Veevoeder-Distributie.
I
P. GROEN ZOON
3% Tijdgeestbriejfes
IRANDSTOFFENNOOD.
Haarwerken
Effecten
Coupons
Rekening-Courant
Incasseeringen
Assurantiën
DE HELDERSCHE BANK.
SANOUINOSE
weder verkrijgbaar.
BALLON
LUCIFERS
„HELDRIA".
T. van Zuylen,
TOEGANG
CALLANTSOOGER
DUIN
VERBODEN
m~M. B. Schoolt
Zeevaartschool.
R. SPRUIT,
eiken-, berken
en beukenhout.
GEBRS. LEEN,
Alle haan/verken
DIJKSHOORN
Zuidstraat 75.
LIJST van Ingakoman an vertrokkan
vertrokken.
personen.
P. J. Paap.
C. v. Zoemen,
8. Broers,
B. Junlnga,
J. Wittevoen,
J. Dolleman,
J. Jacobs.
A. Broekhuizen,
W. de Beer,
Q. Bakker,
J. O. Vermeer,
J. Vons,
sergeantmonteur,
arbeider,
landbouwer,
arbeider,
Bothaatraat 83,
Koegras 62,
Dijkweg 9,
Koegras 137,
189,
de Vries-Jonker, zonder,
H. A. Schotman.
P. H. v. d. Bel-Vrijburg,
R Jansen, arbelde
M. Trompert-Wolf, zonder,
G. de Jong,
E. M. Kleerekoper,
J. Hoep,
K. Bremer,
J. de Jong,
P. Rietdijk,
P. L. A. v. Prooyen,
A. Del ver,
J. Buurman-de Weever, zonder,
A. Da Jongs-Kr ij vis, zonder,
W. Blauwkuip, kantoorbediende,
E. Zeeman—Slemmer, zonder,
W. v. d. Woude, timmerman,
korporaalmachlnedr-, Ruüterstraal 4,
sergeantmarinier, Oostslootstraat laa,
bloemist, Koegras 117,
visscher, Binnenhaven 108,
arbeider, Duinweg,
sergeantmonteur, Konlngdwarsstr. 19,
officier van admlnistr., Binnenhaven 103,
Jan ln 't Veltstraat B3,
leeraar,
arbeider,
veehouder,
loodgieter,
korporaalmachlnedr.
eergeanthofmeester,
arbeider,
Hoogstraat 107,
Binnenhaven 6,
Strooweg S,
Oudekerkstraat 6,
Sooorgracht SS,
Kanralweg 63,
Koegras 232,
166.
Zaidstraat 82.
Molenstraat 71,
Wllhelmlnastraat S
Koegras 242,
Westgracht 48,
Oranjestraat 36,
Parallelweg 62,
Weststraat 21,
v. Galenstraat 72,
O. en W Souburg.
Callantsoog.
ZO re.
Emmen.
Amsterdam.
zype7
Hoorn.
Texel.
Vlissingen.
Nieuw Helvoet.
Amsterdam.
Vlissingen.
H. Hugowaard.
Amsterdam.
's Hage. 1
Anna Paulowna. 1
Texel
Hilversum.
Hellevoetsluls. J
Apeldoorn. 1
Zflpe.
Anna Paulowna.
Geloof
Ned. Herv.
R.-Cath.
Ned.-Herv.
Ger. K.
Ned.Heiv.
Geen.
Ned. Herv.
Het VEEVOEDER-BUREAU voor NOORD-HOLLAND,
Vondelstraat 38, Amsterdam, maakt bekend, dat
In de maand JULI veevoeder zal worden beschik
baar gesteld als volgt:
Voor Bedrijfspaarden 70 kilos haver, boonen,
kanariezaad, erwten- en boonen-pikselvoor offi
cieel erkende en bij genoemd Bureau bekende
dekhengsten 250 kilos haver, boonen, kanariezaad,
erwten- en boonen-piksel. Voor Fokkalveren 10 kilos
lijnkoeken. Voor Varkens boven de 75 kg.: 20 kilos
mais, zemelen, grind, gries en voermeel, voor
Varkens beneden de 75 kg.5 kilos mais, zemelen,
grind, gries en voermeel, alles per stuk. Voor ALLE
pluimvee: 50 kilos mais, gemengd voer en gerst-
afval per 100 stuks.
Wij belasten ons met
het incasseeren van
wissels en kwitanties
door geheel Nederland.
De zeer fijne
zijn in de meeste café's verkrijgbaar
bi| Anaemle en Neurasthenie.
