HELDERSCHE COURANT
Hotel Bellevue.
VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE
Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna
Eerste Blad.
Diners. Soupers.
No. 4736
ZATERDAG 10 FEBRUARI 1917
45e JAARGANG
ABONNEMENTEN:
Heldersche Crt. per 3 mnd. f 0.75, franco per post f 1.00, Buitenland f 2.00
Zondagsblad 0.45, 0.52'/j. 0.85
Modeblad 0.750.85 1.10
Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER
Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50
ADVERTENTIÊN:
10 cent per regel. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) van 1 tot 4 regels
30 cent, elke regel meer 10 cent, bij vooruitbetaling. Bewijs-exemplaar 2'/s cent.
Ingezonden mededeelingen van 1 tot 4 regels 75 cent. Elke regel meer 15 cent.
Advertentiën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25 °/o hooger berekend.
Op- en ondergang van Zon en Maan
en tijd van hoogwater (Texel).
Mmd Zon
F«br. op: ondar: op: onder.' ▼.m.:n.m.
Zondag U a. 10.19 m.8.16 7.27 6.« 10.26 10.80
Maandag 12 11.32 8 30 7.26 6.6 11.0 11.0
Dinsdag 13 8.48 7.23 6.8 11.80 1L85
Woannd. 14 m. 0.48 9.13 7.20 6.10 0.6
Dondard. 16 2.6 9.47 7.18 6.11 0.16 ,0.40
Vrüdag 16 3.18 10.33 7.16 6.18 1.0 1.46
Zaterdag 17 4.80 11.36 7.14 6.16 2.20 8.6
0E WEEK.
6 Februari.
We beginnen nu allen de ge
boren Jantje Plezier's, luchthartige
optimisten, oppervlakkig-aangelegden
inbegrepen te beseffen, dat 't
„meenens" woidt.
Eq voor wie In deze angstwekkend-
troebele tijden menachen en dingen
om zich heen tracht te observeeren,
„in den kijker te krijgen" hij zal
toch wel dunkt me getroffen
moeten z(jn door een zeer eigenaar
dig verschijnsel. Dat is de diepe
indruk, gemaakt door bijzondere „ver
schijnselen van den dag", welke per
slot van rekening slechts verband
houden met wat men toch in ernst
moet noemen: de kleine „misères"
van het leven in periode van wereld
brand, die al feller, al-woester om
zich heen grijpt. Er is de verscherpte
duikboot-actie van de Centralenhet
afbreken der diplomatieke betrek
kingen tusschen WashiDgton en
Bsrlijn-WeenenWilaon's beroep op
de neutralen. Er is de al ernstiger
wordende vraag, of het Nederland
mogelijk zal zijn, buiten den grooten
brand te blijven. Dit alles dringt in
werkelijkheid niet zoo heel diep door
in de ziel van het volk, de massa;
en met „het volk" bedoel ik hier
abBoluufc niet den „minder ontwik
kelde." Dit geldt voor alle kriDgen,
sferen der maatschappij.
Maar er zijn andeie dingen. Van
5 Februari af zijn we in het tijdperk
van broodrantsoen gekomen. Wie op
dag van strenge vorst, van winter,
die zijn voorganger van 1890—'91
naar de kroon steekt, dreigt te over
treffen in felheid van koü, - wie nu
zijn bordje-snelt bestelt, in_z'n stam
café, krijgt het smakelijke sueedje-
brood niet meer, ook al behoort
hij tot de veteranen, de methusalem's
onder de stamgasten. En de bakker
komt tegón balftien met zijn kar
vóór de deur, waarna de kaartknip-
pertj tot allerlei gehaspel en gekibbel
leidt. De kolen raken op, en minis
ter Posthuma moest het verbruik op
65 pCt. stellen. De tijden, toen ook
menschen met beurzen, die O.W.'ers
Ingezonden Mededeeling.
Kleine oorzaken,
groote gevolgen.
Wij hebben ongelijk zekere onge
makken waardoor wij somwijlen
worden aangedaan, te verwaarloozen.
De hoofdpijnen, de zwaarten in de
maag, de vermoeidheden, waarop wij
niet letten, zijn in der daad de eerste
verschijnselen van een verslapping
van het bloed en een zenuwafmatting
die, indien w(j er niet op passen,
snel overgaan in bepaalde bloedar
moede of neurasthenie.
De menschelfjke machine heeft ook
noodig van tijd tot tijd in orde te
worden gebracht. En is het nu niet
vreemd dat de mensch zorg heeft
voor voorwerpen, voor werktuigen,
voor machines waarvan hij zich alle
dagen bedient, dat hij zich ongerust
maakt over de minste teekenen van
slijting die bij waarneemt, en in zich
zelf de twee bronnen van zijn kracht
en z|jn weerstandzijn bloed en zijne
zenuwen, geheel verwaarloost. Ieder
een moest nu toch weten dat van de
zuiverheid en den rijkdom van het
bloed, zoowel als van den goeden
staat van het zenuwstelsel, de gezond
heid en de bedrijvigheid afhangen.
