HELDERSCHE COURANT VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna No. 46"Z DINSDAG 12 SEPTEMBER 1916 44e JAARGANG Abonnement per 3 mnd. 65 ct., franco per post 90 et, Buitenland f 1.90 Zondagsblad 45 5£$„ „0.85 Modeblad 75 100 1.25 Voor het Buitenland bij vooruitbetaling Losse nummers der Courant 2 ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER Bureau: Koningstraat 29 Interc. Telefoon 50 Advertentiën van 1 tot 4 regels (bij voorultbat.) 30 cent. Elke regel meer 7 ct Ingezonden mededeelingen van 1 tot 4 regels 75 cent. Elke regel meer 15 cent. Advertentiën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°,'o hooger berekend. Broote letters en cliché's naar plaatsruimte. - Bewijs-exemplaar 2h cent. De abonnementsprijs van de „Heldersche Courant" Is thans per kwartaal in de stad 75 cent, franco per post ff.—. Wij vermelden dit hier afzonderlijk, aangezien het op het oogenblik nog niet mogelijk ia, dit in het hoofd van het blad te veranderen. Op pagina 4 van dit blad is opgenomen 1. Sport. 2. Feuilleton, enz. DE OORLOG. De legerberichten van 9 en 10 September. Van het W e s t e 1 ij k front. Aan de Somme blijven de geallieer den in het voordeel. Het Pransche avoudbericht van den 8aten meldt nieuwe vorderingen bij Vermando- villers. Over het geheele front worden verwoede artilleriegevechten geleverd. Aanvallen der Duitachera op den rech ter Maasoever werden afgeslagen. 100 man werden gevangen genomen en verscheidene machinegeweren ver- meeaterd. In een uitgebreid bericht over de gevechten bij Vermandovillees wordt medegedeeld, dat de Duitschers een volledige linie hadden aangelegd tot midden in het dorp. Daarachter was een tweede linie gevormd. Niet- tegenstaande deze geweldige verster kingen, slaagden de Franschen er in hier vooruit te komen. Vrijdag avond trachtten de Duitschers deze voordeelen aan de Franschen te ont nemen, doch overal werden zij terug geworpen. Het communiqué van den 9en meldt vooruitgang der Franschen bij Belloy en Santerre en Deniécourt. Sedert 3 Sept. namen de Franschen ten N. van de Somme 7700 man gevangen, w. o. 100 officieren. In het Vaux Chapitre-bosch werden opnieuw vijandelijke aanvallen afge slagen. Het avoudbericht van denzelfden datum geeft aan dat de Franschen voorbij Donaumont een geheel stelsel loopgraven vermeesterden. Volgens de mededeelingen van den lOen ondernamen de Duitschers aan de Somme verschillende malen krach tige aanvallen tegen het front der Franschen. Aanvankelijk kregen zij op verschillende plaatsen vasten voet in de Fransche stellingen. Door vin nige tegenaanvallen werden zy echter teruggedreven. Ten Z.W. van Berny mislukten eveneens twee aanvallen van den vijand. Op den rechter-Maasoever werden ten O. van Fleury opnieuw 100 man gevangen genomen. Een aanval der Duitschers in de streek van Vaux mislukten. Ook de Engelschen behaalden kleine voordeelen. Volgens het bericht van den 9en werd bij het Hooge-bosch een sterke vijandelijke schans ver- meesterd, waarbij 2 officieren en 17 man gevaDgen genomen werden. Een later bericht van denzelfden datum meldt dat de Engelschen over een front van 5 K.M. tusschen het bosch van Fourreaux en Leuze en het dorp Ginchy tot den aanval overgingen. Het dorp Ginchy viel na verwoede gevechten geheel in handen der En gelschen. Ook op andere punten van het front werden vorderingen ge maakt. N.O. van Pozières werd onge veer 500 M. loopgraaf genomen, waar bij 60 man gevangen genomen werden. Al hunne terreinwinst konden de Engelschen behouden, niettegenstaan de de hevige tegenaanvallen der Duitschers. Op sommige punten breidden z\j hun succes zelfs nog uit. Ook ten N.O. van Pozières liepen de aanvallen der Duitschers op een mislukking uit. Als resultaat van een week vechtens wordt opgegeven, dat de Engelschen over een front breedte van 6000 yards, ongeveer 3000 yards vooruitgingen. Het Duitsche legerbericht van 9 Sept. geeft aan dat alle aanvallen der Engelschen en Franschen, ook die op den O. Maasoever, mislukten. Dat de gevechten nog voortduur den wordt iu het bericht van den lOen medegedeeld. Aanvallen der En gelschen bij Thiepval en Combles, en van de Franschen tusschen Bar- leux en Belloy werden onder zware verliezen voor den vijand afgeslagen. Van het O o s t e 1 Ij k front. Van Duitsche zijde wordt dd. 9 dezer gemeld, dat aanvallen der Rus sen tusschen Zlota-Lipa en Dnjestr ook nu weer op een mislukking uit liepen. Aanvankelijk kregen zij vasten voet m de stellingen der Turken (die aan het Gallicische front strijden), doch zU werden door tegenaanvallen weder verdreven. 