HELDER8CHE COURANT
FLANEL,
dm
BEVER,
of Engelsche
Eerste Blad,
Col tof,
Coltof,
Coltof,
Maison DEKKER-SCHUIJT,
Coltof,
de echte Engelsche
wollen Lemii
Coltof,
Coltof,
No, 5075
ZATER0AG 12 APRIL 1919
47e JAAR9ANQ
UitgeverC. DE BOER Jr., Helder.
Oplaag 7000 ex.
Abonnementsprijs; In de atad I 1.15, per post f 1.40. Buitenland f 2.40.
Losse ex. 3 cent.
AdvertentKa per regel 17 V, cent
Woningtelling, wonlngstetlsilok
èn woningdienst.
Wij stellen ons voor om, zoodra
het nieuwe uitbreidingsplan der ge
meente zal zijn goedgekeurd, op de
wjjze, waarop de gemeente haar grond
bezit moet beheeren en dienstbaar
maken aan het algemeen belang,
terug te komenvoor ditmaal willen
wtf een drietal onderwerpen bespre
ken, welke daar nauw verband mede
houden: woningtelling, woningsta-
tistiek en woningdienst.
Het houden van een woningtelling
is een der eerste voorwaarden, waar
aan voldaan moet worden om, in
een gemeente van eenigen omvang,
met voldoende kennis van zaken te
kunnen beoordeelen, wat op het ge
bied van volkshuisvesting gedaan
moet worden. Zoolang vaststaat, dat
in een gemeente veel gedaan moet
worden, kan men natuurlijk wel een
aantal maatregelen beramen en tot
uitvoering brengen, welker nut even
eens vaststaat, ook zonder dat een
dergelijke stelselmatige opnemiDg
van de wijze, waarop de bevolking
gehuisvest is, heeft plaats gehad
met betrekking tot de vraag, of het
geen men doet Inderdaad htt meest
urgente is, moet men in dit geval
echter waarschijnlijkheid nemen vocft
zekerheid.
Wij noemden de woningtelling ee»
stelselmatige opneming van de wyze
waarop de bevolking gehuisvest is.
Eenige overdrijving schuilt hierin,
want bij de woningtelling wordt mot
opgenomen hoe de staat van onder
houd der huizen is, hoe zij bewoond
worden, enz. Bij de woningtelling
worden in den regel gegevens ver
zameld-omtrent den aard der woning
(één-, twee- meerkamerwoningen)
omtrent hare bezetting (bewoond
door één, twee, meer gezinnen) e.d.
Hoewel de gegevons, welko de
woningtelling oplevert dus nog veler
lei aanvulling behoeven om een
volledig beeld op te léveren van de
zijde, waarop de bevolking eoner
stad gehuisvest is, leveren zij den
onmisbaren grondslag, waarvan bij
het verzamelen dier verdere bijzon
derheden kan worden uitgegaan.
Deor de woningtelling wordt objec
tief vastgesteld, hoeveel woningen
van iedere soort er zijn, hoeveel van
die woningen leeg staan, hoeveel er
overeenkomstig haar bestemming
bewoond worden en hooveol er over
bevolkt zy'n.
Op grond van de woningtelling
kan men dus ook voorloopig vast
stellen, wat op het gebied der volks
huisvesting in de naaste toekomst
gedaan moet worden.
In den gemeemteraad is meermalen
op het houden eener woningtelling
aangedrongen, maar om verschillende
redenen is aan dien aandrang geen
gevolg gegeven. Zijn wij wel ingelicht,
dan is een der practische bezwaren,
welke tegen het houden van een
woningtelling konden worden aan
gevoerd, vervallen, doordat het vorige
jaar het geheele gemeentelijke be
volkingsregister is vernieuwd en op
kaarten overgebracht. Door de be
noeming van een bevolkingsagent
is de gemeente-secretarie in staat
gesteld meer dan te voren zorg te
dragen, dat het bevolkingsregister
een juist overzicht geeft van de
bevolking der gemeente en haar
huizing. Zijn nu vroeger misschien
ingeslopen fouten zooveel mogelijk
hersteld en is de huisnummering in
orde, dan schijnt de tijd gekomen
om tot een woningtelling over te
gaan.
Met een woningtelling alléén is
men er echter niet. De gegevens,
welke de woningtelling oplevert,
moeten, zij het zoo eenvoudig en
beknopt-mogelijk, worden verwerkt
in een woningstatistiek en die wo-
ningsta^stiek mobt geregeld worden
bijgehouden.
