HELDERSCHE COURANT
i
DE OORLOG.
No. 4801
DONDERDAG 12 JULI 1917
4ge JAARGANG
Op pagina 4 van djt blad la
opgenomen
Sport, Ingazondtn, Uit don omtrok,
Feuilleton, onz.
DE WEEK.
10 Juli.
„Aio straks, naar wy hopen binnen
niet te langen tijd, de vrede zal zyn
hersteld" aldus president Fock na
z|jn jongste installatie en huldiging
door nestor De Savornin Lohman
„zal alles moeten worden in het werk
gesteld om zoo spoedig mogelijk terug
te keeren tot normale toestanden, en
dan zullen ook de Staten-Generaal
niet slechts op economisch, maar op
allerlei gebied een krachtige mede
werking moeten verleenen". En voorts:
„Deze Kamer zal zich niet kunnen
bepalen tot het behandelen der grond-
wets-voorstellen, maar zij zal boven
dien den tijd, die haar gelaten zal
worden, hebben te besteden om te
behandelen financieels onderwerpen
en onderwerpen van allerlei anderen
aard, die in de zoogenaamde neutrale
zöne liggen en waarvan het nu meer
dan ooit gewenscht ia dat z(j tot een
beslissing worden gebracht." De
Kamer met haar korten levensduur
en nog schatrijken arbeids-voorraad
"begon weet men met hetont-
werp-Hooger Landbou wonder wijs „uit
te schakelen", uit te stellen tot den
herfst.,Tegenover het warm-agrarisch
pleidooi van den heer Teenstra kwam
de heer Lohman herinneren, dat 't
hier niet slechts gaat om de kwestie
„Utrecht of Wageningen", maar
dat de geheele vraag, of eene inrich
ting voor Hooger Landbou w-onderwija
noodig is, daarbij aan de orde komt.
't Is waar, voor het oogenblik
heeft het stralende zomerweör plaats
gemaakt voor storm- en regenvlagen.
De landbouw dorstte naar hemels-
water en de profetie van eenleepen
Yankee-speculant, dat 't met den regen
op aarde nu wel uit zou wezen, is
met verrassende snelheid gelogen
straft. Thans rest de vraag, in
verband met de eischen van den hooi
bouw, - of men met „het goede"
niet al te kwistig bedeeld wordt.
't Ia voor het oogenblik géén va
cantie-wedr, maar toch zou 't onbe
gonnen werk wezen om te pogen in
Augustus het „quorum" het
minimum van 51 leden des Parlementa-
bijeen te houden. Vermoedelijk van
17 Juli a.s. tot eind dezer maand zal
ons Lagerhuis dus het kunststuk, de
wondertoer moeten vertoonen om be
halve het ontwerp Export Centrale
nog 't een en ander (o.a. de princi
pieels beslissing betreffende de te be
stelden drie onderzeöera en de Indische
50 mlllioen-leening J) in een paar
weken tijda af te werken.
Een voorbeeld van snel arbeiden, in
vlug tempo de zaken behandelen
en welk gewichtig aandeel daarbij de
energieke hand van praesesFock heeft
is nog pas door neBtor Lohman in
zoo enthuaiaste taal verduidelijkt
gaf de Tweede Kamer bij de behan
deling der interpellatie n-Rutgera en
-Van den Tempel over de thans ge
lukkig ook al weer tot het verleden
behoorende „aardappel onlusten" en
wat daarmee in verband staat.
Da lintwurm motie-Van den Tempel
c.3. is „zwemmende" gebleven. Maar
het op 7 Juli j.1. gevoerd debat heeft
dit groote nut gehad, dat voor ons
volk in ruimen kring nu toch duide
lijk is geworden, met welke moeie
lijkheden de Regeering in dezen tijd
dagelijks beeft te worstelen.
Het bekende „pas d'argent, pas de
Suisses", uit vroeger kan hier, mu-
tatis mutandis, worden het: „Geen
aardappeltjes, geen kolen I" ons
door den oostelijken buurman toege
roepen. Terwijl mr. John Buil ons
voor de keuze stelt om ook hém 25
pet. van onzen voorraad te zenden
of voor pro-DuItsch, dus niet neutraal
te worden aangezien.] Heerlijk alter
natief!.... zeker, onze Regeering
verkeert in een uitermate lastig parket.
Dat heeft minister Posthuma op hel
dere, eerlijke, bevattelijke wijze den
7n j.1. verduidelijkt. Maar tevens is
voor de zooveelste maal gebleken,
hoezeer op onze bureaucraten de schuld
rust, drukt, dat zij Jan Publiek niet
genoeg voorlichten. Burgemeester
Bergsma, van Enschedé, heeft dezer
dagen een prachtig voorbeeld ge
schonken van dien zin om toe te
lichtenzoodat niemand meer omtrent
het „waarom" in 't duister tast, de
reden, den grond, voor allerlei maat
regelen, van hoogerhand getroffen.
Dat is de weg!... Jan Publiek, in
Nederland, leest over 't alg
slecht, oppervlakkig of in 't geheel niet.
