HELDERSCHECOURANT No. 4845 DINSDAS 23 OCTOBER 1917 Uitgever; C. DE BOER Jr., Helder. Oplaag 6250 ex. Abonnementsprijs; In de stad f 0.85, per post f 1.10. Losse ex. 2'/a cent. Advertentién 10 cent per regel. Op pagina 4 van dit blad Is opgenomen 1. Distributie. 2. Congres Duitsohe soe. dem. 2. Ingezonden. 4. Sport. 6. Feulleton enz. DE OORLOG. Dl ligirbirlehtin «an 19, 20 en 21 Oetober. Van het Weate1 yk front. In Vlaanderen zoowel als ten N.0. van Soisaons duurt het artillerie-vuur, dat met de grootste kracht wordt onderhouden, onafgebroken voort. Hier en daar hebben gevechten tus- schen verkenningsafdeelingen plaats, doch overigens kwam de infanterie nog niet in actie. Ook op het front ten O. van de Maaa nam de actie der artillerie toe. Van het Oostelijk front Se Duitschers zetten hunne opera ties op de eilanden aan de westkust vaa Eetbland voort. Nadat zij eenige dagen geleden kleine afdeelingen op h=t eiland Bagö aan land gszst hadden, die daar vasten vost wisten te krijgen, werden den 20stsn sterkere afdee lingen daarheen getransporteerd. Ben Sisten was het eiland reeds geheel in hun bezit. Verscheidens honderden Russen werden gevangen genomen. Het eiland Schildau, tuescben Mohn en de kuet van Esthland is eveneens door de Buitichers bezet. Ie Russen hebben daarop hunne zeeetrijdkrach- ten in Noordelijke richting terugge trokken. Zooals reeds gemeld werd, bezetten de Duitschers de twee kleine eilandjes in de Golf van Riga. Thans wordt hieromtrent nog gemeld, dat een van deze twee, het eilandje Rüno, geno men werd door een officier en 16 man, die op watervliegtuigen daar heen gebracht werden. Van het Italiaanach-Oosten ryksche front. Volgens het Italiaansch communi qué van den löden ondernamen de Oostenrijkers krachtige aanvallen in het gebied van den Monte Majo, waarbjj zU eenige vooruitgeschoven posten konden bezetten. Door een tegenaanval werden zij evenwel weder teruggeworpen. Een post beoosten Calgari, waar de vijand eveneens vasten voet had gekregen, bleef in zijn bezit. Be Italianen namen 40 man en 3 officieren gevangen. Eeu vijandelijke helling van den San Gabriele werd afgeslagen. Uit Londen wordt nog gemeld, dat men algemeen binnenkort een offen sief der Oostenrijkers verwacht. Aan bet Macedonische front zijn de Franschen ten W. van het Ochridameer tot den aanval over gegaan. Volgens de Buitsche en Buigaarache berichten werd de aanval afgeslagen. Luchtaanval op Engaland. S Zeppelins vernield, 3 door vliegtuigen achtervolgd. Vrijdagavond hebben een aantal Zeppelins, naar schatting 6 of 7, een aanval gedaan op de Oostelijke en Noordoostelijke graafschappen van Engeland. Op verschillende punten werden bommen geworpen, o.a. ook in het gebied van Londen. 27 personen werden gedood en 68 gewond. Ie schade was gering. Vermoedelijk is dit eskader lucht schepen over Frankrijk teruggekeerd. Zoodra zij evenwel Fransch grond gebied bereikten, werden zjj door de afweerformatles aangevallen en ach tervolgd. Vrijdagavond laat werd de nade ring van niet minder dan 11 Zeppelins gemeld. Onmiddellijk werden alle af weer eskaders en batterijen in het land gewaarschuwd. De vijandelijke luchtschepen werden aangevallen en over heel Frankrijk uiteengedreven. Op Fransch gebied werden geen bommen geworpen. Be luchtschepen waren vanaf het oogenbllk, dat zij de kust overstaken, nagenoeg geheel overgeleverd aan de genade van den schitterenden Franschen afweerdienst. Het resultaat van de krachtige actie der Franschen was, dat «ff Zepptlint ictrden nevgmholtn of tot dalen gedwongen, n.1, bi) St. Clement, Bourbonne, Bammartin en Laragno- mison. Verder zouden er nog twee zoo goed als verloren zijn, die bovendien volgens een bericht van den Sisten door vliegtuigen werden nagezeten. Een achtste Zeppelin raakte boven de Middellandsche zee verzeild en werd door watervliegtuigen nagezeten. Omtrent het lot van deze drie laatste luchtschepen is evenwel nog niets met zekerheid bekend. Tsr Zae. Da oparatias bij Riga. Volgens een Russlseh bericht werd aan de operaties bij de golf van Riga door 2/3 dor Buitsche vloot deelge nomen. De Russische schepen moesten voor de overmacht wijken en trokken door de Mohn-sond terug. Aan den noordelijken ingang, tusschen Bagö on de kust van Esthland, hadden de Duitschers een mijnenveld gelegd. Dit werd echter door de Russen ontdekt, zoodat de uitweg naar de Finsche golf