Eerste Heldersche Bioscoop Asta Nielsen Gaat niet naar Indië HERMAN NYPELS, STINGAREE KOMT!! alléén vertooningsrecht voor den Helder Ook de nieuwste CHARLIE-FILMS. Wyberf De Directie van de maakt met deze bekend dat zij voor haar Theater het heeft aangekocht, van Cinema Palace, Kalverstraat, Amsterdam, van de ni6UWSt6 films 1916-1917, van de wereldberoemde film-ster u- ---- waarvan de eerste zal vertoond worden a.s. VRIÜDAG 12 JANUARI. Zoo ook van de Hap. Comp. de eerste Nederlandsche Regeerings-film „Holland Neutraal", welke binnen zeer korten tijd verwacht wordt. Schitterende Uitvoering leiders Mannenkair W. H. TIELROOIJ, Weststraat 58. SPOORSTRAAT 41 - HELDER. lllüB ip 14 JAN. a.s., des avonds 8 uur. BALNA. Aanbesteding. Automobiel H. JACOBS, MAGA pX DB STER P. GROEN ZOON. De Heldersche Bank Piano- en Orgelhandel INDISCHE UITRUSTING „PRINSES", „HELDRIA". T. van Zuylen, JULIAW «DORP. ta gaven door (aantal laden 50), Entrée 50 cent ,«r persoen, besproken plaatsen 10 cent extra. *3 Aanbevelend, J. BIJVOET. OpVrQdag den 2Ben Januari 1917, voormiddags ten 11 uur, zal door ondergeteekende in Hotel „De Toelast", aan de Spoorstraat te HELDER worden aanbesteed: Het verbouwen vin de Schouwburgzaal „TIVOLI" aan de Molenstreat hoek Vlamingstraat te Helder. Aanwijzing op Maandag dan 22en Januari 1917, v.m. ten 10 ura ter plaatse. Bestek met teekeningen vanaf heden verkrijgbaar i f 1.— per atel. J. KRIJNEM, Architect, van HoogeDdorpstraat 56. Se huur. mooie snelloopendo wagen, tegen billijk tarief. Dag en nacht disponibel. Beleefd aanbevelend, W. PRINS, Kanaalweg 89. Langestraat 10, Helder, koopt steeds In greóte- en kleine partijen ep tegen reuzen, reuzenprlfzen. Per Kaart ook te ontbieden. Voor heelen en gedeeltelijken Inboedel, Winkel opruimingen In welke brsnehe ook. REU ZEN PR IJZEN veer Lompen, Metalen, IJzer, tumml, Boeken, Couranten, Mollen-en Konijnen vellen enz. enz. Anno 1860. Intorc. Tel. 222. binnen en bulten de gemeente, op alle plaatsen des Rijks. Directe uitbetaling van marinewfssels. Sluiten beleeningen, prolongatlön op ter beurze genoteerde fondsen. Wij belasten ons met den aan- en verkoop van effecten en het verzilveren van coupons. - Ruime keuze, ook in gebruikte instrumenten, desgewenscht gemakkelijke betallngaconditiön. Speciaal ingelicht tat het toen van alle repiritiên nnn Piann's en Orgels, STEMMEN per keer en bij abonnement. Sterlce zenuwen zijn ie bron van veel levenslust en levensvreugd. Een gezonde slaap, gezonde werklust, groote werkkracht, vlugheid en veerkracht van geest zijn 'te kenteekenen van een gezond zenuwstel. Gelukkig wie zulk een gezond zenuwgestel heeft, in dezen tijd waarin zulke groote eischen aan de zenuwen gesteld worden I Maar laat niemand lichtzinnig of zorgeloos daarover denken; want. ook de sterkste zenuwen moeten worden ge voed en verpleegd. Sanguinose is het eenvoudige natuurmiddel dat de zenuwkracht on der b vudt en versterkt. Prof. DrNestor Charbonnier zegt van de Sanguinose „Ik aarzel niet te verklaren dat de SaDguinose het beste middel is dat ik keu i ot bestrijding vaQdeneurasthenie(zenuwzwakte,on al hare gevolgen". Wat aan zwakke zenuwen de kracht hergeeft, is van zelf ook in staat om sterke z-nuwen op kracht te houden. Wilt gij sterke zenuwen krijgen, pro beer ie SaDguinose. En wilt gij een krachtig zenuwgestel behouden, neem gere-eld eiken dag één lepel Sanguinose, gij zult er U wel by bevinden! PjIjs per fl. f 1.50; 6 fl. f8.-; 12 fl. f 15.