CHE COURANT Eerste Blad. J. J. H. KOOPMAN, No. 8066 ZATEROMï 22 MAART 1919 470 JAAR9AN9 Ultgevgr* C. DB BONg^jru. ^elder. - Oplwag 7000 w. - Aborm»m»nt»prlJ>} de atagf f 1.10, per Lwiwjm. 3 o»nt__«__Adv^itent|ên per regelJSwnï. gemeentelijke grondprijzen, grondpolltlek en grond- bedrijven. De „Wet van Vraag en Aanbod" is een van die zaken, waarvan een ieder wel eens heeft behoord, zonder dat echter de meesten zich van haar sn juiste voorstelling vormen. Men zegt, dat vraag, en aanbod den prys der dingen bepalen, en stelt zich met deze verklaring tevre den, zonder zich er rekenschap van te geven, wat de preciese strekking is van hetgeen men beweert. Do inhoud der wet nu komt onge veer hierop neer, dat, indien ergens geheel vrije concurrentie bestond, de onderlinge verhouding van vraag en aanbod den prys der dingen be palen zou. Geheel vrije mededinging bestaat wel nergensde prijsvorming van de zaken, die in den handel zijn, is daardoor een uiterst ingewikkeld verschijnsel, dat zich voor een be knopte behandeling niet leent. Een der allermoeilijkste onderdeelen van dit op zich zelf reeds zoo lastige onderwerp, is het vraagstuk van de gemeentelijke grondprijzen. Bij de eventueele opmerkingen, die wij daarover maken moeten, stellen wij dus op den voorgrond, dat zij niet volledig zijn en slechts bedoelen eenigszins een inzicht in deze moei lijke materie te geven. Vooral voor de besturen van groote en sterk groeiende gemeenten is het vraagstuk van de vorming der grond prijzen (waaronder in dit verband uitsluitend verstaan worden de prlj zen van het bouwterrein, den grond, die in de naaBte toekomst voor stads uitbreiding is bestemd) steeds een onderwerp vyn veel zorg geweest, omdat door den prijs van den bodem, aard en karakter van de bebouwing in zeer sterke mate beïnvloed worden. De studién, aan de gemeentelijke grondprijzen gewijd, hebben dan ook in de eerste plaats voor de groote, zich krachtig ontwikkelende gemeen ten beteekenisop kleinere, niet zoo snel ontwikkelende gemeenten kun nen haar uitkomsten slechts met zeker voorbehoud worden toegepast. Dat de stedelijke grondprijzen niet enkel door vraag en aanbod beheerscht worden, is een ieder, die er wel eens zijn aandapht aan geschonken heeft, duidelijk. Waar de wet van vraag en aanbod zou meebrengen, dat bij verminderde vraag de prijzen zouden dalen, en dat stijging der prijzen tot vermindering van vraag zou leiden, kan men in veel gevallen waarnemen, dat de prijzen de hoogte ingaan zonder, dat vermeerdering van vraag van eenige beteekenis valt te bespeuren, of dat, ondanks vermindering van vraag de prijzen zich op een eenmaal bereikt peil handhaven of zelfs om hoog gaan. Men is veelal geneigd om van die „abnormale" verschijnselen de grond speculanten de schuld te geven. Er is een omstandigheid die al dadelijk tegen die onderstelling pleit. Ofschoon de bouwgrond-onderne mingen wel eens zeer groote winsten hebben behaald, schijnt du statistiek uit te wijzen, dat hare winsten door- eengenomen in den regel een normaal percentage niet te boven gaan. Is dit zoo, levert dooreengenomen de speculatieve grondhandel slechts matige winsten op, dan is het onjuist, daarin de oorzaak te zien van zeer sterke stijging der stede lijke grondprijzen welke mon haast overal waarnemen k^n. Omtrent de ware oorzaken daar van bestaat intusschen nog geen overeenstemming tusschen hen, die het vraagstuk bestudeerd hebben. "Wy bepalen ons er daarom toe, op enkele bijzonderheden te wijzen. Zooals hierboven reeds werd op gemerkt, geldt de wet van vraag en aanbod slechts voor zoover vrUemede dinging mogeiyk is, d. w. z., daar, waar vraag en aanbod beide voor on belemmerde inkrimping en vermeer dering vatbaar zijn. Bij de stedelijke bouwterreinen nu, mist het aanbod die elasticiteit. Tot uitbreiding der bebouwde kommen is niet alle grond geschikt, maar slechts die, welke onmiddelljk byde bestaande bebouwing aansluit of ten minste gemakkelijk van daar te be reiken is. Een vermeerdering van vraag kan dus niet tot een daaraan evenredige vergrooting van het aan bod leiden, en dientengevolge stijgen, bij toenemende vraag de grondprijzen onevenredig sterk. De Oostenryksche hoogleeraar Von Mangold heeft op dit feit sterk de nadruk gelegd. Hij stelt het voor, alsof de bebouwde kommen worden omgeven door een „smallen rand" bouwrijp