CHE COURANT
Eerste Blad.
J. J. H. KOOPMAN,
No. 8066
ZATEROMï 22 MAART 1919
470 JAAR9AN9
Ultgevgr* C. DB BONg^jru. ^elder. - Oplwag 7000 w. - Aborm»m»nt»prlJ>} de atagf f 1.10, per Lwiwjm. 3 o»nt__«__Adv^itent|ên per regelJSwnï.
gemeentelijke grondprijzen,
grondpolltlek en grond-
bedrijven.
De „Wet van Vraag en Aanbod"
is een van die zaken, waarvan een
ieder wel eens heeft behoord, zonder
dat echter de meesten zich van haar
sn juiste voorstelling
vormen.
Men zegt, dat vraag, en aanbod
den prys der dingen bepalen, en
stelt zich met deze verklaring tevre
den, zonder zich er rekenschap van
te geven, wat de preciese strekking
is van hetgeen men beweert.
Do inhoud der wet nu komt onge
veer hierop neer, dat, indien ergens
geheel vrije concurrentie bestond, de
onderlinge verhouding van vraag
en aanbod den prys der dingen be
palen zou.
Geheel vrije mededinging bestaat
wel nergensde prijsvorming van de
zaken, die in den handel zijn, is
daardoor een uiterst ingewikkeld
verschijnsel, dat zich voor een be
knopte behandeling niet leent.
Een der allermoeilijkste onderdeelen
van dit op zich zelf reeds zoo lastige
onderwerp, is het vraagstuk van de
gemeentelijke grondprijzen. Bij de
eventueele opmerkingen, die wij
daarover maken moeten, stellen wij
dus op den voorgrond, dat zij niet
volledig zijn en slechts bedoelen
eenigszins een inzicht in deze moei
lijke materie te geven.
Vooral voor de besturen van groote
en sterk groeiende gemeenten is het
vraagstuk van de vorming der grond
prijzen (waaronder in dit verband
uitsluitend verstaan worden de prlj
zen van het bouwterrein, den grond,
die in de naaBte toekomst voor stads
uitbreiding is bestemd) steeds een
onderwerp vyn veel zorg geweest,
omdat door den prijs van den bodem,
aard en karakter van de bebouwing
in zeer sterke mate beïnvloed worden.
De studién, aan de gemeentelijke
grondprijzen gewijd, hebben dan ook
in de eerste plaats voor de groote,
zich krachtig ontwikkelende gemeen
ten beteekenisop kleinere, niet zoo
snel ontwikkelende gemeenten kun
nen haar uitkomsten slechts met
zeker voorbehoud worden toegepast.
Dat de stedelijke grondprijzen niet
enkel door vraag en aanbod beheerscht
worden, is een ieder, die er wel eens
zijn aandapht aan geschonken heeft,
duidelijk. Waar de wet van vraag
en aanbod zou meebrengen, dat bij
verminderde vraag de prijzen zouden
dalen, en dat stijging der prijzen tot
vermindering van vraag zou leiden,
kan men in veel gevallen waarnemen,
dat de prijzen de hoogte ingaan zonder,
dat vermeerdering van vraag van
eenige beteekenis valt te bespeuren,
of dat, ondanks vermindering van
vraag de prijzen zich op een eenmaal
bereikt peil handhaven of zelfs om
hoog gaan.
Men is veelal geneigd om van die
„abnormale" verschijnselen de grond
speculanten de schuld te geven.
Er is een omstandigheid die al
dadelijk tegen die onderstelling pleit.
Ofschoon de bouwgrond-onderne
mingen wel eens zeer groote winsten
hebben behaald, schijnt du statistiek
uit te wijzen, dat hare winsten door-
eengenomen in den regel een normaal
percentage niet te boven gaan. Is
dit zoo, levert dooreengenomen de
speculatieve grondhandel slechts
matige winsten op, dan is het
onjuist, daarin de oorzaak te zien
van zeer sterke stijging der stede
lijke grondprijzen welke mon haast
overal waarnemen k^n.
Omtrent de ware oorzaken daar
van bestaat intusschen nog geen
overeenstemming tusschen hen, die
het vraagstuk bestudeerd hebben.
"Wy bepalen ons er daarom toe, op
enkele bijzonderheden te wijzen.
Zooals hierboven reeds werd op
gemerkt, geldt de wet van vraag en
aanbod slechts voor zoover vrUemede
dinging mogeiyk is, d. w. z., daar,
waar vraag en aanbod beide voor on
belemmerde inkrimping en vermeer
dering vatbaar zijn.
Bij de stedelijke bouwterreinen nu,
mist het aanbod die elasticiteit. Tot
uitbreiding der bebouwde kommen
is niet alle grond geschikt, maar
slechts die, welke onmiddelljk byde
bestaande bebouwing aansluit of ten
minste gemakkelijk van daar te be
reiken is. Een vermeerdering van
vraag kan dus niet tot een daaraan
evenredige vergrooting van het aan
bod leiden, en dientengevolge stijgen,
bij toenemende vraag de grondprijzen
onevenredig sterk.
