DE OORLOG. Van hai Westelijk front. Berlyn, 28 Febr. In het Ancre-ge- bied verliepen de gevechten in het vporterrein van onze ^tellingen vol gens de oedoeling van de leiding. Ten W. van Sailly is een van onze rivierbeveiligingsposten door de Fran- achen overrompeld. Door een tegen aanval kwamen de vooruitgeschoven stelling en de reeds gevangen geno men bezetting weer in onze handen. Op den linker Maasoever mislukten gedeeltelijke aanvallen van de Fran- achen tegen onze loopgraven ten N.O. van Avocourt. Londen, 28 Febr. Uit het Engelsche hoofdkwartier in Frankryk wordt vau 26 dezer gemeld: De Duitschers trokken langs de geheels linie tua- Bchen Gommecourt en Le TransJov verder terug. Het lijkt thans zeer goed mogelijk, dat, nu de Duitschers begonnen zijn hun front te verkorten, z\j niet met terugtrekken zullen op houden, voor zij de linie Atrecht— Kamerijk bezet houden. Ongetwijfeld zouden zij den hoogterug van Bepaume bezet willen houden, maar de aanhoudende druk, dien ons leger tegen dit gedeelte van de vooruit springende Sommestelling uitoefent, maakt di6 kans zeer onzeker. Dat de vijand terugtrekt op oen stelling, die reeds goed voorbereid is, spreekt van zelf. Zijn nieuwe linie is ongetwijfeld zeer sterk, maar kan stellig niet zoo sterk zijn als het front; waar hy 22 maanden had geBtaau, toen wij hem in Juli daarvan verdreven. Tactisch gesproken kunnen de Duitschers tijdelijk hun stelling door dezen terugtocht verbeteren, maar in strategisch opzicht erkennen zij thans voor de. eerste maal ten dui delijkste hun ned.-rlaag. Om dat te begrijpen, behoelt men slechts te vragen, waarom zij teruggetrokken z(jn. Het Duitache leger is achteruit gegaan, omdat het daartoe verplicht was. Het is ons offensief voor ge weeBt, dat het in de linie, waarin het stond, niet had kunnen weer staan. Parijs, 28 Febr. Er komt nog meer lijn in de terugtocht der Duitschers aan de Ancre. Opnieuw gaven ze dor pen, hoogten en stellingen van onmis kenbaar strategisch belang prijs. Ten W. en Z.W. van Bapaume hebben ze zich op het oogenblik ingegraven op een nieuwe heuvelkam, die in staat van verdediging -is gebracht. In de streek van L'gDy 2ijn de Engelsche linies ongeveer twee K.M. van Ba paume verwijderd. Tot nu toe zijn 61 dorpen aan de Somme bevrijd. Men verwacht nu den val van Puisieux en Irles. Van het Rosmeensche gevechtsterrein. Berlijn, 28 Febr. Aan weerszijden van den weg van Vale Putna, in het zuidelijke gedeelte van de Bosch- Karpathen, bracht een goed voor bereide flink uitgevoerde aanval onze troepen in het bezit van verscheidene hoogtestellingen van de Russen. 12 officieren en ruim 1800 man zijn ge vangen) genomen. E.f machine-ge weren en negen mynwerpers zyn buitgemaakt. Vijandelijke tegenaan vallen werden afgeslagen. St. Petersburg, 28 Febr. Gisteren heeft de vijand, na vuurvoorbereiding, onze stellingen aan weerszijden van den weg Jakobeni—Ksmpolung en de hoogten, drie werst ten Z.W. van het dorp Valeputna bezet. Gisteravond hebben onze troepen door tegenaan vallen den vijand van de hoogte by den spoorweg weer verdrevende hoogten aan beide kanten van den weg zyn in 's vijands handen geble ven. Uit Mesopotamië. Londen, 28 Februari. De Britten bleven den vijand Maandag gestadig op de hielen. De vijand liet veel wapens en uitrustingsstukken in den steek. Vier houwitsers wierp hy in de rivier.Wij hernamen de kanonneer boot „Firefly", die by den terugtocht van Cesiphon was verloren gegaan. Wy legden eveneens, de hand op een Turksch schip en vernielden een ander. Zondag maakten we 360, Maandag 161 gevangenen. De „Laconia" Een telegram van Reuter'a bijz. dienst meldt nog byzonderheden over het lot van 21 passagiers, die in een lekke boot negen uur op zee. rond zwalkten en van wie er zeven om kwamen o.w. twee Amerikaansche dames. Een geestelijke vertelde dat de boot by het strijken tegen het schip stiet, waardoor in de zyde van de sloep een lek kwam. De inzittenden drongen te zamen in het voorBte en achterste gedeelte van de boot; door de overslaande golven werden eenige uitgeputte passagiers meege sleept. De boot liep langzamerhand zoo vol water, dat het noodig werd de lijken van hen die bezweken, over boord te zetten. Een Engelsch oordeel over den dulkbootenoorlog. De „New Statesman" schryft in bet nummer van 17 dezer: „Heel wat menschen zyn biykbaar geneigd, de Duitache politiek ten dezen" (d. w. z. in den duikbootoorlog) „een voorbeeld van louter waanzin, den laatsten en grootsten misslag van de Duitschers te zien. Wij hopen en gelooven, dat het een misslag zal biyken maar er is niets van waan zin aan. Integendeel schynt het ons een onberispeiyke berekening en een nieuw bewijs voor de wezeniyke be kwaamheid, waarmee over het geheel de Duitache