HELDERSCHE COURANT
No. 4691
DONDERDAG 26 OCTOBER 1916
44e JAARGANG
De abonnementsprijs
van de „Holdorsobo Courant" Is
thans per kwartaal In da stad
75 cent, franco por post ft.-
Op pagina 4 van di
opgenomen
1. Twesds Kamer.
2. Feuilleton, enz.
blad Is
DE OORLOG.
De legerberichten
van 23 en 24 October.
Van het Westelijk front.
Naar bet Duitache communiqué
van den 24sten meldt., ontwikkelde
de vijand op den 23sten, evenals op
den 24sten groote kracht, en werden
de met sterke troepenafdeel ingen
ondernomen aanvallen voortgezet.
Niettegenstaande de geweldige artil
lerievoorbereiding liepen deze aanval
len steeds op een mislukking uit.
Vooral bij le Transloy leed de vijand
ontzettende verliezen.
Ten Z. van de Somme werd een
poging der Frauschen om in het vak
Ablaincourt Chaulnes tot den aanval
over te gaau, verijdeld.
Verder maakt het bericht melding
van een sterke beschieting der Duit
sche stellingen bij Verdun, hetgeen
door de Duitsche batterijen krachtig
beantwoord werd.
Volgens het Engelsche communiqué
van den 23sten werd de linie ten O.
van Gueudecourt en Lesboeufs voor
uitgebracht en meer dan 1000 yards
vijandelijke loopgraaf vermeesterd.
Twee zwakke aanvallen der Duit
schers bij Gommecourt werden afge
weerd.
In een bericht van den 24sten
wordt, nog aangegeven dat het terrein
versterkt werd.
De troepen die dezen vooruitgang
voor huu rekening namen, verloren
1200 man en namen 1000 Duitschers
gevangen.
Van Fransche zijde wordt dd. 23
Oct. gemeld, dat ten N.O. van Mortal
eenige vorderingen gemaakt werden.
Bij het bosch van Chaulnes hadden
levendige artilleriegevechten plaats.
Deze vorderingen bij Mor val hebben
de Eogelschen gelegenheid gegeven
zic'a te nestelen voorbij den straatweg
Le Sars—Mor val. Le Transloy wordt
thans door de Frauschen beheerscht,
die aldus de opmarsch der Eogelschen
naar deze plaats sterk kunnen steunen
In het avond-communiqué van den
24sten wordt melding gemaakt van
een nieuw succes der Fran
ke hen; ditmaal bij Verdun. Het
bericht hieromtrent luidt:
Aan het front bij Verdun hebben
de Franschen de Duitsche linie over
een front van zeven Kilometer en
een diepte van ten hoogste drie
Kilometer iD gedrukt. Zij namen het.
dorp en het fort Douaumont, de
sLeengroeven bü Haudromont en
bezetten eene stelling langs den weg
van Bras naar Douaumont.
Er werden reeds 3500 gevangenen,
waarbij honderd officieren geteld. De
buit is nog niet opgenomen. De
Franschen verliezen zijn gering.
Een vrij gevoelig échec voor de
Duitschers, gezien het feit, dat zy
volgens het Duitsche legerbericht van
den 24sten een dergelijken aanval
verdachten.
Op het O o s t e lij k front geen
gebeurtenissen van belang.
De berichten van het Oosten-
rijkschlt a li aa nsche front
bepalen zich tot het vermelden van
vrij hevige artillerie-gevechten.
Het Italiaan^che blad Messagero
zegt uit goede bron te wéten, dat
em nieuw groot offensief tegen
Italië door de Oostenrijkers wordt
voorbereid.
Van het Oostenrijkse h-R o e-
meensche front.
Het gaat den Russen on Roemeniörs,
die de grens tusschen Zevenburgen
en Roemenië hebben te verdedigen,
niet voor den wind. Niettegenstaande
de Duitschers al hun krachten op de
verschillende fronten moeten inspan
nen, om de herhaalde aanvallen af te
slaan, schijnen zij tegen Roemenie een
sterke troepenmacht geconcentreerd
te hebben.
Blijkbaar hebben zij het erop gezet
om, indien het eenigszins mogelijk is,
en de militaire toestand gedoogt, dat
nog meer manschappen aan de andere
fronten kunnen worden onttrokken,
Walachlje van het overig deel van
Roemenie af te snijden.
Hoewel do Roemeensche berichten
hetdoen voorkómen, alsof de gevechten
aan de grens plaats vinden, blijkt
het bij nadere beschouwing, dat de
Duitschers op meer dan een punt
reeds op Roemeensch gebied strijden.
Daarbij komt, dat de Duitschers
zich nu ook van Predeal meester
hebben gemaakt, waarbij zij 600 ge
vangenen maakten en den verder
tegenstand dei* Roemeniörs aan den
Z. uitgang van den Rooden Torenpas
hebben gebroken.
De Roemeensche berichten van 24
Oct. melden het terugslaan van den
vijand in het Uzal-dal en het Olt-dal.
Bij een aanval op het vijandelijk
front by Pitaz werden 10 officieren
en 302 man gevangen genomen en
10 machinegeweren veroverd. Bij
Predeal duren de gevechten voort.