De Oostenryksche hoogleeraar Von
Mangold heeft op dit feit sterk de
nadruk gelegd. Hij stelt het voor,
alsof de bebouwde kommen worden
omgeven door een „smallen rand"
bouwrijp terrein, welks eigenaren
dus in een monopolistische stelling
verkeeren en de grondprijzen sterk
de hoogte in kunnen drijven.
Ofschoon deze theorie van den
mallen rand niet geheel afdoende is
heeft zy toch er veel toe bygedragen
om het vraagstuk van de stedelijke
grondprijzen begrijpelijk te maken.
Over den snyxllen rand sprekende
moet men voorts niet vergeten, dat
niet alle daartoe behoorende grond
voor bebouwing geschikt isdat een
bepaald soort woningen in verband
met ligging en karakter van de be
staande bebouwing slechts weer op
een deel van den tot den smallen
rand behoorenden.grond gesticht kun
nen worden.
Overigens bestaat de smalle rand,
zooals de theorie zich dien denkt
slechts in enkele gevallen en veelal
kan een goede gemeentelijke grond
en uitbreidingspo litiek zijn vorming
verminderen.
Eer wy hier nader op in gaan,
moeten wy nog wyzen óp andere
omstandigheden, welke de styging
der stedelijke grondpryzen veroor
zaken.
Het behoeft geen betoqg, dat daar-
toe in de allereerste plaats behooren
de kosten, welke noodig zijn om het
ajrker- of weideland tot bouwterrein
te makea de productiekosten der
halve van fret bouwterrein. Iq, hoofd
zaak zijn dit kosten van straataanleg,
rioleering, aanleg van gas-en water
leiding e.d.
Voorts levert voor hen, die hun
vferkkring in de stad hebben, het
wonen daarbuitem over het algemeen
bezwaren op. De groote steden kun
nen aan die bezwaren door een goed
tramverkeer, dat ook de nieuwe wy-
ken, waar de bewoning pas aanvangt,
met het centrum in verbinding brengt,
nog wel tegemoet komen, maar op
een grooten afstand van het centrum
te wonen is velen toch onmogeiyk.
Waar geen sterk vertakt tramnet
aanwezig is, bestaat dit bezwaar in
nog veel ernstiger mate.
Na deze inleidende opmerkingen
kunnen wy het vraagstuk der ge-
meenteiyke grondpoütiek nader onder
de oogen zien.
Het zal na het bovenstaande duide-
lijk zyn, dat de.gemeente haar streven
erop richten moet om te voorkomen,
dat een betrekkelijk gering getal per
sonen ten aanzien vau de voor bouw
terrein geschikte gronden in een min
of meer monopolistische positie komen
te verkeeren.
Zy kan dit doe# in de eerste plaats
door zejf gronden aan te kpopenin'
de twtede plaats door te trachten de
bouwing van een smallen rand. te
voorkomen en, waar die er is, hem
te yerbreken.
Waar het eerste punt met de kwestie
der gemeentelijke grondbedrijven in
nauw verband staat, gaap wij eerst
op het tweede ppnt in.
Aan den eiach, die hier gesteld
Wordt, verbreking van den smallen
rand, kan de gemeente door een goede
yerkeerspolitiek voldoen. Wanneer de
gemeente haar straten, gas- en water
leidingbuizen en riolen niet verder
doortrekt dan tot aan de grens dei-
bebouwing, is uitbreiding van de
stedelijke kom slechts mogelijk door
nieuwe bebouwing onmiddellijk aan
de bestaande te doen aansluiten. De
positie der eigenaren van den smallen
rand is dan zoo sterk mogelyk.
Waar een smalle rand aanwezig is,
of gevaar bestaat dat er gen gevormd
zal worden, moet daarom de gemeente
trachten bebouwing van verder af
liggende gronden aanlokkelijk te
maken. Zy moet dus met straataanleg
pnz. niet wachten, tot er huizen staan,
maar haar straten doortrekken, daar
riolen, gas- en waterleidingen inleg
gen, en zoo de voordeelen van het
wonen in of onmiddelyk aan de grens
Óer bestaande bebouwing zooveel
floenlyk elimineeren.
De tot dusverre te Helder gevoerde
politiek om straten enz. door de bouw
ondernemers zei ven te doen aanleggen
gaat dus in dit opzicht in de verkeerde
richting.
Nu mag m en hier uit niet zon der meer
tot een afkeurend oordeel besluiten.
(Straataanleg is duur en straataanleg
met rioleering, gas- en waterleiding,
is dus zeer kostbaar.Waar dus naar
geldend recht de gemeente vrijwel
geheel de middelen mist om zich
waar zy geen eigenares van den
bedem is als vergoeding voor die
Uitgaven een deel der daardoor te
voorschyn geroepen waardevermeer
dering van den bodem te reserveeren,
jigt het voor de hand, dat vooral een
financieel niet'sterke stad aan straat
aanleg enz. op groote schaal niet zoo
ppoedig denken kan.
Zoolang de gemeente verder aan
Jen bepaalde groadpolitiek niet deed,
aidde intusschen da gevolgde wijze
van werken er toe dat de positie der
eigenaren van den smallen rand ten,
zeerste versterkt werd.
