GEMEENTERAAD VAN HELDER.
(Vervolg ven pagina 1).
beeft dit voorstel niet zooveel raison
meor.
De heer Be Zwart bospreektde
in de bijlage 81 (advies B. en W.)
genoemde cyfera. Die z|jn ODjuiat,
omdat z(J berekend zyn naar hot jaar
waarin al bezuiniging is toegepast,
Maar die bezuiniging ia pas toogepast
toen 1917 al begonnen waa. Slechts
een enkele maal is 35°/» bereikt,
meestal bleef men daar ver onder.
De Voorzitter merkt op, dat
de begrooting is opgemaakt naar 1916.
De beer De Zwart: Ban wordt
het nog erger, want dat scheelt toch
geen */s Het verbruik bier was steeds
uiterst gering. Spr. erkent de cijfers
niet als juist.
Bo besr Biersteker zegt dat
in ieder geval alleen voor de kolen,
zonder al bet andere, een verschil is
van f 85000. - aan moerdere uitgaven.
Da heer De Zwart: Ja, als die
Cijfers juist zU«, maar een kind
begrijpt, dat dat geen verschilt.
Be Voorzitter: In ieder geval
heeft de hoóge kolenpiija de gemeente
veel gekost. Ook da houtdistributie
brengt niet onbolaneryke kosten voor
do gemeente mee. Er zijn nog andere
dingeD, o.a. ia er een adres van
Kooman c.s. om warm eten uit de
keuken, on spr. voelt er meer voor
het in die richting te sturen. Deze
hulp is slechts voor ééne week, en er
kunnen nog andere tijden komen.
De heer Bask: ©ie warm eten
verstrekking ia slechts eene kwestie
van 12 cent. Men kan in dezen t(jd
de kachel nog niét missen, vooral
niet in huisboudons met kleine kinde
ren, waar veel wasch is. Meerdere
gezinnen hebben dagen lang in de
kou gezeten.
Be Voorzitter: Ik ook.
De heer Baak: Maar niet uit
geldgebrek.
De Voorzitter: Waachdrogen
geschiedt hesl goed in de buitenlucht.
Eu de kou is thans ook wel te
houdeD.
Be heer Baak: Voor kleine kin
deren niet.
De heer Grünwald: Vindt de
toelichting van het voorstel Adriaanse
c.a. alleszins sympathiek. Maar z|J is
niet op haar plaats. Waar wil men
het geld vandaan halen? Men zegt,
dat ue gemeente zoo weinig dost
En de warmwatervoorziening dan?
De Centrale keukon, de houtdistri-
butie Zoo dringend noodig is dit
nu niet, nu het vooijaar komt.
Be heer Mlchels: Uit de discus
sie blijkt al weder, dat met de stijging
der temperatuur de sympathie daalt,
zooals zoo dikwijls. H-t is wel aardig
te zeggen: wij" zijn den winter door
gekomen, we z|jn er thans weer af.
De arbeidersklasse kan er weder deze
les uit putten, dat zij zicb zelve
moet laten golden, anders krijgt ze
niets gedaan.'Dit voorstel komt thans
plompverloren in don Raad, niet
echter door onze schuld. B. en W.
hebben het laten liggen. War. dat
niet noodig z|ju in den zomer betreft
is uien daarvan wel zoo zeker?
Er z|jn tal van menscben die in den
zomer hun wasch hebben.
Z(j kunnen dan van bet dure gas
gebruik maken, zekat. Met zijne uit
drukking dat spr. ten opzichte van
't gemeentebestuur een open deur
zou intrappen, beeft h|j dit niet een
pluim willen gevvn. Nog nooit ie
iets van de zijde van B. en W. ge
daan. Ais er iets gebeurde, kwam er
uit den Raad aandrang en speciaal
van ons. Ala wy niet met een be
lasting-voorstel waren gekomen, was
dat van B. en W. er niet geweest.
Wat die boutdistributie betrefr,
spr. meende te weten, dat niet alleen
de onkoston voor de gemeente er
uit kwamen, doch dat zelfs de nieuwe
beplanting ervan bekostigd werd. Het
verstrekte bout is veel te duur. En
waar de kosten van moeten komen?
Het is toch al dikwijls gozegdSticht
een crisisfonds, zooals in vet 1 andere
plaatsen geschiedt. Voor andere uit
gaveD, waarvoor we leenon, doen
we het ook. Hiervoor kan geleend
worden. Be winter is nog voletrekt
niet voorbij. Deze laatste eenheid zal
wel degelijk worden opgenomen, en
het zal een groote verlichting van
druk geven als men oen gezin voor
dsne week ontlaBt.
De Voorzitter zal niet trachten
bet D. B. te verdedigen ten opzichte
T-au 'e fceereu Michels1 betoog, alsof
het, niets doet. Wat de houtvoorziening
hetrsft, hierin zit 70 jaar rente, die
we niet terugfei ijgen. En bij publieken
verkoop haddon we het dubbele
gekregen. Be Vonk schreef, dat het
iD Zandvooit voor f 8.— werd
verkocht.
De heer G r u n w a 1 d vindt de
rodeneeriog van den heer Michels,
om maar een crisisfonds te etlchten,
wel gemakkelijk. Ooze gemeente kan
niet worden vergeleken met andere.
Straks komen we voor grooter uit
gaven van noodige dingen te staan,
cn andere gemeenten, die gemakke
lijker kunnen aflosser, komen in
betere conditie. Na den oorlog komen
wij den eersten t|jd in ongunstige
positie.
Op de oprae-king betreffende bet
weinige, dat uit hot college ie ge-
komen, wil spr. ook niet ingaan.
Slechts wijst hij er op, dat thans
weer een 'voorstel ligt tot toekenniDg
van een crediet vari f 26000.— voor
woningbouw, dat door den raad is
afgewezen.