-. WACHT U VOOR NAMAAK. VAN DAM Go., Den Haag, De Riemerstraat 2c/4. To verkrijgen bij de meeste Apothekers en goede Drogisten. Te Helder bij Alb. ten Klooster, Keizerstraat 93; te Texel, Den Burg. J. Buis; Oosterend, G. Dros; Oudeschild, Joh. Dros. alvorens eeh prijscourant van complete te hebben aangevraagd, bij: LEVERING ONDER GARANTIE. Hoest. Hoe gemakkelijk kan men den hoest toth ver- j zachten of voorkomen:, Wybert-tabletten verfris- j schen, werken oplossend j i en heffen de neiging iot j hoesten op. jU Tabletten jj FOTOGRAFISCH ATELIER KONINGSTRAAT 60. GEOPEND VAN 'S MORGENS 9 UUR TOT 'S AVONDS 9 UUR. EENIGSTE ATELIER VOOR DAG EN AVOND-OPNAMEN. HAARHERSTELLER. Beproefd middel tegen het uitvallen en tot bevordering van den hergroei - an 't hoofdhaar, blijkt steeds het beste. Por flacon 50 cent. Alléén verkrijgbaar bij: Spoorstraat, Colffour. INGEZONDEN. Duurtetoeslag Onderofficieren. Geachte Redactie Beleefd verzoek ik eenige plaats ruimte in Uw veelgelezen blad, ten einde het noodzakelijke van 't Ver- leenen van een duurtetoeslag aan de onderofficieren, aan te toonen. Zooals bekend is, waren zij in 1916 de eenigste ambtenaren, in dienst van den staat, die van duurtetoeslag werden buitengesloten. De Minister van Oorlog motiveerde de uitsluiting met het feit, dat de onderofficieren, boven hun vredesin- komsten, thans vrije voeding van Rijkswege én mobilisatietoelage 18 cent. per dag voor ongehuwden en 25 cent voof.gehuwden genieten. Deze motiveering van Zijne Excel lentie is echter naar mijn bescheiden meening niet houdbaar. De genoemde faciliteiten toch dienen te worden beschouwd, als vergoeding wegens verblijf buiten de standplaats. Zij strekken om de meerdere kosten te bestrijden, voort vloeiende uit het gescheiden leven der gezinnen. En houden geenerlei verband met de meerdere uitgaven in de gezinnen, tengevolge van den steeds stijgenden prijs der eerste [evensmiddelen. Immers, vanaf den eersten dag der mobilisatie, 'toen van prijsstijging der eeiste levensmiddelen nog geen sprake was, werd ook reeds voeding van Rijkswege verstrekt en mobili satietoelage uitbetaald. Bovendien worden dezelfde facili teiten bij verblijf buiten de standplaats in vredestijd - voeding van Rijks wege en b.v. kamptoelage ook Het is dan ook volstrekt onbe grijpelijk, dat bovenstaande tegemoet komingen ons nu plotseling als duurtetoeslag worden aangerekend. Het leven aan de grens en in de forten, waar elk beetje gezelligheid ua den dienst met een greep uit de portemonnaie moet worden bekostigd, vordert zooveel extra uitgaven, dat genoemde faciliteiten op zijn best toereikend zijn, deze te dekken, Nu heeft het, Tweede Kamerlid Koster aan den Minister van Oorlog schriftelijk gevraagd, of Zijne Excel lentie voornemens was den onder officieren in 1917 duurtetoeslag te verleoDen. En wat antwoordde Zijne Excel lentie .Indien wordt overgegaan tot uit breiding van de regelen, naar welke thars duurtetoeslag wordt toegekend zal worden overwogen, in hoeverre de gehuwde onderofficieren, in ver band met hetgeen door hen reeds boven hun vredesinkomsten wotdt genoten, daarin b.v. door toekenning van kindertoeslag zullen kunnen wor den betrokken". Waar echter bij verblijf buiten de standplaats in vredestijd ook voeding van Rijkswege en b.v. kamptoelage wordt genoten, daar is het niet dui delijk wat de Minister bedoelt met .hetgeen door hen reeds boven hun vredesinkomsten wordt genoten." Nu de loongrens voor het toekennen van duurtetoeslag voor 1917 tot f 1900 h verhoogd, is het geen vraag meer of een sergeant met een inkomen van 776 tot 876 gulden, ook al heeft hij nog geen kinderen, duurtetoeslag moet worden verleend. Om maar te zwijgen van