1000 man werden gevangen genomen en verscheidene machinegeweren vermeesterd. In de Karpathen trokken de Russen ten Z.W. van Schipot en bij Dorna Watra vooruit. Ten N.W. van den Capul moesten de Oostenrijkers en Duitschers voor den vijand terug trekken. Volgens het bericht van den lOen duurden de aanvallen der Rus- Ben, voornamelijk aan den Stochod voort, doch is de toestond tot aan het front in de Karpathen onveran derd. In laatstgenoemde streek won nen de Russen bij Schipot terrein. Ten Z. van DornaWatra kwamen de Duitsche troepen in contact met de Roemeniërs. De Russische communiqués van den 9en geven aan dat in de richting van Halicz een tegenaanval der Duit schers en Oostenrijkers werd afge slagen. De gevechten worden hier voortgezet. In de Bosch-Karpathen werd een reeks hoogten stormender hand vermeesterd. Meer dan 500 man werden gevangen genomen en 5 ma chinegeweren vermeesterd. Een ge heele bergbattery viel eveneens in handen der Russen. Van het* O o s t e n r lj k s c h-I t a 1 i- aansche front. De Oostenrljksche berichten maken slechts melding van artillerie-gevech ten, die op verschillende punten van het front bijzonder hevig waren, en van patrouille ondernemingen. Deal- gemeene toestand wordt als onver anderd aangegeven. Volgens de Itoliaansche communi qués hebben de Oostenrijkers evenwel een aanval gedaan op de Itoliaansche stellingen tusschen den Monte Spin en den Monte Corno, doch werden zij, na aanvankelijk succes, met een verlies van 20 man aan gevangenen, door een tegenaanval teruggeworpen. Ook in het Tofano gebied werd een aanval van den vijand afgeslagen. Het bericht van den lOen maakt melding van vergeefsche aanvallen tegen de Itoliaansche stellingen in Vallarsaenin hot gebied van Tolmino. Van het Oostenrijkse h-R o e- meensche front. Het Oostenrljksche legerbericht van den 9en meldt, d3t de Roemeensche troepen in de Karpathen 4 K.M. achter hun oorspronkelijke stellingen teruggeworpen werden. Door een krachtigen tegenaanval tegen den Oostenrljkschen rechtervleugel, moes ten deze evenwel weder op hunne vroegere stellingen terugtrekken. Po gingen van den vijand om naar de hoogten ten W. van Czik Szareda door te dringen, werden verijdeld. Omtrent de vermeestering van de stad Orsowa, wordt van Roemeensche zijde nog gemeld, dat aldaar 7 kanon nen, een aantal machinegeweren en groote hoeveelheid oorlogsmate- rieel werd buitgemaakt. Aan het froüt in Zevenbergen werden verscheidene dorpen door de Roemeniërs bezet. Ten Z. van Mahadia werd een vijan delijke aanval afgeslagen. Van het Bulgaarsch-Roe- meensche front. Tegenover de Bulgaren zijn de Roemeniërs in het nadeel. De op- marsch in de Dobroedsja wordt met kracht door de verbonden Duitsch- Bulgaarsche troepen voortgezet. Vol gens het Bulgaarache legerbericht van den lOen trachtte een afdeeling van de bezetting van Silistria op 6 dezer de bezetting van Tutrakan ter hulp te komen. 