Be heer De Geus vindt het on
dankbaar werk voorstellen als deze
te moeten bestrijden. Het is natuur
lijk voel aangenamer ze todoen. Als
spr. den heer Micbels zoo hoort cri-
tiseeren, vraagt hijwat weerhield
dien he*r dan toch om hier in het
collego zitting te nemen toen hem
de gelegenheid geboden werd B. en
W. moeten de gemeentelijke; flnan-
tien zien reebt te houdcu. Stichten
we een crisisfonde, wat doen we
w dan later mee? Wo moeten im
mers toch weer aflossen Wo wonen
niet in Rusland, dat we alles maar
kunnon annuleeren. Misschien is het
wol eens noodig door eene leening
In den oogenblik keiy ken nood te
voorzien, maar dan moet dat voor
tijdelijk geschieden eg niet over zulke
sommen.
Wat de houtvoorziening betreft,
de heer Micbels zegt nu wel, dat de
gemeente er niots op toelegt en zoo
was oorspronkelijk ook de opzet.
Maar dat is toch niet zoo en nu
kunnen we toch al die dingen niet
afwentelen op ons nageslacht. Voor
eene minderheid ia bet gemakkelijk
dergelijke voorstellen te doen. W|j
zitten hier niet voor ééae bepaalde
klasse, maar voor de gansche burgerij.
Bij stemming wordt het voorstel
Michels verworpen met de stemmeD
der h.h. Michels, Be Zwart en Spangen
berg vóór.
Hot. veorstel Breda Adriaanse wordt
verworpen met 10 tegen 9 stemmen.
Vóót de heeren Van Breda, De Zwart,
Michels, Adriaanse, Baak, Van der
Ploeg, Spangenberg, Spruit en Van
der Veer.
6. Adres van de fa. Gebrs. Kruijff,
houdende verzoek om aan haar voor
de kosten van overdracht af te staan
een gedeelte van d« brandsteeg ach
ter haar steenkolen pakhuis aan de
Viscbmarkt.
Hst praeadvies is afwijzend. Cf.
besloten.
Arminrssd.
III. Burg. en Weth. stellen voor
de rekening en verantwoording van
den Armenraad ovsr 1916 goed te
keuren.
Aangenomen.
Verordening Art. 54 Gemeentewet.
IV. Burg. en Weth. stellen voor
aan het door Gsd. Staten gemaakte
bezwaar tegemoet, te komen.
Aangenomen.
Onderwijzerspersoneel,
V. Verzoeken om eervol ontslag
van:
Mej, M, Kroon, als onderwijzeres
aan school 2, mot iugacg van 1
April 1918;
Mej. G. de Jager, als onderwijzeres
aan school 4, met ingang van 16
Maart 1918.
Eervol verleend.
Ambt. vin dan Burg. Sisnd.
VI. Verzoek om eorvol ontslag van
L. F. Orer de Linden, als onbezoldigd
ambtenaar van den burg. stand.
Eervol verleend, onder dankbetui
ging voor de langdurige diensten.
Personeel Zeevaartschool.
VII. Adres van A. Grunwald, hou
dende verzoek om eervol ontslag als
leeraar aan de Zeevaart- en Vlsschurij-
school.
Als boven.
Onvoorziene uitgaven dienst 1917.
VIII. Voorstel om uit den po«t
voor onvoorziene uitgaven dienst 1917
betalingen te doen.
Aangenomen.
Belastingkohieren.
IX. Ter vaststelling worden aan
geboden de volgende kohieren:
10* Scboolgeldkohier, dienst 1917
(f 80 80$);
1», 2e pn 8eSchooleeldbohier. dienst
1018 (f17480.-, f270.- en f23 20);
7e Koriier d«r PJ. Dir. 8*1. «x-n
bet lokomen, dienst 1917 (f 1885 28$)
Goedgekeurd.
Bezoldiging msj. R. Kluin.
X. Vooietel om mej. R. Kluin.
eervol ontslagen Directrice der Cen
trale Keuken, haar bezoldiging uit
to betalen tot 1 April a.s.
Aangenomen.
Subsidie vsrosnlging „Kindervoeding".
XI. Voorstel om aan de vereentgiDg
Kindervoeding" alhier over de maan
den Januari, Februari, Maart en April
1918 een subsidie nit de gemeentekas
toe te kennen van f 425.— per maand.
Se beer De Zwart meent, dat
dit voorstel niet is ln overeenstem-
ming met den wenscb van den Raad
en van B. en W. Hst voorstel ia nu
geen onderwijszaak meer, doch zuiver
armenzorg geworden. Er wordt de
Armenwet in aangehaald, en er wordt
niet alleen over schoolkinderen 1d
gesproken, maar ook over andere.
Het voorstel doet spr. genoegen,
waar men ons steeds verwijt verder
te gaan dan B. en W. Oase bedoeling
waa het nooit f5000.—per jaat alleen
voor voeding uit te trekken. Zouden
w(j dergelijk bedrag willen besteden,
dan zeer zeker ook voor kletrdiDg.
Be vereeniging vraagt het subsidie
voor 8 maanden. Het is dus zaak
overleg te plegen over kleoding,
Kunnen hieromtrent nog toezeggin
gen worden gedaan? vraagt spr.
Da heer De Ven. De Raad besloot
bet instituut van achiolkleeding niet
in te voeren. Daarom kon dit voor
stel ook niet volgens de leerplichtwet
worden ingediend, en werd de ver
eeniging .Kindervoeding" in den arm
genomen. Eu dlo vereeniging ressor
teert onder den Armenraad, d'e er
dus óók in betrokken moest worden
De wet eiaebt eenvoudig dat dit zóó
geschiedt. Hopen wy, dat de ver. in
de bedoelde richting kan werken.