De goeden natuurlijk niet te na ge
sproken, maar de Overheid moet heer
Jan leeren begrijpen, en zich
niet stellen op een Olympische hoogte
of zich hullen in een waas van ge
heimzinnigheid. Het „wat de heeren
wijzen, moeten de burgers prijzen",
ging er te onzent toch nooit recht
in. En voor „burgers" werd weet
men ook wel eens een ander woord
gekozen. Maar in deze dagen is deze
stelregel zeer zeker een antikwltelt
geworden, tot de groep der „curiosa"
behoorend.
Slechts door openhartiger mededeel
zaamheid kan op den duur het drijven,
stoken van allerlei lugubre elementen
worden ontzenuwd.
Vóór het Augustus-recès wacht ons
dus nog een periode van „stevig aan
pakken". En wie daaraan hun krach
ten zullen wijden in 'slands Ver
gaderzaal, niet de nestor uitZutfen,
de 82-jarige Lieftinck, te Haarlem
overleden. Zeker, - men zal hem
missen in de Kamer, den tot voor
zéér korten tijd nog zoo stevigen,
robusten, levenslustigen grijsaard,
wiens stoffelijk overschot den Hen
Juli aan het eerste Nederlandsche
crematorium zou worden overgele
verd. Het woord, dat wijlen Lieftinck
„aan leegte zal achterlaten" 't is
geen banaliteit, geen holle en niets
zeggende term.
Hij was strijdvaardig, de nestor,
maar een „coeur d'or", een nobele
kerel, ook in 't heetst van den
politieken kamp. Er ging stuwkracht
van hem uit, en de Kamer liet zich
veel van den oolyken senex welge
vallen, omdat zij, in haar geheel,
echte en warme sympathie gevoelde
voor den Kapperniaan, die steedBde
mooie leer gehoorzaamde, dat men
ook tegenover den felsten tegen
stander den eerbied zoowel voor dien
politieken vijand als voor zichzelf
nooit uit 't oog mag verliezen.
Wij hebben nu den lOO.OOOen Zon
dag sinds den aanvang der Christe
lijke jaartelling achter den rug en
nog steeds zijn we buiten den grooten
brand gebleven, lijkt onze internatio
nale positie zelfs tamelijk gerust
stellend. Dat na de „Amstelland" de
„Beste vair" door de berucht© zee
monsters werd getorpedeerd, bij welk
laatste geval enkele menschen het
leven moesten laten't wekt zelfs
[een ontroering meer buiten den
tring der vrienden en verwanten
van de slachtoffers. De pogingen om
de „dichtgegooide sloot", om met
minister Posthuma te spreken, de
onveilig geworden, vroeger te bevaren
Noordzee geul weer door Engeland te
doen „opruimen": ze zijn nog niet
door succes bekroond. En wij hebben
slechts te dragen, te dulden, te be
rusten.
In afwachting van de stormen, die
nadat de Revisie-ontwerpen, thans
weer by de Kamer ingediend, kracht
van wet zullen hebben gekregen
in de politieke Patria-atmosfeer zullen
worden ontketend, is 't nu nagenoeg
bladstil. De Raadsverkiezingen in den
lande gingen voorby in het teeken
van „laten zitten". Slechts werd 't
nogmaals duideiyk, hoezeer de Wijn
koop-groep, die van de S. D. P., in
getalsterkte toeneemt. Zoodat het
vooruitzicht, dat zij in het Parlement,
dat vroegzomer-1918 zal worden ge
boren, haar intrée zal doen, vrywel
zekerheid is geworden. Wat de E. V.
verder aan verrassingen zal baren,
- wy hebben 't te verwachten. In
„de schaduw der Hofstad", het half-
landeiyke Rijswijk, kwam met Hen-
ri ter Hall de eerste vertegenwoordiger
van Plankenland in een Raad der
Yroeden. 't Kan een „omen", een
voorteeken zyn. En waar kleinere
groepen hun belangen straks in de
▼ertegenwoordigingzelfstandig zullen
kunnen verdedigen, daar mag Planken-
land stellig niet vergeten worden.
Trouwens, de Kunst had al sinds
lang een woordvoerder in 's landa
Raadszaal behooren te bezitten. Wy
staan aan den ingang van nieuwe
tyden. B. en W. der residentie stellen
voor, verlof te verleenen tot oprich
ting, -op de Haagsche Plaats, van een
standbeeld ter eere van Jan de Witt
En 't is niet aan te nemen, dat tegen
dkt denkbeeld oppositie van eenige
beteekenis zal worden gevoerd. Of
byaldien een halve eeuw geleden
dergeiyk voorstel ware gedaan het
met dezelfde gemoedeiyke instemming
zou zijn ontvangen ik durf de vraag
niet in bevestigenden zin beantwoor
den. Ik betwijfel zelfs ten zeerste
„Les idéés marchent"!Ondanks
alles is er toch vooruitgang. En het
besef daarvan moet ons troost schen
ken voor zooveel ellendigs en schrik
barends van deze troebele tijden 1
Mb. Antonio.
De afgeloopen Raads
verkiezingen.
