GEMEENTERAAD VAN HELDER. (Vervolg ven pagina 1). beeft dit voorstel niet zooveel raison meor. De heer Be Zwart bospreektde in de bijlage 81 (advies B. en W.) genoemde cyfera. Die z|jn ODjuiat, omdat z(J berekend zyn naar hot jaar waarin al bezuiniging is toegepast, Maar die bezuiniging ia pas toogepast toen 1917 al begonnen waa. Slechts een enkele maal is 35°/» bereikt, meestal bleef men daar ver onder. De Voorzitter merkt op, dat de begrooting is opgemaakt naar 1916. De beer De Zwart: Ban wordt het nog erger, want dat scheelt toch geen */s Het verbruik bier was steeds uiterst gering. Spr. erkent de cijfers niet als juist. Bo besr Biersteker zegt dat in ieder geval alleen voor de kolen, zonder al bet andere, een verschil is van f 85000. - aan moerdere uitgaven. Da heer De Zwart: Ja, als die Cijfers juist zU«, maar een kind begrijpt, dat dat geen verschilt. Be Voorzitter: In ieder geval heeft de hoóge kolenpiija de gemeente veel gekost. Ook da houtdistributie brengt niet onbolaneryke kosten voor do gemeente mee. Er zijn nog andere dingeD, o.a. ia er een adres van Kooman c.s. om warm eten uit de keuken, on spr. voelt er meer voor het in die richting te sturen. Deze hulp is slechts voor ééne week, en er kunnen nog andere tijden komen. De heer Bask: ©ie warm eten verstrekking ia slechts eene kwestie van 12 cent. Men kan in dezen t(jd de kachel nog niét missen, vooral niet in huisboudons met kleine kinde ren, waar veel wasch is. Meerdere gezinnen hebben dagen lang in de kou gezeten. Be Voorzitter: Ik ook. De heer Baak: Maar niet uit geldgebrek. De Voorzitter: Waachdrogen geschiedt hesl goed in de buitenlucht. Eu de kou is thans ook wel te houdeD. Be heer Baak: Voor kleine kin deren niet. De heer Grünwald: Vindt de toelichting van het voorstel Adriaanse c.a. alleszins sympathiek. Maar z|J is niet op haar plaats. Waar wil men het geld vandaan halen? Men zegt, dat ue gemeente zoo weinig dost En de warmwatervoorziening dan? De Centrale keukon, de houtdistri- butie Zoo dringend noodig is dit nu niet, nu het vooijaar komt. Be heer Mlchels: Uit de discus sie blijkt al weder, dat met de stijging der temperatuur de sympathie daalt, zooals zoo dikwijls. H-t is wel aardig te zeggen: wij" zijn den winter door gekomen, we z|jn er thans weer af. De arbeidersklasse kan er weder deze les uit putten, dat zij zicb zelve moet laten golden, anders krijgt ze niets gedaan.'Dit voorstel komt thans plompverloren in don Raad, niet echter door onze schuld. B. en W. hebben het laten liggen. War. dat niet noodig z|ju in den zomer betreft is uien daarvan wel zoo zeker? Er z|jn tal van menscben die in den zomer hun wasch hebben. Z(j kunnen dan van bet dure gas gebruik maken, zekat. Met zijne uit drukking dat spr. ten opzichte van 't gemeentebestuur een open deur zou intrappen, beeft h|j dit niet een pluim willen gevvn. Nog nooit ie iets van de zijde van B. en W. ge daan. Ais er iets gebeurde, kwam er uit den Raad aandrang en speciaal van ons. Ala wy niet met een be lasting-voorstel waren gekomen, was dat van B. en W. er niet geweest. Wat die boutdistributie betrefr, spr. meende te weten, dat niet alleen de onkoston voor de gemeente er uit kwamen, doch dat zelfs de nieuwe beplanting ervan bekostigd werd. Het verstrekte bout is veel te duur. En waar de kosten van moeten komen? Het is toch al dikwijls gozegdSticht een crisisfonds, zooals in vet 1 andere plaatsen geschiedt. Voor andere uit gaveD, waarvoor we leenon, doen we het ook. Hiervoor kan geleend worden. Be winter is nog voletrekt niet voorbij. Deze laatste eenheid zal wel degelijk worden opgenomen, en het zal een groote verlichting van druk geven als men oen gezin voor dsne week ontlaBt. De Voorzitter zal niet trachten bet D. B. te verdedigen ten opzichte T-au 'e fceereu Michels1 betoog, alsof het, niets doet. Wat de houtvoorziening hetrsft, hierin zit 70 jaar rente, die we niet terugfei ijgen. En bij publieken verkoop haddon we het dubbele gekregen. Be Vonk schreef, dat het iD Zandvooit voor f 8.— werd verkocht. De heer G r u n w a 1 d vindt de rodeneeriog van den heer Michels, om maar een crisisfonds te etlchten, wel gemakkelijk. Ooze gemeente kan niet worden vergeleken met andere. Straks komen we voor grooter uit gaven van noodige dingen te staan, cn andere gemeenten, die gemakke lijker kunnen aflosser, komen in betere conditie. Na den oorlog komen wij den eersten t|jd in ongunstige positie. Op de oprae-king betreffende bet weinige, dat uit hot college ie ge- komen, wil spr. ook niet ingaan. Slechts wijst hij er op, dat thans weer een 'voorstel ligt tot toekenniDg van een crediet vari f 26000.