Van het aanleggen van straten onz.
om den smallen rand te verbreken,
schrikt men ook dikwyis terug, omdat
men meent, dat de menschen zoo ver
van het eenjrum niet zullen willen
yvonen. Deze vreesschyntoverdreven.
Weliswaar beslaat onze stad door
Jagen bouw, en doordat niet genoeg
te pry^en verschynsel het één
gezinshuis er nog overheerscht, een
in verhouding tot haar zielental vrij
groote oppervlakte, maar toch zijn
de afstanden daarbinnen, vergeleken
met wat .de groote stad te zien geeft,
yan geen beteekenis. Wel staat daar
weer tegenover, dat de electrische
tram in de groote steden de afstanden
sterk verkleint, maar sedert het
rijwiel een algemeen gebruiksartikel
is geworden, kan ook elders dan in;
de groote stad de afstand tusschen
woon- en werkplaats veel grooter zijn
dan vroeger, zonder dat daaruit
ernstige bezwaren voortspruiten. Oek
ten plattelande is het reeds lang geen
zeldzaamheid geworden, dat de arbei
der een half uur en verder verwijderd
woont van de plaats, waar hy zyn
werk heeft. Weliswaar stelt in zuivere
landbouwstreken de boer er nog prijs
pp, dat de arbeider dicht bU zijn
hofstêe woont, mqgr, waar de tuin
bouw den landbouw verdringt, valt
in dit opzicht een verschil tusschen
étad en land vaak nauweiyks meer
waar te nemen.
Een stad, die een goede uitbreidings-
pólitiek voert, en die de vorming'van
een smallen rand ook in de toekomst
Wil voorkomen, moet vooruit zien,
tipt een paar jaren, maar 25 en meer.
Er zyn voorbeelden te over van, dat
men nu tiendubbele prijzen moet
betalen om te herstellen, wat men
25 jaar en langer geleden in te be-
irUpen zorgeloosheid verkeerd gaan
et. Daarom mag er wel op gewezen
'•rden, hoe sterk het te betreuren
te, dat niet het gemeentebestuur van
^leider al jaren geleden is bedacht
geweest, niet alleen op de stads
uitbreiding binnen de bestaande ver
dedigingslinie, maar ook om te
voorkomen dat men, als die linie
eens in zuidelijke richting wordt
verlegd, onmiddellijk daarbuiten zal
sjooten op een nieuwen smallen rand,
epn kring van-eigendommen-, die aan
slechts enkele personen toe behooren.
Men houde hierop het oóg gevestigd,
zeodra, ,wat wachten is, de voor
schriften nopens de onteigening in
het belang der volkshuisvesting
verbeterd zullen zyn,en late zich
niet in slaap wiegen door de meening,
dp,t men binnen de linie nog voor
jaren gronden genoeg heeft.
Hiermede komen wij aan den
eersten maatregel, dieD wy nood
zakelijk noemden, het koopen van
gronden door' de gemeenten en, in
verband daarmede, het vraagstuk der
gemeentelijke grondbeswaren.
(Wordt vervolgd.)
BUtTEHUNO.
Da Vredesconferentie.
De zitting van Donderdag van den
oppersten geallieerden Raad was ge
wijd aan het onderzoek van den
militairen toestand in Galiciö. Een
officieel telegram werd gezonden aan
de Oekrajiensche en Poolsche bevel
hebbers.
Jules Cambon zette h6t doel uit
een, dat er in bestaat Polen te maken
tot een levensvatbaren staat, waarbij
men zich houdt aan het nationali
teitsbeginsel en ongeacht de moeifijk-
heden van de territoriale vorming.
Polen toch is half omvat door Duitsch-
land en heeft groote behoefte aan
nationale autonomie en een gemak-
kelyken en vrijen toegang tot de zee.
Onder deze omstandigheden is het
onmogelijk de grenzen van den
nieuwen staat vast te stellen zonder
Duitschers in te lyven. Deze, zoo
werd door Tardieu opgemerkt, zijn
daar trouwens door Duitschland
heengebracht. Zy moeten beschouwd
worden als gewone kolonisten.
Het zou trouwens onrechtvaardig
zyn van een vroegere verminking
van een land een argument tegen
het volk te maken. Lloyd, George
waarschuwde ervoor geen voorwend
sel aan de hand te doen voor eenig
Duitsch irredentisme in deze streken.
Deze epmerking sloeg vooral op het
gebied ten O. van de Weichsel, waar
vele Duitschers wonen. Het ontwerp
van de commissie, dat in het algemeen
Polen miDder uitgestrekte grenzen
geeft dan in 1772, wyst het een uit
gang toe naar de Oostzee over een
breede strook aan weerskanten van
de Weichsel tot Danzig, met terzijde
stelling van het gebied van Aiien-
stein, waar een plebisciet zal plaats
hebben. Lloyd George wees erop, dat
een servituut op het gebruik van de
Weichsel - en van twee spoorwegen
Danzig-Thorn en -Warschau wel
licht voldoende zou zijn om Polen
economisch onafhankelijkheid te
waarborgen.
De commissie besloot Vrijdag een
rapport saaien te stellen op den grond
slag van de ingediende opmerkingen.
