HELDERSCHE COURANT
VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE
Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna
No. 46"Z
DINSDAG 12 SEPTEMBER 1916
44e JAARGANG
Abonnement per 3 mnd. 65 ct., franco per post 90 et, Buitenland f 1.90
Zondagsblad 45 5£$„ „0.85
Modeblad 75 100 1.25
Voor het Buitenland bij vooruitbetaling Losse nummers der Courant 2 ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER
Bureau: Koningstraat 29 Interc. Telefoon 50
Advertentiën van 1 tot 4 regels (bij voorultbat.) 30 cent. Elke regel meer 7 ct
Ingezonden mededeelingen van 1 tot 4 regels 75 cent. Elke regel meer 15 cent.
Advertentiën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°,'o hooger berekend.
Broote letters en cliché's naar plaatsruimte. - Bewijs-exemplaar 2h cent.
De abonnementsprijs
van de „Heldersche Courant" Is
thans per kwartaal in de stad
75 cent, franco per post ff.—.
Wij vermelden dit hier afzonderlijk,
aangezien het op het oogenblik nog
niet mogelijk ia, dit in het hoofd van
het blad te veranderen.
Op pagina 4 van dit blad is
opgenomen
1. Sport.
2. Feuilleton, enz.
DE OORLOG.
De legerberichten
van 9 en 10 September.
Van het W e s t e 1 ij k front.
Aan de Somme blijven de geallieer
den in het voordeel. Het Pransche
avoudbericht van den 8aten meldt
nieuwe vorderingen bij Vermando-
villers. Over het geheele front worden
verwoede artilleriegevechten geleverd.
Aanvallen der Duitachera op den rech
ter Maasoever werden afgeslagen. 100
man werden gevangen genomen en
verscheidene machinegeweren ver-
meeaterd.
In een uitgebreid bericht over de
gevechten bij Vermandovillees wordt
medegedeeld, dat de Duitschers een
volledige linie hadden aangelegd tot
midden in het dorp. Daarachter was
een tweede linie gevormd. Niet-
tegenstaande deze geweldige verster
kingen, slaagden de Franschen er
in hier vooruit te komen. Vrijdag
avond trachtten de Duitschers deze
voordeelen aan de Franschen te ont
nemen, doch overal werden zij terug
geworpen.
Het communiqué van den 9en
meldt vooruitgang der Franschen bij
Belloy en Santerre en Deniécourt.
Sedert 3 Sept. namen de Franschen
ten N. van de Somme 7700 man
gevangen, w. o. 100 officieren.
In het Vaux Chapitre-bosch werden
opnieuw vijandelijke aanvallen afge
slagen.
Het avoudbericht van denzelfden
datum geeft aan dat de Franschen
voorbij Donaumont een geheel stelsel
loopgraven vermeesterden.
Volgens de mededeelingen van den
lOen ondernamen de Duitschers aan
de Somme verschillende malen krach
tige aanvallen tegen het front der
Franschen. Aanvankelijk kregen zij
op verschillende plaatsen vasten voet
in de Fransche stellingen. Door vin
nige tegenaanvallen werden zy echter
teruggedreven.
Ten Z.W. van Berny mislukten
eveneens twee aanvallen van den
vijand.
Op den rechter-Maasoever werden
ten O. van Fleury opnieuw 100 man
gevangen genomen. Een aanval der
Duitschers in de streek van Vaux
mislukten.
Ook de Engelschen behaalden kleine
voordeelen. Volgens het bericht van
den 9en werd bij het Hooge-bosch
een sterke vijandelijke schans ver-
meesterd, waarbij 2 officieren en 17
man gevaDgen genomen werden. Een
later bericht van denzelfden datum
meldt dat de Engelschen over een
front van 5 K.M. tusschen het bosch
van Fourreaux en Leuze en het dorp
Ginchy tot den aanval overgingen.
Het dorp Ginchy viel na verwoede
gevechten geheel in handen der En
gelschen. Ook op andere punten van
het front werden vorderingen ge
maakt. N.O. van Pozières werd onge
veer 500 M. loopgraaf genomen, waar
bij 60 man gevangen genomen werden.
Al hunne terreinwinst konden de
Engelschen behouden, niettegenstaan
de de hevige tegenaanvallen der
Duitschers. Op sommige punten
breidden z\j hun succes zelfs nog
uit. Ook ten N.O. van Pozières liepen
de aanvallen der Duitschers op een
mislukking uit. Als resultaat van
een week vechtens wordt opgegeven,
dat de Engelschen over een front
breedte van 6000 yards, ongeveer
3000 yards vooruitgingen.
Het Duitsche legerbericht van 9
Sept. geeft aan dat alle aanvallen
der Engelschen en Franschen, ook
die op den O. Maasoever, mislukten.
