HELDER8CHE COURANT FLANEL, dm BEVER, of Engelsche Eerste Blad, Col tof, Coltof, Coltof, Maison DEKKER-SCHUIJT, Coltof, de echte Engelsche wollen Lemii Coltof, Coltof, No, 5075 ZATER0AG 12 APRIL 1919 47e JAAR9ANQ UitgeverC. DE BOER Jr., Helder. Oplaag 7000 ex. Abonnementsprijs; In de atad I 1.15, per post f 1.40. Buitenland f 2.40. Losse ex. 3 cent. AdvertentKa per regel 17 V, cent Woningtelling, wonlngstetlsilok èn woningdienst. Wij stellen ons voor om, zoodra het nieuwe uitbreidingsplan der ge meente zal zijn goedgekeurd, op de wjjze, waarop de gemeente haar grond bezit moet beheeren en dienstbaar maken aan het algemeen belang, terug te komenvoor ditmaal willen wtf een drietal onderwerpen bespre ken, welke daar nauw verband mede houden: woningtelling, woningsta- tistiek en woningdienst. Het houden van een woningtelling is een der eerste voorwaarden, waar aan voldaan moet worden om, in een gemeente van eenigen omvang, met voldoende kennis van zaken te kunnen beoordeelen, wat op het ge bied van volkshuisvesting gedaan moet worden. Zoolang vaststaat, dat in een gemeente veel gedaan moet worden, kan men natuurlijk wel een aantal maatregelen beramen en tot uitvoering brengen, welker nut even eens vaststaat, ook zonder dat een dergelijke stelselmatige opnemiDg van de wijze, waarop de bevolking gehuisvest is, heeft plaats gehad met betrekking tot de vraag, of het geen men doet Inderdaad htt meest urgente is, moet men in dit geval echter waarschijnlijkheid nemen vocft zekerheid. Wij noemden de woningtelling ee» stelselmatige opneming van de wyze waarop de bevolking gehuisvest is. Eenige overdrijving schuilt hierin, want bij de woningtelling wordt mot opgenomen hoe de staat van onder houd der huizen is, hoe zij bewoond worden, enz. Bij de woningtelling worden in den regel gegevens ver zameld-omtrent den aard der woning (één-, twee- meerkamerwoningen) omtrent hare bezetting (bewoond door één, twee, meer gezinnen) e.d. Hoewel de gegevons, welko de woningtelling oplevert dus nog veler lei aanvulling behoeven om een volledig beeld op te léveren van de zijde, waarop de bevolking eoner stad gehuisvest is, leveren zij den onmisbaren grondslag, waarvan bij het verzamelen dier verdere bijzon derheden kan worden uitgegaan. Deor de woningtelling wordt objec tief vastgesteld, hoeveel woningen van iedere soort er zijn, hoeveel van die woningen leeg staan, hoeveel er overeenkomstig haar bestemming bewoond worden en hooveol er over bevolkt zy'n. Op grond van de woningtelling kan men dus ook voorloopig vast stellen, wat op het gebied der volks huisvesting in de naaste toekomst gedaan moet worden. In den gemeemteraad is meermalen op het houden eener woningtelling aangedrongen, maar om verschillende redenen is aan dien aandrang geen gevolg gegeven. Zijn wij wel ingelicht, dan is een der practische bezwaren, welke tegen het houden van een woningtelling konden worden aan gevoerd, vervallen, doordat het vorige jaar het geheele gemeentelijke be volkingsregister is vernieuwd en op kaarten overgebracht. Door de be noeming van een bevolkingsagent is de gemeente-secretarie in staat gesteld meer dan te voren zorg te dragen, dat het bevolkingsregister een juist overzicht geeft van de bevolking der gemeente en haar huizing. Zijn nu vroeger misschien ingeslopen fouten zooveel mogelijk hersteld en is de huisnummering in orde, dan schijnt de tijd gekomen om tot een woningtelling over te gaan. Met een woningtelling alléén is men er echter niet. De gegevens, welke de woningtelling oplevert, moeten, zij het zoo eenvoudig en beknopt-mogelijk, worden verwerkt in een woningstatistiek en die wo- ningsta^stiek mobt geregeld worden bijgehouden. De gegevens, welke de woning statistiek oplevert, behooren den grond slag te vormen voor een woning- register, dat het bouw- en woningtoe zicht