DE OORLOG.
Van hai Westelijk front.
Berlyn, 28 Febr. In het Ancre-ge-
bied verliepen de gevechten in het
vporterrein van onze ^tellingen vol
gens de oedoeling van de leiding.
Ten W. van Sailly is een van onze
rivierbeveiligingsposten door de Fran-
achen overrompeld. Door een tegen
aanval kwamen de vooruitgeschoven
stelling en de reeds gevangen geno
men bezetting weer in onze handen.
Op den linker Maasoever mislukten
gedeeltelijke aanvallen van de Fran-
achen tegen onze loopgraven ten N.O.
van Avocourt.
Londen, 28 Febr. Uit het Engelsche
hoofdkwartier in Frankryk wordt
vau 26 dezer gemeld: De Duitschers
trokken langs de geheels linie tua-
Bchen Gommecourt en Le TransJov
verder terug. Het lijkt thans zeer
goed mogelijk, dat, nu de Duitschers
begonnen zijn hun front te verkorten,
z\j niet met terugtrekken zullen op
houden, voor zij de linie Atrecht—
Kamerijk bezet houden. Ongetwijfeld
zouden zij den hoogterug van
Bepaume bezet willen houden, maar
de aanhoudende druk, dien ons leger
tegen dit gedeelte van de vooruit
springende Sommestelling uitoefent,
maakt di6 kans zeer onzeker.
Dat de vijand terugtrekt op oen
stelling, die reeds goed voorbereid
is, spreekt van zelf. Zijn nieuwe
linie is ongetwijfeld zeer sterk, maar
kan stellig niet zoo sterk zijn als
het front; waar hy 22 maanden had
geBtaau, toen wij hem in Juli daarvan
verdreven.
Tactisch gesproken kunnen de
Duitschers tijdelijk hun stelling door
dezen terugtocht verbeteren, maar
in strategisch opzicht erkennen zij
thans voor de. eerste maal ten dui
delijkste hun ned.-rlaag. Om dat te
begrijpen, behoelt men slechts te
vragen, waarom zij teruggetrokken
z(jn.
Het Duitache leger is achteruit
gegaan, omdat het daartoe verplicht
was. Het is ons offensief voor ge
weeBt, dat het in de linie, waarin
het stond, niet had kunnen weer
staan.
Parijs, 28 Febr. Er komt nog meer
lijn in de terugtocht der Duitschers
aan de Ancre. Opnieuw gaven ze dor
pen, hoogten en stellingen van onmis
kenbaar strategisch belang prijs. Ten
W. en Z.W. van Bapaume hebben ze
zich op het oogenblik ingegraven op
een nieuwe heuvelkam, die in staat
van verdediging -is gebracht. In de
streek van L'gDy 2ijn de Engelsche
linies ongeveer twee K.M. van Ba
paume verwijderd. Tot nu toe zijn 61
dorpen aan de Somme bevrijd. Men
verwacht nu den val van Puisieux
en Irles.
Van het Rosmeensche
gevechtsterrein.
Berlijn, 28 Febr. Aan weerszijden
van den weg van Vale Putna, in het
zuidelijke gedeelte van de Bosch-
Karpathen, bracht een goed voor
bereide flink uitgevoerde aanval onze
troepen in het bezit van verscheidene
hoogtestellingen van de Russen. 12
officieren en ruim 1800 man zijn ge
vangen) genomen. E.f machine-ge
weren en negen mynwerpers zyn
buitgemaakt. Vijandelijke tegenaan
vallen werden afgeslagen.
St. Petersburg, 28 Febr. Gisteren
heeft de vijand, na vuurvoorbereiding,
onze stellingen aan weerszijden van
den weg Jakobeni—Ksmpolung en
de hoogten, drie werst ten Z.W. van
het dorp Valeputna bezet. Gisteravond
hebben onze troepen door tegenaan
vallen den vijand van de hoogte by
den spoorweg weer verdrevende
hoogten aan beide kanten van den
weg zyn in 's vijands handen geble
ven.
Uit Mesopotamië.
Londen, 28 Februari. De Britten
bleven den vijand Maandag gestadig
op de hielen. De vijand liet veel
wapens en uitrustingsstukken in den
steek. Vier houwitsers wierp hy in
de rivier.Wij hernamen de kanonneer
boot „Firefly", die by den terugtocht
van Cesiphon was verloren gegaan.
Wy legden eveneens, de hand op een
Turksch schip en vernielden een
ander. Zondag maakten we 360,
Maandag 161 gevangenen.
De „Laconia"
Een telegram van Reuter'a bijz.
dienst meldt nog byzonderheden over
het lot van 21 passagiers, die in een
lekke boot negen uur op zee. rond
zwalkten en van wie er zeven om
kwamen o.w. twee Amerikaansche
dames. Een geestelijke vertelde dat
de boot by het strijken tegen het
schip stiet, waardoor in de zyde van de
sloep een lek kwam. De inzittenden
drongen te zamen in het voorBte
en achterste gedeelte van de boot;
door de overslaande golven werden
eenige uitgeputte passagiers meege
sleept. De boot liep langzamerhand
zoo vol water, dat het noodig werd
de lijken van hen die bezweken, over
boord te zetten.
Een Engelsch oordeel over den
dulkbootenoorlog.