terrein, welks eigenaren dus in een monopolistische stelling verkeeren en de grondprijzen sterk de hoogte in kunnen drijven. Ofschoon deze theorie van den mallen rand niet geheel afdoende is heeft zy toch er veel toe bygedragen om het vraagstuk van de stedelijke grondprijzen begrijpelijk te maken. Over den snyxllen rand sprekende moet men voorts niet vergeten, dat niet alle daartoe behoorende grond voor bebouwing geschikt isdat een bepaald soort woningen in verband met ligging en karakter van de be staande bebouwing slechts weer op een deel van den tot den smallen rand behoorenden.grond gesticht kun nen worden. Overigens bestaat de smalle rand, zooals de theorie zich dien denkt slechts in enkele gevallen en veelal kan een goede gemeentelijke grond en uitbreidingspo litiek zijn vorming verminderen. Eer wy hier nader op in gaan, moeten wy nog wyzen óp andere omstandigheden, welke de styging der stedelijke grondpryzen veroor zaken. Het behoeft geen betoqg, dat daar- toe in de allereerste plaats behooren de kosten, welke noodig zijn om het ajrker- of weideland tot bouwterrein te makea de productiekosten der halve van fret bouwterrein. Iq, hoofd zaak zijn dit kosten van straataanleg, rioleering, aanleg van gas-en water leiding e.d. Voorts levert voor hen, die hun vferkkring in de stad hebben, het wonen daarbuitem over het algemeen bezwaren op. De groote steden kun nen aan die bezwaren door een goed tramverkeer, dat ook de nieuwe wy- ken, waar de bewoning pas aanvangt, met het centrum in verbinding brengt, nog wel tegemoet komen, maar op een grooten afstand van het centrum te wonen is velen toch onmogeiyk. Waar geen sterk vertakt tramnet aanwezig is, bestaat dit bezwaar in nog veel ernstiger mate. Na deze inleidende opmerkingen kunnen wy het vraagstuk der ge- meenteiyke grondpoütiek nader onder de oogen zien. Het zal na het bovenstaande duide- lijk zyn, dat de.gemeente haar streven erop richten moet om te voorkomen, dat een betrekkelijk gering getal per sonen ten aanzien vau de voor bouw terrein geschikte gronden in een min of meer monopolistische positie komen te verkeeren. Zy kan dit doe# in de eerste plaats door zejf gronden aan te kpopenin' de twtede plaats door te trachten de bouwing van een smallen rand. te voorkomen en, waar die er is, hem te yerbreken. Waar het eerste punt met de kwestie der gemeentelijke grondbedrijven in nauw verband staat, gaap wij eerst op het tweede ppnt in. Aan den eiach, die hier gesteld Wordt, verbreking van den smallen rand, kan de gemeente door een goede yerkeerspolitiek voldoen. Wanneer de gemeente haar straten, gas- en water leidingbuizen en riolen niet verder doortrekt dan tot aan de grens dei- bebouwing, is uitbreiding van de stedelijke kom slechts mogelijk door nieuwe bebouwing onmiddellijk aan de bestaande te doen aansluiten. De positie der eigenaren van den smallen rand is dan zoo sterk mogelyk. Waar een smalle rand aanwezig is, of gevaar bestaat dat er gen gevormd zal worden, moet daarom de gemeente trachten bebouwing van verder af liggende gronden aanlokkelijk te maken. Zy moet dus met straataanleg pnz. niet wachten, tot er huizen staan, maar haar straten doortrekken, daar riolen, gas- en waterleidingen inleg gen, en zoo de voordeelen van het wonen in of onmiddelyk aan de grens Óer bestaande bebouwing zooveel floenlyk elimineeren. De tot dusverre te Helder gevoerde politiek om straten enz. door de bouw ondernemers zei ven te doen aanleggen gaat dus in dit opzicht in de verkeerde richting. Nu mag m en hier uit niet zon der meer tot een afkeurend oordeel besluiten. (Straataanleg is duur en straataanleg met rioleering, gas- en waterleiding, is dus zeer kostbaar.Waar dus naar geldend recht de gemeente vrijwel geheel de middelen mist om zich waar zy geen eigenares van den bedem is als vergoeding voor die Uitgaven een deel der daardoor te voorschyn geroepen waardevermeer dering van den bodem te reserveeren, jigt het voor de hand, dat vooral een financieel niet'sterke stad aan straat aanleg enz. op groote schaal niet zoo ppoedig denken kan. Zoolang de gemeente verder aan Jen bepaalde groadpolitiek niet deed, aidde intusschen da gevolgde wijze van werken er toe dat de positie der eigenaren van den smallen rand ten, zeerste versterkt werd. Van het aanleggen van straten onz. om den smallen rand te