Het bloed en de zenuwen, die aan
allerlei soorten van invloeden zyn
onderworpen, vertoonen dikwijls ver
zwakkingen, aanduidingen van slijting
en uitputting, die zich voordoen in
den vorm der ongemakken waarover
wij zoo even spraken. Men moet niet
wachten tot die verzwakkingen erger
worden. By de eerste storingenvol
hardende vermoeienis, moeielijke
spijsvertering, maagpijnen, vertragin
gen der natuurlijke functies, moet gij
uw bloed vernieuwen en uwe zenuwen
versterken door een kuur met de
Pink Pillen te doen die zo
de gepubliceerde getuigschriften be
wijzen - onvergelijkelijk krachtdadig
zijn als vernieuwer van het bloed en
versterker der zenuwen. De Pink
Pillen geven aan het bloed zijn zui
verheid en zijn rijkdom weer, stalen
de zenuwen op nieuw en wekken de
eetlust en de spijsvertering op. De
Pink Pillen zijn in het bijzonder aan
bevolen aan lijders aan bloedarmoede
en neurasthenie, aan hen die over
werkt zijn en aan alle zwakken in
het algemeen.
De Pink Pillen zijn verkrijgbaar
f 1.75 per doos, en f9.— per zes
doozen by het Hoofddepöt der Pink
Pillen, Dacostakade 15, Amsterdam;
voor Helder en Omstreken bijAlb.
TEN KLOOSTER, Keizerstraat 98,
en H. W. ZEGEL, Kanaalweg 63;
te Schagen by J. ROTGANS; te den
Burg (Texel) by T. BUIS, en verder
bij verschillende Apothekers en goede
Drogisten.
van 17a caiïHoen O.W.B. (zoo zijn
er immers!) een minachtend neusje
doen trekken, op de studeerkamer,
in huisvertrek, salon, keuken, logeer
kamer en misschieD zelfs slaapver
trek-kacheltjes en haardjes konden
laten gloeien; ze liggen ver achter
ons, en wie weet, welke pijnlijke
verrassingen ons nog wachten
Aardappelen, zonder dewelke tocfi
nog kort geleden een echte Hollander
zich geen middagmaal kon voor
stellen, zijn „luxe" geworden. En wie
tijdig provisie ervan insloeg en maat
regelen trof togen bevriezen of weet,
dat ook bevroren aardappelen eetbaar
zijn te maken, hij is mikpunt van
veler jaloezie. Het gerucht, dat er
een „broodlooze dag" per week op
komst is, bleek voorshands voorbarig,
maar melkbrood is door de Haagsche
Princessegracht van de lyst geschrapt.
Ik zal geen oogenblik ontkennen:
aangenaam, gezellig, opmonterend
zijn al deze dingen niet. Maar wie
denkt aan de slachtoffers van den
al-nijpender wordenden woningnood
in Patria; wie denkt aan de vele,
kleumenden, hongerenden in
dagen, ter herinnering aan
wier lijden en nooddruft nu honger -
optochten worden gehouden in onze
steden: hij zal allicht wat vlugger
getroost worden over de kleine „mi
sères", waar ik straks op wees.
Toch ik herhaal 't zijn 't
juist de dingen, die ons „loisir",
onze gemak- en genotzucht, aan
banden leggen, die ons over 't alge
meen 't sterkst treffen.
Straks komt de Minister van Ma
rine met aanvrage voor een nieuw
extra-krediet van 3.3 millioen, slechts
toereikend tot Juni 1917. En ook
zooveelste extra-Oorlogskrediet
is weer naderend. Straks komt de
zorg voor de uit Duitsche gevangen
schap vrijgelaten Belgen.
In het Parlement bij de behan
deling der Begrooting van Binnen-
landsche Zaken wordt generale
salaris-verbetering gevraagd voor
onderwijzend personeel van allerlei
soort. Rechtmatige, begrijpelijke,
voortreffelijke eisch! De vraag is en
blyft, waar Vader Staat de goudbron
moet vinden, waar dit alles, en nog
veel meer, uit zal voortvloeien?...
Wij moeten zorgen „paraat" te blij
ven. Da nieuwe Engelsche gezant,
Sir Walter Townley heeft in een
gesprek met een persman verzekerd,
dat zijn optreden niets verandert in
Eogeland's vriendschappelijke gezind
heid; in rar. John Bull's vast plan
om de Nederlandsche onzijdigheid
volstrekt niet te schenden. Prachtig!
Ook degene, die weet, dat zeker voor
de diplomaten de menschelijke taal
dient „om de gedachten t8 verber-
hij kan zich in die ver
klaring verbeugenhaar opvatten
als volmaakt te-goeder trouw ont
boezemd. Intusschen in deze tijden
waarin verdragen nu en dan „vodjes
papier" blijken te wezen, dient men
ds op z'n „Qui vive" te blijven.