De „New Statesman" schryft in
bet nummer van 17 dezer:
„Heel wat menschen zyn biykbaar
geneigd, de Duitache politiek ten
dezen" (d. w. z. in den duikbootoorlog)
„een voorbeeld van louter waanzin,
den laatsten en grootsten misslag
van de Duitschers te zien. Wij hopen
en gelooven, dat het een misslag zal
biyken maar er is niets van waan
zin aan. Integendeel schynt het ons
een onberispeiyke berekening en een
nieuw bewijs voor de wezeniyke be
kwaamheid, waarmee over het geheel
de Duitache oorlogspolitiek wordt ge
leid. Duitschland weet, dat het, zooals
de zaken nu staan, te land en ter
zee verslagen iaeen volstrekte neder
laag met de wapenen Is voor de
Duitschers sleehts een kwestie van
tyd. Hun legers zullen het misschien
nog een zes maanden of achttien
maanden uithouden, maar het einde
zal' hetzelfde zyner is niet alleen
geen waarschyniykheid, er is zelfs
geen redeiyke mogeiykheid, zich met
goed gevolg tegen de vereenigde aan
vallen der geallieerden te verdedigen.
„Er is alle reden om aan te nemen,
dat de Duitache regeering het als een
dobbelspel beschouwt, maar over het
geheel bepaald gelooft, dat het zal
lukken, in zooverre nl. dat onze
toevoer van levensmiddelen en grond
stoffen zoo wordt beperkt, dat wij in
enkele maanden verplicht zouden zijn
over den vrede te onderhandelen.
„Dat nu is volstrekt geen dwaze
verwachting, want indien- de ver
nieling alleen reeds kon worden vol
gehouden op het peil vandeafgeloopen
veertien dagen, zouden wij hötzy den
oorlog in de eerstvolgende maanden
vierkant moeten winnen hetzij vrede
sluiten. Wij zouden geen winter meer
kunnen afwachten. De Duitache regee
ring heeft dus terecht aangegrepen
wat een wezenlijke kans en letterlijk
haar eenige kans is. Slaagt de duik
bootoorlog, dan doet Amerika'a tus-
scbenkomst er niets toe af, aangezien
de verbindiDg over den Oceaan nage
noeg verbroken is. Mislukt bet, dan
is in alle geval alles verlorenhet
eenige verschil dat de onbeperkte
duikbootoorlog dan heeft gemaakt,
is, dat Amerika op het vredescongres
tegenwoordig zal ?.yn en dat geen
deel van het Duitsche volk zijn regee
ring kan beschuldigen, niet alle mid
delen Ie hebben beproefd om te over
winnen. Nu overwegingen van men-
scheiyken aard eenmaal over boord
ziju geworpen, valt het moeilyk in
te zieD, welke politiek de Duitsche
regeering anders had kunnen kiezen".
De „New Statesmau" betoogt dan
verder, dat het zwakke punt in de
berekening van de Duitschers is, dat
zy van de kracht van de Engelsche
vloot te gering hebben gedacht. De
„New Statesman" is overtuigd, dat
die vloot het duikbootgevaar eerlang
bedwongen zal hebben.
Di Vereenigde Stalen
en Duitschland.
Naar uit Washington d.d. 27 Febr.
wordt gemeld, stellen president
Wilson en dö ambtenaren van het
Departement van Staat zich op het
standpunt dat (inzake de Laconia)
geen ferdere stappen dienen te
worden gedaan tot dat-het Congres
gelegenheid zal hebben gehad om te
voldoen aan het verzoek van president
Wilson, te worden gemachtigd om
koopvaardijschepen te bewapenen
enz. Commissies uit beide huizen
zyn den geheelen dag bezig geweest
met het uitwerken van het wets
ontwerp, waarby de president mach
tiging tot bewapening der koopvaar-
dyscbepen wordt verleend. De regee
ring gaf echter te verstaan dat geen
veranderingen in het ontwerp ge-
wenscht werden. Een voorstel om
de bewapening niet toe te staan aan
schepen die munitie vervoerden,
achtte zij zeer ongewenscht, aange
zien het volkenrecht het vervoer
van zulke ladingen toe staat.
De Senaatscommissie voor de
buitenlandsche aangelegenheden be
sloot daarna het ontwerp, waarby
den president de door dezen ver
langde machtiging werd verleend te
geven, in feitelijk denzelfden vorm
waarin hy dien bad verzocht goed
te keuren.
De Londensche correspondent van
de „Manch. Guardian" meldt, dat de
best ingelichte Amerikaanscbe krin
gen te Londen geneigd zijn om aan
te nemen, dat het geval van de
„Laconia" niet de open daad voor
Wilson -ia, die de president wenscht,
om de geheele openbare meening in
Amerika achter zich te krijgen. Als
de oorlog nu verklaard werd, zou
een gedeelte van die meening hem
verwyten, dat hij ten oorlog trok om
een Engelsch schip. Maar zoodra een
Amerikaansch schip in den grond
geboord wordt, zal geen pacifist of
Duitschgezind man zich tegen de op
vatting van de natie durven verzetten.
Dan zal de president ook even snel
handelen als op den dag, toen hij de
betrekkingen afbrak.
De relt van Berard.
Naar de „Daiiy Mail" dd. 27 Febr.
uit la Coruna verneemt, heeft dien
dag aldaar de inscheping van Gerard
plaats' gehad. Vele Amerikanen, be
nevens 1700 Spaansche landverhui
zers voor Cuba scheepten zich tege-
ïykertijd in. Voor Gerard vertrok,
ontving hij vele waarschuwingen.
Deze waren zeer duideiyk, maar na
zorgvuldige overweging besloot de
gezant ze te negeeren.
Spanje en Duitschland.
In verband met den verscherpten
duikbootoorlog, heeft Duitschland ook
aan Spanje voorstellen gedaan, die
beschouwd moeten worden als een
tegemoetkoming tegenover de be
lemmeringen die de Spaansche handel
ondervindt.