— voor woningbouw, dat door den raad is afgewezen. Be heer De Geus vindt het on dankbaar werk voorstellen als deze te moeten bestrijden. Het is natuur lijk voel aangenamer ze todoen. Als spr. den heer Micbels zoo hoort cri- tiseeren, vraagt hijwat weerhield dien he*r dan toch om hier in het collego zitting te nemen toen hem de gelegenheid geboden werd B. en W. moeten de gemeentelijke; flnan- tien zien reebt te houdcu. Stichten we een crisisfonde, wat doen we w dan later mee? Wo moeten im mers toch weer aflossen Wo wonen niet in Rusland, dat we alles maar kunnon annuleeren. Misschien is het wol eens noodig door eene leening In den oogenblik keiy ken nood te voorzien, maar dan moet dat voor tijdelijk geschieden eg niet over zulke sommen. Wat de houtvoorziening betreft, de heer Micbels zegt nu wel, dat de gemeente er niots op toelegt en zoo was oorspronkelijk ook de opzet. Maar dat is toch niet zoo en nu kunnen we toch al die dingen niet afwentelen op ons nageslacht. Voor eene minderheid ia bet gemakkelijk dergelijke voorstellen te doen. W|j zitten hier niet voor ééae bepaalde klasse, maar voor de gansche burgerij. Bij stemming wordt het voorstel Michels verworpen met de stemmeD der h.h. Michels, Be Zwart en Spangen berg vóór. Hot. veorstel Breda Adriaanse wordt verworpen met 10 tegen 9 stemmen. Vóót de heeren Van Breda, De Zwart, Michels, Adriaanse, Baak, Van der Ploeg, Spangenberg, Spruit en Van der Veer. 6. Adres van de fa. Gebrs. Kruijff, houdende verzoek om aan haar voor de kosten van overdracht af te staan een gedeelte van d« brandsteeg ach ter haar steenkolen pakhuis aan de Viscbmarkt. Hst praeadvies is afwijzend. Cf. besloten. Arminrssd. III. Burg. en Weth. stellen voor de rekening en verantwoording van den Armenraad ovsr 1916 goed te keuren. Aangenomen. Verordening Art. 54 Gemeentewet. IV. Burg. en Weth. stellen voor aan het door Gsd. Staten gemaakte bezwaar tegemoet, te komen. Aangenomen. Onderwijzerspersoneel, V. Verzoeken om eervol ontslag van: Mej, M, Kroon, als onderwijzeres aan school 2, mot iugacg van 1 April 1918; Mej. G. de Jager, als onderwijzeres aan school 4, met ingang van 16 Maart 1918. Eervol verleend. Ambt. vin dan Burg. Sisnd. VI. Verzoek om eorvol ontslag van L. F. Orer de Linden, als onbezoldigd ambtenaar van den burg. stand. Eervol verleend, onder dankbetui ging voor de langdurige diensten. Personeel Zeevaartschool. VII. Adres van A. Grunwald, hou dende verzoek om eervol ontslag als leeraar aan de Zeevaart- en Vlsschurij- school. Als boven. Onvoorziene uitgaven dienst 1917. VIII. Voorstel om uit den po«t voor onvoorziene uitgaven dienst 1917 betalingen te doen. Aangenomen. Belastingkohieren. IX. Ter vaststelling worden aan geboden de volgende kohieren: 10* Scboolgeldkohier, dienst 1917 (f 80 80$); 1», 2e pn 8eSchooleeldbohier. dienst 1018 (f17480.-, f270.- en f23 20); 7e Koriier d«r PJ. Dir. 8*1. «x-n bet lokomen, dienst 1917 (f 1885 28$) Goedgekeurd. Bezoldiging msj. R. Kluin. X. Vooietel om mej. R. Kluin. eervol ontslagen Directrice der Cen trale Keuken, haar bezoldiging uit to betalen tot 1 April a.s. Aangenomen. Subsidie vsrosnlging „Kindervoeding". XI. Voorstel om aan de vereentgiDg Kindervoeding" alhier over de maan den Januari, Februari, Maart en April 1918 een subsidie nit de gemeentekas toe te kennen van f 425.— per maand. Se beer De Zwart meent, dat dit voorstel niet is ln overeenstem- ming met den wenscb van den Raad en van B. en W. Hst voorstel ia nu geen onderwijszaak meer, doch zuiver armenzorg geworden. Er wordt de Armenwet in aangehaald, en er wordt niet alleen over schoolkinderen 1d gesproken, maar ook over andere. Het voorstel doet spr. genoegen, waar men ons steeds verwijt verder te gaan dan B. en W. Oase bedoeling waa het nooit f5000.—per jaat alleen voor voeding uit te trekken. Zouden w(j dergelijk bedrag willen besteden, dan zeer zeker ook voor kletrdiDg. Be vereeniging vraagt het subsidie voor 8 maanden. Het is dus zaak overleg te plegen over kleoding, Kunnen hieromtrent nog toezeggin gen worden gedaan? vraagt spr. Da heer De Ven. De Raad besloot bet instituut van achiolkleeding niet in te voeren. Daarom kon dit voor stel ook niet volgens de leerplichtwet worden ingediend, en werd de ver eeniging .Kindervoeding" in den arm genomen. Eu dlo vereeniging ressor teert onder den Armenraad, d'e er dus óók in betrokken moest worden De wet eiaebt eenvoudig dat dit zóó geschiedt. Hopen wy, dat de ver. in de bedoelde richting kan werken. De heer De Zwart citeert het door den heer de Ven in den Raad van 15 Januari gesprokene, waarin ruime medewerking wordt toegezegd. Het, ls vreemd, waar ultdrukkeiyk gezegd wordt, dat het karakter van armenzorg vreemd bleef aan deze zaak, men zich nu op de Armenwet moet beroepen. Be Voorzitter: Ja, formeel. De heer De Zwart: Het blijkt, dat de vroegere rapporten.niet goed waren, waarin geztgd werd, dat bet niet noodig was dat iets gegeven wordt op dit gebied. En nu wordt voor schoolgaande kinderen f 425 gegeven -j- de inkomsten der Vereeniging. W(j moeten de Veree niging niet verder duwen in die richting, anders gaan we naar Armen zorg. Om een formeele kwestie zal spr. niet tegen stemmen, maar als het zoo doorgaat gaat hot den kant van armenzorg op. De heer d e V e n meent dat we langs dezen weg heel geed do school kinderen kannen bereiken. De heer Michels zegt dat we voor armenzorg andere organen heb ben. Hier worden ook volwassenen geholpen. De Vereeniging zal op den dunr hare statuten moeten wijzigen. De Voorzitter meent, dat het Prinzipienxeiterei is, die onprac ttsch is. De heer Michels ropliceert. Het gaat er bier niet om den kinderen voed ael te geven, alleen om ze geschikt te maken voer de scbool. Men moet de zaken gescheiden houden. Aangenomen onder voorbehoud van den heer Michels later op de zaak terug te komen. Verordening Zeevaartschool. XII. Voorstel om in verband met het door Ged. Staten gemsakte be zwaar de Verordening tothtfflog van Schoolgeld op de Zeevaartschool op nieuw vaat te stellen. Aangenomen. Kamar van Koophandel en Fabrieken. XIII. Voorstel om de bijdrage uit de gemeentebas aan da Kamer van Koophandel en Fabrieken over 1917 te verhoogen met f 104.18, en voor 1918 te bepalen op f400.-. Da door de Kamer ingezonden rekeniag en verantwoording over 1917 is tevens ter inzage nedergelegd. Aangenomen. Adres i. Kikkert. XIV. Voorstel om afwijzend te be schikken op het adres van J. Kikkert, om de b(j de desbetreffende verorde ning bepaalde rente van beleensom men te verhoogen. Aangenomen. Tijdelijke geldleenlng. XV. Voora 1*1 tot het aangaan eenar tijdelijke geldleening groot f 8.000,000, ter voorziening in de beheafte aan kasgeld, voorloopIg voor een jaar. Aangenomen. Subsidie Hold. Drenkweer Comité. XVI. Voorstel om aan het Held. Drarikweer Comité over 1918 eet subsidie te verleenen van f 100.—. Aangenomen. Motis Miehals. Behandeling motie Micbels betref fende zaak Spruit. De heer Spruit verkrijgt bet woord en leest de volgende verdedi ging voor. Mijnheer de Voorzitter! Het zal U niet al te zeer verwon deren, dat ik, na de redsvosringen bier in den Raad uitgesproken on na de campagne, die door de Hvldemch© pers tegen mij is geopend, thans neiging heb het stilzwijgen te ver breken. Sommigen hebben er zicb over verwonderd en hun leedwezen or over uitgesproken, dat. ik niet in de zittingen van den Raad gebleven ben bij de bespreking van d6n strijd, die tusschnn het Gemeentebestuur en mij is gevoerd en bij de behandeling van den verkoop, van mijn grond saa de Gemeente. Het wil my -oorkomeo, dat een dergelijke verwondering on gemotiveerd is. Ik heb gemeend, in den geest van de gemeentewet to handelen, door, telkens wanneer de zaak aan de-orde kwam, waarbij ik persoonlijk was betrokken, mtj te verwijdvreD. Wel spreekt art. 46 van de gemeentewet enkel van de ver plicbticg om zich van medestemmsD ie onthouden o*er zaken, die ods persoonlijk aangaan, doch, naar mij van bevoegde ztyde is medegedeeld, is het een vrij algemeene usance, dat msn zich ook uit de vergaderiüg verwijdert, tijdens de beraadslagingen over zulk een zaak. Ik heb mij a».d die gewoonte gehouden on heb daar door mijn medeleden in de gelsgen held gesteld, om met volle vrijmoe digbeid hun meecing over die zaken te uiten en niemand zal ontkennen, dat die vrijmoedigheid bij weinigen ODtbroken hoeft. Het belsngrttkste punt uit do dis cussie in den Raad en iu de pers is voor mij de herinnering aan deD eed, die by art. 89 der Gemeentewet aan de raadsleden is opgelegd en waarbij zy zweren, dat zij de belangen der Gemeente met al bun vermogen zullen voorstaan en bevorderen. Indien ik, mijnheer de Voorzitter, de overtuiging bad, dat ik bad ge handeld in strijd met den door mtj afgelegden eed, dan zou ik geen oogenblik aarzelen om mijn zetel te verlaten en plaats te maken voor een ander. Begrijp ik echter sommige redevoeringen en sommige stukken in de pers goed, dan wenscht men bij deze gelegenheid de bateekenls van den afgelegden eed aldus to verstaan, dat, als de Gemeente een stuk van het bezit van een raadslid wenscht over te nemen, dat raadslid verplicht ie zijn bezitting beneden de werkelijke waarde af te geven. Indien dat inderdaad de opvatting is, dan hoop Ik, dat velen mtync-r mede leden nog eens in de gelegenheid zullen worden gesteld, om practisch van een dergelijke opvatting van den eed te doen blijken. Het z(j mij ver gund te herinneren aan den verkoop van een atuk grond voor t enige jaren door ons geacht medelid, den heer Verfaille, aan de Gemeente. Hij heeft toen voor grond, die naar mijn meening weinig of geen waarde had, niet minder dan f5500.