GEMEENTERAAD VAN HELDER,
BRIGITTE
gehouden op Woensdag 3 October 1917.
des avonds 8 uur.
Afwezig de heeren
Van Neck (met konnisgoving) en
Zander.
I. Notulen van 4 en 12 September
1917.
Goedgekeurd na eene opmerking
van den beer Grünwald.
Ingekomen stukken en mededeellngen.
II. a. Bericht van aanneming der be
noeming van H. Beem en D. Blom
als onderwyzerB aan school 8.
b. Prov. Blad no. 88 van 1917,
houdende o.a. besluit van Ged. Staten
tot nadere regeling van de jaarwedde
van don Gemeenteontvanger en tot
voorloopige vaststelling van den
pensioen grondslag van dien ambtenaar
c. Goedkeuring van Ged. Staten op
het Raadsbesluit van 21 Augustus
1917, tot aankoop van 0.99.90 H.A.
grond achter de Kerkgracht van O.
Pool-Wielick.
Voor kennisgeving aangenomen.
d. Adres van mej. A. H. van Aken
tijdelijk onderwijzeres aan Bchool 5,
houdende verzoek haar voor het bezit
der hoofdakte in het genot testellen
van de toelage ad. f 160. per jaar.
Gerenvoyeerd naar B. en W. om
prae-advies.
Grondbedrijf.
III. Voorstel tot vaststelling eener
VerordeniDg op het Gemeentelijk
Grondbedrijf. (Held. Crt. 2 Oct.)
De heer Biersteker vraagt of
do bedoeling is in de volgende raads
vergadering deze commissie te be
noemen. De Voorzitter ant
woordt bevestigend, en de heer B.
dringt op spoed aan. Een speciale
verordening zal voor dit bedrijf wor
den ontwórpen.
De heer M i c b e 1 s merkt op, dat
bet eenige punt waarover te discus-
siooreu is, juist door B. eu W. blanco
golaton is, n.I. de vraag hoe die
gronden geëxploiteerd zullen worden.
Wanneer achten B. en W. den tyd
gekomen, dat de exploitatie vrucht
dragend kan zijn, vraagt spr. De
verordening zelf laat de vraag niet
geheel blanco, daarin wordt zy be
handeld. De soc. dem. fractie staat
op het standpunt, dat de gemeente
gronden, die zij eenmaal heeft, nim
mer moet verkoopen. Blijkens hun
advies deelen B. en W. ook wel die
meeniDg. Spr. vraagt of de kwestie
in erfpacht geven ot niet spoedig
aan de orde komt.
De Voorzitter zegt datde ver
ordening zich aan beide gevalleo
aanpast. De commissie, die het grond
bedrijf beboeren zal, zal de richting
aangeven, waarin dit moet worden
gestuurd.
De heer Biersteker merkt op,
dat de vraag van den heer Mtchtls
zeer juist la. Laat men zich eens ver
gewissen van den toestan in andere
gemeenten, wat wij er hier van
weten, berust op theoretische gronden.
In verschillende plaatsen bestaat reeds
een grondbedrijf bet nog
lang niet eer.8 met de kwestie der
erfpacht, Spr. dringt er op aan, dat
de Commissie, alvorens mot plannen
te komen de zaak in studie neemt.
De heer M i c h e 1 s had niet be
doeld de vraag thans uit te maken,
dringt aan op spoedige benoeming
eener commissie.
Do Voorzitter zegt, dat zij zoo
mogelijk in de volgende vergadering
benoemd wordt.
De heer Biersteker vraagt om
beter te willen vastleggen in de
verordening dat de cooutoisaio met
nadere voorstellen kan komen; men
loopt thans een gszins vooruit op wat
men wenscht.
De Voorzitter antwoordt, dat
er hier sprake ia van verschillende
soorten grond en dat men daarom deze
indeeling gemaakt, heeft. De Raad
kan later in groepen verdoelen.
Da verordening wordt met alge-
moene stemmen aangenomen.
Varordening pellen enz., mosselen.
IV. Voorstel tot vaststelling eener
Verordening op hot pellen, koken en
zouten van mosselen en garnalen.
(Held. Crt. 29 Sept.)
Hierop zijn ingekomen een tweetal
adressen van ingezetenen om deze
industrie niet te verbieden.
De heer Bok vindt de verordening,
zooals zij is, te straf. Huisindustrie,
vooral binnenskamers, werkt niet
gunstig, maar om haar geheel te
verbieden keurt spr. af. Spr. dient een
auiondomcDt io, strekbende om deze
huisindustrio te verbieden in de wo
ning, maar haar toe te laten in een
schuur of aangrenzend gebouw.
Daaraan vastgekoppeld kan dan een
verbod van kinderarbeid.
FEUILLETON.
DOOR
MARIE HOEFFELMAN.
88).
„U moet het mij ten goede houden,
Monsieur do Lódoc, maar ik wil graag
de ^jldoening hobben zelf en alleen
voor mijn vrouwtje te zorgen en ik
ben er zeker van, dat Brigitte dit
ook liever zal willen."
.Maar als nu do advocatery eens
,0 dan - als 't zoover mocht
komen, waarvoor de hemel mij be
hoede, dan zal 'k bij u aankloppen,
voor ba&r."
De oude heer stak Gondard de haDd
toe, die deze hartelijk drukte. „Het
spijt me. mijn jonge vriend, maar
toch - ik acht er je te hooger om.