bruikbaar bleef. Verder werden door Russische torpedobooten aan den ingang van de Finscbe golf en van de Mohn- sond vijandelijke duikbooten waar genomen. Da aanval op hat Engalaaha aonvool. Volgens een bericht van de Kogel- sche admiraliteit, dd. 29 Oeteber, ge schiedde de aanval op het. Eogelsche convooi door 2 snelvarende, zwaar bewapende Duitsche kaperschepen, halverwege de Shetlandseilandeu en de Noorsche kust. De twee Britsche torpedojagers, de „Mary Rosé", onder commando van luitenant Fox, en de „Strongbow", onder commando van luitenant Brooke, welke het escorte ter verdediging tegen duikbooten vormden, deden onverwijld een aanval op de vijandelijke schepenenatreden totdat zy, na een kort, ongelijk ge vecht, zonken. Hun dapper optreden bad ten gevolge, dat drie der koop vaarders konden ontsnappen. Helaas werden vijf Noorsche, een Deensch en drie Zweedache schepen, alle on bewapend, daarop door kanonvuur in den grond geboord, zonder vooraf gaand onderzoek, zonder waarschu wing van eenigen aard en zonder dat rekening gehouden werd met de levens der bemanningen en passagiers. Be admiraliteit behandelt uitvoerig dit optredsn der Duitschers, die geen enkele poging aanwendden tot redding der opvarenden. Een Britsche pa trouille, die kort daarop ter plaatse kwam, kon ca. dertig man redden. Alle officieren en manschappen, ten getale van 47, zijn omgekomen. Van de „Mary Rosé", die een be manning had van 96 koppen, werden 10 man, w.o. 2 officieren, die zich aan twee reddingbooten hadden vast geklampt, door een Noorsch stoom schip opgepikt. De Duitsche verklaring omtrent de plaats van den aanval is onjuist, en eveneens die omtrent de vernietiging dor begeleidende schepen. De kapers waren er zoowel vóór den aanval als daarna in geslaagd in den donkeren nacht aan de waakzaamheid der Britsche eskaders te ontsnappen. Da duikboot- on mljnoorlog. Van Duitsche zijde wordt gemeld, dat een Buitsche onderzetör, com mandant kapitein-luitenant Jess, aan de westkust van Ecgeland dezer dagen zes stoomschepen, een zeilschip en twee viaschersvaartuigen, van een gezamenlijken inhoud van 88,000 br. reg. toD, vernietigde. In den Atlantischen Oceaan hebben de duikbooten opDieuw 16,000 ton scheepsruimte in den grond geboord. Een bericht uit Washington, dd. 20 Oetober geeft aan, dat het Amerl- kaanache transportschip „Antilles" op 17 OcL in de Europeesche wateren is getorpedeerd en gezonken, terwijl het op weg naar Amerika was. Van de 167 opvarenden verdronken er 67. Alle officieren van leger en marine, zijn door drie schepen gered. Zestien van de 33 soldaten zijn omgekomen. Een duikboot werd niet gezien. Twee Italiar.nsche stoomschepen hebben hardnekkige gevechten met duikbooten geleverd. Een daarvan werd in den Oceaan aangevallen, en dreef, hoewol het schip door een torpedo werd getroffen, den vijand op de vlucht. Het tweede stoomschip wist in de Middellandsche zee door een snelle wgnding aan een door een Duitsche duikboot gelanceerde torpedo te ont komen. Daarop viel men de duikboot aan, en beschoot deze zoodanig,'dat men kon aannemen, dat de onderzee!r gezonken is. De soc. dem. Vredesconferentie. Verschenen is het reeds voor eeni gen tijd aangekondigde manifest aan de partijen, die aangesloten zijn bij do Internationale. In de inleiding wordt gezegd: Het organisatie comité van de con ferentie te Stockholm heeft zijn leden, die tot de partijen van neutrale lan den behooren verzocht, met betrek king tot de conclusies der conferentie voorloopig een concreet voorstel te formuleeren, waarbij alle socialistische partty«n zich zouden aansluiten, en dat als basis van vredesonderhande ling zou kunnen dienen. Onder deze omstandigheden nemen de ondergetenkenden vertegenwoordi gers van de socialistische partijen van Zweden, Noorwegen, Densmarkenen Nederland, de verantwoordelijkheid op zich van de volgende denkbeelden, in de overtuiging, een einde te zullen maken aan een oorlog, die dreigt Europa volledig to gronde te richten en gedurende een oeuw het geslacht, van heden en van de toekomst tot in dsn wortel aan te tasten. Be ontwerpers van het tegenwoor dig document weten, dat zij geen enkelen oorlogvoerende party volledig tevreden zullen stellen. Er wordt verder gewezen op het feit dat de 3 jaren van oorlog bewezen hebben, dat er noch overwinnaar, noch overwonnene zal zijn, en dat geweld plaats moet maken voor