— ontogen per H.A. Van verontwaardiging bij zijn medeleden of bij de Heldersche pers,;is mfl toen niets gebleken. Ik moen alsnog, dat de door my geslachte prils den toets van eerlijke critiek zal kunnen doorstaan. De heer Michels heeft het. be jammerd, dat de gemeentewet ook niet aan een raadslid verbiedt om aan de Gemeente onroerend goed ts verkoopen. Het wil mij voorkomen, dat de beer Michels niet voldoende beeft doorgedacht, wat daarvan het gevolg zou zijn. Dat de gemeentewet verbiedt, dat een raadslid koopt van de Gemeente, is begrijpelijk. Nood zakelijkheid tot een dergeiyken koop kan nooit bestaan, maar do nood zakelijkheid voor de Gemeeuto, om vcor baar uitbreiding grond aan te koopen, kan wel bestaan en is thans ook gebleken. En tot welke toestan den zou men dan komen, indien het aan een raadslid verboden was, wanneer dat raadslid eigenaar waa van den benoodigdun grond, om dien grond aan de Gemeente te verkoopon Be eenigo uitweg zou dan zijn, dat bet raadslid zoo vriendelijk was te bedanken voor zijn functie, mlsucbien om even later weer als raadslid torug te koeren, of wel de Gemeente kreeg het door haar begeerde bezit niet. Als raadslid oefent de eigenaar ook niet den minsten invloed uit op den prijs. Begrijp ik de zaak good, dan sai man aan een raadslid gceu anderen eifich mogen stellen, wanneer ht) zaken met de Gameente beeft te doen, Jan dat bij de Gemeente fatsoenlijk behandelen zal «n dat hij in- geen gnval trachten zal van de Gameente een hoogeren prijs te krijgen, dan h|j aan anderen in rekening zou bobben gebracht. Dat hst echter op den weg van een raadslid zou liggen om zijn 6lgendom voor minder dan den goldeudsn prijs aan de Gemeente over te doen, wanneer deze dat wenscht, dat schijnt mij een rede neering, die wel in een oogenblik van opwinding kau worden uitge sproken, doch bij kalm nadenken toch door niemand zal worden aanvaard. Heft wil mij dan ook voorkomen, dat de eenige vraaz, die van bete kenis in dezen is, deze is, of ik, f 1.80 voor mijn grond vragende, daarmede een ta hoogen elsch heb gedaan eD misbruik heb gemaakt van de positie, waarin de gemeente tengevolge van baar eigen grenzelooze onvoorzich tigheid ia geraakt, toen zij zonder eeuig zakelijk recht werken deed uit voeren in den grond van een ander. Do vraag, voor hoe veel ik den grond kocht en of ik dien grond miaechieD heb geërfd of voor niemendal heb gekregen, en dus ook de vraag, hoe veel winsft ik daarop maak, doet niots ter zak9. Do eenige vraag isHeeft- de grond, die de Gemeente thans van mii gekocht heeft, een waarde van fl.80 per M*.? Ik vertrouw, dat. niemand mij eenige deskundigheid op het. gebied van grondrtxatie zal oatzeggen. Welnu, mijnheer de Voor zit,tw, dan verklaar ik, dat ik aan niemand anders dezen grond voor f 1.80 zou hebben verkocht, maar dien grond alleen tsgen dezen prijs heb afgestaan, omdat de Gemeente dien noodig had. Een particulier zou dien grond voor dezen prtja van mtj niet gekregsn bebben en ik sta dus op het oogenblik in deze merkwaardige po sitie, dat ik de overtuiging heb, dat ik oen welwillendheid aan de Gemeen te bewezen heb, èu in den Raad.èo in de pers men mij niet anders dan vsi-wijten naar hst, hoofd slingert over da schandelijke afzetterij, die ik tegen over déöeraaen ta zon hebben geploegd Ik st«l daartegenover, dat Ik veel liever den grond had behouden en alsnog overtuigd ben, dat iedere des kundige op het gebied van grond- l axatie, aan d«zen grond een boogaren prfle dan fl.80 gemiddeld per M* zul toekennen. Do minder parlementaire wenscb van ocs geacht medelid, den heer Biersteker, om ,ia ml|n geld te stik ken en dan te verdwijnen",.schijnt m\j dan ook meer ingegeven door noliticko drijfvecren en bitterheid aan door rechtvaardigheidszin, des kundigheid on nuchter oordeel. Heft debat in den Raad heeft zich teDslotte toegespitst in. een motie vau ona medelid, den hee' Micbels; een motie, welke esn uitnoodiging aan mij inhoudt om mijn zetei te verlaten en een uitspraak vau de kiezers uit te lokken. Voer ik over •tie motie nader mijn mesntcg zeg. moge my do vermelding van eenig* Historische feiten veroorloofd zijn. Wijlen de heer H. Janzeo Izo., de vroegere eigenaar van den grond, had bjj zijn testament drie deskundigen aangewezen, om de waarde van dien grond te tsxeeren. Een dier deskun digen waa ik. Ik heb myu taxatie nc.ar beste weten geloven, doch die tj-.xa.tie wae naar de meening van den erfgenaam, dan heer Koningsbrugge, te hoog Teneinde hat bewijs te leva- ren, dat ik voor myn taxatie stond, bood ik den