bijhoudt, en dat, geleidelijk met bijzonderheden omtrent den toestand der woningen aangevuld, langzamer hand een volledig beeld gaat geven van den juisten stand van het woning vraagstuk in de betrokken gemeente. Ook moet de woningtelling van tijd tot t(jd worden herhaald. Zeer duide lijk is te Amsterdam gebleken, dat, door verandering van bestemming van woningen en gedeelten van woningen, en andere omstandigheden, welke aan het oog der bouwpolitie ontsnappen, de gegevens der woningstatistiek, ook wanneer die zeer zorgvuldig wordt bijgehouden, op den duur toch cor rectie behoeven. Die correctie dient door een nieuwe telling te worden aangebracht. Voor de leiding der woningtelling, het bijhouden der woningBtatistiek en de leiding der gemeentelijke looningpolitiek op grond van de ge gevens van deze beide, is echter personeel noodig. Men weet, hoe sober de dienst der Publieke "Werken in onze gemeente is uitgerust. De GemeenteiBouw- meester heeft naast zich drie (tot vóór 1 Januari twee) opzichters, van wie er één, die echter ook nog ander werk doet, speciaal voor het Bouw en Woningtoezicht ia aangewezen. Wij doen aan de achting, welke wij dezen ambtenaar verschuldigd zijn, zeker niet te kort, wanneer wij con- stateeren, dat hij niet bij zijn tegen woordige werk ook nog met de hier boven geschetste taak kan worden belast. Uitbreiding van personeel is dus zeker noodig, maar wanneer men deze overweegt, zal hier als elders, allereerst de principieel® vraag moeten worden beslist, of de leiding van de met de Volkshuisvesting verband houdende werkzaamheden al dan niet met de leiding der Publieke Werken in één hand "moet blijven. Ondanks het verzet van de leiders der diensten van Publieke Werken is men in verschillende gemeenten tot splitsing overgegaan. Ook ons komt een dergelijke Bplitaing juist voor. De leiding der gemeentelijke werk zaamheden op het gebied der volks huisvesting, de leiding harer werk zaamheden in verband met stade- aanleg en -uitbreiding niet het minst, stelt zulke hooge eischen van ontwikkeling in deze speciale richting en van toewijding juist aan deze taak,, dat de hoofden van het dienstvak der Publieke Werken daarvoor veelal niet zijn aangewezen, te minder, waar hij hun benoeming in den regel niet naar hun geschiktheid voor deze zeer speeiale taak werd gevraagd. De splitsing kan op verschillende wijzen worden tot stand gebracht. Amsterdam heeft den dienst der Publieke Werken en den Woning dienst en, ofschoon wrijvingen niet uitbleven, de praktijk heeft wel bewezen, dat voor de leidende ambtenaren van beide diensten een volle taak was weggelegd. Den'Haag heeft eea dienst der gemeentewerken en een dienst der stadsuitbreiding en volkshuisvesting. Amersfoort heeft, formeel aan de secretarie verbonden, een afdeeling voor „maatschappelijk werk," waar toe ook de dienst der volkshuisvesting behoort en waaraan de woaing- inspecteurs verbonden zijn. Ieder van die oplossingen heeft iets vóór zich en in één van deze richtingem zal men ook hier naar onze meening moeten gaan, wil men, dat aan het woningvraagstuk en ina de goedkeuring van het nieuwe uit breidingsplan) aan den stads-aanleg en -uitbreiding de aandaehtzaLworden geschonken, die daaraaa metterdaad toekomt. Iedere onvriendelijke gedachte tegen over onzen gemeente-bouwmeester en iedere poging om zyn verdiensten tegenover de gemeente te verkleinen, is ons vreemd, wanneer wij beweren, dat het onverantwoordelijk zou zijn, wanneer men de zorg voor woning dienst, stadsaanleg en -uitbreiding en alles wat daarmee verband houdt, op zijne schouders zou laten rusten als iets, dat hij bij zijn andere be slommeringen nog wel mee waar nemen kan. WU gevoelen volkomen de moei lijkheden, waarvoor h6t gemeente bestuur komt te staan, wanneer het in deze richting iets doen wil moeilijkheden van organisatorischen