GEMEENTERAAD VAN HELDER, BRIGITTE gehouden op Woensdag 3 October 1917. des avonds 8 uur. Afwezig de heeren Van Neck (met konnisgoving) en Zander. I. Notulen van 4 en 12 September 1917. Goedgekeurd na eene opmerking van den beer Grünwald. Ingekomen stukken en mededeellngen. II. a. Bericht van aanneming der be noeming van H. Beem en D. Blom als onderwyzerB aan school 8. b. Prov. Blad no. 88 van 1917, houdende o.a. besluit van Ged. Staten tot nadere regeling van de jaarwedde van don Gemeenteontvanger en tot voorloopige vaststelling van den pensioen grondslag van dien ambtenaar c. Goedkeuring van Ged. Staten op het Raadsbesluit van 21 Augustus 1917, tot aankoop van 0.99.90 H.A. grond achter de Kerkgracht van O. Pool-Wielick. Voor kennisgeving aangenomen. d. Adres van mej. A. H. van Aken tijdelijk onderwijzeres aan Bchool 5, houdende verzoek haar voor het bezit der hoofdakte in het genot testellen van de toelage ad. f 160. per jaar. Gerenvoyeerd naar B. en W. om prae-advies. Grondbedrijf. III. Voorstel tot vaststelling eener VerordeniDg op het Gemeentelijk Grondbedrijf. (Held. Crt. 2 Oct.) De heer Biersteker vraagt of do bedoeling is in de volgende raads vergadering deze commissie te be noemen. De Voorzitter ant woordt bevestigend, en de heer B. dringt op spoed aan. Een speciale verordening zal voor dit bedrijf wor den ontwórpen. De heer M i c b e 1 s merkt op, dat bet eenige punt waarover te discus- siooreu is, juist door B. eu W. blanco golaton is, n.I. de vraag hoe die gronden geëxploiteerd zullen worden. Wanneer achten B. en W. den tyd gekomen, dat de exploitatie vrucht dragend kan zijn, vraagt spr. De verordening zelf laat de vraag niet geheel blanco, daarin wordt zy be handeld. De soc. dem. fractie staat op het standpunt, dat de gemeente gronden, die zij eenmaal heeft, nim mer moet verkoopen. Blijkens hun advies deelen B. en W. ook wel die meeniDg. Spr. vraagt of de kwestie in erfpacht geven ot niet spoedig aan de orde komt. De Voorzitter zegt datde ver ordening zich aan beide gevalleo aanpast. De commissie, die het grond bedrijf beboeren zal, zal de richting aangeven, waarin dit moet worden gestuurd. De heer Biersteker merkt op, dat de vraag van den heer Mtchtls zeer juist la. Laat men zich eens ver gewissen van den toestan in andere gemeenten, wat wij er hier van weten, berust op theoretische gronden. In verschillende plaatsen bestaat reeds een grondbedrijf bet nog lang niet eer.8 met de kwestie der erfpacht, Spr. dringt er op aan, dat de Commissie, alvorens mot plannen te komen de zaak in studie neemt. De heer M i c h e 1 s had niet be doeld de vraag thans uit te maken, dringt aan op spoedige benoeming eener commissie. Do Voorzitter zegt, dat zij zoo mogelijk in de volgende vergadering benoemd wordt. De heer Biersteker vraagt om beter te willen vastleggen in de verordening dat de cooutoisaio met nadere voorstellen kan komen; men loopt thans een gszins vooruit op wat men wenscht. De Voorzitter antwoordt, dat er hier sprake ia van verschillende soorten grond en dat men daarom deze indeeling gemaakt, heeft. De Raad kan later in groepen verdoelen. Da verordening wordt met alge- moene stemmen aangenomen. Varordening pellen enz., mosselen. IV. Voorstel tot vaststelling eener Verordening op hot pellen, koken en zouten van mosselen en garnalen. (Held. Crt. 29 Sept.) Hierop zijn ingekomen een tweetal adressen van ingezetenen om deze industrie niet te verbieden. De heer Bok vindt de verordening, zooals zij is, te straf. Huisindustrie, vooral binnenskamers, werkt niet gunstig, maar om haar geheel te verbieden keurt spr. af. Spr. dient een auiondomcDt io, strekbende om deze huisindustrio te verbieden in de wo ning, maar haar toe te laten in een schuur of aangrenzend gebouw. Daaraan vastgekoppeld kan dan een verbod van kinderarbeid. FEUILLETON. DOOR MARIE HOEFFELMAN. 88). „U moet het mij ten goede houden, Monsieur do Lódoc, maar ik wil graag de ^jldoening hobben zelf en alleen voor mijn vrouwtje te zorgen en ik ben er zeker van, dat Brigitte dit ook liever zal willen." .Maar als nu do advocatery eens ,0 dan - als 't zoover mocht komen, waarvoor de hemel mij be hoede, dan zal 'k bij u aankloppen, voor ba&r." De oude heer stak Gondard de haDd toe, die deze hartelijk drukte. „Het spijt me. mijn jonge vriend, maar toch - ik acht er je te hooger om. Maar óóa ding nog," ging do Baron voort, „ik blijf vaat besloten om, als er conmaal een kleine Qondard zal z(jn, te doen, wat ik me heb voor genomen. Onthoud dit goed." „Welnu, betzij zjo,daar heb'k dan niets op tegen." „Hoe oud ben je, Gondard?" „Zes en twintig." „Jo weet toch, dat Brigitte twee en twintig is?