hsor Kouingsbrugge aan, •ieti grond voor de door mij getsxesrde waaide over te temen. De beer Ko ningsbrugge v/erd daarop geruster, doch, teneinde hem het bswy« te geven, dat ik volkomen vertrouwen had in de waards mijner taxatie, bwb ik hem vrijheid gelaten om zelf een prijs te noemen, ook zslfs boven mijn taxatie, waarvoor ik don grond toch zou willen koopen. Wy zyn het in Maart 1915 met elkaar eeus ge worden o-er den prijs met ingang van 1 Juli 1916, zonder eenige reserve Het transport later zou plaats hebben. Eea voorloopige koopacte werd opg maakt;. Daarin werd geen mei ding gemaakt van eonig zakeiyk recht of van eenig byzond6re bepaling! Zonder eenige reserve word de grond dus aan niy verkocht. Eren later, dus Dadat de koop rondt gesloten was, kwam de heer Koningsbrugge mji meded-e Isn, dat h|| in een brief van den erf later gelezen had, dat de heer 3. Kttjoen het recht bad tot 15 Novem ber 1916, om oen gedeelte van den grond, ongeveer 1/», liggenda aan de Fabriekegracht, te koopen tegen deD prys vaa fl.25 per M'. voor de Ver eeniging „Ltcbt en Lucht", teneinde daarop woningen te bouwen. Ofschoon geheel onverplicht, heb ik, teneinde den heer Koningsbrugge tegemoet te komen, verklaard, dat ik bereid was, deze belofte van den erfl&ter gestand te doen. Ik heb zelfs verklaard, dat ik ook goed vond, dat de Gemeente Heldor in de rechten van den heer Krynen trad. In begin September 1915 heeft de Gemeente den heer Koningsbrugtre, die toen geenelgenaor meer was, doen overkomon ea onwaardig gerraebtom den grond te verkoopen. Het ant woord kon natuurlijk niet anders zijn dan, en was dan ook, dat de beer Koningxbrugge niet meer ver koopen kon, maar dat ik eigenaar was. Bo heer Krynen heefr. daarna nog een poging aangewend om den grond, waarop by tot 15 November 1915 recht van koop had onder de voorwaarde, ala straks door my ver meld, over te doen aan de Gemeente met weglating dier voorwsarde en daartegen h«b ik my verzet. Na 15 November 1915 was ik dus geheel v: y. De heer Krijaen had toan noch zelf, nocb ten behoeve van de Ga meente van zijn recht gebruik ge maakt. Be heer 3. Krijaen die ook nog onmiddeliyk na de taxatie het eerst in de gelegenheid waa alles voor de taxitieprys te kunnen koopen, durfde niet, jam mar vcor de Gemeente. Daarop zijn onderhandelingen tua- schen U mijnheer da Voorzitter en my gevoerd, over een gedeelte van deD grond, dat de Gameente nl. wensebte als opslagplaats van cokes, sintels, steenen, enz. ten behoeve' van de Gasfabriek. Deze onderhan delingen bebben geduurd van Novem ber 1915 tot Januari 1916. He voor my gevoelde voer overdracht van grond, ten behoeve van dat doel, niets, omdat dan, wat ieder zal verstaan, de achterliggende terreinen zeer in waarde zouden werden gedrukt. Ik weigerde dan ook een vraagprijs to noemen voor dien grond. Op het aandringen van M, mijnheer de Voor zitter, dlo verklaardet, dat de Ge meente den grond moest hebben, eu die in ieder geval wildet, dat ik een vraagpiys zou noemen, heb ik my tegen mijn zin tenslotte laten verleiden om den grond aan te bieden, nl. voor f 2.60 voor de bedoelde H.A. of 1.75 voor alles. Ik onderstreep nog eens, dat ik dit aanbod enkel en alleen deed, omdat Gij, mynheer de Voorzitter, my er, om zoo te zeggen, toe preste, maar niet, omdat ik voer dien prys den grond wou missen, al stemde ik toe, dat, bekeken van den kant van de Gemeente, bezit van dien grond voor de Gemeente noodig was. Niet ik heb dus het eerst ge •proken over dien grond en den prys aoch het is door U mynheer de Voorzitter uitgelokt. Toen dit aanbod publiek werd, werd hot als onaan nemelijk, mot minachting afgewezen en ik heb er het noodige over moeten hooren in den Raad en in de pers. Ik heb echter gemeend, dat het ver standig was, in het publiek over de zaak te zwijgen en heb mijnerzijds alsnog getracht om minneiyk de zaak te rvgelen, al mag ik niet ontkennen, dat de luat daartoe by my na de ervaring, die ik bad opgedaan, niet zeer sterk meer was. Ik heb nl. in het voorjaar van 1916 U, mijnheer de Voorzitter, gewezen op den on- boudbaren toestand van de gemeente- riolen en de afvoarbuizen der gas fabriek, die niet in openbaar water uitkwamen, doch in myn persoonlijk bezit lagen. Ik heb toen in over weging gegeven, om de zaak in de vergadering van B. en W. te bespre ken. Ik heb in het najaar van 1916 dit verzoek herhaald, doch zonder dat ik daarop verder eenig antwoord heb bekomen, totdat ik in Januari 1917 bemerkte, dat men, zonder eenig overleg met my gepleegd te hebben, en zonder eeLigo toestemming van my dus ook te hebben ontvangen, in myn eigendom werken ging uit voeren, nl. ten behoeve van de waterleiding in de Fabrieksgracht. Ge zult U