de .serge anten 2 jaar gehuwd" bij de Torpe- disten en Genietroepen, met een in komen van 676 gulden per jaar. Maar ook de ongehuwden kunnen den duurtetoeslag niet missen. Zy toch kunnen, nu kleeding en schoeisel dagelijks duurder worden, nog, milder dan voorheen iets besparen, om daarvan eens een eigen huis iu te richten. *t Is dan ook te hopen, dat Minister en Volksvertegenwoordiging ons in: zake den duurtetoeslag, met de andere Rybsambtenaren over één kam zullen scheren. Anders gaat het er in onze kringen, en vooral in de gezinnen, dien treurig uit zien. U, geachte Redactie, dank ik ten zeerste voor de my verleende plaats ruimte. Hoogachtend, Een sergeant. Hoe lang nog? Toen ondergeteekende by het lezen aor verslagen van de laatstgehouden Gemeenteraadszittingen mocht ver nemen dat de tractementen of ver goedingen der Wethouders 100 waren verhoogd, ontglipte hem een zucht van voldoening, voornameiyk, omdat ook de Wethouder van Pu blieke werken nu eens wat meer naar verdienste werd beloond. Ondergeteekende is een van de be woners van hèt .Tuindorp" en ver heugt zich dagelyks dat .de Brakke- veldweg", door de goede zorg van Publiek© werken aan dien weg be steed, zich in zoo'n goeden toestand bevindt. Na weet onderget. wel dat vele bewoners, voornameiyk Amsterdam mers, verschrikkelijk op dien weg afgeven, maar men weet vaD oudsher dat om een hond te slaan altyd wel een stok is te vinden en onderget. blyft volhouden dat het niet zoo heel erg is. Is het b.v. nu erg dat men, als er nu een kar passeert en het is smerig weer, tot zyn nek in de modder zit? of als men des avonds, verblind door de schitterende verlichting, in een kuiltje van 50 cM. diepte trapt, zoodat, maar dit alleen wanneer het regent, het wal er van boven in je schoenen loopt. Ook ligt de weg niet vlak, zeggen de mopperaars, maar is dit nu zoo erg als de eene kant en wel de sloot kant een halve meter lager ligt dan de andere zyde. Neen hoor, onderget. schaamt zich als Amsterdammer dat zynemedebewoners(Amsterdammers) zoo onbiliyk zyn en hy is er van overtuigd dat als onze Wethouder van P. W. het noodig oordeelt om den weg te verbeteren, het dan ook wel zal gedaan worden. Tevens verzoekt hy Z. Edel Achtb. denBur gemeeBter -en alle Wethouders en Gemeenteraadsleden om zich to over tuigen dat de .Amsterdammers" lastige menschen zyn om zoo te mopperen over dat beetje modder iu hun nek, die paar kuiltjes van 60 cM. diepte en over het niet waterpas liggen der straat. „am8terdammkr." FEUILLETON. Eu ipiioda gil dio Euiopincheo nodog. DOOB JULES VERBEEKE. Maanden later, toen de sneeuw veranderde in snelvlietende bergbee- ken, vond men de geraamten van enkelen hunnerMaar dat was ook alles geweest 1 Quida's zoon, na vader's dood haar hulp en hoop, haar vast geloof op de toekomst, groeide voorspoedig op en toonde al vroeg dezelfde eigenschap pen als wyien zijn vader. Hoe klein hy ook was, toch trok hy de bergen reeds in en op een morgén, hy was toen twaalf jaar, kwam hij jubelend terug: Moeder 1 Ik heb een nieuwen pas gevonden met zeldzame vergezich ten, een klein dal met planten be groeid ligt erby. Quida, trotsch op haar zoon, vroeg waar 't was en kreeg ten antwoord dat het zeer ver was en de weg nogal moeilyk. Maar waar dan? By den Gros* Clöckner, mesder I Onzet staarde ze hem aan. Zijt ge dtór geweest? Ja moeder! Alleen? Geheel alleen 1 Toen schreide Quida ia een snik kend huilgeluid, omdat zy wist aan welk een groot gevaar hij was ont snapt, want de plaats die hy had aangeduid, waB zelfs door ervaren gidsen onbegaanbaar verklaard. De jongen was