De gegevens, welke de woning
statistiek oplevert, behooren den grond
slag te vormen voor een woning-
register, dat het bouw- en woningtoe
zicht bijhoudt, en dat, geleidelijk met
bijzonderheden omtrent den toestand
der woningen aangevuld, langzamer
hand een volledig beeld gaat geven
van den juisten stand van het woning
vraagstuk in de betrokken gemeente.
Ook moet de woningtelling van tijd
tot t(jd worden herhaald. Zeer duide
lijk is te Amsterdam gebleken, dat,
door verandering van bestemming van
woningen en gedeelten van woningen,
en andere omstandigheden, welke aan
het oog der bouwpolitie ontsnappen,
de gegevens der woningstatistiek,
ook wanneer die zeer zorgvuldig wordt
bijgehouden, op den duur toch cor
rectie behoeven. Die correctie dient
door een nieuwe telling te worden
aangebracht.
Voor de leiding der woningtelling,
het bijhouden der woningBtatistiek
en de leiding der gemeentelijke
looningpolitiek op grond van de ge
gevens van deze beide, is echter
personeel noodig.
Men weet, hoe sober de dienst der
Publieke "Werken in onze gemeente
is uitgerust. De GemeenteiBouw-
meester heeft naast zich drie (tot
vóór 1 Januari twee) opzichters, van
wie er één, die echter ook nog ander
werk doet, speciaal voor het Bouw
en Woningtoezicht ia aangewezen.
Wij doen aan de achting, welke wij
dezen ambtenaar verschuldigd zijn,
zeker niet te kort, wanneer wij con-
stateeren, dat hij niet bij zijn tegen
woordige werk ook nog met de hier
boven geschetste taak kan worden
belast. Uitbreiding van personeel is
dus zeker noodig, maar wanneer men
deze overweegt, zal hier als elders,
allereerst de principieel® vraag moeten
worden beslist, of de leiding van de
met de Volkshuisvesting verband
houdende werkzaamheden al dan niet
met de leiding der Publieke Werken
in één hand "moet blijven.
Ondanks het verzet van de leiders
der diensten van Publieke Werken is
men in verschillende gemeenten tot
splitsing overgegaan. Ook ons komt
een dergelijke Bplitaing juist voor.
De leiding der gemeentelijke werk
zaamheden op het gebied der volks
huisvesting, de leiding harer werk
zaamheden in verband met stade-
aanleg en -uitbreiding niet het
minst, stelt zulke hooge eischen van
ontwikkeling in deze speciale richting
en van toewijding juist aan deze taak,,
dat de hoofden van het dienstvak
der Publieke Werken daarvoor veelal
niet zijn aangewezen, te minder,
waar hij hun benoeming in den regel
niet naar hun geschiktheid voor deze
zeer speeiale taak werd gevraagd.
De splitsing kan op verschillende
wijzen worden tot stand gebracht.
Amsterdam heeft den dienst der
Publieke Werken en den Woning
dienst en, ofschoon wrijvingen niet
uitbleven, de praktijk heeft wel
bewezen, dat voor de leidende
ambtenaren van beide diensten een
volle taak was weggelegd.
Den'Haag heeft eea dienst der
gemeentewerken en een dienst der
stadsuitbreiding en volkshuisvesting.
Amersfoort heeft, formeel aan de
secretarie verbonden, een afdeeling
voor „maatschappelijk werk," waar
toe ook de dienst der volkshuisvesting
behoort en waaraan de woaing-
inspecteurs verbonden zijn.
Ieder van die oplossingen heeft
iets vóór zich en in één van deze
richtingem zal men ook hier naar
onze meening moeten gaan, wil men,
dat aan het woningvraagstuk en ina
de goedkeuring van het nieuwe uit
breidingsplan) aan den stads-aanleg
en -uitbreiding de aandaehtzaLworden
geschonken, die daaraaa metterdaad
toekomt.
Iedere onvriendelijke gedachte tegen
over onzen gemeente-bouwmeester
en iedere poging om zyn verdiensten
tegenover de gemeente te verkleinen,
is ons vreemd, wanneer wij beweren,
dat het onverantwoordelijk zou zijn,
wanneer men de zorg voor woning
dienst, stadsaanleg en -uitbreiding
en alles wat daarmee verband houdt,
op zijne schouders zou laten rusten
als iets, dat hij bij zijn andere be
slommeringen nog wel mee waar
nemen kan.
WU gevoelen volkomen de moei
lijkheden, waarvoor h6t gemeente
bestuur komt te staan, wanneer het
in deze richting iets doen wil
moeilijkheden van organisatorischen
aard en financieele moeilijkheden.
Slechts over de laatste een kort
woord.