20 K.M. ten O. van deze vesting werden zij evenwel met zware verliezen teruggeworpen, en tot den terugtocht op Siliatria ge dwongen. De Bulgaren namen hierbij officieren en 130 man gevangen en veroverden 3 snelvuurbatterijen. In den loop van den 6en en 7en September ontwikkelden zich hard nekkige gevechten in de streek van Dobric. Aan de zijde der Roemeniërs nam de Russische 61ste divisie aan het gevecht deel. In den namiddag van den 7en eindigde hst gevecht met een volkomen nederlaag der Roemeniërs. Door de Bulgaren en Duitschers achtervolgd trokken zij terug. Een bericht van Duitsche zijde, dd. 10 dezer meldt nog dat de vesting Silistria gevallen is Bij Bazardjik werden de Bulgaar ache troepen door de Russen en Roe meniërs teruggeworpen. De berichten van 9 en 10 dezer melden, dat de strijd woedt in de dalen van de bo ven-Maros «en Alata. De Oostenrijkers trekken naar het W. terug. Westelijk van Topmotza werd Czik Szareda bezet. Duitsche vliegtuigen hebben lucht aanvallen gedaan op de Roemeensche Zwarte Zeehavens. Daartegenover werd de Bulgaarache haven Baltsjik door Russische oorlogsschepen be schoten, waarbij 20 graanschepen in den grond geboord werden. Van de overige gevechtsterreinen geen berichten van belang. De duikboot- en mijnoorlog. Het Noorsche s.s. „Pronto" (1411 ton) en het Zweedsche s.s. „Gamen" (2596 ton) zijn in den grond geboord. Spionnaga. De Parysche correspondent van het Hdbl. seint, dat den 15den dezer te Verona een groot spionnage-proces voor den krijgsraad zal behandeld worden. Onder het dozijn verdachten behoort ook een Nederlandsch indus trieel, geboortig van Amsterdam. Deze man werd ook verdacht betrek kingen te onderhouden meteen Duitsch spionnagebureau te Bern. Ean Japanscha kruiser vargaan. De „Bund" meldt dat volgens do .Roeski Invalid" de Japansche kruiser „Kasagi" bij een storm aan de kust van Hokkaido gezonken is. De be manning bestond uit 440 man. (De „Kasagi" was een kleine pantser kruiser van 4900 ton uit het jaar 1898. De bewapening bestond uit 2 kanonnen van 30 c.M'., 10 van 12 c.M., 12 van 7,6 en 2 van 4,2 c.M., verder uit vier torpedo-lanceerbuizen). Een dreigende spoorwegstaking Cardiff, 10 Sept. Op een vergade ring van 3000 spoorwegambtenaren, die allo districten van Zuid-Wales vertegenwoordigden, is een motie aangenomen, waarin verklaard wordt, dat zij 17 September des midder- nachts het werk zullen neerleggen, indien hun eisch, 10 shillings loous- verhooging per week, niet toegestaan wordt. Deze verhooging moet van 1 Juli af betaald worden. Bovendien verlangen -dj de stellige verzekering van de regeering, dat deze voortaan contröle op de levensmiddelen zal uitoefenen en de prijzen Da staking in Naw-York. New-York, 10 September. Nu de stakers aan de stadspoorwegen het verkeer niet kunnen stuiten, dreigt er een staking, die 800.000 leden van vakvereenigingen zou omvatten. Gompers, de Voorzitter van het Amerikaansche Arbeidersverbond, is op weg naar hier om te beslissen of er een steunstaking zal zijn teneinde de eischen van de spoorbeambten door te zetten. Het personeel van nog twee stadsporen heeft voor stoking gestemd. BINNENLAND. Qean invoar-facllltaltan maer. Uit Londen wordt officieel mede gedeeld dat tot nader order geen faciliteiten zullen worden verleend voor den invoer in Nederland van biscuits, borstels, eieren, eierendooiers, eiwit, visch, olie, fruit, noten en pitten, gom, haar, honig, lucifers, pek, geconserveerde en in blikjes verpakte artikelen, zwavel, geestrijke dranken, specerijen, stijfsel, rubber en balata, talk in poeder, teer, plantenvezel en gist. Da onlustan In Djambl. De correspondent van de N. Rott. Ct. r.e Soerabaja seint dat na hevigen strijd Moeare Tambesi door de troepen werd genomen. De opstandelihgen verloren 60 man. In Djambi zijn uit gebreide militaire maatregelen ge nomen. Ambtelijk wordt medegedeeld, dat er voor de Palembang neerachende paniek geen reden bestaat. Er zijn ook maatregelen genomen voor de Padangsche Bovenlanden, waar symptonen van agitatie waar genomen zijn. Een telegram van den militairen commandant van Moeara Tebo meldt Donderdag en Vrijdag hebben wy 18 opstandelingen gedood, 21 gevangen gemaakt en veel wapens genomen. Een telegram van Donderdag van den resident van Djambi meldtDe opstandelingen trachten Telok Pand- jang aan te vallen. Gisteravond zyn onze troepen waarschijnlijk te Kota Baroe aangekomen. Uit Weltevreden wordt aan de Tel. Ingezonden Mededeeling. De pradjoerits (inlandsche politió) zijn tot dc Sarikat Islam (dus naar de opstandelingen) overgeloopen. Os verdediging van Indiö. (Officieel.) De ir. de laatste dagen uit