Meer dan vyftig jaren zjjn vele arme lijders aan bloedarmoede en
zenuwzwakte geplaagd met yzerpreparaten, pillen en drankendie even
erg waren als de kwaal. Zij verloren hun eetlust; kregen ernstige
pijnen in de maag; hadden hardnekkige verstoppingen. Honderdenen
duizenden ondervonden deze werking van het minerale staal.
Prof. BUNQE zegt: „het ijzer moet in plantaardige verbinding
genomen worden."
Prof. NOTHNAGEL (Weenen)het staal is ons van geen nut, tenzij
toegediend in organische verbinding, door de plant.
SANOUINOSE is zuiver plantaardig. Wordt door de zwakBte gestellen
goed verdragen; biedt de ijzerdeeien in zóó licht verteerbaren vorm
dat ze gemakkelijk in bet bloed worden opgenomen. Armbloodigen die
het minerale staal niet konden verdragen, leefden op door de Sanguinose.
Sanguiuose kost f 1.50; 6 fl. f 8.-; 12 fl. f 15.
WACHT U VOOR NAMAAK.
VAN DAM Co., De Riemerstraat 2c/4, Den Haag.
Te Helder b'J Alb. ten Klooster, Keizerstraat 93; te Texel, Den
Burg, J. Boia; Oosterend, G. Dbob; Oudeschild, Joh. Dros.
Steunt Nederi: Nijverheid
KOOPT
PaflWWÏOODHOUT-VONKVRIJ
ÏAS.oe
N.V.TETERINGSChEISTOOftLUCI FERSFABRIEKEN. BREDA
FEUILLETON.
DE GEVANGENE
VAN ZENDA.
88).
(S1 o t).
Hierop nam ik uit myn zak een
portret van den koning van Ruritanie.
Het was genomen een maand of twee
voor hij den troon beklom. Zy moest
begrijpen, wat Ik bedoelde toen ik,
haar het portret gevende, zei
„Voor het geval ge het portret van
Rudolf V niet hebt gezien, of er niet
op hebt gelet, dan hebt ge het nu
hier. Denkt ge niet, dat de oude
geschiedenis weer opgerakeld zou
worden, als ik aan het Hof van
Ruritanie verscheen?"
Mijn schoonzuster zag eerst naar
het portret en toen naar my.
„Lieve deugd!" zei zij, en wierp
het portret op tafel.
„Wat zegt gij er van, Bob?" vroeg ik.
Burlesdon nam het portret op, giog
er mee naar een hoek van de kamer
en zocht iets onder een 3tapel nieuws
bladen. Toen kwam hij terug met
een Illustrated London News. Deze
openvouwende, liet hij een plaat zien
van de kroning van Rudolf V te
Strelsau. Hij legde het portret en de
plaat naast elkaar. Ik zat aan de
tafel, waarop beide voor mij lagen
toen Ik er naar keek, voelde ik mijne
belangstelling grooter worden. Mijn
oog zwierf van mijn eigen afbeelding
naar dat van Sapt, van Strakensz,
naar de rijke kleedtj van den Katdi-
naa), naar het gelaat van Zwarten
Michael en de statige gestalte der
prinses aan zijne zijde. Ik zag
er lang naar en voelde mij onrustig
worden. Mijn broeder raakte mijn
schouder met zijn hand aan. Hij zag
my met een verwonderde uitdruk
king aan.
„Het is een merkwaardige gelij
kenis, zooals gij ziet," zei ik: „ik
geloof werkeiyk, dat het beter voor
my is, niet naar Ruritanie te gaan."
Hoewel half overtuigd, wilde Rosa
zich niet gewonnen geven.
„Dat is maar 'n uitvlucht," zei zy.
„Gij wilt niets uitvoeren. Maar ge
zoudt misschien toch nog ambassadeur
kunnen worden."
„Ik geloof niet, dat het voor my
geschikt is ambassadeur te zyn,"
zei ik.
„Je zult het nooit zoo ver brengen."
Dat kon du wel waar zyn, en toch
was het my niet goed genoeg. Het
denkbeeld ambassadeur te worden,
imponeerde my niet. Ik was koning
geweest I
Eenigazins boos liet de kleine Rosa
onB alleen. Een sigarette aanstekende,
zag Burlesdon mij nog immer ver
wonderd aan.
„Die afbeelding in de News", zei hy.
„Wel, wat zou die Ze bewystalleen
dat de koning van Ruritanie en uw
dienaar als twee druppelen water op
elkaar ïyken."
Myn broeder schudde zyn hoofd.
„Dat schynt zoo", zeiby. „Maar er
H AARHERSTELLER.