De financieele toestand onzer ge
meente is niet gunstig. Maar die
van vele andere gemeenten is het
ook niet, en er zyn gemeeiten, die
er nog erger aan toe zyn. Ons heele
volk zal niet dan ten koste van
groote offers de gevolgen van den
oorlogstijd te boven komen en het is
in zekeren zin een troost, dat in den
oorlogstijd de verhouding tot andere
gemeenten voor Helder niet ongun
stiger geworden is, dan zij was.
Indien men dan wil, dat de ge
meente vooruitkomt,—
Indien men wil, dat zij door de
inspanning harer burgerij den achter
stand neutraliseert, welke uit haar
minder gun stige ligging voortvloeit, -
Indien men steun en medewerking
verlangt van de Regeering om maat
regelen, die beoogen haar economische
positie te verbeteren,
Indien men dat alles wil, dai is
allereerst noodig, dat het gemeente
bestuur niet terugzinkt in de apatische
stemming van eenige jaren geleden,
maar dat het voortgaat in de eenmaal
gekozen ricnting en niet, uit vrees
voor de geldelijke gevolgen, maatrege
len nalaat, die metterdaad noodig zijn.
Men versta ons wel. Wy zijn er
even sterk als wie ook van overtuigd,
dat een zuinigheid, die in de huis
houding van een publiek lichaam het
noodzakelijke weert, die te lage
salarissen geeft en daardoor goed
personeel verdrijft, die noodzakelijke
maatregelen uitstelt en daardoor de
toekomst voor dubbele lasten plaatst,
die om personeeluitbreiding te voor
komen van ambtenaren en werk
lieden meer vraagt dan redelyk is of
dan waartoe zf naar de mate van
bun kennis en vorming in staat zyn,
zulk een zuinigheid onvoorwaardelijk
te veroordeelen is.
N. B. Ons vorig artikel gaf aan
een inzender de opmerking in de pen,
dat wij ook aan het verkrijgen door
de gemeente van industrieterrein
onze aandacht haddon moeten schen
ken. Waar wij slechts één zijde van
het vraagstuk der stadsuitbroiding
behandelden, is de eritiek van den
geachtei inzender niet geheel ver
diend. Intusschen heeft hij in het
wezen der zaak gelijk. Wil men
trachten industrie in de gemeente
gevestigd te krijgen, dan is hetaeker
gewenscht, dat de gemeente haar het
vereischte terrein kan aanbieden.
Maar wy vragen den inzender: hoe
moet de gemeente Helder dat doen.
De stortgronden aan de Oostzijde van
het Kanaal zijn rijkBeigtndom. Zij
zyn misschien voor industrieterrein
geschikt of geschikt te maken, maar
van een poging om ze. in eigendom
te krijgen verwachten wy weinig
heil, als mem niet een bepaalde
bestemming aangeven kan. En de
gronden aan de Westzijde van het
Kanaalde inzender weet, dat de
gemeente voor den grond voor de
brikettenfabriek- f 1.— per M* moest
geven, een pry## die voor Industrie
terrein laag is, maar die te hoog is;
rvoor gronden, waarvan nog niet is te
voorzien, wanneer ze anders dan
voor landbouw of veeteelt gebruikt
zullen kunnen worden. Onteigening
van deze gronden in het bolang der
volkshuisvesting is, zeoals de toestand
Kanaalweg.
Geheel wollen-,
witte-en jeager
122 cl.
der gemeente thans is, en bij hetgeen
omtrent haar uitbreiding in de naaste
toekomst valt te voerspellen, wel
buitengesloten. En onteigening, om
dat men voer de vestiging van
industrieën reclame wil maken, is
niet mogelijk. Komt echter de ge
meente ooit in de gelegenheid om
gronden langs het kanaal, ongeveer
aansluitend by het terrein der bri
kettenfabriek, es eok meer naar de
stad toe gelegen gronden, niet al te
veel boven de cultuurwaarde te
koopen.dan zal z(j o.i. die gelegenheid
met t de handem moeten aangrijpen.
PLAATSELIJK NIEUWS.
Vee droefheid, die ii vreugde
vorkeerde.
Wanneer iemand, die zich op een
of andere wijze bizonder verdienste
lijk heeft gemaakt, genoodzaakt wordt
zich door omstandigheden uit zijn
werkkring terug te trekken, is het
gewoonte in min of meer plechtige
bijeenkomst, in buitengewone ver
gadering, afscheid van hem te nemen.