oorlogspolitiek wordt ge leid. Duitschland weet, dat het, zooals de zaken nu staan, te land en ter zee verslagen iaeen volstrekte neder laag met de wapenen Is voor de Duitschers sleehts een kwestie van tyd. Hun legers zullen het misschien nog een zes maanden of achttien maanden uithouden, maar het einde zal' hetzelfde zyner is niet alleen geen waarschyniykheid, er is zelfs geen redeiyke mogeiykheid, zich met goed gevolg tegen de vereenigde aan vallen der geallieerden te verdedigen. „Er is alle reden om aan te nemen, dat de Duitache regeering het als een dobbelspel beschouwt, maar over het geheel bepaald gelooft, dat het zal lukken, in zooverre nl. dat onze toevoer van levensmiddelen en grond stoffen zoo wordt beperkt, dat wij in enkele maanden verplicht zouden zijn over den vrede te onderhandelen. „Dat nu is volstrekt geen dwaze verwachting, want indien- de ver nieling alleen reeds kon worden vol gehouden op het peil vandeafgeloopen veertien dagen, zouden wij hötzy den oorlog in de eerstvolgende maanden vierkant moeten winnen hetzij vrede sluiten. Wij zouden geen winter meer kunnen afwachten. De Duitache regee ring heeft dus terecht aangegrepen wat een wezenlijke kans en letterlijk haar eenige kans is. Slaagt de duik bootoorlog, dan doet Amerika'a tus- scbenkomst er niets toe af, aangezien de verbindiDg over den Oceaan nage noeg verbroken is. Mislukt bet, dan is in alle geval alles verlorenhet eenige verschil dat de onbeperkte duikbootoorlog dan heeft gemaakt, is, dat Amerika op het vredescongres tegenwoordig zal ?.yn en dat geen deel van het Duitsche volk zijn regee ring kan beschuldigen, niet alle mid delen Ie hebben beproefd om te over winnen. Nu overwegingen van men- scheiyken aard eenmaal over boord ziju geworpen, valt het moeilyk in te zieD, welke politiek de Duitsche regeering anders had kunnen kiezen". De „New Statesmau" betoogt dan verder, dat het zwakke punt in de berekening van de Duitschers is, dat zy van de kracht van de Engelsche vloot te gering hebben gedacht. De „New Statesman" is overtuigd, dat die vloot het duikbootgevaar eerlang bedwongen zal hebben. Di Vereenigde Stalen en Duitschland. Naar uit Washington d.d. 27 Febr. wordt gemeld, stellen president Wilson en dö ambtenaren van het Departement van Staat zich op het standpunt dat (inzake de Laconia) geen ferdere stappen dienen te worden gedaan tot dat-het Congres gelegenheid zal hebben gehad om te voldoen aan het verzoek van president Wilson, te worden gemachtigd om koopvaardijschepen te bewapenen enz. Commissies uit beide huizen zyn den geheelen dag bezig geweest met het uitwerken van het wets ontwerp, waarby de president mach tiging tot bewapening der koopvaar- dyscbepen wordt verleend. De regee ring gaf echter te verstaan dat geen veranderingen in het ontwerp ge- wenscht werden. Een voorstel om de bewapening niet toe te staan aan schepen die munitie vervoerden, achtte zij zeer ongewenscht, aange zien het volkenrecht het vervoer van zulke ladingen toe staat. De Senaatscommissie voor de buitenlandsche aangelegenheden be sloot daarna het ontwerp, waarby den president de door dezen ver langde machtiging werd verleend te geven, in feitelijk denzelfden vorm waarin hy dien bad verzocht goed te keuren. De Londensche correspondent van de „Manch. Guardian" meldt, dat de best ingelichte Amerikaanscbe krin gen te Londen geneigd zijn om aan te nemen, dat het geval van de „Laconia" niet de open daad voor Wilson -ia, die de president wenscht, om de geheele openbare meening in Amerika achter zich te krijgen. Als de oorlog nu verklaard werd, zou een gedeelte van die meening hem verwyten, dat hij ten oorlog trok om een Engelsch schip. Maar zoodra een Amerikaansch schip in den grond geboord wordt, zal geen pacifist of Duitschgezind man zich tegen de op vatting van de natie durven verzetten. Dan zal de president ook even snel handelen als op den dag, toen hij de betrekkingen afbrak. De relt van Berard. Naar de „Daiiy Mail" dd. 27 Febr. uit la Coruna verneemt, heeft dien dag aldaar de inscheping van Gerard plaats' gehad. Vele Amerikanen, be nevens 1700 Spaansche landverhui zers voor Cuba scheepten zich tege- ïykertijd in. Voor Gerard vertrok, ontving hij vele waarschuwingen. Deze waren zeer duideiyk, maar na zorgvuldige overweging besloot de gezant ze te negeeren. Spanje en Duitschland. In verband met den verscherpten duikbootoorlog, heeft Duitschland ook aan Spanje voorstellen gedaan, die beschouwd moeten worden als een tegemoetkoming tegenover de be lemmeringen die de Spaansche handel ondervindt. Hieromtrent deelde de heer Zim- mermann, de Duitsche Staatssecre taris van buitenlandsche zaken het volgende aan eenige Spaansche jour nalisten mede lo. Duitschland zal de noodige steenkolen in