Dat de gevechten nog voortduur
den wordt iu het bericht van den
lOen medegedeeld. Aanvallen der En
gelschen bij Thiepval en Combles,
en van de Franschen tusschen Bar-
leux en Belloy werden onder zware
verliezen voor den vijand afgeslagen.
Van het O o s t e 1 Ij k front.
Van Duitsche zijde wordt dd. 9
dezer gemeld, dat aanvallen der Rus
sen tusschen Zlota-Lipa en Dnjestr
ook nu weer op een mislukking uit
liepen. Aanvankelijk kregen zij vasten
voet m de stellingen der Turken (die
aan het Gallicische front strijden),
doch zU werden door tegenaanvallen
weder verdreven. 1000 man werden
gevangen genomen en verscheidene
machinegeweren vermeesterd.
In de Karpathen trokken de Russen
ten Z.W. van Schipot en bij Dorna
Watra vooruit. Ten N.W. van den
Capul moesten de Oostenrijkers en
Duitschers voor den vijand terug
trekken. Volgens het bericht van den
lOen duurden de aanvallen der Rus-
Ben, voornamelijk aan den Stochod
voort, doch is de toestond tot aan
het front in de Karpathen onveran
derd. In laatstgenoemde streek won
nen de Russen bij Schipot terrein.
Ten Z. van DornaWatra kwamen
de Duitsche troepen in contact met
de Roemeniërs.
De Russische communiqués van
den 9en geven aan dat in de richting
van Halicz een tegenaanval der Duit
schers en Oostenrijkers werd afge
slagen. De gevechten worden hier
voortgezet. In de Bosch-Karpathen
werd een reeks hoogten stormender
hand vermeesterd. Meer dan 500 man
werden gevangen genomen en 5 ma
chinegeweren vermeesterd. Een ge
heele bergbattery viel eveneens in
handen der Russen.
Van het* O o s t e n r lj k s c h-I t a 1 i-
aansche front.
De Oostenrljksche berichten maken
slechts melding van artillerie-gevech
ten, die op verschillende punten van
het front bijzonder hevig waren, en
van patrouille ondernemingen. Deal-
gemeene toestand wordt als onver
anderd aangegeven.
Volgens de Itoliaansche communi
qués hebben de Oostenrijkers evenwel
een aanval gedaan op de Itoliaansche
stellingen tusschen den Monte Spin
en den Monte Corno, doch werden zij,
na aanvankelijk succes, met een
verlies van 20 man aan gevangenen,
door een tegenaanval teruggeworpen.
Ook in het Tofano gebied werd een
aanval van den vijand afgeslagen.
Het bericht van den lOen maakt
melding van vergeefsche aanvallen
tegen de Itoliaansche stellingen in
Vallarsaenin hot gebied van Tolmino.
Van het Oostenrijkse h-R o e-
meensche front.
Het Oostenrljksche legerbericht van
den 9en meldt, d3t de Roemeensche
troepen in de Karpathen 4 K.M.
achter hun oorspronkelijke stellingen
teruggeworpen werden. Door een
krachtigen tegenaanval tegen den
Oostenrljkschen rechtervleugel, moes
ten deze evenwel weder op hunne
vroegere stellingen terugtrekken. Po
gingen van den vijand om naar de
hoogten ten W. van Czik Szareda door
te dringen, werden verijdeld.
Omtrent de vermeestering van de
stad Orsowa, wordt van Roemeensche
zijde nog gemeld, dat aldaar 7 kanon
nen, een aantal machinegeweren en
groote hoeveelheid oorlogsmate-
rieel werd buitgemaakt. Aan het froüt
in Zevenbergen werden verscheidene
dorpen door de Roemeniërs bezet.
Ten Z. van Mahadia werd een vijan
delijke aanval afgeslagen.
Van het Bulgaarsch-Roe-
meensche front.
Tegenover de Bulgaren zijn de
Roemeniërs in het nadeel. De op-
marsch in de Dobroedsja wordt met
kracht door de verbonden Duitsch-
Bulgaarsche troepen voortgezet. Vol
gens het Bulgaarache legerbericht van
den lOen trachtte een afdeeling van
de bezetting van Silistria op 6 dezer
de bezetting van Tutrakan ter hulp
te komen. 20 K.M. ten O. van deze
vesting werden zij evenwel met
zware verliezen teruggeworpen, en
tot den terugtocht op Siliatria ge
dwongen. De Bulgaren namen hierbij
officieren en 130 man gevangen en
veroverden 3 snelvuurbatterijen.
In den loop van den 6en en 7en
September ontwikkelden zich hard
nekkige gevechten in de streek van
Dobric. Aan de zijde der Roemeniërs
nam de Russische 61ste divisie aan
het gevecht deel. In den namiddag
van den 7en eindigde hst gevecht
met een volkomen nederlaag der
Roemeniërs. Door de Bulgaren en
Duitschers achtervolgd trokken zij
terug.