Hieromtrent deelde de heer Zim-
mermann, de Duitsche Staatssecre
taris van buitenlandsche zaken het
volgende aan eenige Spaansche jour
nalisten mede lo. Duitschland zal
de noodige steenkolen in onbeperkte
hoeveelheid ter beschikking van
Spanje stellen. Spaansche schepen-
kunnen die steenkolen in de aan te
wijzen Duitsche of Deensche havens
halen. Zy zouden b.v. de voor Spatje
benoodigde steenkolen te Kopenhagen
vinden 2o. Duitschland wenscht een
groot gedeelte van den Spaanschen
vruchtenoogat te koopen en heeft
met dat doel dadeiyk contant te be
talen bestellingen gedaan. Men zal
van die vruchten marmelade en
jam maken, di6 na den oorlog aan
Duitschland geleverd zullen worden
8o. Duitschland is bereid, aan Spar je
eenige van zijn in Spaansche havens
geïnterneerde schepen te verkoopen.
Deze schepen mogen echter niet in
het belang van de Entente gebruikt
worden en moeten om het afgesloten
gebied h6envaren. Aan den anderen
kant moeten de Spaansche reeders
de onderhandelingen over het ver
koopen van schepen aan Engeland
afbreken4o. tusschen Spanje en
Engeland wordt wekeiyks een passa-
giersdienst langs een afgesproken
route Ingericht. De Spaansche schepen
mogen daarby geen oorlogcontrabande
vervoeren en moeten onderscheidings
teekenen dragen.
Hit spoorwegongeluk in Zweden.
Stockholm, 28 Febr. By hetBpoor
wegongeluk bij Holm zyn 11 Russi
sche Ik valleden gedood en 40 gewond.
Uit den Dultschen Rijksdag.
Gelijk wy reeds onder het bericht
betreffende de rede van den rijks
kanselier vermeldden (zie le pag.)
voerden nog verschillende sprekers
het woord.
Zoo zeide de afgevaardigde dr. Spahn
(centrum):
Wij voeren den onderzeeörsooilog
niet, omdat wij in een wanhopigen
tceBtand verkeeren, maar omdat wij
daardoor den oorlog spoediger tot een
einde hopen te brengen.
Dan is hij ook in het belang der
neutralen, met welke wy gaarne re
kening houdeD, voor zoover de nood
zakelijkheden van den oorlog dit
veroorloven.
Wij brengen dank aan Zweden,
Nederland en Zwitserland voor hun
3trikte neutraliteit.
Scheidemann (soc.-dem.) zeide
„Voeren onze vijanden den oorlog ter
verovering, w(j voeren hem ter ver
dediging. Wy moeten niets onbeproefd
laten om binnen afzienbaren tyd tot
een conferentie te komen, opdat de
regeering zich niet door de annexatie-
politici laat bewegen tot eischen, die
den vrede onzeker zouden maken.
Onze vyanden hebben onze uitnoo-
diging tot een conferentie zoo brutaal
uitdagend en met zulk een waanzinnig,
met alle feiten in stryd zijnd, over-
winningsprogram van de hand ge
wezen als slechts weinigen verwacht
ten. De vijanden laden daarmede een
bloedschuld jegens de menschheid op
zich, die nooit uitgewischt zal kunnen
worden.
De afgevaardigde Westarp (con
servatief) bracht opnieuw de eischen
der annexatie-politici naar voren.
De afwijzing van ons vredesaanbod,
Z6ide hy, was een klap in hot ge
zicht van het Duitsche volk. De
Entente verklaarde aan Wilson
niet met ons als menschen gelijk
gesteld te willen worden. Het Duit
sche volk; draagt zulk een beieedigiug
van zyn keizer en het volk nooit.
Wij hernieuwen de gelofte, die alleen
de partijleiders in 1914 in handen
van den keizer aflegden.
„Ook wij meenen, dat wij geen
minuut langer dan wenscheiijk is
voor ons bestaan moeten strijden.
Scheidemann denkj daarby alleen
aan het tegenwoordige, wij moeteu
ons echter ook verzekeren voor de
toekomst.
„Nieuwe offers eischen nieuwe
schadeloosstellingen, nieuwe aan
spraken. Ter toerusting tegen de
gevaren der toekomst is een ruime
oorlogsvergoeding noodig, eveneens
tot hervatting van de economische
mededinging.
„Wanneer de vijanden werkelijk
niet tot schadevergoedirg in staat
mochten zijn, waarom bobben wij
de met bloed veroverde bezette ge
bieden met hun economische waarden
in handen Koerland en L ttauen
bieden land ter kolonisatie, daarbij
kunnen wy ook onze belangen beter
beschermen.
„In Briey en Longwy vinden wij
kolen en erts, de haven van Ant
werpen is onontbeerlijk voor ons en
dan kan ook het Viaamsche wezen
worden beschermd".
Ook de militaire veiligheid van de
grenzèn moet worden bereikt, zelfs
al zouden tegenover de militaire
(eischen) economische bezwaren staan.
Gelijk in het Oosten onze flank moet
worden beschermd, zoo moet ook de
recntei flank van ons Westelyk front
worden beschermd. Daaruit blyktde
groote defensieve en offensieve waarde
van de Viaamsche kust, die onze
poaitie tegenover Engeland versterkt.
Duitschland moet onverwïnlljk zyn.
Het jongste verlies aan Nederland-
sche schepen betreuren zoij, maar de
schuld treft Engeland, dat het uit
varen der schepen binnen den toege
stanen termijn belette. Dat is een
ernstige waarschuwing voor de neu
tralen.
Graaf Tisza en de OosteDryksch-
Hongaarsche regeering plaatsten zich
geheel op den grondslag van onzen
duikbootenoorlog. Hier kan van een
„terug" geen sprake zijn, ook niet
voor de eischen van Amerika. Daar
over is het geheele- volk het eens.
