HELDERSCHECOURANT Hotel Bellevue. Eerste Blad. Diners. Soupers. Partijen speciale condities. Tirindsring In oude gnvoonten No. 4772 ZATERDAG 5 HIEI 1*17 4S« JAARGANG Op- en sndorgang van Zon an Maan an IQd van hoogwatar (Texel). (Zomertijd). Ha» Zon Ho?8- uana *on -water Mol op: onder: op: ondor:T.ni.:n.m, Zondag 6 a. 8,33IV 6.20 8.81 8.26 8.86 7 8.40 4.63 6.18 8.88 8.6 8.16 8 „10.62 6X8 6.18 8.80 8.40 10.- 8 11.68 «.18 f.l« 8.87 10.28 18.40 Dondtrd. 10 m. 0.41 T.ll 8,16 8.88 11.- 11.80 Vrgdiig 11 1.- 6 8 8 6.14 8.89 11.40 0.16 Zaterdag 12 1.17 8.66 (H 8.40 0.80 1.- DE WEEK. 1 Mei. Tijd van schrille contrasten, tegen stellingen en van verraasingen, groo- ter en meer wonderbaarlijk dan waarvan de meest-fantastisch aange legde onzer ooit zal hebben ge droomd 1... Inderdaad, lichten schaduw wisselen elkaar met buiten gewone snelheid en grilligheid af. Bij de behandeling der Begrooting van Buitenlandsche Zaken heeft minister Loudon pas in den Senaat verklaard, dat onze Regeering „het roer steeds recht-houdt", zonder naar links of naar rechts te zien, protes- teerend tegen de bewering, zoowel in den vreemde nu en dan als „door sommige pers-organen" in het oude vaderland zelf geuit, als zou onze Regeering handelen onder „pressie" van welken buitenlandschen invloed ook. En wanneer een zoo eerlijk, betrouwbaar bewindsman ala dr. Lou don zoo-iets verzekert, dan mag men Ingezonden mededeellng. In da Lente van het Leven Da jeugd is een lente, maar een lente die niet terugkeert. Gelukkig of ongelukkig, wy zien haar voor bijgaan zonder hoop op weerzien en zoo als zij geweest is, zoo zal meestal gebeel ons leven zyn. Handelt dus zoo, jongelieden en jonge meisjes - want gij kunt het, twijfelt daaraan niet dat uwe lente schoon zy, dat uw lente vroolyk zy> in alle schoonheid en alle vroolyk- heid die vóór alles voortkomt uit een krachtige gezondheid. Geeft u niet over aan bedriegelyke eei zucht, aan droomen van fortuin en grootheid. Do eenige eerzucht die waarde voor u heeft, is de kracht te hebban die zelfvertrouwen geoft, die gelukkige stoutmoedigheid doet ontstaan. Ge looft overigens niet dat die stout moedigheid zoo gemakkelijk te be reiken is. Uw leeftijd is kritiek en legt uw gezondheid zware beproe vingen op, ten gevolge van de wavkelijko verwarring die hij in geheel uw wezen te weeg brengt. Hoe talrijk, helaas, zijn zy onder u, die door die verwarring uitgeput en bl08darm worden, wier verslapte bloed aan het lichaam niet meer den weerstand kan geven, waaraan het op uw leeftijd zulk een behoefte heeft. Gij moet nu meer dan ooit er voor wak6n dat die uitputting, die verslapping van het bloed u niet aantast. Yermydt dus wat u kan over spannen. Geeft boven de gemakke lijke genoegens, de voorkeur aan het gezonde werkzame leven In de vrije lucht en verwaarloost vooral niet aan uw bloed den rijkdom en de zuiver heid te geven, die het volstrekt noodlg he6ft, door zoo verstandig -te zijn met regelmatige tusichenpoozen, voornamelijk by de aeizoenveraade- riugen, e9n kuur met de Pink Pillen t6 doen, die bij uitnemendheid de herstellende en versterkende kuur is die het best past. aan het tijdperk der vorming. Be Pink Pillen, herschep- sters van het bloed en der zenuw krachten, bezitten een krachtdadigheid die sedert lang is erkend in alle gevallen van verarming van het bloed of van verzwakking van het zenuw stelsel. Zij herstellen zeer spoödig de uitgeputte en bloedarme geatollen. De Pink Pijlen zijn verkrijgbaar k f 1.75 per doos, en f 9.— per zes doozen bij het Hoofddepót der Pink Pillen, Nassaukade814, Amsterdam; voor Helder en Omstreken by Alb. TEN KLOOSTER, Keizerstraat 98, en H. W. ZEGEL, Kanaalweg 63; te Schagen bij J. ROTGANS; te den Burg (Texel) bij T. BUIS, en verder bij verschillende Apothekers en goede Drrgisten. FEUILLETON. DE GEVANGENE VAN ZENDA. 