Vrijdag zou het comité van de con
ferentie niet vergaderen, maar de
premiers zouden onderlinge bespre
kingen voeren welke ongetwyfeld
liepen over den vorm van de aan
Duitschland op te leggen voorwaar
den en over de vastlegging van den
volkenbond in de preliminairen.
Hat vredesverdrag
Parys, 20 Maart. Kolonel House gaf
heden als zijn meening te kannen,
dat het vredesverdrag met inbegrip
v%n den volkerenbond 29 Maart zou
gereed zijn en dat de Duitsche gedele
geerden binnen drie weken te' Ver-
sailles zouden zijn.
Eau Japansch voorstel Ir zaks dan
Volkenbond.
Van Japansche zyde is een amen
dement op het voorstel betreffende
den Volkenbond ingediend volgens
hetwelk de contracteerende partijen
zouden overeenkomen gelijke, recht
vaardige behandeling te verzekeren
aan |alle vreemdelingen binnen hun
grenzen, tot welke nationaliteit of
staten ze ook mogen behooren. (De
Japanners willen aldus een einde
maken aan de beperkende bepalingen
in sommige landen tegen de immi
gratie van Japanners.)
Do neutralen en don Voifcsnnbaad.
De onzijdige mogendheden, die door
de conferentie uitgenoodigd waren om
opvattingen over het ontwerp-statuut
kenbaar te maken, hebben blijkens
een bericht in de „Daily News" uit
Parys, belangrijke memorandaibij het
secretariaat ingediend. Zonder uit
zondering aanvaarden zy dat ontwerp
zooals het daar ligt en zij maken
geen voorbehoud ten aanzien van de
beginselkwesties. Het Zwitsersche
stuk bevat een belangrijk pleidooi
voor de altoos durende onzydigbeid
van Zwitserland, overscbillig welke
de algemeene verplichtingen van de
leden van het verbond mogen zyn.
Het beste bewijs voor de realiteit
van het bestaan van het verbond
kan men zien in het verzoek van
neutralen, om erkend te worden als
leden van het verbond, volgens het
oorspronkelijke charter. -.De vredes
conferentie zal dit verzoek onver
wijld in overweging nemen.
In de ioformeele bijeen komst met
de (neutralen, die Donderdag in het
hotel Crillon |zou worden gehouden
zouden de Nederlanders voorstellen
om Den Haag tot zetel van het ver
bond te maken.
Een Havas-communique meldt nog,
dat vertegenwoordigd warenArgen
tinië, Chili, Columbie, Denemarken,
Nederland, Paraguay, Perzië, San
Salvador, Spanje, ZwedeD, Zwitser
land, Venezuela. Allen stemden in
met het ontwerp van den volkenbond,
sommige vertegenwoordigers, zoo die
van Z.-Amerika legde ten deze bij
zonder hartelijke verklaringen af.
Een eigeniyke discussie had niet
plaats.
De voorgestelde wyzigingen hadden
in de eerste plaats betrekking op
de noodzakeiykheid het aantal in den
uitvoerende raad vertegenwoordigde
kleine staten uit te breiden (naar
men weet wijst het ontwerp verte
genwoordigers van vijf groote en van
vier kleine staten aan), Denemarken,
gesteund door andere gedelegeerden,
eischten minstens 15 vertegenwoor
digers van kleine staten. Lord Robert
Cecil verklaarde hierop, dat indiea
de vertegenwoordiging van de groote
mogendheden bijv. van vyf op zeven
werd gebracht, die van de kleine
staten van vier op zes zou komen.
Terwijl men er op aandrong de
toelating van staten in den Bond
zoo gemakkelijk mogelyk te maken,
trachtte men ook vermindering van
bewapening en toezicht op de oorlogs
industrie te verkrygen. De neutralen
verklaarden zich voor de strekking
van een amendement van Leon Bour
geois, hetwelk de vorming wil van
een commissie, belast met 'n vaststel
ling der verschillende bewapeningen.
Ba quaestie dar ooriogsvergoidteg.
Reuter verneemt van „gezagheb
bende Britsche zyde" bijzonderheden
over de quaestie der oorlogsvergoe
dingen en doet hierover nu mede-
deelingen, die waariyic zeer belang
wekkend zijn. Men is het nog wel
eens, behalve over deze twee punten
Dat Duitschland elke cent zal moe
ten betalen die het kqn betalen en
dat het zeker is dat Duitschland wel
tot den laatsten ceut zal kunnen
betalen, maar er kan geen besluit
vallen eer de deskundigen het eens
zyn geworden. Als dat het geval is
komt de moeilijke quaestie van de
verdeeling van den overeengekomen
som.
Er bestaat werkeiyk het gevaar
dat Duitschland, zooals sommige
zijner leiders al bepleiten, een lijde
lijke houding zal aannemen. Dat zou
het wel in moeilijkheden brengen,
maar toch ook den geallieerden vele
overlast bezorgen. De vraag wanneer
de vergoeding zal of kan worden
betaald te van minder belang. Eakele
deskundigen willen dertig jaren,
anderen vijftig jaren nemen. Van
meer belang te de vraag naar de
interest op de hoofdsom. Wat betreft
de vraag of Duitschland in staat aal
zijn een werkelijk voldoende vergoe
ding te betalen zyn de Britsche
gedelegeerden, naar het heet, meer
hoopvol gestemd dan de Pransche
en Amerikaansche, maar algemeen
is men het eens dat betaliDg alleen
kan komen van een voorspoedig
Duitschland.