aard en financieele moeilijkheden. Slechts over de laatste een kort woord. De financieele toestand onzer ge meente is niet gunstig. Maar die van vele andere gemeenten is het ook niet, en er zyn gemeeiten, die er nog erger aan toe zyn. Ons heele volk zal niet dan ten koste van groote offers de gevolgen van den oorlogstijd te boven komen en het is in zekeren zin een troost, dat in den oorlogstijd de verhouding tot andere gemeenten voor Helder niet ongun stiger geworden is, dan zij was. Indien men dan wil, dat de ge meente vooruitkomt,— Indien men wil, dat zij door de inspanning harer burgerij den achter stand neutraliseert, welke uit haar minder gun stige ligging voortvloeit, - Indien men steun en medewerking verlangt van de Regeering om maat regelen, die beoogen haar economische positie te verbeteren, Indien men dat alles wil, dai is allereerst noodig, dat het gemeente bestuur niet terugzinkt in de apatische stemming van eenige jaren geleden, maar dat het voortgaat in de eenmaal gekozen ricnting en niet, uit vrees voor de geldelijke gevolgen, maatrege len nalaat, die metterdaad noodig zijn. Men versta ons wel. Wy zijn er even sterk als wie ook van overtuigd, dat een zuinigheid, die in de huis houding van een publiek lichaam het noodzakelijke weert, die te lage salarissen geeft en daardoor goed personeel verdrijft, die noodzakelijke maatregelen uitstelt en daardoor de toekomst voor dubbele lasten plaatst, die om personeeluitbreiding te voor komen van ambtenaren en werk lieden meer vraagt dan redelyk is of dan waartoe zf naar de mate van bun kennis en vorming in staat zyn, zulk een zuinigheid onvoorwaardelijk te veroordeelen is. N. B. Ons vorig artikel gaf aan een inzender de opmerking in de pen, dat wij ook aan het verkrijgen door de gemeente van industrieterrein onze aandacht haddon moeten schen ken. Waar wij slechts één zijde van het vraagstuk der stadsuitbroiding behandelden, is de eritiek van den geachtei inzender niet geheel ver diend. Intusschen heeft hij in het wezen der zaak gelijk. Wil men trachten industrie in de gemeente gevestigd te krijgen, dan is hetaeker gewenscht, dat de gemeente haar het vereischte terrein kan aanbieden. Maar wy vragen den inzender: hoe moet de gemeente Helder dat doen. De stortgronden aan de Oostzijde van het Kanaal zijn rijkBeigtndom. Zij zyn misschien voor industrieterrein geschikt of geschikt te maken, maar van een poging om ze. in eigendom te krijgen verwachten wy weinig heil, als mem niet een bepaalde bestemming aangeven kan. En de gronden aan de Westzijde van het Kanaalde inzender weet, dat de gemeente voor den grond voor de brikettenfabriek- f 1.— per M* moest geven, een pry## die voor Industrie terrein laag is, maar die te hoog is; rvoor gronden, waarvan nog niet is te voorzien, wanneer ze anders dan voor landbouw of veeteelt gebruikt zullen kunnen worden. Onteigening van deze gronden in het bolang der volkshuisvesting is, zeoals de toestand Kanaalweg. Geheel wollen-, witte-en jeager 122 cl. der gemeente thans is, en bij hetgeen omtrent haar uitbreiding in de naaste toekomst valt te voerspellen, wel buitengesloten. En onteigening, om dat men voer de vestiging van industrieën reclame wil maken, is niet mogelijk. Komt echter de ge meente ooit in de gelegenheid om gronden langs het kanaal, ongeveer aansluitend by het terrein der bri kettenfabriek, es eok meer naar de stad toe gelegen gronden, niet al te veel boven de cultuurwaarde te koopen.dan zal z(j o.i. die gelegenheid met t de handem moeten aangrijpen. PLAATSELIJK NIEUWS. Vee droefheid, die ii vreugde vorkeerde. Wanneer iemand, die zich op een of andere wijze bizonder verdienste lijk heeft gemaakt, genoodzaakt wordt zich door omstandigheden uit zijn werkkring terug te trekken, is het gewoonte in min of meer plechtige bijeenkomst, in