HELDERSCHECOURANT HERMANÜYPELS, -= MELDER. =- Dimt- h Kindir-Confictie, SIOFFFI Voiles - Corsstlsn. No. BOB2 DINSOAQ 29 APRIL 1919 4.7* JAARflANa Rodaofur-Uttgevri C. DB MÖBWt Jr.t Helder. Oplaag 7000 »x. Abonnem>nt»prl]»» In d« »tad f 1.16, pa» poat f 1.40. Baltenfrt»d 2.40 Loa— ex. 3 f. - AdwrlmWn per regel I7V. ot. BINNENLAND. De „Rindjani" en de „Oranje". Blijkens hier te lande ontvangen draadloos bericht., zal het stoom schip „Rindjani" van den Rotter- damschen Lloyd, op thuisrei9, ver moedelijk einde dezer maand bin nenkomen en het stoomschip ..Oranje" van de Maatschappij „Nederland" vermoedelijk 28 dezer. De gereqnireerde schepen. Het stoomschip „Jan van Nas sau", van den Kon. W.-Ind. Mail dienst, dat thans nog voor de Amerikaansche regeering vaart, zal in de volgende maand worden terug gegeven. Het schip wordt een dezer dagen van Boston te Kopenhagen ver wacht. Vandaar komt het naar Amsterdam om te laden voor W.-Indië. Nederlandsche zeelleden in gevangenschap? Het Kamerlid Troelstra heelt de volgende vragen tot den minister van Buiten]andsche Zaken gericht: „Is het den minister bekend, dat omtrent het s.s; „Marewick", dat 14 Aug. de haven van Manilla ver liet, sindsdien niets is vernomen. Heeft de minister vernomen, dat volgens mededeeling van een lid der bemanning van het schip „De Zeven Provinciën", deze maand binnengekomen, de Nederlandsche bemanning van de „Marewick" te San Francisco zou gevangen zit ten, terwijl het schip zou varen onder een anderen naam? Is het juist, dat de heer Douwes Dekker in een lezing over de Hin- doesche samenzwering te Sema- rang mededeelde, „dat de schepen „Marie" en „Marewick", welbe kend in de Indische wateren, aan het Hindoesche comité behoorden en bestemd waren voor het over brengen van wapens en munitie", en kunnen uit deze mededeeling nadere gegevens omtrent het lot van bedoeld schip worden af geleid? Wil de minister mededeelen, wat vanwege de regeering in hot be hing der betrokken bemanning of der familie van de leden der be manning is gedaan of nog zal worden gedaan." Alle overzeesehe aanvoer vrij. Blijkens door de N. O. T. ont vangen mededeeling zijn alle rant soenen voor den overzeeschen aanvoer van goederen naar Neder land opgeheven, en zijn bovendien opgeheven alle embargo's, behalve voor wat betreft den invoer van oorlogstuig. Beperking van den invoer. In verband met het bericht be- troffende de maatregelen tot be perking van den invoer, schrijft het Hbl.: Wij hebben ons onthouden com mentaar te leveren op de aange kondigde plannen van minister van IJsselsteyn wijl wij gaarne eerst meer bijzonderheden omtrent de beraamde maatregelen zouden willen hooren. Wij leven in zulke vreemde tijden dat een op de markt gooien onder den rede lijken productie-prijs! van goe deren, dat is dus wat men „dum ping" noemt, niet uitgesloten is en inderdaad onze industrie veel kwaad zou kunnen doen. Maar, tot nu toe hebben wij van „dumping" nog weinig gemerkt. Toch moeten wij op alle gebeur lijkheden voorbereid zijn en onge zien mogen de maatregelen tegen „dumping" niet veroordeeld wor den. In deze moeilijke tijden mag onze industrie tegen werkelijke overmachtige vernietigings-maat- regelen beschermd worden. Wij namen het ingezonden stuk echter op als waarschuwing tegen een bescherming onzer industrie, met het doel hoogere prijzen te kunnen vragen dan die waarvoor het buitenland de waren "redelijk en billijk kan aanbieden. De be scherming mag niet beteekenen, dat de waren tegen oorlogsprijz?n verkocht mogen