Beproefd middel tegen het uitvallen
en tot bevordering van den hergroei
van 't hoofdhaar, biykt steeds het beste.
Per flacon 50 cent-
Alléén verkrygbaar by:
Spoorstraat, Coiffeur.
tot het geheele
vanaf de PETTEMER DUINEN tot
aan het Lichtbaken benoorden de
QROOTE KEETEN, is
voor ieder die niet in bezit is van t e 3
SCHRIFTELIJKE VERGUNNING
vanwege den EIGENAAR aan hem
uitgereikt.
1 en
Voor levering van BOEKEN
en benoodigdheden beveelt
zich beleefd aan
Boekhandel,
Kanaalweg 161.
Voorziet U van brandhout.
Aangeboden wordt prima kurkdroog
Schoone brand.
Koopt GEEN Dennenhout.
Brieven onder No. 772, aan het
Bureau van dit blad.
Vak- en Bedrijfskleeding.
Banketbakkers
Slagers
Barbiers
Kruideniers
Blauw keper
Blauw keper
Engelsch loeren
Stof- of magazijn
Manchester
De alom bekende Slagers pantalons.
Schorten. - Sloovon. - Mutsen.
SPOORSTRAAT 21 - DIJKSTRAAT 14
Vert. der fa. LABEMAN an WIGGERMANN,
Amsterdam.
is verschil tusscben den man van
het portret en jou
„En niet tusscben de afbeelding
en de News?"
„Ik zou het portret uit die afbeel
ding herkennendie beide ïyken veel
op elkaar, maar
„En?"
„Toch ïykt de afbeelding in de
News meer op jouzei myn broeder.
Myn broeder is een goede man en
zeer eerlyk, zoodat, wanneer hyniet
getrouwd was en niet zoo dol op
zyne vrouw, ik hem mijn geheim
zou hebben verteld. Maar dit geheim
was niet uitsluitend het myne, en ik
kon het hem dus niet vertellen.
„Ik vind niet, dat die kiek meer
op mij lijkt dan het portret," zei ik
boud. „Maar hoe dau ook, Bob, ik ga
niet naar Strelsau."
„Neen, ga daar maar niet heen,
Rudolf," zei hy.
En of hij iets vermoedt of een
denkbeeld van de werkelykheid heeft,
weet ik niet. Zoo ji, dan houdt hy
dit voor zich en spreekt er nooit
over. Wy lieten Sir Jacob Borrodaile
een anderen- attaché zoeken.
Sinds de gebeurtenissen, die ik nu
beschreven heb, geschied zijD, woon
ik rustig in een villa, die ik in dè
provincie gehuurd heb. De gewone
bezigheden van lieden in myn positie
8cbynen my doelloos en onaantrekke
lijk toe. Ik geef niets om het leven
in de wereld en ook niet om het spel
der politiek. Lady Burlesdon wan
hoopt aan my*, mijne buren vinden
my een droomerigen, ongezelligen
ook van uitgevallen haar, worden
tegen de meest concurreerende
prijzen op ons Atelier vervaardigd
door
gediplomeerd Kapper,
SPORT.
Voetbal.
Eindstrijd om de draagmedaillos
tusscben S.H.B.S. en het Militair
Kampioens-elftal der Landmacht.
De Militairen slaan S.ïJ.B.S.
met 2—0.
In het Zaterdagnummer van dit
blad schreven wij, dat H B S-er alles
op zou zetten een beter figuur te slaan
dan H.P.C. En volkomen is hun dat
gelukt. De Landmacht heefc gewon
nen een ieders verwachting was
dat trouwens met 2-0, wat een
eervolle nederlaag voor de groenwitten
beteekent. Trots dat do L. vrijwel,
gedurende den geheelen wedstrijd de
sterkste en meest aanvallende party
is geweest, kon Diet meer dan
tweemaal gescoord worden, dank zy
het kranig werken der H.B.S.-
verdedigirg, met Costermans als ster,
dio oDgetwyfeld eeu zijner beate
wedstrijden speelde. Menige goed
opgezette aanval der L. strandde op
hem, vooral Blinkhof genoot van hem
een speciale bewakiDg, wat goed
gezien was, want deze bleek de
gevaarlijkste man in de voorhoede
der Militairen. Naast Costermans,
dienen vooral doelman De Wever en
Coster genoemd te worden, benevens
Ten Hacken.
Da meening van de meeste toe
schouwers was, dat H.B.S. mooier en
beter gespeeld heeft dan H.F.C.
verloden Zondag (dat H.F.C. toen niet
volledig was kan niet geheel en al
ala verontschuldiging gelden. Is de
spelkwaliteit juist zoek, wanneer er
een of meer spelors afwezig zyn?)