Bij de voortzetting der zitting op
Woensdag, heeft de minister van
Buitenlandsche Zaken een verklaring
afgelegd met betrekking tot
het torpedeeren der
Nederlandsche schepen.
Een der afgevaardigden, zeide spr.,
heeft zijn leedwezen uitgesproken
over het ongeval, Nederlandschen
stoomschepen eenige dagen geleden
overkomen en uit naam van de
regeering sluit ik mij hierbij aan.
Wij hebben niets verzuimd om het
ongeval te voorkomen en de Duitsche
regeering treft in geenen deele schuld.
De Nederlandsche reeders wenschten,
zooals te begrypen is, hun schepen
uit de Engelsche havens te krijgen;
wy hadden hun meegedeeld, dat zij
den lOen Febr. volkomen veilig kon
den uitvaren, maar toen waren ze
vermoedeiyk nog niet reisvaardig.
Daarna is hun de 22e Febr. en de
17e Maart in uitzicht gesteld, wat
den eerstgenoemden dag betreft met
de uitdrukkelijke opmerking dat
slechts betrekkelijke veiligheid en
eerst den 17den Maart volstrekte
veiligheid kon worden gewaarborgd.
Den 22en Febr. kon slechts betrek
kelijke veiligheid worden beloofd,
omdat misschien niet alle duibbooten
het bevel, de Nederlandsche schepen
te laten passeeren, zouden ontvangen.
De Duitsche marine heeft, toen de
Nederlandsche reeders niettemin be
sloten den 22n Febr. te varen, alles
gedaan om het bevel aan alle duik-
booten te doen toekomen. Dat schynt
intusschen niet gelukt te zyn, doch
wij hebben nog geen officieel bericht
over het gebeurde ontvangen. Ik be
tuig nogmaals leedwezen dat de
Nederlandsche handelsvloot deze
schepen van groote waarde heeft
verloren. Het voorval bewyst hoe
gevaariyb het bevaren van het ver
sperde gebied is en ik spreek nog
maals den wensch uit, dat de onzydige
scheepvaart het bevaren daarvan zal
staken en haar schepen zal opleggen.
Zy zou daarmee haar belangen be
vorderen en er toe bydragen dat het
verlangde doel, de vryheid tot zee,
spoedig bereikt wordt.
De baatzucht der agrariërs en
woekeraars werd door den sociaal
democraat Scheidemann scherp ge-
geeseld.
Verleden jaar, zoo zeide hij. heeft
men belastingen op verbruik en
verkeer gelegd, dit jaar wil men
belastingen op verkeer én verbruik
invoeren. Wij hopen, dat de eerst
volgende verkiezing in vredestyd
od3 de kracht zal geven, om een
grondige verandering in te voeren
en wat dan gedurende den oorlog
aan offers voor het vaderland ver
zuimd is, zal dan ter dege ingehaald
worden. Ik waarschuw er dringend
tegen, de kosten van het levenson
derhoud op te jagen op een wyze,
waarmee de stijging van de inkomens
geen geiyken tred kan houden.
Reusachtig groot ia datgene wat
het Duitsche volk nu draagt en
verduurt, maar nog grooter is de
wrevel en toorn over een onbegry-
peiljbe consideratie voor brutale
hebzucht en scbaamteloozen woeker.
Aan den schandpaal met zulke
eerlooze lieden! (Stormachtige alge-
meene toejuichingen.)
Wat wij thans beleven, gaat verder
dan een van zelf sprekende duurte
en is stelselmatige plundering. Onze
veestapel is te groot, de pryzen
moeten verlaagd worden, om de
overtollige doodeters op te ruimen.
(In plaats daarvan wil men de pryzen
opjagen.) Ik waarschuw tegen een
nieuwe prijsverhooging van graan,
melk en suikerWij staan nu voor
de meest kritieke maand. Als er
gebrek aan vervoermiddelen is, moet
het reizigersverkeer dagen lang ge
staakt worden.
Alleen moet er een kleine D-trein
klaar staan, de trein, waarvan ik
wensch, dat hij heel spoedig en voor
altijd den Pruisischen minister van
landbouw zal meenemen. (Storm
achtige toejuichingen links.) Het
Duitsche volk zou dat ais een. be
vrijding beschouwen, een juichtoon
zou in heel Duitsehlaud weerklinken,
als die man eindelijk van zijn post
verdween. (Stormachtige toejuichin
gen links.) Moge het snel gebeuren,
opdat de heer v. Schorlomer zich
geheel aan zyn particuliere zaken
kan wijden. (Groote bewegiug rechts.)
Wij zyn in de 21ji jaar oorlog nog
altyd aan het organïseeren en experi
menteeren, ofschoon wy al lang klaar
hadden kunnen zijn, als wij weer
telkens niet met den bekenden tegen
stand te maken hadden. Waarschijn
lijk zou die al lang overwonnen zijn,
als wy in Pruisen een werkeiyke
volksvertegenwoordiging hadden.
De rijkskanselier, zoo zeide spr.
verder, heeft vandaag een toon aan
geslagen, die ons verheugd heeft.
Hij heeft gesproken van den armsten
zoon, die ook Duitschland's trouwste
zoon is. Het is het wcord van den
sociaal-democratischen dichter Broe
ger te Nourenburg. Dat het Pruisische
kiesrecht nog bestaat, is een schan
daal. Wy wenschen ods een regeering,
die den moed voor de bevrydende
daad heeft, die eindeiyk den weg
opent en hem nu opent. Om beloften
geven wij geen zier. Naar beloften,
mijnheer ae rijkskanselier, zal de
geschiedenis u niet beoordeden, maar
daarnaar, of u geholpen hebt, ruimte
te maken voor den nieuwen tyd, waar
van ieder voelt dat hy op komst is.