10). „Sr zyn er twee", zeide hij. „Zy zyn ongeveer een mijl achter ons. Gelukkig, dat de weg zoo bochtig is en wij den wind in den rug hebben." Wy galoppeerden verder. Wy schonen den afstand te bewaren. Wij kwamen nu aan het einde van het bosch van Zenda, en de boomen die zich achter ona door het buigen van den weg aaneen sloten, beletten ons onze achtervolgers te ziendoch ook zij werden daardoor verhinderd ons te zien. Na nog een half uur kwamen wy aan een tweesprong. Sapt liet zyn paard stilstaan. „Wy moeten rechts af", zelde hij. „Linka leidt de weg naar het kasteel. Beide wegen zyn ongeveer acht mylen lang. Styg af." „Maar dan zullen ze ona Inhalen", riep ik. „Styg toch af", herhaalde hij bruusken ik gehoorzaamde. Het woud was van den weg af zeer ondoórzichtbaar. Wy brachten onze paarden wat dieper hot bosch in, bonden ónze zakdoeken voor hunne oogen en bleven naast hen staan wachten. »Qü wilt te weten komen, wie zij zyn?" fluisterde ik. dat woord ernstiger opvatten dan in den regel geschiedt met diplomatieke ontboezemingen. Zeker, de „lichtpunten" biyven. Uit hetgeen minister Posthuma in den Senaat heeft gezegd by de ver dediging van zyn Landbouw-begroo- ting mocht men de conclusie trekken, dat het uitzicht bestond dat eerlang, een aantal schepen, met tarwe en veevoedsel etc. bevracht, eindeiyk uit Engeland zouden aankomen, bet geen Woensdag j.1. dan ook is ge schied. Ook is gezinspeeld op de mogelijkheid der hervatting zy 't dan ook niet aanstouda volgens „oud en normaal model", van onze scheepvaart op de koloniën; don maildienst op Engeland. Zeer bemoe digend klonk de (door het Haagsche Plein als juist erkende) mededeeling, dat van Buitsehe zijde voor d9 uit Engeland arriveerendo schepen, naar Patria komend, een V6iligen vaart zou worden gewaarborgd. Edoch!... Daartegenover staat het door Buit sehe duikbooten de „dolle zee honden" vernielen van ons kof schip „Elisabeth", alsmede van het ▼isachera-vaartuig „Amsteldyk". En over dit laatste geval is van een zijde, waar zeer stellig geen anti- Duitsche gevoelens den toon aangaven, geoordeeld op een wyze, die van zooveel verontwaardiging en recht- matigen, begrijpelyken toorn biyk geeft, dat men zich afvraagt, hoe 't mogelijk is, dat dergelijke dingen in het gemoedelijke Nederland met zóó groote kalmte worden opgevat Ea de eenige verklaring voor dien rustig-duldenden gemoedstoestand ia dat wij gaandeweg inderdaad onge voelig, afgestompt worden voor rechtskrenking in een tijd, waarin plechtdg-bezworen traktaten immers „vodjes papier", en niets dan dit beduiden I In den nacht van 29 op 80 April strooit een vliegmachine bommen op ons Zierikzee, worden drie personen gedood en richt de vliegenier, dio zich dan in zijn koers vergist zal hebben, zeer ernstige stoffelijke schade aan. In dergelflk treurig geval heeft men zich te vergenoegen met neör te leggen byde verontschuldigingen, welke men don armen, geteistord6n neutralen Staat zal aanbieden. „Tertium non datur." Een andere uitweg is er, helaas, niet. De abnormale tijd en brengen nu eenmaal de onafwysbaarheid van ongewone lydzaamheid mee, evenals ze tot de noodzakelijkheid voeron van buitengewone maatregelen om ons te pantseren tegen de gevaren van oeconomischen aard, welke ons blflven bedreigen. De jongste zitting week van den Senaat die, waarin het gansche verdere Begróotinga-werk voor de keninkiyke bekrachtizing rijp werd jemaakt, - was zeker niet onbe langrijk ook uit anderen hoofde. Aan den vooravond der openbare behandeling (half Mei) van de aan hangige Grondwetsherziening, waar tegen de oppositie zich al-scherper heet te openbaren lichtten de ministers Posthuma en Treub de plannen toe voor da oprichting der onder Staatahoede te arbeiden Export- Centrale, in- en uitvoer onder toe zicht van den steeds machtiger wor dende Vader Staat stollend, alsmede van de monopoliseering, door den Staat, van de bedrijven der levens- en brandverzekeringen, waarvan mi nister Treub zich volgens d6 zeer levendige senatoriale oppositie „gouden bergen droomt". En die, mag men Ixc. Treub geloovea, zoo wel de gemeenschap als de verzeke- ringbeörtjven ten goede zal komen. De beide commis3iën van advies, door den minister van Financiën ingesteld, zyn weten we nu - volkomen vrfl in hun kritiek op mr. Treub's plannen. Zy zullen zo ook principieel mogen bestrijden. En bü voorbaat ia van de groene tafel gezegd, dat mocht 't inderdaad blijken, dat de Staat niet meer dan een paar millioen profijt van de monopolisee ring zal trekken, de zaak geen voort gang zal hebben. Men heeft dus nu te verbeiden, wat het advies dor onder leiding ybü mr. O. Tak, den procureur-generaal