In die vergadering wordt hij dan
toegesproken, en door al de hartelijk
heid der redevoeringen heen is een
tikje weemoed om het scheiden. De
toespraken gewagen van de ver
diensten van den scheidende, van het
gemis, dat zijn heengaan geeft, en
zoo tusschen do bedrijven door wordt
er eenigen meerderen luister bygezet
door het aanbieden van eerewijn,
sigaren, e.t. q.
Zoo ook gisterenavond in een der
zalen van het Militair Tehuis in de
Spoorstraat. De Heldersche Padvin-
dersvereeniging zou afscheid nemen
van haar hopman en secretaris
penningmeester, den heer Slingervoet
Ramondt, die metterwoon deze ge
meente ging verlaten. Er. waren
bloemen, er was licht en gezellig
heid, er waren sigaren, koekjes en
bruidsuikers, en stond daar ginds in
den hoek niet een theetafel, vanwaar
straks de geurige, zoo lang ontbeerde
thee, zou worden gepresenteerd?
Behalve de patrouille-leiders der
padvinders alhier waren verschillende
bestuursleden der vereeniging aan
wezig, die allen kwamen getuigen
van hunne sympathie voor den
scheidenden hopman. Ook 's hopmans
opvolger, officier van administratie
Lawerman, was aanwezig.
En toen de heer Slingervoet
Ramondt dan ook binnenkwam, stond
hij, over zooveel hartelijkheid aan
genaam verrast te kijken.
Ivenwel, het leven is vol ver
rassingen; blijde en tragische, en ten
opzichte der Heldersche padvinders
kwam het oolljke spotduiveltje al
heel gauw om den hoek van de deur
gluren en zeide, met een vroolyke
twinkeling in de oogjes„Wel, wel
wat een drukte! wat hebben jelui je
uitgesloofd, jongens 1 Let eens op hoe
fijn ik je te pakken neem I"
En nauwelijks was de vergadering
dan ook aan den gaDg of de grootste
verrassing kwam, die men zich
denken kan. De heer Slingervoet
Ramondt namelijk deelde bij monde
van den heer Haak mede, dat hij
heelemaal niet wegging, dat hij
integendeel bleef en nog lang hoopte
te blijven de leider der Heldersehe
"padvindery.
Dat was me een verrassing I Hoe
het zoo kwam, dat niemand dat wist?
Ja, de heer Ramondt wist het eigenlek
zelf tot voor heel kort óók niet,
maar er waren omstandigheden,
waardoor zijn vertrek uit de ge
meente, dat werkelijk vaststond naar
hij zelf óók meende, niet doorging.
Niettemin, de thee en de koekjes,
de bruidsuikers en de sigaren waren
er niet voor niemendal, en nu de
zaken zóó stonden, werd het begra
fenismaal in een wip omgewerkt tot
een gloeieide fuif. Met toespraken
van wat ben je me en met uitingen
van sympathie voor hetgeen de leider
gedaan had en nu nog zou blyven
doen.
Daar was allereerst kapitein Haak.
Na de blijde mare, dat de heer
Ramondt zou blijven, en de verzeke
ring, dat hy gedaan heeft voor de
Kanaalweg.
Hr. liIs. Tromp
en Zeeland.
Zware jaens of
Engelsche drilt,
voor witte pakken,
69CL
afdeeling wat er voor gedaan k&n
worden, dat hij hetgeen er goeds is
in de beweging, naar voren heeft
gebracht, altijd voor de afdeeling
heeft gewerkt, zeide deze heer, dat
hy, nu de ometandigheden waren
veranderd, een prachtkans had om
den steeds al te bescheiden troep-
leider eens te huldigen, gelegen
heid, die al zoo dikwijls was ge
zocht maar nimmer was gevonden.
En las een telegram voor van hulde
van den heer Driessen en sympa
thie-betuigingen van den burge
meester en anderen, die persoonlijk
verhinderd waren.
Toen kwam vaandrig Metzelaar
met een prachtig gecalligrafeerde
lyst der padvindende jongens,
lang gekoesterde wenseh des hop-
mans, thans in vervulling gekomen.
Bn de heer Ramondt zelf, die zijn
erkentelijkheid betuigde voor het
aangebodene.
Terwijl tenslotte de heer van
Mierlo den scheidenden hopman, die
niet ging scheiden, kwam huldigen
met hartelijke woorden. Hij was
(en is) het hart, de ziel der bewe
ging; de afdeeling, die vóór zijn op-
treden vrijwel in verval was, bloeit,
alis het niet door het groote aantal
leden. De vele bestuursvergaderingen
kenmerkten zich door het totaal af
wezig zijn van kritiek op de gestie
van den heer Ramondt en de schrik
sloeg ons om het hart, toen wy van
zijn vertrek vernamen.