PLAATSELIJK NIEUWS.
Vergadering van den Raad der
gemeente Helder,
op Donderdag, den 1 Maart 1917, des
avonds ten 71/» uur.
Onderwerpen ter behandeling:
Herstemming over de concept,-ver
ordening op de winkelsluiting (art. 50
gemeentewet).
Yoorstel tot vaststelling eener
regeling van den gemeentelijken
duurtetoeslag en den toeslag óp de
pensioenen.
Hr. Ms. „Holland"
is na te Ponto Delgada te zijn aan
gekomen, weder van daar vertrokken
naar Las Palmas, omdat in eerstge
noemde haven geen kolen verkryg-
baar waren.
Kunstavond „Tot Steun".
Ten bate van de vereeniging „Tot
Steun" had gisterenavond in „Casino"
de aangekondigde kunstavond plaats,
welke gegeven werd door den heer
J. B. Schuil en eenige dames en
heeren. De zaal was overvol, dank
zy het onvermoeid werken en pro-
pageeren van een aantal dames.
De heor Schuil droeg allereerst voor
een dramatische schets van Herm.
Heljermans, getiteld „Feest". Deze
schets, welks titel een schrynend
sarcasme inhoudt, vertolkt de ge
voelens van verschillende gevangenen,
aan wie, by een troonsverwisseling,
gratie is verleend, en voor wie het
dus „feest" is. Slechts iemand als
Hsyermacs, onze grootste en sterkste
dramatische schryver, kan een der-
geiyk gegeven naar den aard ver
werken, en de schryver maakte er
dan ook iets héél moois van. Het
zijn typen, die hij uitbeeldt, gevan-
genistypec, zooals men in elke ge
vangenis vindt, en zy vertegenwoor
digen elk voor zich, een brokje van
het groote, veelzydige leven, dat wy
allen zoo liefhebben en dat nochtans
zoo nameloos ellendig is.
Voor de uitbeelding van zulke
karakters is, evenals voor haar con
ceptie, een sterke persoonlijkheid
noodig en de heer Schuil, die deze
taak op zich had genomen, bleek ook
in staat haar geheel te vervullen.
Hy gaf aan deze gestalten eener
grandiose en goldefijke verbeelding,
die nochtans reeél waren als het leven
zelf, de warme kleuren zyner be-
heerschte passies, hy drukte iu deze
miniaturen het basreliëf van zyn
dramatisch talent, en omlijstte ze
met de bronzen lijst zijner eigen
vreugden. Hij verhief deze paria's tot
ze de koningen waren zyner ziel en
herschiep ze tot nieuw, intens
leven.
Na dit ,feest"-nummer volgden
eenige verzén; Huygens' „Scheeps-
praet" en do geestige, blijmoedige
philosoof die C. S. Adama van Schel-
tema heet, en ook deze waren een
genot voor het oor.
„De Voet" was een fijn-geestig
woordenspel van Spaenhoff; een lever
de rideau dat tintelde van geest en
dat ons Speenhoff op z'n best deed
kennen. Mevr. Bollaan had een dank
bare rol die zij goed weergaf.
Na de pauze was het weer Heyer-.
mans, wiens „Ahasverus" - een drama-
tischo episode met niet minder dan 8
personen, door den heer Schuil
geheel alleen vertolkt werd. Dit stuk
schetst de Jodènvervolgingen in Rus
land en men moet zelf jood zy'n en
kunnen voelen de hoogheid en heilig
heid der oude tradities, om te beseffen
hoe groot het leed was van den ouden
Karalyk bij het vernemen, dat zyn
zoon, om met rust te worden gelaien,
zich had laten doopen. Misschien is
daardoor het stuk voor den niet jood
niet zooJsprekend, niet zoo schrijnend,
niet zoo universeel als het andere.
Maai- ook deze vertolking een
ander soort „Jongejan" dus was
zeer merkwaardig en zeer talentvol.
Het laatste nummer van het pro
gramma bracht een krans van passie
flora's voor hot booze vrouwtje,
terwyi haar zwijgende partner, de
blauwe bloem was, die het geluk
bracht in den vorm van een bracelet,
of, wil men, het nederig viooltje, dat
over zyn hoofd de stormen des levens
voelt gaan en, verscholen, blijft geuren
in het opgezweepte gras. Wel foei,
welk een ondeugend vrouwtje is zoo'n
„zij"! Nietzsche zegt: „Vergiss die
Peitsche nicht!" Maar onze „hij" is
eleganter en bergt braceletten in zijn
smoking. Het was, kort en goed,
allergeestigst en der vertolkster, mev.
Greve, komt een woord van lof toe.
Het stille spel van den heer Schuil
echter niet minder.
Aau de dames, medespelenden,
alsook mevrouw Schuil, werden
bloemstukken aangeboden.
Zoo was deze avond, in zyn veel
zijdigheid, een kunst- en genotvolle.
En het tastbare resultaat klinkend en
voor goede munt op te nemen.
- Doordeonderoflicieis-vereeniging
„Ons Belang", is in haar secretariaat.
Hoofdgracht 57/58, een kleedermakerij
op coöperatieven grondslag geopend.
Verpachting grasgewae en
vlschwatar.
Door het bestuur van den polder
„het Koegras" is Maandagmorgen
verpacht het grasgewas langs de
wegen in den polder „het Koegras"
voor de som van f 955. tegen
f 286.- 5 jaar geleden. Eveneens
bracht het vischwater in dien polder
f 210.— op, tegen f 130.— den
Yorigen keer.
Postpakketten.