Maar óóa ding nog," ging do Baron
voort, „ik blijf vaat besloten om, als
er conmaal een kleine Qondard zal
z(jn, te doen, wat ik me heb voor
genomen. Onthoud dit goed."
„Welnu, betzij zjo,daar heb'k dan
niets op tegen."
„Hoe oud ben je, Gondard?"
„Zes en twintig."
„Jo weet toch, dat Brigitte twee
en twintig is?-'
Gondard knikte.
,'k Behoef je natuurlijk niet te
zeggen, dat 'k vol vertrouwen mijn
Hef ploegkind aan je zal geven.".
„Neen, Monsieur de Lédóc, dat is
niet noodig," zei Gondard hartelijk.
De beer Adriaanse heefc be
halve deze, ook nog andere bezwaren
tegen de verordening. Zij ontneemt
aan een deel der gemeentenaren een
belangrijke bijverdienste. Verleden
jaar bedroeg die niet minder dan
f60.000 en dit kwam ten goede aan
overigens behoeftige gezinnen. Ia tal
van plaatsen wordt deze industrie
op dezelfde wijze uitgeoefend als bier
geschiedt. De billijkheid vordert, dat
B. en W. onderzoeken of hier niet
wat anders op kan worden gevonden.
Ook de groothandel wordt gedupeerd
door het verbod. Onlangs is eene
economische commissie geïnstalleerd,
wier taak het is het economisch
leven van den Helder in and are banen
te leidenwel eigeDaaardig ia het,
dat nu deze industrie den kop wordt
ingedrukt. De betrokkenen zelf hebben
geen gelegenheid andere maatregelen
in deze te treffen.
De heer Baak onderschrijft veel
van hetgeen de heer Adriaanse zegt.
Spr. Btaat niet op het standpunt, dat
deze industrie moet worden bevorderd,
die vooral voor jonge menschen nadee-
lig is. Ook de huizen zelf worden er
sphier onbewoonbaar van. Maar kan
de verordening biet zóó worden, dat
deze tak van industrie blijft gehand
haafd en deze verdienste den men
schen niet wordt ontnomen?
De heer Biersteker boort met
verbazing deze redeneerlDgen aan.
De beeren zeggen allen, dat huiaar-
beid uit den booze is. Maar ze bomen
met tal van bezwaron en vragen
B. en W. maatregelen te willen ne
men. Laten de heeren dan zelf met
voorstellen komen, die taak is niet
aan B. en W. Het ia niet waar bo
vendien dat het grootbedrijf geschaad
wordt, dat grootbedrijf moet dan maar
zorgen voor eene behoorlijke gelegen
heid ervoor. Men vergete toch niet,
dat het hier een belangrijk stuk so
ciaal werk betreft, dat ook voor de
volks-bygiêne van belang is. Do heer
Baak roept uit, dat weet ik I Welnu,
laat hij dan ook vóór het advies vaa
B. en W. stemmen. Wij moeten de
grootindustrie dwingen om voor
eene behoorlijke gelegenheid te zor
gen tot het pellen etc. der garnalen.
De heer Spruit sluit zich bij deze
woorden aan. Het groot bedrijf past
zich Wel aan den toestand aan men
zit nu al uit te kijken naar hetgeen
de Raad zal doen.
De heer Baak wil op den voor
grond zetten, dat hij geen voorstander
is van huisarbeid. Spr. bedoeling was
alleen, aan den Raad te vragen, of
men de menschen niet dwingen kon
naar eene goede gelegenheid uit te
zien. Misschien hebben deze debatten
aan de zaak goed gedaan.
De heer Adriaanse protesteert
tegen hetgeen de heer Biersteker
zeide. Die heer sprak als autoriteit,
en praat alsof alle vorige spr. voor
standers van huis industrie zijn. Wij
vroegen of deze zaak niet in andere
banen kon worden geleid. Menschen
uit de praktijk, die spr. erover sprak,
zelden dat het niet ging zooals wordt
voorgesteld. Voor don bouw van een
pakhuis is kapitaal noodiger is er
hier trouwens al een ingericht, maar
het is afgekeurd door B. en W.
Garnalenpellen is niet zoo gemakkelijk
in een schuur te doen, men moet
een verwarmd vertrek hebben. Is
het niet verkeerd zoo vlak vóór het
seizoen deze zaak te willen onthalzen?
vraagt spr. Stel dan tenminste een
termijn, dat men behoorlijk maat
regelen kan. nemen.
De heer B o k is ook niet gesticht
over wat de heer Biersteker zeide.
Spr. wil de industrie voor kinderen
afschaffen, maar jaiat voor oude mon
schen, die daarin eene bijverdienste
hebben, behouden. Het zijn menschen,
die haar noodig hebben
Geroep: Nietwaar!
De heer Bok handhaaft zijn voor
stel. Een centrale inrichting is ook
maar niet zoo gereed. Dan hadden
we in April moeten beginnen. Thans
gaat de industrie verloren als we
deze verordening aannemen.
De Voorzitter zegt, dat het
lang een punt van overweging is
geweest of men deze voorstellen zou
indienen of niet.. B. en W. waren
overtuigd van de groote voordooien
voor de gemeente. Tenslotte heeft de
overweging, door den heer Biersteker
naar voren gebracht, den doorslag
gegeven. Wat de indiening betreft,
in het seizoen was niet goed, vóór
het seizoen is niet goed, thans is na
afloop van bet Beizoen ook niet goed.