De uitslag der j.1. gehouden Raads
verkiezing vertoont een zeer merk
waardig beeld, vergeleken met die
van 1915. Oogenschyniyk zeggen de
cyfers by de slechte opkomst van
dezen keer niet veel. Heel velen zullen
de cyfers, op sommige vryzinnigen
in 't byzonder, maar op alle aftre
dende vryzinnigen in 't algemeen
evenzeer hebben gefrappeerd als de
aanzieniyke daling van die der
rechtsche partyen.
Het kan niet ontkend, dat de cijfers
van alle verkiezingen de laatste jaren
een groei van de sociaal democraten
te zien gaven.
Deze groei werd verkregen ten
koste van alle partyen en allen waren
wy het er wel over eens, het meest
van de meerderheidspartijen, de vry
zinnigen.
In dit blad behoeft deze zaak niet
tot politieke beschouwingen te leiden,
ook is het onnoodig hier de oorzaken
van een en ander na te speuren, de
kwestie is voor den objectieven beoor-
deelaar evenzeer belangwekkend ge
noeg.
Want wie dezen gedachtengang had
en de vergeiykingen,'hierboven be
doeld, waarneemt, zal verbaasd staan
over de groote verschuivingen in de
laatste 2 jaren tot stand gekomen.
Men oordeele over het hieronder
volgend staatje
2"
Wanneer wij de daling der Coalitie
cyfers en de styging der Vryzinnigen
cyfers zien, dan kan men byna als
zeker aannemen, dat de laatsten, die
by de vorige verkiezingen steeds
daalden, thans een deel der coalitie
stemmen op zich hebben vereenigd en
zoodoende „bovenjan" is gekomen.
Wy Jaten daar, of deze groei ge
zond is, de objectieve beschouwer
houdt zich daarmede niet op.
Wie daaronder de styging der socia
listische stemmen ziet, welke eene
voortzetting is van het verschynsel
der laatste jaren en daartegenover
de daling der Christen Democratische
stemmen, kan zich al evenmin ont
veinzen, dat 't dezen laatsten demo-
cratischen linkervleugel van rechts
ook niet naar den vleeze gaat.
Een deel van hen ging over naar
rood en daarmede voltrekt zich
eenvoudig een zeer natuuriyk politiek
groeiproces.
Evenredige vertegenwoordiging vol
gens deze cyfers zou den Raad elgeniyk
aldus verdeelen dat verkregen: Vrij
zinnigen 7, Coalitie 3, Chr. Dem. 4
en S.D.A.P. 7 zetels.
Dit is voor de Vryzinnigen nog iets
te kort en de S.D.A.P. iets te veel,
maar toch lang geen heele zetel.
Waarom is nu deze uitslag zoo
buitengemeen belangwekkend? We
moeten nu toch even een weinig aan
politieke beschouwingen gaan doen.
Ieder is 't er over eens, dat de ont
wikkeling der maatschappy ook onze
gemeente niet voorby gaat en die is
nu eenmaal zoo, dat meer en meer
door en voor de arbeidersklasse een
beter deel van de maatschappelijke
opbrengst wordt geöischt.
In het gewone leven geschiedt dit
door de Vakvereenigingen direct tegen
over de werkgevers, maar in de ver
tegenwoordigende lichamen door de
politieke party, die uit en door de
opkomende arbeidersbeweging voort
kwam en van huis uit een eigen op
die beweging gebaseerd program had.
Daarom is het opkomen voor een
bepaalde klassse van de S.D.A.P. geen
kunstmatig iets; doch bet natuuriyk
gevolg van het feit dat alle andere
groepen hun verdedigers in die
lichamen hadden en hebben, meer zelfs
dan waarop zy krachtens hun aantal
wel recht hebben.
Elkeen voelt, dat door de uitbrei
ding van het kiesrecht een party als
de s.d.a.p. met zulk een program vat
op de massa had en noodwendig moeBt
groeien, zooalB wy dat de laatste tien
jaar hebben zien doen.
En dat meer en meer de andere
partyen er niet mee af waren, zich
al te uitsluitend met andere, alge-
meener, belangen te bemoeien, volgt
haast vanzelf.
Dit nu heeft tot wonderiybe ver-
scbyn8elen aanleiding gegeven. Men
heeft mannen democratisch zien doen,
waarin men nooit eenige democratie
bad bevroed. Men schold (en scheldt)
brave burgers voor „rood", omdat 2y
wel eens met de „rooden" meestem
men.
Soms is dit inderdaad een merkwaar
dig gezichtMag ik maar meteen
zeggen, dat de rechtsche partyen hier
in den Helder zich aan een dergeiyke
utiliteitspolitiek hebben bezondigd?
Ik denk er niet aan, hen dit ten
kwade te duiden. Integendeel, zy
hebben daardoor wel eens verbete
ringen voor de arbeidersklasse, niet
zonder belang, mede helpen tot stand
brengen.
Niet aan ons is het dus, hunne
houding af te keuren.
Maar eilacie, de cyfers in boven
staand staatje wyzen het uit. Hun
eigen vendel wordt hen om geen
andere reden dan deze, ontrouw en
loopt naar de minder „roode", meer
„behoudender", minder „democrati
sche", meer „in den geest der coalitie
handelende" vryzinnigen
Dat is een fatale tegenvaller. Zullen
de rechtsche leiders dit aldus ver
staan, dat zy voortaan, minder met
„rood" meö moeten doen?