-' Gondard knikte. ,'k Behoef je natuurlijk niet te zeggen, dat 'k vol vertrouwen mijn Hef ploegkind aan je zal geven.". „Neen, Monsieur de Lédóc, dat is niet noodig," zei Gondard hartelijk. De beer Adriaanse heefc be halve deze, ook nog andere bezwaren tegen de verordening. Zij ontneemt aan een deel der gemeentenaren een belangrijke bijverdienste. Verleden jaar bedroeg die niet minder dan f60.000 en dit kwam ten goede aan overigens behoeftige gezinnen. Ia tal van plaatsen wordt deze industrie op dezelfde wijze uitgeoefend als bier geschiedt. De billijkheid vordert, dat B. en W. onderzoeken of hier niet wat anders op kan worden gevonden. Ook de groothandel wordt gedupeerd door het verbod. Onlangs is eene economische commissie geïnstalleerd, wier taak het is het economisch leven van den Helder in and are banen te leidenwel eigeDaaardig ia het, dat nu deze industrie den kop wordt ingedrukt. De betrokkenen zelf hebben geen gelegenheid andere maatregelen in deze te treffen. De heer Baak onderschrijft veel van hetgeen de heer Adriaanse zegt. Spr. Btaat niet op het standpunt, dat deze industrie moet worden bevorderd, die vooral voor jonge menschen nadee- lig is. Ook de huizen zelf worden er sphier onbewoonbaar van. Maar kan de verordening biet zóó worden, dat deze tak van industrie blijft gehand haafd en deze verdienste den men schen niet wordt ontnomen? De heer Biersteker boort met verbazing deze redeneerlDgen aan. De beeren zeggen allen, dat huiaar- beid uit den booze is. Maar ze bomen met tal van bezwaron en vragen B. en W. maatregelen te willen ne men. Laten de heeren dan zelf met voorstellen komen, die taak is niet aan B. en W. Het ia niet waar bo vendien dat het grootbedrijf geschaad wordt, dat grootbedrijf moet dan maar zorgen voor eene behoorlijke gelegen heid ervoor. Men vergete toch niet, dat het hier een belangrijk stuk so ciaal werk betreft, dat ook voor de volks-bygiêne van belang is. Do heer Baak roept uit, dat weet ik I Welnu, laat hij dan ook vóór het advies vaa B. en W. stemmen. Wij moeten de grootindustrie dwingen om voor eene behoorlijke gelegenheid te zor gen tot het pellen etc. der garnalen. De heer Spruit sluit zich bij deze woorden aan. Het groot bedrijf past zich Wel aan den toestand aan men zit nu al uit te kijken naar hetgeen de Raad zal doen. De heer Baak wil op den voor grond zetten, dat hij geen voorstander is van huisarbeid. Spr. bedoeling was alleen, aan den Raad te vragen, of men de menschen niet dwingen kon naar eene goede gelegenheid uit te zien. Misschien hebben deze debatten aan de zaak goed gedaan. De heer Adriaanse protesteert tegen hetgeen de heer Biersteker zeide. Die heer sprak als autoriteit, en praat alsof alle vorige spr. voor standers van huis industrie zijn. Wij vroegen of deze zaak niet in andere banen kon worden geleid. Menschen uit de praktijk, die spr. erover sprak, zelden dat het niet ging zooals wordt voorgesteld. Voor don bouw van een pakhuis is kapitaal noodiger is er hier trouwens al een ingericht, maar het is afgekeurd door B. en W. Garnalenpellen is niet zoo gemakkelijk in een schuur te doen, men moet een verwarmd vertrek hebben. Is het niet verkeerd zoo vlak vóór het seizoen deze zaak te willen onthalzen? vraagt spr. Stel dan tenminste een termijn, dat men behoorlijk maat regelen kan. nemen. De heer B o k is ook niet gesticht over wat de heer Biersteker zeide. Spr. wil de industrie voor kinderen afschaffen, maar jaiat voor oude mon schen, die daarin eene bijverdienste hebben, behouden. Het zijn menschen, die haar noodig hebben Geroep: Nietwaar! De heer Bok handhaaft zijn voor stel. Een centrale inrichting is ook maar niet zoo gereed. Dan hadden we in April moeten beginnen. Thans gaat de industrie verloren als we deze verordening aannemen. De Voorzitter zegt, dat het lang een punt van overweging is geweest of men deze voorstellen zou indienen of niet.. B. en W. waren overtuigd van de groote voordooien voor de gemeente. Tenslotte heeft de overweging, door den heer Biersteker naar voren gebracht, den doorslag gegeven. Wat de indiening betreft, in het seizoen