Nederlandsch-Indie ontvangen telegrafische berichten bevestigen de Regeering in hare meening, dat de op 31 Augustus jj. aldaar gehouden betoogingen als merkwaardige ver- toogen moeten worden beschouwd van de voortschrijdende ontwikkeling de inlandsche maatschappij en van de wijziging in de verhoudingen, zoowel tusschen de 'verschillende bevolkingsgroepen als tot het Moeder land. Diepen indruk maakten de met groote vrijmoedigheid gehouden, wel sprekende redevoeringen van ver schillende inlandsche sprekers, waar onder verwanten van de zelfbesturen in de Vorstenlanden. Het bleek, dat in het behoud van het Nederlandsch gezag de beste waarborg wordt gezien om de wen- schen, die de inlandsche maatschappij koestert, in vervulling te doen gaan. Vertrouwen in de toekomst en waardeering van het feit, dat zij gelegenheid heeft gehad zich uit te spreken in een belangrijk vraagstuk als de verdediging van Indië, stem men de inlandsche bevolking gunstig voor de invoering eener militie. De voorgenomen zending van een viertal inlandsche afgevaardigden naar Neder land ter vertolking van de gevoelens der grootste bevolkingsgroep inzake het verdedigingsvraagstuk wekt in inlandsche kringen groote belang stelling. De oud-Gouverneur-Generaal Idenburg^is door het comité uitge- noodigd als raadsman van de afge vaardigden in Nederland te willen optreden, en heeft zich daartoe bereid verklaard. Door den Minister van Koloniën is het volgende telegram aan den Gouverneur-Generaal verzonden „Hare Majesteit de Koningin en de Regeering hebben met groote instemming en waardeering kennis genomen van de gevoelens, tot uiting gekomen in de betoogingen, over geheel Indië gehouden, en machtigde mij U ta verzoeken, dit kenbaar te maken aan Mr. H. s'Jacub, President van het Comité „Indië Weerbaar", en aan den heer H. Ketner, President van de Vereeniging „Je Maintiendrai", te Medan, en openbaar te maken in de „Javasche Courant", dat Indië's defensie etnstig ter harte is genomen en dat niets zal worden nagelaten, wat gedaan kan worden in het belang der veiligheid en der bescherming van de kolonie. „Zy betreuren, dat de buitengewoon bezwarende omstandigheden van het oogenblik verhinderen, meer te doen dan aanstonds de versterking der levende strijdkrachten ter hand te nemen, doch zullen zich niet onbe tuigd laten maatregelen te nemen in het belang van een verdedigingter zee, zoo die al, de in zooverre als deze mogelijk zullen zyn." Duitsche spionnaga In ons land. Rotterdam, 9 September. Omtrent het spionnagegeval en de arrestatie van den Duitseher Hanssen te Vlaardingen en den Hollander Jacob Dirkzwager te Maassluis vernemen wij nader, dat er sterke aanwijzingen zijn, dat het tweetal de hand heeft gehad in het in brand schieten van den Hollandschen motorboot „Zee arend" verleden week Vrydag. Doch nog sterker zijn de bewijzen, dat zij de Duitschers op de hoogte hebben gesteld van vertrekuur, lading en passagierslijst van de "Batavier IV'. Jacob Dirkzwager had dit bericht gestuurd aan den Duitseher Hanssen te Vlaardingen. Deze zond het verder naar de Duitschers. De directie van de Bataviorlijn, die tijdig op de hoogte wa3 gesteld van deze schurkenstreek, heeft het vertrek van de „Batavier IV" toen een dag opgehouden en het stoomschip 24 uur aan den Hoek van Holland laten liggen. Reeds laDg bad de directie der Batavierlijn vermoedens, dat het doen en laten van hare schepen werd bespionneerd, doch nog vóór dit ver moeden zekerheid was geworden, had de Rotterdamsche rivierpolitie, die in deze zaak met groote bekwaam heid en voortvarendheid heeft ge werkt, op eigen initiatief reeds een onderzoek ingesteld. De gangen van Hanssen en Jacob Dirkzwager werden nagegaan, met het gelukkig gevolg, dat men thans meent, de bewyzen tegen het tweetal in handen te hebben. Wat de „Zeearend" en het be- 3pionneer.en der Noorsche schepen betreft, zijn de aanwijzingen niet zoo sterk. Welk is gebleben, dat Jacob Dirkzwager reeds geruimen tijd berichten over verschillende schepen, ook over Engelsche oorlog schepen, die