Moge de heer Ramondt nog vele
jaren, tot zegen van de afdeeling,
leider blyven I
Toen ging de eerethee rond en de
koek en de sigaren, en verschillende
bestuursaangeleden werden afgedaan.
Moeten -wij vermelden van de sloep,
die niet al te best wordt verzorgd
en wat veel in weer en wind blijft
liggen De heer Ramondt verdedigde
z(jn jongens, die het toch niet heele
maal helpen konden, dat er geen
betere berging voor was, al was het
waar dat zenu ja, haar wel wat
beter hadden kunnen verzorgen.
En van de andere iaterne aange
legen, die toch eigenlijk de buiten
wereld niet aangaan, zullen wij ook
maar geen melding maken.
Hoofdzaak is dat hopman Ramondt...
hopman Ramondt blijft, en de Helder
sche Vereeniging, zullen wij hopen,
blijft bloeien en groeien
Au" de padvinders-thee was fijn, de
snoeperijtjes delicieus, de sigaren geu
rig, de stemming vroolijk! En dat
zijn, gezien 's levens oneffenheden,
al heele goede dingen. Hopen wij dan
maar, dat Sint Joris, de fraaie sloep,
trouw wordt uitgeheosd en, kan het
zijn, afgedekt, en dat het plan voor
de zomercampagne door fraai weer
begunstigd wordt.
Optra Mignon ia Casleo.
Zondag zal door het hier zeer
bekende Nederl. Opera-ensemble,
onder leiding van de heeren Masten
broek' en Leenders, voor het eerst
worden opgevoerd de opera Mignon.
Reeds werd door dit gezelschap her
haalde malen opvoeringen gegeven
van Faust, Cavaleria Rusticana en
Paljas, en steeds met sueces.
Yolgens de verschillende persbe-
oordeelingan moet ook de opera
Mignon niet minder bekend dan
de drie genoemde zeer goed door
dit gezelschap worden uitgeveerd.
Het ensemble bestaat dan ook uit
goede krachten en bij de voorstelling
op Zondag zal tevens nog als gast
optreden de bekende opera-zangeres,
mevr. Engelen—Sewing.
Het musicals gedeelte staat onder
leiding van den bekwamen dirigent
Jan v. Duinen. Voor verdere inlich
tingen zie men de groote biljetten.
In de „Prov. N.-Brabantsche Crt."
lezen wij omtrent deze uitvoering
het volgende:
Mevr. Engelen Sewing, die de Philine
gaf, bood met haar mooie stem wat
men van haar verwachten mocht
haar coloraturen zijn doorgaans zeer
aangenaam voor het gehoor.
Mej. M. Ditmar die met den
heer J. Mastenbroek als Wilhelm
Meister een groobdeel van het succes
mag opeischen had in de titelrol
gelegenheid hare talenten te ont
plooien het ia een lust naar haar te
luisteron. In den heer Mastenbroek
vindt zy een partner, die zeer goed
voldoet.
Lothario werd vertolkt door den
heer G. Leenders, die over een mooi
stemgeluid beschikt.
Ook de overige meer ondergeschikte
partfjen vonden een goede vertolking.
De aankleeding was goed verzorgd
door het huis Serné te Amsterdam.
De heer J. van Duinen leidde het
orkestje, dat de muziek van de lieve
opera wel tot haar recht braeht.
Er was veel applaus, ook by opea
doek.
v Het Ned. Opera ensemble heeft de
waardeering ondervonden, die het
verdient
Uit hst Politii-ripport.
In den nacht van Zaterdag 99 op
Zondag 30 Maart j.J. werd uit de
woning van „een stoker van de gas
fabriek aan de Fabriekstraat uit een
gesloten lade van een kast een
kistje ontvreemd, waarin een bedrag
van f 225, zynde het als duurtetoe-
slag van de gemeente ontvangen
geld plus een bedrag, hetwelk de
bewoner nog in zijn bezit had. De
man en vrouw waren in den voor
nacht op bezoek by kennissen
ei hiervan heeft men gebruik ge-
maakt om-door verbreking van het
keukenraam en het doorsteken van
den arm de deur aan de binnenzijde
te openen. Het slot van de lade van
de kast bleek geforceerd. By het
ingestelde onderzoek bekende de
man, by wien men op bezeek was,
mede de hand in de zaak gehad te*
hebben en daarvoor f 100 van de
buit ontvangen te hebben. Hy wees
als den dader aan den loswerkman
j V., die daarop terstond werd aan-
gehouden, doch ontkende aan het
Kanaalweg.
Prima katoenen
Kindir- in OamsskousBn.