was niet goed, vóór het seizoen is niet goed, thans is na afloop van bet Beizoen ook niet goed. Wanneer dan De heer de Geus wijst er op, dat in den laatsten tyd de toestand zich verergerd heeft. Op de Bassin gracht werden kokerijen opgericht, die niet voldeden aan de eiacben. De door den heer Adriaanse genoemde kwestie met den heer Plaatsman was „Het doet me intusachen Innig leed, dat ze me gaat verlaten. Ik ben zoo aan haar gehecht, en, als men zoo oud is als ik, schikt men zich minder gemakkeiyk in een scheiding." „Wy zullen dlkwyia en lang by u komen." „Ja maar toch ik zal haar erg missen, ze is het zonnetje in m(jn huis en ik zou een eigen doch ter niet liever kunnen hebben dan ik haar heb." Gondard kon zich dat best begrijpen. „Je hebt baar lief, myn vriend. Wees goed voor baar en geduldig en hoop met my, dat ze ook voor jou spoedig zal zijn, wat je wenscht." De oude heer, by deze woorden, keek Gondard vast aan en deze be greep de beteekonis van dien blik. Diepe weemoed verspreidde zich eens klaps over zijn sympathiek gelaat.- „Kom," zei de Baron, „ga mee; over een paar uur is de tyd van vertrekken daar, ik wil Jo die weinige oogenblikken niet van haar goscheiden houden." Het rytuig, dat Gondard naar Bordeaux zou brengen, stond klaar voor het terras, hij zelf In de vestibule, zyn arm om Brigitte heen. HiJkeek haar ernstig aan „Ik ga nu van j-o weg, kind, voor twee lange maanden. Zul je veel aan my denken? je er vertrouwd mee maken, dat ik je dan kom balen?" Ze knikte. „Ik zal je dikwyis achryven, mijn lieveling. Is 't goed ook aldus, dat deze heer niet voldeed aan de verordening. Niettemin hebben B. en W. het bsdryf, voor dat seizoen, gehandhaafd, daar men hem gten schade wilde berokkenen. Het moet thans zóo worden, dat de groothandel maatregelen neemt om den toestand in orde te krijgen. Er zullen bij eene regeling als deze altijd eenigen zijn, die schade lijden. Dat kan niet anders. De heer K r y n e n kan zich met het voorstel in hoofdzaak vereenigen. Spr. zou gaarne in art. 1 eene wyzi- ging gebracht zien, omdat garnalen koken foiteiyk hier buiten valt Dat is geen huisindustrie. De heer Adriaanse antwoordt >o Voorzitter, dat z.i. de tyd thans slecht gekozen is. Het seizoen loopt van Nov. tot Juli, dus thans is hst eene maand voor het begin. Spr. stelt voor de inwerking treding to doen geschieden op 1 December, dan heeft men althans eenige voorbereiding. Wat de heer de Geus zegt is juist, maar 'dit vereischt kapitaal. Het is zeer goed mogeiyk, dat men zich aan den toestand zal aanpasseD, maar op bet oogenblik is het eene ramp voor de betrokkenen. De Voorzitter deslt in dit ver band mede, dat onlangs eene mossel- contróle is opgericht, waarvan spr. mede bestuurslid is. Mogelijk dat die vereenlgiDg iets kan doen. Da beer De Zwart ondersteunt het voorstel Adriaanse om de in werkingtreding te bepalen op 1 Dec. a.s. Ia Btemming komt nu art. 1 met het amendement Krljoen. Aangezien de geheele redigeering van de .ver- ordeniug een amendement van dit artikel niet toelaat, wordt besloten aan art. 2 toetevoegeD, dat de ver ordening niet van toepassing is als het koker: voor eigen vangst, ge schiedt. In een nieuw art. 5 wordt dedatum van inwerkingtredingd Dec.) vastgelegd. Aldus in stemming gebracht, wordt de verordening mot alg. st. aange nomen. Werkloosheidsbesluit 1917. V. Oütwerp brief aan den Minister van Waterstaat inzake de in het Werkloosheidsbesluit 1917 vervatte regeling. (Held. Crt. 2 Oct.) De heer De Zwart kan in hoofd zaak met dit ontwerp meegaat), zou echter gaarne sterker zien uitge sproken, dat. de gemeente zich niet tegen centralisatie verzet, maar slechts tegen het op de schouders der ge meente leggen van de lasten. Spr. stelt voor er de causule in te voegen „de,kosten voor bót Ryk". De beer De Geus meent, dat dit van geen praktisch nut is, omdat dit stelsel altyd gevolgd wordt door het Ryk. De bedoeling ervan is dat de gemeenten niet te lichtvaardig tot iets overgaan, dat kosten meebrengt. Het ontwerp brief, met toevoeging De Zwart, wordt aangenomen. Gem88nte-begrooling 1917. VI. Voorstel om de gemeeütebe- grootiog voor 1917 opnieuw vast te stellen, in verband met het Koninklijk Besluit, houdende oDgegrondverkla ring van het beroep, ingesteld tegen de beslissing van Ged. Staten dezer provincie, waarbij goedkeurlDg aan die begrootiDg ia onthouden. B. en W. merken