Vooral de spelkwaliteit welke H.B.S.
in deze wedstrijd te zien gaf, was beter.
De wedstryd heeft niemand verveeld
wel waB meermalen het geestdriftige,
wat dergeiyke wedstrijden kenmerkt,
ver t.9 zoeken enkele malen werd
bepaald laksch gespeeld maar dit
werd weer ruimschoots vergoed door
waarlijk mooie momenten die we te
zien kregen. Dit hield het zeer talryk
opgekomen publiek voortdurend bezig.
Alleen reeds de prestaties van een
Oldenburg bij de Landmacht en
Costermans by H.B.S. waren een gang
naar den Bol weg waard.
Dat H.B.S. geen enkele tegenpunt
kon maken, wat wel verdiend was,
lag aan het weinig doortastende
optreden hunner voorhoede voor doel.
Deze linie die in het veld zeer goed
werk leverde, vlug en handig was,
kon maar niet de kroon op het werk
zetten.
kerel. Toch ben ik nog een jonge
man, 6n soms denk ik de by-
geloovige wereld zou het een voor
gevoel vinden dat ik myn deel
in het werelddrama nog niet heb
uitgespeelddat den een of anderen
dag, ik weer in moeilyke zaken zal
worden gewikkeld, weer met machtige
vyanden zal hebben te vechten, schijn
baar onoplosbare raadsels zal moeten
ontwarren. Dien loop nemen myne
gedachten, wanneer ik in myne
eenzaamheid door bosschen of langs
stroomen wandel. Of ze ooit in ver
vulling zullen gaan Ik kan het niet
zeggen, evenzoo min als ik zeggen
kan of de plaatsen, waar ik, door
myne herinnering geleid, de -nieuwe
daden bedrijven zal, de juiste zyn,
want ik houd ervan mijzelf nog eens
te zien in de volle straten van Strelsau,
of in het kasteel vau Zenda.
Maar laat ik de toekomst nog de
toekomst laten, en tot hetverledene
terugkeeren. In lange ryen komen
de gebeurtenissen voor mijn geest
het eerste vroolijke samenzijn met
den koningbet gevecht met de
theetafel, de nacht in de gracht, de
achtervolging in het woudmijne
vrienden en myne vyanden, het volk,
dat leerde my te beminnen en te
eeren, de wanhopigen, die trachtten
my te dooden. En van deze laatsten
komt de enkele, die alleen van hen
overgebleven, zich nog op deze aarde
beweegt, hoewel ik niet weet waar,
nog op schurkenstreken loert (waar
aan ik niet twyfel) nog vrouwen
harten verovert en mannen tot haat
Te veel individueel spel was hieraan
niet vreemd, dit was by voorbaat
reeds onvruchtbaar werk, daar de
stevige L.-verdediging behooriyk hun
mannetje op zij konden zetten, vooral
nu het zulke lichte spelers betrof,
als waaruit de H.B.S.-voorhoede be
staat. Appel en Straver waren hier
nog wel de beste.
Over den wedstryd zelve, zullen
#e kort zijn. De le helft hadden de
Militairen den harden wind mee en
domineerden geregeld op de H.B.S.-
helft. De Wever krijgt het al spoedig
druk, maar by blijkt betrouwbaar.
De meeste aanvallen der L. worden
geleid door hun linksbuiten Olden
burg, een speler der „Stormvogels",
die den naam zijner club alle eer
aandeed, want het was een ware
stormvogel.
De Waard had niet veel by hem
in te brengen, alleen Coster kon het
hem nogal eens lastig maken. Talloos
waren zyn voorzetten, maar het
binnentrio kreeg by na geen gelegen
heid tot behooriyk richten. Coster,
Ten Hacken en voor Costermans
grepen telkens op tijd in.
Blinkhof, b.g.d. „Witte Jan", de
populaire rechtsbinnen der „Storm
vogels", wachtte steeds op een goede
gelegenheid, om eea. zijner onhoud
bare pillen te lossen, welke gelegen
heid zich pas na een goed half uur
spelens voordeed, toen Costermans
hem even losliet en hy in vliegende
ren op De Wever afstoof en de eerste
ling produceerde onder groot applaus
van het publiek. Het was een mooie
goal. Voortdurend beleeft H.B.S -veste
benauwde oogenbllkken, maar de
verdediging laat zich niet meer ver
rassen, bovendien liet het schieten
der L. wel wat te wecscben over.