Een bericht van Duitsche zijde, dd.
10 dezer meldt nog dat de vesting
Silistria gevallen is
Bij Bazardjik werden de Bulgaar
ache troepen door de Russen en Roe
meniërs teruggeworpen.
De berichten van 9 en 10 dezer
melden, dat de strijd woedt in de
dalen van de bo ven-Maros «en Alata.
De Oostenrijkers trekken naar het
W. terug. Westelijk van Topmotza
werd Czik Szareda bezet.
Duitsche vliegtuigen hebben lucht
aanvallen gedaan op de Roemeensche
Zwarte Zeehavens. Daartegenover
werd de Bulgaarache haven Baltsjik
door Russische oorlogsschepen be
schoten, waarbij 20 graanschepen in
den grond geboord werden.
Van de overige gevechtsterreinen
geen berichten van belang.
De duikboot- en mijnoorlog.
Het Noorsche s.s. „Pronto" (1411
ton) en het Zweedsche s.s. „Gamen"
(2596 ton) zijn in den grond geboord.
Spionnaga.
De Parysche correspondent van
het Hdbl. seint, dat den 15den dezer
te Verona een groot spionnage-proces
voor den krijgsraad zal behandeld
worden. Onder het dozijn verdachten
behoort ook een Nederlandsch indus
trieel, geboortig van Amsterdam.
Deze man werd ook verdacht betrek
kingen te onderhouden meteen Duitsch
spionnagebureau te Bern.
Ean Japanscha kruiser vargaan.
De „Bund" meldt dat volgens do
.Roeski Invalid" de Japansche kruiser
„Kasagi" bij een storm aan de kust
van Hokkaido gezonken is. De be
manning bestond uit 440 man.
(De „Kasagi" was een kleine pantser
kruiser van 4900 ton uit het jaar
1898. De bewapening bestond uit 2
kanonnen van 30 c.M'., 10 van 12 c.M.,
12 van 7,6 en 2 van 4,2 c.M., verder
uit vier torpedo-lanceerbuizen).
Een dreigende spoorwegstaking
Cardiff, 10 Sept. Op een vergade
ring van 3000 spoorwegambtenaren,
die allo districten van Zuid-Wales
vertegenwoordigden, is een motie
aangenomen, waarin verklaard wordt,
dat zij 17 September des midder-
nachts het werk zullen neerleggen,
indien hun eisch, 10 shillings loous-
verhooging per week, niet toegestaan
wordt. Deze verhooging moet van
1 Juli af betaald worden. Bovendien
verlangen -dj de stellige verzekering
van de regeering, dat deze voortaan
contröle op de levensmiddelen zal
uitoefenen en de prijzen
Da staking in Naw-York.
New-York, 10 September. Nu de
stakers aan de stadspoorwegen het
verkeer niet kunnen stuiten, dreigt
er een staking, die 800.000 leden
van vakvereenigingen zou omvatten.
Gompers, de Voorzitter van het
Amerikaansche Arbeidersverbond, is
op weg naar hier om te beslissen of
er een steunstaking zal zijn teneinde
de eischen van de spoorbeambten
door te zetten. Het personeel van
nog twee stadsporen heeft voor
stoking gestemd.
BINNENLAND.
Qean invoar-facllltaltan maer.
Uit Londen wordt officieel mede
gedeeld dat tot nader order geen
faciliteiten zullen worden verleend
voor den invoer in Nederland van
biscuits, borstels, eieren, eierendooiers,
eiwit, visch, olie, fruit, noten en
pitten, gom, haar, honig, lucifers, pek,
geconserveerde en in blikjes verpakte
artikelen, zwavel, geestrijke dranken,
specerijen, stijfsel, rubber en balata,
talk in poeder, teer, plantenvezel en
gist.
Da onlustan In Djambl.
De correspondent van de N. Rott.
Ct. r.e Soerabaja seint dat na hevigen
strijd Moeare Tambesi door de troepen
werd genomen. De opstandelihgen
verloren 60 man. In Djambi zijn uit
gebreide militaire maatregelen ge
nomen.
Ambtelijk wordt medegedeeld, dat
er voor de Palembang neerachende
paniek geen reden bestaat.
Er zijn ook maatregelen genomen
voor de Padangsche Bovenlanden,
waar symptonen van agitatie waar
genomen zijn.
Een telegram van den militairen
commandant van Moeara Tebo meldt
Donderdag en Vrijdag hebben wy 18
opstandelingen gedood, 21 gevangen
gemaakt en veel wapens genomen.
Een telegram van Donderdag van
den resident van Djambi meldtDe
opstandelingen trachten Telok Pand-
jang aan te vallen. Gisteravond zyn
onze troepen waarschijnlijk te Kota
Baroe aangekomen.
Uit Weltevreden wordt aan de Tel.
Ingezonden Mededeeling.