in de nabijheid van Hoek van Holland waren gezien, aan Hanssen heeft gezonden. Onder het mom van zijn agentuur- commissiehandel had Hanssen n groot aantal personen in zyn dienst om de berichten, die hij van Jacob Dirkzwager ontving, verder door te zenden. In bet complot is ook betrokken een zekere Frau Schwieper een Duitsche vrouw, die op hare wyzo de employé's van de Batavierlyu trachtte te verleiden tot het geven V3B allerlei iDlichtiDgen. Zoo was zij bijzonder gesteld op de naamlijst van passagiers der Batavierlijn en le zy ook steeds alles in het werk om van de schapenslachtera dor exportslachtery te weten te komen, welke hoeveelheid schapenvleosch aan boord der Batavierbooten werd geladen. Zaterdag hebben er uitgebreide huiszoekingen plaats gehad bij ver schillende handlangers van Hans en Dirkzwager. Er hadden nog g nieuwe arrestaties plaats, doch worden wel verwacht. Wij vernemen nog, dat Jacob Dirkzwager tot Maart van dit jaar optrad als Britsch consulair agent te Maassluis. De Engelsche consul eraal te Rotterdam heeft hem echter wegens zeer geldige redenen zijn ontslag gegeven en plaatote een annonce in de bladen om tegen het heerschap te waarschuwen. Uit wraak schijnt Dirkzwager zich daarop in dienst te hebben gesteld van Engelands vijanden. Er is nog een eigenaardig, bij zonderheid bekend van de wijzei waarop hy de hand heeft gehad in het ontsnappen van Duitsche schepen uit de Rotterdamsche haven. Het is gebleken, dat hij, hoewel aangesteld als Lloyd's agent, het vertrek van Duitsche schepen van Rotterdam en Hoek van Holland geregeld 24 uur te laat opgaf, zoodat bij het van het bericht de vaartuigen meestal reeds veilig to Embden gearriveerd waren. Hulde aan de Rotterdamsche politie, die het door haar ijverig sporen mogelijk maakte deze man te ontmaskeren, die in scheepvaart kringen bét volste vertrouwen genoot („Telegr.") Splonnenronselarlj. Herhaaldelijk kwamen voor eenigen tijd advertenties voor, waarin bijver diensten werden aangeboden aan vertegenwoordigers van buitenland sche huizen en aan hem, die in het buitenland zaken dezen. Op deze ad vertentie werd, naar aan de „Haag- sche Ct." van betrouwbare zijde uit Rotterdam wordt gemeld, door vel schillende menschen geschreven. „Een der schrijvers, een te Rotterdam woonachtig heer, ontving naar aan leiding van zijn brief antwoord en geraakte ten gevolge daarvan in con nectie met een zekeren E. Laatstge noemd persoon deed zoodanige voor stellen aan genoemden heer, dat deze begreep, dat E. volstrekt niets met handelszaken in het buitenland had te mak6n, maar de desbetreffende advertenties had geplaatst met het doel, in aanraking te komen met personen, die misschien wel in gelegenheid en geneigd zouden zijn, spionnagewerk te verrichten in het buitenland, voornamelijk in Engeland en Frankrijk en ten nadeele van ge noemde landen. De heer, die E.aan den praat had gehouden zei, dat hij wel iemand wist, die er toe genegen was begaf zich vervolgens naar de Haagsche recherche. Het kwam hem voor, dat een Haangsche recherche- ambtenaar in dit geval te prefereeren zou zijn boven een Rotterdamsch rechercheur, wijl E., te Rotterdam i, goed bekend is met die verschillende récherche ambtenaren aldaar en allicht één van hen, wan de heer dien met E. in relatie -zou brengen, zou herkennen. _,De inspecteur der recherche, de heer T. M. Lucas, zou door den heor aan E. wordon voorgesteld als een caudidaat-spion. „Tusschen inspecteur Lucas, den heer en E. had vervolgens In een bier huis te Rotterdam een conferentie plaats. E. stelde aan den heer Lucas voor, in het buitenland te apionneeren ten nadeele der Geallieerden. Men kwam overeen, dat E. en inspecteur Lucas gezamenlijk naar Beek, waar de hoofdspion zat, zouden reizen om nadere afspraak te treffen. Wat den financieelen kant der zaak betreft, vertelde E. aan den heer Lucas, dat hij zich daarover niet bezorgd behoef de te maken. Het loon voor de spion- nage zou zeer aanzienlijk zyn. „De heer Lucas was zoogenaamd geheel op het voorstel van E. ingegaan. Donderdagmorgen