(Volgens het Duitsche bericht zijn deze
met de vermeestering van Predeal
geëindigd). Erkend wordt dat in het
Jiul-dal de Roemenifirs voor do cen
traiep moesten wijken.
Hebben de Roemeniers dus bij de
i verdediging van de grenzen weinig
succes, in de Dobroedsja hebben
zij een nederlaag geleden.
Naar het Russische legerbericht
aangeeft, moesten de Russen en de
Roemeniers terugtrekken naar de
hoogten ten N. van Konstanza
Medjidia. Hierbij moet men echter in
het oog houden, dat deze verplaatsing
zeer snel in haar werk is gegaan,
hetgeen wijst op een z waren tegenslag.
En het is de .vraag of zij het op deze
linie kunnen houden. Immers zetten
de Duitschers en Bulgaren, vooral de
laatsten, hunne aanvallen nogsteèds
voort.
Het Duitsche legerbericht van
24sten geeft aan dat Medjidia en
Rasova werden vermeesterd. Van 21
tot 24 Oct. namen de Duitschers 75
officieren en 6693 man gevangen en
veroverden zij 1 vaandel, 52 machine
geweren, 12 kanoonen en 1 mijn-
werper.
In Macedoniö.
Van Fransche zijde wordt mede-
gedoeld, dat de Eogelschen in het vak
van Moekakovo een loopgraaf ver
meesterden on 20 man gevangen
namen.
In de bocht van de Tserna sloegen
de Serviërs eenige aanvallen der
Duitschers en Bulgai en af en gingen
daarop zelf tot den aanval over. Hierbij
vermeesterden zij 800 Meter loopgraaf
en namen zij 50 man gevangen.
De duikboot- en mljnoorlog.
Do Engelsche stoomschepen „Bar-
bara" (3740 Iod), „Midland" (4247 ton),
Cluden" (3168 ton) en „W. Harkess",
benevens de trawler „Effort" werden
in den grond geboord.
Verder werden do t Duitsche duik-
booten tot ziuken gebrachtde Noor-
sche stoomschepen „Rounaog" (795
ton), „Soestad" (2350 ton) en „Reus-
fjeld" (781 ton), een Noorsche bark
en een Zweedsohe schoener.
Volgens den kapitein van het in
den grond geboorde Roemeensche
stoomschip „Bistritza" opereerden in
de IJszee 10 Duitsche onderzeebooten.
Aan de Roemeensche kust werden
verschillende zeilschepen en een trans
portschip van 3000 ton door een
Turksche duikboot tot zinkeu ge
bracht.
De val van Kanstanza.
De val van Konstaoza weid, naar
de „Kölnische Volkszeitung" meldt,
door zeer moorddadige gevechten
voorafgegaan. Het van Woensdag tot
Vrijdag aanhoudende geschutvuur
heeft de sterk verdedigde stellingen
van den vijand letterlijk vermorzeld.
Nadat de artillerie-aanval een heillooze
verwarring had aangericht, bood de
vijand b|j den stormloop der infanterfb
nog maar op enkele plaatsen krach-
tigen tegenstand. Na enkele uren was
zijn kracht gebroken en de terugtocht
ontaardde in een wilde vlucht.
Van militaire zijde te Berlijn wordt,
blijkens informatie der „Korrespon-
denz Norden", de verovering van
Constanza beschouwd als de eerste
periode van strijd op het Roemeensch
oorlogstooneel, welke o. m. een om
singeling van den tegenstander en
bet opgeven van zijn offen.rief beoogde.
Hij moet nu tot het defensief overgaan,
dat door de afsnijding van de belang
rijkste verbinding over Constanza
bemoeilijkt wordt.
Als een mogelijk gevolg van de
overwinning in de Dobroedsja wordt
hier het prijsgeven van Walachye
met Boekarest door Roemenie voor
zien. Het is niet onwaarschijnlijk, dat
Roemeensche catastropho reeds in
de eerstvolgende dagen door de
komende gebeurtenissen aan het
Zevenbergsche front zal worden be
spoedigd.
De (Engelsche) „Daily Chron." zegt
De onmiddellijke gevolgen van de
inneming van Constanza moeten zeer
groot zijn. Het is de voornaamste
Roemeensche zeehaven met een groo-
ten uitvoer van petroleum en graan.
Vermoedelijk waren er groote voor
raden van beide aanwezig, die de
vijand buit gemaakt zal hebben, maar
de verdere mogelijkheden zijn nog
neteliger. De Russisch Roemeensche
troepen kunnen niet in noordelijke
richting terugtrekken, want het is
een levensbelang voor hen, om in
aanraking met de brug van Tserna-
woda te blijven, die feitelijk hun
verbindingslijn over den Donau
is. Zij moeten, als zij nog iets in de
Dobroedzja behouden, dat brugge-
hoofd behouden, en de vijand zal
daarom vermoedelijk in staat zijn,
voorbij hun linkervleugel noordwaarts
naar den mond van den Donau te
rukken en hen in den kleinen kring
van de streek rondom Tsernawoda
vast te houden. Zulk een brugge-
hoofd is evenals alle vooruitsprin
gende stellingen zeer moeielijk en
costbaar te verdedigen tegen het vuur
van moderne artillerie. Het is moge
lijk, dat onze bondgenooten niet zullen
beproeven het te behouden, en dat,
indien zij het doen, hun dat niet zal
gelukken. In beide gevallen zou hun
terugtocht over» de brug een zeer
moeielijke operatie zijn.