De heer De Zwart citeert het
door den heer de Ven in den Raad
van 15 Januari gesprokene, waarin
ruime medewerking wordt toegezegd.
Het, ls vreemd, waar ultdrukkeiyk
gezegd wordt, dat het karakter van
armenzorg vreemd bleef aan deze
zaak, men zich nu op de Armenwet
moet beroepen.
Be Voorzitter: Ja, formeel.
De heer De Zwart: Het blijkt,
dat de vroegere rapporten.niet goed
waren, waarin geztgd werd, dat
bet niet noodig was dat iets
gegeven wordt op dit gebied. En
nu wordt voor schoolgaande kinderen
f 425 gegeven -j- de inkomsten der
Vereeniging. W(j moeten de Veree
niging niet verder duwen in die
richting, anders gaan we naar Armen
zorg. Om een formeele kwestie zal
spr. niet tegen stemmen, maar als
het zoo doorgaat gaat hot den kant
van armenzorg op.
De heer d e V e n meent dat we
langs dezen weg heel geed do school
kinderen kannen bereiken.
De heer Michels zegt dat we
voor armenzorg andere organen heb
ben. Hier worden ook volwassenen
geholpen. De Vereeniging zal op den
dunr hare statuten moeten wijzigen.
De Voorzitter meent, dat het
Prinzipienxeiterei is, die onprac
ttsch is.
De heer Michels ropliceert. Het
gaat er bier niet om den kinderen voed
ael te geven, alleen om ze geschikt te
maken voer de scbool. Men moet de
zaken gescheiden houden.
Aangenomen onder voorbehoud van
den heer Michels later op de zaak
terug te komen.
Verordening Zeevaartschool.
XII. Voorstel om in verband met
het door Ged. Staten gemsakte be
zwaar de Verordening tothtfflog van
Schoolgeld op de Zeevaartschool op
nieuw vaat te stellen.
Aangenomen.
Kamar van Koophandel en Fabrieken.
XIII. Voorstel om de bijdrage uit
de gemeentebas aan da Kamer van
Koophandel en Fabrieken over 1917
te verhoogen met f 104.18, en voor
1918 te bepalen op f400.-. Da door
de Kamer ingezonden rekeniag en
verantwoording over 1917 is tevens
ter inzage nedergelegd.
Aangenomen.
Adres i. Kikkert.
XIV. Voorstel om afwijzend te be
schikken op het adres van J. Kikkert,
om de b(j de desbetreffende verorde
ning bepaalde rente van beleensom
men te verhoogen.
Aangenomen.
Tijdelijke geldleenlng.
XV. Voora 1*1 tot het aangaan eenar
tijdelijke geldleening groot f 8.000,000,
ter voorziening in de beheafte aan
kasgeld, voorloopIg voor een jaar.
Aangenomen.
Subsidie Hold. Drenkweer Comité.
XVI. Voorstel om aan het Held.
Drarikweer Comité over 1918 eet
subsidie te verleenen van f 100.—.
Aangenomen.
Motis Miehals.
Behandeling motie Micbels betref
fende zaak Spruit.
De heer Spruit verkrijgt bet
woord en leest de volgende verdedi
ging voor.
Mijnheer de Voorzitter!
Het zal U niet al te zeer verwon
deren, dat ik, na de redsvosringen
bier in den Raad uitgesproken on na
de campagne, die door de Hvldemch©
pers tegen mij is geopend, thans
neiging heb het stilzwijgen te ver
breken.
Sommigen hebben er zicb over
verwonderd en hun leedwezen or
over uitgesproken, dat. ik niet in de
zittingen van den Raad gebleven ben
bij de bespreking van d6n strijd, die
tusschnn het Gemeentebestuur en mij
is gevoerd en bij de behandeling van
den verkoop, van mijn grond saa de
Gemeente. Het wil my -oorkomeo,
dat een dergelijke verwondering on
gemotiveerd is. Ik heb gemeend, in
den geest van de gemeentewet to
handelen, door, telkens wanneer de
zaak aan de-orde kwam, waarbij ik
persoonlijk was betrokken, mtj te
verwijdvreD. Wel spreekt art. 46 van
de gemeentewet enkel van de ver
plicbticg om zich van medestemmsD
ie onthouden o*er zaken, die ods
persoonlijk aangaan, doch, naar mij
van bevoegde ztyde is medegedeeld,
is het een vrij algemeene usance,
dat msn zich ook uit de vergaderiüg
verwijdert, tijdens de beraadslagingen
over zulk een zaak. Ik heb mij a».d
die gewoonte gehouden on heb daar
door mijn medeleden in de gelsgen
held gesteld, om met volle vrijmoe
digbeid hun meecing over die zaken
te uiten en niemand zal ontkennen,
dat die vrijmoedigheid bij weinigen
ODtbroken hoeft.
Het belsngrttkste punt uit do dis
cussie in den Raad en iu de pers is
voor mij de herinnering aan deD eed,
die by art. 89 der Gemeentewet aan
de raadsleden is opgelegd en waarbij
zy zweren, dat zij de belangen der
Gemeente met al bun vermogen
zullen voorstaan en bevorderen.
Indien ik, mijnheer de Voorzitter,
de overtuiging bad, dat ik bad ge
handeld in strijd met den door mtj
afgelegden eed, dan zou ik geen
oogenblik aarzelen om mijn zetel te
verlaten en plaats te maken voor
een ander. Begrijp ik echter sommige
redevoeringen en sommige stukken
in de pers goed, dan wenscht men
bij deze gelegenheid de bateekenls
van den afgelegden eed aldus to
verstaan, dat, als de Gemeente een
stuk van het bezit van een raadslid
wenscht over te nemen, dat raadslid
verplicht ie zijn bezitting beneden
de werkelijke waarde af te geven.