Waar „de levensbelangen" der groote
Staten, gelijk nu, op 't spel staan,
hebben immers ook de uitnemendste
„bedoelingen" jegens de kleinere;
zwakkere onzijdigen slechts betrek
kelijke waarde.
het thans zóó uitgestrekte gebied der
opvoedkunde?
Straks d. w. z. in Juni 1918,
want de Liberale Unie heeft nu ook
haar zegel gehecht aan het zonder
verkiezingen doen voorbijgaan van
Juni '17 komt de Kamer, geboren
uit de Evenredige Vertegenwoordi
ging. Er zullen intusschen nog wel
enkele „nieuwe mannen" in het Par
lement verschijnen. Voor Emmen
(vacature-Borgesius) misschien de oud
minister Treub? Voor Rheden (vaca
ture-Van Nispen) komt de Arnhem-
sche juris consulent rar. Van Schaik.
Zal de E. V. éen wezenlijke ver
nieuwing geven? De nestor onzer
politiek, ihr. Samuel van Houten,
roept nu reeds een „Te wapen!"
tegen de orde van zaken, die zal
komen.
In hoever 't nu het oogenblik ia
om tweedracht te wekken ik laat
't onaangeroerd. Pacificatie, bevredi
ging, verbroedering, het opzij-zetten
van grootere en kleinere veeten't is
nu ieders dure, heilige plicht.
Ook zonder officieele voorschriften
hebben wij allen te vervullen een
soort van „burgerlijken dienstplicht."
En daartoe behoort voor O.W.'ers
en anderen zeer stellig het ver
mijden van alle weelde-vertoon, dat
de grenzen der betamelijkheid over
schrijdt, opdat we niet dubbel-schry-
nend doen worden de nooddruft, die
velen thans hebben te verduren. En
prikkelen metterdaad, ook, de ver
leiding, waaraan de paupers van
allerlei slag wier armoede zeer
zichtbaar is of wel in stilte geleden
wordt nu blootstaan. Ook „klei
nigheden" zijn nu soms van meer
beteekenis dan in gewone tijden. Of
stelt degeen om nog zoo'n „futi
liteit" te noemen die zilverbons
als gewone brief post, niet op te
harde proef de eerlijkheid van som
mige bestellers, die nu voor karig
loon in extra felle vorst vele uren
per dag moeten dienst doen? Dat,
en nog veel meer, behoort tot de
dingen, waaraan ook de voortreffe
Hjksten onzer „niet dadelijk zoo
denken." En toch!
Mb. Antonio.
En temidden van het razen van
den wereldbrand, 't ontketend zijn
van den generalen waanzin, de moord
lust, die sinds Aug. '14 vernielt,
blyft het goede, brave Nederlandsche
Parlement praten, praten; replicee-
renherhalen wat goed gezegd en
ook goed herhaald was. Een dikke
stapel Begrootings ontwerpen (o. a. de
geheele Indische met al den aankleve
van dien.) ligt „in petto". In mr.
Dr. Fock heeft ons Lagerhuis een
stevigen leider gevonden, die zoowel
het monstertje der spybelarij als dat
van de veel praterij met forsche hand
te-lijf gaat. Eilacy, het kwaad is
al te diep ingekankerd. Minister Cort
v. d. Linden is toonbeeld van zakelijke
beknoptheid, maar 't baat bitter wei
nig. In zake het overbrengen van
het Vluchtoord te Ede naar Nunspeet
(welke maatregel eene besparing van
16 18 mille per maand zou be
duiden) bleef Z.Exc. op haar stuk
staan. Slechts gaf de Minister toe,
wat betreft het gelijkstellen voor de
universitaire studis in wis- en natuur
kundige vakken voor eindexamen-
H.B.S. en -gymnasium. De belangen
der Indische jongelui, alsook o ver
gen, aan den mobilisatietoe
stand ontleend, deden hier weet
men mr. C. v. d. L. heenstappen
over „theoretische bezwaren." Het
ontwerp dezer gelijkstelling komt in
de zitting 1917—'18. Wie zich be
klaagt over den omvaug, dien ook nu
de „Handelingen" hebben hij heeft
eene uitzondering te maken, onver
wijld, voor de frissche, mooie, geestige
rede van den heer Gerhard, die op
kwam tegen de examino-manie; het
volproppen der hersens van oudere
en jongere leerlingen met een copia-
kennis, waaraan zij in de praktijk
des levens niets hebben. Die
variant leverde op het oude, wijze
gezegde, dat „het menscheiyk leven
de beste leerschool is."
„En de ondervinding is docent!"
placht wijlen Judels erbij te zingen.
Toen de heer Gerhard wiens rede
voeringen „momenten" van betee
kenis zijn in '8 lands vergaderzaal;
de besten der beschreven vaderen
tot gespannen luisteren dwingend
deze denkbeelden toelichtte, was
alsof er een frissche, zuiverende
wind streek door de muf-benauwende
atmosfeer. Moet 't beteekenen het
aanlichten van een nieuwen dag op
NEDERLAND
EN DE OORLOQ.