Met ingang van 1 Maart 1917 be
draagt het tarief voor postpakketten
in het binnenlandsch verkeer
tot 1 K.G. 20 cent.
1-3 25
3-6 30
Het tarief is dus voor alle pakketten
met 5 cent verhoogd.
BIHHENLAND.
Da getorpedeerde schepen.
Het Nederl. Correspondentiebureau
in Den Haag meldt:
Wij vernemen, dat hier geen nadere
berichten zyn ingekomen omtrent
de stoomschepen „Eemland", „Ban-
doeng" en „Zaandyk", welke na het
torpedeeren dry vende waren gebleven.
Er is geen spoor meer van die schepen
te ontdekken. De Eogelsche admira
liteit vermoedt, dat de schepen ge
zonken zijn.
Naar de „N. R. Ct." verneemt,
heeft onze Regeering heden van het
Duitsche gezantschap mededeeling
ontvangen, dat de Duitsche regeering
bereid is tot tegemoetkoming in het
verlies van de zeven getorpedeerde
Nederlandsche schepenaan Nederland
gedurende den oorlog de beschikking
te geven over Duitsche schepen, met
dien verstande, dat na deo oorlog
over eventueelen aankoop van die
schepen door Nederland zal worden
onderhandeld.
Het blad teekent hierbij aan
Onze lezers ziillên begrypen, dat
wij tegenover deze Duitsche toezeg
ging eenige reserve in acht moeten
nemen. Alles hangt er van af, in
welke gedachte zij is gegeven. Wij,
voor ons, zouden haar wenschen te
beschouwen ais erkenning van de
onrechtmatigheid der vernietiging
vau onze zeven Nederlandsche schepen
Ook in dit geval kan men betwyfelen,
of de toegezegde tegemoetkoming
ver genoeg gaat: het is geen royale
maat, waarmee wordt gemeten, wan
neer men, nadat men eens anders
eigendom onrechtmatig heeft doen te
loor gaan en de levens van een aantal
burgers van een naburigen staat in
gevaar heeft gebracht, zegt: „Gi;
kunt nu zoo lang mijn eigendom we:
gebruiken en dan zullen wy over
de rest later eens spreken". Aan dit
feit zou weinig afdoen, indien bleek,
dat onze regeering niet veel meer
had gevraagd, dan thans van Duitsche
zijde is aangeboden. Ónze regeering,
die in het geval van de Tubaqtia
ondervinding had opgedaan, zal bi;
haar vertoog te Berlijn daar wel
rekening mee hebben moeten houden.
Doch indien de toezegging mag
opgevat worden als erkenniiig van
gepleegd onrecht, dan verschaft zy
in elk geval eene basis voor verder
overleg, die wat waard is, en waarop
een bevredigende eindregeling zou
kunnen worden opgebouwd. Echter
vreezen wy, gedachtig aan de offleieuse
uitlatingen in de Duitsche pers, toen
het feit van de torpedeering van onze
schepen bekend werd, dat dit niet
de geest is, waarin de Duitsche tege
moetkoming is gedaan. In Duitschland
heeft men de rechtmatigheid der
vernietiging biyven verdedigen, en
het voorgesteld, alsof de ramp, die
onze vloot heeft getroffen, eigenlyk
aan ons zeiven te wijten was. Dan
zou de thans gedane toezegging als
een bewijs van welwillendheid, van
„goede nabuurschap" gelijk dat
dan heet moeten worden opgevat.
Het spreekt ^an zelf dat wij, na de
Duitsche daden, waarvan wy de dupe
geworden zijn, voor zulk een belyde-
nis van goede bedoelingen maar matig,
„relatief" gevoelig kunnen zyn. „Ge
matigd onverschillig" zou men
het met een aan eene vroegere periode
onzer geschiedenis ontleend woord
kunnen noemen.
Op het oogenblik, waarop het
bovenstaande ter perse moet gaan,
zijn ons de offlcleele bewoordingen
van de Duitsche verklaring nog
niet bekendmisschien logenstraft.zy
onze vrees. Laten wy het hopen. Zoo
niet, dan zal men verstaan, dat wy
voorshands geneigd bi y ven, ook ver
der de Duitsche handelingen meer
dan de Duitsche verzekeringen als
richtssnoer van de Duitsche gezind
heid te beschouwen.
Oe MJecetra".
Wolff seint uit Berlyn Een onzer
duikbooten ontmoette in den middag
(van?) ongeveer 30 zeemijlen ten
westen van de Scilly-eilanden in het
versperde gebied een Nederlandsch
stoomschip, dat met graan voor de
Nederlandsche regeering op wegnaar
Rotterdam was. Daar de veiligheids-
termijn voor neutrale schepen in de
wateren aldaar nog niet was verstre
ken, liet men het stoomschip vry
met den dringenden raad het versperde
gebied te verlaten en noordelijk en
oosteiyk daarvan naar Nederland te
stoomen. Bovendien werd den kapi
tein een plan van het door de Duit
schers versperde gebied medegegeven.
Ondanks de dringende waarschuwing
echter zette het stoomschip zyn reis
voort in de richting naar het Kanaal.
De „Jacatra" liep toen, vry willig of
onvrijwillig, dit is hier niet bekend,
de Engelsche haven Dartmouth of
Falmouth binnen. Het gevolg daar
van was, dat het zich later bevond
bij de den 22sten Febr. uit deze haven
vertrokken en in den grond geboorde
Nederlandsche stoomschepen.
Veert op Surlnirae.
Aangezien de Koninklijke West
Indische Maildienst door de achter
eenvolgende verkeersbelemmeringen
zijn dienst tusschen de West-Indische
koloniën en het moederland heeft
moeten inkrimpen en de Engelsche
lijn, die de geregelde directe ver
binding tusschen Suriname en New-
York onderhield, het aanloopen van
Suriname heeft gestaakt, dreigde er
ernstige stoornis te ontstaan, zoowel
in do bevoorrading dezer kolonie als
in den afvoer harer producten.