Of zullen zy handhaven
Het eerste is misschien nuttiger,
het tweede flinker en tusschen deze
beide zaken, is een keuze zeer moeie-
iyk.
Wy verdiepen ons hier niet in,
omdat dit ons artikel noodeloos uit
voerig zou maken.
Maar de uitslag dezer verkiezing was
te merkwaardig, om er niet iets van
te zeggen. Buideiyk biykt daaruit
en om dit aan te toonen, was'tons,
eerlyk gezegd, te doen - dat hier
evenals elders, de scheidingsiyn in
het kiezerskorps meer en meer loopen
t tusschen conservatieven en demo
craten.
Helder, 7 Juli 1917. M.
Wy plaatsen dit artikel van onzen
medewerker M., doch stellen gaarne
ook aan anderen de gelegenheid open
deze zaak in ons blad te bespreken
en hun conclusién uit de stemmen-
cyfers te trekken.
Wy zyn b.v. van meening, dat de
styging der vryzinnige cyfers niet
alléén ia te danken aan de coalitie-
stemmen, doch voor een groot deel
ook aan die der christen democraten,
de party, die nu eens meer, dan weer
wat minder stemmen verkrygt, voor-
namelyk van hen, die meestal op
vryzinnige candidaten stemmen.
Evenredige vertegenwoordiging vol
gens de uitgebrachte stemmen by
deze verkiezing zou wel is waar
leiden tot een verdeeling der zetels,
waartoe de heer M. komt. Maar
er werden 2638 stemmen uitge
bracht, terwyi er 2302 kiezers thuis
bleven. Elke party kan op het oogen
blik deze niet uitgebrachte stemmen
grootendeels naar zich toe rekenen,
en pas nadat de „evenredige verte
genwoordiging" haar uitspraak heeft
gedaan, kan men bewyzen op hoeveel
zetels elke party recht heeft. Op het
oogenblik geldt nog de „helft plus één",
en deze regeling wordt helaas
nog altyd, en door elke party toegepast.
Red. „H. C."
De legerberichten
van 8 en 10 Juli.
Van het W e s t e 1 y k front.
Van Duitsche zyde wordt dd. 10
Juli gemeld, dat aanvallender Engel-
schen ten Z.W. van Hollebeke, ten
N.O. van Mesalnes en by Lens afge
slagen werden. Hetzelfde lot onder
gingen aanvallen der Franschen in
de streek van den Chemin des Dames,
ten Z. van Gourtecon en ten Z.O.
van Cerny.
De Fransche berichten geven aan
dat op verschillende punten van het
front de Duitschers tot den aanval
overgingen, o.a. in het gebied van de
Aisne en in den Elzas. Alle aanvallen
werden evenwel afgeslagen.
Ten O. van Oost Taveerne zyn de
Engelschen erin geslaagd hun linie
een weinig vooruit te brengen. Ver
der wordt melding gemaakt van
eenige overvallen, waarby een aantal
Duitschers gevangen genomen werd.
Overigens geen gebeurtenissen van
belang.
Van het O o s t o 1 y k front zetten
de Russen hunne aanvallen krachtig
voort, en komen zy langzaam voor
uit. Naar een bericht uit St. Peters
burg, dd. 9 Juli meldt, dat de Russen
artillerievoorbereiding op het front
van Jamnica tot Zagwods in de rich
ting van Dolinsk tot den aanval over
gingen.
Nadat zy de voornaamste vooruit
geschoven stellingen van den vyand
hadden ingedrukt, zijn de troepen al
worstelend voorwaarts gedrongen.
Daarby hebben zy zich meester ge
maakt van de stad Jezupol, van de
dorpen Ciezouw, Paupeltsjo en Rybne
alsmede van het station Lyssetz.
De cavalerie die zich ter vervol
ging op den wykenden vyand wierp,
heeft de rivier Lukwa bereikt. De
buit van den dag is: 131 officieren,
7000 soldaten en 48 kanonnen. By
de kanonnen zyn 13 zware.
Een later bericht meldt dat de
cavalerie de Lukovica welke even-
aan de Lukwa stroomt
forceerde. De westelyke oever van
de Lukwa beheerscht den bebosch-
ten oosteiyken oever, maar 't is niet
waarschyniyk, dat de gedemorali
seerde vijand in staat zal zyn genoeg
troepen samen te trekken om den
Russen den overtocht over de rivier
te verhinderen en hun opmarsch in
de richting van Dolina te stuiten.
Volgens een opgevangen draadloos
bericht zouden opnieuw meer dan 1000
gevangenen zyn gemaakt, en een
groote hoeveelheid oorlogamaterieel
zyn vermeesterd.
In het Ooatenrijk.Bc.he communiqué
van d6n 9en Juli wordt de tegenslag
erkend. Hierin wordt medegedeeld,
dat de troepen, na twee dagen lang
de sterkste aanvallen der Russen
te hebben weerstaan, ten slotte voor
geweldige overmacht moesten
wyken, en hun voorste stellingen
ontruimden. Do kleine strook ter
rein die de Russen hierdoor in hun
bezit kregen werd evenwel met ont-
zaggelyke offers betaald.