Indien dat inderdaad de opvatting is,
dan hoop Ik, dat velen mtync-r mede
leden nog eens in de gelegenheid
zullen worden gesteld, om practisch
van een dergelijke opvatting van den
eed te doen blijken. Het z(j mij ver
gund te herinneren aan den verkoop
van een atuk grond voor t enige jaren
door ons geacht medelid, den heer
Verfaille, aan de Gemeente. Hij heeft
toen voor grond, die naar mijn
meening weinig of geen waarde had,
niet minder dan f5500.— ontogen
per H.A. Van verontwaardiging bij
zijn medeleden of bij de Heldersche
pers,;is mfl toen niets gebleken.
Ik moen alsnog, dat de door my
geslachte prils den toets van eerlijke
critiek zal kunnen doorstaan.
De heer Michels heeft het. be
jammerd, dat de gemeentewet ook
niet aan een raadslid verbiedt om
aan de Gemeente onroerend goed ts
verkoopen. Het wil mij voorkomen,
dat de beer Michels niet voldoende
beeft doorgedacht, wat daarvan het
gevolg zou zijn. Dat de gemeentewet
verbiedt, dat een raadslid koopt van
de Gemeente, is begrijpelijk. Nood
zakelijkheid tot een dergeiyken koop
kan nooit bestaan, maar do nood
zakelijkheid voor de Gemeeuto, om
vcor baar uitbreiding grond aan te
koopen, kan wel bestaan en is thans
ook gebleken. En tot welke toestan
den zou men dan komen, indien het
aan een raadslid verboden was,
wanneer dat raadslid eigenaar waa
van den benoodigdun grond, om dien
grond aan de Gemeente te verkoopon
Be eenigo uitweg zou dan zijn, dat
bet raadslid zoo vriendelijk was te
bedanken voor zijn functie, mlsucbien
om even later weer als raadslid torug
te koeren, of wel de Gemeente kreeg
het door haar begeerde bezit niet.
Als raadslid oefent de eigenaar
ook niet den minsten invloed uit op
den prijs.
Begrijp ik de zaak good, dan sai
man aan een raadslid gceu anderen
eifich mogen stellen, wanneer ht)
zaken met de Gameente beeft te doen,
Jan dat bij de Gemeente fatsoenlijk
behandelen zal «n dat hij in- geen
gnval trachten zal van de Gameente
een hoogeren prijs te krijgen, dan
h|j aan anderen in rekening zou
bobben gebracht. Dat hst echter op
den weg van een raadslid zou liggen
om zijn 6lgendom voor minder dan
den goldeudsn prijs aan de Gemeente
over te doen, wanneer deze dat
wenscht, dat schijnt mij een rede
neering, die wel in een oogenblik
van opwinding kau worden uitge
sproken, doch bij kalm nadenken
toch door niemand zal worden
aanvaard.
Heft wil mij dan ook voorkomen,
dat de eenige vraaz, die van bete
kenis in dezen is, deze is, of ik, f 1.80
voor mijn grond vragende, daarmede
een ta hoogen elsch heb gedaan eD
misbruik heb gemaakt van de positie,
waarin de gemeente tengevolge van
baar eigen grenzelooze onvoorzich
tigheid ia geraakt, toen zij zonder
eeuig zakelijk recht werken deed uit
voeren in den grond van een ander.
Do vraag, voor hoe veel ik den grond
kocht en of ik dien grond miaechieD
heb geërfd of voor niemendal heb
gekregen, en dus ook de vraag, hoe
veel winsft ik daarop maak, doet niots
ter zak9. Do eenige vraag isHeeft-
de grond, die de Gemeente thans
van mii gekocht heeft, een waarde
van fl.80 per M*.? Ik vertrouw, dat.
niemand mij eenige deskundigheid
op het. gebied van grondrtxatie zal
oatzeggen. Welnu, mijnheer de Voor
zit,tw, dan verklaar ik, dat ik aan
niemand anders dezen grond voor
f 1.80 zou hebben verkocht, maar dien
grond alleen tsgen dezen prijs heb
afgestaan, omdat de Gemeente dien
noodig had. Een particulier zou dien
grond voor dezen prtja van mtj niet
gekregsn bebben en ik sta dus op het
oogenblik in deze merkwaardige po
sitie, dat ik de overtuiging heb, dat
ik oen welwillendheid aan de Gemeen
te bewezen heb, èu in den Raad.èo
in de pers men mij niet anders dan
vsi-wijten naar hst, hoofd slingert over
da schandelijke afzetterij, die ik tegen
over déöeraaen ta zon hebben geploegd
Ik st«l daartegenover, dat Ik veel
liever den grond had behouden en
alsnog overtuigd ben, dat iedere des
kundige op het gebied van grond-
l axatie, aan d«zen grond een boogaren
prfle dan fl.80 gemiddeld per M*
zul toekennen.
Do minder parlementaire wenscb
van ocs geacht medelid, den heer
Biersteker, om ,ia ml|n geld te stik
ken en dan te verdwijnen",.schijnt
m\j dan ook meer ingegeven door
noliticko drijfvecren en bitterheid
aan door rechtvaardigheidszin, des
kundigheid on nuchter oordeel.
Heft debat in den Raad heeft zich
teDslotte toegespitst in. een motie
vau ona medelid, den hee' Micbels;
een motie, welke esn uitnoodiging
aan mij inhoudt om mijn zetei te
verlaten en een uitspraak vau de
kiezers uit te lokken. Voer ik over
•tie motie nader mijn mesntcg zeg.
moge my do vermelding van eenig*
Historische feiten veroorloofd zijn.