Duiisohliiid.
Da voudteivoorzienigg vaa
Duitvchlead.
Sedert eenige weken heerschte in
de haven van Hamburg groote drukte,
daar een groot getal schepen, gereed
gemaakt werden ora uit te varen.
Reeds 50 lagen gereed, waaronder
de groote oceaanreuzen, die de Ameri
kaansche troepen over zee zullen
brengen en uit New York, Baltimore,
Boston en Philadelphia, de hoofdsta
pelplaatsen der V. 3,, levensmiddelen
zullen mee terugbrengen.,Men hoopte,
dat deze schepen reeds aan het eind
dezer week zouden vertrekken.
Thans echter weigert een deel der
Duitsche zeelieden uit te varen. De
eerste berichten deden het voorkomen
alsof dezo beweging tegen de Eotente
gericht was, en de matrozen meerdere
waarborgen voor de voedselvoor
ziening eischten.
Later bleek evenwel dat men met
een Spartacistische beweging te doen
had, en vau deze zyde gehoopt wordt
aldus de levensmiddelenvoorziening
in de war te sturen en zoo nog meer
ellende over Duitschland te brengen.
%De Duitsche regeering heefteven-
wel besloten dit terrorisme zoo
krachtig mogelijk tegen te gaan.Zy
heeft reeds maatregelen getroffen
om de arbeidswillige zeelieden van
den transportarbeidersbond, die tegen
over den zeemansbond verre in de
meerderheid zyn, met de machts
middelen, die den staat ten dienste
staan, tegen geweld te beschermen.
De Duitsche wapenstilstands-com
missie heeft aan de geallieerde re
geeringen voorggsteld, zoo spoedig
mogelijk toestemming te geven voor
de onmiddellijke indienststelling van
vier kleine kruisers. Door dezen
maatregel zou bescherming verzekerd
zyn voor het onmiddellijke uitvaren
der handelsschepen, benèvens van
de te verwachten levensmiddelen
transporten.
Nettegenstaande het vooruitzicht
van de voédsellevering door de En
tente, biyven de Duitsche sluikhan
delaars hunne goederen vasthouden
en tegen woekerprijzen verkoopen.
Zy schijnen te verwachten, dat de
toevoer tóch niet voldoende zal zyn
en zij hunne voorraden ook later
nog wel kwyt worden. Te Beriyn
kost een pond boter nog steeds 18
mark, een gans 200 mk., een ei 1.80
tot 2 mk., rijst 12 mk., meel 7 mk
suiker 7 mk., thee en cacao 70 mk.,
koffie 50 mk. per pond, enz. Alleen
dus de kapitalisten en de arbeiders
die werk hebben en hooge leouen
verdienen, kunnen zich de weelde
veroorlooven genoeg te eten, de rest
lydt honger.
Een protest tyen da annexatie
va# Kshl.
In de Badensche Nat. Vergadering
verklaarde de minister vanbinnenl.
zaken, dr. Haas: wy protesteeren
tegen de annexatie van Badensch
gebied door Frankrjjk. We hebbeD
reden om aan te nemén, dat Frankrijk
het voornemen heeft, het gebied van
Kehl te annexeeren. (Geroep van:
hoort! hóórtI en nooitI) Wij protes
teeren er voor da gansohe wereld
tegen, dat dit land, waar niemand
een andere dan de Duitsche taal
spreekt, van Duitschland wordt af
gescheiden. De Fransche bladen heb
ben er over gesproken, den Ryn van
Bazel tot Mannheim biyvend onder
Fransche contróle te stellen.
Wanneer Frankryk deze aanspra
ken handhaaft moeten wij voor de
heele wereld verklaren: Wy zijn
heiogen en bedrogen!
Nituwa plantas van Spartaeut.
De Spartacusbond heeft een nieuw
manifest verspreid, waarin wordt
opgewekt niet tot afzonderlijk optre
den in de verschillende plaatsen,
maar tot een algemeene staking over
geheel Duitschland.
„Dit doel zyn we in de, gevechten
van deze week zeer veel nader ge
komen.
„Onverdroten zult ge verder strydpn
en de proletariërs van g#heel Duitsch
land vereenigen onder de leuze:
Weg met Ebert-Scheideman -
„Weg met de nationale vergadering,
Alle macht aan de arbeiders- en
soldatenraden
De „Vorwarts" waarschuwt tegen
al het ongeluk dat uit dit plan der
Spartacisten zal voortvloeien en ver
klaart dat met alle kracht te zullen
bestrijden.
Dultiohland en Polen.
Te Posen werden tusschen Duitsch
land en Polen onderhandelingen ge
voerd, betreffende het vaststellen
van een démarcatie-iyn, totdat de
geallieerden over de grenzen van
Polen een beschikking zullen hebben
genomen. Zoo mén weet waren de
Polen maar vast fcigeynen met een
zoo groot mogelyk gebied ia te
palmen.