1-50
2-60
3-70
4-80
5-90
6-100
7-110
8-120
feit schuldig te zijn. De aanwyzingen
pleitten echter zoo sterk tegen dezen,
dat hy j.1. Dinsdagmorgen naar het
Huis van Bewaring te Alkmaar is
overrgebracht en daarin is opgesloten.
Paialoan.
Ze wisten het wel. Hetverhoegde
„pensioen" moest spoedig komen.
Ja, want de beide Kamers hadden
het aangenomen en nu waren ze in
ongeduldige afwachting.
Sommigen der oudjes, die er al
lang rekening mee hielden, dat
„magere Hein" zijn grijparmen naar
hen had uitgestrekt, wanhoopten er
aan of zij „het" nog zouden beleven.
Velen zullen het ook niet hebben
beleefd, maar de overigen, ja, nu
hadden ze bet toch in hun bevende
handen.
Het was een genoegeiyk oogenblik
voor hen.
Met pleizier heb ik vertoefd inde
wachtkamer van het postkantoor om
me te verkneukelen in de opgeruimde
gezichten.
Was 't dan zoeveel wat de menschen
kregen?
Och neen, vanaf 1 Januari één
gulden per week extra, dus plus
minus een dertien gulden behalve
hunne gewone uitkeering.
En toch was over het algemeen
hun vreugde groot.
Teekent dat niet?
Met hoe weinig, over het algemeen,
moeten die menschen zien rond te
komen.
En nu de Staat eindelijk er toe
overging ook voor hen wat te doen,
nu was dat voor die ouden een rykdom.
Zoo opeen» zooveel!
Metlachjes,metvroolyke uitroepen,
vouwden ze zorgvuldig de zilverbons
en „lapjeB" in hun portemonnaie of
beursje.
En al maar deelde de ambtenaar,
als een weldoend Sinterklaas, de
gelden uit. Ze hadden maar hun
krabbel of kruisje te zetten en het
geld werd, met opgeruimd woerd,
den oudjes voorgeteld.
En voortaan zullen ze hun f8.—
of f 2.50 kunnen beuren.
De vraag ryst of ook dat wel vol
doende is. Zal niet eindelyk het
Staatspensioen moeten loskomen voor
iedereen? Schrijnt het niet, dat er
nog zoo ontzettend velen, zelfs van
deze geringe uitkeering, verstoken
zyn?
En hebben allen - weinigen uit
gezonderd niet hun beste krachten
gegeven tot steun der maatschappy
Gelukkig geraken alle partijen er
van doordrongen.
Is er geen geld?
Werd die vraag ook gesteld voor
de oorlogsdoeleinden?
O* nieuw* Minister «en Marine.
Aangaande de benoeming van Mr.
Byieveld tot Minister van Marine
zegt de „N. Rott. Ct." o. a.:
Advokaat; de aanminnige leeftijd
van 83 jaargeen bijzondere aspiraties
voor de marine; warm vaderlander,
die voor de marine veel belangstelling
heeft ziedaar de aanbevelingen,
die de heer Bijleveld aan het begin
van zy'n loopbaan als Minister van
Marine meegekregen heeft. Hy moet,
dunkt ons, nog over iets meer be
schikken, dan in het bovenstaande
vervat is: een geweldige, een over
weldigende dosis moed. Hier komt
zijn jeugd hem te pas. De jeugd
heeft dikwyis eene vermetelheid,
welke bij mannen, die de 40 voorby
zijn, niet meer wordt aangetroffen.
Wy moeten maar hopen, dat de ver
metelheid van den heer Byieveld
geen overmoed zal biyken te zyn
Alles komt erop aan, welke over
wegingen by deze benoeming den
doorslag hebben gegeven. De burger-
minister van Marine heeft aanvanke
lijk niet in de plannen der regeering
gelegen.
Is by deze benoeming de soms
wat lichtvaardige humor van minister
de Vries, 'sheeren Bijleveld's vroegeren
confrère, aan het werk geweest, die
de bezwaren, welke de heer Bijleveld
toch ongetwijfeld moeten hébben ge
had, weggespot heeft? „Gy zult er
u wel doorheen praten, collega; in
de Kamer kletsen ze toch ook maar
zoo wat."
Men staat eenigszins onthutst tegen
over den durf van deze benoeming,
durf, die van den kant der regeer in g
niet minder onvervaard moet geweest
zyn, dan van den geen, die zich daar
zeo plotseling met staatsierok en
witten pantalon zag bekleed.
Wat de marine in dezen tyd van
overgang en groote onzekerheid in
hooge mate behoeft, is een hoofd van
yzertn kracht en onbetwistbaar gezag.
