu kunt u zeker wel raden,
waar ik voor opgegroeid ben, waar
voor ik geleefd heb, al deze jaren. Om
haar te zoeken 1"
„Maar," veronderstelde Stephen,
„er moet toch een of andere manier
geweest zijn
„Geen enkele manier, dio in mijn
macht was, vóór nu. U begrijpt, ik
was volkomen machteloos. Ik had
geen geld en ik was een kind. Daar
zat ik, op een boerderij-school op het
land, twee mijlen van Potterston, een
nietig dorpje, bijna in de wildernis.
Toen ik veertien jaar was, stierf mijn
stiefmoeder plotseling al het geld
van mijn vader aan haar man achter
latend, behalve enkele duizende dol
lars om myn opvoeding te voltooien,
en mij althans de intrede in de wereld
wat gemakkelijker te maken maar
Mr. Potter verloor heel spoedig be
halve zijn eigen geld ook het mijne
in een gewaagde speculatie. Verleden
jaar kwam het bankroet, en Miss
Jennings, die de school hield, vroeg
my te blijven als hulp-onderwijzeres
- ze hadden allen medelijden met
mij en waren zeer vriendelijk. Maar
ook al was or niets gebeurd, dan was
ik toen toch weggegaan, want ik
voelde mij oud genoeg, om aan mgn
eigenlijk werk te beginnen. O, udenkt,
dat ik al eerder mijn zuster had kun
nen zoeken, maar ik kon waarllik
niet. Ik heb alles geprobeerd. Ik
schreef niet alleen herhaaldelijk, maar
ik vroeg Miss Jennings mij te helpen,
en ook den dominó van de kerk, waar
wij 's Zondags heengingen. Miss Jen
nings vertelde het aan ouders ón
familieleden van de meisjes, wanneer
zij de school kwamen bezoeken eD ze
beloofden allen, dat wanneer ze ooit
naar Algiers mochten gaan, ze uit
zouden kijken naar den echtgenoot
van myn zuster, Kapitein Cassim-ben-
Halim, van de Spahis. Maar het waren
er de menschen niet naar om zulke
reizen te ondernemen. Endedominé
schreef voor mll aan den Amerikaan-
schen Consul in Algiers; maar het
eenige antwoord was, dat Casslm-ben-
Halim verdwenen was. Men scheen
niet eens te weten, dat hij een Ame-
rikaansche vrouw had."
„Uw stiefmoeder had zelf moeten
gaan", zei Stephen.
„O had moeten! Ik zag mjjn
stiefmoeder zelden, nadat ze met Mr.
Potter was getrouwd. Ofschoon ze
zoo dichtbij woonde, vroeg ze me
nooit thuis te komen, en ze kwam
alleen eens of tweemaal per jaar voor
den vorm me op school bezoeken.
Maar op een avond liep ik weg en
smeekte haar, Saidee te gaan zoeken.
Ze zei, dat dat onzin was;dat, wan
neer het Saidee's wil geweest was,
ons geheel op te geven, ze wel zou
zijn blijven schrijven of anders moest
ze dood zijn. Maar gelooft u niet, dat
ik het getoelen zou hebben, als Saidee
dood was?"
„U bedoelt, bij instinct telepathie,
of zoo iets?"
„Ik weet niet, wat ik bedoelmaar
ik zou het geweten hebben! Ik zou
haar dood gevoeld hebben, alsof er
een snaar plotseling brak in mijn hart.
En in plaats daarvan hoor ik haar
altijd om rnjj roepen ik hoor haar
altijd. Ze verlangt naar mij, ze heeft
me noodig. Ik weet het. En van mijn
veertiende jaar heb ik ook geweten,
dat ik op de een of aDdere manier
geld moest verdienen, om haar te
kunnen vinden. Zonder geld bestond
er geen hoop naar Algiers te komen
en Saidee te zoeken. Want Algiers
scheen mij de plaats toe waar ik mijn
ontdekkingstocht moest begini
Denkt u ook niet?"
„Ja, Algiers is de plaats om te be
ginnen," herhaalde Stephen. „Iemand
moet weten, wat er géworden is van
een man van eenige beteekenis, zooals
uw zwager geweest schijnt te zijn.
Het is ongelooflijk dat hij zou hebben
kunnen verdwijnen, zonder eenig spoor
na te laten."