Op verzoek van de Regeering zal
de Koninkiyke West-Indische Mail
dienst in deze leemte voorzien, door
een geregelden dienst voor lading
en passagiers tusschen New-Yorken
Suriname te openen. Als eerste
stoomschip voor deze bestemming
vertrok de „Nickerie" 20 Februari
van New-York.
Nog een lichtschip.
Naar het „Hbl." verneemt is thans
in het verdere belang eener veilige
scheepvaart besloten, nog 'een licht
schip uit te leggen ongeveer ter
hoogte van 54 gr. 46' N.Br. en 4 gr.
15' O.L. van Greenwich, en het reeds
by Doggersbank uitgelegde lichtschip
in verband hiermede te verplaatsen
naar een plaats ongeveer 56 gr. 0'
N.Br. en 5 gr. 25' O.L. van Greenwich.
Omtrent de juiste ligplaatsen zullen
nadere mededeelingen worden gedaan.
Lichting 1911.
Het vertrek met onbepaald klein
verlof van de lichting 1911 by de
onbereden korpsen (uitgezonderd tor
pedisten en pantser-artillerie) dat
aanvankelijk in uitzicht werd gesteld
op omstreeks 10 Maart, wordt tot
nader order uitgesteld.
De aardeppelcrisis.
Het „Handelsblad" bevat een uit
voerig artikel over de oorzaken van
den aardappelcrisis en de mogeiyke
uitbreiding daarvan.
Het blad herinnert eraan, hoe er
vroeger reeds de aandacht op ge
vestigd werd, dat de vaststelling
van de pryzen voor het aardappel
meel van zeer grooten invloed zou
zyn op den prys, die het publiek
dezen winter voor consumptie-aard
appelen zou hebben te betalen. De
prys nu, welke voor het aardappel
meel werd vastgesteld, was te hoog.
In aanmerking nemende, dat de helft
van de productie aan aardappelmeel
uitgevoerd zou mogen worden, konden
de boeren al spoedig berekenen, dat
zy zelfs voor de slechtste aardappelen
minstens f2.75 per fabriekshectoliter
of 61 K.G. zouden ontvangen.
De prijs, die de boeren zouden
ontvangen voor hunne geeivleezige
consumptieaardappelen was vastge
steld op f8.— per H.L. Intusschen
liepen de pryzen van het aardappel
meel in het buitenland nog meer op,
zoodat de boeren een nog hoogeren
prys aan de fabrieken konden be
dingen en liever hun aardappelen
naar de aardappelmeelfabriek brach
ten, dan ze aan het Rykadistributie-
kantoor af te staan. Wel was de te
vermalen hoeveelheid vastgesteld op
8.2 millioen H.L., maar, zoo rede
neerden de boeren, wanneer die goede
minister dan zag, dat ze bleven zitten
met aardappelen, die toch niet voor
de consumptie geschikt waren, dan
zou bij toch wel niet aan die beper
king vasthouden. Dies brachten vele
landbouwers zoo spoedig mogelyk
hun goede aardappelen naar de fabriek
en bewaarden de slechtste.
Hun speculatie is inderdaad niet
mislukt.
Voor de aardappelmeelfabrieken
mochten alleen vermalen worden wit-
vleezige en geeivleezige aardappelen,
die voor de consumptie ongeschikt
waren. „Wie besliste echter of de
aardappelen 'al dan niet ongeschikt
waren
Wel, die contióle had plaats aan
de aardappelmeelfabrieken, dus de
meeste dier fabrieken zijn landbouw
coöperaties rechtstreeks door de
belanghebbenden. Van een opper
toezicht van rykscontroleurs was de
eerste dagen zelfs niets te merken.
Toen men wel begreep, dat het zoo
niet ging, kreeg de Ned. Vereeniging
van Aardappeiexportèurs (die met de
distributie van de consumptie-aard
appelen is belast) de contröle. Het
gevolg was, dat de eerste week ruim
20 schepen werden aangehouden, die
met ongeveer 15000 H.L. puike eet-
aardappelen op weg waren naar de
aardappelmeelfabrieken.
Ja, toen kwam de -schrik er in.
Wat er intusschen in de aardappel
meelfabrieken verdwenen was, valt
niet Da te gaan.
Nu echter kwamen de boeren er
openiyk voor uit dat zy de consumptie
aardappelen niet voor drie gulden per
H.L. wilden afgeven. In het „Noord-
Oosten" werd een advertentie ge
plaatst, onderteekend door den voor
zitter en secretaris van den veen-
kolonialen boerenbond, waarin de
boeren werden opgewekt hunne
aardappelen niet voor dien prys af te
staan.
De directeur van het Ryksdistri-
butiebureau dreigde met Inbeslagne
ming, doch de minister gaf de boeren
hun zin. Zij ontvingen f8.60 per H.L.
De boeren die dus aan de ministerieele
opwekking gehoor hadden gegeven
en indertyd hunne geeivleezige con
sumptie aardappelen afstonden voor
8 gulden komen er het slechtste af.
Weliswaar worden in Februari en
Maart altyd hoogere prijzen betaald
dan in September of October, doch
deze styging bedraagt nooit meer
dan 80, hoogstens 40 cent per H.L.
De groote gemeenten werden de
dupe. Ztj hadden gehoopt voorraad
te kunnen maken tot einde Februari,
wanneer alle kans van verkeerspel -
traging te water voorbij zou zyn.
Maar in plaats haar voorraad te
kunnen vergrooten, moest door vele
gemeentebesturen reeds in Januari
van dien voorraad ingeteerd worden.