De yzeren kracht mag de heer Byie
veld wellicht hebbanhij heeft althans
in den antirevolutionairen kring van
zelfstandigheid bljjk gegeven. Doch
kan hy ook rekenen op het onmisbaar
gezag, tegenover de Kamer zoowel
als op zyn departement, waar hy
vreemd inkomt?
Ten slotte zegt het blad:
De benoeming van den beer Byieveld
wil wellicht zeggen, dat de regeering
in haar geheel de personeelskwesties
als de voor het oogenblik overneer-
schonde beschouwt, en dat ook zy
eene zekere verfrissching noodzake-
lyk acht.
Be vraag blijft dan echter nog,
of juist de heer Byieveld de meest
aangewezen perseon was, om deze
verjongingskuur van onze marine
te leiden, en aan het lichaam der
marine richting te geven. Jeugd,
•n onervarenheid op het gebied, dat
hy betreden gaat, behoeven op zich
zelve geen bezwaren te geven. Maar
er is eene zekere mate van geniali
teit noodig, om de moeilijkheden te
overwinnen, die een minister van
marine, van de soort als er nu een
benoemd is, zal vinden op zyn pad.
Is de heer Byieveld een man van
geniale allure?
Wy weten over deze vreemde
benoeming tot geene bepaalde con
clusie te komen. Er moeten, wanneer
men haar overweegt, te veel vraag-
teekens worden gesteld. "Laat ons tot
slot slechts de hoop uitspreken, geiyk
wy aan het begin van ensschryven
deden, dat de moed van den nieuwen
minister van marine zich niet als
overmoed sal doen kennen, en dat
de durf van wie de benoeming uit
lokten geen spel zal blyken te zyn.
Wy zullen de werkzaamheid van
den nieuwen minister afwachten.
Ingezonden mededeellng.
104 KANAALWEG.
ONTVANGEN groots collectie
gegarneerde Hoeden
en echte Panama's.
(Boe Hst gosdkoipsto prljzes).
TWEEDE KAIWER.
In de zitting van Yrydag werd
de Indische begrootiDg met 52 tegen
21 stemmen (die der s.d.a.p. en der
communisten), aangenomen.
BUITENLAND.
Kanaalweg.
Weder ontvengen
269 Ct.
De Vredesconferentie.
Volgens berichten «it Parys zou
de Raad van Vier tot overeenstem
ming zyn gekomen in de quaestie
van het Saarbekken, waarvoor een
voor Frankryk gunstige oplossing
zeu zyn gevonden.
Ook werd overeenstemming be
reikt in de quaesties betreffende de
verantwoordeiykheid voor den oorlog
en de schadevergoeding.
Men verneemt dat een natie, ver-
moedeUjk Belgis, de vervolging van
den gewezen Keizer zal inleiden.
Ten aanzien van de schadevergoe
ding, beveelt het verslag van de
financieele deskundigen aan, dat een
commissie uit de geallieerden de
verliezen zal schatten, die over een
tydperk van dertig jaar, te beginnen
met 1 Mei 1911, vergoed zullen
wordenDuitschland moet beginnen
met 1000 millioen p. st. te betalen
en verder een schuldbekentenis
teekenen nopens een voorloopig be
drag van 6000 millioen p. st.
Hot vrsdoovordrtg.
Naar gemeld wordt zal bet vredes
verdrag, zoo niet tekstueel dan toch
naar zyn geest, aan het eind dezer
week vastgesteld worden. Lloyd
George vertrekt Maandag naar Londen
om er Dinsdag een belangrijke mede-
deeling te doen omtrent de door de
conferentie vastgestelde clausulen.
Woensdagochtend keert hy te Parys
terug om by de laatste beslissende
handelingen van de conferentie tegen
woordig te zyn.
Onoenigheld tussebon Wiltoa
Lloyd George?
De Parysche correspondent van
de „New-York Snn" schrijft, blijkens
een Radiobericht, den huidigen toe
stand ter vredesconferentie met in-
I begrip van het ontbieden van de
j „George Washingten" toe aan een
j toenemende breuk tusschen Lleyd
George en Wilson. De correspondent
I zegt, dat een der omtrent die oneenig-
I heii loopende geruchten deze toe-
j schrijft aan verschil van meemng
over de IersGhe quaestie. Dit wordt
1 ten stelligste ontkend, doch erkend
wordt, dat dat de president en Lleyd
George een week geleden aan den
luneh niet-officieel over de Iersche
quaestie beraadslaagd hebben. Hier
mede wordt voor het eerst toegege
ven, dat de quaestie een punt van
godacbtenwisseling tusschen beiden
uitmaakt. Het is van belang met
het oog op de aanstaande komst der
1ersche gedelegeerden uit Amerika.