te 7 uur vertrokken beiden. Te Rotterdam overhandigde E. in den trein aan den heer Lucas een papier, waarop eenige aanwijzin gen geschreven stonden, hoe hij zich aan de Hollandsch-Duitscbe grens had te gedragen om er gemakkelijk over te komen. Echter verklaarde E., ter wijl de trein tusschen Delftsche Poort u Beursstation reed, dat hy zelf geen jelegenheid had, den heer Lucas naar leek te vergezellen, daar hij dien dag andere bezigheden had to verrichten. ..De recherche-inspecteur maakte alsnu aan E. bekend, wie hij was, en arresteerde den ronselaar. Hij werd omen naar het politiebureau te Rotterdam. Daar werd hy gefouil leerd met het gevolg, dat er gewich tige papieren op hem werden ge vonden, betrekking hebbende opspion- nagezaken in het buitenland. Het betrof informaties, die in hoofdzaak in Frankrijk en Engeland moesten worden genomen. Op last van den officier van justitie werd E. in het Huls van Bewaring te Rotterdam opgesloten. HU weigerde pertinent, zich over de bij hem bevonden stuk ken uit te laten en wenschte geen enkelen naam te noemen, maar voor het overige bekende hy alles. jE. is 62 jaar oud en had opge- i ;even, in normalen tijd reiziger van leroep te zijn." Noorsch stoomschip getorpedeerd. Het Noorsche stoomschip „Lind- borg", in den nacht van Zaterdag op Zondag van Rotterdam naar Londen vertrokken, is Zondagmorgen te 6 uur op 15 mijl west noordwest van vuurschip „Maas", door een Duitschen onderzeeër tot zinken gebracht. De bemanning is in haar booten door don onderzeeër naar het vuurschip jt en van daar door de loods boot „No. 11" te Hoek van Holland aan wal gebracht. De „Lindborg" vertrok Zondagmor gen te 1.30 van Rotterdam naar Lon den. Te acht uur kwam ten W.N.W. van het lichtschip de onderzeeër U. 6" boven en seinde dat de „Lind borg" moest stoppen en de papieren getoond worden. Nadat men naar den onderzeeër was geroeid papieren had overgegeven, kreeg men twee Duitschers mee met bom men, doch eerst ging dat tweetal op de koperjacht en nam lantarens, klok ken, log en ook boter mee. De bom men ontploften niet en de ,U 6" moest weer duiken omdat een En gelsche torpedójager aankwam. Die echter verdween weer, toen kwam de Duitseher weer boven en bracht nieuwe bommen aan; eerst baalden eenigen van de bemanning der U boot zeildoeken en nieuw touwwerk van boord en lieten toen de bommen ont ploffen. De lading bestond uit spek, mar garine en fruit Het schip hoorde thuis te Haugesund, de gezagvoerder is J. Johannesse. Gebrek aan sulkar. In verschillende plaatsen van ons land is by de opname de suiker voor- raad uiterst klein gebleken. Te Groningen heeft de banket bakkers vereeniging tot den burge meester een adres gericht, waarin zy mededeelt, dat de Qroningsche •banketbakkers indien er niet ten spoedigste een voorziening getroffen wordt genoodzaakt zullen zijn wegens gebrek aan suiker hun zaken te sluiten. Te 's-Gravenhage was de voorraad ook niet groot. Te Muiden en in eenige andere plaatsen is men over gegaan tot het uitgeven van suiker bons. Bond van Zeamlllcians. Naar „Het Volk" verneemt, heeft de post op last van de militaire over heid te Hellevoetsluis geweigerd de brochures over uitzending naar de tropen, uitgegeven door het hoofd bestuur van den Bond van Zeemili cions, te verzenden. Deze weigering wordt vergezeld van een verwijzing naar art. 38 van de wet op de staat van oorlog on beleg, welke wet in voornoemd artikel aan de militaire overheid de bevoegdheid geeft om te beschikken over de post, telegraaf en telefoon. Bond voor Mindor Marineporsoneel. Uit Soerabaja schrijft men aan de „Telegraaf": Vrijdag 30 Juli en Zaterdag 1 Aug. is door den Bond voor Minder Marine personeel een algemeene leden ve rgade- ring gehouden, welke vergadering door ongeveer 450 schepelingen was bezocht. Door de afdeeling „Zeven Provinciën" was de volgende motie ingediend „De algemeene vergadering, enz.; overwegende, dat de v. M. M. P. niet is aangesloten bij een politieke partij overwegende, dat in den laatsten tijd de positie steeds ongunstiger