„Hij moet een spoor hebben achter
gelaten, en ik zal het weten te vin
den,'1 zei het meisje. „Ik moet Saidee
vinden, en als ze niet gelukkig is,
zal ik haar met mij mee nemen. Als
haar echtgenoot een slechte man ia,
en hij Algiers heeft moeten verlaten,
omdat hij zijn geld verloren heeft,
zooals ik soms denk, zal ik hem mis
schien moeten omkoopen, om haar te
laten gaan. Ik hoop, dat ik genoeg
geld heb voor dat alles, tenzij hij erg
inhalig is, of dat er moeilijkheden
zijn, die ik niet kon voorzien. In dat
geval zal ik weer gaan dansen, en
geld verdienen, begrijpt u en dat
is nu alles."
„Een ding begrijp ik, en dat is dat
u een zeer bizonder meisje bent," zei
Stephenzijn geweten knaagde, om
dat hij haar zoo onrechtvaardig had
beoordeeld, van het oogenblik dat h(j
er achter kwam, dat ze een danseres
was. „U bent het meest bizondere
meisje, dat ik ooit gekend, of waarvan
ik ooit gehoord heb."
Ze lachte gelukkig. „O neen, ik ben
heelemaal niet bizonder. Het is grap
pig, dat u dat zou denken. Maar mis
schien heeft geen der meisjes, die u
kent, ooit een groote zaak te vol
brengen gehad."
„Ik weet zeker, dat ze dat nooit
hadden," zei Stephen, „en dat ze, als
ze er een gehad hadden, haar niet
volbracht zouden hebben."
„Ja, dat zouden ze wel. Dat zou
iedereen doen dat wil zeggen, als
ze het maar genoeg wilden. Je kunt
altjjd doen, wat je werkelijk genoeg
wilt. Ik wilde dit met mijn geheele
hart en ziel doen, en ik wist, dat ik
myn weg vinden zou. Ik volgde mijn
eigen ingeving, toen de menschen
zeiden, dat ik dwaas was, en ze heeft
mij goed geleid. Het verstand kan
alleen helpen in wetenschappelijke
zaken, niet waar? Het andere is
hooger, omdat ingevingen iets van je
eigen ik zyn."
Beiden zwegen eenige oogenblikken.
Stephen wist steeds minder, wat hij
van dit wonderlijke meisje moest
denken.
„Mij heeft het gebracht van Potter
ston naar bier," ging Victoria voort,
„en het zal mij brengen tot het einde,
waar dat -ook zijn mag, daar ben ik
zeker van. Misschien zal het me ver,
verweg leiden, in dat geheimzinnige,
gulden mysterie, waar ik in mijn
droomen dikwijls Saidee zie, op mij
wachtend: een wonderlijk droom-
paleis, doch waarvan ik niet weet
waar het het ia 1 Maar ik zal het ont
dekken, wanneer ze daar waarlijk is."
„Welk een heerlijk vertrouwen hebt
u in uw leidster!" riep Stephen vol
bewondering, bijna afgunstig.
„Natuurlijk. Hebt u dat dan niet
in de uwe?"
„Ik beb geen ster, die mü leidt."
Ze sloeg plotseling haar oogen naar
hem op, alsof het haar verdriet deed.
„Wat jammer," zei ze eenvoudig.
„Ik weet niet, hoe ik zou hebben
kunnen leven zonder de mijne. Maai
de uwe moet ook ergens aan den
hemel staan, en u zult haar vinden,
als u er erg uw best voor doet."
„Vertel mij eens van uw dansen,"
zei Stephen, om van onderwerp te
veranderen en de gedachten aan Mar-
got, die de eenige ster van zijn toe
komst was, te ontvluchten. „Als het
u niet schelen kan, het te vertellen,
zou ik graag willen weten, hoe u
begon."
„Dat is vriendelijk van u," antwoord-
le Victoria dankbaar.
Hij lachte. „Vriendelijk 1"
„Eigenlijk valt er niets van te ver
tellen. Gelukkig had ik altijd gedanst.
Toen ik veertien jaar was, en begon
in te zien dat ik toch nooit geld van
mijzelf zou hebben, begreep ik, dat
dansen voor mij de beste manier zijn
zou, om het te verdienen, daar dat
het eenige was, dat ik goed kon.
(Wordt vervolgd.)