Kanaalwag.
49 cl.
Het istersatioRta! irbeidariracht.
Volgens een bericht uit Berlyn is
een Duitsch ontwerp voor bepalingen
in het vredesverdrag in verband met
het internationale arbeidsrecht gereed
gemaakt, teneinde door de Duitsehe
vredesgedelegeerden aan de conferen
tie te worden aangeboden. Het komt
in zeer veel opzichten overeen met
de besluiten van het socialistische
congres te Bern. Mocht men dit op
de conferentie als grondslag voor
de onderhandelingen verkiezen, dan
zal daar van Duitsehe zy'de geen
bezwaar tegen werden gemaakt.
Voor do Eizos-Lotbirlogsoho
autoiomio.
De Elzas-Lotharingsche autono-
mistenparty heeft van Zwitserland
uit een telegram gerieht aan president
Wilson, waarin zy, uit naam van het
Blzas Lotharingaehe volk, „dat achter
ons staat", een beroep op Wilson
doet. „Het onrecht van 1648 en 1871",
zoo wordt gezegd, „werd niet aan
Frankryk of Duitschland begaan, maar
aan Elzas-Lotharingen, waarover als
over een dood voorwerp werd be
schikt Wy hadden vry'e steden
en republieken en heden in de fOste
eeuw wil een gewapende meerderheid
over ons als over een kudde schapen
beBlissen."
Ir wordt dan verder op gewezen,
dat zonder voldoening aan de wen-
schen van het Elzas-Lotharingsche
volk, voor soover dit dan door de
genoemde party wordt vertegenwoor
digd, ook de toekomst van Frankryk
en Europa op het spel staan en aan
Wilson wordt verzocht dus het oer
te willen leenen aan mannen van de
oude Elzasser geslaehten, die den
moed zullen hebben de waarheid te
zeggen. „Wy zullen overwinnen, dood
of levend, want ons idee der vrijheid,
waarvoor Washington, Garibaldi en
Mirabeau streden, is onsterfelijk."
Uit dan Raid Viar.
Parijs, 10 April. De „Temps"
meldt, dat de oplossing der Dant-
ziger quaestie, welke de Raad van
Vier schynt te ^zullen aanvaarden,
hierin bestaat, dat van deze streek
een autonome staat in Polen zal
worden gemaakt, welke zal behooren
tot het Poolsche tolgebied, maar die
afzonderlijke instellingen zal hebben.
Men acht het noodig om Polen,
Tejecho-Slowakaye en RoefheniO zoo
sterk mogelijk te maken als ver
dediging tegen het Russische bols
jewisme.
In de schadevergoedingsquaestie
ieft het Engelsch-Fransche stand
punt de overhand behouden. De
Amerikanen hadden alleen die schade
hersteld willen zien, welke is toe
gebracht aan particulieren.
Gnèrrdi zital vu dan Volkaaboid.
Volgens te Brussel ontvangen be
richten is Genève gekozen tot zetel
van den Yolkerenbond.
Rusland.
Dl fmnoliili wirbiil.
De raming van do uitgaven voor
de eerste helft van het jaar 1919
bedraagt, naar de bolsjewistische
bladen, volgens do „Vorwftrts", mee-
deelen, d» ontzaglijke som van 49100
millioen roebel. Hierby moet, naar
de „Ekonomitsjeskaja Sjin" opmerkt,
in aanmerking worden genomen dat
ia deze raming niet zyn opgenomen
1. De procenten voor de schuld aan
de Yolksban^ van de geflmitteerdo
banknoten ter dekking der staats
uitgaven. 2. De toelage voor de leden
van het Éoode leger ten bedrage van
100 roebel maandeiyks voor ioderen
man. De toelage voor de mannen
van het Roode leger zal ongeveer
een millard badragen.
De inkomsten voor het eerste
balfiaar 1919 zyn geraamd op
10.855.297.880 roebel. Het deficit
bedraagt dus voor de eerste 6 maan
den van 'tloopande jaar 28.744.702.112
roebel, waarby achter uit hetgeen
boven is gezegd biykt, dat moet
worden opgemerkt dat in werkelyk-
het deficit veel grooter is.
Een tekort elke maand van 5
milliard roebel! Hoe lang zullen de
Moskowsch.e heeren op die wyze
kunnen voortgaan?
Kanaalweg.
Zwarte jaeger,
molton of Egyp.
nu
54 ct.