recht. Voortaan moet de regeling van twisten onderworpen worden aan het grondbeginsel vau scheidsgerecht en bemiddeling. Bit grondbeginsel kan onmiddellijk toegepast worden op de vredesvoorwaarden en een politiek inleideD, die door afschaffing van bet protectionisme en het militarisme, deze twee oorzaken van oorlog tus schen de volkeren buitensluit. Indien de oorlog voeren do staten accoord gaan met de aanneming van deze fundamenteel© punten, zal de volkerenbond feitelijk gesticht zyn. In den beginne zal het geen volmaakt werk zijn, maar het zal noodwendig in zich zelf de macht voor een organische ontwikkeling bevatten. Aldus zal de vrede het karakter van duurzaamheid erlangen. In het manifest wordt verder aan gegeven dat de vrede gesloten kan worden op den status quo ante, aangevuld door de oplossing vau problemen die aanleiding gaven tot den oorlog of die door den oorlog punten van strijd zijn geworden. Het is de vrede zonder annexatie. Territoriale quaesties, zooals die van den Balkan, Polen en Trentino zul len natuurlyk ook door de vredes verdragen moeten worden opgelost. Be oplossing der nationale quaesties mag het sluiten van den vrede niet vertragen. Maar de oplossing van do bepaalde nationale quaestie zou naar een com missie verwezen kunnen worden, die belast is met het stichten van een internationaal Instituut voor die quaesties, die bij de vredesonderhan delingen niet kunnen worden afge daan. Bovendien zijn er tal van economische quaesties die door abri tage geregeld kunnen worden. Verder bsvat het manifest de volgende vredesvoorwaarden 1. Algemeene vredesvoorwaarden. Geen annexaties, doch integrale ontruiming van alle bezette gebieden in Europa en do koloniön, teruggave van dez9 grondgebieden aan den staat, die ze voor den oorlog in bezit had, volledig herstel van de politieke vrijheid, de territoriale zelfstandig heid, welke sommige staten tydons den oorlog, hetzij geheel, hetzy ge- desltsljjk verloren hebben. In het vooruitzicht van een duurzamen vrede sluit de toepassing vau dit grondbe ginsel de mogeiykheid van vrede lievende overeenkomsten nopens grensaangelegenheden ntet uit, wel te verstaan in overeenstemming en met den wil der belanghebbende be volkingen. Geen oorlogsschatting. Be toepas sing van dit grondbeginsel sluit niet Uit de terugbetaling van schattingen en inbeslagnemingen, die tydons den oorlog zyn doorgevoerd in stryd met de verordeniogen van de Haagscbe conventie. Herstel van de verwoeste gebieden uit een internationaal fonds, wanneer deze tusscbenkomst noodig geoordeeld wordt in het belang vau byzonder benadeelde staten. Oplossing van nationale quaesties in den zin van de vryheid der natio naliteit. Algemeene amnestie voor alle misdaden en misdrijven van politie ken aard, als uitvloeisels van oor logsdaden. 2. Speciale voorwaarden. Volledig politiek en economisch herstel van Btlgiö en cultureele zelfstandigheid voor Vlaanderen en Wallonië. Vergoeding van alle be lastingen eu inbeslagnemingen, door- ge voerd in stryd met het internationaal recht. De schatting van de door Duitachland te betalen schade, waar van het grondbeginsel aangenomen is door de verklaring van de Duit sche regeering dato 4 Augustus 1914 kan overgelaten worden aan hot oordeel van het Haagscbe scheids gerecht. Be oplossing van de quaestie Elzas- Lotharingen zal geregeld worden door een plebisciet op een door het vre desverdrag te bepalen tyd. Bit plebis ciet kan gelden voor het geheei of een deel der betwiste gebieden. Aan dit plebisciet zullen deelnemen die kiezers die bestendig woonden en vurbiyf hielden in deze landen, en diegenen die tydens den oorlog het gebied moesten verlaten, en verlangen terug te keeren. Als grondslag kan men zich bedienen van de kiezers- lijsten der laatste verkiezing, die aan den oorlog vooraf ging, terwijl waar borgen voor een vrije stemming ge öischt zullen worden. Herstel van een onafhankelijk Serviö vereonigd met Montenegro. Het herstel zal betaald worden uit een internationaal fonds. Serviö zal met Bulgarye en Griekenland vrUen toegang hebben tot de zee te Salonikl. Be Zuid-Slavische volkeren van Oostonryii-Hougarye zullen over een volledige vryheid onder economisch opz icht beschikken en zullen vereenigd worden in éan enkel bestuurJyk- zelfstandig district. Omtrent Bulgarye zal de Macedonische quaestie geregeld worden in den zin van een stelsel als