Een regeerlngsverklarlng.
Bij den aanvang van dej Donderdag
gehouden vergadering van de Tweede
Kamer, heeft de tijdelijke voorzitter
van den ministerraad, de heer Cort
van der Linden, de volgende ver
klaring afgelegd
Ik ben thans in staat aan de Kamer
eenige nadere mededeeling te doen
betrekkelijk de ernstige gebeurte
nissen van den jongsten tijd.
De regeering heeft tot dusver bij
de moeilijkheden, die tijdens den
oorlog zijn ontstaan, hare houding
zelfstandig bepaald. Zij heeft geen
reden gevonden anders te handelen
ten aauzien van den verscherpten
duikbootoorlog, dien Duitschland heeft
aaugekoudigd.
De regeering heeft gedurende den
oorlog zich stipt gehouden aan het
internationale recht; wat recht is,
blijft naar haar meening recht, ook
al wordt het door anderen geschonden.
De regeering heeft niet nagelaten,
telkens wanneer de belaügen van
Nederland werden benadeeld, ernstig
te protesteeren tegen handelingen
der verschillende belligerenten, die
naar hare meeniDg met het volken
recht niet in overeenstemming waren
te brengen. Met name heeft zij het
beginsel de vrije zee hooggehouden.
T6gen de thans door Duitschland
aangekondigde maatregelen heeft de
regeering, hare onpartijdige gedrags
lijn volgend, met nadruk geprotesteerd,
zoowel wat de belemmering van de
vrije vaart, als wat betreft het voor-,
genomen gebruik van duikbooten,
dat met de beginselen van het volken
recht niet is overeen te brengen.
(Bravo's.)
Evenmin als by andere ernstige
inbreuken op het internationale recht
vindt zij thans aanleiding, verande
ring te brengen in haar internationale
politiek.
Zij houdt vast aan de herhaaldelijk
door de Staten Generaal goedgekeurde
politiek van stipte neutraliteit, welke
meebrengt strikte onpartijdigheid
zij wijkt echter niet af van het voor
nemen, iedere schending van ons
grondgebied of van onze souvereini-
teit,- van welke zijde ook ondernomen,
met de wapenen te keeren.
De moeilijkheden en gevaren uit
den nieuwen toestand geboren, hoopt
de regeering met vastberadenheid en
met beleid te boven te komen. (Luide
teekenen van instemming.)
(Verkort in een deel der oplaag
van ons vorig nr. opgenomen).
D» verscherpte duikboot-oorlog.
In een beknopt Witboek zal de
miniéter van buitenlandsche zaken
aan de Staten-Generaal mededeeling
doen van de nota's van Duitschland
en Oostenrijk-Hongarije, op 81 Januari
tot onze regeering gericht inzake den
verscherpten duikboot-oorlog, en de
antwoorden van minister Loudon op
die nota's.
Hst verkeer met Ned.-IndlB.
(Officieel). Na gepleegd overleg
met de stoomvaart-maatschappijen,
die den geregelden dienst op Ned.-
Indié onderhouden, heeft de minister
van Koloniën dén gouverneur-generaal
telegrafisch gemeld, dat het s.s.
„Kawi", dat op de thuisreiB is en
Ingezonden Mededeeling.
Helder.
Café- Resta u ra nt.
Telefoon Interc. 49.
Partijen^specialej
condities.
Vergaderzalen disponibel.
Wi LH E LM IN A-BILLARD.
Gewone consumptieprijzen.
Diners worden aan huls bezorgd.
zich in Emmahaven bevindt, naar
Tandjong-Priok zal opstoomen, opdat
post en reizigers kunnen worden
ontscheept.
In Ned.-Indiö zal ter algemeene
kennis worden gebracht, dat de ge
regelde vaartbeurten voorloopig niet
zullen kunnen worden vervuld.
Men overweegt maatregelen om
langs anderen weg een geregelde
verbinding met Ned.-Indié tot stand
te brengen, nu de vaart door het
Suez-kanaal om den verscherpten
duikbootoorlog in de Middellandsche
Zee, die om de Kaap de Goede Hoop
wegens gebrek aan kolen in Zuid-
Afrika onmogelijk is.
Het op de thuisreis zijnde stoom
schip „Sindoro" ia blijkens bij het
departement ontvangen bericht in
draadlooze verbinding met Kaap Palos
(Z.O.-kust van Spanje^ en op weg
naar Gibraltar.
Het stoomschip „Krakatau", dat
n aantal terugkeerende militairen
aan boord heeft, is op de thuisreis
van Bergen (Noorwegen) vertrokken.
De „Nieuw-Amsterdam".
Het stoomschip „Nieuw-Amster
dam", dat de reis naar de Ver. Staten
heeft onderbroken, had o.a. als lading
in ongeveer 3000 kisten met planten.