onbeperkte hoeveelheid ter beschikking van Spanje stellen. Spaansche schepen- kunnen die steenkolen in de aan te wijzen Duitsche of Deensche havens halen. Zy zouden b.v. de voor Spatje benoodigde steenkolen te Kopenhagen vinden 2o. Duitschland wenscht een groot gedeelte van den Spaanschen vruchtenoogat te koopen en heeft met dat doel dadeiyk contant te be talen bestellingen gedaan. Men zal van die vruchten marmelade en jam maken, di6 na den oorlog aan Duitschland geleverd zullen worden 8o. Duitschland is bereid, aan Spar je eenige van zijn in Spaansche havens geïnterneerde schepen te verkoopen. Deze schepen mogen echter niet in het belang van de Entente gebruikt worden en moeten om het afgesloten gebied h6envaren. Aan den anderen kant moeten de Spaansche reeders de onderhandelingen over het ver koopen van schepen aan Engeland afbreken4o. tusschen Spanje en Engeland wordt wekeiyks een passa- giersdienst langs een afgesproken route Ingericht. De Spaansche schepen mogen daarby geen oorlogcontrabande vervoeren en moeten onderscheidings teekenen dragen. Hit spoorwegongeluk in Zweden. Stockholm, 28 Febr. By hetBpoor wegongeluk bij Holm zyn 11 Russi sche Ik valleden gedood en 40 gewond. Uit den Dultschen Rijksdag. Gelijk wy reeds onder het bericht betreffende de rede van den rijks kanselier vermeldden (zie le pag.) voerden nog verschillende sprekers het woord. Zoo zeide de afgevaardigde dr. Spahn (centrum): Wij voeren den onderzeeörsooilog niet, omdat wij in een wanhopigen tceBtand verkeeren, maar omdat wij daardoor den oorlog spoediger tot een einde hopen te brengen. Dan is hij ook in het belang der neutralen, met welke wy gaarne re kening houdeD, voor zoover de nood zakelijkheden van den oorlog dit veroorloven. Wij brengen dank aan Zweden, Nederland en Zwitserland voor hun 3trikte neutraliteit. Scheidemann (soc.-dem.) zeide „Voeren onze vijanden den oorlog ter verovering, w(j voeren hem ter ver dediging. Wy moeten niets onbeproefd laten om binnen afzienbaren tyd tot een conferentie te komen, opdat de regeering zich niet door de annexatie- politici laat bewegen tot eischen, die den vrede onzeker zouden maken. Onze vyanden hebben onze uitnoo- diging tot een conferentie zoo brutaal uitdagend en met zulk een waanzinnig, met alle feiten in stryd zijnd, over- winningsprogram van de hand ge wezen als slechts weinigen verwacht ten. De vijanden laden daarmede een bloedschuld jegens de menschheid op zich, die nooit uitgewischt zal kunnen worden. De afgevaardigde Westarp (con servatief) bracht opnieuw de eischen der annexatie-politici naar voren. De afwijzing van ons vredesaanbod, Z6ide hy, was een klap in hot ge zicht van het Duitsche volk. De Entente verklaarde aan Wilson niet met ons als menschen gelijk gesteld te willen worden. Het Duit sche volk; draagt zulk een beieedigiug van zyn keizer en het volk nooit. Wij hernieuwen de gelofte, die alleen de partijleiders in 1914 in handen van den keizer aflegden. „Ook wij meenen, dat wij geen minuut langer dan wenscheiijk is voor ons bestaan moeten strijden. Scheidemann denkj daarby alleen aan het tegenwoordige, wij moeteu ons echter ook verzekeren voor de toekomst. „Nieuwe offers eischen nieuwe schadeloosstellingen, nieuwe aan spraken. Ter toerusting tegen de gevaren der toekomst is een ruime oorlogsvergoeding noodig, eveneens tot hervatting van de economische mededinging. „Wanneer de vijanden werkelijk niet tot schadevergoedirg in staat mochten zijn, waarom bobben wij de met bloed veroverde bezette ge bieden met hun economische waarden in handen Koerland en L ttauen bieden land ter kolonisatie, daarbij kunnen wy ook onze belangen beter beschermen. „In Briey en Longwy vinden wij kolen en erts, de haven van Ant werpen is onontbeerlijk voor ons en dan kan ook het Viaamsche wezen worden beschermd". Ook de militaire veiligheid van de grenzèn moet worden bereikt, zelfs al zouden tegenover de militaire (eischen) economische bezwaren staan. Gelijk in het Oosten onze flank moet worden beschermd, zoo moet ook de recntei flank van ons Westelyk front worden beschermd. Daaruit blyktde groote defensieve en offensieve waarde van de Viaamsche kust, die onze poaitie tegenover Engeland versterkt. Duitschland moet onverwïnlljk zyn. Het jongste verlies aan Nederland- sche schepen betreuren zoij, maar de schuld treft Engeland, dat het uit varen der schepen binnen den toege stanen termijn belette. Dat is een ernstige waarschuwing voor de neu tralen. Graaf Tisza en de OosteDryksch- Hongaarsche regeering plaatsten zich geheel op den grondslag van onzen duikbootenoorlog. Hier kan van een „terug" geen sprake zijn, ook niet voor de eischen van Amerika. Daar over is het geheele- volk het eens. Bij de voortzetting der zitting op Woensdag, heeft