by den Hoogen Raad, aan het werk getogen com- missiën als haar oordeel zullen doen kennen. En nadat minister Posthuma zyn plannen met de Export Centrale bad ontvouwd; had verklaard, hoe de Regeering meende in deze vry en _Ja, en wat ze gaan doen", ant woordde hy. Ik zag, dat hy zyn revolver in zyn hand had. Het hoefgetrappel kwam dichter en dichter by. Da maan scheen helder en verlichtte den geheelen weg. De grond was hardwy hadden hierdoor geen sporen achtergelaten. „Daar komen zy", fluisterde Sapt. „Het is de hertog 1" „Dat dacht ik wel", antwoordde hy, Het was de hertogmet hem was een flinke knaap dien ik kende, en die later ook raden had my te kennen Max Holf, een broeder vanJohan en zelf ook ïyf bediende van zyue Hoogheid, zy warsn nu dicht bij ons; de hertog bleef stilstaan. Ik zag, dat Sapt zyn vinger op den trekker legde. Ik geloof zeker, dat hij wel tien jaar van zyn leven had willen geven, ala hy had mogen schieten; en hy kon zwarten Michael zoo zeker raken, als ik een schuurdeur raken kan op tien pas afstand. Ik legde myn hand op zyn arm. Hy knikte geruststellend; hjj kon zyn neiging altyd aan zyn plicht opofferen. „Waarheen!?" vroeg Zwarte Michael. „Naar het kasteel, Hoogheid", stelde .zyn gezel voor. Daar zullen wy de waarheid hooren." De hertog aarzelde een oogenblik. „Ik meende paarden te hebben gehoord", zeide hy. „Ik geloof het niet, Hoogheid." „Waarom zouden wy niet naar het jachthuis gaan." „Ik ben bang voor een valstrik. onafhankelijk van de Staten Generaal te kunnen haudelenwerd de motie- Van Houten gaboron, met algsmeene stemmen door de Eerste Kamer aanvaard, waarby van de Regee ring voor de stichting der Export Centrale eene speciale wet werd gevraagd, opdat beide takken der Volksvertegenwoordiging de zaak nog eens eerst deugdelijk kan worden gewikt en gewogen. Be Regeering zwichtte voor dien wensch, en de „speciale wet" la reeds vernam men - in bewerking. Torwyi er wordt bygevoegd, dat de Export- Centrale „weinig Invloed" op de N. O. T. zal hebben uit te oefenen. Intusschon biyft de vraag bovenal van urgentie, óf de „speciale wet" inderdaad het Staatsblad zal bereiken? Wie naleest wat over minister Pos- tbuma's plannen in deze in Senaat de vorige week is gezegd, zal er ni3t licht toe komen dunkt me zoo om die vraag spoedig beves tigend te beantwoorden IIntus- sehen, - het „hoilige moeten", dat in deze dagen wonderen bereikt, zou op gegeven oogen blikken krachtiger kunnen zyn dan ook de hardnekkigste senatoriale tegenkanting. Ons Parlement verdient warme hulde voor den ongekenden spoed, waarmée het de dividend- en tan tième belasting, alsmede de wyziging Inkomstenbelasting, heeft afgedaan. En niemand zal durven ontkennen, dat minister Treub daarby blijk gaf van een zin tot toenadering, mede werking, zooals misschien weinigen zich van hem zullen gedacht hebben. Wat de naaste toekomst nu, met betrekking tot onze binnenlandsch9 politiek, zal te aanschouwen geven: 't is ni6t gemakkeUjk er een voor spelling aan te wagen. Overalgisting, woeling, evolutie, overgang. Verwy- dering tuaschen de vryz.-democraten en de beide andere fractiën der Vrijzinnige Concentratie, terwijl (na het bedanken van mr. Rink) de 76jarige oud-minister mr. E. van Raalte in de plaats van Staatsraad De Meester chef is geworden van do Tweede Kamer-club der Unie-Ilbe- ralen. Zoowel Senaat als Parlement hebben vóór Pinksteren 1917, eind Mei, nog oen dikken'Stapel arbeid af todoen; ons Hoogerhuis o.a. nog...de Indi sche Begrooting voor 1917. En daarna 1?Als de Grondwets revisie dan eindeiyk de Kroon ter bekrachtiging kan worden aange boden? Zal dan volgens den geest onzer Grondwet, de Binnenhofsche staatsmachine stop worden gozet om Vorst Kiezer het woord te laten? Lykfc wel zeer waarschyniyk, maar wij leven nu eenmaal weten we allen - in de periode der „onbe grensde mogeiykheden 1" 't Is nu lento geworden. Op Prin- ssedag; toen do Erfgenamo der Nederlaudsche Kroon acht jaar oud werd en voor de derde maal de 80ste April zonder uiteriyk foest- vertoon voorbijging, is bet echte voorjaar geboren. Tot grenzelooza blijdschap van de duizenden in den lande, dio zuchten onder gebrek aan kolen. Ea schier tegelyker-tyd werd van de regeerings besluiten kond