verbreken, schrikt men ook dikwyis terug, omdat men meent, dat de menschen zoo ver van het eenjrum niet zullen willen yvonen. Deze vreesschyntoverdreven. Weliswaar beslaat onze stad door Jagen bouw, en doordat niet genoeg te pry^en verschynsel het één gezinshuis er nog overheerscht, een in verhouding tot haar zielental vrij groote oppervlakte, maar toch zijn de afstanden daarbinnen, vergeleken met wat .de groote stad te zien geeft, yan geen beteekenis. Wel staat daar weer tegenover, dat de electrische tram in de groote steden de afstanden sterk verkleint, maar sedert het rijwiel een algemeen gebruiksartikel is geworden, kan ook elders dan in; de groote stad de afstand tusschen woon- en werkplaats veel grooter zijn dan vroeger, zonder dat daaruit ernstige bezwaren voortspruiten. Oek ten plattelande is het reeds lang geen zeldzaamheid geworden, dat de arbei der een half uur en verder verwijderd woont van de plaats, waar hy zyn werk heeft. Weliswaar stelt in zuivere landbouwstreken de boer er nog prijs pp, dat de arbeider dicht bU zijn hofstêe woont, mqgr, waar de tuin bouw den landbouw verdringt, valt in dit opzicht een verschil tusschen étad en land vaak nauweiyks meer waar te nemen. Een stad, die een goede uitbreidings- pólitiek voert, en die de vorming'van een smallen rand ook in de toekomst Wil voorkomen, moet vooruit zien, tipt een paar jaren, maar 25 en meer. Er zyn voorbeelden te over van, dat men nu tiendubbele prijzen moet betalen om te herstellen, wat men 25 jaar en langer geleden in te be- irUpen zorgeloosheid verkeerd gaan et. Daarom mag er wel op gewezen '•rden, hoe sterk het te betreuren te, dat niet het gemeentebestuur van ^leider al jaren geleden is bedacht geweest, niet alleen op de stads uitbreiding binnen de bestaande ver dedigingslinie, maar ook om te voorkomen dat men, als die linie eens in zuidelijke richting wordt verlegd, onmiddellijk daarbuiten zal sjooten op een nieuwen smallen rand, epn kring van-eigendommen-, die aan slechts enkele personen toe behooren. Men houde hierop het oóg gevestigd, zeodra, ,wat wachten is, de voor schriften nopens de onteigening in het belang der volkshuisvesting verbeterd zullen zyn,en late zich niet in slaap wiegen door de meening, dp,t men binnen de linie nog voor jaren gronden genoeg heeft. Hiermede komen wij aan den eersten maatregel, dieD wy nood zakelijk noemden, het koopen van gronden door' de gemeenten en, in verband daarmede, het vraagstuk der gemeentelijke grondbeswaren. (Wordt vervolgd.) BUtTEHUNO. Da Vredesconferentie. De zitting van Donderdag van den oppersten geallieerden Raad was ge wijd aan het onderzoek van den militairen toestand in Galiciö. Een officieel telegram werd gezonden aan de Oekrajiensche en Poolsche bevel hebbers. Jules Cambon zette h6t doel uit een, dat er in bestaat Polen te maken tot een levensvatbaren staat, waarbij men zich houdt aan het nationali teitsbeginsel en ongeacht de moeifijk- heden van de territoriale vorming. Polen toch is half omvat door Duitsch- land en heeft groote behoefte aan nationale autonomie en een gemak- kelyken en vrijen toegang tot de zee. Onder deze omstandigheden is het onmogelijk de grenzen van den nieuwen staat vast te stellen zonder Duitschers in te lyven. Deze, zoo werd door Tardieu opgemerkt, zijn daar trouwens door Duitschland heengebracht. Zy moeten beschouwd worden als gewone kolonisten. Het zou trouwens onrechtvaardig zyn van een vroegere verminking van een land een argument tegen het volk te maken. Lloyd, George waarschuwde ervoor geen voorwend sel aan de hand te doen voor eenig Duitsch irredentisme in deze streken. Deze epmerking sloeg vooral op het gebied ten O. van de Weichsel, waar vele Duitschers wonen. Het ontwerp van de commissie, dat in het algemeen Polen miDder uitgestrekte grenzen geeft dan in 1772, wyst het een uit gang toe naar de Oostzee over een breede strook aan weerskanten van de Weichsel tot Danzig, met terzijde stelling van het gebied van Aiien- stein, waar een plebisciet zal plaats hebben. Lloyd George wees erop, dat een servituut op het gebruik van de Weichsel - en van twee spoorwegen Danzig-Thorn en -Warschau wel licht voldoende zou zijn om Polen economisch onafhankelijkheid te waarborgen. De commissie besloot Vrijdag een rapport saaien te stellen op den grond slag van de ingediende opmerkingen. Vrijdag zou