de minister van Buitenlandsche Zaken een verklaring afgelegd met betrekking tot het torpedeeren der Nederlandsche schepen. Een der afgevaardigden, zeide spr., heeft zijn leedwezen uitgesproken over het ongeval, Nederlandschen stoomschepen eenige dagen geleden overkomen en uit naam van de regeering sluit ik mij hierbij aan. Wij hebben niets verzuimd om het ongeval te voorkomen en de Duitsche regeering treft in geenen deele schuld. De Nederlandsche reeders wenschten, zooals te begrypen is, hun schepen uit de Engelsche havens te krijgen; wy hadden hun meegedeeld, dat zij den lOen Febr. volkomen veilig kon den uitvaren, maar toen waren ze vermoedeiyk nog niet reisvaardig. Daarna is hun de 22e Febr. en de 17e Maart in uitzicht gesteld, wat den eerstgenoemden dag betreft met de uitdrukkelijke opmerking dat slechts betrekkelijke veiligheid en eerst den 17den Maart volstrekte veiligheid kon worden gewaarborgd. Den 22en Febr. kon slechts betrek kelijke veiligheid worden beloofd, omdat misschien niet alle duibbooten het bevel, de Nederlandsche schepen te laten passeeren, zouden ontvangen. De Duitsche marine heeft, toen de Nederlandsche reeders niettemin be sloten den 22n Febr. te varen, alles gedaan om het bevel aan alle duik- booten te doen toekomen. Dat schynt intusschen niet gelukt te zyn, doch wij hebben nog geen officieel bericht over het gebeurde ontvangen. Ik be tuig nogmaals leedwezen dat de Nederlandsche handelsvloot deze schepen van groote waarde heeft verloren. Het voorval bewyst hoe gevaariyb het bevaren van het ver sperde gebied is en ik spreek nog maals den wensch uit, dat de onzydige scheepvaart het bevaren daarvan zal staken en haar schepen zal opleggen. Zy zou daarmee haar belangen be vorderen en er toe bydragen dat het verlangde doel, de vryheid tot zee, spoedig bereikt wordt. De baatzucht der agrariërs en woekeraars werd door den sociaal democraat Scheidemann scherp ge- geeseld. Verleden jaar, zoo zeide hij. heeft men belastingen op verbruik en verkeer gelegd, dit jaar wil men belastingen op verkeer én verbruik invoeren. Wij hopen, dat de eerst volgende verkiezing in vredestyd od3 de kracht zal geven, om een grondige verandering in te voeren en wat dan gedurende den oorlog aan offers voor het vaderland ver zuimd is, zal dan ter dege ingehaald worden. Ik waarschuw er dringend tegen, de kosten van het levenson derhoud op te jagen op een wyze, waarmee de stijging van de inkomens geen geiyken tred kan houden. Reusachtig groot ia datgene wat het Duitsche volk nu draagt en verduurt, maar nog grooter is de wrevel en toorn over een onbegry- peiljbe consideratie voor brutale hebzucht en scbaamteloozen woeker. Aan den schandpaal met zulke eerlooze lieden! (Stormachtige alge- meene toejuichingen.) Wat wij thans beleven, gaat verder dan een van zelf sprekende duurte en is stelselmatige plundering. Onze veestapel is te groot, de pryzen moeten verlaagd worden, om de overtollige doodeters op te ruimen. (In plaats daarvan wil men de pryzen opjagen.) Ik waarschuw tegen een nieuwe prijsverhooging van graan, melk en suikerWij staan nu voor de meest kritieke maand. Als er gebrek aan vervoermiddelen is, moet het reizigersverkeer dagen lang ge staakt worden. Alleen moet er een kleine D-trein klaar staan, de trein, waarvan ik wensch, dat hij heel spoedig en voor altijd den Pruisischen minister van landbouw zal meenemen. (Storm achtige toejuichingen links.) Het Duitsche volk zou dat ais een. be vrijding beschouwen, een juichtoon zou in heel Duitsehlaud weerklinken, als die man eindelijk van zijn post verdween. (Stormachtige toejuichin gen links.) Moge het snel gebeuren, opdat de heer v. Schorlomer zich geheel aan zyn particuliere zaken kan wijden. (Groote bewegiug rechts.) Wij zyn in de 21ji jaar oorlog nog altyd aan het organïseeren en experi menteeren, ofschoon wy al lang klaar hadden kunnen zijn, als wij weer telkens niet met den bekenden tegen stand te maken hadden. Waarschijn lijk zou die al lang overwonnen zijn, als wy in Pruisen een werkeiyke volksvertegenwoordiging hadden. De rijkskanselier, zoo zeide spr. verder, heeft vandaag een toon aan geslagen, die ons verheugd heeft. Hij heeft gesproken van den armsten zoon, die ook Duitschland's trouwste zoon is. Het is het wcord van den sociaal-democratischen dichter Broe ger te Nourenburg. Dat het Pruisische kiesrecht nog bestaat, is een schan daal. Wy wenschen ods een regeering, die den moed voor de bevrydende daad heeft, die eindeiyk den weg opent en hem nu opent. Om beloften geven wij geen zier. Naar beloften, mijnheer ae rijkskanselier, zal de geschiedenis u niet beoordeden, maar daarnaar, of u geholpen hebt, ruimte te maken voor den nieuwen tyd, waar van ieder voelt dat hy op komst is. PLAATSELIJK