Het blad wijst er dan op dat ook
aan de andere fronten de Roemenen
er slecht voorstaan en wijt dit aan
het uitblijven der noodige Russische
versterkingen. Ook het offensief van
Sarrail in Macedonië kon den druk
der Duitschera en Bulgaren niet
verlichten. Het blad neemt echter
aan dat dit geweten moet worden
aan het gebrek aan hulpmiddelen.
Een rede van minister Grey.
Aan een lunch, aangericht door den
buitenlandschen persbond te Londen,
heeft minister Grey gesproken over
de algemeene doeleinden, die de ge
allieerden in dezen oorlog moeten
bereiken. Hij herinnerde aan de
redevoeringen van Briand, Lloyd
George en Asquith, waarmede hij het
volkomen eens was.
Verder zeide Grey: Wanneer wij
in den rechten geest tot vrede willen
komen, kan dat .alleen geschieden
door ons in te prenten en ons te her
inneren en geen oogenblik uit het
geheugen te verliezen wat de ware
oorzaak van den oorlog is geweest.
Duitschland spreekt van vrede. Zijn
staatslieden spreken thans van vrede.
Van welk- soort vrede spreken zij
Zij zeggen „Duitschland moet waar
borgen hebben, dat het niet opnieuw
wordt aangevallen". Wanneer deze
oorlcg aan Duitschland ware opge
drongen, zou dit een gewettigde be
wering zijn. Doch juist omdat de
oorlog niet aan Duitschland is opge-
droügen zijn het de bondgenooten,
die de waarborgen moeten hebben
voor den toekomstigen vrede (toej.).
Hierna gaf Grey een uiteenzetting
van den loop der gebeurtenissen,
waaruit volgde dat Duitschland het
uitbreken van den oorlog had ver
oorzaakt en verklaarde daarop: Wij
zullen vechten totdat wij het beginsel
van het recht op vrije ontwikkeling
onder gelijke voorwaarden hebben
gevestigd, opdat alle staten, kleinen
groot, naast elkaar kunnen bestaan
als het gezin der beschaafde mensch-
heid.
Verder sprak Grey over hetgeen
de neutralen konden doen. Naar zijn
meeniDg konden de neutralen voor
het oogenblik niets beters doen, dan
een herhaling van een oorlog als deze
te voorkomen. Indien de naties in
Juli 1914 het eens waren geweest
er vastbesloten op hadden gestaan
dat het geschil aan de beslissing van
een conferentie of van het Haagsche
hof had moeten worden onderworpen
en dat het verdrag over België moest
worden nagekomen, dan zou er geen
oorlog zijn gekomen.
President Wilson zoowel als de
candiaaat voor het presidentschap
der Vereenigde Staten Hughes,
steunen den bond die opgericht ia
met het doel niet qm in den tegen-
woordigen oorlog tusschenbeide te
komen maar na den oorlog een
internationaal verbond te stichten,
dat er naar zal streven in de toekomst
den vrede te verzekeren. Dit is voor
onzydige staten een taak, die we allen
met welgevallen en hoop moeten
beschouwen. Maar we moeten wel
voor oogen houden, dat, al kunnen
de volken na den oorlog iets doel
treffends doen door zichzelf te bicden
met het gemeenschappelijk doel den
vrede te handhaven, zij er zich voor
moeten wachten meer te ondernemen
dan zij met geweld kunnen hand
haven, opdat zy, als er een krisis
komt, kiinnen zorgen dat hun doel
ook iuderdaad met geweld gehand
haafd wordt.
Voor het geval dat er toch oorlog
zou komen moet een overeenkomst
tot stand komen over de wijze
waarop de oorlog moet worden ge
voerd. Scherp veroordeelde Grey de
Duitsche wyze van oorlogvoeren.
Aan het slot zijner redevoering
zeide h(j: Jarenlang voor den oorlog
hebben wij geleefd onder de steeds
dieper wordende schaduw van het
Pruisisch militarisme. Er moet geen
vrede zijn behalve een vrede, die aan
de volken van Europa zal waarborgen,
dat zij in de toekomst vrij vaD die
schaduw kunnen levec, in de open
lucht en in het licht der vrijheid.
Daarvoor strijden w(j.
PLAATSELIJK NIEUWS.
Vergadering van den
Raad der gemeente Helder,
op Dinsdag, don 81 Oct. 1916 zoo
noodig op Woensdag, den 1 Nov.
1916, telkens des avonds ton 7J uur.
Onderwerpen ier behandeling:
1. Notulen.
2. Ingekomen- stukken en mede-
deelingen.
3. Verordening onderwijzersjaar-
wedden.
4. Aankoop oude beltterrein.
5. Verordening op de heffing en
invordeniug eener belasting op de.
openbare vermakelijkheden.
6. Subsidie Handelsavondschool.
7. Verordening beheer Gasfabriek en
Instructie Directeur en Admini
strateur der Gasfabriek en Water
leiding.