gedaan, rantaoeneering van kolen en van petroleum voorschrijvend. Dat Exe. Posthuma hier „achter de ge beurtenissen" na is gekomen 'tzou niot billijk zyn dit ncêr te schrijven. Dat 't eens biydo verrassing ware geweest, had men or iets eerder mee kunnen komen: dit zal toch wel geoorloofd zyn, oven aan te stippen Be lente ia dan gekomen en wy hopen, dat men hier niet met een „windei" zal te maken hebben, van welke min aangename soort men in deze dagen nogal eens hoort. Er is stemming van hoop op rade ronden vrede. Is zij gegrond? Het Congres der vrouwen, voor duur- zaaien vrede belegd in de Hofstad, nam eene motie aan, spoedig beëin diging van de menschenslachting wen- schend, alsmede „algemeene samen werking van mannen en vrouwen in alle landen", opdat herhaling van de wereldramp, in Augustus 1914 over do menschheid gekomen, „onmogelijk" zij. Zoowel in de landen der oorlog voerenden als in die der neutralen wordt die wensch door allen gevoed. Zal ze worden verwezenjykt voordat de eindelooze jammer van een oorlogswSnter-1017 onvormydelljk zal worden Zelfs in de gelederen van heD, die tot kort geleden zeer pessi mistisch gestemd waren is nu niemand kan 't in ernst betwisten eens meer-rooskleurige stemming. Geve God, dat de verwachting, di9 ona de beproevingen van dezen tyd lichter doet dragen, ditmaal niot zal verijdeld worden, - geiyk sinds het najaar van '14 zóó dikwijls helaas 't geval is geweest I Mr, Ameine. BINNENLAND. Da bommenaanslag op Zierikzee. Het Ned. Corr. bureau meldt: Uit het onderzoek van de over- blyfsolen der bommen, in den nacbt van 29 en 30 April j.1, op Zierikzee geworpen, is gebleken, dat deze in vorm en materiaal volkomen over eenstemmen met de overbiy'faelen der bommen uit een Britach vlieg tuig in den nacht van 8 op 9 Aug. 1915 opCadzand neergekomen. Eenige te Zierikzee gevonden scherven dra gen Britsche merken. Zeppelin beven ons leed. Donderdagmorgen omstreeks 8.80 passeerde te Stadskanaal een Zeppelin „L. 44", komende uit het Westen en stevende in Oostelijke richting. Hoewel de hemel waa bedekt met lichte nevelwolken, kwam het lucht schip af en toe in het zonnelicht. De bevolking liep uit op het geraas van de zware motoren, welke de geheele omgeving deden dreunen. Ook ta Winschoten werd het lucht schip waargenomen. Da „Noordzee" getorpedeerd. Donderdagmorgen werden te Helle- voetsluis per torpedo'&oot aangebracht de vier opvarenden vau de Ned. zeetjalk „Noordzee", kapitein Visser van Groningen, welke Dinsdag uit den Waterweg was vertrokken met bestemming naar H&vro en die Woensdagmiddag in de Noordzee door een Duitsche duikboot tot zinken is gebracht. Kapitein Visser is eenigs- zins aan den arm verwond. Do „WoBtlaod". De atoomtreiler „Frohn I Y.M. 98" heeft te IJmuiden de volledige bo- manning aangebracht van den nieu wen Nederlandachen atoomtreiler jWestland Y.M. 182", welke Woens dagavond 7 uur 80, by Terschelling, op den eersten reis zonder waar schuwing in den grond is geboord. Onder de bemanning is één gewende. De correspondent van het „H,blad" vernam hieromtrent nader: Woensdagavond halfnegen lag men op 53 gr. 47 min. Noorderbreedte en 4 gr. 21 min. Oosterlengte, dus buiten hot verboden gebied, te visscheD. Juist was het net opgehaald en de bemanning bozig den zak tc openen om de visch op dek te brengen, toen een granaatschot 25 metor achter het schip terecht kwam. Men schrikte op, doch zag door de buiige lucht niets. Een tweede schok sloeg do Bloomwinch aan stukken, een derde nam den schoorsteen mede en een vierde, welke dadelyk daarop volgde, sloeg door do machinekamer. Daar warende le machinist en de tremmer, welke laatste zich op bloote voeten ee mot ontbloot bovenlijf naar het dek spoedde. De schoten volgden elkaDdor als razenden op. Door de brug, welke juist door den schipper verlaten waa, kwam een granaat, die alles tot splinters sloeg. Hot leek wel of het kanonvuur steeds meer naar het achterschip gericht werd, want één der volgende granaten ging door de kombui», waarby de stuurman en de stoker Van dor Spek togen hst dok geslagen werden. Eerstgenoemde bleef onge deerd, doch laatstgenoemde werd door een granaatscherf aan hst hoofd verwond. Terwijl do bemanning met alle inspanning de boot buiten boord