hieromtrent o.a. op: Bij Koninkiyk Besluit is ongegiond verklaard het beroep, ingesteld tegen de beslissing der Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, waarbij goedkeu ring is onthouden aan de begrootiDg onzer gemeente voor 1917. Hiermede is niet beslist, dat de gemeente geenerlei uitkeering uit de opbreDgst der Oorlogswinatbelast ing zal_ outvangen, maar wel wordtdaar- door het Gemeentebest uur gedwongen de begrooting voor 1917 zoodanig te wyzigen, dat daaruit niet bepaaldelijk biykt, dat cp het ontvangen van ecu dergelijke uitkeering gerekend wordt. Wij meenen over deze kwestie thans niet in nadere beschouwingen te moeten treden, welke slechts een herbaliüg zouden kunnen zijn van betgeen reeds vroeger w-rd opge merkt.. By de begrooting voor 1918, 'welke Uwe vergadering thans spoe dig zal bereiken, zullen wij gelegen heid vinden om op den geldelljken toestand onzer gemeeutë nader in te gaan. Waar thans geen andero weg open staat, dan de begrooting aldus te wyzigen, alsof het geraamde tekort, dat woidt gevormd door do uii va ven ingevolge de Distiibutlewet 1916, uit de opbrengst eener goldleeniDg zou worden bestreden, biyffc slechts ter beantwoording over de vraag, of nopens den termyn binnen welken de te sluiten leeniDg c q zal moeten worden afgelost, tegelijkertijd een beslissing dient te worden genomen. Wy meenen deze vraag ontkennend te mogen beantwoorden. De geldeiyke toestand onzeT gemeente is te moeilijk dan dat het wenscheiyk kan zijn in dezen door een beginaeluitspraak te anticipeeren op de definitieve be slissicg, welke nog niet aan de orde is. B. en W. stellen derhalve gan den Raad voor de begrooting voor het dienstjaar 1917 opnieuw vast te stellen, met een leeningpost van f 75.000.— voor het bedoeld bedrag. Het Kon. Besl. is o. a. gebaseerd op de volgende overwegingen dat er naar het oordeel van GlhI. Staten geen zekerheid bestaat dat eene zoodanige bijdrage n.1. f 75.000.— als bydrage uit de O. W.-belaating, zal worden verleend en dat ook Burge meester en Wethouders van Helder, desgevraagd, hebben verklaard, die zekerheid niet te kunnen gevendat, wat hiervan zyn moge, elke redeUjke grond ontbreekt om die bydrage te ramón op het daarvoor op de be grooting uitgetrokken bedrag; dat zy op grond daarvan tegen de raming van dien post bezwaar hebben ge maakt en in overweging hebben gegeven ter bestryding van het tekort de opbrengst te ramen 6ener. geld- leening, indien de gemelde bydrage werd verleend, betzy niet zou be hoeven te worden gesloten, hetzy geheel of gedeelteiyk uit die bydrage zou kunuen worden afgelost; datde gemeenteraad van Helder evenwel niet bereid is bevonden aan dien wenk gevolg te gevendat de be grooting thans niet kan geacht worden sluitend to zyn dat de Gemeenteraad in beroep aanvoert, enz. overwegende dat door Gedeputeerde Staten van Noord Holland terecht is aangenomen dat op de begrooting der gemeente Helder voor den dienst 1917 geen evenwicht tusschen de ontvangsten en uitgaven bestaat, omdat. Rijksbijdragen, dio niet zyn verleend of waarvan het verleenen niet op goede gronden mag worden tegemoet gezien, niet oüder de ont vangsten hadden mogen worden op „Ja." „En mag 'k van jou ook een enkelen brief verwachten Zy wilde antwoorden, maar by belette hot haar. „Wacbt even, myn kind. Begryp me goedje moogt me niet schry ven, als je my niet alles kunt geven. AUeeD daD, wanneer je my er in kunt zeggen, dat je me liefhebt, zooals een vrouw den man moet beminnen, wien ze haar geheele leven wil toebebooren, wil ik een brief van ja hebben, anders niet. 'k Wil weten, wat jo brieven waard zijn." Brigitte keek naar hem op, haar mooie oogen in tranen. „Lieveling, heb je me goed be grepen vroeg by. „Ja." „Maar nu moet ik weg. Als 'k dus een brief van je kryg, dan weet ik wat er in staat, voor 'k hem ge opend heb Zll antwoordde niet.. „Nu dan, myu lieveling, adieu en tot weerziens." Hy drukte haar onstuimig aan zyn borat, kuste haar lang en innig. Dan liet by haar los, snelde by de deur uit, sprong, zonder meer naar haar om te zien, in het rytuig, dat dadeiyk wegreed. Brigitte, ontroerd, bleef nog staan. Door de glazen deuren keek ze 't rytuig na, dat hom wegvoerde. Sael verwijderde het zich tusschen het. zware geboomte der kaatanjelaan, die recht voor haar uit somberde ouder vaalgryze mistlucht, in de verte eveu hebben goedgevonden en verstaal* het