NIEUWS. Vergadering van den Raad der gemeente Helder, op Donderdag, den 1 Maart 1917, des avonds ten 71/» uur. Onderwerpen ter behandeling: Herstemming over de concept,-ver ordening op de winkelsluiting (art. 50 gemeentewet). Yoorstel tot vaststelling eener regeling van den gemeentelijken duurtetoeslag en den toeslag óp de pensioenen. Hr. Ms. „Holland" is na te Ponto Delgada te zijn aan gekomen, weder van daar vertrokken naar Las Palmas, omdat in eerstge noemde haven geen kolen verkryg- baar waren. Kunstavond „Tot Steun". Ten bate van de vereeniging „Tot Steun" had gisterenavond in „Casino" de aangekondigde kunstavond plaats, welke gegeven werd door den heer J. B. Schuil en eenige dames en heeren. De zaal was overvol, dank zy het onvermoeid werken en pro- pageeren van een aantal dames. De heor Schuil droeg allereerst voor een dramatische schets van Herm. Heljermans, getiteld „Feest". Deze schets, welks titel een schrynend sarcasme inhoudt, vertolkt de ge voelens van verschillende gevangenen, aan wie, by een troonsverwisseling, gratie is verleend, en voor wie het dus „feest" is. Slechts iemand als Hsyermacs, onze grootste en sterkste dramatische schryver, kan een der- geiyk gegeven naar den aard ver werken, en de schryver maakte er dan ook iets héél moois van. Het zijn typen, die hij uitbeeldt, gevan- genistypec, zooals men in elke ge vangenis vindt, en zy vertegenwoor digen elk voor zich, een brokje van het groote, veelzydige leven, dat wy allen zoo liefhebben en dat nochtans zoo nameloos ellendig is. Voor de uitbeelding van zulke karakters is, evenals voor haar con ceptie, een sterke persoonlijkheid noodig en de heer Schuil, die deze taak op zich had genomen, bleek ook in staat haar geheel te vervullen. Hy gaf aan deze gestalten eener grandiose en goldefijke verbeelding, die nochtans reeél waren als het leven zelf, de warme kleuren zyner be- heerschte passies, hy drukte iu deze miniaturen het basreliëf van zyn dramatisch talent, en omlijstte ze met de bronzen lijst zijner eigen vreugden. Hij verhief deze paria's tot ze de koningen waren zyner ziel en herschiep ze tot nieuw, intens leven. Na dit ,feest"-nummer volgden eenige verzén; Huygens' „Scheeps- praet" en do geestige, blijmoedige philosoof die C. S. Adama van Schel- tema heet, en ook deze waren een genot voor het oor. „De Voet" was een fijn-geestig woordenspel van Spaenhoff; een lever de rideau dat tintelde van geest en dat ons Speenhoff op z'n best deed kennen. Mevr. Bollaan had een dank bare rol die zij goed weergaf. Na de pauze was het weer Heyer-. mans, wiens „Ahasverus" - een drama- tischo episode met niet minder dan 8 personen, door den heer Schuil geheel alleen vertolkt werd. Dit stuk schetst de Jodènvervolgingen in Rus land en men moet zelf jood zy'n en kunnen voelen de hoogheid en heilig heid der oude tradities, om te beseffen hoe groot het leed was van den ouden Karalyk bij het vernemen, dat zyn zoon, om met rust te worden gelaien, zich had laten doopen. Misschien is daardoor het stuk voor den niet jood niet zooJsprekend, niet zoo schrijnend, niet zoo universeel als het andere. Maai- ook deze vertolking een ander soort „Jongejan" dus was zeer merkwaardig en zeer talentvol. Het laatste nummer van het pro gramma bracht een krans van passie flora's voor hot booze vrouwtje, terwyi haar zwijgende partner, de blauwe bloem was, die het geluk bracht in den vorm van een bracelet, of, wil men, het nederig viooltje, dat over zyn hoofd de stormen des levens voelt gaan en, verscholen, blijft geuren in het opgezweepte gras. Wel foei, welk een ondeugend vrouwtje is zoo'n „zij"! Nietzsche zegt: „Vergiss die Peitsche nicht!" Maar onze „hij" is eleganter en bergt braceletten in zijn smoking. Het was, kort en goed, allergeestigst en der vertolkster, mev. Greve, komt een woord van lof toe. Het stille spel van den heer Schuil echter niet minder. Aau de dames, medespelenden, alsook mevrouw Schuil, werden bloemstukken aangeboden. Zoo was deze avond, in zyn veel zijdigheid, een kunst- en genotvolle. En het tastbare resultaat klinkend en voor goede munt op te nemen. - Doordeonderoflicieis-vereeniging „Ons Belang", is in haar secretariaat. Hoofdgracht 57/58, een kleedermakerij op coöperatieven grondslag geopend. Verpachting grasgewae en vlschwatar. Door het bestuur van den polder „het Koegras" is Maandagmorgen verpacht het grasgewas langs de wegen in den polder „het Koegras" voor de som van f 955. tegen f 286.- 5 jaar geleden. Eveneens bracht het vischwater in dien polder f 210.— op, tegen f 130.