Luit. Kuipers, de vroeger zoo ge
duchte H.B.S -midvoor, schoot er
telkens naast of over, evenzoo Wil
brink. De H.B.S.-voorhoede kon niet
„veel uitrichten, werd er nog eens
een aanval ondernomen, dan werd
deze meestal in de geboorte gesmoord;
de L-verdediging, waarin vooral
Heilig en Hoogmoed opvielen waren
uit het goede hout gesneden en gaven
geen krimp. Bovendien gaven de
heeren het veel te spoedig op ook,
aan inloopen werd niet gedaan, als
er nog eens door hen geschoten werd,
werd afgewacht waar de bal zou
terechtkomen, in plaats van eens door
te zetten.
De doel verdediger der Militairen
heeft het dan ook voor rust niet te
zwaar te verantwoorden gehad.
Rust kwam alzoo met 1—0 voor
de Landmacht.
Toen er gedraaid werd, was de
wind aanmerkelijk afgenomen, ging
soms in het geheel liggeD, wat nu
niet bepaald een fortuintje was voor
H. B. S. By de Landmacht was de
plaats van luit. Kuipers nu inge
nomen door den H. F. C. er Klein.
Het spel was meer verdeeld, van
beide zyden werden nu aanvallen
gedaan. Appel, de H.B.S.-linksbuiten,
onderneemt een paar maal een snelle
ren langs de lyn, doch het binnen
trio ziet geen kans een zyner voor
zetten t.e benutten. Kramer weet
zelfs naast te schieten, als hij alleen
Damme nog voor zich heeft; Klein
herhaalt hetzelfde aan den anderen
kant. Blinkhof doet het echter beter:
als de H. B. S.-achterhoede veel te
ver opgedrongen is en Jan den bal
toegespeeld krijgt, gaat hij er op z'n
eentje vandoor en schiet van dichtbij
in. (2-0).
Het spel blijft op en neer gaaD,
beider dooien beleven gevaariyke
momentenenkele goede kansen
worden nog door beide partyen ver
prutst een kopbal van Blinkhof
verdient in deze periode beter lot,
evenzoo een schot van een der
H. B. S.-spelers. De rechtsachter der
L. weet tweemaal de situatie te
reddeD, door bijtyds uit te trappen.
Oader groote spanniDg floot daarop
de scheidsrechter het einde van een
alleszins emotie vollen wedstryd
de slappe momenten dan uitgezonderd.
Da Militairen wonnen verdiend; o.i.
had 8-1 juister verhouding geweest.
Na afloop reikte de heer Letschert,
de voorzitter der H. F. C., onder een
toepasselyk speechje waarin hy o.a.
liet uitkomen, dat de Militairen niet
alleen de sterkste spelers uit de Mil.
competitie waren, maar ook getoond
hebben de baas te zyn van de plaat
selijke burgervereenigingen, waardoor
hen met recht toekwam den titel van
kampioen van Den Helder aan
den heer Damme, aanvoerder van het
Landmacht XI, de zilveren draag
medailles uit.
De captain der Militairen beant
woordde deze toespraak en stelde
in uitzicht een revanchewedstryd
tusschen zijn elftal en H.F.C. Een
driewerf hoera besloot beide toe
spraken.
Een ieder keerde daarop zeer vol
daan huiswaarts.
en vrees brengt. Waar is de jonge
Rupert van Hentzau de jongen,
die my zoo dicht naderde, dat bij my
kon slaan? Als zyn naam in mijn
gedachten komt, voel ik myn handen
jeuken en myn bloed zich sneller
bewegen: en mijn „voorgevoel"schynt
sterker te worden, en my in het oor
te fluisteren, dat ik met den jongen
Rupert nog niet gereed bendaarom
oefen ik mijzelf nog op de wapenen
en tracht ik den dag te verschuiven,
dat het élan myner jeugd my zou
moeten verlaten.
Eens per jaar komt er afwisseling
in myn rustig leven. Dan ga ik naar
Dresden en ontmoet daar mijn lieven
vriend Fritz van Tarlenheim. Den
laatsten keer kwam zijn aardige
vrouw Helga mee en met haar een
kleine, snoezige baby. Dan zyn Fritz
en ik gedurende een week by elkaar
en hoor ik al wat er in Strelsau
voorvalt. In de schemeruren, als we
samen wandelen, spreken we over
den ouden Sapt, en over den koning,
heel dikwyis ook over den jongen
Rupert; en als het byna donker is,
spreken we eindelijk over Flavia.