buitengewone ver gadering, afscheid van hem te nemen. In die vergadering wordt hij dan toegesproken, en door al de hartelijk heid der redevoeringen heen is een tikje weemoed om het scheiden. De toespraken gewagen van de ver diensten van den scheidende, van het gemis, dat zijn heengaan geeft, en zoo tusschen do bedrijven door wordt er eenigen meerderen luister bygezet door het aanbieden van eerewijn, sigaren, e.t. q. Zoo ook gisterenavond in een der zalen van het Militair Tehuis in de Spoorstraat. De Heldersche Padvin- dersvereeniging zou afscheid nemen van haar hopman en secretaris penningmeester, den heer Slingervoet Ramondt, die metterwoon deze ge meente ging verlaten. Er. waren bloemen, er was licht en gezellig heid, er waren sigaren, koekjes en bruidsuikers, en stond daar ginds in den hoek niet een theetafel, vanwaar straks de geurige, zoo lang ontbeerde thee, zou worden gepresenteerd? Behalve de patrouille-leiders der padvinders alhier waren verschillende bestuursleden der vereeniging aan wezig, die allen kwamen getuigen van hunne sympathie voor den scheidenden hopman. Ook 's hopmans opvolger, officier van administratie Lawerman, was aanwezig. En toen de heer Slingervoet Ramondt dan ook binnenkwam, stond hij, over zooveel hartelijkheid aan genaam verrast te kijken. Ivenwel, het leven is vol ver rassingen; blijde en tragische, en ten opzichte der Heldersche padvinders kwam het oolljke spotduiveltje al heel gauw om den hoek van de deur gluren en zeide, met een vroolyke twinkeling in de oogjes„Wel, wel wat een drukte! wat hebben jelui je uitgesloofd, jongens 1 Let eens op hoe fijn ik je te pakken neem I" En nauwelijks was de vergadering dan ook aan den gaDg of de grootste verrassing kwam, die men zich denken kan. De heer Slingervoet Ramondt namelijk deelde bij monde van den heer Haak mede, dat hij heelemaal niet wegging, dat hij integendeel bleef en nog lang hoopte te blijven de leider der Heldersehe "padvindery. Dat was me een verrassing I Hoe het zoo kwam, dat niemand dat wist? Ja, de heer Ramondt wist het eigenlek zelf tot voor heel kort óók niet, maar er waren omstandigheden, waardoor zijn vertrek uit de ge meente, dat werkelijk vaststond naar hij zelf óók meende, niet doorging. Niettemin, de thee en de koekjes, de bruidsuikers en de sigaren waren er niet voor niemendal, en nu de zaken zóó stonden, werd het begra fenismaal in een wip omgewerkt tot een gloeieide fuif. Met toespraken van wat ben je me en met uitingen van sympathie voor hetgeen de leider gedaan had en nu nog zou blyven doen. Daar was allereerst kapitein Haak. Na de blijde mare, dat de heer Ramondt zou blijven, en de verzeke ring, dat hy gedaan heeft voor de Kanaalweg. Hr. liIs. Tromp en Zeeland. Zware jaens of Engelsche drilt, voor witte pakken, 69CL afdeeling wat er voor gedaan k&n worden, dat hij hetgeen er goeds is in de beweging, naar voren heeft gebracht, altijd voor de afdeeling heeft gewerkt, zeide deze heer, dat hy, nu de ometandigheden waren veranderd, een prachtkans had om den steeds al te bescheiden troep- leider eens te huldigen, gelegen heid, die al zoo dikwijls was ge zocht maar nimmer was gevonden. En las een telegram voor van hulde van den heer Driessen en sympa thie-betuigingen van den burge meester en anderen, die persoonlijk verhinderd waren. Toen kwam vaandrig Metzelaar met een prachtig gecalligrafeerde lyst der padvindende jongens, lang gekoesterde wenseh des hop- mans, thans in vervulling gekomen. Bn de heer Ramondt zelf, die zijn erkentelijkheid betuigde voor het aangebodene. Terwijl tenslotte de heer van Mierlo den scheidenden hopman, die niet ging scheiden, kwam huldigen met hartelijke woorden. Hij was (en is) het hart, de ziel der bewe ging; de afdeeling, die vóór zijn op- treden vrijwel in verval was, bloeit, alis het niet door het groote aantal