het comité van de con ferentie niet vergaderen, maar de premiers zouden onderlinge bespre kingen voeren welke ongetwyfeld liepen over den vorm van de aan Duitschland op te leggen voorwaar den en over de vastlegging van den volkenbond in de preliminairen. Hat vredesverdrag Parys, 20 Maart. Kolonel House gaf heden als zijn meening te kannen, dat het vredesverdrag met inbegrip v%n den volkerenbond 29 Maart zou gereed zijn en dat de Duitsche gedele geerden binnen drie weken te' Ver- sailles zouden zijn. Eau Japansch voorstel Ir zaks dan Volkenbond. Van Japansche zyde is een amen dement op het voorstel betreffende den Volkenbond ingediend volgens hetwelk de contracteerende partijen zouden overeenkomen gelijke, recht vaardige behandeling te verzekeren aan |alle vreemdelingen binnen hun grenzen, tot welke nationaliteit of staten ze ook mogen behooren. (De Japanners willen aldus een einde maken aan de beperkende bepalingen in sommige landen tegen de immi gratie van Japanners.) Do neutralen en don Voifcsnnbaad. De onzijdige mogendheden, die door de conferentie uitgenoodigd waren om opvattingen over het ontwerp-statuut kenbaar te maken, hebben blijkens een bericht in de „Daily News" uit Parys, belangrijke memorandaibij het secretariaat ingediend. Zonder uit zondering aanvaarden zy dat ontwerp zooals het daar ligt en zij maken geen voorbehoud ten aanzien van de beginselkwesties. Het Zwitsersche stuk bevat een belangrijk pleidooi voor de altoos durende onzydigbeid van Zwitserland, overscbillig welke de algemeene verplichtingen van de leden van het verbond mogen zyn. Het beste bewijs voor de realiteit van het bestaan van het verbond kan men zien in het verzoek van neutralen, om erkend te worden als leden van het verbond, volgens het oorspronkelijke charter. -.De vredes conferentie zal dit verzoek onver wijld in overweging nemen. In de ioformeele bijeen komst met de (neutralen, die Donderdag in het hotel Crillon |zou worden gehouden zouden de Nederlanders voorstellen om Den Haag tot zetel van het ver bond te maken. Een Havas-communique meldt nog, dat vertegenwoordigd warenArgen tinië, Chili, Columbie, Denemarken, Nederland, Paraguay, Perzië, San Salvador, Spanje, ZwedeD, Zwitser land, Venezuela. Allen stemden in met het ontwerp van den volkenbond, sommige vertegenwoordigers, zoo die van Z.-Amerika legde ten deze bij zonder hartelijke verklaringen af. Een eigeniyke discussie had niet plaats. De voorgestelde wyzigingen hadden in de eerste plaats betrekking op de noodzakeiykheid het aantal in den uitvoerende raad vertegenwoordigde kleine staten uit te breiden (naar men weet wijst het ontwerp verte genwoordigers van vijf groote en van vier kleine staten aan), Denemarken, gesteund door andere gedelegeerden, eischten minstens 15 vertegenwoor digers van kleine staten. Lord Robert Cecil verklaarde hierop, dat indiea de vertegenwoordiging van de groote mogendheden bijv. van vyf op zeven werd gebracht, die van de kleine staten van vier op zes zou komen. Terwijl men er op aandrong de toelating van staten in den Bond zoo gemakkelijk mogelyk te maken, trachtte men ook vermindering van bewapening en toezicht op de oorlogs industrie te verkrygen. De neutralen verklaarden zich voor de strekking van een amendement van Leon Bour geois, hetwelk de vorming wil van een commissie, belast met 'n vaststel ling der verschillende bewapeningen. Ba quaestie dar ooriogsvergoidteg. Reuter verneemt van „gezagheb bende Britsche zyde" bijzonderheden over de quaestie der oorlogsvergoe dingen en doet hierover nu mede- deelingen, die waariyic zeer belang wekkend zijn. Men is het nog wel eens, behalve over deze twee punten Dat Duitschland elke cent zal moe ten betalen die het kqn betalen en dat het zeker is dat Duitschland wel tot den laatsten ceut zal kunnen betalen, maar er kan geen besluit vallen eer de deskundigen het eens zyn geworden. Als dat het geval is komt de moeilijke quaestie van de verdeeling van den overeengekomen som. Er bestaat werkeiyk het gevaar dat Duitschland, zooals sommige zijner leiders al bepleiten, een lijde lijke houding zal aannemen. Dat zou het wel in moeilijkheden brengen, maar toch ook den geallieerden vele overlast bezorgen. De vraag wanneer de vergoeding zal of kan worden betaald te van minder belang. Eakele deskundigen willen dertig jaren, anderen vijftig