toornig geworden toen Quida hem had gezegd, dat hy niet meer gaan mocht en de twist was zoo hoog gegaan, dat Quida be sloot: Goed dan, ik zal met je gaan en Zal mezelf overtuigen of go gelyk hebt Een dag later waren zij samen op weg gegaan en had Quida moeite om haar zoon te volgen, wanneer hy van rots tot rots klauterde. Eens klaps, men was nog lang nietby den nieuw ontdekten weg, zag Quida haar jongen wankelen, juist toen hy langs een vry diep ravijn ging. Vlug als hij was, had by niet gelet op de gladde berghagedis en trapte hy op het glibberige dier, met het gevolg dat hy neersloeg tusschen de wanden van het ravjjn. Quida had een gil uitgestooten en was als waanzinnig geweest, zy wierp zich aan den afgrond neer en riep dringend den naam van haar eenige kind „Franz Nu eens smeekend dan gillend, daarna gebiedend, riep zy den naam die ver weerkaatst werd tegen de wanden der grijze rotsen. Eindelyk. Heel zwak hoorde zy gekerm zy sprong op Naar beneden moest zy „Toen, alleen moeders kunnen dat vergat zij zichzelf, zag nergeifs gevaar meer, maar daalde langzaam van punt tot punt, den afgrond in. Soms brokkkelde zij de verweerde rotsen af, en gansche stukken vielen naar beneden. Groote God 1 Als haar Franz nu eens vlak onder die steenen lag Met één ruk hield zy stil, en sprong naar beneden 't Was een sprong van vele meters zy kwam beneden aan op een dik groen mostapyt en bleef op haar plaats liggen bewusteloos Hoelang zy daar gelegen had, wist zij niet, het konden uren, maar ook dagen geweest zyn. Eindelyk opende zy de oogen. Toen zy na minutenlange verbazing be greep waar zij was, zocht ze met ontzetting naar haar jongen.Enkele meters verder vond zy hem dood Jammerkreten hadden er gedaverd, doch geen enkel antwoord was er gekomen op de droeve moeder klacht. Eindelijkeindelykkwam het bewustzyn tot haar, dat zy hier niet biyven kon en zy zocht naar een uitweg. De weg naar boven was onbegaanbaar. Overal waren belemmeringen overal was hindernisen zoo grynsde de Dood ook haar aan Urenlang had ze gezeten by hetiyk van haren zoon, al maar starend op' het bleeke gelaat met een bloedende streep aan 't voorhoofd. Verstard zat zy neer, en langzamer hand begon zy te denken> dat het zoo blijven zou. Het brood en water meegenomen op de reis, was reeds lang op en hoezeer de smart haar overweldigde, voelde zy eenige dagen later hoe haar .lichaam om spijs vroeg. Ze zocht en vond eenige planten groeiende in de bergspleten en nut tigde ze met smaak. Inmiddels hadden de andere be^ woners van den Ledro berg haar gemist en in den omtrek bad men al eens navraag gedaan. Niemand wist te zeggen, waar Quida was. Cari Caro; die toen een jonge gids was, had gezegd, dat hij zou gaan zoeken. Met eenige andere gezellen toog hy op weg. Quida had oogenblikken van zins- verbysteringen daar in het ravyn, want soms meende zy, dat zy nog aan de wieg zat met haren kleinen Franz, en zong dan 't hoogste lied uit. Juist naderden Cari Caro met zijne kameraden de kloof toen dit gezang tot hem doordrong: „Hoor 1Wat is dat Gezang 't is de stem van Quida QuidaI... had men geroepen, doch geen antwoord was er gevolgd." Nog eens en nog eens riep men en als eenig antwoord hoorde men een doordringenden gil Cari Caro, had toen gezegd: „Hier dalen wy af." En meteen hadden de mannen hun touwen gereedgemaakt, vastgebonden om hunne lichamen, gewapend met hun houweel en daarna was Cari Caro afgedaald, had Quida gevonden en met haar het ïyk van den twaalf jarigen Franz Met moeite had men Quida kunnen redden, want zy wilde niet van haren zoon weg, doch toen Cari