De pradjoerits (inlandsche politió)
zijn tot dc Sarikat Islam (dus naar
de opstandelingen) overgeloopen.
Os verdediging van Indiö.
(Officieel.) De ir. de laatste dagen
uit Nederlandsch-Indie ontvangen
telegrafische berichten bevestigen de
Regeering in hare meening, dat de
op 31 Augustus jj. aldaar gehouden
betoogingen als merkwaardige ver-
toogen moeten worden beschouwd
van de voortschrijdende ontwikkeling
de inlandsche maatschappij en
van de wijziging in de verhoudingen,
zoowel tusschen de 'verschillende
bevolkingsgroepen als tot het Moeder
land.
Diepen indruk maakten de met
groote vrijmoedigheid gehouden, wel
sprekende redevoeringen van ver
schillende inlandsche sprekers, waar
onder verwanten van de zelfbesturen
in de Vorstenlanden.
Het bleek, dat in het behoud van
het Nederlandsch gezag de beste
waarborg wordt gezien om de wen-
schen, die de inlandsche maatschappij
koestert, in vervulling te doen gaan.
Vertrouwen in de toekomst en
waardeering van het feit, dat zij
gelegenheid heeft gehad zich uit te
spreken in een belangrijk vraagstuk
als de verdediging van Indië, stem
men de inlandsche bevolking gunstig
voor de invoering eener militie. De
voorgenomen zending van een viertal
inlandsche afgevaardigden naar Neder
land ter vertolking van de gevoelens
der grootste bevolkingsgroep inzake
het verdedigingsvraagstuk wekt in
inlandsche kringen groote belang
stelling. De oud-Gouverneur-Generaal
Idenburg^is door het comité uitge-
noodigd als raadsman van de afge
vaardigden in Nederland te willen
optreden, en heeft zich daartoe bereid
verklaard.
Door den Minister van Koloniën
is het volgende telegram aan den
Gouverneur-Generaal verzonden
„Hare Majesteit de Koningin en
de Regeering hebben met groote
instemming en waardeering kennis
genomen van de gevoelens, tot uiting
gekomen in de betoogingen, over
geheel Indië gehouden, en machtigde
mij U ta verzoeken, dit kenbaar te
maken aan Mr. H. s'Jacub, President
van het Comité „Indië Weerbaar",
en aan den heer H. Ketner, President
van de Vereeniging „Je Maintiendrai",
te Medan, en openbaar te maken in
de „Javasche Courant", dat Indië's
defensie etnstig ter harte is genomen
en dat niets zal worden nagelaten,
wat gedaan kan worden in het belang
der veiligheid en der bescherming
van de kolonie.
„Zy betreuren, dat de buitengewoon
bezwarende omstandigheden van het
oogenblik verhinderen, meer te doen
dan aanstonds de versterking der
levende strijdkrachten ter hand te
nemen, doch zullen zich niet onbe
tuigd laten maatregelen te nemen in
het belang van een verdedigingter
zee, zoo die al, de in zooverre als
deze mogelijk zullen zyn."
Duitsche spionnaga In ons land.
Rotterdam, 9 September. Omtrent
het spionnagegeval en de arrestatie
van den Duitseher Hanssen te
Vlaardingen en den Hollander Jacob
Dirkzwager te Maassluis vernemen
wij nader, dat er sterke aanwijzingen
zijn, dat het tweetal de hand heeft
gehad in het in brand schieten van
den Hollandschen motorboot „Zee
arend" verleden week Vrydag.
Doch nog sterker zijn de bewijzen,
dat zij de Duitschers op de hoogte
hebben gesteld van vertrekuur, lading
en passagierslijst van de "Batavier
IV'.
Jacob Dirkzwager had dit bericht
gestuurd aan den Duitseher Hanssen
te Vlaardingen. Deze zond het verder
naar de Duitschers. De directie van
de Bataviorlijn, die tijdig op de hoogte
wa3 gesteld van deze schurkenstreek,
heeft het vertrek van de „Batavier IV"
toen een dag opgehouden en het
stoomschip 24 uur aan den Hoek van
Holland laten liggen.
Reeds laDg bad de directie der
Batavierlijn vermoedens, dat het doen
en laten van hare schepen werd
bespionneerd, doch nog vóór dit ver
moeden zekerheid was geworden,
had de Rotterdamsche rivierpolitie,
die in deze zaak met groote bekwaam
heid en voortvarendheid heeft ge
werkt, op eigen initiatief reeds een
onderzoek ingesteld. De gangen van
Hanssen en Jacob Dirkzwager werden
nagegaan, met het gelukkig gevolg,
dat men thans meent, de bewyzen
tegen het tweetal in handen te hebben.