in Oosteur. Hong. Van Oostoiyk Macedonië tot aan de Vardar met Bulgarye. Do Vardar wordt voor Serviö de verbindingsweg met de zee. Be vereeniging van al de Bulgaarscho elementen met het moederland. Oprichting van een vry en onaf- hankelyk Polen met waarborgen voor de economische ontwikkeling en zelfbestuur der Joodtche en andere minderheden. De Poolsche districten in Oostenryk en Duitschland zullen over oen zoo groot mogelyke zelfstandigheid moe ten beschikken. Territoriale zelf standigheid der nationaliteiten in Rusland in het kader van een federa tieve republiek met waarborgen dor rechten van de minderheden. Onafhankelijkheid van Finland, vereenigd met. de Russische republiek. Oplossing van het Boheomsche pro bleem in den zin van een vereeniging der Tjschen, bewonende de aangren zende districten in een federatieven staat met Oostenrijk—Hongarye. Omtrent de Italiaansche districten in Oostenrijk, die niet aan Italië zouden afgestaan worden, zal cultureele vryheid moeten worden gelaten. Politieke onafhankelykheid en econo mische gelykheid van Ierland op de wyze van Groot-Brittanniö. Vriendgchappeiyke oplossing van de quaeitie Noord-Sleeswyk dooreen overeenkomst tusschen de belang hebbende staten op de basis van een grensrectiflcatie en na volksraad pleging. Territoriaal herstel van Turksch- Roemeni! met waarborgen voor verdere ontwikkeling. Internationale oplossing van het Joodsche vraagstuk op grond van persooniyke zelfstandigheid in de Russische districten, Oostenryk, Roemenie en Polen, waar de Joden in samengepakte massa's verbiyven en bescherming van de Joodsche kolonisatie in Palestina. Plechtige verklaring. Om aah den vrede bet karakter van duurzaamheid te geven zullen de betrokken partyen zich bereid moeten verklaren den volkerenbond te stichten op den grondslag van het verplichte scheidsgerecht en de alge meene ontwapening, met afschaffing van eiken economiacben oorlog en toepassing van parlementaire contrö'e op de buitenlandscbo4>olitiek. In een oproep aan bet slot wordt aan de by de Internationale aange sloten organisaties verzocht deze voorstellen aan een onderzoek te onderwerpen en het comité vóór 1 Dec. 1917 een gemotiveerd oordeel te doen toekomen. BINNENLAND. Begrafenis lult. tar zee J. A. de Jongh. Uit Amersfoort wordt aan het Hbl. gemeld Buitengewoon groot was het aantal belangstellenden uit militaire kringen ter zee en te land, die zich Zaterdag hadden opgemaakt om de laatste eer te bewyzen aan een wapsnbroeder, gevallen by een poging tot redding van een menschenleven. Aanwezig waren o. m. de le luit. der cavalerie H. I. B. T. B. von H6yden, ordon- nance-offlcier van de Koningin, als vertegenwoordiger van H. M., vice- admiraal W. T. de Booy, chef der afdeeling materieel van het departe ment van Marine, als vertegenwoor diger van den Minister van Marine, de opperbevelhebber van land- en zeemacht, generaal C. J. Snyders, kapitein ter zee W. J. G. Umbgrove, chef van den Marinestaf, vice admi raal W. Naudin ten Cate, comman dant van de Stelling Heldor, ver tegenwoordigende die Stelling, kapi tein-luitenant ter zee chef van den staf der zeemacht J. J. H. Commljs, Hellevoet8luis, vertegenwoordigende de Stelling van de Monden der Maas en der Schelde, luitenant t. z. le klasse P. E. K. Ebbinge Wubben, vertegenwoordigende de bezetting van Terschelling, kapitein-luitenant t. z. C. A. de Haes, commandant van Hr. Ms. „Emma" met een deputatie van de bemanning. Be bemanning van de „Pangrango" was byoa voltallig aan wezig, met den commandant luitenant ter zee 2e klasse G. E. Le Rütte. Het marine établissement te Amster dam was vertegenwoordigd dooreen deputatie, bestaande uit een officier, drie onderofficieren en drie minderen. Voorts merkten we op den waar- nemenden garnizoenscommandant te Amersfoort, luitenant kolonel G. J. H. baron van Hardenbroek van Ammer- stol, vertegenwoordigende het garni zoen te Amersfoort, ritmeester L. C. Beynen, vertegenwoordiger van kolo nel Oesterman, commandant van het Interneerings depot Zeist. Ook was aanwezig een deputatie uit de ge ïnterneerde Belgische officieren. Aan het hoofd van den stoet, welke onder leiding stond van luitenant adjudant J. H. A. Heere, ging een militair muziekcorps. Ais slippsndra gera gingen ter weerszijden van den koets de luitenants t. z. V3n den Bosch, Von Kübn, Van Hengel en Hancbrink, terwijl tien man van de