Daar hier een groote schade dreigt
te ontstaan door bederf, wanneer de
planten aan de groote temperatuur
wisseling op den wal worden bloot
gesteld, heeft de N.A.S.M. in overleg
met de vereeniging van handelaren
op Amerika, besloten, de planten-
zendingen in een vrachtboot over te
laden. De kweekers dienen dan even
wel een verklaring te onderteekenen,
dat do Holland—Amerika Lyn niet
voor schade, door het overladen ont
staan, aansprakelijk kan worden ge
steld. Zonder deze verklaring worden
de planten niet overgeladen, maar
aan wal gebracht. Het Btopzetten
van den handel op Amerika zou
voor het kweekersbedrljf een ramp
De „Wille", de „Djebres" en de
„Jacobla".
Het naar Java bestemde passagiers
schip „Wilis" en het naar Norfolk
onderweg zijnde s.s. „Djebres", be
vonden zich Woensdag op weg naar
Bergen, waar zij, naar men verwachtte
Donderdag zouden aankomen.
Het van Java thuisvarende b. s.
,Jacobia" is Woensdag te Falmouth
aangekomen.
Veevoeder.
Donderdagavond te negen uur zijn
behouden in den Waterweg gearri
veerd de Nederlandsche stoomschepen
„Dubhe" en „Mizar", komende van
Villa Constitucion en New-York en
geladen respectievelijk met maïs en
lynkoeken.
Steenkolen.
Naar de Stichtsche Ct. verneemt,
heeft er Woensdag te Utrecht een
vergadering plaats gehad van de
directie der vereenigde spoorweg
maatschappijen in verband met het
aanbod van de Duitsche regeering,
dat zij brandstoffen voor Nederland
beschikbaar stelt, mits dit land dan
die brandstoffen in eigen wagons en
door eigen personeel doet vervoeren.
Men heeft in deze vergadering be
sloten, dat men voorloopig 200 wagons
naar Duitschland zal zenden om
daarin een gedeelte van den beschik
baar gestelden voorraad naar ons land
te doen .vervoeren. Deze maatregel
zal waarschijnlijk wel Worden her
haald.
Woensdagnacht reeds zouden de
200 wagons naar Duitschland ver
trokken zijn.
Da Engelsche belangen
In Duitschland.
Ingevolge het door de Engelsche
regeering tot die van Nederland ge
richte verzoek, heeft de Nederland
sche gezant te. Berlijn op zich geno
men de bescherming van de Britsche
onderdanen en belangen in het
Duitsche Ryk. Deze taak werd tot
dusverre vervuld door den Amerikaan-
schen gezant.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Woensdag
7 Februari.
Na aanneming van eenige kleine
wetsontwerpen, wordt een aanvang
gemaakt met de behandeling der
Marinebegrooting
De heer B o m a n s (r.-k.) bespreekt
de houding van den minister tegen
over het pe rsoneel.
Spreker herinnert aan uitlatingen
van den heer Hugenholtz, dat bij is
tegen de militaire tucht; en dat hy
niet zal nalaten die tucht te onder
mijnen.
De bond is nooit van tucht gediend
geweestof liever heeft eigen opvat
tingen van tucht, wat vry wel hetzelfde
is. De misleiden komen in de provoost,
de misleiders blijven er buiten.
Er moet een einde komen aan de
klakkeloosheid, aan de verwildering.
De geest van verwildering komt u
tegemoet bij de aanrakiog met het
personeel, hun godsdienstloosheid is
ergerlyk. De matrozen hebben spreker
herhaaldelijk over de verwildering
gesproken, de goed willenden hebben
den strijd aanvaard en in organisatie
hun kracht gezocht.
Einde 1916 werd de R.-K. organisatie
van matrozen gesticht. De Katholieke
Staatsparty vormt haar spreekbuis
niet. Het zal wellicht de eerste en de
laatste keer zijn, dat zij die organisatie
hier ter sprake brengt.
De koude afwijzing van verschillende
wenschen doet bij spreker een gevoel
van weerzin ontstaan.
Spreker heeft speciaal het oog op her
ziening van de provooststraf. Spreker
is niet bevredigd door 's ministers
houding tegenover de verlangens om
lotsverbetering voor het vlootper-
soneel.
De overheid doet niets om de ver
eeniging te steunen, integendeel, men
werkt haar tegen. Spreker vraagt
gèen steun voor den R.-K. Bond
alleen, maar behoorlijke behandeling
voor het Grondwetsartikel, waarin
ieder vrijheid tot het beleiden van
zijn godsdienst wordt gewaarborgd.
In de oprichting der R.-K. vereeniging
ziet spreker het begin van een omme
keer in den geest der marine. Par
lement en natie kunnen van een
nachtmerrie verlost worden.
De minister is tot materieele ver
beteringen verplicht.
Honger en slaverny leeren eer
vloeken dan bidden, daarom is zekere
welvaart en vrijheid om zijn gods
dienstplichten te vervullen nood
zakelijk. Spreker hoopt dat de minister
niet alleen veel zal doen, doch het
ook spoedig zal doen.