ingesteld beroep ongegrond te verklaren. De heer M i c h e 1 s neemt de ge legenheid waar om aan B. en W. een woord van hulde te brengen, dat zij de begrooting hebben ingericht zooals wy gaarne wilden en daarop niet plaatsten een tijdelijke geldleening, maar eene definitieve. Het ia goed, dat B. en W. ruggegraat toouen. Spr. verwacht wel, dat deze post niet zal worden goedgekeurd door Ged. StsteD, maar zij kunnen nu men, dat wy niet van plan zyn om de lasten hiervoor over 5 jartn te doen drukken op de belastingschuldigen. De heer Biersteker vraagt hoe het met de andere vorderingen staat die we op het Ryk hebben. Da Voorzitter zegt, dat juist, de oorlogsuitgaven voor ons de meeste kans geven om wat van de O. W. belasting te krygen. Maar andere crisis uitgaven rekent men daaronder niet, alleen de post afsluitiug Held. kanaal, faecalien, verlies kanaal geldon, o. t. q De voordracht, wordt met algemeene stemmen op 1 na, (de héér Over de Linden stemt blanco) goedgekeurd. Pensioen P. Oetelmans. VII. Adres van P. Oetelmans, hou dende verzoek tot verbooging van zyn pensioen van f 285.— tot op f 339.-. Aangenomen. Aankoop grond. VIII. Voorstel tot aankoop van 0 61.50 H.A. grond, grenzende aan de Da Ruyterstraat voor f 1.50 de M*. (Held. Crt. 29 Sept.) Dsheer Over de Linden merkt op, dat het gevaar, dat te eeniger tyd 's Rijkswerf verdwijnt, niet denk beeldig is. Daaruit ontstaat een groote teruggaDg van bevolking, ontvolking, overcompleet van woningen, etc., en de inkomsLeu dalen. Spr. geeft in overweging het voorstel tot aankoop vaa grond achterwege te latener ie goen behoefte aan meerder terrein, en als de werf weggaat, is er naluur- iyk minder behoefte aan woniDgen- Spr. vraagt het voorstel van do agenda to voeren en wonaebt inlichtingen over de bedrageD, die van het Ryk geleend zyn vour woningbouw, de aflossing, renle, enz. hiervan, opdat wy een beeld krygen van den slechten floancieelen toestand. De Voorzitter antwoordt, dat de economische commissie ingesteld is niet omdat we bat-g waren, dat de werf weg zou gaan, maar om niet afhankeiyk te zijn van de werf. We hebben thans alles op één kaart gezet. Niets echter wyst op inkrimping van 'a Rijkswerf, wel daarentegen op uit breiding. Maar als men wanhoopt aaa het voortbestaan der gomeente, oplichtend tegen achtergrond van open straatweg. Toen het verdwenen was, om den boek, keerde zy zich om, liep ze snikkend naar baar kamer. Ze wist het nuhoe lief en voorkomend zy obk was, voordat haar hart, geheel rein, aan hem alleen behoorde, zou ze niets bereiken, hem niet het geluk kunnen geveD, waarnaar by zoo heftig verlangde. „O, kón 'k hem maar liefhebben, zooals hy 't verdient." Een maand was verloopen. 't Was op eou donkeren Februari namiddag, dat Gondard in zyn eenvoudige, maar gemakkeiyk ingerichte studeorkamer zat. Hy werkte niet. Peinzend, de hand onder 't hoofd, staarde by naar buiten, naar de grauwe luchten, die hingen boven de sombere Rue Cau martin, waar hy woonde. Ook in hem was 't somber. Hy had al eenige keeren aan Brigitte geschreven, haar verteld van zyn onveranderiyke liefde, van zyn verlangen. Nooit had hy echter gozinspeeld op een brief van baar. Hy bad er tot nu toe geen ontvangen en het verlangen daarnaar, het steeds vergeefs uitzien naar de post, had hem nerveus gemaakt, zfin werkkracht verslapt. Toch had hy nog hoop. Pas ééa maand van zijn verblyf in Parys was omnog ruim een maand moest verloopen, eer by haar zou woerzien. Maar uit haar zwygen had hy bogrepen, dat zy niet spoedig vergeten kon, en by vond ja, dan moet men maar geen grond koopen ook. B. en W. echter wan hopen niet. De heer Over de Linden zegt, dat we vroeger een groote haven hadden, die beroemd was in Europa. Maar het handelsverkeer is weg, we hebben een beetje garnalen overge houden, en daarvoor behoeven we toch geen grond aan te koopen. En wat verplaatsing van de werf betreft, we hebben Medemblik gehad, die werf verdween, vervolgens Vlissingen, toen Hellevoetsluis, tenslotte Amster dam. Willemsoord is overgebleven. En de monschen van andere werven konden nog worden overgeplaatst, doch van deze werf gaat dat niet meer. De beer De Geus merkt naar aaoleiding van 's heeren O. d. L.'s woorden, waarom thans, in den duren tyd gekocht wordt, op dat het in den goedkoopen verzuimd ia te doen. De heer Over de Linden... Dat is geen antwoord. De heer De Geus: Ik was aan 't woord. M. d. V. De heer Over de Linden wacht nooit totdat iemand uitgesproken is. De heer Over.de Linden, voortgaande, betoogt de wenschelyk- heid van eene opgaaf der leeningeu en wat er op afgelo3tig. Als er eens een déb&cle ontstond, wat zouden we dan van die groote bedragen terug krijgen? De heer Grünwald merkt op, dat de redeueering van den heer O. d. L. verbazingwekkend is. De redeneering van den heer De Geus, dio gëloterrumpeërd werd met: „dat is geen antwoord", was juist. Spr. zal daarover echter niets zeggen, omdat dit een verwyt zou zyn ook aaa dan heer O. d. L. Maar spr. wenscht op de redeneering even in te gaan, omdat de heer O. d. L. sprak van een dób&cle. Als B. en W. ook maar in de verte konden vermoeden, dat hiervan Bprake zou kunnen zyn in de toekomst, zouden zy natuurlyk grondaankoop niet aanraden. De heer O. d. L. vergeet, dat wy een uit muntende oorlogshaven hebben, en na den oorlog kunnen wy zeer zeker demping der Zuiderzee verwachten, waardoor den Helder in zeer gunstige conditie komt als belangryke haven stad. Het is goed gezien, dat B. en W. getracht hebben grond te koopen tegen matigen prys. De heer Over de Linden: De prys is niet matig. De heer Grünwald, voortgaande De Raad zal dat straks beslissen. De heer Over de Linden vraagt wat we aan een beroemde haven hebben, die niet bezocht wordt? Het is een oorlogshaven geworden, omdat er geen ^koopvaardyschepen meer binnenkwamen. Nu kunnen wy voor hoogen prys grond koopen om de menschen van de Marine tehuis vesten. En als ze straks weggaan, hebben wy minder inkomsten. De heer Michels: De heer Over de Linden behoeft zich niet te beklagen over onvoldoende inlichtingen. Op elke begrooting is een staat van de schulden De heer Over de Linden: Maar niet gedetailleerd. De heer Michels: iMet bun annuïteiten. Ik zou niet weten, welke nadeie inlichting B. en W. nog zouden moeten geven. De heer Over de Linden: We hebben dien grond niet noodig. Ea om alleen een grondbedryf te stichten moeten we goedkoop koopen. De Voorzitter: De kwestie is maar, welke inzichten men heeft over de toekomstige ontwikkeling van Den Holder. We moeten voorbereid zyn op de toekomst. Gaat de gemeente te gronde, laat dan in godsnaam dit óok maar te gronde gaan. De beer Over de Linden maakt een voorstel van zyn wensch den aankoop uit te stellen. Het wordt niet gesteund en het voorstel B. en W. aangenomen, waarby alleen de heer O. d. L. tegenstemt. Toepassing bouwverordening. IX. Voorstel om gunstig te be schikken op het door den aannemor J. de Vries ingesteld beroep tegen de beslissing van Burg. en Weth. van 21 April 1917, waarby hem vergun ning is geweigerd voor bet gedeelte lijk vernieuwen van perceel Artillerie straat 26b. (Held. Crt 2 Oct.) Aangenomen. Procesverbaal en verificatie van de boeken en kas van den Gemeente ontvanger, van 28 September 1917,. waaruit blykt dat zich op dien dag in kas bevond f67947.65 en dat boeken en kas in orde waren. het ernstiger dan hy ln 't eerst had gedacht. Nog staarde hij peinzend naar buiten, Bcbynbaar gedachteloos, dan, eensklaps, sprong hy op. Hy kon niet langer ïydzaam blyven wachten, by wilde weten, haudelen, en hy besloot te gaan naar baar tante, Madame Coupeur. Eu eenmaal dit besluit genomen, talmde by er ook niet mee, wilde hy het dadeiyk ten uitvoer brengen. Hy kleedde zich vlug en verliet haastig zijn woningmaar verzuimde niet, nog even by de conciërge te iDformeeren. „Plus de lettres pour mol, Madame Dutró?" vroeg hy aan de corpulente vrouw, die dadelyk op zyn tikken voor bet kleine raampje van baar loge was verschenen. De vrouw doorzocht even een stapel brieven op een kleine tafel naast haar: „Non monsieur -" en de laatste twee bekykend, „rien pour vous." „Merci, Madame," en weg snelde Gondard, de straat op, waar by een taxi auto aanriep. Hy sprong er haastig in en een kwartier later stormde hy de trappen op in de Rue Hameliu. Toen hy de kamer in kwam, ont stelde Madame Coupeur van zyn ge jaagdheid: „Wat is er, Monsieur Gondard I" riep ze uit. „Vergeef my, Madame, er is niets, dat my het recht geeft, op deze manier bi) u binnen te komen," ver- Schryven van J. N. E. Teune, dat hy alleen dan voor de betrekking van Adjunct Directeur der Gasfabriek en Waterleiding in aanmerking wenscht te komen als het salaris direct op het maximum van f 2800.