herinneren, mynheer de Voorzitter, dat ik op 19 Januari 1917 U geschreven heb, dat ik van dis werken niets begreep en dat ik U verzocht, in mya eigendom niets te doen aanbrengen, dan na behoor lijke overeenkomst en dat lk U heb medegedeeld, dat lk deze handelingen niet kon toelaten. Het scbynt my niet te veel gevergd, ook zelfs niet van een raadslid, wanneer hij er aanspraak op maakt, dat bjj er t«n minste in gekend zal worden en dat zyn toestemming zal worden gevraagd wanneer men in zyn eigendom wenscht te spitten en te graven. Verschillende heeren hebben nu wel met verontwaardiging over myu houding gesproken, doch sterker zouden zy staan, indien zii zelf in de gelegenheid waren geweest, bewijs te levereD, dat zy, wanneer hun iets dergelijks was o vei komen, dat met kalmte en zonder eenig protest zouden hebben aangezien. Op mjjn brisf van 19 Januari hoorde ik niets. Ten einde nu myn rechten niet te verwerken, heb ik by deurwaardersexploit aan de Gemeente aangezegd, dat ik niet wenechte, dat zonder in(jn toestem ming in myn grond gowerkt werd, dat ik derhalve verbood om daarmede voort te gaan ea sommeerde om alles in den vorigen toestand te herstellen. Ik zou verwacht hebben, dat in een dergelijke ernstige zaak, minst ger.onen, van den kant van de Ge meente verontschuldigingen zouden zyn aangeboden en dat men oogen- bltkkeiyk getracht zou hebben om do zaak door overeenkomst te rege len. Ik heb echter niet anders mogen ontvangen mijnheer de Voorzitter, dan een brief vaa U, waarin gy U verontschuldigt op grond van drukke bezigheden en verder mededeelt, dat de werkzaamheden in de Fabrieks gracht te goeder trouwe zyn verricht, en zonder dat bekond was, dat toe steajming raynerzyds vereischt werd. Als raadslid wenscb ik ernstige cri tiek uit te o&fenen op een college van B. en W., dat, alvorens werk zaambeden in «cds aDdera grond te verrichten, niet oaderzoekt of der- golyke werkzaamheden veroorloofd zyn. Zelfs mynheer de Voorzitter, gaat U in Uw aehryven zóóver, van mede te deelen, dat ook wanneer U de overtuiging had gehad, dat ver gunning van my vooraf noodig was, dat U dan toch zonder die vergunning niet geaarzeld zoudt hebben om de werkzaamheden te doen verrichten, vertrouwende, dat de vergunning ter- stand on zonder eenige bezwa rende voorwaarden verleend zou worden. Hoe zeer gevoelig voot dat vertrouwen, meen ik toch, dst een dorgeiyk ondoordacht en roeke loos optreden van een gemeentebe stuur moeilyk elders dan alleen te Helder verschooning zal kunnen vin nen. U ia Uw brief geeiodigd met bet vertrouwen uit te spreken, d&t ik bereid zou »yo om mede te werken tot Met tot stand komen van zooda nige regeling, als in bet belang der Gemeente wordt vereischt maar zonder dat Uwerzyds ook maar eenig voorstel werd gedaan. Het wil my nog voorkomen, dat dat op Uw weg bad gelegen, maar er gebeurde ver der van gemeentewege niets anders, dan dat men doorging met de werk zaamheden, ook zonder dat lk my verder had uitgelaten. Beweerd is in de procedure, dat de mede eigenaar van de Fabrieks gracht toestemming had verleend. De vertegenwoordiger van myn mede eigeDaar, de heer Oortgysen heeft dit tegenover mij stellig ontkend en heèffc, evenals ik, zyn verwondering er over geuit, dat men aan het werk was g«gaan, zonder met de eigenaars er óóa woord over te hebben geBpro ken. In dit verband zy het my vergund en enkele opmerking te maken naar aanleiding van wat de heer Bierste ker omtrent den vermoedeiyken af loop der procedure heeft gezegd. Nu de zaak door dading is geëindigd, zal ik er niet al te diep op ingaan, maar bet wil mj) toch voorkomen, en het kan voor ena Gemeente bestuur v»n belang zyn, om er voor taan rekening mede ts houden, dat, wanneer by mede eigendom een der eigenaars toestemming hetft ge geven, deze toestemming kracht be houdt, totdatdiezelfde eigenaar of mede eigenaar; krachtens zyo eigen domsrecht de werkzaam heden ver biedt. Ik heb m(J dan ook over don afloop der procedure niet ongerust gemaakt en het wil m|j voorkomen, dat het geen twyfel ljjdt, dat men, voor het leggen van buizen in grond, die gemeenscbappeiyk eigendom ia, niet voldoende heeft aan de monde linge toestemming van een der mede eigenaars (ik betwist bovendien dat die mondelinge toestemming in dit geval gegeven ls) maar dat men dan zich aBsureeren moet, dat de-andere eigenaar ook geen bezwaar hseffc en ook dan nog niet volstaan kan met de mondelinge toezegging der eigenaars, maar zonder eenigen twij fel moet vestigen een zakelijk recht, een servituut! Toen men met de werkzaamheden doorging, zonder zich ook maar «enigszins te storen aan da uitge braebte sommatie, heb ik opdracht gegeven, do dagvaarding uit te bren gen. Na