De heer Troelstra (b.d.a.p.) con
stateert dat onder het personeel der
vloot niet de goede geest heerscht,
die men er zou wenschen. Spreker
wijst op artikelen m de pers, o.a.
van schout-bij nacht Dullemond in „De
Telegraaf', waarin de geest onder de
officieren tot uiting kwam. Ook in de
Soerabayasche Cour.", de „N. R. Ct".
u het „Handelsblad", werden karak
teristieke uitlatingen gepubliceerd,
o.a. betreffende de geringe promotie
kans. Deels kan de minister daarvoor
niet geheel verantwoordelijk worden
gesteld, gezien den invloed dien op
dezen wordt uitgeoefend door het
oude materieel, dat voor een deel
zonder geve chtswaarde is.
Spreker wyst op eenige grieven,
der officieren. Zij hebben geen invloed
op de artilleristische en machinale
uitrusting der nieuwe schepen, doen
te lang dienst in negoryen en zij
hebben bezwaar tegen de nieuwe
promotieregeling.
Ook wijst spreker op de maatregelen
in zake de beperking der geslachts
ziekten, waarvan het gevolg is ge
weest. dat officieren van gezondheid
als medici in striid komen met hun
beroepsplichten. Dit alles heeft den
geest bedorven en den lust, om tot
zeeofficier te worden opgeleid sterk
verminderd. De reeds voorhanden
kiemen voor een slechte stemming
heeft deze minister niet tegen weten
te gaan, maar integendeel in de hand
gewerkt.
De geest onder de onderofficieren
is niet minder slecht. Het 3Chljni,
dat dit corps voorbestemd is te ver
dwijnen. Spreker noemt eenige grieven
van het corps: de willekeur, die
hun positie en promotie-regeling be-
heerscht, het beperkén van gunstige
bepalingen, o.a. betreffende de gezins
verpleging en andere. Er is een
organisatie der onderofficieren, die
van roode smetten vrij is, en in haar
orgaan „Het Midden", er naar streeft
allen aanstoot te vermijden, maar
ook in dat orgaan klinkt een toon
door, die duidelijk de ontevreden
stemming doet blijken. Dit alles
wijst dat de geest op de geheele vloot
slecht te noemen is.
Spr. behandelt hierna de matrozen
K. D. Daardoor zal de geest onder
het personeel niet worden verbeterd.
De onderofficieren zullen los van het
personeel gevormd worden in tegen
stelling met de thans dienende onder
officieren. De vakopleiding van deze
menschen is totaal onvoldoende. Ook
wordt geklaagd over de overdrijving
van militairistischen dril bij de
leiding dezer jongelui. Reeds door
die opleiding heerscht onder die a.s.
matrozen een slechte geest.
De geringe aanmelding is nietalleen
te wijten aan de economische toestan
den, maar ook aan het feit, dat de
jongelui, die opgeleid worden, geen
propagandisten zyn in die opleiding.
Welk middel gebruikt de minister
nu om den geest te verbeteren Hij
heeft den Bond van Minder Marine
personeel aan boord verboden en later
ook den Bond van Zeemiliciens.
De matrozen worden gerequireerd
uit de volksklasse, die den klassenstr ijd
kent. Dat brengt een zekere psyche
op de vloot. Het gaat niet aan dien
geest te veranderen, slechts kan men
trachten dien geest te houden binnen
zekere perken die door een bepaalden
werkkring geöischt worden. Maar de
minister iB op het onzalige idéé ge
komen dien geest zelf te willen be
strijden. Hy heeft verbetering gezocht
door een straffer optreden, in plaats
van de tactiek van het overleg te
volgen. Begonnen is hij met verbod
van het recht der organisatie aan
boord. Maar wat heeft hy daarmee
bereikt Bijna een geheel ministerieel
leven heeft deze bewindsman die
tactiek gevolgd, zonder er iets verder
mee te komen. De geest is verslechterd
in plaats van verbeterd.
Spreker wijst op de relletjes te Soera-
baja. Het massa-ontslag, de steeds
krachtiger strafbepalingen. Deze min.
wijdt alles aan het feit, dat Michels,
de administrateur van den Bond,
telkens nieuwe acties' op touw zet
tegen het kort dienstverband, tegen
de hospitaal-toestanden, enz. Alles
wordt verklaard uit het streven van
Michels, om den verslapten bondsgeeat
weer wat te versterken, g3iyk de
minister heeft opgemerkt.
De zaak is echter anders. In Aug.
1914 heeft de bond de actie stop gezet.
De minister heeft deze houding even
wel niet aangegrepen, om ook loyaal
op te treden, maar daarop is gevolgd
in Februari het ontslag van twee
hoofdbestuursleden van den bond, in
verband met het verbod van werkeD
aan boord. De ontstemming daarover
was groot en dit heeft den bodem
meer geschikt gemaakt voor alle
mogelijke agitaties.