leden. De vele bestuursvergaderingen kenmerkten zich door het totaal af wezig zijn van kritiek op de gestie van den heer Ramondt en de schrik sloeg ons om het hart, toen wy van zijn vertrek vernamen. Moge de heer Ramondt nog vele jaren, tot zegen van de afdeeling, leider blyven I Toen ging de eerethee rond en de koek en de sigaren, en verschillende bestuursaangeleden werden afgedaan. Moeten -wij vermelden van de sloep, die niet al te best wordt verzorgd en wat veel in weer en wind blijft liggen De heer Ramondt verdedigde z(jn jongens, die het toch niet heele maal helpen konden, dat er geen betere berging voor was, al was het waar dat zenu ja, haar wel wat beter hadden kunnen verzorgen. En van de andere iaterne aange legen, die toch eigenlijk de buiten wereld niet aangaan, zullen wij ook maar geen melding maken. Hoofdzaak is dat hopman Ramondt... hopman Ramondt blijft, en de Helder sche Vereeniging, zullen wij hopen, blijft bloeien en groeien Au" de padvinders-thee was fijn, de snoeperijtjes delicieus, de sigaren geu rig, de stemming vroolijk! En dat zijn, gezien 's levens oneffenheden, al heele goede dingen. Hopen wij dan maar, dat Sint Joris, de fraaie sloep, trouw wordt uitgeheosd en, kan het zijn, afgedekt, en dat het plan voor de zomercampagne door fraai weer begunstigd wordt. Optra Mignon ia Casleo. Zondag zal door het hier zeer bekende Nederl. Opera-ensemble, onder leiding van de heeren Masten broek' en Leenders, voor het eerst worden opgevoerd de opera Mignon. Reeds werd door dit gezelschap her haalde malen opvoeringen gegeven van Faust, Cavaleria Rusticana en Paljas, en steeds met sueces. Yolgens de verschillende persbe- oordeelingan moet ook de opera Mignon niet minder bekend dan de drie genoemde zeer goed door dit gezelschap worden uitgeveerd. Het ensemble bestaat dan ook uit goede krachten en bij de voorstelling op Zondag zal tevens nog als gast optreden de bekende opera-zangeres, mevr. Engelen—Sewing. Het musicals gedeelte staat onder leiding van den bekwamen dirigent Jan v. Duinen. Voor verdere inlich tingen zie men de groote biljetten. In de „Prov. N.-Brabantsche Crt." lezen wij omtrent deze uitvoering het volgende: Mevr. Engelen Sewing, die de Philine gaf, bood met haar mooie stem wat men van haar verwachten mocht haar coloraturen zijn doorgaans zeer aangenaam voor het gehoor. Mej. M. Ditmar die met den heer J. Mastenbroek als Wilhelm Meister een groobdeel van het succes mag opeischen had in de titelrol gelegenheid hare talenten te ont plooien het ia een lust naar haar te luisteron. In den heer Mastenbroek vindt zy een partner, die zeer goed voldoet. Lothario werd vertolkt door den heer G. Leenders, die over een mooi stemgeluid beschikt. Ook de overige meer ondergeschikte partfjen vonden een goede vertolking. De aankleeding was goed verzorgd door het huis Serné te Amsterdam. De heer J. van Duinen leidde het orkestje, dat de muziek van de lieve opera wel tot haar recht braeht. Er was veel applaus, ook by opea doek. v Het Ned. Opera ensemble heeft de waardeering ondervonden, die het verdient Uit hst Politii-ripport. In den nacht van Zaterdag 99 op Zondag 30 Maart j.J. werd uit de woning van „een stoker van de gas fabriek aan de Fabriekstraat uit een gesloten lade van een kast een kistje ontvreemd, waarin een bedrag van f 225, zynde het als duurtetoe- slag van de gemeente ontvangen geld plus een bedrag, hetwelk de bewoner nog in zijn bezit had. De man en vrouw waren in den voor nacht op bezoek by kennissen ei hiervan heeft men gebruik ge- maakt om-door verbreking van het keukenraam en het doorsteken van den arm de deur aan de binnenzijde te openen. Het slot van de lade van de kast bleek geforceerd. By het ingestelde onderzoek bekende de man, by wien men op bezeek was, mede de hand in de zaak gehad te* hebben en daarvoor f 100 van de buit ontvangen te hebben. Hy wees als den dader aan den loswerkman j V., die daarop terstond werd aan- gehouden, doch ontkende aan het Kanaalweg. Prima katoenen Kindir- in OamsskousBn. 