- wordt gebracht. Zal behandeld worden by de be noemingen. Kohier schoolgeldheffing. Ter vaststelling wordt aangeboden het 7e Kohier van schóolgeldbeffing, dienst 1917 tot een bedrag van f414.91. Aangenomen. Aankoop grond. Voorstel tot aankoop van ongeveer 8000 M*. grond a f0.60 per Ms. ten behoeve van den bouw van school met onderwyzerswoning aan de Dog gersvaart. (Held. Crt. 2 Oct.) Aangenomen. Plantsoen. Voorstel tot het rooien van boomen en vernieuwing van plantsoen met overlegging van het rapport van de Nederlandsche Heidemaatschappy be treffende de beplantingen dezer ge meente. (Held. Crt. 2 Oct.) De heer Bok vraagt om in bet Ankerpark nog eenige boomen, die in den weg staan, te rooien. Da Voorzitter zegt, dat op de Weststraat ook een partytje moet ;worden opgeruimd en geheel nieuw aangeplant. Dit wordt voorgesteld door den directeur der gem.,reiniging. Spr. zal dit onderzoeken. In het Ankerpark wordt geadviseerd van niet te rooien, dus is het beter dat op te volgen. Aangenomen. Qimeente-Bsgrootlng 1918. Aanbieding der gemeentobegrooting .dienst 1918, sluitende in ontvangst en uitgaaf met een totaal bedrag van f 1.296.985.10. Benoemingen. X. Burgeravondschool. Leeraar in het Machineteekenen. M. Hardoiff, te Helder. Leeraar in het Handteekenen. H. H. Meurs, te Helder. J. P. Kiapmeyer, te Rotteidam. Hierby te behandelen Voorstel tot nadere regeling der jaarwedden van leeraren aan de Burgeravondschool en vaststelling hunner pensioen» grondslagen. (Held. Crt., 2 Oct.) Benoemd worden de heeren Har doiff en Meurs, beiden met 15 stem men (1 blanco). Het voorstel wordt by acclamatie aangenomen. Adjunct-Directeur der Gasfabriek en Waterleiding. De alphabetiscbe voordracht luidt: I. J. N. E. Teune, leider van den chemischen dienst aan de Zuider- gaafabfiek te Amsterdam. 2. Ir. J. J. Valkenburg, scheikundig ingenieur te Leiden. Hierby is ingekomen het schryven bovengenoemd van den heer Teune. De heer Michels weDscht deze zaak in comité generaal te bespreken de heer De Geus verzet zich hier tegen. Spr. meent, dat deze kwestie van te groot publiek belang is, dan dat in comité moet worden gegaan. Evenwel merkt de V o o r z. op, dat het bier betreft het geven van inlich tingen over personen, hetwelk niet in het openbaar kan geschieden. Na heropening wordt benoemd de heer Teune met 11 stemmen tegen 8 op den heer Valkenburg. Hiermede is tevens het salaris gebracht op f 2800. Hoofd der school te Huisduinen. 1. H. Brands, hoofd eener school te Heer-Hugowaard. 2. P. Franx, hoofd eener school te Oudendyk. 1. J. Berrevoets, hoofd een^r school te Haarlemmermeer. Benoemd de beer Brands met alg. stemmen. Lid Commissie van Toezicht op het Lager Onderwys. Vacature Mej. G. Klots. 1. Mevr. de Wed. A._ Bommel Daarnbouwer. 2. Mevr. J. J. van Pienbroek. Benoemd mevr. Bommel met 14 stemmen. Mevr. Kelner en mevr. van Pienbroek kregen ieder 2 st., terwyi 1 blanco waa. Rondvraag. De heer Van Breda bespreekt de huidige verordening op het gas. die verlichting van etalages verbiedt. Nu iedereen gerantsoeneerd wordt, komt het er toch niet op aan hoe m8n zyn gas verbruikt. Bovendien heeft bet publiek op deze wyze eenige straatverlichting. De Voorzitter merkt op, dat er indertyd breedvoerig over gespro ken is. Ia de verordening is de ver lichting verboden, inovereenstemming met wat bet meerendeel der winkeliors ontschuldigde by zich, nog hygend van 't harde loopen. Zy gaf hem een stoel en Da eenige oogenblikken vroeg bij, zoo rustig mogelyk „Hebt u dezer dagen tyding gehad van Brigitte „Jagisteren h8b ik een brief van baar gekregen, of eergisteren, dat weet ik niet juist meer. Wacht ik zal eens zien." Zy liep naar het buffet, in een hoek van de kamer, waar, op een coupe, eenige brieven lagen. Zy zocht eveD. „O, hier is hy, ja hy is van eer gisteren." Met don brief in haar hand ging ze zitten, op eenigen afstand van baar gast. „Schryft ze ook - over my?" vroeg Gondard. „Ja, ook over u." „Mag 'k den brief lezen, Madame Coupeur ,'k Zou denken van piet." „Waarom piet? Wat schry ft ze van my?" „Niets slechts. Dacht dat?" „Neen Maar waarom mag 'k hem dan niet lezen?" „Omdat ik beter vind, dat u niet jjveet, wat ze over u schryft." „Ik smeek u, Madame, geef my den brief. Ik houd 't niet laDger uit." Onwillig tot overgeven hield de oude dame nog steeds den brief tus acben haar vingers geklemd. Maar nu, geprikkeld door haar weigeren, dol van verlangen, stond