een. aanbieding van B. en W. om alles tegen fl.50 p. M* over te doen ter beöiodigiDg procedure is tenslotte «en. brief- gekomen van B. en W. om te vragerr, welken prys ik vroeg voor mön oigendomsrech ton op grond en water. Ik heb toen dvnzelfden prys weer, genoemd, dien Gij, mynheer de Voorzitter, zelf te voren mij hebt ontlokt. Slechts 5 ets veor rentederving, terwyi voor 8 jaar het renteverlies 8X5 ets. per M* ongeveer bedraagt. Men heaft dien prtja ts hoog gevonden. Ik stem toe, dat, wanneer men al den grond voor f 2 50 p. M' had gekocht, die prtls nog al styf geweest zou zyn, ofschoon niet eens te hoog, maar men kon van my niet eischen, dat ik in dezen stand der zaak, waarin men, om het minder parlementair uit te drukken .maling had betoond aan myn rech ten", geneigd was tot een lageren prys te gaan, dan de Burgemeester my zelf tevoren in den mond had gegeven. Ik heb er prys op gesteld, mynheer de Voorzitter, om deze hlstorisehe uiteenzetting te geven, opdat men, ook van andere zyde voorgelicht, thans met kalmte zyn oordeel kan vestigen. Zyn er dan, die de parle mentaire taal van ons geacht medelid, den heer Biersteker, tot de hunne wensthen te maken, zy kunnen, wat my betreft,.hun gang gaan. Schuld bswustzyn is er by my niet. Ik ge loof niet, dat een ander in myn plaats heel veel anders gehandeld zou hebben maar weilicht bóóger zou hebban ge noteerd en lk mag de critiek op het Gemeentebestuur, speciaal op het Dageiykach Bestuur, niet achterwege laten, voor de onvoorzichtige wyze, waarop in deien is gehandeld. Trou wens, het deed mygoed, ofschoon de hver Michels meende, ook my niet te sparen, dat h(j tenminste een open oog had voor de verregaande roeke loosheid van het Dageiyksch Bestuur en ik gevoel weinig neiging om die verantwoordelijkheid op my ts nemen en het Dagelykcch Bestuur schoon te wasschen. Is er op my eenige critiek uit te oefenen, dan wil het my voorkomen, dat het enkel en alleen kan zitten in een te hoogen vraagprys. Mynheer de Voorzitter, ik kom thans tot de voorgestelde motie; ik zal stemmen tegen de motie van den beer Michels. Hetschynt my onjuist, dat de Gemeenteraadsleden onderling cènsuur oefenen en elkaar ultnoodi- gen tot heengaan, want dan kan eon motie worden voorgesteld ter zake de zeer onparlementaire woorden van den heer Biersteker die u jammer genoeg zonder protest doorliet. Ik meen, dat die censuur moet worden overgelaten aan het publiek en dat, wanneer or sprake is van het ter beschikking stellen van het mandaat, het verzoek daartoe moet uitgaan van de Kiesvereeniging of van de party die destijds het lid hesfc gecandideerd. Wanneer die Kiesvereeniging of die party den wensch daartoe te kennen geeft, dan zal ik daarmede -rekening houden. Buitengewoon gehecht ben ik aan myn raadszetel niet,, maar ik mag dan toch wel één elsch stellen en die eisch is, dat ik niet door die Kiesvereeniging of door die party onverhoord zal worden veroordeeld. Wonscht men daar uiteenzetting van de zaak, ik ben beschikbaar. Ia vertrouwen gezegd, die uiteen zetting is reeds gevraagd en gsgeven, doch met het effect, dat myn party- genoo'en geen aanleiding vonden den wensch van den heer Michels te ondersteunen. Toch gevoel lk mynheer de Voor zitter, nu de zaak eenmaal geloopeD is, zooals zy geloopen is, dat ik moei ïyk hiermede myn rede sluiten kaD en dat ik hiermede ook niet behoef te sluiten. Ontdaan van alle frarj*, komt do zaak toch hierop neer: Heb ik voor myn grond f 1.80 ontvangende, my onrechtmatig verxykt, heb ik daardoor een koopsom ontvaDgen, die ik biliyk6rwys niet mocht ontvangen, omdat de grond die waarde niet heeft en heb ik dus misbruik gemaakt van de positie, waarin de Gemeente ver keerde, doordien zy dien grond noo dig heeft? Welnu mynheer de Voor zitter, dat is een zaak voor taxatie voor deskundigen. Mede op aandrang van bevriende zyde, verklaar ik my bereid er toe mede te werken, aan het oordeel van drie deskundigen de vraag te onderwerpen of een ge middelde pr|js van f 180 per M1. voor den eigendom juist is, zoo neen, welke prys dan door deskundigen aan den grond wordt toegekend. Komen des kundigen dan tot de conclusie, dat de grond gemiddeld minder waard is dan f 180, dan verklaar ik my bereid om bet verschil beschikbaar te stel len voor de algemeens armen, doch mag er dan tegenover eischen, dat, wanneer deskundigen tot de consluaie komen, dat de grond meer waard is dan f 180, de Gemeente zich bereid verklaart, om bet meerdere ter be schikking to stellen van de armen der verschillende kerkeiyke gezindten te Helder. De drie deskundigen zouden dan moeten worden benoemd in onderling overleg door Burgemeester en Wet houders en mij, of wel één door Burgemeester en Wetbt.ud«r»ééa door my en de derde door de baide be noemden. Gaarne wacht ik het oordeel myner medeleden over dit voorstel af. Ik dank U. D9 heer V e r f a i 11 e begrijpt niet waarom de heer Spruir. spr. in het geding brengt. Hat batrtft bier niet spr. zalf, maar de Landbouw-Maat schappij, en het genoemds cijfer is niet jnist. Het bod is door de Land bouw Maatschappij geweigerd. Spr. doet uitkomen dat de Landb.