wordt, gezien de houding der autori teiten overwegende, dat het resultaat der tot dusver gevoerde tactiek in ver houding tot het aantal gebrachte offers slechts poover is te noemen ia van meening, dat van een krach tiger en scherper tactiek meer resul taat te verwachten is; besluit, dat de inhoud dezer motie 1 worden bekend gemaakt op de eerstvolgende algemeene vergadering Den Helder, volgend op het binnen komen der „Noord-Brabant" in Neder land." Het hoofd-afdeelingsbestuur kon zich met deze motie, welke ten doel had nieuwe scherpere middelen, dan tot nu toe gebruikte, niet ver eenigen, en wel voornamelijk om de daarbij gegeven toelichting. De heer Brandateder, lid van het hoofd-afdeelingsbestuur, betoogde in zijn inleiding over„Doel en middelen onzer Organisatie", dat van toevoeging van nieuwe middelen moeilijk sprake kon zijn, daar men dan onvermijdelijk bij de onwettige middelen verzeild zou rakeD. Daartegen moet men zoo lang mogelijk waken. Ook hij was niet geheel en al tevreden met de behaalde resultaten, onnoodig ver kleinen moest men die echter niet. Veel werd in de laatste 20 jaar ver beterd en zoo het verkregene beneden verwachting bleef, dan moet niet direct naar nieuwe middelen gegrepen worden, maar er moet een krachtiger actio worden gevoerd met dezelfde tot nu toe gebruikte wettige middelen. Het tekort aan resultaat moet niet in de eerste plaats gezocht worden in het feit, dat de organisatie altyd met wettige middelen heeft gewerkt, maar voornamelijk in het feit, dat die middelen nog niet algemeen en niet ten volle worden toegepast. Zoek de fout bij de menschen en niet bjj de middelen. Daarna werd door het hoofd-af deelingsbestuur de volgende motie tegenover die van de afd. „Zeven Provinciën" gesteld: „De vergadering: le. constoteerende, dat het de organisatie van het minder marine personeel steeds moeilijker wordt gemaakt haren voor dat personeel onmisbaren arbeid te verrichten 2e. constateerende, dat daardoor het gevaar steeds grooter wordt, dat de bestaande ontevredenheid zich meer en meer uit, geen anderen uit weg ziende, op een voor de marine zoowel als voorhet personeel schade lijke wijze (sabotage, leidelljk verzet); 3e. acht bet desondanks nog steeds de taak dier organisatie er voor zorg te dragen, dat de ontevredenheid over verschillende toestanden bij de marine, waarvan het tegenwerken der orga nisatie de meest onhoudbare is, zich uit op organisatorische, wettige wijze en dat excessen, als bovengenoemd, tot het uiterste worden tegengegaan. 4e. is van oordeel, dat het de plicht ia van alle leden de werkkracht bruikbaarheid der organisatie zoolang mogelijk tegen aanvallen van buiten te beschermen, door de volle en on afgebroken toepassing van alle wet tige middelen, welke onder hun bereik vallen; 5e. wijst alle verantwoording voor de gevolgen van het eventueel niet in bruikbaren staat kunnen houden der organisatie zonder eenig voorbe houd af; 6e. en besluit deze motie benevens een verslag der vergadering aan alle afdeelingen, niet ter vergadering aan wezig, te doen toekomen ter behan deling op hunne vergaderingen. De motie van de afd. „Zeven Pro vinciën" werd verworpen met 6 stern- stemmen voor, dio der hoofdafdee- ling aangenomen met 5 tegen i blanco". Bfllasdlging. Wij lezen in de „Toekomst": „Onlangs wandelde Mr. Dr. J. H, W. <J. ter Spil!, lid van de Tweede Kamer, met zijn gezin door de Riouw straat in Den Haag. Voor het huia No. 69 gekomen, waarop de naam van den bewoner Carl Gosch, een Duitsch koopman, te lezen staat, blijft het gezelschap staan, de heer Ter Spill haalt een potlood voor den dag, en schrijft op den muur van hot huis onder den naam, het scheldwoord „MOF". Na het volbrengen van deze heldendaad wandelt het gezelschap verder, vol bewondering voor papa, die zoo durft! Ten huize van defi heer Gosch echter had men het geval opgemerkt. De eigenaar spoedde zich naar buiten, achterhaalde den heer ter Spill en riep dezen ter verantwoording. Hij zoide, de daad van den heer t. S.als eene beleediging te beschouwen