Volgens de mededeeling van Dins
dag, konden de verbondenen het in
hunne nieuwe stellingen evenmin
uithouden tegen de krachtige, met
sterke troepen massa's ondernomen
aanvallen der Russen, en werden zy
genoodzaakt achter de beneden Lu-
rovica terug te trekken.
Op het front tusschen de grens
van Gallciê en de Oostzee nam de
artillerie-actie op verschillende punten
toe.
Van het Oostenry kach—
Italiaansche front.
Naar uit Rome d.d. 10 Juli wordt
imeld, hebben de Oostenrykers na
m voorafgaande felle beschieting
getracht de Italiaansche stellingen op
Vodice te vermeesteren, doch
werden zy teruggeslagen. Aan de
boven-Cordevole en op den kleinen
Lagaruoi mislukten de Oostenryksche
aanvallen eveneens,
Ten N. van Tolmein werd een
aanval reeds in het begin gestuit.
Van het R u s s i s c h-T u r k s c h e
front.
Een bericht uit St. Petersburg, d.d.
9 Juli erkent, dat de Russen in Perziö
voor de aanvallen der Turken
moesten wyken. Pendzjivin, Chanikin,
Kasri Sjirin moesten worden
ontruimd, en werden door de Turken
zich in de stad verborgen hadden de
bewakers van hel arsenaal en die van
de strafgevangenis, waarby zy 600
boeren vry lieten. Na dezen min of
meer georganiseerd te hebben, sloeg
men gezameniyk aan het plunderen.
Banken, winkels, particuliere wonin
gen moesten het ontgelden.
Slechts met behulp van mitrailleurs
gelukte het den troepen de orde te
herstellen, waarby van beide zfy'
talrijke dooden vielen.
De stad ziet er uit alsof zy een
geweldig bombardement heeft door
staan ook de petroleumindustrie
leed aanmerkelyke schade.
Amerika en de neutralen.
Volgens een bericht uit Washington
aan de „Daily News" zal de uitwer
king van het verbod van uitvoer uit
de Ver. Staten naar neutrale landen
zoo belangryk zyn, dat er reeds een
beweging in het Congres gaande is,
om met bepaalde Europeesche naties
in onderhandeling te treden om te
verkrygen, dat zy aan den oorlog
meedoen aan den kant van de geal
lieerden.
Die neutrale naties hebben vreeseiyk
geleden en deze nieuwe slag zoo
zeggen die leiders in het Congres
zal mogelyk het middel zyn om hen
toe te brengen, zich zelf tegen
Duitschland te verklaren.
Ds politieke toestand In
Duitschland.
De toestand in Duitschland ver
scherpt zich. De annexionistische en
conservatieve partyen en gedeelten
van partyen, aanvankeiyk uit het
veld geslagen, hebben verzamelen
geblazen en beginnen zich schrap te
zetten.
De mannen van den vrede „zon
der-zonder" voelen zich daardoor in
de overtuiging versterkt, dat uiterst
krachtig optreden noodzakeiyk is en
de weifelaars beginnen naar rechts
en naar links positie te kiezen.
Van alle fronten wordt geregeld
melding gemaakt van luchtgevechten.
Hoe groot de slytage van dit wapen
is blijkt wel uit een Duitscb bericht
waarin wordt medegedeeld, dat in de
maand Juni niet minder dan
vliegtuigen en 38 kabelballons van
den vyand verloren gingen. De
Duitschers verloren in dien tyd 58
vliegtuigen en 8 kabelballons.
Du duikboot- en mljnoorlog.
Van Duitsche zyde wordt gemeld
dat indenAtlantischenoceaan31.500
ton aan scheepsruimte werd ver
nietigd.
Een bericht uit Parys geeft aan,
dat het stoomschip „Calódonien" van
de Messageries Maritimes den 30en
Juni in het Oosten van de Middel-
landsche Zee is gezonken, ten gevolge
van een myn of een torpedo. Van
de 431 menschen aan boord zyn er
380 gered.
In het Kattegat zyn 4 Zweedsche
visschersschepen onverwacht door een
Duitsche duikboot aangevallen en in
den grond geboord.
De revolutie In Ruslend.
Te Bakoe schynt het echt RusBiBch
te zyn toegegaan. Naar de correspon
dent van het Handelsblad te Lausanne
meldt, overrompelden 80 deserteurs die
De BerUjnsche correspondent van
het Hbl. geeft een overzicht van den
toestand, waaraan wy het volgende
ontleenen
De offlcleele berichten, dieuitBer-
ïyn komen over de crisis in de Wil-
helmatrasse en Unter den Linden,
waar de belangrykste ryks- en staats
minister ies huizen, zyn vaneen meer
dan oud Pruisische soberheid.