Want elk jaar brengt Fritz een kleine
doos naar Bresden mee; daarin ligt
een roode roos, en om den steel dier
roos, is een strookje papier gewikkeld
met de geschreven woorden
„Rudolf-Flavia—altyd." En zoo'n
zelfde geef ik hem mee terug. Die
boodschap, en het dragen der ringen,
is alles wat nu nog de koningin van
Ruritanie en my bindt. Want
en hierover eer ik haar nog meer
INGEZONDEN.
De Centrale Keuken, und kein Ende.
Zeer geachte Redactie.
Is het niet al te onbescheiden, als
ik u nogmaals een plaatsje vraag, ja
eigeoiyk een plaats, ter beantwoor
ding, thans van de H.H. Michels en
Sehoeffelenberger Zoo niet, dan be
tuig ik u gaarne myn baiteiyken
dank.
Mag ik beginnen met den heer Scb.?
Ook ik mis tot nu toe het voorrecht
den heer Sch. persoonlijk te kennen,
maar evenals by couranten-buweiy-
ken, zou ik den heer Sch. willen
vragen voorloopig maar genoegen te
nemen met de kennismaking langs
dezen meer en meer gebrutkeiyken
weg. 't Gaat toch hier niet om de
personen, maar om de zaak.
Geachte heer Sch., wat zyn mis
verstanden toch iets afachuweiyks,
hè? Eerst, versta ik umis,nietwaar,
en nu u mij weer. Hoe jammer toch,
want als wij elkaar begrepen, dan
zouden wy misschien het samen zoo
aardig kunnen boeren, ondanks uw
s.d.a.p. er zyn, want daar vraag ik
niet naar, slechts de mensch Sch.
interesseert my.
Maar misschien heb ik een gegronde
verontschuldiging voor myn u-niet-
begrypen. Want zietl In den aanhef
van uw vorig ingezonden stuk toont
gij u voorstander van een modern
bedryf. Dat is uw recht. Maar aan
het slot wilt gy gaan prutsen met
ala schoollokalen ingerichte lokali
teiten. Prutsen, wat aan den „Volks
bond" is verweten, met haar tegen
woordig bedryf, dat slechts een proef
betrof, in een zeer primitieve woning
ondergebracht.
Ea nu deze vraag aan den heer
Sch.Wie heeft in Den Helder van
de keukenkwestie er een gemaakt
van partij politiek Da s.-d. voor
vechters. Ik ben in het bestuur der
keuken gekomen uit belangstelling
voor deze volkszaak, omdat ik
meende mijne ervaring op het gebied
van voedselbereiding in het groot,
niet aan deze zaak, als zy noodig was,
te mogen onthouden. En my bleek
toen dadelijk, dat de oprichters ge
tracht hadden voeling te houden met
de soc.-democratische voormannen.
Maar deze uitverkoren volksverzor
gers onthielden zich van daadwerke-
ïyken steun, 'c Waarom laat ik aan
henzei ven ter beantwoording.
Het streven van de bestuurders der
keuken was steedsde keuken is en
moet biyven een volkszaak, in den
ruimsten zin des woords. Ieder moet
er terecht kunnen, ieder zonder
onderscheid. Is het nu de drang der
s.d.a.p. geweest, die hier de keuken
tot stand bracht of heeft hier niet
eerder de s.d.a.p. of juister hebben
niet s.d.a.p/ers, de keuken tegenge
werkt, althans haar medewerking
onthouden
Hier in Den Helder is ontegenzeg-
geiyk niet van de s.d.a.p. het initiatief
uitgegaan, noch voor de stichting
noch tot verbetering vanj de keuken.
Want het tegenwoordig bedryf is van
stonde af beschouwd ala een noodhulp,
ea van den eersten dag af aan, was
oprichting van een flink, ruim bedryf
de wensch van den „Volksbond", die
hierby de gemeente zelfs vóór was.
Aan den heer Sch. nog deze op-
merking. Ik schreef, dat ik niet
begreep hoe eene moderne keuken
in een als school in te richten ge
bouw, kon worden ondergebracht,
maar ik zei, dat dit aan my zou
liggen en ik het dus gaarne van den
heer Sch. zou leeren. Maar de heer
Sch. is niet zoo vriendeiyk hot my te
leeren. Hy laat mij, arme, liever
onwetend en gaat wat praten over
traktementen van onderwyzers en
commissarissen van- politie. Ik wil
hem wel bekennen, dat ik bet daar
omtrent geheel met hem eens beD,
al ben ik geen lid van de s.d.a.p.,
maar ik vraag, wat dit met de keuken
heeft te maken?