Wanneer dan
De heer de Geus wijst er op,
dat in den laatsten tyd de toestand
zich verergerd heeft. Op de Bassin
gracht werden kokerijen opgericht,
die niet voldeden aan de eiacben. De
door den heer Adriaanse genoemde
kwestie met den heer Plaatsman was
„Het doet me intusachen Innig
leed, dat ze me gaat verlaten. Ik ben
zoo aan haar gehecht, en, als men
zoo oud is als ik, schikt men zich
minder gemakkeiyk in een scheiding."
„Wy zullen dlkwyia en lang by u
komen."
„Ja maar toch ik zal haar
erg missen, ze is het zonnetje in
m(jn huis en ik zou een eigen doch
ter niet liever kunnen hebben dan
ik haar heb."
Gondard kon zich dat best begrijpen.
„Je hebt baar lief, myn vriend.
Wees goed voor baar en geduldig en
hoop met my, dat ze ook voor jou
spoedig zal zijn, wat je wenscht."
De oude heer, by deze woorden,
keek Gondard vast aan en deze be
greep de beteekonis van dien blik.
Diepe weemoed verspreidde zich eens
klaps over zijn sympathiek gelaat.-
„Kom," zei de Baron, „ga mee;
over een paar uur is de tyd van
vertrekken daar, ik wil Jo die weinige
oogenblikken niet van haar goscheiden
houden."
Het rytuig, dat Gondard naar
Bordeaux zou brengen, stond klaar
voor het terras, hij zelf In de vestibule,
zyn arm om Brigitte heen. HiJkeek
haar ernstig aan
„Ik ga nu van j-o weg, kind, voor
twee lange maanden. Zul je veel aan
my denken? je er vertrouwd mee
maken, dat ik je dan kom balen?"
Ze knikte.
„Ik zal je dikwyis achryven, mijn
lieveling. Is 't goed
ook aldus, dat deze heer niet voldeed
aan de verordening. Niettemin hebben
B. en W. het bsdryf, voor dat seizoen,
gehandhaafd, daar men hem gten
schade wilde berokkenen. Het moet
thans zóo worden, dat de groothandel
maatregelen neemt om den toestand
in orde te krijgen. Er zullen bij eene
regeling als deze altijd eenigen zijn,
die schade lijden. Dat kan niet anders.
De heer K r y n e n kan zich met
het voorstel in hoofdzaak vereenigen.
Spr. zou gaarne in art. 1 eene wyzi-
ging gebracht zien, omdat garnalen
koken foiteiyk hier buiten valt Dat
is geen huisindustrie.
De heer Adriaanse antwoordt
>o Voorzitter, dat z.i. de tyd thans
slecht gekozen is. Het seizoen loopt
van Nov. tot Juli, dus thans is hst
eene maand voor het begin. Spr. stelt
voor de inwerking treding to doen
geschieden op 1 December, dan heeft
men althans eenige voorbereiding.
Wat de heer de Geus zegt is juist,
maar 'dit vereischt kapitaal. Het is
zeer goed mogeiyk, dat men zich aan
den toestand zal aanpasseD, maar
op bet oogenblik is het eene ramp
voor de betrokkenen.
De Voorzitter deslt in dit ver
band mede, dat onlangs eene mossel-
contróle is opgericht, waarvan spr.
mede bestuurslid is. Mogelijk dat die
vereenlgiDg iets kan doen.
Da beer De Zwart ondersteunt
het voorstel Adriaanse om de in
werkingtreding te bepalen op 1 Dec. a.s.
Ia Btemming komt nu art. 1 met
het amendement Krljoen. Aangezien
de geheele redigeering van de .ver-
ordeniug een amendement van dit
artikel niet toelaat, wordt besloten
aan art. 2 toetevoegeD, dat de ver
ordening niet van toepassing is als
het koker: voor eigen vangst, ge
schiedt. In een nieuw art. 5 wordt
dedatum van inwerkingtredingd Dec.)
vastgelegd.
Aldus in stemming gebracht, wordt
de verordening mot alg. st. aange
nomen.
Werkloosheidsbesluit 1917.
V. Oütwerp brief aan den Minister
van Waterstaat inzake de in het
Werkloosheidsbesluit 1917 vervatte
regeling. (Held. Crt. 2 Oct.)
De heer De Zwart kan in hoofd
zaak met dit ontwerp meegaat), zou
echter gaarne sterker zien uitge
sproken, dat. de gemeente zich niet
tegen centralisatie verzet, maar slechts
tegen het op de schouders der ge
meente leggen van de lasten. Spr.
stelt voor er de causule in te voegen
„de,kosten voor bót Ryk".
De beer De Geus meent, dat dit
van geen praktisch nut is, omdat dit
stelsel altyd gevolgd wordt door het
Ryk. De bedoeling ervan is dat de
gemeenten niet te lichtvaardig tot
iets overgaan, dat kosten meebrengt.
Het ontwerp brief, met toevoeging
De Zwart, wordt aangenomen.
Gem88nte-begrooling 1917.
VI. Voorstel om de gemeeütebe-
grootiog voor 1917 opnieuw vast te
stellen, in verband met het Koninklijk
Besluit, houdende oDgegrondverkla
ring van het beroep, ingesteld tegen
de beslissing van Ged. Staten dezer
provincie, waarbij goedkeurlDg aan
die begrootiDg ia onthouden.