bemanning der „Pangrango" als dra ger fungeerden. Bedekt door de vaderlandacbe drie kleur en een schat, van bloemen werd op het kerkhof door matrozen de kist grafwaarts gedragen. Aan de groeve voerde, nadat het stoffeiyk overschot was neergelaten met de gebruikeiyke eerbewijzen en nadat de vertegenwoordiger van de Ko ningin een kruis van witte bloemen op de kist bad neergelegd, allereerst admiraal De Booy, vertegenwoordi ger van den Minister van Marine, het woord, die de beteekeaia van de moedige daad van luitenant De Jongh schetste eu den wensch uitsprak, dat het feit dat üe nagedachtenis van dezen held'zal blyven voortleven in de harten van allen die tot de ma rioe behooren, den treurenden ach- terbiy venden tot trooït zal strekken. Da opperbevelhebber, generaal Sny dcra, zeide 'top prijs gesteld to heb ben hier persoonlijk het woord te kunnen voeren, teneinde de nage dachtenis te huldigen van een held, dien spreker tydens diens leven niet had gekend, doch dien hyhadleeren kennen in de daad welke hy zoo manmoedig volbracht. Wy allen, aldus de generaal, zyn trotsch op dezen braven kameraad, zy dat ge voel dan ook vermengd met diepen weemoed. Ik hoop, dat de familie troost moge vinden in de wetenschap, dat de Konickiyke Marine aan de nagedachtenis van De Jongh een trotsche herinnering zal' bewaren. De derde spreker was overste Sa Haes. Na hem sprak luitenant Le Rütte, die als jaargenoot en vriend in gevoelvolle woorden kameraad De Jongh schetste als vrfênd en als lief hebbend echtgenoot. Hierna volgde het nederleggen van een groot aantal kransen door de verschillende deputaties. Daarna werden een groote massa bloemstukken en kransen aangedra gen, o.a. verscheidene bloemstukken van officieren van zee- en landmacht, van onderofficieren van de schepen waarop do overledene had gediend, van de korporaals en schepelingen van de „Holland", de. „Emma", de „Pangrangro", van de officieren van het departement van Marine, het korps adelborsten, van de zeevaartschool te Ben Heldor, enz. enz. Tot de minderen die een krans op het graf neerlegden, behoorde ook de geredde Do Blij, die diep geroerd was en snikkend, het hoofd rustend op den schouder vau een makker, wanke lend het graf verliet. Ten slotte voerde het woord ds. Poort uit Ben Helder, die tot de familie een troostwoord sprak. Be vader van den verongelukte dankte diep bewogen voor de bewyzen van deelneming, speciaal de vertegen woordigers van H. M. de Koningin, den Minister van Marine en den Opperbevelhebber van land- en zee macht, generaal Snyders. Het strooien van levende bloemen in de groeve vormde het slot van deze, op alle aanwezigen een ont róerenden indruk makende plechtig heid. Nederland an Amerika. In een telegram van den Washing- tonachen correspondent van de „Morning Post", dat in da Nederlarid- sche bladen la opgenomen, wordt beweerd, dat de Nederlandsche regee ring halstarrig weigert eene schikking aan te gaan nopens de in Amerikaan- ache havens liggende Nederlandsche schepen. Het Corr. Bureau heefc zich naar aanleiding van dit bericht tot het ministerie vau Buitenlandsche Zaken gericht, waar mon mededeelde, dat deze voorstelling van zaken geheel oDjuist is. Van Nederlandschezyde zyn integen deel by de Amerikaansche regeering twee voorstellen aanhangig gemaakt, om tot een schikking te komen. Het eene betreft een verdeeling der thans in Amerika liggende schepen met hunne ladingen tusschen de Com- mission for Relief in Bclgium en ons. Het tweede stelt een regeling voor de toekomst voor en beeft de strekking een bepaald aantal schepen voor den dlen&t van de Commission for Relief beschikbaar te stellen. Ofschoon deze voorstellen reeds eenige maanden geleden aanhangig zyn gemaakt, is ondanks het aan dringen van onzen gezant en onze delegatie in Amerika nimmer eenig aDtwoord of een tegenvoorstel van Amerikaansche zyde ontvangen. Inbezitneming van goederen. De minister van landbouw, nyver heid eu handel beeft tot de burge meesters dfrv. volgende circulaire gericht Het is ougetwyfeld ook aan uw aandacht niet ontgaan, dat, naarmate de economische moeilijkheden hier te lande toenemen, de groep van per sonen, die alle goedoren opkoopen, waarvan op prysstyging gehoopt wordt, grooter wordt. Niet zelden ook veroorzaken deze personen daardoor moedwillig een tydeiyk gebrek aan bepaalde goederen on daardoor eene onnoodige pryssty ging. Zonder