~»eze onderhandelingen zyn thans
afgebroken, volgens Fransche be
richten wegens den nieuwen eisch
van Erzberger, Strekkende tot de toe
voeging van een lid, aangewezen
door de neutrale mogendheden, in
1 commissie van Polen, samenge
steld om de confticten tusschen
Duitschland en Polen op te lossen.
Dit voorstel was onaannemeiyk, daar
de geinterallieerde commissie had
bepaald, dat de keuze zou worden
overgelaten aan de internationale
wapenstilstandscommissi'e te Spa, op
voorstel van de Duitsche dèlegatie.
Een Duitsch bericht zegt daaren
tegen dat de Duitsche regeering,
door by voorbaat den vijand de
meerderheid in de commissie toe te
staan, de definitieve beslissing om
trent het lot der Duitschers en Polen
geheel in banden der geallieerden
zou leggen. Zy mocht dit niet en
zy bleef daarom by haar voorstel
en gaf haar onderhandelaars, die in
dergelijke quaesties de vijje hand
baddeD, de strenge instructie, om op
dit enkele punt, in weerwil van alle
gevaar, op hun stuk te bly ven staan.
Te Parfis gelooft men, dat de
geallieerden tegenover deze houding
verplicht zullen zijn tot strenge
maatregelen, welke de opzegging van
den wapenstilstand zouden kunnen
inhouden. Men is ook geneigd in
het besluit der zeelieden te Hamburg
'om te weigeren de handelsvloot uit
te leveren, een beweging te zien,
uitgelokt met hetzelfde doel.
Frankrijk.
Senator Charles Humbert, die,
zooals men weet, gevangen zit onder
de beschuldiging van handel met
den vijand, moet aan het eind van
deze maand voor den krygsraad
terecht staan.
Hy heeft door zyn advocaat mr.
Moro-Giafferl 113, zegge honderd en
dertien, getuigen h décharge doen
dagvaarden.
Daaronder zyn 58 generaals, een
admiraal, 10 kolonels, 6 senatoreD,
5 kamerleden.
Ltixiinfeiirg.
De Luxemburgsche Kamer heeft
Woensdag met algemeene stemmen
•en motie aangenomen, waarin het
verlangen wordt uitgedrukt van de
handhaving van de zelfstandigheid
i de autenomie van het land.
In antwoord op een vraag deelde
de minister va# staat mede, dat de
regeering niet uitgenoodigd is tot
de conferentie der neutralen te Parys
zake den volkenbond.
Vtrnanlgds StaUn.
Amtrikt, ie Volkerenbond
president Wilion.
De Amerikaansche senatoren, die
den volkerenbond In den tegenwoor-
digen vorm van het ontwerp bestrij
den, weigerden tot nog toe positieve
voorstellen tq doen of amendementen
ter kennis van president Witeon te
brengen, omdat z(j over geen ver
tegenwoordigers ter conferentie be
schikken
De Parysche correspondent van de
„Daily Telegraph", meent evenwel
te weten dat de tegenstanders van
Wilson, nu deze geweigerd heeft om
het nieuwe congrés in buitengewone
zitting byeen te roepen geiyk be
kend hebben de republikeinen thans
de meerderheid in beidé buizen -
besloten hebben zelf een deputatie
na.ar de vredesconferentie te zenden.
Zij beweren dat de conferentie de
ware gevoelens in Amerika niet krijgt
te aanschouwen, doordatai het nieuwe
uit Amerika, dat niet strookt met
de inzichten van Wilson, onbarm
hartig en mét diens medeweten wordt
gecensureerd. Hieraan wenschen zy
nu een einde te maken, door zich
in Parys te doen vertegenwoordigen.
Da oorlofiauitgavM.
Washington, 20 Maart. Draadloos
Oordeil Huil heeft voor het Ways
and Means Committie uit het Ameri
kaansche Huis van Afgevaardigden
een overzicht gegeven van 'slands
flnancieele positie. Hy verklaarde, dat
de totale kosten van den wereldoorlog
200 qjilliard dollar bedroegen, niet
meegerekend de verliezen aan mater
riaal en eigendommen, die nimmer
bekend zullen werden.
Ruslaiitf.
Een oederhoud mat Trepof.
Een lezer van de „Times" vertelt
van een ontmoeting met Trepof, den
gewezen Russischen minister-presi
dent, die in 1916 is afgetreden, na
een conflict met Raspoetin, den
gunsteling van het hof. Trepof beeft
n.1. een tydlang in Londen vertoefd
op zijn reis van Finland naar Parys.
Hy vertelde o. a., dat het schrik
bewind der bolsjewiki en de hongers
nood, die in de sovjetrepubliek
heerscht, veel erger zyn dan men
zich kan voorstellen. Om de meest
futiele redenen worden de menschen
vaak terechtgesteld. Zoo is byv.
admiraal Wesselkin, de adjudant van
den tsaar, doodgeschoten omdat hy
aandeelhouder was in het Russisch-
Engelsch syndicaat tot ontwikkeling
van het Moerman-gebied.
Chineezen volvoeren de terecht
stellingen voor 60 roebel per hoofd
en zien er geen beën in het vleesch
van hun slachtoffers voor fabelachtige
pryzen als kalfsvleesch te verkoopen.