8. Verhooging voorschot woning
bouw Tuindorp.
9. Vaststelling belastingkohieren.
10. Aanbieding gemeentobegrooting
.voor 1917.
11. Benoemingen.
Gasfabriek en waterleiding.
Door Burgemeester en Wethouders
is het onderstaande schrijven aan den
Raad dezer gemeente gericht
Als gevolg van de vereeniging van
het directoraat van gasfabriek en
waterleiding en de benoemiog van
een administrateur voor beide be
drijven, moet uit den aard der zaak
de bestaande instructie voor den
directeur herzien en een instructie
voor i den administrateur vastgesteld
worden.
Bij de voorbereiding dezer aange
legenheid deed ach tevens een onge
zochte gelegenheid voor, om de vraag
aan de orde te stellen, of de beginse
len, waaruaar tot dusverre het beheer
van beide bedrijven is gevoerd, en
die ten deele in de geldende bedrijfs-
verordening voorde gasfabriek zijn
neergelegd, geen wijziging behoeven.
In die beginselen toch werd, sedert
de gemeente beide bedrijven overnam,
wat de hoofdzaken aangaat, geen ver
andering gebrachtdus was a priori
de mogelijkheid geenszins luitenge-
sloten, dat het noodig zou zijn haar
met de thans heerschende opvattin gen
omtrent de flnancieele verhouding,
welke tusschen een gemeente en
haar bedrijven moet bestaan, in
overeenstemming te brengen.
Met de Oommissie voor de gas|
fabriek en waterleiding heeft ons
College gemeend, dat op deze vraag
niet zonder meer een ontkennend
antwoord mocht worden gegeven-.
als gevolg daarvan en van verdere
raadpleging en overleg, bieden wij
uwe vergadering naast de bovenge
noemde instructiën, het ontwerp
eener nieuwe bedrijfsverordeniDg ter
vaststelling aan.
De beschouwiugeu, welke wij mee
nen daarbij aan het oordeel uwer
vergadering te moeten onderwerpen,
betreffen in hoofdzaak de geldelijke
verhouding tusschen de gemeente en
haar bedrijven.
Wij wenschen op den voorgrond
te stellen, dat het voor ons geen
punt van twijfel heeft uitgemaakt,
of ook de bezittingen van de water
leiding in het vervolg afgescheiden
van de overige inkomsten en uitgaven
van de gemeente zullen worden be
heerd. Van het betoog, dat dit nood
zakelijk is, meenen wij ons ontslagen
te mogen achten.
Behoudens enkele afwijkingen
waarover hieronder meer heeft
tot dusverre voor beide bedrijven als
regel gegolden, dat jaarlijks op de
bezittingen niet meer werd afge
schreven, dan aan de gemeente
wegens aflossingen der voor het be
drijf gesloten leeningen moest worden
uitbetaald.
Wij meenen niet te moeten treden
in retrospectieve beschouwingen om
trent het al dan niet geoorloofde van
deze bedryfspolitiek onder vroegere
omstandigheden. Wel echter moeten
wij er op wijzen, dat, zoo daarmede
niet wordt gebroken, op den duur
zeker een verkeerde toestand ontstaat.
Aan dit voorstel zijn toegevoegd
een tweetal berekeningen van het
bedrag, dat, uitgaande van de meest
gebruikelijkeafschrljvingspercentages
op de bezittingen der gasfabriek te
weinig afgeschreven is. Wanneer men
aanneemt, dat van de overname af
op alle bezittingen jaarlijks deze
percentages hadden moeten worden
afgeschreven, bedraagt dit „tekort"
'5,40; volgens een tweede be
rekening zou het f 110509,42 zyn.
Met het oog op de omstandigheid nl.,
dat ten tijde van de overname de
meeste bezittingen der gasfabriek
voor de voortzetting van het bedrijf
van weinig of goen waarde waren,
is aangenomen, dat bet daarvoor
betaald bedrag iü' hoofdzaak niet
de objectieve waarde dier bezittingen
vertegenwoordigde, doch de waarde
van het monopol terecht, dat de ge
meente uit handen had gegeven en
van de concessionarissen, „terug-
koopen" moest. Uit dien hoofde zou
het te verdedigen zijn geweest, wan
neer aan dit deel van het kapitaal
der gasfabriek in zijn geheel het
karakter van oprichtingskosten was
toegekend en om die reden op de
daarvoor verkregen activa niet meer
dan gemiddeld 2 pCt. was afgeschre
ven. De afschrijvingen op de nieuw
verworven bezittingen hadden dan
echter normaal nltSoten zijn.
Voor een overschatting der waarde
van de aldus verkregen cijfers moeten
wy intusschen met nadruk waar
schuwen. Het zou te ver gaan,
wanneer men op grond daarvan
eenvoudig aannam, dat nu ook de
boekwaarde van de bezittingen der
gasfabriek haar werkelijke waarde
met minstens rond f 100000 over
treft, of m.a.w., dat inderdaad dit-
bedrag, strikt genomen, te weinig
afgeschreven is.