jaren nemen. Van meer belang te de vraag naar de interest op de hoofdsom. Wat betreft de vraag of Duitschland in staat aal zijn een werkelijk voldoende vergoe ding te betalen zyn de Britsche gedelegeerden, naar het heet, meer hoopvol gestemd dan de Pransche en Amerikaansche, maar algemeen is men het eens dat betaliDg alleen kan komen van een voorspoedig Duitschland. Duiisohliiid. Da voudteivoorzienigg vaa Duitvchlead. Sedert eenige weken heerschte in de haven van Hamburg groote drukte, daar een groot getal schepen, gereed gemaakt werden ora uit te varen. Reeds 50 lagen gereed, waaronder de groote oceaanreuzen, die de Ameri kaansche troepen over zee zullen brengen en uit New York, Baltimore, Boston en Philadelphia, de hoofdsta pelplaatsen der V. 3,, levensmiddelen zullen mee terugbrengen.,Men hoopte, dat deze schepen reeds aan het eind dezer week zouden vertrekken. Thans echter weigert een deel der Duitsche zeelieden uit te varen. De eerste berichten deden het voorkomen alsof dezo beweging tegen de Eotente gericht was, en de matrozen meerdere waarborgen voor de voedselvoor ziening eischten. Later bleek evenwel dat men met een Spartacistische beweging te doen had, en vau deze zyde gehoopt wordt aldus de levensmiddelenvoorziening in de war te sturen en zoo nog meer ellende over Duitschland te brengen. %De Duitsche regeering heefteven- wel besloten dit terrorisme zoo krachtig mogelijk tegen te gaan.Zy heeft reeds maatregelen getroffen om de arbeidswillige zeelieden van den transportarbeidersbond, die tegen over den zeemansbond verre in de meerderheid zyn, met de machts middelen, die den staat ten dienste staan, tegen geweld te beschermen. De Duitsche wapenstilstands-com missie heeft aan de geallieerde re geeringen voorggsteld, zoo spoedig mogelijk toestemming te geven voor de onmiddellijke indienststelling van vier kleine kruisers. Door dezen maatregel zou bescherming verzekerd zyn voor het onmiddellijke uitvaren der handelsschepen, benèvens van de te verwachten levensmiddelen transporten. Nettegenstaande het vooruitzicht van de voédsellevering door de En tente, biyven de Duitsche sluikhan delaars hunne goederen vasthouden en tegen woekerprijzen verkoopen. Zy schijnen te verwachten, dat de toevoer tóch niet voldoende zal zyn en zij hunne voorraden ook later nog wel kwyt worden. Te Beriyn kost een pond boter nog steeds 18 mark, een gans 200 mk., een ei 1.80 tot 2 mk., rijst 12 mk., meel 7 mk suiker 7 mk., thee en cacao 70 mk., koffie 50 mk. per pond, enz. Alleen dus de kapitalisten en de arbeiders die werk hebben en hooge leouen verdienen, kunnen zich de weelde veroorlooven genoeg te eten, de rest lydt honger. Een protest tyen da annexatie va# Kshl. In de Badensche Nat. Vergadering verklaarde de minister vanbinnenl. zaken, dr. Haas: wy protesteeren tegen de annexatie van Badensch gebied door Frankrjjk. We hebbeD reden om aan te nemén, dat Frankrijk het voornemen heeft, het gebied van Kehl te annexeeren. (Geroep van: hoort! hóórtI en nooitI) Wij protes teeren er voor da gansohe wereld tegen, dat dit land, waar niemand een andere dan de Duitsche taal spreekt, van Duitschland wordt af gescheiden. De Fransche bladen heb ben er over gesproken, den Ryn van Bazel tot Mannheim biyvend onder Fransche contróle te stellen. Wanneer Frankryk deze aanspra ken handhaaft moeten wij voor de heele wereld verklaren: Wy zijn heiogen en bedrogen! Nituwa plantas van Spartaeut. De Spartacusbond heeft een nieuw manifest verspreid, waarin wordt opgewekt niet tot afzonderlijk optre den in de verschillende plaatsen, maar tot een algemeene staking over geheel Duitschland. „Dit doel zyn we in de, gevechten van deze week zeer veel nader ge komen. „Onverdroten zult ge verder strydpn en de proletariërs van g#heel Duitsch land vereenigen onder de leuze: Weg met Ebert-Scheideman - „Weg met de nationale vergadering, Alle macht aan de arbeiders- en soldatenraden De „Vorwarts" waarschuwt tegen al het ongeluk dat uit dit plan der Spartacisten zal voortvloeien en ver klaart dat met alle kracht te zullen bestrijden. Dultiohland en Polen. Te Posen werden tusschen Duitsch land en Polen onderhandelingen ge voerd, betreffende het vaststellen van een démarcatie-iyn, totdat de geallieerden over de grenzen van Polen een beschikking zullen hebben genomen. Zoo mén weet waren de Polen maar