- My. grond verkocht heeft voor 50 ct. den M., waarvoor ze ook f 1.— had kunnen krygen. Spr. heeft geen grond tegen to hoogen prys aan de gemeente verkocht, heeft wel eens meegewerkt aan grondkoop voor de gemeente, doch steeds gezegdberoem eea deskundige, die kan taxeeren. Overigens kan spr. zicb met het inzicht van den heer Spruit niet vereenigen. De heer Biersteker neemt op het oogenblik Diets terug van wat hy gezegd heeft. Niemand onzvr kan echter op het voorlezen van e6n dergeiyke rechtskundige uiteenzetting zeo maar ingaan en de feiten tegen over de feiten stellen. Spr. stalt voor do verdere discussies op te schorten 6n de verdediging des heeren Spruit aan een nader kritisch onderzoek te onderwerpen. Conform besloten. Qensaskundlge Commissie. Verzoek machtiging tot Instelling eener geneeskundige commissie voor de verstrekking van melk en andere voedingsmiddelen ten behoeve van zieken en zwakken. Wy zullen de discussies over dit punt (wegens plaatsgebrek) opnemen in ons volgend nummer. Het voorstel van B. en W. ia aan genomen mot algemeens stemmen. Uitvoering Kieswet. XVII. Voorstel betreffende de ver- deelihg onzer gemeente in drie kies kringen. Aangenomen. Bsnoemlngsn. XVIII. Gemeente-Vroedvrouw te Juhanadorp. Voorgedragen wordt: Mej. A. 0. Riet-Spruit te Dordrecht. Burgemeester en Wethouders stel len voor den datum van in functis- treding aan hen ter regeling over te laten. Benoemd met algem. stemmen. Twee leden Commissie tot Wering van Schoolverzuim: 1. W. F. Lïgteringen, aftr. lid. 2. I. L. van Os. 1. A. Swarfc, aftr. lid. 2. D. van Zoonen. Benoemd worden de hevren Lïgte ringen en Swart met resp. 16 en 15 stemmsn. Onbezoldigd Ambt. v/d Burg. Stand. Burgemeester eu Wethouders stel len voor o» in de vacature O ver de Linden te benoemen tot onbezoldigd Ambt. van den Burg. Stand den Burgemeester. By accl. gekozen. Huisvesting gezinnen. Voorstel inzake het verleenen van een crediet van f 25000.- in het belang der Volköhuisvesting. Wegens het vergevorderds uur aan gehouden tot de volgende vergadering. Rondvraag. Do heer Spruit merkt op, dat nu al voor den tweeden keer op Woensdag vergaderd wordt, julet als er eene publieke veiling is. Kan dat niet anders? vraagt spr. De Voorzitter zegt, dat hier mede niet altyd rekening kan worden gehouden. Da heer Baak bespreekt het ge zouten rundvleesch. Is dat wel van te voren gekeurd? Het is-niot te eten en is weggegooid geld. De Voorzitter vindt dit vleesch uitstekend. De heer De Zwart heeft inder- tyd een monster vleeich geproefd. Dat was goed, dit echter niet. De Voorzitter merkt op, dat aan gezouten vleesch steeds min of meer lucht ia. De heer Zander wiide deze kwestie ook bespreken. De distributie mag wel een pluim op den hoed worden gestoken, dat zy zoo vlug or by is geweest en de gemeente niet zonder vleesch heefc gelaten. Maar deze verstrekking ie op eene misluk king uit geloopen. Spr. heeft geïnfor meerd en niemand vond het goed. Toen het vleesch In manden verpakt stond in iieft abattoir, heeft de keur meester, de besr Haan, het goedge keurd. Spr. heeft daartegen geprotes teerd en gezegd, dat het ondeugdeiyk voor de consumptie was. By de slagers worden onderdeelen afgekeurd, die vaak lang niet zoo slecht zyn. Het vleesch is klaarbiykoiyk niet schei kundig onderzocht, anders was bet afgekeurd. Op zichzelf was het vlvesch goed, docb het bs6ft te lang in de vaten gezeten en is nu verstikt. Gezouten vleesch moet af en toe werden gekeerd, en dat is met deze 4 millioen K.G. uit Oss niet geschied. De heer Haan had het behooren te weigeren. De Voorzitter heeft van de Slagersvereeniging de verzekerirg gekregen, dat het vleesch goed was. Al die theoriföa van den heer Zander beteekenen niets. De heer Zander: Ook de tyd waarop dit vleesch ingezouten ls, was niet geed, n.1. Sept. Een heel ongeschikte tyd. En als de Slagers- bond tegen den Voorzitter spreekt dat het vleesch goed is, spreken de slagers uit twee mondeD, want alge meen wordt het afgekeurd onder elkaar. Beheer Biersteker heeft eenige vragen ingezonden (zie Held. Cour. 12 Febr. Op deze vragen zyn schriftelijke antwoorden overgelegd, die om ona onbekende redenen echter niet aan de pers zyn verstrekt. (Zla verder 2e psglns).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1918 | | pagina 4