— den Yorigen keer. Postpakketten. Met ingang van 1 Maart 1917 be draagt het tarief voor postpakketten in het binnenlandsch verkeer tot 1 K.G. 20 cent. 1-3 25 3-6 30 Het tarief is dus voor alle pakketten met 5 cent verhoogd. BIHHENLAND. Da getorpedeerde schepen. Het Nederl. Correspondentiebureau in Den Haag meldt: Wij vernemen, dat hier geen nadere berichten zyn ingekomen omtrent de stoomschepen „Eemland", „Ban- doeng" en „Zaandyk", welke na het torpedeeren dry vende waren gebleven. Er is geen spoor meer van die schepen te ontdekken. De Eogelsche admira liteit vermoedt, dat de schepen ge zonken zijn. Naar de „N. R. Ct." verneemt, heeft onze Regeering heden van het Duitsche gezantschap mededeeling ontvangen, dat de Duitsche regeering bereid is tot tegemoetkoming in het verlies van de zeven getorpedeerde Nederlandsche schepenaan Nederland gedurende den oorlog de beschikking te geven over Duitsche schepen, met dien verstande, dat na deo oorlog over eventueelen aankoop van die schepen door Nederland zal worden onderhandeld. Het blad teekent hierbij aan Onze lezers ziillên begrypen, dat wij tegenover deze Duitsche toezeg ging eenige reserve in acht moeten nemen. Alles hangt er van af, in welke gedachte zij is gegeven. Wij, voor ons, zouden haar wenschen te beschouwen ais erkenning van de onrechtmatigheid der vernietiging vau onze zeven Nederlandsche schepen Ook in dit geval kan men betwyfelen, of de toegezegde tegemoetkoming ver genoeg gaat: het is geen royale maat, waarmee wordt gemeten, wan neer men, nadat men eens anders eigendom onrechtmatig heeft doen te loor gaan en de levens van een aantal burgers van een naburigen staat in gevaar heeft gebracht, zegt: „Gi; kunt nu zoo lang mijn eigendom we: gebruiken en dan zullen wy over de rest later eens spreken". Aan dit feit zou weinig afdoen, indien bleek, dat onze regeering niet veel meer had gevraagd, dan thans van Duitsche zijde is aangeboden. Ónze regeering, die in het geval van de Tubaqtia ondervinding had opgedaan, zal bi; haar vertoog te Berlijn daar wel rekening mee hebben moeten houden. Doch indien de toezegging mag opgevat worden als erkenniiig van gepleegd onrecht, dan verschaft zy in elk geval eene basis voor verder overleg, die wat waard is, en waarop een bevredigende eindregeling zou kunnen worden opgebouwd. Echter vreezen wy, gedachtig aan de offleieuse uitlatingen in de Duitsche pers, toen het feit van de torpedeering van onze schepen bekend werd, dat dit niet de geest is, waarin de Duitsche tege moetkoming is gedaan. In Duitschland heeft men de rechtmatigheid der vernietiging biyven verdedigen, en het voorgesteld, alsof de ramp, die onze vloot heeft getroffen, eigenlyk aan ons zeiven te wijten was. Dan zou de thans gedane toezegging als een bewijs van welwillendheid, van „goede nabuurschap" gelijk dat dan heet moeten worden opgevat. Het spreekt ^an zelf dat wij, na de Duitsche daden, waarvan wy de dupe geworden zijn, voor zulk een belyde- nis van goede bedoelingen maar matig, „relatief" gevoelig kunnen zyn. „Ge matigd onverschillig" zou men het met een aan eene vroegere periode onzer geschiedenis ontleend woord kunnen noemen. Op het oogenblik, waarop het bovenstaande ter perse moet gaan, zijn ons de offlcleele bewoordingen van de Duitsche verklaring nog niet bekendmisschien logenstraft.zy onze vrees. Laten wy het hopen. Zoo niet, dan zal men verstaan, dat wy voorshands geneigd bi y ven, ook ver der de Duitsche handelingen meer dan de Duitsche verzekeringen als richtssnoer van de Duitsche gezind heid te beschouwen. Oe MJecetra". Wolff seint uit Berlyn Een onzer duikbooten ontmoette in den middag (van?) ongeveer 30 zeemijlen ten westen van de Scilly-eilanden in het versperde gebied een Nederlandsch stoomschip, dat met graan voor de Nederlandsche regeering op wegnaar Rotterdam was. Daar de veiligheids- termijn voor neutrale schepen in de wateren aldaar nog niet was verstre ken, liet men het stoomschip vry met den dringenden raad het versperde gebied te verlaten en noordelijk en oosteiyk daarvan naar Nederland te stoomen. Bovendien werd den kapi tein een plan van het door de Duit schers versperde gebied medegegeven. Ondanks de dringende waarschuwing echter zette het stoomschip zyn reis voort in de richting naar het Kanaal. De „Jacatra" liep toen, vry willig of onvrijwillig, dit is hier niet bekend, de Engelsche haven Dartmouth of Falmouth binnen. Het gevolg daar van was, dat het zich later bevond bij de den 22sten Febr. uit deze haven vertrokken en in den grond geboorde Nederlandsche stoomschepen. Veert op Surlnirae. Aangezien de Koninklijke West Indische Maildienst door de achter eenvolgende verkeersbelemmeringen zijn dienst tusschen de West-Indische koloniën en het moederland heeft moeten inkrimpen en de Engelsche lijn, die de geregelde directe ver binding tusschen Suriname en New- York onderhield, het aanloopen van Suriname heeft gestaakt, dreigde er ernstige stoornis te