Zie, dan is de heer Michels toch
veel vriendeiyker. Daze toch meent
te weten, hy neemt zulks tenminste
aan, dat ik van de eiacheD, die by
aan een socialistische maatschappij
stelt, geen flauw begrip heb, noch
zelfs getracht heb er iets meer van
te begrypen, dan thans het geval
blijkt te zijn. (Uit mijn ingezonden
stuk vermoedelyk). Dies, zegt de heer
M., zal ik hem een lesje geven, on
gevraagd. Dwingt ze om in te gaan,
heeft bij vermoedelyk gedacht. Zie,
dat is vriendelijk en tegemoetkomend.
Maar heer M., ik wil u dan wel
mededeelen, dat ik heusch getracht
heb, wat meer van de soc. dem. le
vensbeschouwing te weten te komen
dan gy vermoedt. Misschien vindt ge
dat voor een militair, een officier
nog wel, vreemd, maar 't is nu een
maal zoo, dat ik behoor totdiemen-
schen, die meenen niet, zonder voor
afgaande kennisneming eens anders
beginselen, deze te mogen verwerpen,
zij is gegaan waarheeD haar plicht
tegenover haar huis en haar land
haar leidde, en is nu de vrouw van
den koning, wiens onderdanen zij tot
hem brengt door de liefde, welke zy
haar toedragenvrede en rustige
dagen geeft zy aan haar volk door
haar ongeëvenaarde zelfopoffering.
Er zyn oogenblikken, waarin ik daar
aan niet durf te denken, maar daar
zyn andere momenten, dat ik God
dank de edelste vrouw ter wereld te
hebben mogen beminnen, en dat er
niets is in myn liefde, dat haar in
haar plicht te kort doet schieten.
Zal ik haar gelaat nog eens weer
zien het bleeke gelaat en het
schitterende baar Ik weet het niet
mijn hart heeft geen voorgevoelniets
duidt het aan. Ik weet het niet. In
deze wereld, misschien neen
zeker nooit. En zou het mogeiyk zyn,
dat daar, waarvan ons verstand geen
denkbeeld nog heeft, zy en ik elkander
nog in ongestoorde liefde mogen
bezitten Dat weet ik nieten wyzer
menschen dan ik kunnen bet ook
niet zeggen. Maar zoo het moet zyn
van nooit als ik nooit meer met
haar spreken kan, noch haar gelaat
aanschouwen, of van haar heur liefde
hoorenwelnu, dan wil ik aan deze
zyde van het graf leven als het past
aan den man, dien ztj bemint; en
aan de andere zyde, moet ik dan
vragen om- een droomloozen slaap.
Einde.
doch ze nochtans eerbiedigen, zy
het dan ook zoo noodig bestryden.
En het heeft my alleen maar ge
weldig gespeten, dat noch uw par
tijgenoot Duys, noch Thomassen erin
geslaagd zyD, nog slechts weinige
weken geleden, mij te overtuigen van
d6 levengevende kracht, die in een
goed beginsel aanwezig moet zijn.
Ja, ik, die geen s.d.a.p. voorstander
ben, geloof u te mogen zoggen, dat
uwe beginselen wellicht nog meer
moois bevatten, dan gy en uwe par-
tygenooten er uit weten te baleD.
Maar laat ik tot de keuken terug
keeren, Mynheer de Redacteur.
De heer M. had van de keuken-
commissio verlangd, een overzicht
van de bedryfskosten. Waarom is de
heer M., die daartoe als raadslid steeds
welkom zou zyn geweest, nooit eens
komen vragen naar den gang van
zaken, waarom heeft hij, die nu kri
tiseert, ons niet eens beter ingelicht
ala wij het verkeerd deden, dat ware
de volkszaak dienen geweest. Niet
praten heer M., maar helpen, doenl
Nu is de heer M. ééns in de keuken
komen kyken en roept uit: ,'t Is
er een smeerboel". Ik spreek dit te
gen, noem het een leugen. Ter eere
van kok en bykok en de beide juf
frouwen verklaar ik gaarne, dat ik
steeds bewonderd heb, dat zy deze
zoo weinig voor het doel geschikte
lokaliteiten, zoo uiterst zindelyk wis
ten te houden.
En nu zegt de heer M., dat wij
(de keuken commissie) een minder
mooi modern bedryf prefereerden
om de soc. democratische idoaal-
keuken der toekomst reeds van te
voren het geboren worden te belet
ten.
Neen mynheer M. Da opdracht door
B. en W. aan de commissie verst.'ekt
liet ons geen keus. Die opdracht vroeg
eene begrootiDg aan de hand van een
keukenontwerp, dat niet door de com
missie, maar door den gemeente
bouwmeester, in opdracht van B. en W
was gemaakt.