Wat positieve berichten betreft, is
feiteiyk niets anders tot nu meege
deeld dan dat er een Kroonraad
gehouden is van abnormaal langen
duur en dat de Keizer een dag later
met den rykBkanselier een onderhoud
had dat verscheidene uren duurde. Der-
geiyke aankondigingen, in ondoor
dringbare geheimzinnigheid gehuld,
plegen op gewichtige gebeurtenissen
voor te bereiden, op crises van bui
tengewone beteekenis.
Sommige Duitsche bladen zeggen
dat de aanval van den afgevaardigde
Erzberger in de hoofdcommissie van
den Rykadag gericht was tegen het
politieke leven van den Rykskanse-
lier, doch de correspondent meent
dat de zaak van een geheel anderen
kant beschouwd moet worden.
Hy legt hierby den nadruk op de
zeer harteiyke en vertrouweiyke ver
houding die altyd tusschen den Ryks
kanselier en den heer Erzberger heeft
bestaan, -waaruit hy dan concludeert
datmen „zonder zich schuldig te maken
aan lichtvaardig combineeren,mag ver
moeden, dat de rijkskanselier niet
onkundig geweest is van de plannen
van den heer Erzberger in de Rijks-
dagcommissie" op zyn minst althans
met de strekking ervan. En dat hy,
evengoed als de heer Erzberger zich
er eerst van overtuigd had, dat er
een meerderheid, zy het ook geen
groote, in den Ryksdag te vinden zou
zyn voor dergeiyke liberale denkbeel
den naar binnen en naar buiten.
Dit vermoeden wordt versterkt door
het feit, dat bet geheele Centrum (de
groep die op politiek gebied staat
tusschen de liberalen en de conser
vatieven) nagenoeg zich geschaard
heeft achter den heer Erzberger.
Wanneer deze veronderstelling juiat
is, dan kon men verwachten dat er
een ernstig conflict zou ontstaan.
Dan moest de Kroon beslissen, of zy
nog langer als eersten en eenig ver
antwoordelijk raadsman wenschte te
handhaven iemand, die radicaal wilde
breken met de conservatieven, met
een deel van de nationaal liberalen,
met tradities, die geneigd ia rechten
van den troon prys te geven, over
te dragen aan de volksvertegenwoor
diging.
Hoe nu de beslissing van de Kroon
gevallen is, en of die reeds gevallen
is, weet men niet.
In de by eenkomst van de Centrale
commissie van den Ryksdag op Dins
dag werd den Kanselier verzocht
mededeelingen over het behandelde
in den Kroonraad te willen doen,
hetgeen de Rykskanselier meende
niet te kunnen doen. Hierop volgde
een voorstel om de vergadering te
verdagen,hetgeen werd goedgevonden.
dat Duitschland voor een beslissing
staat: de geheele linkerzyde en het
centrum vereenigen zich om den
vrede mogeiyk te maken op grond
der uiting van Augustus 1914 en
tevens de invoering van het geiyke
kiesrecht voor Pruisen en de parle-
mentarlseering van de regeering te
eischen.
Tegenover deze groepen staan de
conservatieven, terwyl het steeds
meer duidelijk wordt, dat de nationaal-
liberalen, die felteiyk slechts conser
vatief zyn, ook niet willen medegaan.
Maar deze groepen vereenigen zich
tegen den Rykskanselier en doen hun
best om de beweging, die in den
Ryksdag is ontstaan, voor te stellen
als tegen den verantwoordeiyken
leider der regeering gericht.
De vraag is nu, of by den tegen
stand tegen de practische uitvoering
der door een groote meerderheid in
den Ryksdag geéischte hervorming
zal weten te overwinnen, en de
keizerlyke Paaschboodschap in breede
opvatting zal weten te doen uitvoeren.
De besprekingen daarover, in den
Kroonraad en met de partyleiders,
duren voort.
BINNENLAND.
Da giTntirniarda Dultaoha
ondarzaalra.
De internationale commissie van
onderzoek, inzake de geïnterneerde
Duitsche onderzeeöra „UB 80" en
„UB 6", is in haar geheel samenge
steld als volgt
Kapitein ter zee Bloch (Denemarken),
voorzitter; kapitein ter zee H. G.
Surie (Nederland), kapitein ter zee
Vanaelow (Duitschland), kapitein
luitenant ter zee A. Celery (Argen
tinië) en kornet kapitein Lybeek
(Zweden), leden. Als commissaris van
de Nederlandsche regeeringen, zal
optreden schout by nacht W. C. J.
Smit, ais commissaris van de Duit
sche regeering rechtsanwalt dr.
Schreurer van het Reichsmarine Amt.
Als secretarissen zyn aangewezen
door de Nederlandsche regeering mr.
J. P. A. Franqoia, commies aan het
departement van buitenlandsche za
ken door de Duitsche regeering graaf
Bassenheim, vice consul van Duitsch
land te Amsterdam.
De le vergadering der commissie
heeft hedenmorgen plaats in de
Tréveszaal te den Haag.
De kapitein ter zee H. G. Surie is
thans werkzaam aan het departe
ment van marine. Hy was technisch
gedelegeerde voor Nederland ter
Vredesconferentie, te 's Gravenhage
in 1907 gehouden.