B. en W. merken hieromtrent o.a. op:
Bij Koninkiyk Besluit is ongegiond
verklaard het beroep, ingesteld tegen
de beslissing der Gedeputeerde Staten
van Noord-Holland, waarbij goedkeu
ring is onthouden aan de begrootiDg
onzer gemeente voor 1917.
Hiermede is niet beslist, dat de
gemeente geenerlei uitkeering uit de
opbreDgst der Oorlogswinatbelast ing
zal_ outvangen, maar wel wordtdaar-
door het Gemeentebest uur gedwongen
de begrooting voor 1917 zoodanig te
wyzigen, dat daaruit niet bepaaldelijk
biykt, dat cp het ontvangen van ecu
dergelijke uitkeering gerekend wordt.
Wij meenen over deze kwestie
thans niet in nadere beschouwingen
te moeten treden, welke slechts een
herbaliüg zouden kunnen zijn van
betgeen reeds vroeger w-rd opge
merkt.. By de begrooting voor 1918,
'welke Uwe vergadering thans spoe
dig zal bereiken, zullen wij gelegen
heid vinden om op den geldelljken
toestand onzer gemeeutë nader in te
gaan.
Waar thans geen andero weg open
staat, dan de begrooting aldus te
wyzigen, alsof het geraamde tekort,
dat woidt gevormd door do uii va ven
ingevolge de Distiibutlewet 1916, uit
de opbrengst eener goldleeniDg zou
worden bestreden, biyffc slechts ter
beantwoording over de vraag, of
nopens den termyn binnen welken
de te sluiten leeniDg c q zal moeten
worden afgelost, tegelijkertijd een
beslissing dient te worden genomen.
Wy meenen deze vraag ontkennend
te mogen beantwoorden. De geldeiyke
toestand onzeT gemeente is te moeilijk
dan dat het wenscheiyk kan zijn in
dezen door een beginaeluitspraak te
anticipeeren op de definitieve be
slissicg, welke nog niet aan de orde is.
B. en W. stellen derhalve gan den
Raad voor de begrooting voor het
dienstjaar 1917 opnieuw vast te
stellen, met een leeningpost van
f 75.000.— voor het bedoeld bedrag.
Het Kon. Besl. is o. a. gebaseerd
op de volgende overwegingen
dat er naar het oordeel van GlhI.
Staten geen zekerheid bestaat dat
eene zoodanige bijdrage n.1. f 75.000.—
als bydrage uit de O. W.-belaating,
zal worden verleend en dat ook Burge
meester en Wethouders van Helder,
desgevraagd, hebben verklaard, die
zekerheid niet te kunnen gevendat,
wat hiervan zyn moge, elke redeUjke
grond ontbreekt om die bydrage te
ramón op het daarvoor op de be
grooting uitgetrokken bedrag; dat
zy op grond daarvan tegen de raming
van dien post bezwaar hebben ge
maakt en in overweging hebben
gegeven ter bestryding van het tekort
de opbrengst te ramen 6ener. geld-
leening, indien de gemelde bydrage
werd verleend, betzy niet zou be
hoeven te worden gesloten, hetzy
geheel of gedeelteiyk uit die bydrage
zou kunuen worden afgelost; datde
gemeenteraad van Helder evenwel
niet bereid is bevonden aan dien
wenk gevolg te gevendat de be
grooting thans niet kan geacht
worden sluitend to zyn
dat de Gemeenteraad in beroep
aanvoert, enz.
overwegende dat door Gedeputeerde
Staten van Noord Holland terecht is
aangenomen dat op de begrooting
der gemeente Helder voor den dienst
1917 geen evenwicht tusschen de
ontvangsten en uitgaven bestaat,
omdat. Rijksbijdragen, dio niet zyn
verleend of waarvan het verleenen
niet op goede gronden mag worden
tegemoet gezien, niet oüder de ont
vangsten hadden mogen worden op
„Ja."
„En mag 'k van jou ook een enkelen
brief verwachten
Zy wilde antwoorden, maar by
belette hot haar.
„Wacbt even, myn kind. Begryp
me goedje moogt me niet schry ven,
als je my niet alles kunt geven.
AUeeD daD, wanneer je my er in
kunt zeggen, dat je me liefhebt,
zooals een vrouw den man moet
beminnen, wien ze haar geheele leven
wil toebebooren, wil ik een brief van
ja hebben, anders niet. 'k Wil weten,
wat jo brieven waard zijn."
Brigitte keek naar hem op, haar
mooie oogen in tranen.
„Lieveling, heb je me goed be
grepen vroeg by.
„Ja."
„Maar nu moet ik weg. Als 'k
dus een brief van je kryg, dan weet
ik wat er in staat, voor 'k hem ge
opend heb
Zll antwoordde niet..
„Nu dan, myu lieveling, adieu en
tot weerziens."
Hy drukte haar onstuimig aan zyn
borat, kuste haar lang en innig. Dan
liet by haar los, snelde by de deur
uit, sprong, zonder meer naar haar
om te zien, in het rytuig, dat dadeiyk
wegreed.
Brigitte, ontroerd, bleef nog staan.
Door de glazen deuren keek ze 't
rytuig na, dat hom wegvoerde. Sael
verwijderde het zich tusschen het.
zware geboomte der kaatanjelaan, die
recht voor haar uit somberde ouder
vaalgryze mistlucht, in de verte eveu
hebben goedgevonden en verstaal*
het ingesteld beroep ongegrond te
verklaren.