De Minister zou beter doen zorg
te. dragen, dat door zyn maatregelen
geen nieuwe agitatie werd gewekt.
De Minister gaat uit van do gedach-
tengaog: buigen of barsten. Welnu
wy buigen niet.
De Minister werkt de idee in de
hand, dat men te doen heeft met
een duel tusschen den Minister en
Michels.
De bond van zeemiliciens wordt
evenzeer tegengewerkt.
Het organisatieleven buiten boord,
heeft een zekere desorganisatie ge
bracht. De schepelingen moeten thans
de bondsbelangen aan den wal be
hartigen. Dat leidde tot de stichting
van een tehuis en de aanstelling van
een administrateur te Soerabaja.
Het hoofdbestuur kon aan boord
geen leiding meer geven. De leiding
kwam meer en meer in handen van
de hoofdafdeeling te Soerabaja. Dat
die leiding niet zóó was als de Mi
nister wenschte, is niet de schuld
van bet hoofdbestuur, dat alle contact
met de hoofdafdeeling miste, maar
van den Minister. Een organisatie
verbod zou tot allerlei geheime ver-
eenigingen leiden; maar de Minister
wil toch den bond wegwerken. Dat
geeft tót allerlei spionnage, nazien
van de kastjes en allerlei misselijk
idoe aanleiding.
De Minister staat, blykens de me
morie van antwoord, nog op zyn
oude standpunt. De tot nog toe ge
volgde tactiek heeft geleid tot een
Spreker zal tot een conclusie nog
niet besluiten, maar het is onmogeiyk
uit die impasse te komen. Er is een
geest zooals die by den bond gemaakt
ia en een geest zooals de bond dien
wil, blykens het geschrift „Yereenigt
u". Ook het correspondentieblad hoopt,
dat de Minister een mildere houding
tegen den bond zal aannemen. Mo
gelijk is het dus nog om tot een
oplossing te komen.
De heer De Meester (u.l.)zegt,
dat de tactiek van den Bond van
Minder Marinepersoneel aanleiding
heeft gegeven tot scherpe on ge
wettigde critiek. Het bestuur is
eerlyk, maar niet voldoende door
drongen van de draagwydte van zyn
advies en propaganda. Het orgaan
bevat meermalen artikelen, atrydig
met een goed begrip van krygstucht.
Dat het tusschen den Bond en den
Minister hard tegen hard gaat, is in
dez8 hoogst ernstige tyden hoogeiyk
te betreuren. Treden de Minister en
de marine autoriteiten wel altijd vol
doende met tact op tegen uitingen
van ontevredenheid? Een begrip van
tucht als van voor een halve eeuw
kan niet meer dienen. Men moet
toonen hart te hebben voor het per
soneel en zich niet hullen in een
ongenaakbare strengheid. De actie
bestaat, is niet te keeren. Wil men
dat toch doen, dan leidt dit tot ge
heime vereenfgingsn.
In een' hospitaal is reinheid een
eerste eisch. Het ongedierte moet
er worden geweerd. Voor verbete
ring van het hospitaal is op de be
grooting geen geld uitgetrokken.
Ontoelaatbaar iB, als bet perso
neel, geiyk op de „Heemskerck", zijn
ontevredenheid betoonde door niet te
voldoen aan een algemeene order.
Maar de erwten waren niet goed.
De eisch moet gesteld worden van
absoluut deugdeiyke qualiteit. Van
luxe behoeft - geen sprake te zyn, dat
hoort aan boord niet thuis en wordt
er ook niet verwacht. Het zal de
tucht ten goede komen als de Minister
eenige toeschietelijkheid betoont ten
aanzien van sommige plaatsen, de
soldy en de kleeding worden ver
beterd. De werking van de nieuwe
soldy regeling is inderdaad van dien
aard, dat sommigen erop achteruit
gaan. Aan de periodieke verhoogin
gen voor de korporaals worde eenige
uitbreiding gegeven, in het belang
van hen die bet niet tot onderofficier
brengen.
De heer Ketelaar (v.-d.) wyst
er op dat de laatste jaren tal van
organisaties tot stand zyn. gekomen,
die meD vroeger niet mogeiyk had
geacht. By het leger werden zy ten
slotte ook goedgevonden, maar de
vloot Is nog overgebleven als de eenige,
by wie het niet gaat, of althans niet
goed gaat, volgens den Minister. De
heer De Meester heeft zoo terecht er
op gewezeD, dat 20 j iren geleden het
vlootpersoneel een geheel ander was
dan thaDs.
Ook de officieren hebben te leeren,
ten aanzien van hun omgang mot hot,
personeel. De Minister zegtIk kan
niet toestaan all6S wat in „Het Anker"
staat, maar ia er hier geeD wissel
werking? Zou alles niet. anders zijn,
indien er samenwerking was tusschen
den Minister en het bestuur?