vast fcigeynen met een zoo groot mogelyk gebied ia te palmen. ~»eze onderhandelingen zyn thans afgebroken, volgens Fransche be richten wegens den nieuwen eisch van Erzberger, Strekkende tot de toe voeging van een lid, aangewezen door de neutrale mogendheden, in 1 commissie van Polen, samenge steld om de confticten tusschen Duitschland en Polen op te lossen. Dit voorstel was onaannemeiyk, daar de geinterallieerde commissie had bepaald, dat de keuze zou worden overgelaten aan de internationale wapenstilstandscommissi'e te Spa, op voorstel van de Duitsche dèlegatie. Een Duitsch bericht zegt daaren tegen dat de Duitsche regeering, door by voorbaat den vijand de meerderheid in de commissie toe te staan, de definitieve beslissing om trent het lot der Duitschers en Polen geheel in banden der geallieerden zou leggen. Zy mocht dit niet en zy bleef daarom by haar voorstel en gaf haar onderhandelaars, die in dergelijke quaesties de vijje hand baddeD, de strenge instructie, om op dit enkele punt, in weerwil van alle gevaar, op hun stuk te bly ven staan. Te Parfis gelooft men, dat de geallieerden tegenover deze houding verplicht zullen zijn tot strenge maatregelen, welke de opzegging van den wapenstilstand zouden kunnen inhouden. Men is ook geneigd in het besluit der zeelieden te Hamburg 'om te weigeren de handelsvloot uit te leveren, een beweging te zien, uitgelokt met hetzelfde doel. Frankrijk. Senator Charles Humbert, die, zooals men weet, gevangen zit onder de beschuldiging van handel met den vijand, moet aan het eind van deze maand voor den krygsraad terecht staan. Hy heeft door zyn advocaat mr. Moro-Giafferl 113, zegge honderd en dertien, getuigen h décharge doen dagvaarden. Daaronder zyn 58 generaals, een admiraal, 10 kolonels, 6 senatoreD, 5 kamerleden. Ltixiinfeiirg. De Luxemburgsche Kamer heeft Woensdag met algemeene stemmen •en motie aangenomen, waarin het verlangen wordt uitgedrukt van de handhaving van de zelfstandigheid i de autenomie van het land. In antwoord op een vraag deelde de minister va# staat mede, dat de regeering niet uitgenoodigd is tot de conferentie der neutralen te Parys zake den volkenbond. Vtrnanlgds StaUn. Amtrikt, ie Volkerenbond president Wilion. De Amerikaansche senatoren, die den volkerenbond In den tegenwoor- digen vorm van het ontwerp bestrij den, weigerden tot nog toe positieve voorstellen tq doen of amendementen ter kennis van president Witeon te brengen, omdat z(j over geen ver tegenwoordigers ter conferentie be schikken De Parysche correspondent van de „Daily Telegraph", meent evenwel te weten dat de tegenstanders van Wilson, nu deze geweigerd heeft om het nieuwe congrés in buitengewone zitting byeen te roepen geiyk be kend hebben de republikeinen thans de meerderheid in beidé buizen - besloten hebben zelf een deputatie na.ar de vredesconferentie te zenden. Zij beweren dat de conferentie de ware gevoelens in Amerika niet krijgt te aanschouwen, doordatai het nieuwe uit Amerika, dat niet strookt met de inzichten van Wilson, onbarm hartig en mét diens medeweten wordt gecensureerd. Hieraan wenschen zy nu een einde te maken, door zich in Parys te doen vertegenwoordigen. Da oorlofiauitgavM. Washington, 20 Maart. Draadloos Oordeil Huil heeft voor het Ways and Means Committie uit het Ameri kaansche Huis van Afgevaardigden een overzicht gegeven van 'slands flnancieele positie. Hy verklaarde, dat de totale kosten van den wereldoorlog 200 qjilliard dollar bedroegen, niet meegerekend de verliezen aan mater riaal en eigendommen, die nimmer bekend zullen werden. Ruslaiitf. Een oederhoud mat Trepof. Een lezer van de „Times" vertelt van een ontmoeting met Trepof, den gewezen Russischen minister-presi dent, die in 1916 is afgetreden, na een conflict met Raspoetin, den gunsteling van het hof. Trepof beeft n.1. een tydlang in Londen vertoefd op zijn reis van Finland naar Parys. Hy vertelde o. a., dat het schrik bewind der bolsjewiki en de hongers nood, die in de sovjetrepubliek heerscht, veel erger zyn dan men zich kan voorstellen. Om de meest futiele redenen worden de menschen vaak terechtgesteld. Zoo is byv. admiraal Wesselkin, de adjudant van den tsaar, doodgeschoten omdat hy aandeelhouder was in het Russisch- Engelsch syndicaat tot ontwikkeling van het Moerman-gebied. Chineezen volvoeren de terecht stellingen voor 60 roebel