De heer M i c h e 1 s neemt de ge
legenheid waar om aan B. en W. een
woord van hulde te brengen, dat zij
de begrooting hebben ingericht zooals
wy gaarne wilden en daarop niet
plaatsten een tijdelijke geldleening,
maar eene definitieve. Het ia goed,
dat B. en W. ruggegraat toouen.
Spr. verwacht wel, dat deze post
niet zal worden goedgekeurd door
Ged. StsteD, maar zij kunnen nu men,
dat wy niet van plan zyn om de
lasten hiervoor over 5 jartn te doen
drukken op de belastingschuldigen.
De heer Biersteker vraagt hoe
het met de andere vorderingen staat
die we op het Ryk hebben.
Da Voorzitter zegt, dat juist,
de oorlogsuitgaven voor ons de meeste
kans geven om wat van de O. W.
belasting te krygen. Maar andere
crisis uitgaven rekent men daaronder
niet, alleen de post afsluitiug Held.
kanaal, faecalien, verlies kanaal
geldon, o. t. q
De voordracht, wordt met algemeene
stemmen op 1 na, (de héér Over de
Linden stemt blanco) goedgekeurd.
Pensioen P. Oetelmans.
VII. Adres van P. Oetelmans, hou
dende verzoek tot verbooging van
zyn pensioen van f 285.— tot op
f 339.-.
Aangenomen.
Aankoop grond.
VIII. Voorstel tot aankoop van
0 61.50 H.A. grond, grenzende aan
de Da Ruyterstraat voor f 1.50 de M*.
(Held. Crt. 29 Sept.)
Dsheer Over de Linden merkt
op, dat het gevaar, dat te eeniger
tyd 's Rijkswerf verdwijnt, niet denk
beeldig is. Daaruit ontstaat een groote
teruggaDg van bevolking, ontvolking,
overcompleet van woningen, etc., en
de inkomsLeu dalen. Spr. geeft in
overweging het voorstel tot aankoop
vaa grond achterwege te latener
ie goen behoefte aan meerder terrein,
en als de werf weggaat, is er naluur-
iyk minder behoefte aan woniDgen-
Spr. vraagt het voorstel van do agenda
to voeren en wonaebt inlichtingen
over de bedrageD, die van het Ryk
geleend zyn vour woningbouw, de
aflossing, renle, enz. hiervan, opdat
wy een beeld krygen van den slechten
floancieelen toestand.
De Voorzitter antwoordt, dat
de economische commissie ingesteld
is niet omdat we bat-g waren, dat de
werf weg zou gaan, maar om niet
afhankeiyk te zijn van de werf. We
hebben thans alles op één kaart gezet.
Niets echter wyst op inkrimping van
'a Rijkswerf, wel daarentegen op uit
breiding. Maar als men wanhoopt
aaa het voortbestaan der gomeente,
oplichtend tegen achtergrond van
open straatweg.
Toen het verdwenen was, om den
boek, keerde zy zich om, liep ze
snikkend naar baar kamer. Ze wist
het nuhoe lief en voorkomend zy
obk was, voordat haar hart, geheel
rein, aan hem alleen behoorde, zou
ze niets bereiken, hem niet het geluk
kunnen geveD, waarnaar by zoo
heftig verlangde.
„O, kón 'k hem maar liefhebben,
zooals hy 't verdient."
Een maand was verloopen. 't Was
op eou donkeren Februari namiddag,
dat Gondard in zyn eenvoudige, maar
gemakkeiyk ingerichte studeorkamer
zat. Hy werkte niet. Peinzend, de
hand onder 't hoofd, staarde by naar
buiten, naar de grauwe luchten, die
hingen boven de sombere Rue Cau
martin, waar hy woonde. Ook in
hem was 't somber. Hy had al eenige
keeren aan Brigitte geschreven, haar
verteld van zyn onveranderiyke liefde,
van zyn verlangen. Nooit had hy
echter gozinspeeld op een brief van
baar. Hy bad er tot nu toe geen
ontvangen en het verlangen daarnaar,
het steeds vergeefs uitzien naar de
post, had hem nerveus gemaakt, zfin
werkkracht verslapt. Toch had hy
nog hoop. Pas ééa maand van zijn
verblyf in Parys was omnog ruim
een maand moest verloopen, eer by
haar zou woerzien. Maar uit haar
zwygen had hy bogrepen, dat zy niet
spoedig vergeten kon, en by vond
ja, dan moet men maar geen grond
koopen ook. B. en W. echter wan
hopen niet.
De heer Over de Linden zegt,
dat we vroeger een groote haven
hadden, die beroemd was in Europa.
Maar het handelsverkeer is weg, we
hebben een beetje garnalen overge
houden, en daarvoor behoeven we
toch geen grond aan te koopen. En
wat verplaatsing van de werf betreft,
we hebben Medemblik gehad, die
werf verdween, vervolgens Vlissingen,
toen Hellevoetsluis, tenslotte Amster
dam. Willemsoord is overgebleven.
En de monschen van andere werven
konden nog worden overgeplaatst,
doch van deze werf gaat dat niet
meer.
De beer De Geus merkt naar
aaoleiding van 's heeren O. d. L.'s
woorden, waarom thans, in den duren
tyd gekocht wordt, op dat het in den
goedkoopen verzuimd ia te doen.
De heer Over de Linden...
Dat is geen antwoord.
De heer De Geus: Ik was aan
't woord. M. d. V. De heer Over de
Linden wacht nooit totdat iemand
uitgesproken is.