1-50 2-60 3-70 4-80 5-90 6-100 7-110 8-120 feit schuldig te zijn. De aanwyzingen pleitten echter zoo sterk tegen dezen, dat hy j.1. Dinsdagmorgen naar het Huis van Bewaring te Alkmaar is overrgebracht en daarin is opgesloten. Paialoan. Ze wisten het wel. Hetverhoegde „pensioen" moest spoedig komen. Ja, want de beide Kamers hadden het aangenomen en nu waren ze in ongeduldige afwachting. Sommigen der oudjes, die er al lang rekening mee hielden, dat „magere Hein" zijn grijparmen naar hen had uitgestrekt, wanhoopten er aan of zij „het" nog zouden beleven. Velen zullen het ook niet hebben beleefd, maar de overigen, ja, nu hadden ze bet toch in hun bevende handen. Het was een genoegeiyk oogenblik voor hen. Met pleizier heb ik vertoefd inde wachtkamer van het postkantoor om me te verkneukelen in de opgeruimde gezichten. Was 't dan zoeveel wat de menschen kregen? Och neen, vanaf 1 Januari één gulden per week extra, dus plus minus een dertien gulden behalve hunne gewone uitkeering. En toch was over het algemeen hun vreugde groot. Teekent dat niet? Met hoe weinig, over het algemeen, moeten die menschen zien rond te komen. En nu de Staat eindelijk er toe overging ook voor hen wat te doen, nu was dat voor die ouden een rykdom. Zoo opeen» zooveel! Metlachjes,metvroolyke uitroepen, vouwden ze zorgvuldig de zilverbons en „lapjeB" in hun portemonnaie of beursje. En al maar deelde de ambtenaar, als een weldoend Sinterklaas, de gelden uit. Ze hadden maar hun krabbel of kruisje te zetten en het geld werd, met opgeruimd woerd, den oudjes voorgeteld. En voortaan zullen ze hun f8.— of f 2.50 kunnen beuren. De vraag ryst of ook dat wel vol doende is. Zal niet eindelyk het Staatspensioen moeten loskomen voor iedereen? Schrijnt het niet, dat er nog zoo ontzettend velen, zelfs van deze geringe uitkeering, verstoken zyn? En hebben allen - weinigen uit gezonderd niet hun beste krachten gegeven tot steun der maatschappy Gelukkig geraken alle partijen er van doordrongen. Is er geen geld? Werd die vraag ook gesteld voor de oorlogsdoeleinden? O* nieuw* Minister «en Marine. Aangaande de benoeming van Mr. Byieveld tot Minister van Marine zegt de „N. Rott. Ct." o. a.: Advokaat; de aanminnige leeftijd van 83 jaargeen bijzondere aspiraties voor de marine; warm vaderlander, die voor de marine veel belangstelling heeft ziedaar de aanbevelingen, die de heer Bijleveld aan het begin van zy'n loopbaan als Minister van Marine meegekregen heeft. Hy moet, dunkt ons, nog over iets meer be schikken, dan in het bovenstaande vervat is: een geweldige, een over weldigende dosis moed. Hier komt zijn jeugd hem te pas. De jeugd heeft dikwyis eene vermetelheid, welke bij mannen, die de 40 voorby zijn, niet meer wordt aangetroffen. Wy moeten maar hopen, dat de ver metelheid van den heer Byieveld geen overmoed zal biyken te zyn Alles komt erop aan, welke over wegingen by deze benoeming den doorslag hebben gegeven. De burger- minister van Marine heeft aanvanke lijk niet in de plannen der regeering gelegen. Is by deze benoeming de soms wat lichtvaardige humor van minister de Vries, 'sheeren Bijleveld's vroegeren confrère, aan het werk geweest, die de bezwaren, welke de heer Bijleveld toch ongetwijfeld moeten hébben ge had, weggespot heeft? „Gy zult er u wel doorheen praten, collega; in de Kamer kletsen ze toch ook maar zoo wat." Men staat eenigszins onthutst tegen over den durf van deze benoeming, durf, die van den kant der regeer in g niet minder onvervaard moet geweest zyn, dan van den geen, die zich daar zeo plotseling met staatsierok en witten pantalon zag bekleed. Wat de marine in dezen tyd van overgang en groote