Men zou dan vergeten, dat de
aangocomen afschrijvingspercentages
slechts weliswaar op de ervaring
gegronde gemiddelden zyndat
bij een uitnemend onderhoud en
onder gunstige omstandigheden de
mogelijkheid bestaat, dat de keuze
van een lager percentage gerecht
vaardigd is; dat, door hot brengen
van kleine bedrijfsuitbreidingen ten
laste van de exploitatierekening, een
geheime reserve kau zijn gevormd,
die voor een zeker deel tegen dit
tekort opweegt.
Slechts een opzettelijke schatting
van de waarde der bezittingen van
het bedrijf door deskundigen zou
kunnen uitmaken, of inderdaad de
boekwaarde te hoog is opgevoerd;
aan-zulk een schatting kleven echter
ook weer zoo groote bezwaren, dat
wij het niet wenschelyk achten daar
toe over to gaan.
De beteekenis der bovengenoemde
cijfers schuilt dan ook voornamelijk
hierin, dat zy een duidelijk licht
werpen op de richting, waarin voort
zetting van de tot dusverre gevolgde
bedrljfspolitiek voert.
Op den duur moet dat leiden tot
een belangrijk verschil tusschon de
boekwaarde en de werkelijke waarde
der bezittingen van het bedrijf. Dat
verschil wordt geleidelijk grooter, met
het resultaat, dat voor het bedrijf de
rentelast stijgt, en dientengevolge het
winstcijfer dalen moet.
Afgescheiden van elk oordeel over
i tot dusverre gevolgde bedrljfs
politiek, in verband met tijden en
omstandigheden, staat dus wel vast,
dat deze slechts gedurende een niet
te groot aantal jaren mag volgehouden
worden.
Vooral voor het verkrijgen van een
juist inzicht in de uitkomsten.van
het bedrijf is verandering van stelsel
noodzakelijk. Ook de Commissie voor
de bedrijven meent met on3 college,
dat de tijd daarvoor thans gekomen is.
In de eerste plaats toch moet, in
verband met de afscheiding van het
financieel beheer der waterleiding van
het beheer der overige geldmiddelen
gemeente, de boekhouding van
dat bedrijf °P andere leest geschoeid
worden. Het is gewenscht, dat
daarbij van den aanvang af met het
juistere stelsel van afschrijving reke
ning kan worden gehouden.
In de tweede plaats groeit geregeld
i'e behoefte aan nauwkeurige, gede
tailleerde kennis van den financieelen
toestand der gemeente. Die kennis
kan men niet of uiterst moeilijk
verkrijgen, zoolang niet de verhoudiDg
tusschen de gemeente en hare be
drijven op eenvoudige, stelselmatige
wijze geregeld is.
Eindelyk was, zooals reeda boven
werd opgemerkt, de door andere
omstandigheden noodzakelijk gewor
den herzieningder bedrlifsverordeDing
voor de Gasfabriek een ongezochte
aanleiding om deze zaak aan de orde
te stellen.
In do nieuw ontworpen verordening
is dus de maatstaf vastgelegd, volgens
welke in het vervolg de afschrijvingen
op de bezittingen der bed ry ven moeten
geschieden. De gekozen percentages
zijn zoodanige als voor voorzichtig
geleide bedrijven algemeen noodzake
lijk worden geacht.
Intusschen is ons College niet zoo
ver gegaan om in de ontwerp ver
ordening op te nemen, dat de af
schrijvingen onder geen voorwaarde
beneden die percentages blijven mogen.
Eene beperking is hier zeker ge
boden.
De tegenwoordige tijdsomstandig
heden maken voor de gemeentebestu
ren een voorzichtig financieel beheer
meer dan ooit noodzakelijk. Ia het
bijzonder het bedrijf der Gasfabriek
wordt door de hboge kolenprijzen zeer
ernstig gedrukt.
Hoe juist nu ook de voorgestelde
hervorming zijn moge, ons College
zou er voor zyn teruggeschrikt,
daartoe thans het voorstel te doen,
wanneer de afschrijvingen op de be
zittingen der Gasfabriek op eenmaal
tot de aangegeven percentages zouden
moeten worden verhoogd.
Met het oog daarop iB in artikel 18
een regeling opgenomen, waardoor de
verhooging der lasten, welke van
invoering der nieuwe regeling, in het
bijzonder voor de Gasfabriek, het
gevolg zal zijn, geleidelijk geschiedt.
Het ligt in de bedoeling om, wan
neer de bedrljfsuitkomsten zulks toe
laten, het totaal der afschrijvingen
SDeller op te voeren dan (artikel 18
toelaat.
De eisch, dat de verhouding tus
schen de gemeente en haar bedrijven
een zoodanige moet zijn, dat het
verkrijgen van een juist inzicht in den
financieelen toestand der gemeente
daardoor bevorderd wordt, brengt
mede, dat het voordeel dat de ge
meente van haar bedrijven geniet,
zooveel mogelijk in het winstcijfer
tot uitdrukking moet komen.
Vandaar hot voorschrift (art. 5) dat
leveringen door de bedrijven aan de
gemeente, en omgekeerd, berekond
moeten worden, alsof zy door of ton
behoeve van derden hadden plaats
gehad.