ontstaan, zoowel in do bevoorrading dezer kolonie als in den afvoer harer producten. Op verzoek van de Regeering zal de Koninkiyke West-Indische Mail dienst in deze leemte voorzien, door een geregelden dienst voor lading en passagiers tusschen New-Yorken Suriname te openen. Als eerste stoomschip voor deze bestemming vertrok de „Nickerie" 20 Februari van New-York. Nog een lichtschip. Naar het „Hbl." verneemt is thans in het verdere belang eener veilige scheepvaart besloten, nog 'een licht schip uit te leggen ongeveer ter hoogte van 54 gr. 46' N.Br. en 4 gr. 15' O.L. van Greenwich, en het reeds by Doggersbank uitgelegde lichtschip in verband hiermede te verplaatsen naar een plaats ongeveer 56 gr. 0' N.Br. en 5 gr. 25' O.L. van Greenwich. Omtrent de juiste ligplaatsen zullen nadere mededeelingen worden gedaan. Lichting 1911. Het vertrek met onbepaald klein verlof van de lichting 1911 by de onbereden korpsen (uitgezonderd tor pedisten en pantser-artillerie) dat aanvankelijk in uitzicht werd gesteld op omstreeks 10 Maart, wordt tot nader order uitgesteld. De aardeppelcrisis. Het „Handelsblad" bevat een uit voerig artikel over de oorzaken van den aardappelcrisis en de mogeiyke uitbreiding daarvan. Het blad herinnert eraan, hoe er vroeger reeds de aandacht op ge vestigd werd, dat de vaststelling van de pryzen voor het aardappel meel van zeer grooten invloed zou zyn op den prys, die het publiek dezen winter voor consumptie-aard appelen zou hebben te betalen. De prys nu, welke voor het aardappel meel werd vastgesteld, was te hoog. In aanmerking nemende, dat de helft van de productie aan aardappelmeel uitgevoerd zou mogen worden, konden de boeren al spoedig berekenen, dat zy zelfs voor de slechtste aardappelen minstens f2.75 per fabriekshectoliter of 61 K.G. zouden ontvangen. De prijs, die de boeren zouden ontvangen voor hunne geeivleezige consumptieaardappelen was vastge steld op f8.— per H.L. Intusschen liepen de pryzen van het aardappel meel in het buitenland nog meer op, zoodat de boeren een nog hoogeren prys aan de fabrieken konden be dingen en liever hun aardappelen naar de aardappelmeelfabriek brach ten, dan ze aan het Rykadistributie- kantoor af te staan. Wel was de te vermalen hoeveelheid vastgesteld op 8.2 millioen H.L., maar, zoo rede neerden de boeren, wanneer die goede minister dan zag, dat ze bleven zitten met aardappelen, die toch niet voor de consumptie geschikt waren, dan zou bij toch wel niet aan die beper king vasthouden. Dies brachten vele landbouwers zoo spoedig mogelyk hun goede aardappelen naar de fabriek en bewaarden de slechtste. Hun speculatie is inderdaad niet mislukt. Voor de aardappelmeelfabrieken mochten alleen vermalen worden wit- vleezige en geeivleezige aardappelen, die voor de consumptie ongeschikt waren. „Wie besliste echter of de aardappelen 'al dan niet ongeschikt waren Wel, die contióle had plaats aan de aardappelmeelfabrieken, dus de meeste dier fabrieken zijn landbouw coöperaties rechtstreeks door de belanghebbenden. Van een opper toezicht van rykscontroleurs was de eerste dagen zelfs niets te merken. Toen men wel begreep, dat het zoo niet ging, kreeg de Ned. Vereeniging van Aardappeiexportèurs (die met de distributie van de consumptie-aard appelen is belast) de contröle. Het gevolg was, dat de eerste week ruim 20 schepen werden aangehouden, die met ongeveer 15000 H.L. puike eet- aardappelen op weg waren naar de aardappelmeelfabrieken. Ja, toen kwam de -schrik er in. Wat er intusschen in de aardappel meelfabrieken verdwenen was, valt niet Da te gaan. Nu echter kwamen de boeren er openiyk voor uit dat zy de consumptie aardappelen niet voor drie gulden per H.L. wilden afgeven. In het „Noord- Oosten" werd een advertentie ge plaatst, onderteekend door den voor zitter en secretaris van den veen- kolonialen boerenbond, waarin de boeren werden opgewekt hunne aardappelen niet voor dien prys af te staan. De directeur van het Ryksdistri- butiebureau dreigde met Inbeslagne ming, doch de minister gaf de boeren hun zin. Zij ontvingen f8.60 per H.L. De boeren die dus aan de ministerieele opwekking gehoor hadden gegeven en indertyd hunne geeivleezige con sumptie aardappelen afstonden voor 8 gulden komen er het slechtste af. Weliswaar worden in Februari en Maart altyd hoogere prijzen betaald dan in September of October, doch deze styging bedraagt nooit meer dan 80, hoogstens 40 cent per H.L. De groote gemeenten werden de dupe. Ztj hadden gehoopt voorraad te kunnen maken tot einde Februari, wanneer alle kans van verkeerspel - traging te water voorbij zou zyn. Maar in plaats haar voorraad te kunnen vergrooten, moest door vele gemeentebesturen reeds in Januari van dien voorraad ingeteerd worden. En toen kort daarop de vorst intrad, was