bracht, was zy het doel yan eene hevige beschieting. Ban schot ging door de scheepsboet heen, zoodat 2y dadelijk by het te water komen zich met water vulde. Toen de mongchsn in de boot gingen, hield het schieten even op, om daarna met hevige woede te worden herhaald, zoodra de menschen in de richting van de duikboot gingen. Een schot kwam niet ver van de boot in het water terecht. De ontvangst van den schipper Als alles goed is, waarom zouden wy dan naar het jachthuis gaan? En zoo niet, is 't des te gewaagder." Plotseling begon hot paard van den hertog te hinniken. In een oogwenk hadden wij onze mantels over de koppen onzer paarden gegooid, en richtten wij onzo revolvers op den hertog en zyn knecht. Zoo zy ons zouden zien, zouden zy gedood of onze gevan jenen zyn geweest. Michael wachtte nog een oogenblik, toen ri3p hy: „Naar Zenda, dan", on zyn paard de sporen gevende, galoppeerde hy weg. Sapt legde zyn wapen op zyn rug aan en er was zulk een uitdrukking van spyt op zyn gelaat, dat ik moeite had niet in lachen uit te barsten. Wy bleven nog ongeveer tien mi nuten, waar wy waren. „Ge ziet, dat ze hem bericht hebben, dat alles in orde was." „Wat zou dat beteekenen?" vroeg ik. „God W66t het", zeide Sapt. „Maar het 13 voor hem toch een groot raadsel." Toen stegen wy op en reden zoo snel als onze paarden konden. Ge durende deze laatste acht myien spraken wy geen woord meer. Onze gedachten waren vol vermoedens. „Alles is in orde." Wat moest dat beteekenen? Zou het met den koning wel goed zyn? ELndelyk zagen wy bet jachthuis. Onze paarden tot een laatste galop aansporende, reden wy naar het hek. Alles was stil en rustig. Niemand kwam ons te gemoot. Wy stegen snel af. Plotseling greep Sapt my bij den arm. „Zie eens", zei hy naar den grond wyzende. Ik keek. Voor myne voeten lagen vyf of zes gescheurde en verfrommel- do zyden zakdoeken. Ik keek hem vragend aan. „Daarmee heb ik de oude vrouw vastgebonden", zei hy. „Maak de paarden vast en kom mee." Do deur ging dadelyk 'open. Wy kwamen in de kamer waar wy den vorigen avond gedineerd hadden. Die was nog bezaaid met de overbiyfselen van ons diner en met de noodige ledige flesschen. „Kom toch", schreeuwde Sapt, wiens verwonderiyke kalmte nu byna geheel verdwenen was. Wy gingen door de gang naar den kelder. De deur van den kolenkelder was wyd 'open. „Zy hebben de oude vrouw gevon den", zei ik. „Dat hadt ge wel uit de zakdoeken kunnen opmaken", was het ant woord. Toen kwamen wy aan de deur van den wyokelder. Die was gesloten. Zij zag er in alle opzichten nog hetzelfde uit, ala toen wy ze dien morgen sloten. „Het is gelukkig toch in orde", zei ik. Een luide vloek ontsnapte aan Sapt's mond. Zijn gelaat werd doods was op de duikboot verre van vrien deiyk. Of hy al beweerde dat hy pas eene peiliDg gedaau had en zich in b6t vryo gebied ophield, niets hielp. De cemmaadant spreidde een kaart uit en wees de plaats aan, waar men zich ophield. Deze plaats verschilde aanmerkelijk met de peiling van den schipper, dech de commandant had natuurlek als de sterkste geiyk. Ook Me mededeeling van schipper Pronk, dat het schip juist van de werf kwam, kon den commandant niet vermurwen. Naar zijne meening meesten die nieuwe schepen juist weggeruimd worden. De visschers kregen tien minuten om het schip te verlaten, en om de zaak te bespoedigen (want de Duit- schers schenen buitengewone haast te hebbea) werd de acheepsboot naar den trawler teruggebracht. De men- schen waren nauwelijks op hun schip of er werd geroepen dat ze moesten afmaken want men had nog maar vyf minuten over. Deze laatste mede deeling ging gepaard met het op steken van vijf vingers. Ze vreesden zeker dat de visschers het anders niet verstonden. Dat er van medenemen van veel bezittingen geen sprake kon zijn op deze wyze laat zich gemakkelijk be grijpen. Men had zeis geen tyd yoor den halfnaakten tremmer kleeren te pakken, zoodat by om zich te dekken van den één een hemd en van een ander kousen kreeg. Een zakdoek werd gepromoveerd tot hoofddeksel. Zoo roeide men weg. Men zag inmiddels dat de duikboot langszijde kwam te liggen en de marineschepelingen als hongerige leeuwen letteriyk en figuurlijk gesproken op hun prooi aanvielen. Zij zagen er allen slecht uit en