Onze commissie heeft zich dus strikt
aan hare opdracht gehouden.
Ik staar me niet blind op f 25.000.—
meer of minder, wanneer het meer,
noodzakelyk is. Maar dan moet die
noodzakelijkheid worden aangetoond.
En in verband daarmede herhaal ik,
dat eene inrichting als die te Amster
dam te prefereeren is, wanneer het in
de bedoeling ligt een permanent be
dryf te stichten of een bedryf, dat
althans zoolang zal bestaan, dat bet
voordeel der goedkoopere exploitatie
opweegt tegen de hoogere inrichtings
kosten. Maar zoolang ala dit niet zeker
of minstens waarschljniyk is, mag van
de kas van een gemeente als den
Helder een dergeiyk offer niet wor
den gevraagd.
Hierom draait deze geheele kwestie
en de het andere is politieke franje.
Ten slotte nog dit.
Ja, mynheer M. ik ben wiedes en
gochem genoeg te weten dat de toe
zegging van B. en W. aangaande het
tekort der keuken, den raad wettelijk
tot niets bindt. Maar ik ben er even
eens van overtuigd, dat U, evenals ik,
naast wetteiyke, ook moreele ver
plichtingen kent, erkent en waardeert.
Welnu, B. en W. mogen nu hier,
in het welbegrepen belang der ge
meente, wat voorbarig zijn geweeat.
Hadden zij eerst den raad gevraagd
toestemming te geven tot het nemen
van een proef met een keuken, de
raad zou die toestemming met volle
steun van U en de Uwen beslist ge
geven hebben en de gemeente zou
veel duurder nog zyn uit geweest.
Houdt u dit voor oogeD, dan mis
schien erkent U thans met my de
moreele vorplicbting van den raad,
om na behoorlyke inzage van het
gevoerde flnancieele beheer der Keu
ken, het te kort door de gemeente
te doen overnemen.
Met excuses voor myn uitvoerigheid
mynheer de Redacteur.
Hoogachtend,
A. Ch. van Oorschot.
UIT DEN OMTREK.
Wierlngan.
In 't lokaal van den heer J. Lont
hield de afdeeling Den Oever van den
Bond voor Staatspensionneering j.1.
Zaterdagavond een algemeene ver
gadering, onder leiding van den heer
L. Spaander.
Na opening, lezing en goedkeuring
der notulen, had bestuursverkiezing
plaats. Het geheele bestuur werd
herkozen, n.1. de heeren L. Spaander,
C. M. Tysen, J. Koster, D. W. Tysen
en M. J. Kuyt.
De rekening van den penning
meester werd accoord bevonden met
een batig slot van ruim f 14,—het
welk nog verhoogd wordt met de
contributie van 1816 welke tot heden
nog niet opgehaald was.
Besloten werd by 't ophalen der
contributie de leden een ex. van het
zangbundeltje „Sta op voor de grijs
heid" aan te bieden. Uit deze
liederenbundel zullen eenige nummers
op de groote meeting welke 26 Aug.
te Hippolytushoef gehouden zal
worden, worden gezongen. Besproken
werd verder om wat meer vergade
ringen te houden tot opbeuring van
't vereenigingsleven en moeite te doen
eens een spreker van buiten tekrygen.
Tot afgevaardigde naardealgemeece
vergadering op 7 Aug. a.s. te Utrecht
te houden werd gekozen de heer L.
Spaander, welke zich hiertoe bereid
verklaarde.
Hierna sluiting.
De alhier uit zee aangebrachte
strandvondery-goederen, bestaande uit
verschillende houtwaren, een pak
rubber, een kist puik vet, 6nz., enz.
zullen op Donderdag 19 Aug. as. in
't Hotel van den heer D. D. Lont,
door den heer Burgemeester-Strand
vonder publiek worden verkocht.
Na herhaalde oproepingen geplaatst
te bebbon, hebben zich thans op
verhoogd salaris voor hoofd der O. L.
school te Westerland 2 sollicitanten
aangemeld.
De wol, welke hier evenals elders
van regeeringswege werd opgevor
derd, moet deze week aan de
Commisaionnairs de heeren Kaan en
De Haan worden afgeleverd. De
kwantiteit is evenals voorheen, doch
de kwaliteit veel minder, le soort
treft men niet veel aan, wel 29 en 3e.
Over 't algemeen klaagt men dat de
wol dit jaar licht in gewicht is.
buizen.
jassen.
jassen.
jassen.
jassen.
pantalons.
pantalons.
jassen.
pantalons.