De heer Over.de Linden,
voortgaande, betoogt de wenschelyk-
heid van eene opgaaf der leeningeu
en wat er op afgelo3tig. Als er eens
een déb&cle ontstond, wat zouden we
dan van die groote bedragen terug
krijgen?
De heer Grünwald merkt op,
dat de redeueering van den heer
O. d. L. verbazingwekkend is. De
redeneering van den heer De Geus,
dio gëloterrumpeërd werd met: „dat
is geen antwoord", was juist. Spr.
zal daarover echter niets zeggen,
omdat dit een verwyt zou zyn ook
aaa dan heer O. d. L. Maar spr.
wenscht op de redeneering even in
te gaan, omdat de heer O. d. L. sprak
van een dób&cle. Als B. en W. ook
maar in de verte konden vermoeden,
dat hiervan Bprake zou kunnen zyn
in de toekomst, zouden zy natuurlyk
grondaankoop niet aanraden. De heer
O. d. L. vergeet, dat wy een uit
muntende oorlogshaven hebben, en
na den oorlog kunnen wy zeer zeker
demping der Zuiderzee verwachten,
waardoor den Helder in zeer gunstige
conditie komt als belangryke haven
stad. Het is goed gezien, dat B. en
W. getracht hebben grond te koopen
tegen matigen prys.
De heer Over de Linden: De
prys is niet matig.
De heer Grünwald, voortgaande
De Raad zal dat straks beslissen.
De heer Over de Linden vraagt
wat we aan een beroemde haven
hebben, die niet bezocht wordt?
Het is een oorlogshaven geworden,
omdat er geen ^koopvaardyschepen
meer binnenkwamen. Nu kunnen wy
voor hoogen prys grond koopen om
de menschen van de Marine tehuis
vesten. En als ze straks weggaan,
hebben wy minder inkomsten.
De heer Michels: De heer Over
de Linden behoeft zich niet te beklagen
over onvoldoende inlichtingen. Op
elke begrooting is een staat van de
schulden
De heer Over de Linden:
Maar niet gedetailleerd.
De heer Michels: iMet bun
annuïteiten. Ik zou niet weten, welke
nadeie inlichting B. en W. nog
zouden moeten geven.
De heer Over de Linden:
We hebben dien grond niet noodig.
Ea om alleen een grondbedryf te
stichten moeten we goedkoop koopen.
De Voorzitter: De kwestie is
maar, welke inzichten men heeft over
de toekomstige ontwikkeling van Den
Holder. We moeten voorbereid zyn
op de toekomst. Gaat de gemeente
te gronde, laat dan in godsnaam dit
óok maar te gronde gaan.
De beer Over de Linden maakt
een voorstel van zyn wensch den
aankoop uit te stellen. Het wordt
niet gesteund en het voorstel B. en W.
aangenomen, waarby alleen de heer
O. d. L. tegenstemt.
Toepassing bouwverordening.
IX. Voorstel om gunstig te be
schikken op het door den aannemor
J. de Vries ingesteld beroep tegen de
beslissing van Burg. en Weth. van
21 April 1917, waarby hem vergun
ning is geweigerd voor bet gedeelte
lijk vernieuwen van perceel Artillerie
straat 26b. (Held. Crt 2 Oct.)
Aangenomen.
Procesverbaal en verificatie van de
boeken en kas van den Gemeente
ontvanger, van 28 September 1917,.
waaruit blykt dat zich op dien dag
in kas bevond f67947.65 en dat boeken
en kas in orde waren.
het ernstiger dan hy ln 't eerst had
gedacht.
Nog staarde hij peinzend naar
buiten, Bcbynbaar gedachteloos, dan,
eensklaps, sprong hy op. Hy kon niet
langer ïydzaam blyven wachten, by
wilde weten, haudelen, en hy besloot
te gaan naar baar tante, Madame
Coupeur.
Eu eenmaal dit besluit genomen,
talmde by er ook niet mee, wilde hy
het dadeiyk ten uitvoer brengen.
Hy kleedde zich vlug en verliet
haastig zijn woningmaar verzuimde
niet, nog even by de conciërge te
iDformeeren.
„Plus de lettres pour mol, Madame
Dutró?" vroeg hy aan de corpulente
vrouw, die dadelyk op zyn tikken
voor bet kleine raampje van baar
loge was verschenen.
De vrouw doorzocht even een stapel
brieven op een kleine tafel naast haar:
„Non monsieur -" en de laatste
twee bekykend, „rien pour vous."
„Merci, Madame," en weg snelde
Gondard, de straat op, waar by een
taxi auto aanriep.
Hy sprong er haastig in en een
kwartier later stormde hy de trappen
op in de Rue Hameliu.
Toen hy de kamer in kwam, ont
stelde Madame Coupeur van zyn ge
jaagdheid:
„Wat is er, Monsieur Gondard I"
riep ze uit.
„Vergeef my, Madame, er is niets,
dat my het recht geeft, op deze
manier bi) u binnen te komen," ver-
Schryven van J. N. E. Teune, dat
hy alleen dan voor de betrekking van
Adjunct Directeur der Gasfabriek en
Waterleiding in aanmerking wenscht
te komen als het salaris direct op
het maximum van f 2800.- wordt
gebracht.
Zal behandeld worden by de be
noemingen.
Kohier schoolgeldheffing.
Ter vaststelling wordt aangeboden
het 7e Kohier van schóolgeldbeffing,
dienst 1917 tot een bedrag van f414.91.
Aangenomen.
Aankoop grond.