en wenschte zyn naam te weten. De heer t. S. die, in plaats van zijne ver ontschuldigingen aan te bieden'nog aanmatigend optrad, had echter niet den'moed zich bekend te maken. Dit gelukte eerst toen men een politie agent ontmoette, wiens bemiddeling door den heer Gosch werd ingeroepen. Deze heeft thans den heer t. S. wegens belediging aangeklaagdde zaak kwam gisteren voor." Oa „Columbia." De positie van de gekapsyade „Co lumbia" is belangrijk verbeterd. Het schip heeft zich in zooverre hersteld, dat de bovenste rij patrijspoorten, welke eerst onder water zaten, weer boven water zijn gekomen. Hierdoor zijn de werkzaamheden belangrijk vergemakkelijkt. De poorten en anders openingen zijn nu gesloten en de klink n zijn gestopt. Men heeft dan ook reeds kunnen aanvangen met het leegpompen. INGEZONDEN. Geachte Redactie. Het zy my vergund eenige plaats ruimte van U te vragen voor het volgende schrijven. In het nummer van Uw blad van 5 Sept. j.1. komt een ingezonden schrijven voor van den heer Zits, die zijn hart lucht geeft waar het betreft het vaderschap van het ontwerp tot zuivering van het Heldersche kanaal. De opmerking door den beer Zits gemaakt is volkomen juist, maar vereiBcht nog wel eenige toelichting de zaak is deze: Door mij is indertijd; veel studio gemaakt van de verschillende plannen tot zuivering van het kanaal, doch niet één van deze kon den toets van grondig onderzoek weerstaan, reden waarom ik trachtte langs een anderen weg het doel te bereiken. Daartoe heb ik een onderzoek iDgesteld naar de mogelijkheid om de enorme hoeveel heid zuiver water die zich in de grachten der fortenlinie bevindt, bij regelmatige terugkeer van spuiing, door het kanaal af te voeren, waar door een reiniging zou verkregen worden, die op geen andere manier zou zijn te bereiken. ~agen achtereen is door my gedu- 3e den tijd waarop gespuid werd enorme stroom, van water geob serveerd, die door de zeedoksluis naar buiten gevoerd werd, en^et werd mij duidelijk, dat wanneer deze water stroom geleid zou kunnen worden door het kaDaal, er dan een goede en automatisch werkende reiniging ver kregen zou wordenvandaar mijn 'an. Nu was ik wel in staat het plan als zoodanig te ontwerpen, on des noods duidelijk te maken door een ruwe schetsteekening, doch ik heb mij gewend tot den heer S. Krijnen met. de beleefde vraag, om, wanneer ook 'J zijne goedkeuring aan mijn plan geven kon, daarvan een schototeeke- ning te maken, die met het plan als genoemd, aan den Raad kon worden overgelegd. Na besprekingen met den heer Krljnen heeft hy mijn voorstel aan genomen en het geopperde plan in een zeer mooie teekening voor mij uitgewerkt. De heer Krijnen heeft voor zijn moeitovol werk nimmer eenige gelde lijke vergoeding van mij willen aan nemen, hij deed dit alleen iu het belang der gemeente. Zonder de teekeningen van den beer Krijnen, zou mijn plan in 't geheel geen kans van slagen hebben gehad. Hem komt dus een woord van waardeering on hulde toe. Natuurlijk was het voor mij een hoogst aangename tijding, toen ik kennis nam van bet Raadsbesluit tot uitvoering van mijn plan, en tot heden toe blijf bÜ mÖn uitgesproken ge voelen, dat de regelmatige spuiïng, zooals in het ontwerp wordt voorge steld, een afdoend middel tot degelijke reiniging zijn zal. Nevens het bovenbedoelde plan, is ook door my aan den Raad ingediend een nieuw rioolstelsel, dat loopende langs de boorden van het kanaal, alle rioolstoffen zou kunnen afvoeren tot buiten de gemeente, een riool, waarin zich alle riolen kunnen ontlasten, zoowel de groote die de gemeente heeft aangelegd, als de kleine huis- riolen, die van uit derespectiovelljke woningen in het kanaal uitvloeien. Dit plan heeft wel veel aanlokke lijks, maar is niet zoo afdoende, om dat het afgevoerde vuile water zich zal opboopen aan het einde van bet kanaal, daar, waar het riool uitmondt in de Binnenhaven. Met vriendelyken dank voor de opname dezer regelen, heb ik de eer te zijn Uw dw. J. KuBvttA.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1916 | | pagina 1