in ook maar één enkel opzicht een nuttige tusschenschakel in den handel te vormen, belemmeren vorenbedoelde gelegenheidshandela- ren in niet geringe mate een zoo geregelde goederencirculatie als zy in deze tyden nog mogeiyk zou zyn. Het is dringend noodzakeiyk, ook om de taak der regeering niet noode- looa te verzwaren, dat met kracht tegen dezen misstand wordt opge treden. Onder de grootere gemeenten zyn er reeds met vrucht in die richting werkzaam. Ik zou wenschen, dat in alle gemeenten dat voorbeeld werd gevolgd. Op grond van het bepaalde in art. 4 der Distributiewet 1916, heb ik'der halve de eer u op te dragen uw bijzondere aandacht te wfiden aan den opslag van goederen, welke niet in overeenstemming is met eenreöelen handel. Ik geef u voorts by deze een last als bedoeld in art. 9,1ste lid der Distributiewet 1916 om van den voorraad van zoodanige goederen onmiddeliyk opgave te vorderen van dengene, die deze voor eigen rekening, dan wel voor rekening vaii derden onder zich heeft, en om deze goederen vervolgens overeen komstig bet 2de lid van vorengenoemd wetsvoorschrift in bezit te nemen. Ik zal gaarne van iedere inbezit neming onverwyid mededeeling ont vangen, ouder opgave voorts, of u het wenschelyk acht, dat de betreffende goederen in uw gemeente zullen blyven. Met uw wenachen zal zooveel mogeiyk rekening worden gehouden en in elk geval zullen u ten spoedigste instructies omtrent de bestemming van die goederen en de aangewezen schatters worden gezonden. Voor zoover u goederen voor de getaxeerde waarde niet in uw gemeente wenscht te distribueeren, zullen deze in elk geval van rykswege worden opge nomen. U zoude voorts wellicht aanleiding kunnen vinden uw gemeentenaren aan te sporen in de gewenBchte richting mede te werken, door u mede- deeling te doen van hun blijkende onregelmatigen opslag van goederen. Zy zouden tot dat doel kunnen worden gewezen op het feit, dat voor het goedgezinde gedeelte de bevolking de bealaanamoeilykheden ernstig en on- noodig worden verzwaard door de gewetenlooze praktyken van bnkelen. („Sf.ct.") Stoomtrsllsr» opgebracht? Te IJmuiden vreest men, dat eenige 8toomtreilers, die over tyd zyn, naar Engeland zyn opgebracht. Het motief voor het opbrengen zou zyu, dat het grootste deel der vangsten (grootere soorten achelvisch, kabeljauw, enz.) naar Duitschland wordt uitgevoerd. Brand op do Marlnowarf ta Amsterdam. Zaterdagavond omstreeks halfzts werd de Amsterdamscbe brandweer gealameord voor een brand op de Marinewerf. Het bleek, dat brand was uitge broken in een der gebouwen van de oude marinewerf naait de Mariniers- kazerne, in gebruik by de artillerie- inrichtingen. De werklieden waren om 3 uur vertrokken, maar om half zes, juist toen de dagportier werd afgelost, kwam een der werklieden zich by den portier melden. Hy bad zyn huissleutel laten liggen. De nachtportier ging volgens voorschrift met dien man mede naar de draaiory, toen hy waarnam, dat door de boven vensters vlammen schenen. De por- was zoo verstandig niet op bet 'oluschmateriaal der inrichting te ver trouwen, maar onmiddeiyk dedicht- byzyndo brandschel af te trekken. Het vuur, dat ontstaan was in een verfhok, waar zich ook eenige vaten zwartsel bevonden, had al flink door gevreten, want een der zwarte hou ten pilaren, die den kap van het gebouw stutten, was al voor een groot gedeelte aan de onderzijde ver koold. Geholpen door een paar mari niers moeBten de brandweermannen eerst nog eenige stapels kostbare granaathulzen op zijde sleepen. Anderhalf uur na het uitbreken van dezen .brand in een belangrijk munitiebedryf waren een opzichter en de korporaal der mariniers de hoogste autoriteiten, die van de zyde der artillerie inrichtingen aanwezig waren, waarvan dan de korporaal nog uit de vlakbyzynde kazerne ge- requireerd was. Om zeven uur smeulde hier en daar nog een stukje hout. De brand had gelukkig geen grooten omvang genomen. Het zag er wel heel ge vaarlijk uit in die groote holle zaal, met zyn stapels granaathulzen, maar ze waren allen ongevuld. Had de werkman niet toevallig zyn sleutel vergeten, dan zou de brand eerst na zes uur zyn ontdekt, want op dat tydstip vangt de nachtportier zyn ronde aan. Van de oorzaak kan nog weinig vastgesteld worden. QemaantalIJka wasch-lnrlchtlng. Te Vlissingen wordt van gemeen tewege een gebouw ingericht, waar de vrouwen hun waach kunnen komen doen, en