Voorstel tot aankoop van ongeveer
8000 M*. grond a f0.60 per Ms. ten
behoeve van den bouw van school
met onderwyzerswoning aan de Dog
gersvaart. (Held. Crt. 2 Oct.)
Aangenomen.
Plantsoen.
Voorstel tot het rooien van boomen
en vernieuwing van plantsoen met
overlegging van het rapport van de
Nederlandsche Heidemaatschappy be
treffende de beplantingen dezer ge
meente. (Held. Crt. 2 Oct.)
De heer Bok vraagt om in bet
Ankerpark nog eenige boomen, die
in den weg staan, te rooien.
Da Voorzitter zegt, dat op de
Weststraat ook een partytje moet
;worden opgeruimd en geheel nieuw
aangeplant. Dit wordt voorgesteld
door den directeur der gem.,reiniging.
Spr. zal dit onderzoeken. In het
Ankerpark wordt geadviseerd van
niet te rooien, dus is het beter dat
op te volgen.
Aangenomen.
Qimeente-Bsgrootlng 1918.
Aanbieding der gemeentobegrooting
.dienst 1918, sluitende in ontvangst
en uitgaaf met een totaal bedrag van
f 1.296.985.10.
Benoemingen.
X. Burgeravondschool.
Leeraar in het Machineteekenen.
M. Hardoiff, te Helder.
Leeraar in het Handteekenen.
H. H. Meurs, te Helder.
J. P. Kiapmeyer, te Rotteidam.
Hierby te behandelen Voorstel tot
nadere regeling der jaarwedden van
leeraren aan de Burgeravondschool
en vaststelling hunner pensioen»
grondslagen. (Held. Crt., 2 Oct.)
Benoemd worden de heeren Har
doiff en Meurs, beiden met 15 stem
men (1 blanco). Het voorstel wordt
by acclamatie aangenomen.
Adjunct-Directeur der Gasfabriek
en Waterleiding.
De alphabetiscbe voordracht luidt:
I. J. N. E. Teune, leider van den
chemischen dienst aan de Zuider-
gaafabfiek te Amsterdam.
2. Ir. J. J. Valkenburg, scheikundig
ingenieur te Leiden.
Hierby is ingekomen het schryven
bovengenoemd van den heer Teune.
De heer Michels weDscht deze
zaak in comité generaal te bespreken
de heer De Geus verzet zich hier
tegen. Spr. meent, dat deze kwestie
van te groot publiek belang is, dan
dat in comité moet worden gegaan.
Evenwel merkt de V o o r z. op, dat
het bier betreft het geven van inlich
tingen over personen, hetwelk niet
in het openbaar kan geschieden.
Na heropening wordt benoemd de
heer Teune met 11 stemmen tegen
8 op den heer Valkenburg.
Hiermede is tevens het salaris
gebracht op f 2800.
Hoofd der school te Huisduinen.
1. H. Brands, hoofd eener school
te Heer-Hugowaard.
2. P. Franx, hoofd eener school te
Oudendyk.
1. J. Berrevoets, hoofd een^r school
te Haarlemmermeer.
Benoemd de beer Brands met alg.
stemmen.
Lid Commissie van Toezicht op
het Lager Onderwys. Vacature Mej.
G. Klots.
1. Mevr. de Wed. A._ Bommel
Daarnbouwer.
2. Mevr. J. J. van Pienbroek.
Benoemd mevr. Bommel met 14
stemmen. Mevr. Kelner en mevr.
van Pienbroek kregen ieder 2 st.,
terwyi 1 blanco waa.
Rondvraag.
De heer Van Breda bespreekt
de huidige verordening op het gas.
die verlichting van etalages verbiedt.
Nu iedereen gerantsoeneerd wordt,
komt het er toch niet op aan hoe
m8n zyn gas verbruikt. Bovendien
heeft bet publiek op deze wyze eenige
straatverlichting.
De Voorzitter merkt op, dat
er indertyd breedvoerig over gespro
ken is. Ia de verordening is de ver
lichting verboden, inovereenstemming
met wat bet meerendeel der winkeliors
ontschuldigde by zich, nog hygend
van 't harde loopen.
Zy gaf hem een stoel en Da eenige
oogenblikken vroeg bij, zoo rustig
mogelyk
„Hebt u dezer dagen tyding gehad
van Brigitte
„Jagisteren h8b ik een brief van
baar gekregen, of eergisteren, dat
weet ik niet juist meer. Wacht ik
zal eens zien."
Zy liep naar het buffet, in een hoek
van de kamer, waar, op een coupe,
eenige brieven lagen. Zy zocht eveD.
„O, hier is hy, ja hy is van eer
gisteren."
Met don brief in haar hand ging
ze zitten, op eenigen afstand van
baar gast.
„Schryft ze ook - over my?"
vroeg Gondard.
„Ja, ook over u."
„Mag 'k den brief lezen, Madame
Coupeur
,'k Zou denken van piet."
„Waarom piet? Wat schry ft ze
van my?"
„Niets slechts. Dacht dat?"
„Neen Maar waarom mag 'k
hem dan niet lezen?"
„Omdat ik beter vind, dat u niet
jjveet, wat ze over u schryft."
„Ik smeek u, Madame, geef my
den brief. Ik houd 't niet laDger
uit."
Onwillig tot overgeven hield de
oude dame nog steeds den brief tus
acben haar vingers geklemd.