Wat de „Zeearend" en het be-
3pionneer.en der Noorsche schepen
betreft, zijn de aanwijzingen niet
zoo sterk. Welk is gebleben, dat
Jacob Dirkzwager reeds geruimen
tijd berichten over verschillende
schepen, ook over Engelsche oorlog
schepen, die in de nabijheid van
Hoek van Holland waren gezien,
aan Hanssen heeft gezonden.
Onder het mom van zijn agentuur-
commissiehandel had Hanssen
n groot aantal personen in zyn
dienst om de berichten, die hij van
Jacob Dirkzwager ontving, verder
door te zenden.
In bet complot is ook betrokken
een zekere Frau Schwieper een
Duitsche vrouw, die op hare wyzo
de employé's van de Batavierlyu
trachtte te verleiden tot het geven
V3B allerlei iDlichtiDgen. Zoo was zij
bijzonder gesteld op de naamlijst van
passagiers der Batavierlijn en
le zy ook steeds alles in het werk
om van de schapenslachtera dor
exportslachtery te weten te komen,
welke hoeveelheid schapenvleosch
aan boord der Batavierbooten werd
geladen.
Zaterdag hebben er uitgebreide
huiszoekingen plaats gehad bij ver
schillende handlangers van Hans
en Dirkzwager. Er hadden nog g
nieuwe arrestaties plaats, doch
worden wel verwacht.
Wij vernemen nog, dat Jacob
Dirkzwager tot Maart van dit jaar
optrad als Britsch consulair agent te
Maassluis. De Engelsche consul
eraal te Rotterdam heeft hem
echter wegens zeer geldige redenen
zijn ontslag gegeven en plaatote een
annonce in de bladen om tegen het
heerschap te waarschuwen.
Uit wraak schijnt Dirkzwager
zich daarop in dienst te hebben gesteld
van Engelands vijanden.
Er is nog een eigenaardig, bij
zonderheid bekend van de wijzei
waarop hy de hand heeft gehad in
het ontsnappen van Duitsche schepen
uit de Rotterdamsche haven. Het is
gebleken, dat hij, hoewel aangesteld
als Lloyd's agent, het vertrek van
Duitsche schepen van Rotterdam en
Hoek van Holland geregeld 24 uur
te laat opgaf, zoodat bij het
van het bericht de vaartuigen meestal
reeds veilig to Embden gearriveerd
waren.
Hulde aan de Rotterdamsche
politie, die het door haar ijverig
sporen mogelijk maakte deze man
te ontmaskeren, die in scheepvaart
kringen bét volste vertrouwen genoot
(„Telegr.")
Splonnenronselarlj.
Herhaaldelijk kwamen voor eenigen
tijd advertenties voor, waarin bijver
diensten werden aangeboden aan
vertegenwoordigers van buitenland
sche huizen en aan hem, die in het
buitenland zaken dezen. Op deze ad
vertentie werd, naar aan de „Haag-
sche Ct." van betrouwbare zijde uit
Rotterdam wordt gemeld, door vel
schillende menschen geschreven.
„Een der schrijvers, een te Rotterdam
woonachtig heer, ontving naar aan
leiding van zijn brief antwoord en
geraakte ten gevolge daarvan in con
nectie met een zekeren E. Laatstge
noemd persoon deed zoodanige voor
stellen aan genoemden heer, dat deze
begreep, dat E. volstrekt niets met
handelszaken in het buitenland had
te mak6n, maar de desbetreffende
advertenties had geplaatst met het
doel, in aanraking te komen met
personen, die misschien wel in
gelegenheid en geneigd zouden zijn,
spionnagewerk te verrichten in het
buitenland, voornamelijk in Engeland
en Frankrijk en ten nadeele van ge
noemde landen.
De heer, die E.aan den praat had
gehouden zei, dat hij wel iemand
wist, die er toe genegen was
begaf zich vervolgens naar de
Haagsche recherche. Het kwam hem
voor, dat een Haangsche recherche-
ambtenaar in dit geval te prefereeren
zou zijn boven een Rotterdamsch
rechercheur, wijl E., te Rotterdam
i, goed bekend is met die
verschillende récherche ambtenaren
aldaar en allicht één van hen, wan
de heer dien met E. in relatie
-zou brengen, zou herkennen.
_,De inspecteur der recherche, de
heer T. M. Lucas, zou door den heor
aan E. wordon voorgesteld als een
caudidaat-spion.
„Tusschen inspecteur Lucas, den
heer en E. had vervolgens In een bier
huis te Rotterdam een conferentie
plaats. E. stelde aan den heer Lucas
voor, in het buitenland te apionneeren
ten nadeele der Geallieerden. Men
kwam overeen, dat E. en inspecteur
Lucas gezamenlijk naar Beek, waar
de hoofdspion zat, zouden reizen om
nadere afspraak te treffen. Wat
den financieelen kant der zaak betreft,
vertelde E. aan den heer Lucas, dat
hij zich daarover niet bezorgd behoef
de te maken. Het loon voor de spion-
nage zou zeer aanzienlijk zyn.