onzekerheid in hooge mate behoeft, is een hoofd van yzertn kracht en onbetwistbaar gezag. De yzeren kracht mag de heer Byie veld wellicht hebbanhij heeft althans in den antirevolutionairen kring van zelfstandigheid bljjk gegeven. Doch kan hy ook rekenen op het onmisbaar gezag, tegenover de Kamer zoowel als op zyn departement, waar hy vreemd inkomt? Ten slotte zegt het blad: De benoeming van den beer Byieveld wil wellicht zeggen, dat de regeering in haar geheel de personeelskwesties als de voor het oogenblik overneer- schonde beschouwt, en dat ook zy eene zekere verfrissching noodzake- lyk acht. Be vraag blijft dan echter nog, of juist de heer Byieveld de meest aangewezen perseon was, om deze verjongingskuur van onze marine te leiden, en aan het lichaam der marine richting te geven. Jeugd, •n onervarenheid op het gebied, dat hy betreden gaat, behoeven op zich zelve geen bezwaren te geven. Maar er is eene zekere mate van geniali teit noodig, om de moeilijkheden te overwinnen, die een minister van marine, van de soort als er nu een benoemd is, zal vinden op zyn pad. Is de heer Byieveld een man van geniale allure? Wy weten over deze vreemde benoeming tot geene bepaalde con clusie te komen. Er moeten, wanneer men haar overweegt, te veel vraag- teekens worden gesteld. "Laat ons tot slot slechts de hoop uitspreken, geiyk wy aan het begin van ensschryven deden, dat de moed van den nieuwen minister van marine zich niet als overmoed sal doen kennen, en dat de durf van wie de benoeming uit lokten geen spel zal blyken te zyn. Wy zullen de werkzaamheid van den nieuwen minister afwachten. Ingezonden mededeellng. 104 KANAALWEG. ONTVANGEN groots collectie gegarneerde Hoeden en echte Panama's. (Boe Hst gosdkoipsto prljzes). TWEEDE KAIWER. In de zitting van Yrydag werd de Indische begrootiDg met 52 tegen 21 stemmen (die der s.d.a.p. en der communisten), aangenomen. BUITENLAND. Kanaalweg. Weder ontvengen 269 Ct. De Vredesconferentie. Volgens berichten «it Parys zou de Raad van Vier tot overeenstem ming zyn gekomen in de quaestie van het Saarbekken, waarvoor een voor Frankryk gunstige oplossing zeu zyn gevonden. Ook werd overeenstemming be reikt in de quaesties betreffende de verantwoordeiykheid voor den oorlog en de schadevergoeding. Men verneemt dat een natie, ver- moedeUjk Belgis, de vervolging van den gewezen Keizer zal inleiden. Ten aanzien van de schadevergoe ding, beveelt het verslag van de financieele deskundigen aan, dat een commissie uit de geallieerden de verliezen zal schatten, die over een tydperk van dertig jaar, te beginnen met 1 Mei 1911, vergoed zullen wordenDuitschland moet beginnen met 1000 millioen p. st. te betalen en verder een schuldbekentenis teekenen nopens een voorloopig be drag van 6000 millioen p. st. Hot vrsdoovordrtg. Naar gemeld wordt zal bet vredes verdrag, zoo niet tekstueel dan toch naar zyn geest, aan het eind dezer week vastgesteld worden. Lloyd George vertrekt Maandag naar Londen om er Dinsdag een belangrijke mede- deeling te doen omtrent de door de conferentie vastgestelde clausulen. Woensdagochtend keert hy te Parys terug om by de laatste beslissende handelingen van de conferentie tegen woordig te zyn. Onoenigheld tussebon Wiltoa Lloyd George? De Parysche correspondent van de „New-York Snn" schrijft, blijkens een Radiobericht, den huidigen toe stand ter vredesconferentie met in- I begrip van het ontbieden van de j „George Washingten" toe aan een j toenemende breuk tusschen Lleyd George en Wilson. De correspondent I zegt, dat een der omtrent die oneenig- I heii loopende geruchten deze toe- j schrijft aan verschil van meemng over de IersGhe quaestie. Dit wordt 1 ten stelligste ontkend, doch erkend wordt, dat dat de president en Lleyd George een week geleden aan den luneh niet-officieel over de Iersche quaestie beraadslaagd hebben. Hier mede wordt voor het eerst toegege ven, dat de quaestie een punt van godacbtenwisseling tusschen beiden uitmaakt. Het is van belang met het oog op de aanstaande komst der 1ersche gedelegeerden uit Amerika. Kanaalwag. 