Wijlen de heer H. Janzeo Izo., de
vroegere eigenaar van den grond, had
bjj zijn testament drie deskundigen
aangewezen, om de waarde van dien
grond te tsxeeren. Een dier deskun
digen waa ik. Ik heb myu taxatie
nc.ar beste weten geloven, doch die
tj-.xa.tie wae naar de meening van den
erfgenaam, dan heer Koningsbrugge,
te hoog Teneinde hat bewijs te leva-
ren, dat ik voor myn taxatie stond,
bood ik den hsor Kouingsbrugge aan,
•ieti grond voor de door mij getsxesrde
waaide over te temen. De beer Ko
ningsbrugge v/erd daarop geruster,
doch, teneinde hem het bswy« te
geven, dat ik volkomen vertrouwen
had in de waards mijner taxatie, bwb
ik hem vrijheid gelaten om zelf een
prijs te noemen, ook zslfs boven mijn
taxatie, waarvoor ik don grond toch
zou willen koopen. Wy zyn het in
Maart 1915 met elkaar eeus ge worden
o-er den prijs met ingang van 1 Juli
1916, zonder eenige reserve Het
transport later zou plaats hebben.
Eea voorloopige koopacte werd opg
maakt;. Daarin werd geen mei
ding gemaakt van eonig
zakeiyk recht of van eenig
byzond6re bepaling! Zonder
eenige reserve word de grond dus aan
niy verkocht. Eren later, dus Dadat
de koop rondt gesloten was, kwam
de heer Koningsbrugge mji meded-e
Isn, dat h|| in een brief van den erf
later gelezen had, dat de heer 3.
Kttjoen het recht bad tot 15 Novem
ber 1916, om oen gedeelte van den
grond, ongeveer 1/», liggenda aan de
Fabriekegracht, te koopen tegen deD
prys vaa fl.25 per M'. voor de Ver
eeniging „Ltcbt en Lucht", teneinde
daarop woningen te bouwen. Ofschoon
geheel onverplicht, heb ik,
teneinde den heer Koningsbrugge
tegemoet te komen, verklaard, dat
ik bereid was, deze belofte van den
erfl&ter gestand te doen.
Ik heb zelfs verklaard, dat ik ook
goed vond, dat de Gemeente Heldor
in de rechten van den heer Krynen
trad. In begin September 1915 heeft
de Gemeente den heer Koningsbrugtre,
die toen geenelgenaor meer was, doen
overkomon ea onwaardig gerraebtom
den grond te verkoopen. Het ant
woord kon natuurlijk niet anders
zijn dan, en was dan ook, dat de
beer Koningxbrugge niet meer ver
koopen kon, maar dat ik eigenaar
was. Bo heer Krynen heefr. daarna
nog een poging aangewend om den
grond, waarop by tot 15 November
1915 recht van koop had onder de
voorwaarde, ala straks door my ver
meld, over te doen aan de Gemeente
met weglating dier voorwsarde en
daartegen h«b ik my verzet. Na 15
November 1915 was ik dus geheel
v: y. De heer Krijaen had toan noch
zelf, nocb ten behoeve van de Ga
meente van zijn recht gebruik ge
maakt. Be heer 3. Krijaen die ook
nog onmiddeliyk na de taxatie het
eerst in de gelegenheid waa alles
voor de taxitieprys te kunnen koopen,
durfde niet, jam mar vcor de Gemeente.
Daarop zijn onderhandelingen tua-
schen U mijnheer da Voorzitter en
my gevoerd, over een gedeelte van
deD grond, dat de Gameente nl.
wensebte als opslagplaats van cokes,
sintels, steenen, enz. ten behoeve'
van de Gasfabriek. Deze onderhan
delingen bebben geduurd van Novem
ber 1915 tot Januari 1916. He voor
my gevoelde voer overdracht van
grond, ten behoeve van dat doel, niets,
omdat dan, wat ieder zal verstaan,
de achterliggende terreinen zeer in
waarde zouden werden gedrukt. Ik
weigerde dan ook een vraagprijs to
noemen voor dien grond. Op het
aandringen van M, mijnheer de Voor
zitter, dlo verklaardet, dat de Ge
meente den grond moest hebben,
eu die in ieder geval wildet, dat ik
een vraagpiys zou noemen, heb ik
my tegen mijn zin tenslotte laten
verleiden om den grond aan te bieden,
nl. voor f 2.60 voor de bedoelde H.A.
of 1.75 voor alles. Ik onderstreep
nog eens, dat ik dit aanbod enkel en
alleen deed, omdat Gij, mynheer de
Voorzitter, my er, om zoo te zeggen,
toe preste, maar niet, omdat ik voer
dien prys den grond wou missen, al
stemde ik toe, dat, bekeken van den
kant van de Gemeente, bezit van
dien grond voor de Gemeente noodig
was. Niet ik heb dus het eerst ge
•proken over dien grond en den prys
aoch het is door U mynheer de
Voorzitter uitgelokt. Toen dit aanbod
publiek werd, werd hot als onaan
nemelijk, mot minachting afgewezen
en ik heb er het noodige over moeten
hooren in den Raad en in de pers.
Ik heb echter gemeend, dat het ver
standig was, in het publiek over de
zaak te zwijgen en heb mijnerzijds
alsnog getracht om minneiyk de zaak
te rvgelen, al mag ik niet ontkennen,
dat de luat daartoe by my na de
ervaring, die ik bad opgedaan, niet
zeer sterk meer was. Ik heb nl. in
het voorjaar van 1916 U, mijnheer
de Voorzitter, gewezen op den on-
boudbaren toestand van de gemeente-
riolen en de afvoarbuizen der gas
fabriek, die niet in openbaar water
uitkwamen, doch in myn persoonlijk
bezit lagen. Ik heb toen in over
weging gegeven, om de zaak in de
vergadering van B. en W. te bespre
ken. Ik heb in het najaar van
1916 dit verzoek herhaald, doch zonder
dat ik daarop verder eenig antwoord
heb bekomen, totdat ik in Januari
1917 bemerkte, dat men, zonder
eenig overleg met my gepleegd te
hebben, en zonder eeLigo toestemming
van my dus ook te hebben ontvangen,
in myn eigendom werken ging uit
voeren, nl. ten behoeve van de
waterleiding in de Fabrieksgracht.