waren misschien hiyde weer eens iets te eten te krygen. Want de visschers zagen ze met visch en proviand op de duikboot terugkeeren. Ook de koperen voorwerpen, welke uit den aard der zaak op het nieuwe en dus flink uitgeruste schip waren, werden schynbaar niet versmaad. Z9 ver wisselden ten minste spoedig van eigenaar. Het laatst kwamen twee machi nisten uit de machinekamer na aldaar vermoedelijk een paar bommen te hebben opgehangen. Nauweiyks waren deze laatste twee weer op de duik boot overgekomen, of ze stoomde langzaam achteruit. Na eenige mi nuten werd een zware knal gehoord. De zee werd torenhcog opgezwiept, één stoommaasaen de nieuwe „Westlaud" verhuisde met de kost bare vischvangst naar den bodem der zee. Op de duikboot keek men naar de Nederlanders niet meer om en liet ze aan hun lot over. Men verdween even geheimzinnig als men waa gekomen. Zoo gingen de arme visschers den donkeren nacht tegemoet in hoop en vreeze of men gered zou worden. Gelukkig was de boot goed uitgerust en kon men tenminste van eenige dagen proviand verzekerd zijn. Het ergste was het indringende water, dat zieh een weg baande door het door het granaatachot ontstane gat. Met klompen en schoenen hoosde men het water uit. Donderdagmorgen ontdekte één der inzittenden, een knaap van nauwe iyks vyfiien jaren, het eerst een lichtje aan den horizon, dat steeds naderde. Waar een licht is, moet een schip zyn, dachten ds visschers j en werden zy reeds zoo biyde en opgewonden dat de sehipper hen tot kalmte moeBt aanmanen, wilde men niet met de boot omslaan. Men moest de aandacht van het schip trekken en begon met op den misthoorn te biazeD. Ja, zelfs begon met „hoerah" te roepon. De klanken van dezen juichtoon drongen hot verste door. De naderende trawler waa de „Frohn", die de schipbreukelingen gelukkig opmerkte door hun ge schreeuw en het liefderyk overnam. D8 reis naar IJmuiden werd spoe dig vervolgd. Het ging als esn loopend vuurtje door het dorp, dat de mooie nieuwe trawler, welke de vorige weok nog het onderwerp van veel be kijks was, thans op den zeebodem lag. Dat de opmerkingen aan het adres van den duikbootcommandant niet van de beleefdste waven, laat zich begriipen. Vooral toen men het hoofd van den stoker zag, of liever niet zag, want het zat geheel in het verband. De indruk was dermate dat de bemanning van den stoomtrawler „Adriatic", welke juist op het punt van varen lag, pertinent weigerde thans in zee te steken. De reedery van de „Westland" verliest haar tweede schip door de oorlogsomstandigheden. Haar eerste schip was de „Rynland", die met man en muis weg bleef, vermoedelijk door het stooten op een myn. □e duikbooten in onze vlsscherlj. De „Nieuwe Crt." schryft: Visschers, in de laatste dagen te IJmuiden binnengekomen, maken gewag van ontmoetingen met duik- bootcommandanten, die na hun schip te hebben aangehouden en ter dood veroordeeld, zich lieten bewegen om de mogelijkheid eener vergissing in de opneming te erkennen. Eén nam zelfs het door den schipper opgegeven bestek in plaats van het zyne als het werkeiyke aan 1 Een and9r toekende de juiste grens van de vrije vaargeul van de kaart van den schipper op zyn eigen scbeepskaarten. Wij verheugen ons natuuriyk over deze biyken van redelijkheid en menscheiykheid van .duikbootcom- raandanten van het tegenoverge stelde zyn er aan onze scheepvaart meer bekend en hopen, dat ze in het schrikbewind over de Noordzee op een verbetering duiden, waaraan de Duitsche regeering niet vreemd is. Echter indien het laatstvermelde geval waarheid bevat, n.1. dat een duikbootcommandant niet in het bezit was van een kaart, waarop de grens van het voor de neutrale scheepvaart „veilige" gebied nauwkeurig was aangeteekend, maar dat hy die grens vau een Nederlandachen schipper moest overnemen, dan zou er voor onze regeering alle reden zyn tot protest en verzoek om onmiddeliyke voorziening en wy hopen daarom, dat zy naar liet geval onderzoek zal doen (naam van het visschersvaartuig ón den schipper zijn ons bekend.) De allerminste voorzorg die van het Duitsche Marine Amt en van de Duit sche regeering kan worden geëischt, is toch wel, dat de duikbooten die opdracht hebben om binnen zeker gebied alles te vernielen wat zy tegen komen, precies