Slechts wat de kosten der straat
verlichting aangaat wil ons College
voor het oogenblik op dit beginsel
inbreuk maken. Waar de tegenwoor
dige tijdsomstandigheden allereerst
stabiliteit in het financieel beheer der
gemeente vorderen, meenen wy ons
ook in dit opzicht te moeten onthou
den van het doen van een voorstel,
waardoor de uitgaven voor de straat
verlichting, die op de gemeentebe
groting verantwoord worden, op
eenmaal belangrijk zouden stygen.
Het i9 echter de bedoeling van ons
College ook te dien aanzien eenver-
andeiiDg van stelsel voor te bereiden
en de invoering daarvan niet langer
uit te stellen dan met het oog op
het fluancleel beleid in het algemoen
noodig mag worden geacht.
Sedert 1913 is voor de Gasfabriek
en sedert 1916 is voor de Waterleiding
aangevangen met de vorming van een
reservefonds. Zy werden gevormd
doordat jaarlijks op de begrooting der
gemeente een uitgaafpost werd ge-
iracht; niet door, vóór van winatuit-
keering aan de gemeente sprake was,
een deel van het winstsaldo te reser
veeren. Daardoor blijkt ook uit de
boeken der bedrijven van het bestaan
dezer reserves niet.
Van de volledige scheiding tusschen
i geldmiddelen der bedrijven en de
overige geldmiddelen van de gemeente
acht ons College het een noodzakelijk
gevolg, dat deze reserves als bezittin
gen der bedrijven worden beschouwd.
Worden zij in de boekon der bedrij-'
ven opgenomen, dan kan daartegen
over een extra afschrijving plaats
vinden tot het bedrag der overge
dragen fondsen. Waar die foDdsen
zijn belegd in effecten, wenscht ons
College tot verandering van hun be
stemming Ihans geen voorstellen te
doenmocht zulks te eenigertljd
wenscheljjk blijken, dan zal daarover
uit den aard der zaak de beslissing
van Uwe vergadering worden
gevraagd.
Tenslotte geven B. en W. nog
toelichtingen op ondergeschikte pun
ten, en stellen voor de bedoelde ver
ordeningen conform hun ontwerp
vasttestellen.
Vereeniging voor Volkshuisvesting
„Helder".
Door bovenstaande Vereeniging is
aan den Raad het verzoek gericht om
een verhoogd voorschot op het bouw
plan Tuindorp te mogen ontvangen,
aangezien het verleende ontoereikend
is gebleven en voor richtige afwikke
ling der zaten het noodig is nog de
beschikking te verkrijgen over een
bedrag van f 7000.-. Dit hoogere
bedrag ia veroorzaakt door het duur
der worden der materialen en ver
anderingen in het bouwplan (betege
ling trottoirs en verandering trap
opgangen).
Pllin aan da Blnnanh'aran.
B. en W. stellen aan den Raad
voor een gedeelte grond aan de
Binnenhaven nader door teekening
omschreven - niet te doon bebou
wen, doch in de naaste toekomst te
bestemmen voor een plein.
Wijziging Bouwverorderning.
B. en W. stellen aan den Raad
voor afwijzend te beschikken over
een verzoek van de Vereeniging van
Rijnsteenfabrikanten, om art. 43 der
hier vigeerende bouwverordening te
wijzigen, op grond, dat dit artikel
het gebruik der door hare leden ver
vaardigde steensoort, den Rijnsteen-
drieling, ten zeerste belemmert. In
het prae-advies is de afwijzing ge
motiveerd.
Leeraren Burgeravondschool.
Door B. en W. iB een concept-be.'
sluit aan den Raad aangeboden tot
benoemiDg van verschillende leeraren
en tot nadere regeling van lesuren
aan bovengenoemde inrichting.
BINNENLAND
De Zeppelin boven ons land,
In verband met de vraag of er
nergens op den Zeppelin, die zich
boven de Hollandsche Waterlinie
vertoonde, was geschoten, meldt men
aan de N. Rott. Ct. het volgende:
De wacht aan de inundatiewerken
te Wijk by Duurstede deed niets,
dan genieten van het ongewone
schouwspel. Toen een politieagent
vroeg, of er niet geschoten moest
worden, verklaarde de militair, dien
aangaande geen instructies te hebben.
De politieagent nam eenige oogen-
blikken den post waar, waarop de
wachthebbende soldaat op zoek ging
naar den commandant, teneinde diens
meeniDg te hooren. Toen de man
terugkwam, was de Zeppelin natuur
lijk verdweneD."
Ernstige zaken hebben toch ook
altijd een humoristiscben kant niet
waar
Aangaande het uit den Zeppelin
geworpen voorwerp wordt thaos ge-
meldt, dat het wel degelijk ee» bom
was, hoewel waarschijnlijk een brand
bom. B n benzinetank of bus was
het in geen geval.
De „Fortune".
De Londensche correspondent van
het Hbl. meldt dd. 24 Oct.Het
stoomschip „Fortuna" is bij Beacby
Head vergaan.
Van de bemanning (26 koppen)
waren er 16, waaronder de kapitein,
op het oogenblik dat het ongeluk ge
beurde, in de machinekamer of in bed.