En toen kort daarop de vorst intrad,
was Holland, waren althans de groote
steden van Holland, in last.
Hoe de zaken thans staan?
Een precies antwoord daarop te
geven is zeer moeilyk. De geheele
opbrengst aan veenkoloniale aard
appelen bedroeg 13 millioen H.L.
Waar de boeren op rekenden, is
uitgekomenbehalve de 8.2 millioen
die oorspronkelijk ter vermaling
werden toegestaan, zyn er nog 2
millioen H.L. bygekomen. Bij het
toestaan van die vermaling is de
Minister teruggekeerd van de zonde
zyns weegs om een aardappelmeel-
prys van f 26 te betalen en de helft
vrij te geven voor uitvoer. Van de e
bykomendé 2 millioen H.L. moet de
geheele opbrengst aan aardappel
meel ter beschikking van de Regee
ring worden gesteld en dat wordt
dan betaald gerekend naar een prys-
basis van f 2 per H.L. voor de aard
appelen. Als de Minister begonnen
was met te zorgen, dat de opbrengst
der fabrieksaardappelen (export en
binnenlandsch verbruik door elkaar)
niet hooger was geweest, zou de
toestand er waarschijnlijk heel anders
uitgezien hebben. Dan hadden de
boeren zich beyverd zooveel mogelyk
consumptie-aardappelen af te leveren
voor f 3.
Waarschyolyk zullen we nu voor
een tekortaan'consumptie-aardappelen
komen te staan bf het rantsoen van
3 K.G. per week en per hoofd zal
worden verlaagd.
Er is nu een inventarisatie gemaakt,
waarvan de uitslag geheim is ge
houden.
Echter weet het „Hbl." mede te
deelen, dat de aanwezige voorraad,
niet voor het geb uib der bewaarders
bestemd, bestond uit 90 millioen K.G.
kleiaardappelen, 50 millioen K.G.
zand- en veenkoloniale aardappelen,
en 15 millioen K.G. Brabantsche en
Limburgsche. Voegt men hierbij ver
schillende niet meegetelde kleine
partyen, benevens de door particu
lieren ingeslagen voorraden, betgeen
men tezamen op 25 millioen K.G.
schat, dan geeft dit een totaal van
180 millioen K.G.
Het aardappelen verbruik is eerant,-
soeneerd op 3 K'.G. per hoofd per
week. Dat is dus voor het geheele
land 18 millioen K.G. per week, of
tot den nieuwen oogst, dit is over
ongeveer 16 weken, 288 millioen
K.G. Zoodat we voor een tekort
zouden kunnen komen van 100
millioen K.G.
Had de Minister ervoor gezorgd,
dat slechts voor de consumptie niet
geschikte aardappelen, en dan nog
niet meer dan 3,2 milloen H.L. was
vermaald, en er door een lagere
prijsbepaling voor gezorgd, dat het.
belang van de boeren medebracht
hunne aardappen voor de consumptie
af te staan, dan hadden wy nu waar-
schy'niyb 2 millioen H.L. van 61 K.G.
of 120 millioen K.G. meer in voorraad
gehad, zoodat er ruimschoots vol
doende zou zijn geweest om aan de
hoogste eischen te voldoen.
Dat is nu niet zoo en er valt niets
meer aan te veranderen. Laat ons
erkennen, dat een rantsoen van t
K.G. gemiddeld meer dan voldoende
is en b.v. te Amsterdam vóór de
rantsoeneering niet werd gebruikt.
Verder neemt het verbruik van aard
appelen in de maanden April, Mei en
Juni altyd af. Maardat geldt
gewone tijden, wanneer er volop
„grutterswaren", vooral peulvruchten,
aanwezig zijn. Hoe de eischen van
het publiek nu in die maanden zullen
zyn, valt moeilyk te zeggen. Een
andere mogeiybheid is er nog n.1.
dat de voorraden by het publiek mee
zullen vallen. Hier betreden we echter
een terrein van vermoedens en gis
singen. Degenen die met de verdere
distributie belast zijn, zullen zich van
week tot week op de hoogte moeten
stellen aangaande het effectieve ver
bruik dat den waarneembaren voor
raad doet verminderen. Daarnaar zal
het rantsoen moeten geregeld worden,
willen we althans niet het risico
loopen, dat in het laatst van Mei
en de eerste helft van Juni in het
geheel geen aardappelen verkrygbaar
zullen zyn.
De belemmering van het
vlsicherijbedrijf.
In een Dinsdag gehouden vergade
ring der Onderlinge Oorlogsrisico-
Maatschappij van de visscherijreede-
ryen te IJmuiden werd medegedeeld
dat door het bestuur dezer maat-
schappy in samenwerking met het
bestuur der IJmuider Reedersvereeni-
ging zoowel by de Britsche als by de
Duitsche regeering pogingen worden
aangewend tot het verkrygen van
verschillende concessies, waardoor
eene ongestoorde uitoefening van het
visscherybedryf zou worden mogelijk
gemaakt. Men heeft hoop dat deze
pogingen met een goeden uitslag
zullen worden bekroond.
De moeilijkheden In het
confectiebedrijf.
Op een Dinsdagmiddag te Amster
dam gehouden vergadering van de
vereeniging van confectiefabrikanten
werd medegedeeld, dat overleg wordt
gepleegd over het vervoer van grond
stoffen van Engeland naar Nederland.
De premie voor molestrisico is indi
vidueel haast niet te betalen, doch
de Engelsche regeering heeft nu
aangeboden deze verzekering voor
haar rekening te nemen. Ook worden
onderhandelingen gevoerd over het
gezameniyk charteren van een schip.