„De heer Lucas was zoogenaamd
geheel op het voorstel van E. ingegaan.
Donderdagmorgen te 7 uur vertrokken
beiden. Te Rotterdam overhandigde
E. in den trein aan den heer Lucas
een papier, waarop eenige aanwijzin
gen geschreven stonden, hoe hij zich
aan de Hollandsch-Duitscbe grens had
te gedragen om er gemakkelijk over
te komen. Echter verklaarde E., ter
wijl de trein tusschen Delftsche Poort
u Beursstation reed, dat hy zelf geen
jelegenheid had, den heer Lucas naar
leek te vergezellen, daar hij dien dag
andere bezigheden had to verrichten.
..De recherche-inspecteur maakte
alsnu aan E. bekend, wie hij was, en
arresteerde den ronselaar. Hij werd
omen naar het politiebureau
te Rotterdam. Daar werd hy gefouil
leerd met het gevolg, dat er gewich
tige papieren op hem werden ge
vonden, betrekking hebbende opspion-
nagezaken in het buitenland. Het
betrof informaties, die in hoofdzaak
in Frankrijk en Engeland moesten
worden genomen. Op last van den
officier van justitie werd E. in het
Huls van Bewaring te Rotterdam
opgesloten. HU weigerde pertinent,
zich over de bij hem bevonden stuk
ken uit te laten en wenschte geen
enkelen naam te noemen, maar voor
het overige bekende hy alles.
jE. is 62 jaar oud en had opge-
i ;even, in normalen tijd reiziger van
leroep te zijn."
Noorsch stoomschip getorpedeerd.
Het Noorsche stoomschip „Lind-
borg", in den nacht van Zaterdag op
Zondag van Rotterdam naar Londen
vertrokken, is Zondagmorgen te 6 uur
op 15 mijl west noordwest van
vuurschip „Maas", door een Duitschen
onderzeeër tot zinken gebracht. De
bemanning is in haar booten door
don onderzeeër naar het vuurschip
jt en van daar door de loods
boot „No. 11" te Hoek van Holland
aan wal gebracht.
De „Lindborg" vertrok Zondagmor
gen te 1.30 van Rotterdam naar Lon
den. Te acht uur kwam ten W.N.W.
van het lichtschip de onderzeeër
U. 6" boven en seinde dat de „Lind
borg" moest stoppen en de papieren
getoond worden. Nadat men naar
den onderzeeër was geroeid
papieren had overgegeven, kreeg
men twee Duitschers mee met bom
men, doch eerst ging dat tweetal op
de koperjacht en nam lantarens, klok
ken, log en ook boter mee. De bom
men ontploften niet en de ,U 6"
moest weer duiken omdat een En
gelsche torpedójager aankwam. Die
echter verdween weer, toen kwam
de Duitseher weer boven en bracht
nieuwe bommen aan; eerst baalden
eenigen van de bemanning der U boot
zeildoeken en nieuw touwwerk van
boord en lieten toen de bommen ont
ploffen.
De lading bestond uit spek, mar
garine en fruit Het schip hoorde
thuis te Haugesund, de gezagvoerder
is J. Johannesse.
Gebrek aan sulkar.
In verschillende plaatsen van ons
land is by de opname de suiker voor-
raad uiterst klein gebleken.
Te Groningen heeft de banket
bakkers vereeniging tot den burge
meester een adres gericht, waarin
zy mededeelt, dat de Qroningsche
•banketbakkers indien er niet ten
spoedigste een voorziening getroffen
wordt genoodzaakt zullen zijn
wegens gebrek aan suiker hun zaken
te sluiten.
Te 's-Gravenhage was de voorraad
ook niet groot. Te Muiden en in
eenige andere plaatsen is men over
gegaan tot het uitgeven van suiker
bons.
Bond van Zeamlllcians.
Naar „Het Volk" verneemt, heeft
de post op last van de militaire over
heid te Hellevoetsluis geweigerd de
brochures over uitzending naar de
tropen, uitgegeven door het hoofd
bestuur van den Bond van Zeemili
cions, te verzenden. Deze weigering
wordt vergezeld van een verwijzing
naar art. 38 van de wet op de staat
van oorlog on beleg, welke wet in
voornoemd artikel aan de militaire
overheid de bevoegdheid geeft om te
beschikken over de post, telegraaf en
telefoon.
Bond voor Mindor Marineporsoneel.