Maar nu, geprikkeld door haar
weigeren, dol van verlangen, stond
wilde. Er zou een stroom van klachten
komen als wij dit toestonden vau hen
die niet in zoo gunstige conditie
verkeerden. Nog dezer dagen kwam
mej. Pijper, die ook aldus redeneerde,
en voor wie wij het verbod gehand
haafd hobben.
De heer Van Breda Repliceert.
kan toch niets tegen zyn, de
maatregel komt bovendien ten goede
aan het publiek.
De Voorzitter vindt dit laatste
argument niet zoo overwegend, hoofd
zaak is dat er eeu kwestie komt met
andere winkeliers.
De heer De Zwart merkt op,
dat men dan met eeu nieuw voorstel
moet komen. Er was destyds onzer
zijds een voorstel om de etalages te
laten branden. B. en W. wilden dit
niet en dit voorstel is verworpen.
De heer Biersteker vraagt of
middelen zyn overwogen ten opzichte
van gasverBtrekking aan kinderen,
die huiswerk moeten maken. Thans
zitten ze vaak by kaarslicht.
De Voorzitter zegt, dat bereids
van de hoofden van scholen een voor
stel in dezen geest is ingekomen.
Het is thans by den districts-scbool-
opziener. Bij do Zeevaartschool is al
een lokaal ingericht voor studeerende
kinderen, de H.B S. geeft om 3 uur
vry.
De heer Biersteker vraagt of
omtrent de Centrale Keukeu al e6n
werkplan is opgemaakt? Spr. ver
nam van den gom. bouwm., dat zij
1 Nov. gereed is, er mosten echter
nog verschillende detailzaken behan
deld en vastgesteld worden.
De heer Baak 7raagt hoe ver de
plannen der Mulo school zyn. De
thans bestaande toestand is onge-
wenachtde kinderen komen en gaan
op verschillende uren, en ook zyn
de leermiddelen uiterst gebrekkig;
voor 22 leerlingen zyn 10 boekjes
beschikbaar. Zooiets belemmert dep
goeden gang van zaken.
Verder klaagt spr. over bet feit,
dat aan leerlingen, nauweiyks ge
plaatst iu de 6e klasse, al gevraagd
wordt waarvoor ze leeren. Zeggen ze
dan voor de Normaal- of Zeevaart
school, dan worden ze speciaal voor
beide vakken opgeleid. Ook dit vindt
spr. verkeerd, ze moeten volledige
opleiding m.u.l.o. krygeD, met name
Fransche en Engelsche taalles. Spr.
zou gaarne in een en ander verandering
zien gebracht, speciaal in de ver
schillende aanvangsuren.
Do Voorzitter zegt, dat de
stukken etc. voor de school thans in
den Haag zyn.
De heer De Ven antwoordt spr.
dat voor meerdere leermiddelen crediet
is aangevraagd door de h. v. s. De
vraag aan de kinderen van de 6e kl.
is niet zoo vreemd; er zyn n.1.
parailelklassen, dus het is logisch dat
men tracht dezelfde leerlingen zooveel
mogelyk byeen te krijgen.
De heer Van der Veer vraagt
inlichtingen, omtrent de petroleum-
rantsoeueering. Hoe zit het daarmede?
Is die voor huisgezin en bedryf geiyk
De Voorzitter heeft met den
Haag gecorrespondeerd maar geen
antwoord gekregen. Nog bieden zyn
telegrafisch 40 L. aangevraagd voor
noodgevallen (kraamvrouwen, zieken,
e. d.) maar er komt geen antwoord.
De heer Spruit vraagt naar de
vorderingen van het werk aan de
prise d'eau der waterleiding.
De Voorzitter zegt, dat het
graafwerk afgeloopen is, en men
thans bezig is met het inspuiten der
kistdammen. Overigens is met de
Genie nog niet tot overeenstemming
kunnen worden gekomen.
De heer Spruit vraagt nog in
lichting omtrent het werk aan de
school' Huisduinen
Daarna wordt de vergadering
gesloten.
LANDBOUW-
BOEKHOUDING.
By C. DE BOER Jr., te Helder,
is verschenen:
landbouw-boekhouding
DOOR
J. DE VRIES *z.,
Hoofd v. School 1 eo Landbou woudur wliror
te Jullaoadorp (gem..Helder),
bestaande uit:
Dagboek,
Kasboeken voor ontvangsten en
Inventarisboekje en Balansboskje,
benevens een op de praktyk ge.
grond
Voorbeeld teroelening op Cursussen
Prys gezameniyk f 9.00.
Het voorbeeld is ook afzonderlijk
verkrygbaar tegen den prys van
f 0.50.
Gondard op, rukte bijna, baar den
brief uit de handeD, liep dan terug
naar zyn stoel by het raam, en,
zonder verder op Madame Coupeur
te letten, die zich langzaam verwy-
derde, ging hy weer zitten. Doch
nu, de enveloppe veilig in zyn handen,
schroomde hy, er den brief uit te
halen. Hy bekeek met weemoedig
welbehagen Brigitte's handschrift,
dat hy voor 't eerst 2ag, bewonderde
de fijne, loopeDde letters, bekeek de
kleine, papieren oppervlakte, waarop
haar hand gerust had. Wat zou die
hand, die hy zoo lief had, geschreven
hebben over hem? Welke teleur
stelling zou hem wachten, als hyden
brief las? „Komaan," zei by tot
zichzelf, „beter wéten dan langer
rondloopen in die kwellende on
zekerheid."
(Wordt vervolgd).