Ge zult U herinneren, mynheer
de Voorzitter, dat ik op 19 Januari
1917 U geschreven heb, dat ik van
dis werken niets begreep en dat ik
U verzocht, in mya eigendom niets
te doen aanbrengen, dan na behoor
lijke overeenkomst en dat lk U heb
medegedeeld, dat lk deze handelingen
niet kon toelaten. Het scbynt my
niet te veel gevergd, ook zelfs niet
van een raadslid, wanneer hij er
aanspraak op maakt, dat bjj er t«n
minste in gekend zal worden en dat
zyn toestemming zal worden gevraagd
wanneer men in zyn eigendom
wenscht te spitten en te graven.
Verschillende heeren hebben nu wel
met verontwaardiging over myu
houding gesproken, doch sterker
zouden zy staan, indien zii zelf in
de gelegenheid waren geweest, bewijs
te levereD, dat zy, wanneer hun iets
dergelijks was o vei komen, dat met
kalmte en zonder eenig protest zouden
hebben aangezien. Op mjjn brisf van
19 Januari hoorde ik niets. Ten einde
nu myn rechten niet te verwerken,
heb ik by deurwaardersexploit aan
de Gemeente aangezegd, dat ik niet
wenechte, dat zonder in(jn toestem
ming in myn grond gowerkt werd,
dat ik derhalve verbood om daarmede
voort te gaan ea sommeerde om alles
in den vorigen toestand te herstellen.
Ik zou verwacht hebben, dat in
een dergelijke ernstige zaak, minst
ger.onen, van den kant van de Ge
meente verontschuldigingen zouden
zyn aangeboden en dat men oogen-
bltkkeiyk getracht zou hebben om
do zaak door overeenkomst te rege
len. Ik heb echter niet anders mogen
ontvangen mijnheer de Voorzitter,
dan een brief vaa U, waarin gy U
verontschuldigt op grond van drukke
bezigheden en verder mededeelt, dat
de werkzaamheden in de Fabrieks
gracht te goeder trouwe zyn verricht,
en zonder dat bekond was, dat toe
steajming raynerzyds vereischt werd.
Als raadslid wenscb ik ernstige cri
tiek uit te o&fenen op een college
van B. en W., dat, alvorens werk
zaambeden in «cds aDdera grond te
verrichten, niet oaderzoekt of der-
golyke werkzaamheden veroorloofd
zyn. Zelfs mynheer de Voorzitter,
gaat U in Uw aehryven zóóver, van
mede te deelen, dat ook wanneer U
de overtuiging had gehad, dat ver
gunning van my vooraf noodig was,
dat U dan toch zonder die vergunning
niet geaarzeld zoudt hebben om de
werkzaamheden te doen verrichten,
vertrouwende, dat de vergunning ter-
stand on zonder eenige bezwa
rende voorwaarden verleend zou
worden. Hoe zeer gevoelig voot
dat vertrouwen, meen ik toch, dst
een dorgeiyk ondoordacht en roeke
loos optreden van een gemeentebe
stuur moeilyk elders dan alleen te
Helder verschooning zal kunnen vin
nen. U ia Uw brief geeiodigd met
bet vertrouwen uit te spreken, d&t
ik bereid zou »yo om mede te werken
tot Met tot stand komen van zooda
nige regeling, als in bet belang der
Gemeente wordt vereischt maar
zonder dat Uwerzyds ook maar eenig
voorstel werd gedaan. Het wil my
nog voorkomen, dat dat op Uw weg
bad gelegen, maar er gebeurde ver
der van gemeentewege niets anders,
dan dat men doorging met de werk
zaamheden, ook zonder dat lk my
verder had uitgelaten.
Beweerd is in de procedure, dat
de mede eigenaar van de Fabrieks
gracht toestemming had verleend.
De vertegenwoordiger van myn mede
eigeDaar, de heer Oortgysen heeft
dit tegenover mij stellig ontkend en
heèffc, evenals ik, zyn verwondering
er over geuit, dat men aan het werk
was g«gaan, zonder met de eigenaars
er óóa woord over te hebben geBpro
ken. In dit verband zy het my vergund
en enkele opmerking te maken naar
aanleiding van wat de heer Bierste
ker omtrent den vermoedeiyken af
loop der procedure heeft gezegd. Nu
de zaak door dading is geëindigd,
zal ik er niet al te diep op ingaan,
maar bet wil mj) toch voorkomen,
en het kan voor ena Gemeente
bestuur v»n belang zyn, om er voor
taan rekening mede ts houden,
dat, wanneer by mede eigendom een
der eigenaars toestemming hetft ge
geven, deze toestemming kracht be
houdt, totdatdiezelfde eigenaar of
mede eigenaar; krachtens zyo eigen
domsrecht de werkzaam heden ver
biedt. Ik heb m(J dan ook over don
afloop der procedure niet ongerust
gemaakt en het wil m|j voorkomen,
dat het geen twyfel ljjdt, dat men,
voor het leggen van buizen in grond,
die gemeenscbappeiyk eigendom ia,
niet voldoende heeft aan de monde
linge toestemming van een der mede
eigenaars (ik betwist bovendien dat
die mondelinge toestemming in dit
geval gegeven ls) maar dat men dan
zich aBsureeren moet, dat de-andere
eigenaar ook geen bezwaar hseffc en
ook dan nog niet volstaan kan met
de mondelinge toezegging der
eigenaars, maar zonder eenigen twij
fel moet vestigen een zakelijk recht,
een servituut!