De 10 man, die op het dek waren,
gingen in de booten. Van de 16 andere
is niets meer vernomen. De twee
booten dreven rond tot ze door een
Engelsche patrouille boot werden ge
zien.
In een later telegram werd gemeld
dat Maandagmorgen bij Eastbourne
twee lijken, klaarblijkelijk van buiten
landers, op het strand geworpen, één
van een zeer zwaar man, ongeveer
1 meter 90 lengte, vermoedelijk tus
schen 40 en 45 jaar, met eigenaardig
gevormde ooren en twee wonden, één
aan h6t hoofd en één aan den onder
buik, waarvan de laatste doodelljk
was. Het lijk kon niet geïdentificeerd
worden. Het andere is van een man
van ongeveer 1 meter 75 lang, tus
schen 20 en 25 jaar oud en met
donkerbruin haar. Hü droeg een
blauwgestreept hemd, waarop de naam
en het adres van den leverancier
(R. Determeier, Korte Niezel, Am
sterdam) voorkwam.
Naar de „Tel." mededeelt is het
s.s. „Fortuna" op de Amsterdamsche
beurs tegen molestgevaar verzekerd
voor f 800.000 betreffende het casco,
i f225.000 voor vrachtpenningen.
Da „Caledonla".
Het Ned. stoomschip „Caledonia"
Zaterdagmorgen met steenkool en
stukgoed van Huil naar Rotterdam
vertrokken, werd in den nacht, van
Zaterdag op Zondag op ongeveer 20
mijl afstand van het Maasvuurscbip
door Duitsche marine-vaartuigen aan
gehouden en naar Zeebrugge opge
bracht.
Nadat aldaar de scheepspapieren
waren nagezien, mocht het stoom
schip, zonder dat er iets van de lading
behoefde te worden gelost, de reis
naar Rotterdam voortzetten.
Stoomloggere opgebracht.
Bij de betrokken reederljen is offi
cieel bericht ontvangen, dit de atoom-
loggers Adriaan VL 112 en Jhr. Carel
Herman van den Brandeler IJM 38
naar Grimsby zyn opgebracht.
Laatstgenoemde trawler werd even
wel na korten tijd weder vrijgelaten.
In Franschon dienst gevallen.
De luitenant Neumann, van het 2e
regiment huzaren, vroeger in garni
zoen te Roermond, wien indertijd
op verzoek eervol ontslag uit den
militairen dieDst was verleend, nam
bij het begin van den oorlog als vrij
williger bij de infanterie dienst in het
Fransche leger. Hy wa9 sedert Juni
van dit jaar tot luitenant bevorderd.
BlljkeDS Maandag ingekomen berich
ten, is hij in de afgeloopen week aan
het Somme-front gevallen.
Uit Ooat-IndlB.
De met 't stoomschip „Lomkok"
te Soerabaja gearriveerde zeemiliciens
zijn op de „Koetei" geplaatst. De
vrljwilligersmatrozen zijn over de
vloot verdeeld en wel zulte teneinde
mogelijke ongewenschte invloeden te
weren.
Prov. Staten van Noord-Holland.
Dinsdagmorgen werd de buitenge
wone zitting van de Prov. Staten van
Noord-Holland geopend.
In verband met eenige ingekomen
adressen werd de verordening, hou
dende bepalingen ter bescherming
van de zee- en binnendijken, waarbij
o. a. het berijden met zware vrachten
van eenige langs de zeedijken looponde
wegen wordt verbodeD, aangehouden
en besloten deze in de vergadering
van 7 November te behandelen.
Hierna was aan de orde het voorstel
van Gedeputeerde Staten inzake hot
aangaan van een geldleening van
f 19,700 rentende ten hoogste 4J %i
in verband met den watersnood.
Mr. De Jong Schouwenburg droDg
er op aan, dat Ged. Staten zich zoo
spoedig mogelijk en met alle klem
tot de Regeering zullen wenden om
steunwant bet geldt bier ook een
Rijksbelang.
De heer Thomassen deelde mede,
dat er in den Anna Paulownapolder
onrust geheerscht beeft over de vraag
of de herstellingswerken wel op
tüd gereed zullen zijn. Spreker
heeft in gezelschap van den hoofd
ingenieur der provincie een bezoek
gebracht aan dien polder, en daarbij
bevonden, dat de onguuHtlge berichten
geen grond van waarheid hadden.
Zaterdag heeft evenwel in den Prins
Hendrikpolder by het Oude Veer een
ernstige inzakking plaats gehad. Er
is reden om te veronderstellen, dat
een wel daarvan de oorzaak is. Spreker
zou hét op prijs stellen als Gedepu
teerde Staten over dat geval een
geruststellende verklaring wilden
doen.
De heer Donia betoogde, dat er nog
ongerustheid bestaat over den toestand
der dijken. Dit komt door sombere
artikelen in enkele bladen. Het zou
gewenscht zijn als Gedeputeerde
Staten zulke berichten tegenspraken.
Spr. vraagt ook voor de gemeente
ZaaDdam tegemoetkoming in de kos
ten die een gevolg waren van den
watersnood.