per hoofd en zien er geen beën in het vleesch van hun slachtoffers voor fabelachtige pryzen als kalfsvleesch te verkoopen. Trepof beweerde, dat de Duitsche invloed in Finland thans sterker is dan ooit en gaf zyn verbazing te kennen, dat Engeland daar geen vertegenwoordigers heeft. Op de vraag wat het beste middel zou zyn om het bolsjewisme in Rus land ten val te brengen, antwoordde Trepof: „levensmiddelen in Finland opstapelen en beloven dat ze naar St. Petersburg zullen worden gezon den zoodra generaal Joedenitsj daar wet en orde zal hebben hersteld. Het geneesmiddel tegen bolsjewisme is: voedsel, de man die op zich kan nemen 3t. Petersburg te voeden, kan St. Petersburg regeeren en zoo den sleutel van geheel Rusland in handen krygen." Kor»a. Biykens de mqdedeelingen van een onlangs te Peking uit Kórea aange komen Amerikaanschen zendëlitig, oefenen de Japanners in Korea een schrikbewind uit. Volgens den zendeling breidt de opstand in Korea tegen het Tapan- sche gezag zich uit. Volgens een Reutertelegram uit Tokio zyn de onlusten in Korea onderdrudt en is de rust hersteld. PLAATSELIJK NIEUWS. Concert Toonkunat. Alles tezamen genomen was het debuut van den jeugdigen dirigent der plaatselyke Toonkunst-afdeeling, den heer Toon de Hoogh, niet onge lukkig. Gezien het feit, dat dit het eerste concert was onder zyne leiding, en dat hy van de moeilijke kunst van dirigeeren nog alles leeren moet, mag men zyn gelukkig gesternte pryzen, dat deze uitvoering zoo in vele opzichten deed slagen. Het eerste deel van het programma van Donderdagavond wasgewydaan solistenzang. Voor deze gelegenheid waren overgekomen uit Haarlem mevr. Co Veurnean-Nienhuis, sopraan, uit Delft, mejuffr. Aatje van der Boor, alt en de heer Bram van der Stap, bariton, uit 's-Hertogenbosch de heer Walter van Son, tenor. Zy werden door den heer De Hoogh begeleid op den vleugel. Mevrouw Veurman was met haar glanzende en klankrijke sopraau en de muzikaliteit, die zy in haar zang legde, al dadelyk ons eene openbaring. Met den heer Van der Stap zong zij een tweetal nummers; van Eugen Hildach het fraaie „Nun bist du worden mein aigen," van Mezart het bekende en liefiyke duet uit de Zaubeiflöte: „Bei Mannern welche Liebe fühlen." Vooral in eerstgenoemd lied kwamen de schitterende capaci teiten van beider stemmen goed uit; hqfl samenklank was mooi. Mejuffrouw Aatje van der Boor ble.ek een alt te zyn van merkwaar- dig-donkere kleur. Zy zong met het grootste gemak de lage noten Yan haar partituur, en gaf blijk van haar muzikaliteit door zonder muziek te zingen. Zy bezit temperament, maar bezondigde zich met name in de Duitsche teksten aan tong-r's, hetgeen erg hinderiyk was. Overigens was haar stem zwaar en niet bijzonder helder van klank, ofschoon de omvang nogal meeviel, zy moest het, èn wat kracht èn wat klankschoonheid be- tréft, tegen den bariton en de sopraan afleggen. Zy zong Fracsch, Duitsch en (Oud-)Hol)andsch,en maak te toen plaats voor den tenor Wal'tér van Son. Deze had hier den naam van een uitstekend tenor en misschien daar door viel zyne prestatie wat tegen. Mogelyk was hij. dien avond slecht gedisponeerd, althans, noch zyn „Allèrseelen" van Richard Strauss, noch zyn andere liedjes konden ons ook maar een oogenblik boeien. Het slotnummer voor de pauze as een compositie van Edvard Grieg, „Vor der Klosterpforte". De beide solostemmen werden hierin gezoDgen dóór de dames Veurman en van der Boor, terwyi een vrouwen koor den slotzang zong. Dit mooie nummer metdezwaaimoedigemuziek van dezen grooten Noor, werd goed vertolkt. Het zwaarste werk stond na de pauze aan te vangen: Psyche van Niels Gade, voor soli, koor en orkest, geleid door den. directeyr. In dit omvangiyke werk komt een zeer groote sopraansolo voor, die voor iemand, die reeds meer heeft ge presteerd op dien avond, te ver moeiend is. Aan het slot was dan ook merkbaar dat de soliste, die deze rol overigens schitterend ver tolkte, vermoeid werd. Ingezonden modadeellng. Dameskloedarmaker, WESTSTRAAT 17. Specialiteit In Toilor mode oostumos noor moot. Elegante eoupe. late kwaliteit stoffen. In het terzet van de beide dames met den heer van der Stap, bleef de alt tegenover de krachtiger stem men van sopraan en bariton in de minderheid. Heel mooi was de samenzang van Eros en Psyche (bariton en sopraan). De heer van Son had