Toen men met de werkzaamheden
doorging, zonder zich ook maar
«enigszins te storen aan da uitge
braebte sommatie, heb ik opdracht
gegeven, do dagvaarding uit te bren
gen. Na een. aanbieding van B. en W.
om alles tegen fl.50 p. M* over te
doen ter beöiodigiDg procedure is
tenslotte «en. brief- gekomen van B.
en W. om te vragerr, welken prys
ik vroeg voor mön oigendomsrech
ton op grond en water. Ik heb toen
dvnzelfden prys weer, genoemd, dien
Gij, mynheer de Voorzitter, zelf te
voren mij hebt ontlokt. Slechts 5 ets
veor rentederving, terwyi voor 8 jaar
het renteverlies 8X5 ets. per M*
ongeveer bedraagt. Men heaft dien
prtja ts hoog gevonden. Ik stem toe,
dat, wanneer men al den grond voor
f 2 50 p. M' had gekocht, die prtls
nog al styf geweest zou zyn, ofschoon
niet eens te hoog, maar men kon
van my niet eischen, dat ik in dezen
stand der zaak, waarin men, om het
minder parlementair uit te drukken
.maling had betoond aan myn rech
ten", geneigd was tot een lageren
prys te gaan, dan de Burgemeester
my zelf tevoren in den mond had
gegeven.
Ik heb er prys op gesteld, mynheer
de Voorzitter, om deze hlstorisehe
uiteenzetting te geven, opdat men,
ook van andere zyde voorgelicht,
thans met kalmte zyn oordeel kan
vestigen. Zyn er dan, die de parle
mentaire taal van ons geacht medelid,
den heer Biersteker, tot de hunne
wensthen te maken, zy kunnen, wat
my betreft,.hun gang gaan. Schuld
bswustzyn is er by my niet. Ik ge
loof niet, dat een ander in myn plaats
heel veel anders gehandeld zou hebben
maar weilicht bóóger zou hebban ge
noteerd en lk mag de critiek op het
Gemeentebestuur, speciaal op het
Dageiykach Bestuur, niet achterwege
laten, voor de onvoorzichtige wyze,
waarop in deien is gehandeld. Trou
wens, het deed mygoed, ofschoon de
hver Michels meende, ook my niet
te sparen, dat h(j tenminste een open
oog had voor de verregaande roeke
loosheid van het Dageiyksch Bestuur
en ik gevoel weinig neiging om die
verantwoordelijkheid op my ts nemen
en het Dagelykcch Bestuur schoon
te wasschen. Is er op my eenige
critiek uit te oefenen, dan wil het
my voorkomen, dat het enkel en
alleen kan zitten in een te hoogen
vraagprys.
Mynheer de Voorzitter, ik kom thans
tot de voorgestelde motie; ik zal
stemmen tegen de motie van den
beer Michels. Hetschynt my onjuist,
dat de Gemeenteraadsleden onderling
cènsuur oefenen en elkaar ultnoodi-
gen tot heengaan, want dan kan eon
motie worden voorgesteld ter zake
de zeer onparlementaire woorden van
den heer Biersteker die u jammer
genoeg zonder protest doorliet. Ik
meen, dat die censuur moet worden
overgelaten aan het publiek en dat,
wanneer or sprake is van het ter
beschikking stellen van het mandaat,
het verzoek daartoe moet uitgaan van
de Kiesvereeniging of van de party
die destijds het lid hesfc gecandideerd.
Wanneer die Kiesvereeniging of die
party den wensch daartoe te kennen
geeft, dan zal ik daarmede -rekening
houden. Buitengewoon gehecht ben
ik aan myn raadszetel niet,, maar
ik mag dan toch wel één elsch stellen
en die eisch is, dat ik niet door die
Kiesvereeniging of door die party
onverhoord zal worden veroordeeld.
Wonscht men daar uiteenzetting van
de zaak, ik ben beschikbaar.
Ia vertrouwen gezegd, die uiteen
zetting is reeds gevraagd en gsgeven,
doch met het effect, dat myn party-
genoo'en geen aanleiding vonden den
wensch van den heer Michels te
ondersteunen.
Toch gevoel lk mynheer de Voor
zitter, nu de zaak eenmaal geloopeD
is, zooals zy geloopen is, dat ik moei
ïyk hiermede myn rede sluiten kaD
en dat ik hiermede ook niet behoef
te sluiten. Ontdaan van alle frarj*,
komt do zaak toch hierop neer: Heb
ik voor myn grond f 1.80 ontvangende,
my onrechtmatig verxykt, heb ik
daardoor een koopsom ontvaDgen, die
ik biliyk6rwys niet mocht ontvangen,
omdat de grond die waarde niet heeft
en heb ik dus misbruik gemaakt van
de positie, waarin de Gemeente ver
keerde, doordien zy dien grond noo
dig heeft? Welnu mynheer de Voor
zitter, dat is een zaak voor taxatie
voor deskundigen. Mede op aandrang
van bevriende zyde, verklaar ik my
bereid er toe mede te werken, aan
het oordeel van drie deskundigen de
vraag te onderwerpen of een ge
middelde pr|js van f 180 per M1. voor
den eigendom juist is, zoo neen, welke
prys dan door deskundigen aan den
grond wordt toegekend. Komen des
kundigen dan tot de conclusie, dat
de grond gemiddeld minder waard is
dan f 180, dan verklaar ik my bereid
om bet verschil beschikbaar te stel
len voor de algemeens armen, doch
mag er dan tegenover eischen, dat,
wanneer deskundigen tot de consluaie
komen, dat de grond meer waard is
dan f 180, de Gemeente zich bereid
verklaart, om bet meerdere ter be
schikking to stellen van de armen
der verschillende kerkeiyke gezindten
te Helder.
De drie deskundigen zouden dan
moeten worden benoemd in onderling
overleg door Burgemeester en Wet
houders en mij, of wel één door
Burgemeester en Wetbt.ud«r»ééa door
my en de derde door de baide be
noemden.