waar tevens warm water verkrijgbaar wordt gesteld. Open brief aen President Wilson. In het weekblad „Do Amsterdam mer" is opgenomen de volgdende open brief van den heer C. J. K. van Aalst aan President Wilson Ongetwyfeld beginnen de verhou dingen tusschen de Vereenigde Staten en Nederland eenigszins minder aan genaam te worden. Van onzen kant bezien, Is dit zeer zacht uitgedrukt. Verontschuldig my als ik zeg, dat wy het gevoel heb'oen alsof uwe re geering ons den voet op den nek zet zonder het toonen van eenige consi deratie, eeu voet, in een laars ge stoken, welke even zwaar en even pynfijk weet te trappen als die andere ry laars, die ten uwent niet lang ge leden op zulk een strenge wyze werd becritiseerd. Ik zou het niet wagen zoo 7rij-uit te spreken, als ik niet steeds een vriend geweest was, wat ik nog ben, van uwe natie en van uw ras. Daarom voel ik my gerechtigd om u onomwonden myn meening kenbaar te maken, en ik kan niet gelooven, dat het Amerikaansche oor doof zou biyken voor myne opmer kingen. Amerika tracht ons tot rede te brengen, niet met behulp vau argu menten of met vriendelyken aandrang, dochdoor het afsnyden van onzen toevoer. Het houdt onze schepen vast door de bunkerkolen te weigeren, die het overigens beat missen kon. Gy belet ons in aanraking te blyven met onze koloniön, die toch de voor naamste bronnen behooren van ons nationale leven. Vindt u dit werkeiyk biliyk Komt dit niet dicht by hetzelfde systeem van macht boven recht, dat door de tradities van uw la:d, uw volk en uw geschiedenis zoo vurig werd ge wraakt Eenige duizenden ton levensmidde len en veevoeder door onze Regeering gekocht en betaald, maar opgehouden in uwe havens, waren bestemd voor ons volk en voor ons volk alleen. Zy waren geconsigneerd aan onze Re geering op condities van de Overzee TruBt maatachappy. En zy vormt slechts een deel van de hoeveelheid, welke schriftelijk overeen gekomen was met het Britsche Gouvernement. Deze overeenkomst werd aangegaan langen tyd vóórdat u land party koos voor de geallieerden. Onze distributie-bureaux en onze huisvaders hebben zich op dit con tract verlaten ten behoeve van hen, die aan hun zorg zyn toevertrouwd. Door het optreden van de Regeering der Vereenigde Staten heeft deze overeenkomst in het oog van vele Nederlanders feiteiyk de waarde ver kregen van„een vodje papier". Niemand in Nederland bad van uwen kant zulk een politiek van „vreesaaDjaglng" ten opzichte van een klein volk verwacht. Immers, hoe anders 't te noemen, waar u door het vasthouden van onze schepen en het afsnyden der verbinding met onze koloniale bezit tingen in de rentten treedt van een vreedzame en onschuldige natie, welke aan hare aanspraken geen klem kan byzetten door kracht van wapenen, doch die niettemin de eer biediging dier rechten met klem durft eischen. Wy denken er niet aan om onze atoombooten en onze goederen aan te wenden tegen de zaak, die gy voorstaat. Maar daar wy een zeevarend en koloDiaal volk zyn, voelen wy het als een ondraaglyken en o verdienden boon, dat onze toch al zoo geringe vryheid belemmerd wordt door een land als het Uwe, met geen andere bedoeling dan ons door overmacht te dwingen om te doenwat? Om er mee op te houden Duitsch land van levensmiddelen te voorzien! Waarde President, laat my deze dwa ling even rechtzetten. Het is een belachelijke veronderstelling, dat wy Duitschland zouden voeden I Gesteld zelfs dat wy wenschen dit te doen, dan zouden wy het niet kunnen. Onze gansch» uitvoer ia nog niet in staat ook maar langer dan enkele dagen in de behoeften van Duitschland te voorzien. De nuchtere waarheid is dat Neder land om te kunnen bestaan, lang zamerhand geworden en gebleven is een land van invoer. Byna al onze noodzakeiykste levensbehoeften moe ten van buiten betrokken worden. Het zou de totale ineenstorting van ons nationale bestaan beduiden, als wy het daar zonder stellen moesten. En begrypt Gy nu niet, dat wy een onontbeeriyk deel van dezen In voer slechts kunnen gaande houden door een zekere mate van unvoar daartegenover te plaatsen, die. luttel en onbeteekenend in vergelymet wat groote naties noodig hebben, voor een land als het onze oeD aller- belangrykst ruilmiddel verschaft? Wy streven er ateeds naar, deze ruiling naar beide zyden te doen plaats nebben. Ik open baar hiermede meteen welke onze kwetsbare plekken zyn. Het. wars nutteloos ze to