Het Nederlandsche Btandpunt in de
commissie zal verdedigd worden door
den dezer dagen tot vice-admiraal
bevorderden schout-by-nacht W. C. J.
Smit, commandant van de stelling
van de Monden der Maas en der
Schelde, vroeger chef van den marine
staf.
Twaa Maasslulaeha loggers tot
zinkan gabracht.
De stoomtreiler Holland Hl heeft
Dinsdagmiddag te IJmuiden de 24
opvarenden aangebracht van de twee
Maassluische loggers „Handel en
Visscbery" MA 103, en „Piet Hein"
MA 16, welke beide loggers Vrydag-
middag te 6 uur door een Duitsche
duikboot op 56° 50' N.B. en 6° 20' O.L.
(deze opgaven volgens de journaals
der schippers) met brandbommen tot
zinken zyn gebracht De opvarenden
hebben 70 uren in de booten rond
gedreven en werden eerst Dinsdag
morgen nabij het lichtschip Doggers-
bank Zuid door den IJmulder treiler
aangetroffen en opgenomen. Allen
zyn ongedeerd.
Volgens verklaring van den duik
bootcommandant zouden.de loggers
zich hebben bevonden 16 myien
binnen bet versperde gebied, welke
beweriDg door beide schippers, die
nog pas gelood hadden en 85 vaam
water hadden bevonden, ten stelligste
werd ontkend. De duikbootcomman
dant wenBchte niet in te gaan op
het verzoek van een officier van den
onderzeeér om een nader onderzoek
in te stellen naar de juiste plaats.
De „Vorwttrts" maakt evenwel
melding van het gerucht, dat 5 Prui
sische ministers zullen aftreden, n.1.
die van binnenlandsche zaken Von
Loebell, van landbouw Von Schor-
lemer-Lieser, van justitie Beseier, van
handel Sydow, van onderwys en
©eredienst Von Trott zu Solz. De drie
eerstgenoemde voegt de correspon
dent hier van toe belichamen de
reactie in Pruisen en dus in Duitsch
land. Is dit gerucht juist - en andere
„on-dits" gaan denzelfden kant uit
dan zou de heer v. Bethmann Hollweg
dit keer wederom het spel gewonnen
hebben.
Men dient hieromtrent echter zeker
heid af te wachten, alvorens con
clusies te kunnen trekken.
Wy laten hieronder nog volgen,
wat de „Frankfurter Zeitung" over
de crisis zegt. Het blad wyst erop,
Hat S.S. „Uranua" door aan
duikboot aangahaudan.
Het Dinsdagmiddag met een lading
gezaagd hout van Pythea te IJmuiden
aangekomen Nederlandsche atoom
schip „Uranua", van de Kon. Ned,
Stoombootmaatschappy, werd op zee
door een duikboot beschoten.
Naar h9t Hbl. verneemt was de
„Uranus" Zondagmiddag ongeveer
dwars van Hanstholm, toen plotseling
aan bakboordzyde een schot by het
schip in het water terecht kwam.
De kapitein, vreezende een duik-
bootaanval, bracht het schip onmid-
deliyk tot stoppen. De duikboot ging
inmiddels door met schieten, zoodat
verschillende projectielen niet alleen
vlak by het stoomschip terechtkwa
men, doch ook tusschen de masten
doorgingen.
De bemanning kreeg order, onmid-
dellyk in de booten te gaan, ten einde
het schip te verlaten, want men
twyfelde niet of het zou in den grond
worden geboord.
Eerst §ing één der officieren en later
ook de gezagvoerder naar de duikboot,
welke van Duitsche nationaliteit bleek
te zyn. De scheepspapieren werden
getoond en, nadat de herkomst en
bestemming van het schip waren
vastgesteld, teruggeven. De beman
ning kon daarop teruggaan naar het
verlaten ronddryvende schip en de
reis vervolgen.
Op den verderen tocht door het
Engelsche versperde gebied had men
geen moeilykheden.
Naar onze berichtgever vernam,
werden later nog stukken van pro
jectielen op het dek der „Uranus"
gevonden.
Poging tot doodslag.
Gisteren zyn te Assen gevankelyk
binnengebracht de soldaten M. en B.
van de grenswacht te Nieuw-Sehoone-
beek, beschuldigd van poging tot
doodslag op een meerdere.
Manlfsat van da S.D.A.P.
Door het party-bestuur der S.D.A.P.
is een manifest aan de Nederlandsche
Arbeidersklasse gericht, waaraan wy
het volgende ontleenen:
Da schokkende gebeurtenissen, die,
in verband met het aardappelengebrek,
verleden week te Amsterdam hebbeu
plaats gehad en die aan een aantal
mensshen het leven hebben gekost,
geven het Partij bestuur der S.D.A P.
aanleiding een ernstig woord tot u
te richten.
De Amsterdamsche onlusten hebben
wydere beteekeniaaen dan voor de
hoofdstad alleen. Zy zyn van groote
beteekenis voor het geheele land,
Want de stemmingwelke die on
lusten mogelyk maakte, bestaat ook
buiten Amsterdam, zoodat ook elders
zich voordoen kan, wat Amsterdam
nu heeft doorleefd.