Trepof beweerde, dat de Duitsche
invloed in Finland thans sterker is
dan ooit en gaf zyn verbazing te
kennen, dat Engeland daar geen
vertegenwoordigers heeft.
Op de vraag wat het beste middel
zou zyn om het bolsjewisme in Rus
land ten val te brengen, antwoordde
Trepof: „levensmiddelen in Finland
opstapelen en beloven dat ze naar
St. Petersburg zullen worden gezon
den zoodra generaal Joedenitsj daar
wet en orde zal hebben hersteld. Het
geneesmiddel tegen bolsjewisme is:
voedsel, de man die op zich kan
nemen 3t. Petersburg te voeden, kan
St. Petersburg regeeren en zoo den
sleutel van geheel Rusland in handen
krygen."
Kor»a.
Biykens de mqdedeelingen van een
onlangs te Peking uit Kórea aange
komen Amerikaanschen zendëlitig,
oefenen de Japanners in Korea een
schrikbewind uit.
Volgens den zendeling breidt de
opstand in Korea tegen het Tapan-
sche gezag zich uit.
Volgens een Reutertelegram uit
Tokio zyn de onlusten in Korea
onderdrudt en is de rust hersteld.
PLAATSELIJK NIEUWS.
Concert Toonkunat.
Alles tezamen genomen was het
debuut van den jeugdigen dirigent
der plaatselyke Toonkunst-afdeeling,
den heer Toon de Hoogh, niet onge
lukkig. Gezien het feit, dat dit het
eerste concert was onder zyne leiding,
en dat hy van de moeilijke kunst
van dirigeeren nog alles leeren moet,
mag men zyn gelukkig gesternte
pryzen, dat deze uitvoering zoo in
vele opzichten deed slagen.
Het eerste deel van het programma
van Donderdagavond wasgewydaan
solistenzang. Voor deze gelegenheid
waren overgekomen uit Haarlem
mevr. Co Veurnean-Nienhuis, sopraan,
uit Delft, mejuffr. Aatje van der Boor,
alt en de heer Bram van der Stap,
bariton, uit 's-Hertogenbosch de heer
Walter van Son, tenor. Zy werden
door den heer De Hoogh begeleid
op den vleugel.
Mevrouw Veurman was met haar
glanzende en klankrijke sopraau en
de muzikaliteit, die zy in haar zang
legde, al dadelyk ons eene openbaring.
Met den heer Van der Stap zong zij
een tweetal nummers; van Eugen
Hildach het fraaie „Nun bist du
worden mein aigen," van Mezart
het bekende en liefiyke duet uit de
Zaubeiflöte: „Bei Mannern welche
Liebe fühlen." Vooral in eerstgenoemd
lied kwamen de schitterende capaci
teiten van beider stemmen goed uit;
hqfl samenklank was mooi.
Mejuffrouw Aatje van der Boor
ble.ek een alt te zyn van merkwaar-
dig-donkere kleur. Zy zong met het
grootste gemak de lage noten Yan
haar partituur, en gaf blijk van haar
muzikaliteit door zonder muziek te
zingen. Zy bezit temperament, maar
bezondigde zich met name in de
Duitsche teksten aan tong-r's,
hetgeen erg hinderiyk was. Overigens
was haar stem zwaar en niet bijzonder
helder van klank, ofschoon de omvang
nogal meeviel, zy moest het, èn wat
kracht èn wat klankschoonheid be-
tréft, tegen den bariton en de
sopraan afleggen. Zy zong Fracsch,
Duitsch en (Oud-)Hol)andsch,en maak
te toen plaats voor den tenor Wal'tér
van Son.
Deze had hier den naam van een
uitstekend tenor en misschien daar
door viel zyne prestatie wat tegen.
Mogelyk was hij. dien avond slecht
gedisponeerd, althans, noch zyn
„Allèrseelen" van Richard Strauss,
noch zyn andere liedjes konden ons
ook maar een oogenblik boeien.
Het slotnummer voor de pauze
as een compositie van Edvard
Grieg, „Vor der Klosterpforte". De
beide solostemmen werden hierin
gezoDgen dóór de dames Veurman
en van der Boor, terwyi een vrouwen
koor den slotzang zong. Dit mooie
nummer metdezwaaimoedigemuziek
van dezen grooten Noor, werd goed
vertolkt.
Het zwaarste werk stond na de
pauze aan te vangen: Psyche van
Niels Gade, voor soli, koor en orkest,
geleid door den. directeyr. In dit
omvangiyke werk komt een zeer
groote sopraansolo voor, die voor
iemand, die reeds meer heeft ge
presteerd op dien avond, te ver
moeiend is. Aan het slot was dan
ook merkbaar dat de soliste, die
deze rol overigens schitterend ver
tolkte, vermoeid werd.
Ingezonden modadeellng.
Dameskloedarmaker,
WESTSTRAAT 17.
Specialiteit In Toilor mode
oostumos noor moot.
Elegante eoupe.
late kwaliteit stoffen.
In het terzet van de beide dames
met den heer van der Stap, bleef
de alt tegenover de krachtiger stem
men van sopraan en bariton in de
minderheid. Heel mooi was de
samenzang van Eros en Psyche
(bariton en sopraan). De heer van
Son had slechts een kleine party te
zingen, en hierin klonk zyn geluid
mooi op.