worden geïnstrueerd omtrent de grenzen, door hun over heid zelve voor dat gebied vastgesteld. Verkeer met Engeland. In het Engel8ch Lagerhuis heeft Macnamara in antwoord op een vraag gezegd: H6t ia niet juist, dat de nieuwe stoombootdionst van Neder land naar Southwold door een rege ling tot stand is gekomen. Wy zyn natuuriyk geen party geweost by een regeling met de Duitsche regee ring. De Engel3che regeering heeft al leen toestemming gegeven aan de Nederlandsche regesricg om voor een beperkt aantal reizen een stoom schip te zenden, ten einde eenige Nederlandsche passagiers en zeelie den die in Engeland „gestrand" zyn, te halen. Vracht of post zal in geen van beide richtingen worden vervoerd en ook geen passagiers van Nederland naar Engeland. Splnazlt. De eerste voortbrengselen van den kouden grond beginnen thans aan de markt te komen. Blyft het warme wader aanhouden vooral wanneer het afgewisseld wordt met een regen buitje dan is er spoedig een groo te aanvoer te wachten. Esn regeling is in voorbereiding waarby een be- hooriyk pereentage van de spinazie van den kouden grond voor het bin nenland gereserveerd wordt. Uitvoer van nuohtere kalvaraa. De afgeloopen week zyn te Hoek van Holland voor export naar B«lgiö en Engeland ruim 6600 nuchtere kalveren geslacht. Da nood in Oultsohland. Woeusdag kwam te Oldenzaal aan een Duitscher, die, afgekeurd voor den militairen dienst, in overleg met zyn vrouw, wegens ongekend gebrek, zyn woonplaats Essen had verlaten om hier werk te zoeken en daarna vrouw en kinderen naar hier te laten komen. Daar hy echter geen paspoort bezat, zal hij we9r over de grenzen worden gebracht. Hy deelde nog mede, dat hy by een digloon van minstens 16 Mark, toch nog met zijn 'gezin grcot gebrek had moeten lijden. bleek en hy wees opnieuw naar den grond. Een roode plas liep van onder de deur tofc daar waar wy stonden. Sapt viel togen den muur. Ik trachtte de deur te openen. Ze was echter gesloten. „Waar ia Joseph", mompelde Sapt. „Waar is de koning antwoordde ik. Sapt haalde een flesch voor den dag en nam een stevigen slok. Ik ging terug naar de eetkamer en haalde een pook, welke by den schoorsteen stond. Vol schrik en op winding behamerde ik daarmee het slot van de deur, waar ik ook een paar patronen op afschoot, zy gaf toe, en sprong eindelyk open. „Geef my licht", zei ikmaar Sapt lag nog immer tegen den muur. Hy was, natuuriyk, meer geroerd dan ik, want hy hield van zyn koning. Bang voor zich zelf was hy niet niemand heeft hem ooit bevreesd gezien; maar er aan te moeten denken, wat daar in dien kelder kon liggen, was meer dan genoeg, om iemand van schrik te doen verbleeken. Ik ging daarom zelf licht halen en nam een zilveren kandelaar van de eettafel, welken ik aanstak. Toen ik terugkeerde, voelde ik de heete was op mijn hand druipen. Ik kon dus kolonel Sapt niet hard vallen om zyne verslagenheid. Ik kwam aan de kelderdeur. Ik ging ongeveer twee meter naar binnen, en hield toen den kandelaar boven myn hoofd. Ik zag vakken vol TOPt wHrfteosc^tV TV 79T «0;TV kruipen over de muren. En toen zag ik, verborgen in een hoek, het lichaam van een man, plat op zyn rug lig gende, met uitgestrekte armen en een roode plek aan zyn keel. Ik ging naar hem toe en knielde by hem neer. Ik beval daarna God de ziel van een geloovig man aan. Want het was het lichaam van Joseph, die gevallen waa by de verdediging van zyn koning. Ik voelde een hand op mijn schou ders, en opziende, zag ik Sapt my met verschrikte oogen aanstaren. „De koning? Myn God, de Koning", snikte hy heesch. Ik belichtte met den kandelaar eiken decimeter van den kelder. „De koning is hier niet" zei ik. HOOFDSTUK Vü. Zyne Majesteit slaapt in Strelsau. Ik sloeg myn arm em Sapt heen en droeg hem uit den kelder, meteen de nu wankelende deur achter my sluitende. Ongeveer tien minuten zaten wy zwijgend in de eetkamer. Toen richtte de oude Sapt zich flink op, haalde eens diep adem, en was daarna weer de oude. Het waa onge veer een uur. Met een verwensching tegen Zwar ten Michael, zeide hij „Zij hebben den koning In hun macht." „Ja", zei ik. „Alles is in orde, "V- bo*'u! 'b 61 Ingesonden Mededeellng. Nelder. Café-Restaurant. Telefoon Intoro. 