Gaarne wacht ik het oordeel myner
medeleden over dit voorstel af.
Ik dank U.
D9 heer V e r f a i 11 e begrijpt niet
waarom de heer Spruir. spr. in het
geding brengt. Hat batrtft bier niet
spr. zalf, maar de Landbouw-Maat
schappij, en het genoemds cijfer is
niet jnist. Het bod is door de Land
bouw Maatschappij geweigerd.
Spr. doet uitkomen dat de Landb.-
My. grond verkocht heeft voor 50
ct. den M., waarvoor ze ook f 1.—
had kunnen krygen. Spr. heeft geen
grond tegen to hoogen prys aan de
gemeente verkocht, heeft wel eens
meegewerkt aan grondkoop voor de
gemeente, doch steeds gezegdberoem
eea deskundige, die kan taxeeren.
Overigens kan spr. zicb met het
inzicht van den heer Spruit niet
vereenigen.
De heer Biersteker neemt op
het oogenblik Diets terug van wat
hy gezegd heeft. Niemand onzvr kan
echter op het voorlezen van e6n
dergeiyke rechtskundige uiteenzetting
zeo maar ingaan en de feiten tegen
over de feiten stellen. Spr. stalt voor
do verdere discussies op te schorten
6n de verdediging des heeren Spruit
aan een nader kritisch onderzoek
te onderwerpen.
Conform besloten.
Qensaskundlge Commissie.
Verzoek machtiging tot Instelling
eener geneeskundige commissie voor
de verstrekking van melk en andere
voedingsmiddelen ten behoeve van
zieken en zwakken.
Wy zullen de discussies over dit
punt (wegens plaatsgebrek) opnemen
in ons volgend nummer.
Het voorstel van B. en W. ia aan
genomen mot algemeens stemmen.
Uitvoering Kieswet.
XVII. Voorstel betreffende de ver-
deelihg onzer gemeente in drie kies
kringen.
Aangenomen.
Bsnoemlngsn.
XVIII. Gemeente-Vroedvrouw te
Juhanadorp.
Voorgedragen wordt:
Mej. A. 0. Riet-Spruit te Dordrecht.
Burgemeester en Wethouders stel
len voor den datum van in functis-
treding aan hen ter regeling over te
laten.
Benoemd met algem. stemmen.
Twee leden Commissie tot Wering
van Schoolverzuim:
1. W. F. Lïgteringen, aftr. lid.
2. I. L. van Os.
1. A. Swarfc, aftr. lid.
2. D. van Zoonen.
Benoemd worden de hevren Lïgte
ringen en Swart met resp. 16 en 15
stemmsn.
Onbezoldigd Ambt. v/d Burg. Stand.
Burgemeester eu Wethouders stel
len voor o» in de vacature O ver de
Linden te benoemen tot onbezoldigd
Ambt. van den Burg. Stand den
Burgemeester.
By accl. gekozen.
Huisvesting gezinnen.
Voorstel inzake het verleenen van
een crediet van f 25000.- in het
belang der Volköhuisvesting.
Wegens het vergevorderds uur aan
gehouden tot de volgende vergadering.
Rondvraag.
Do heer Spruit merkt op, dat
nu al voor den tweeden keer op
Woensdag vergaderd wordt, julet als
er eene publieke veiling is. Kan dat
niet anders? vraagt spr.
De Voorzitter zegt, dat hier
mede niet altyd rekening kan worden
gehouden.
Da heer Baak bespreekt het ge
zouten rundvleesch. Is dat wel van
te voren gekeurd? Het is-niot te eten
en is weggegooid geld.
De Voorzitter vindt dit vleesch
uitstekend.
De heer De Zwart heeft inder-
tyd een monster vleeich geproefd.
Dat was goed, dit echter niet.
De Voorzitter merkt op, dat
aan gezouten vleesch steeds min of
meer lucht ia.
De heer Zander wiide deze
kwestie ook bespreken. De distributie
mag wel een pluim op den hoed
worden gestoken, dat zy zoo vlug or
by is geweest en de gemeente niet
zonder vleesch heefc gelaten. Maar
deze verstrekking ie op eene misluk
king uit geloopen. Spr. heeft geïnfor
meerd en niemand vond het goed.
Toen het vleesch In manden verpakt
stond in iieft abattoir, heeft de keur
meester, de besr Haan, het goedge
keurd. Spr. heeft daartegen geprotes
teerd en gezegd, dat het ondeugdeiyk
voor de consumptie was. By de slagers
worden onderdeelen afgekeurd, die
vaak lang niet zoo slecht zyn. Het
vleesch is klaarbiykoiyk niet schei
kundig onderzocht, anders was bet
afgekeurd. Op zichzelf was het vlvesch
goed, docb het bs6ft te lang in de
vaten gezeten en is nu verstikt.
Gezouten vleesch moet af en toe
werden gekeerd, en dat is met deze
4 millioen K.G. uit Oss niet geschied.
De heer Haan had het behooren te
weigeren.
De Voorzitter heeft van de
Slagersvereeniging de verzekerirg
gekregen, dat het vleesch goed was.
Al die theoriföa van den heer Zander
beteekenen niets.
De heer Zander: Ook de tyd
waarop dit vleesch ingezouten ls,
was niet geed, n.1. Sept. Een heel
ongeschikte tyd. En als de Slagers-
bond tegen den Voorzitter spreekt
dat het vleesch goed is, spreken de
slagers uit twee mondeD, want alge
meen wordt het afgekeurd onder
elkaar.
Beheer Biersteker heeft eenige
vragen ingezonden (zie Held. Cour.
12 Febr.
Op deze vragen zyn schriftelijke
antwoorden overgelegd, die om ona
onbekende redenen echter niet aan
de pers zyn verstrekt.
(Zla verder 2e psglns).