Holland, waren althans de groote steden van Holland, in last. Hoe de zaken thans staan? Een precies antwoord daarop te geven is zeer moeilyk. De geheele opbrengst aan veenkoloniale aard appelen bedroeg 13 millioen H.L. Waar de boeren op rekenden, is uitgekomenbehalve de 8.2 millioen die oorspronkelijk ter vermaling werden toegestaan, zyn er nog 2 millioen H.L. bygekomen. Bij het toestaan van die vermaling is de Minister teruggekeerd van de zonde zyns weegs om een aardappelmeel- prys van f 26 te betalen en de helft vrij te geven voor uitvoer. Van de e bykomendé 2 millioen H.L. moet de geheele opbrengst aan aardappel meel ter beschikking van de Regee ring worden gesteld en dat wordt dan betaald gerekend naar een prys- basis van f 2 per H.L. voor de aard appelen. Als de Minister begonnen was met te zorgen, dat de opbrengst der fabrieksaardappelen (export en binnenlandsch verbruik door elkaar) niet hooger was geweest, zou de toestand er waarschijnlijk heel anders uitgezien hebben. Dan hadden de boeren zich beyverd zooveel mogelyk consumptie-aardappelen af te leveren voor f 3. Waarschyolyk zullen we nu voor een tekortaan'consumptie-aardappelen komen te staan bf het rantsoen van 3 K.G. per week en per hoofd zal worden verlaagd. Er is nu een inventarisatie gemaakt, waarvan de uitslag geheim is ge houden. Echter weet het „Hbl." mede te deelen, dat de aanwezige voorraad, niet voor het geb uib der bewaarders bestemd, bestond uit 90 millioen K.G. kleiaardappelen, 50 millioen K.G. zand- en veenkoloniale aardappelen, en 15 millioen K.G. Brabantsche en Limburgsche. Voegt men hierbij ver schillende niet meegetelde kleine partyen, benevens de door particu lieren ingeslagen voorraden, betgeen men tezamen op 25 millioen K.G. schat, dan geeft dit een totaal van 180 millioen K.G. Het aardappelen verbruik is eerant,- soeneerd op 3 K'.G. per hoofd per week. Dat is dus voor het geheele land 18 millioen K.G. per week, of tot den nieuwen oogst, dit is over ongeveer 16 weken, 288 millioen K.G. Zoodat we voor een tekort zouden kunnen komen van 100 millioen K.G. Had de Minister ervoor gezorgd, dat slechts voor de consumptie niet geschikte aardappelen, en dan nog niet meer dan 3,2 milloen H.L. was vermaald, en er door een lagere prijsbepaling voor gezorgd, dat het. belang van de boeren medebracht hunne aardappen voor de consumptie af te staan, dan hadden wy nu waar- schy'niyb 2 millioen H.L. van 61 K.G. of 120 millioen K.G. meer in voorraad gehad, zoodat er ruimschoots vol doende zou zijn geweest om aan de hoogste eischen te voldoen. Dat is nu niet zoo en er valt niets meer aan te veranderen. Laat ons erkennen, dat een rantsoen van t K.G. gemiddeld meer dan voldoende is en b.v. te Amsterdam vóór de rantsoeneering niet werd gebruikt. Verder neemt het verbruik van aard appelen in de maanden April, Mei en Juni altyd af. Maardat geldt gewone tijden, wanneer er volop „grutterswaren", vooral peulvruchten, aanwezig zijn. Hoe de eischen van het publiek nu in die maanden zullen zyn, valt moeilyk te zeggen. Een andere mogeiybheid is er nog n.1. dat de voorraden by het publiek mee zullen vallen. Hier betreden we echter een terrein van vermoedens en gis singen. Degenen die met de verdere distributie belast zijn, zullen zich van week tot week op de hoogte moeten stellen aangaande het effectieve ver bruik dat den waarneembaren voor raad doet verminderen. Daarnaar zal het rantsoen moeten geregeld worden, willen we althans niet het risico loopen, dat in het laatst van Mei en de eerste helft van Juni in het geheel geen aardappelen verkrygbaar zullen zyn. De belemmering van het vlsicherijbedrijf. In een Dinsdag gehouden vergade ring der Onderlinge Oorlogsrisico- Maatschappij van de visscherijreede- ryen te IJmuiden werd medegedeeld dat door het bestuur dezer maat- schappy in samenwerking met het bestuur der IJmuider Reedersvereeni- ging zoowel by de Britsche als by de Duitsche regeering pogingen worden aangewend tot het verkrygen van verschillende concessies, waardoor eene ongestoorde uitoefening van het visscherybedryf zou worden mogelijk gemaakt. Men heeft hoop dat deze pogingen met een goeden uitslag zullen worden bekroond. De moeilijkheden In het confectiebedrijf. Op een Dinsdagmiddag te Amster dam gehouden vergadering van de vereeniging van confectiefabrikanten werd medegedeeld, dat overleg wordt gepleegd over het vervoer van grond stoffen van Engeland naar Nederland. De premie voor molestrisico is indi vidueel haast niet te betalen, doch de Engelsche regeering heeft nu aangeboden deze verzekering voor haar rekening te nemen. Ook worden onderhandelingen gevoerd over het gezameniyk charteren van een schip.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1917 | | pagina 2