49 cl. Het istersatioRta! irbeidariracht. Volgens een bericht uit Berlyn is een Duitsch ontwerp voor bepalingen in het vredesverdrag in verband met het internationale arbeidsrecht gereed gemaakt, teneinde door de Duitsehe vredesgedelegeerden aan de conferen tie te worden aangeboden. Het komt in zeer veel opzichten overeen met de besluiten van het socialistische congres te Bern. Mocht men dit op de conferentie als grondslag voor de onderhandelingen verkiezen, dan zal daar van Duitsehe zy'de geen bezwaar tegen werden gemaakt. Voor do Eizos-Lotbirlogsoho autoiomio. De Elzas-Lotharingsche autono- mistenparty heeft van Zwitserland uit een telegram gerieht aan president Wilson, waarin zy, uit naam van het Blzas Lotharingaehe volk, „dat achter ons staat", een beroep op Wilson doet. „Het onrecht van 1648 en 1871", zoo wordt gezegd, „werd niet aan Frankryk of Duitschland begaan, maar aan Elzas-Lotharingen, waarover als over een dood voorwerp werd be schikt Wy hadden vry'e steden en republieken en heden in de fOste eeuw wil een gewapende meerderheid over ons als over een kudde schapen beBlissen." Ir wordt dan verder op gewezen, dat zonder voldoening aan de wen- schen van het Elzas-Lotharingsche volk, voor soover dit dan door de genoemde party wordt vertegenwoor digd, ook de toekomst van Frankryk en Europa op het spel staan en aan Wilson wordt verzocht dus het oer te willen leenen aan mannen van de oude Elzasser geslaehten, die den moed zullen hebben de waarheid te zeggen. „Wy zullen overwinnen, dood of levend, want ons idee der vrijheid, waarvoor Washington, Garibaldi en Mirabeau streden, is onsterfelijk." Uit dan Raid Viar. Parijs, 10 April. De „Temps" meldt, dat de oplossing der Dant- ziger quaestie, welke de Raad van Vier schynt te ^zullen aanvaarden, hierin bestaat, dat van deze streek een autonome staat in Polen zal worden gemaakt, welke zal behooren tot het Poolsche tolgebied, maar die afzonderlijke instellingen zal hebben. Men acht het noodig om Polen, Tejecho-Slowakaye en RoefheniO zoo sterk mogelijk te maken als ver dediging tegen het Russische bols jewisme. In de schadevergoedingsquaestie ieft het Engelsch-Fransche stand punt de overhand behouden. De Amerikanen hadden alleen die schade hersteld willen zien, welke is toe gebracht aan particulieren. Gnèrrdi zital vu dan Volkaaboid. Volgens te Brussel ontvangen be richten is Genève gekozen tot zetel van den Yolkerenbond. Rusland. Dl fmnoliili wirbiil. De raming van do uitgaven voor de eerste helft van het jaar 1919 bedraagt, naar de bolsjewistische bladen, volgens do „Vorwftrts", mee- deelen, d» ontzaglijke som van 49100 millioen roebel. Hierby moet, naar de „Ekonomitsjeskaja Sjin" opmerkt, in aanmerking worden genomen dat ia deze raming niet zyn opgenomen 1. De procenten voor de schuld aan de Yolksban^ van de geflmitteerdo banknoten ter dekking der staats uitgaven. 2. De toelage voor de leden van het Éoode leger ten bedrage van 100 roebel maandeiyks voor ioderen man. De toelage voor de mannen van het Roode leger zal ongeveer een millard badragen. De inkomsten voor het eerste balfiaar 1919 zyn geraamd op 10.855.297.880 roebel. Het deficit bedraagt dus voor de eerste 6 maan den van 'tloopande jaar 28.744.702.112 roebel, waarby achter uit hetgeen boven is gezegd biykt, dat moet worden opgemerkt dat in werkelyk- het deficit veel grooter is. Een tekort elke maand van 5 milliard roebel! Hoe lang zullen de Moskowsch.e heeren op die wyze kunnen voortgaan? Kanaalweg. Zwarte jaeger, molton of Egyp. nu 54 ct.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1919 | | pagina 1