verbergen. Zo zyn trouwens van algemeene bekend- acid. Van alle kanten hoeft men er ook gebruik van gemaakt. Gy zelf zyt bezig dit te doen. Gy, die, vergun my het te zoggen, in 4e laatste plaats daaraan gedacht moest hebben. Zie hier een kleine natie in groote verlegenheid. Past het nu het Amerikaansche volk haar aan haar lot overtelateD, misbruik van haar te maken, haar onnoodig te dry ven tot een staat van verslagenheid Laat my U mogen herinneren aan een-ander volk, dat destyda klein was en groote behoefte had aan steun; dat rilde onder de bedreiging van een der sterkste koninkrykeu van die eeuw; dat nochtans zyn aanspraken deed gelden op recht, vryheid en onafhankeiykheid. Een van de eersten, die dat kleine volk in zyne moeielyke dagen de' hand der vriendschap bood, was een republiek in Europa, waar de ooaf- haokeiykheid der kleinen immer be schouwd was geworden als een heilig goed. In dit land was het, dat het hulp geroep der „opstandelingen" het harte lijkst werd beantwoord. Van dat land uit werd de sympathie voor hun zaak door middel van boek en geschrift over geheel Europa opgewekt; dat land was 't, hetwelk met gereede hand stoffelyken steun bood. Is het noodig, dat ik u nog verdore byzonderheden in het geheugen terug roep van de wyze, waarop Nederland zich schaarde aan de zyde der Amo rikaanscho revolutionnairen, totn uw volk volgens den loop van het men- schelyk gebeuren zich de erkenning trachtte te veroveren voor zyne souverelne rechten van zelfstandig heid en vrijheid? De anti Amerikaansche „Tory" kwam byna niet voor in de Nieuw- Nederlandsche Staten, die gevormd waren door een volk van Nederland- schen oorsprong. Toen de verklaring van onafhan keiykheid geteekend was, namen vele Nederlandsche officieren dienst in uw leger. De forten aan de Hudson-rivier werden geconstrueerd door een Ne- derlandsch Ingenieur, die een groot vriend was van George Washington. Reeds In 1777 werd te Amsterdam een oorlogsschip gebouwd voor de nieuwe natie. Haar vlag werd het eerst door Nederland, met saluut begroet bij St. Euatatius. In -1782 werd John Adarr- door de Staten Generaal In Den Haag als afgezant van het Noord-Amerikaan- ache Congres ontvangen, waarmede Holland, tegeiyk Frankrijk, voor het eerst de Vereenigde Staten officieel In Europa err :nden. Het waren de Amsterdamscbe bankiers, die boognoodzakelyke ko ningen aan de strijdende kolonisten verstrekken. Da namen van Frankltr, Trumbull en Adams verkregen in Holland een populalren klank, terwijl Van der Capellen, Calkoon eu anderen zich als vurige voorstander h «andeAme rlkaaascbe zaak d» den kennen. Slechts enkele jaren gsleden, In 1911, werd door uwe landgenooton een gedenkplaat aangebracht in het gebouw te Den Haag, dat eens het eerste gezantschapsgebouw van do Vereenigde Staten was. Hot opschrift luidt „Ten teeken van de meer dan „driehonderdjarige, hechte vriend- „scbap en de groote e kenteiykneid „van bet volk der Vereenigd- 5:a- „ten van Amerika Jegeus Neder land." Ik'bied u deze feiten niet aan als een wissel. Maar stellig mag Ik er grootor waarde aan toekennon dan van een louter curiosum. Ik grond daarop onze aanspraak op rechtvaardigheid, billijkheid on trouwhartigheid, een beroep op wel willendheid en-het aflaten van dwang. Het zal u zeer zeker gemakkeiyk vallen een redeiyker houding tegen over Nederland aan te nemen. Ook zal bet niet moeiiyk zyn uwe bond genooten van do noodzakelykheid daarvan te overtuigen. Onder de herinneringen, die ik heb opgehaald, is er een, die ons verhaalt hoe gedurende uwen Oorlog van 1812 de stad Baltimore in nijpenden voe- dingsnood verkeerde. Een Hollander, Klaas Taan ge- heeten, brak de Britsche blokkade en kwam de burgers te hulp met een aantal Nederlandsche graan schepen. Zyn nu de Vereenigde Staten van zins het tegenovergestelde te bereiken en het Nederlandsche volk voor zich neer trachten te doen buigen door een wreed stelsel van uithongeren en ellende? Dit stelsel zou zeker niet slagen I Voor ona zou het slechts beteekenon een voorbygaande slag van het nood lot, voor u echtereen eeuwige onrechtvaardigheid. Ik houd vol evenwel, dat men niet behoort het te beproeven. Waar wy op aanepraak maken is... een billijke politiek. Ik verbiyf, mynheer de President, met de meeste hoogachting, Uw dw., 16 Oetober 1917. j VahvA'axst.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1917 | | pagina 1