De koren waren in 't algemeen
te zwak, voornamelyb wat de mannen
betreft. Dit kwam in 't byzonderuit
in het koor uit de onderwereld met
zijn donkere klanken.
BU den aanvang van het concert
.waren bereids aan de dames solisten
bloemen aangeboden. Na de pauze
kwam de secretaris van Toonkunst,
de heer Delgorge, met een toespraakje
,en een krans voor den heer de Hoogh,
„op hoop van zegen". Moge de heer
de Hoogh, die thans nog „onverdiend",
pij wijze van introductie, deze hulde
ontving, in de gelegenheid zyn, nog
ivele kransen te verdienen 1
Na afloop werd nog een krans
Het'orkest kweet zich verdienste-
lyk van zyn taak. Mejuffrouw Meyers
.vertolkte by dit en het nummer vau
Eduard Grieg, de pianoparty.
INQEZQtiOEN.
Helder, 17 Maart 1919.
Antwoord op „Een kort r«pl|akj«."
Geachte Redactie!
Toen in het nummer van 8 Maart,
aan ondergeteekende gastvryheid
-verd verleend, om eenige^Sfimerkin-
en te maken naar aanleiding van
.et jongste raadso verzicht, achtte ik
□y werkeiyk gelukkig, omdat ik
ajjBs inziens ben geslaagd in de
'door mij opgezette poging de inge
zetenen van onze gemeente te waar
schuwen, voor conclusies welke daar
fuit konden worden getrokken.
Ook na lezing van het commentaar
van uwen overzichtschryver achtte
ik het overbodig nogmaals van uwe
welwillendheid gebruik te maken.
Na lezing van „Een kort repliek je"
(ruim een kolom), zie ik mU genood
zaakt den heer Michels van dupliek
te dienen.
De heer Michels schijnt zeer slecht
;op de hoogte te zyn met het werk
van St. Pauius, anders bad hy bunnen
weten, dat 8 October 1918 een adres
'as gezonden aan den Raad van
[inisters, waarin o. m. dringend werd
verzocht in alinea h, om directe in-
'oering van de 50 urige werkweek
net vryen Zaterdagmiddag en in-
'oering van den maximalen 8-urigen
iWerkdag, zonder vermindering van
Joon. Zeer kort daarna heeft een per
soonlijk onderhoud plaats gehad by de
betrokken Ministers, welke sympa
thiek stonden tegenover de 16 ver
schillende punten In bedoeld adres
pehandeld. Toen nog geen sprake van
revolutie.
Ik neem het den heer Michels niet
kwalyk dat hy ai de'te|enwoordig
ingevoerde en nog in te voeren ver
beteringen wil schuiven op rekening
van zekere November-gebeurtenissen,
want wat men graag heeft, dat ge
looft men graag. En wanneer we lezen
in bet Officieele Raadsverslag van 26
November, dan zegt m. de heer
Biersteker, dat B. en W. blyk geven
de teekenen des tijds te hebben
verstaan en nlst een revolutionair
drijven noodig hebben, maar dat zij,
los daarvan, den weg weten te gaan,
voorgeschreven door de gewyzigde
astandigheden, enz.
De heer Michels, het woord ver
krijgende, zegt o. m. het volgende:
„Of dat nu inderdaad heelemaal
zonder revolutie zou zijn gekomen,
zooals de heer Biersteker het voor
stelt," enz.
De voorzitter zegt namens het
Dag. Bestuur, als antwoord aan den
heer Michels: „Wat overigens de
vraag betreft onder welke drang dat
gebeurd ie, ja, dit zijn allen de resul
taten van de omstandigheden. Wy
zien wat in de wereld gebeurt, en
het Dag. Bestuur achtte het moment
nu gekomen, om hervormingen ter
tafel te brengen."
"en drang van revolutie dus in 't
geheel ontkend, èn door het Dag.
BeBtuur èn door de meerderheid van
den Raad.
En wanneer de Regeering onze
Koningin laat spreken in haar pro
clamatie over „den polsslag van dezen
tyd," dan is het my een raadsel hoe
de Norember-revolutie daar schuld
.n heeft.
Immers, Minister Aalberse heeft
eerst toen de Minister-portefeuille
aanvaard, toen het door hem samen
gestelde programma de goedkeuring
van de regeering bon wegdragen.
Nu mag het waar zyn dat deze
Min. in 1909 stemde tegen Schaper's
10 uren-motie. Feit te ook dat' het
programma van 1919 dezen Minister
doet kennen als iemand die in werke
lijkheid het waarachtig belang van
den arbeidenden stand tegemoet wil
komen. Jacnmer maar dat de koBt-
bare tyd zoo ontzettend wordt ver
spild aan alle mogelijke interpellaties,
moties en meer zulke ies.
De s.d.a.p. mannen maken myns
inziens daar wei een al te ruim
gebruik van.
Nu komen wy aan den Kath.
Pater Raaymakers, (ik wist niet dat
er nog andere paters ook waren
De heer Michels wil my toch niet
wijs maken, dat alles wat hy zegt
als lid van de s.d.a.p. als zynde