Caro bezwoer dat hij 't lijk mede nemen zou, liet zy zich gewillig naar boven trekken door de aan vele gevaren gewoon zynde menschen. Franz werd in Storo begraven, doch Quida was zinneloos geworden. Niet zinnelooB in den gewonen zin, doch met vlagen, niet boosaardig, doch wel ellendig. Vanaf 't oogenblik dat ze Franz te Storo had zien be graven, was ze niet meer daar geweest. Wie er by haar hut kwam, vond deze gesloten en Quida niet thuis. Daarby kwam nog dat Quida grys geworden was van angst en smart. Zy prevelde steeds zacht voor zich uitde wenkbrauwen trok zy als in voortdurend gepeins te zamen haar hoofd wa3 steeds neerge bogen. Zoo kwam het dat wie Quida in lange tyden niet gezien had, haar niet meer herkende. Met niemand sprak zy. lederen dag zag men haar de bergen ingaan. Weer of geen weer, Quida toog er op uitGeen donder trof haar, geen storm deerde haar, en eens toen een vreeseiyke lawine verscheidene menschenlevens had opgeöischt, werd er verteld dat Quida ook in die lawine was geweest, maar dat onzichtbare handen haar geholpen hadden, zoodat zij ongedeerd thuis kwam Sinds dat oogenblik werd Quida, de veel beproefde vrouw „de berg- heks" genoemd 1 Ouder gewoonte had Quida den ganschen dag door de bergen ge dwaald, had verschillende kruiden gezocht en keerde thans huiswaarts. Zy bleef op de plaats, waar eens Franz, vele jaren geleden gevallen was en prevelde voor de zooveelste maal haar smart uit! Toen liet zy haar oog gaan naar de lucht, die al zwarter en zwarter waB geworden „Ik zal voortmakenprevelde zy, ik zal vóór 't onweer binnen zyn 1"Hó, wat is dat Quida hoorde het geraas van een motor boven zich. Ze zag op en be merkte een vliegmachine. Onkundig van alles wat er om haar heen gebeurde begreep zy allerminst hoe 't mogelijk wa3 dat er zulk „een groote vogel" bestond. Angstig, ademloos, volgde zy iedere beweging en klemde zich vaBt aan den bergwand,, die langs haar pad leidde. Opeens zag zy de machine dalen en hoorde onmiddeliyk daarop een geweldig harden slag, en nog een en nog een derde Quida sidderde. Zy drong zoo dicht mogeiyk tegen de rotsen aan, bang als zy was dat er iets vreeseiyks zou gebeuren. Ze daalde eenige meters van het gewone bergpad af en zette zich neer onder een afdak van rotsen ook begroeid met struiken die nog eenige beschutting gaven. Het gevreesde, onderwyi naderbij gekomen onweer, raasde nu in alle majestueuze kracht. Stil, de oogen gesloten zat de oude Quida te luisteren naar den romme lenden donder en het geruisch van den neerstroomenden regen. Plotseling was 't alsof de hemel voor Quida's voeten viel. Zy Bidderde en durfde haar oogen eerst niet open te doen Een vuur gloed verspreidde in Quida's onmid- dellyke nabyheid zulk een hitte dat zy er niet langer kon biyven. Zy opende de oogen en staarde ontzettend naar den brandenden vogel dien zy nog geen uur geleden hoog boven zich zag vliegen. Zy snelde, voor zoover haar oude ledematen konden, weg en struikelde eenige meters verder over een men- schelijk lichaam. Nieuwe ontroering. Quida bukte zich en boog zich over het menscheiyk lichaam neer., Het bewoog zich niet meer, maar toch leefde het nog. Een wilde vreugde doortrilde Quida opeens. Zy had weer een van haar zinno looze vlagen, en riep nu, terwyi haar stem onhoorbaar werd door een hevi- gen donderslag: „Franz, ben je einde lyk teruggekomen?" Met onbegrypeiyke kracht hief zy het lichaam op, en niemand had haar gezien, toen zy, yiende met het mannenlichaam in de handen, haar hut binnentrad. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1917 | | pagina 6