De heer jhr. mr. Boreel van Hoge-
landen, lid van Gedeputeerde Staten,
betoogde, dat Gedeputeerde Staten
juist een offlcieele nota gepubliceerd
hebben om aan de onjuiste berichten
over den toestand aan da dijkenden
kop in te drukken. De inzakking bij
't Oude Veèr, behoeft geen reden tot
onrust te geven.
Naar aanleiding van de opmerking,
dat getracht moet worden de leening
tegen minder dan 4J af te sluiten,
werd door Ged. Staten opgemerkt,
dat dit wraarschljnlljk wel mogelijk is.
Het voorstel tot het sluiten der
leening werd hierop zonder stemming
aangenomen.
Eveneens werd aangenomen de
verordening inzake het Dijksleger.
Ged. Staten merkten hierbij op, dat
opvordering van materiaal - gelijk
door den heer Thomassen werd bepleit
door de wet niet werd toegelaten.
Verder werd besloten een leening
aan te gaan van f 31,300, tegen ten
hoogste 5%, met een afloBsing van
f 1200 per jaar, te beginnen mot het
volgende jaar, en tot het sluiten van
een leening ter voldoening van een
bydrage in de kosten van buitenge
wone werken in de gestichten „Duin
en Bosch" en „Meer en Berg", en in
de kosten voor herstel van de storm
schade aan de haven beoosten hot
Oude Schild op Texel.
Hierna werd de zitting verdaagd
tot 7 November.
Des middags vergaderden de afdee-
lingen over de voorstellen inzake do
electriclteitsvoorziening.
INGEZONDEN.
Zondagsrust.
Aan het publiek 1
Het streven naar Zondagsrust la
niets nieuws onder de zon. Den
laatsten tyd vooral treedt dit streven
meer en meer op den voorgrond. En
terecht, wanneer men zes dagen ge
arbeid heeft, wil men ook wel eens
één dag rusten. De Zondag is nu
eenmaal de dag, by uitstek daarvoor
aangewezen. Op dien d&g kwijten zich
velen van hun Godsdienstplichten.
Het is de dag op welkeD men zich
meef kan geven aan het familieleven
en tevens de dag, op welken men
uitspanning zoekt om 's MaandagB
weder met nieuwen moed het werk
te hervatten. Velen onder het perso
neel by Posteryen, Telegrafie en
Telefonie werkzaam moeten echter
dien vrijen Zondag nog derven, daar
zy ook des Zondags tot hun ambt
geroepen worden. Jarenlang heeft ons
personeel gestreden, om hierin ver
betering te krljgeD, dóch steeds zonder
resultaat, totdat onze tegenwoordige
autoriteiten zich hebben laten bewe
gen en verklaard hebben ons ter wille
te zullen zijn.
Algeheele stopzetting van ons be
drijf op Zondag is natuurlijk onmoge
lijk. Dit wenschen wij ook geenszins,
wy wenschen alléén zooveel mogelijk
beperking.
En nu kunnen onze autoriteiten
ons wel ter wille zljD,— als het publiek
niet medewerkt, dan baat het niet.
Wij richten derhalve tot U het be
leefd doch dringend verzoek.
Post des Zaterdags niets, wat op
en dag zijne bestemming niet kan
bereiken
Post des Zondags in het geheel niet.
Maak geen gebruik van de gelegen
heid tot het afhalen van brieven des
Zondags, aangezien nog geen vierde
van het aantal afhalers Iets ontvangt
en vele personen daardoor genood
zaakt zijn dienst te verrichten. Ver
zendt op Zondagen geen telegrammen
dan hoogst noodzakelijk. Vraagt op
die dagen zoo min mogelyk gesprok
ken aan.
Indien U aan dit verzoek voldoet
dan zullen onze autoriteiten in de
gelegenheid zijn den dienst op Zondag
te beperken en U zult. allen mede
gewerkt hebben aan de bevordering
onzer Zondagsrust, waarvoor wij U
by voorbaat innig dank zeggen.
U geachte Redactie, dankend voor
plaatsing in uw veel gelezen blad.
Namens de Besturen der Afdeeling
Helder v/d. Bond „de Post" en van
den Algemoenen Bond van Post-,
Telegraaf- en. Telefoon-personeel.
Onrechtmatige heffing.
Vele verbruikers van muntgas der
gem. gasfabriek zal het bekend zijn,
dat ze verplicht zijn voor een bedrag
van f 25.— per jaar te moeten ver
bruiken, daar anders een zeker bedrag
volgens berekening der gasfabriek
bijgepast dient te worden.
Is het nu niet onbillijk, Mijn
heer de Redacteur, dat er nu een
beambte der gasfabriek kwitanties
ter inning aanbiedt, vermeldende het
bedrag, hetwelk te weiDig is ver
bruikt over het jaar 1916? Te meer,
daar er verleden jaar van de zijde
der gom. autoriteiten in de plaatselijke
bladen op aan is gedrongen om vooral
zuinig te zijn met het verbruik van
gas in verband met do kolennood
hier ter plaatse. Hetzelfde zal zich
vermoedelijk het volgende jaar wol
weder herhalen, nu we als proef dit
jaar den zomertijd gehad hebben.
U dankend mijnbeer de redacteur,
voor de verleende plaatsruimte.
Een inyoner.