Bovendien wordt alom in den lan
den begrepen, dat in de maanden, en
vooral in de wintermaanden, die wy
tegemoet gaan, de moeilijkheden en
de kwellingen nog veel grooter kun
nen worden dan zy ooit zyn geweest.
By de nadering van die bange tyden
is een esn woord vin waarschuwing sn
opwekking geboden.
Een woord van waarschuwing aller
eerst gericht tot regeering en heer-
8chende klasse, om alles te doen wat
mogelyk ia ter vermindering van de
nooden des volks. Verbeteren zy de
fouten en de gebreken der tegenwoor
dige levenBmiddelenvoorziening en
andere tekortkomingen niet; dan rust
op haar een sware verantwoorde lijk
heid voor de onheilen, die komen
kunnen.
Maar ook een woord van waarschu
wing tot de arbeidersklasse gericht.
Wy waarschuwen allerminst tegen
actie of tegen stryd
De sociaal democraten hebben sedert
den aanvang der oorlogscrisis aan
houdend voor leniging van den nood
der arbeidersklasse gestreden. En onze
mannen in parlement en gemeente
raden sn in andere lichamen hebben
steeds sp de bres geBtaan. Wy mogen
zeggen dat wat er goeds is in de
levensmiddelenvoorziening van tegen
woordig, voor een groot deel de winst
is van onsen stryd I
Wy roepen de politieke en de eco
nomische organisaties op in dien stryd
moedig en kloek te volharden, en wy
zullen niet aarzelen de arbeiders op
nieuw tot groote betoogingen op te
roepen, zoodra die noodig en nuttig
'ln.
Maar wy waarschuwen de arbeiders,
dat zy niet in dagen van groote
moeilykheden zich zullen laten op
sleeptouw nemen door groepen die
geheele andere doeleinden nastreven
dan de leniging van den volksnood.
Wy waarschuwen in de eerste
plaats tegen het stoken en wroeten
van het'dagblad wDe Telegraaf" en
zyn volks-editie „De Courant".
Goedgeloovige lezers moeten mee
nen, dat die bladen met hun kfitiek
de levensmiddelenvoorzieuing van het
Nederlandsche volk willen dienen.
Wie wat verder ziet, begrypt, dat zy
allereerst bedoelen mede te werken
aan de uithongering van het Duitsche
volk, en dat zy niet minder bedoelen
dan het Nederlandsche volk op te
zetten tegen de Nederlandsche re-
geering, omdat deze in den wereld
oorlog neutraal biyft.
In de tweede plaats waarschuwen
wy tegen de S.D.Pen de „Tribune".
Voor deze party en haar leiders is
de levensmiddelennood een schoone
gelegenheid om de arbeiders op te
zwespen tegen de S.D.A.P. en het
N.y.Y.l Tegen deze groote en groei
ende lichamen der arbeidersbeweging
is sedert den aanvang van den oorlog
de felle actie van den heer Wynkoop
en de zynen gericht. Daarom bestreden
zy by de laatste Kamerverkiezingen
zelfs het Algemeen Kiesrecht.
Op aanhitsing en onder leiding van
deze organen en lieden beeft zich
verleden week een deel der Amster
damsche bevolking In de avonturen
gestort, die een aantal menschenlevens
hebben gekost en ook in andere
opzichten onnoodig leed en schade
hebben veroorzaakt.
Op het gevaarlijke van deze avon
turen wenschen wy de arbeidersklasse
te wyzen.
Bewegiogen, geiyk verleden week
te Amsterdam zyn ondernomen, leiden
tot verwildering en verzwakking der
arbeidersklasse.
De arbeidersklasse heeft behoefte
aan opbouw, versterking en organisatie.
En hiertoe zyn de aanhitsers en de
aanvoerders der Amsterdamsche on
lusten niet in staat.
Wat de Nederlandsche arbeiders
klasse noodig heeft, ook in deze zware
oorlogstyden, kan zy slechts bereiken
met ds wsloverwogan aktls van haar
beproefde strijdorganisatie. S.D.A .P.
en N.V.V. en met de hulp harer
Cooperatiën.
Het manifest wyst verder op de
door het stoken der Telegraaf- en
Tribune-leiders vergrootte gevaren
om in den oorlog te worden mede-
gesleept.
Willen de arbeiders, die Neder
land tot het uiterste buiten den
oorlog willen doen blijven, het oor
logsgevaar bedwingen, dan hebben
zy te zorgen, dat wy oorlogszuchtige
groepen niet in de kaart spelen. Dan
hebben die arbeiders in moeiiyke
omstandigheden hun telf beheersching
te bewaren. Dan hebben wy ervoor
te waken, dat niet oorlogszuchtige
groepen of lieden, die daarmee be
wust of onbewust verbonden zyn, de
Nederlandsche arbeidersklasse tot uit
spattingen verlokken, die het oorlogs
gevaar vergrootenl
Het manifeBt eindigt met een op
roep om de organisatie der s.d.a.p.
te versterken.
Geeft U rekenschap van den vreese-
ïyken ernst dezer tyden en schaart
U in de gelsderen onter organisaties.