wilde. Er zou een stroom van klachten komen als wij dit toestonden vau hen die niet in zoo gunstige conditie verkeerden. Nog dezer dagen kwam mej. Pijper, die ook aldus redeneerde, en voor wie wij het verbod gehand haafd hobben. De heer Van Breda Repliceert. kan toch niets tegen zyn, de maatregel komt bovendien ten goede aan het publiek. De Voorzitter vindt dit laatste argument niet zoo overwegend, hoofd zaak is dat er eeu kwestie komt met andere winkeliers. De heer De Zwart merkt op, dat men dan met eeu nieuw voorstel moet komen. Er was destyds onzer zijds een voorstel om de etalages te laten branden. B. en W. wilden dit niet en dit voorstel is verworpen. De heer Biersteker vraagt of middelen zyn overwogen ten opzichte van gasverBtrekking aan kinderen, die huiswerk moeten maken. Thans zitten ze vaak by kaarslicht. De Voorzitter zegt, dat bereids van de hoofden van scholen een voor stel in dezen geest is ingekomen. Het is thans by den districts-scbool- opziener. Bij do Zeevaartschool is al een lokaal ingericht voor studeerende kinderen, de H.B S. geeft om 3 uur vry. De heer Biersteker vraagt of omtrent de Centrale Keukeu al e6n werkplan is opgemaakt? Spr. ver nam van den gom. bouwm., dat zij 1 Nov. gereed is, er mosten echter nog verschillende detailzaken behan deld en vastgesteld worden. De heer Baak 7raagt hoe ver de plannen der Mulo school zyn. De thans bestaande toestand is onge- wenachtde kinderen komen en gaan op verschillende uren, en ook zyn de leermiddelen uiterst gebrekkig; voor 22 leerlingen zyn 10 boekjes beschikbaar. Zooiets belemmert dep goeden gang van zaken. Verder klaagt spr. over bet feit, dat aan leerlingen, nauweiyks ge plaatst iu de 6e klasse, al gevraagd wordt waarvoor ze leeren. Zeggen ze dan voor de Normaal- of Zeevaart school, dan worden ze speciaal voor beide vakken opgeleid. Ook dit vindt spr. verkeerd, ze moeten volledige opleiding m.u.l.o. krygeD, met name Fransche en Engelsche taalles. Spr. zou gaarne in een en ander verandering zien gebracht, speciaal in de ver schillende aanvangsuren. Do Voorzitter zegt, dat de stukken etc. voor de school thans in den Haag zyn. De heer De Ven antwoordt spr. dat voor meerdere leermiddelen crediet is aangevraagd door de h. v. s. De vraag aan de kinderen van de 6e kl. is niet zoo vreemd; er zyn n.1. parailelklassen, dus het is logisch dat men tracht dezelfde leerlingen zooveel mogelyk byeen te krijgen. De heer Van der Veer vraagt inlichtingen, omtrent de petroleum- rantsoeueering. Hoe zit het daarmede? Is die voor huisgezin en bedryf geiyk De Voorzitter heeft met den Haag gecorrespondeerd maar geen antwoord gekregen. Nog bieden zyn telegrafisch 40 L. aangevraagd voor noodgevallen (kraamvrouwen, zieken, e. d.) maar er komt geen antwoord. De heer Spruit vraagt naar de vorderingen van het werk aan de prise d'eau der waterleiding. De Voorzitter zegt, dat het graafwerk afgeloopen is, en men thans bezig is met het inspuiten der kistdammen. Overigens is met de Genie nog niet tot overeenstemming kunnen worden gekomen. De heer Spruit vraagt nog in lichting omtrent het werk aan de school' Huisduinen Daarna wordt de vergadering gesloten. LANDBOUW- BOEKHOUDING. By C. DE BOER Jr., te Helder, is verschenen: landbouw-boekhouding DOOR J. DE VRIES *z., Hoofd v. School 1 eo Landbou woudur wliror te Jullaoadorp (gem..Helder), bestaande uit: Dagboek, Kasboeken voor ontvangsten en Inventarisboekje en Balansboskje, benevens een op de praktyk ge. grond Voorbeeld teroelening op Cursussen Prys gezameniyk f 9.00. Het voorbeeld is ook afzonderlijk verkrygbaar tegen den prys van f 0.50. Gondard op, rukte bijna, baar den brief uit de handeD, liep dan terug naar zyn stoel by het raam, en, zonder verder op Madame Coupeur te letten, die zich langzaam verwy- derde, ging hy weer zitten. Doch nu, de enveloppe veilig in zyn handen, schroomde hy, er den brief uit te halen. Hy bekeek met weemoedig welbehagen Brigitte's handschrift, dat hy voor 't eerst 2ag, bewonderde de fijne, loopeDde letters, bekeek de kleine, papieren oppervlakte, waarop haar hand gerust had. Wat zou die hand, die hy zoo lief had, geschreven hebben over hem? Welke teleur stelling zou hem wachten, als hyden brief las? „Komaan," zei by tot zichzelf, „beter wéten dan langer rondloopen in die kwellende on zekerheid." (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1917 | | pagina 4