Uit Soerabaja schrijft men aan de
„Telegraaf":
Vrijdag 30 Juli en Zaterdag 1 Aug.
is door den Bond voor Minder Marine
personeel een algemeene leden ve rgade-
ring gehouden, welke vergadering
door ongeveer 450 schepelingen was
bezocht. Door de afdeeling „Zeven
Provinciën" was de volgende motie
ingediend
„De algemeene vergadering, enz.;
overwegende, dat de v. M. M. P.
niet is aangesloten bij een politieke
partij
overwegende, dat in den laatsten
tijd de positie steeds ongunstiger
wordt, gezien de houding der autori
teiten
overwegende, dat het resultaat der
tot dusver gevoerde tactiek in ver
houding tot het aantal gebrachte
offers slechts poover is te noemen
ia van meening, dat van een krach
tiger en scherper tactiek meer resul
taat te verwachten is;
besluit, dat de inhoud dezer motie
1 worden bekend gemaakt op de
eerstvolgende algemeene vergadering
Den Helder, volgend op het binnen
komen der „Noord-Brabant" in Neder
land."
Het hoofd-afdeelingsbestuur kon
zich met deze motie, welke ten doel
had nieuwe scherpere middelen, dan
tot nu toe gebruikte, niet ver
eenigen, en wel voornamelijk om de
daarbij gegeven toelichting.
De heer Brandateder, lid van het
hoofd-afdeelingsbestuur, betoogde in
zijn inleiding over„Doel en middelen
onzer Organisatie", dat van toevoeging
van nieuwe middelen moeilijk sprake
kon zijn, daar men dan onvermijdelijk
bij de onwettige middelen verzeild
zou rakeD. Daartegen moet men zoo
lang mogelijk waken. Ook hij was
niet geheel en al tevreden met de
behaalde resultaten, onnoodig ver
kleinen moest men die echter niet.
Veel werd in de laatste 20 jaar ver
beterd en zoo het verkregene beneden
verwachting bleef, dan moet niet
direct naar nieuwe middelen gegrepen
worden, maar er moet een krachtiger
actio worden gevoerd met dezelfde
tot nu toe gebruikte wettige middelen.
Het tekort aan resultaat moet niet
in de eerste plaats gezocht worden
in het feit, dat de organisatie altyd
met wettige middelen heeft gewerkt,
maar voornamelijk in het feit, dat
die middelen nog niet algemeen en
niet ten volle worden toegepast.
Zoek de fout bij de menschen en
niet bjj de middelen.
Daarna werd door het hoofd-af
deelingsbestuur de volgende motie
tegenover die van de afd. „Zeven
Provinciën" gesteld:
„De vergadering:
le. constoteerende, dat het de
organisatie van het minder marine
personeel steeds moeilijker wordt
gemaakt haren voor dat personeel
onmisbaren arbeid te verrichten
2e. constateerende, dat daardoor
het gevaar steeds grooter wordt, dat
de bestaande ontevredenheid zich
meer en meer uit, geen anderen uit
weg ziende, op een voor de marine
zoowel als voorhet personeel schade
lijke wijze (sabotage, leidelljk verzet);
3e. acht bet desondanks nog steeds
de taak dier organisatie er voor zorg
te dragen, dat de ontevredenheid over
verschillende toestanden bij de marine,
waarvan het tegenwerken der orga
nisatie de meest onhoudbare is, zich
uit op organisatorische, wettige wijze
en dat excessen, als bovengenoemd,
tot het uiterste worden tegengegaan.
4e. is van oordeel, dat het de plicht
ia van alle leden de werkkracht
bruikbaarheid der organisatie zoolang
mogelijk tegen aanvallen van buiten
te beschermen, door de volle en on
afgebroken toepassing van alle wet
tige middelen, welke onder hun
bereik vallen;
5e. wijst alle verantwoording voor
de gevolgen van het eventueel niet
in bruikbaren staat kunnen houden
der organisatie zonder eenig voorbe
houd af;
6e. en besluit deze motie benevens
een verslag der vergadering aan alle
afdeelingen, niet ter vergadering aan
wezig, te doen toekomen ter behan
deling op hunne vergaderingen.
De motie van de afd. „Zeven Pro
vinciën" werd verworpen met 6 stern-
stemmen voor, dio der hoofdafdee-
ling aangenomen met 5 tegen i
blanco".
Bfllasdlging.
Wij lezen in de „Toekomst":
„Onlangs wandelde Mr. Dr. J. H,
W. <J. ter Spil!, lid van de Tweede
Kamer, met zijn gezin door de Riouw
straat in Den Haag. Voor het huia
No. 69 gekomen, waarop de naam
van den bewoner Carl Gosch, een
Duitsch koopman, te lezen staat, blijft
het gezelschap staan, de heer Ter
Spill haalt een potlood voor den dag,
en schrijft op den muur van hot huis
onder den naam, het scheldwoord
„MOF". Na het volbrengen van deze
heldendaad wandelt het gezelschap
verder, vol bewondering voor papa,
die zoo durft!
Ten huize van defi heer Gosch
echter had men het geval opgemerkt.