49. Vergaderzalen disponibel. Wl LH E LM IN A-BILLARD. Bewona consumptieprijzen. Dinars worden san huls bezorgd. Mijnen. Donderdagmiddag werd tusschen Egmond en Petten een der. aange spoelde mynen onder leiding van zeeofficieren tot zinken gebracht. Nadat de noodige maatregelen daartoe waren genomen, kwam by het ontsteken van het ontploffingsmiddel groote gryze wolk uit de mijn, even daarna gevolgd door een harden slag. Men dacht dat de zaak mislukt was en alleen de dynamietpatronen ontploft waren. Na eenigen tyd gingen de officieren dan ook weer naar do myn toe, doch plotseling bleven zy stil staan. De myn stond toen in brand terwyi de vlammen er een paar meter hoog uitsloegen. Men meende nu dat de myn gewoon leeg zou branden, doch eenige oogenblikken later ontstond een geweldige rookkolom, gevolgd door een krachtige ontploffing. Een Stuk gloeiend yzer van pl.m. 1 K.G. kwam terecht op het dak van de conversatiezaal van het hotel Bergen-Nassau. Het stuk was door de mastiekbedekking heen geslagen en pl.m. 4 c.M. in het hout gedreven. Diefstal een aan postzak. De rechtbank te 's Gravenhage ver oordeelde den Haagschen brievenbe steller O. Belles en M. G. v. d. Poel, oud-hulpbesteller der poiteryen, wo nende te Voorburg, en P. Hendriks, smid te 's Gravenhage, den eersten wegens diefstal van een postzak met aangeteekende stukken op het perron van den Holl. IJzeren Spoorweg te 's Gravenhage, en de beide anderen wegens heling van zich in dien post zak bevindende gelden in geldswaar den, resp. tot 1} jaar, IJ jaar en 1 jaar gevangenisstraf, voor den eer sten en den tweeden met aftrek van 2 maanden preventieve hechtenis. Ingezonden mededeellng. maakt u getond. Als GIJ verschynselen van nier zwakte hebt, zooals waterstoornissen, onzuiver bloed, rheumatiek, iscbias, spit, niergruis of -steen, rugpijn of onnatuurlyke vermoeidheid, beproef dan da nieuwe Toster's methode Geef rust aan uw gestel door minder vleesch, thee, koffie of opwekkende middelen van welken aard ook te ge bruiken, en drink meer water en meer melk. Vermyd te veel inspanning en zorgen. Geniet meer frissehe lucht, slaap en lichaamsoefening in de bui tenlucht. Breek onmiddeliyk met alle twijfelachtige gewoonten. Deze verstandige methode is goed voor elk, maar men kan natuuriyk niet verwachten, dat de nierzwakte zonder verdere hulp verdwijnt. Zieke nieren vereischen behalve zorg een niergeneesmiddel. Mochten uw nieren verzwakt zijn of worden, herinner u dan Foster's Rugpyn Nieren Pillen, het speciale geneesmiddel dat de nieren regelt zooals laxeermiddelen de ingewanden regelen. Foster's Pillen en Foster's Betere Gezondheid methode passen allen -*• mannen en vrouwen, oud en jong die reden hebben om hun nieren te verdenken. Wacht u voor namaak, elke echte doos draagt de handteekening van James Foater. Foster's Rugpyn Nieren Pillen zyn (te den Helder verkrijgb. by Alb. ten Klooster, KeizerBtr. 93. Toezending geschiedt franco na ontv. v. postwissel k f 1.75 p. doos of f 10.— p. zes doozen. (42) Zwarte Michael ontvangen heeft. Wat moet dat een vreemd oogenblik voor hem geweest zyn, toen van morgen de saluutschoten den koning verwelkomden. Ik zou wel willen weten, wanneer hy dat bericht ont vangen heeft.", „Die boodschap moet hem van morgen vroeg toegezonden zijn", zei Sapt. „En nog wel, voordat het be richt Uwer aankomBt to Strelsau Zenda bereikte. Ik neem aan, dat hot bericht uit Zenda kwam." „En zy hebben hem nu al den geheelen dag in handen", riep ik uit. „Waarachtig, ik ben niet de eenige man, die vandaag een zwaren dag achter den rug heeft. Wat zou hy gedacht hebben, Sapt?" „Wat komt dat er op aanl Wat zou hy nu denken, dat is heel wat anders." Ik ging staan. „Wy moeten direct terug", zei ik, „en alle soldaten van Strelsau op roepen wy moeten voor den middag reeds Zwarten Michael achterna." De oude Sapt stopte zyn pyp, en ontstak deze zorgvuldig aan den kandelaar, die nu op tafel brandde. „Terwyi wy hier zitten, kan de koning vermoord zyn!" drong ik verder. Sapt rookte eenige oogenblikken zonder iets te zeggen. „Dat vervloekte oude wyfl" brak hy los. „Zy moet op een of andere manier hunne opmerkzaamheid heb ben weten te trekken. Ik doorzie het j-l as (W v c

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1917 | | pagina 1