slechts een kleine party te zingen, en hierin klonk zyn geluid mooi op. De koren waren in 't algemeen te zwak, voornamelyb wat de mannen betreft. Dit kwam in 't byzonderuit in het koor uit de onderwereld met zijn donkere klanken. BU den aanvang van het concert .waren bereids aan de dames solisten bloemen aangeboden. Na de pauze kwam de secretaris van Toonkunst, de heer Delgorge, met een toespraakje ,en een krans voor den heer de Hoogh, „op hoop van zegen". Moge de heer de Hoogh, die thans nog „onverdiend", pij wijze van introductie, deze hulde ontving, in de gelegenheid zyn, nog ivele kransen te verdienen 1 Na afloop werd nog een krans Het'orkest kweet zich verdienste- lyk van zyn taak. Mejuffrouw Meyers .vertolkte by dit en het nummer vau Eduard Grieg, de pianoparty. INQEZQtiOEN. Helder, 17 Maart 1919. Antwoord op „Een kort r«pl|akj«." Geachte Redactie! Toen in het nummer van 8 Maart, aan ondergeteekende gastvryheid -verd verleend, om eenige^Sfimerkin- en te maken naar aanleiding van .et jongste raadso verzicht, achtte ik □y werkeiyk gelukkig, omdat ik ajjBs inziens ben geslaagd in de 'door mij opgezette poging de inge zetenen van onze gemeente te waar schuwen, voor conclusies welke daar fuit konden worden getrokken. Ook na lezing van het commentaar van uwen overzichtschryver achtte ik het overbodig nogmaals van uwe welwillendheid gebruik te maken. Na lezing van „Een kort repliek je" (ruim een kolom), zie ik mU genood zaakt den heer Michels van dupliek te dienen. De heer Michels schijnt zeer slecht ;op de hoogte te zyn met het werk van St. Pauius, anders bad hy bunnen weten, dat 8 October 1918 een adres 'as gezonden aan den Raad van [inisters, waarin o. m. dringend werd verzocht in alinea h, om directe in- 'oering van de 50 urige werkweek net vryen Zaterdagmiddag en in- 'oering van den maximalen 8-urigen iWerkdag, zonder vermindering van Joon. Zeer kort daarna heeft een per soonlijk onderhoud plaats gehad by de betrokken Ministers, welke sympa thiek stonden tegenover de 16 ver schillende punten In bedoeld adres pehandeld. Toen nog geen sprake van revolutie. Ik neem het den heer Michels niet kwalyk dat hy ai de'te|enwoordig ingevoerde en nog in te voeren ver beteringen wil schuiven op rekening van zekere November-gebeurtenissen, want wat men graag heeft, dat ge looft men graag. En wanneer we lezen in bet Officieele Raadsverslag van 26 November, dan zegt m. de heer Biersteker, dat B. en W. blyk geven de teekenen des tijds te hebben verstaan en nlst een revolutionair drijven noodig hebben, maar dat zij, los daarvan, den weg weten te gaan, voorgeschreven door de gewyzigde astandigheden, enz. De heer Michels, het woord ver krijgende, zegt o. m. het volgende: „Of dat nu inderdaad heelemaal zonder revolutie zou zijn gekomen, zooals de heer Biersteker het voor stelt," enz. De voorzitter zegt namens het Dag. Bestuur, als antwoord aan den heer Michels: „Wat overigens de vraag betreft onder welke drang dat gebeurd ie, ja, dit zijn allen de resul taten van de omstandigheden. Wy zien wat in de wereld gebeurt, en het Dag. Bestuur achtte het moment nu gekomen, om hervormingen ter tafel te brengen." "en drang van revolutie dus in 't geheel ontkend, èn door het Dag. BeBtuur èn door de meerderheid van den Raad. En wanneer de Regeering onze Koningin laat spreken in haar pro clamatie over „den polsslag van dezen tyd," dan is het my een raadsel hoe de Norember-revolutie daar schuld .n heeft. Immers, Minister Aalberse heeft eerst toen de Minister-portefeuille aanvaard, toen het door hem samen gestelde programma de goedkeuring van de regeering bon wegdragen. Nu mag het waar zyn dat deze Min. in 1909 stemde tegen Schaper's 10 uren-motie. Feit te ook dat' het programma van 1919 dezen Minister doet kennen als iemand die in werke lijkheid het waarachtig belang van den arbeidenden stand tegemoet wil komen. Jacnmer maar dat de koBt- bare tyd zoo ontzettend wordt ver spild aan alle mogelijke interpellaties, moties en meer zulke ies. De s.d.a.p. mannen maken myns inziens daar wei een al te ruim gebruik van. Nu komen wy aan den Kath. Pater Raaymakers, (ik wist niet dat er nog andere paters ook waren De heer Michels wil my toch niet wijs maken, dat alles wat hy zegt als lid van de s.d.a.p. als zynde

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1919 | | pagina 1