De eigenaar spoedde zich naar buiten,
achterhaalde den heer ter Spill en
riep dezen ter verantwoording. Hij
zoide, de daad van den heer t. S.als
eene beleediging te beschouwen en
wenschte zyn naam te weten. De
heer t. S. die, in plaats van zijne ver
ontschuldigingen aan te bieden'nog
aanmatigend optrad, had echter niet
den'moed zich bekend te maken. Dit
gelukte eerst toen men een politie
agent ontmoette, wiens bemiddeling
door den heer Gosch werd ingeroepen.
Deze heeft thans den heer t. S. wegens
belediging aangeklaagdde zaak kwam
gisteren voor."
Oa „Columbia."
De positie van de gekapsyade „Co
lumbia" is belangrijk verbeterd. Het
schip heeft zich in zooverre hersteld,
dat de bovenste rij patrijspoorten,
welke eerst onder water zaten, weer
boven water zijn gekomen. Hierdoor
zijn de werkzaamheden belangrijk
vergemakkelijkt. De poorten en anders
openingen zijn nu gesloten en de klink
n zijn gestopt. Men heeft dan ook
reeds kunnen aanvangen met het
leegpompen.
INGEZONDEN.
Geachte Redactie.
Het zy my vergund eenige plaats
ruimte van U te vragen voor het
volgende schrijven.
In het nummer van Uw blad van
5 Sept. j.1. komt een ingezonden
schrijven voor van den heer Zits, die
zijn hart lucht geeft waar het betreft
het vaderschap van het ontwerp tot
zuivering van het Heldersche kanaal.
De opmerking door den beer Zits
gemaakt is volkomen juist, maar
vereiBcht nog wel eenige toelichting
de zaak is deze:
Door mij is indertijd; veel studio
gemaakt van de verschillende plannen
tot zuivering van het kanaal, doch
niet één van deze kon den toets van
grondig onderzoek weerstaan, reden
waarom ik trachtte langs een anderen
weg het doel te bereiken. Daartoe heb
ik een onderzoek iDgesteld naar de
mogelijkheid om de enorme hoeveel
heid zuiver water die zich in de
grachten der fortenlinie bevindt, bij
regelmatige terugkeer van spuiing,
door het kanaal af te voeren, waar
door een reiniging zou verkregen
worden, die op geen andere manier
zou zijn te bereiken.
~agen achtereen is door my gedu-
3e den tijd waarop gespuid werd
enorme stroom, van water geob
serveerd, die door de zeedoksluis naar
buiten gevoerd werd, en^et werd mij
duidelijk, dat wanneer deze water
stroom geleid zou kunnen worden
door het kaDaal, er dan een goede en
automatisch werkende reiniging ver
kregen zou wordenvandaar mijn
'an.
Nu was ik wel in staat het plan
als zoodanig te ontwerpen, on des
noods duidelijk te maken door een
ruwe schetsteekening, doch ik heb mij
gewend tot den heer S. Krijnen met.
de beleefde vraag, om, wanneer ook
'J zijne goedkeuring aan mijn plan
geven kon, daarvan een schototeeke-
ning te maken, die met het plan als
genoemd, aan den Raad kon worden
overgelegd.
Na besprekingen met den heer
Krljnen heeft hy mijn voorstel aan
genomen en het geopperde plan in
een zeer mooie teekening voor mij
uitgewerkt.
De heer Krijnen heeft voor zijn
moeitovol werk nimmer eenige gelde
lijke vergoeding van mij willen aan
nemen, hij deed dit alleen iu het
belang der gemeente. Zonder de
teekeningen van den beer Krijnen,
zou mijn plan in 't geheel geen kans
van slagen hebben gehad. Hem komt
dus een woord van waardeering on
hulde toe.
Natuurlijk was het voor mij een
hoogst aangename tijding, toen ik
kennis nam van bet Raadsbesluit tot
uitvoering van mijn plan, en tot heden
toe blijf bÜ mÖn uitgesproken ge
voelen, dat de regelmatige spuiïng,
zooals in het ontwerp wordt voorge
steld, een afdoend middel tot degelijke
reiniging zijn zal.
Nevens het bovenbedoelde plan, is
ook door my aan den Raad ingediend
een nieuw rioolstelsel, dat loopende
langs de boorden van het kanaal, alle
rioolstoffen zou kunnen afvoeren tot
buiten de gemeente, een riool, waarin
zich alle riolen kunnen ontlasten,
zoowel de groote die de gemeente
heeft aangelegd, als de kleine huis-
riolen, die van uit derespectiovelljke
woningen in het kanaal uitvloeien.
Dit plan heeft wel veel aanlokke
lijks, maar is niet zoo afdoende, om
dat het afgevoerde vuile water zich
zal opboopen aan het einde van bet
kanaal, daar, waar het riool uitmondt
in de Binnenhaven.
Met vriendelyken dank voor de
opname dezer regelen, heb ik de eer
te zijn Uw dw.
J. KuBvttA.