Spreker leest enkele brieven en
artikelen uit „Het ADker" voor,
waaruit hy conclu teert, -dat het be
stuur den goeden kant op wil. Zou
do Minister na deze uitingen niet
kunnen zeggenIk zie, dat er een
andere geest onder het personeel kdmt,
nu wensch ik de betrekkingen met
den Bond weer aan te knoopen, en
het bestuur weer te ontvangen De
Minister zou dan de sympathie van
het geheele personeel hebben, en do
geest op do vloot zou er door ver
beteren.
De bestuursleden zouden er in hun
eigen belang wel voor zorgen, dat
uitspattingen niet meer voorkomen.
Laat de Minister de zaak nog eens
overwegen. Voor den geest op de
vloot zal '8 ministers besluit van
grooten invloed zyn.
De heer Scheurer (a.-r.) criti-
seert de toestanden in het hospitaal
te Soerabaja. De autoriteiten hebben
verzuimd tij dip maatregelen te nemen.
Zoo iets werkt de ontevredenh»-id
in de hand. Spr. vraagt voorts: zyn
de instrumentaria in orde? Kan
terstond een gewonde worden 'ge
holpen? De geneeskundige dienst
moet dagelyks nagaan, of alles in
orde is.
Spr. behandelt de vrye geneeskun
dige behandeling van de vrouwen
en kinderen van schepelingen. Als
men die eenmaal toekent, moet men
met eenigszins ruime hand te werk
gaan.
Spr. meent dat de personeel-quaestio
niet eerder opgelost zal worden dan
by invoering der zeemilitie. Spr.
heeft zich dan ook geheel kunnen
vereenigen met het uitzenden van
miliciens naar Indiö. Wanneer we in
die richting gaan, dan hebben we
te zorgen voor de geesteiyke ver
zorging van ons zeevolk. Op de vloot
wordt verbazend gevloekt. Spr. ver
zoekt den Minister dringend voorde
geesteiyke belangen der schepelingen
even goed te zorgen als voor do
materieele. De Minister neme maat
regelen, dat dergelijke taal op de
vloot niet meer voorkom e. De hoogste
en laagste maakt zich daaraan
schuldig.
De heer Bichon van IJssel-.
monde (c.h.1 zegt dat de minister
het doet voorkomen, alsof in oorlog
ten aanzien van den geneeskundigen
dienst alleB in orde zal zyn. De offi
cieren van gezondheid missen gele
genheid zich chirurgisch te bekwamen.
Spr. zou hieraan tegemoet willen
komen door het houden van cur
sussen. De toestand van het wacht
schip te Willemsoord is onhygiënisch.
De bemanning is voortdurend in
contact met de bevolking, hetgeen
gevaren oplevert voor het uitbreken
van epidemièn.
De geest op de vloot, ook bij de
ingenieurs, is alles behalve opgewekt.
Een groot aantal ontslagaanvragen
is te wachten. Het verloop is dan
ook groot. Een der oorzaken van de
Ingezonden mededeeling.
Uitputting der nieren
en middelen tot voorkoming.
Een wyze tot voorkoming van uit
putting der nieren is het vermijden
van kouvatten en dit is niet moeiiyk.
Leef in goed geventileerde kamers,
biyf nooit in natte kleeren zitten en
ga nooit zonder voorzorg van heete
kamers in de kou.
Andere voorzorgen zyn lichaams
oefening, regelmatig slaap, geregelde
gewoonten, geen te zwaar voedsel,
genoegzaam zuiver water en als dub
bele beveiliging Fostor's Rugpyn
Nieren Pillen om de nieren in goeuen
staat te houden.
De nieren hebben veel te lyden van
een hardnekkige kou of plotseling
kouvatten. Zy hebben dan extra veel
vergiften af te scheiden, waarmede
het bloed door de onregelmatige stoel
gang en de gesloten huidporiön over
laden wordt.
Het is de taak der nieren om de
vergiften uit het bloed te flltreeren
en als zy er niet toe iu staat zijn,
wordt gy van kwaad tot erger. Urine
zuur hoopt zich op en voegt er het
zijne toe by. Ontsteking van de nieren,
rugpijn, niergruis, blaas en urine-
kwalen, spit, niersteen, Ischias, rheu-
matiek, waterzucht eu ongeneeslijke
graden van nierzwakte kunnen er
het gevolg van zijn.
Let by het eerste teeken van uier-
zwakte op zorgeloozo gewoonten en
verander deze onmiddelyk. Geef de
nieren de noodige huip door haar te
versterken en beelen met Foster's
Rugpyn Nieren Pillen. Het eenige,
waarop Foster's Pillen aanspraak
maken, is dat zy uitsluitend voor
nier- en blaaskwalen dienen, niet voor
iets anders.
Op elke doos Foster's Rugpyn Nieren
Pillen komt het handelsmerk dè
man met zyn handen in de lendenen
voor. Te den Helder verkrltgb. by
Alb. ten Klooster, Keizerstr. 93. Toe
zending geschiedt franco na ontv. v.
postwissel èi ƒ1.76 p. doos of f 10.-
p. zes doozen. 153)