worden, nu de vredesprijzen Komen. Toen de Ne- FEUILLETON. derlandsche handel en industrie in het begin van den oorlog vredes- waren tegen oorlogsprijzen ver kocht, heeft zij grove winsten ge maakt. Nu moet zij eventueele ver liezen kunnen dekken uit de gel den gereserveerd voor de prijsda ling der voorraden. Verhooging van het suiker rantsoen. De minister van Landbouw hééft, onder intrekking van de des betreffende beschikking van zijn ambtsvoorganger d.d. 80 Juli 1918, bepaald, dat de hoeveelheid sui ker, die per week en per hoofd der bevolking beschikbaar wordt ge steld, wordt bepaald op 0.85 K.G. melis no. 1 of bijsoorten naar keuze. Meel voor banketbakkerijen vrij. Met ingang van 1 Mei komt de voor de banketbakkerijen benoo- digde hoeveelheid meel geheel vrij. De veevoederdistributie opgeheven Het Rijkskantoor voor Veevoe der deelt ons mede dat het met machtiging van den Minister van Landbouw de veevoederdistributie in haren vollen omvang na ultimo April a.s. zal doen ophouden. Toe wijzingen aan bijzondere catego rieën van bestellers zullen dus ook niét meer geschieden. Eieren-zwendel. Het heeft sterk de aandacht ge trokken dat de eierprijzen niet allèen niet dalen zooals wanneer dei wet van vraag en aanbod op normale wijze functioneerden het geval zou zijn, in dezen tijd maar integendeel een tendenz vertoonen tot stijging. Bij onderzoek is ons gebleken dat de oorzaak eenvoudig deze is, dat weer enorme hoeveelheden worden achtergehouden met spe culatieve bedoelingen. Het is weer de V. P. N., die on der leiding van den heer Beaufort zich schuldig maakt aan het erger lijke feit volksvoedsel aan de ge meenschap te onttrekken. Er is op het oogenblik kalk-ver bod, desondanks ontving een groote en bekende firma hier Ier stede van de V. P. N. een circu laire van den volgenden inhoud: „Op aanvraag maken wij u spe ciaal voordeelige aanbiedingen voor de levering van prima kalk- eieren gedurende den a.s. winter voor ziekenhuizen en hotels." Hoe kan de Y. P. N. kalkeieren aanbieden als er kalkverbod is? Wy weten dat de V. P. N. vooral groote voorraden achterhoudt. Is het geen tyd dat ingegrepen wordt en aan de praktyken die een zoo noodig volksvoedsel kunstmatig duur houden een einde wordt ge maakt. (Tel.) Malversatiën met N. II. M.- consenten. Naar wy vernemen zyn ernstige malversatiën met N. U. M.-consen- ten aan het licht gekomen. Zonder daartoe gerechtigd te zyn had een commies van de N. U. M. met een handteekeningssterapel consenten opgemaakt voor den uitvoer van vee en manufacturen, ter waarde van eenige millioenen, welke op onwettige wyze in handen van be langhebbenden waren gekomen. De fraude is ontdekt doordat het de aandacht trok van een districts veearts, dat er vee over de grens ging. dat door hem niet was goed gekeurd. Hy stelde de douanen van zyne bevinding in kennis. En toen bleek, dat op de bedoelde con senten voor dén veeuitvoer de ge- bruikeiyke clausule ontbrak, dat het vee door een districtsveearts was goedgekeurd. De douanen deelden zulks mede aan het bureau Uitvoer van het departement van Financiën, dat, zooals men weet, met de N. U. M. in verbinding staat, waarop de directie er weldra in slaagde, den dader te ontmas keren. Deze is in handen van de politie gesteld. •j Onmiddeliyk na de ontdekking jieeft de directie van de N. U. M. Maatregelen genomen, dat de goe- _eren op de consenten vermeld niet verder zouden worden uitge- DE STAMBOOM VAN Mr. BROOKLEY DOOB M V. SNOEK. 21). Hei was het antwoord van mijn Berlynschen vriend, 't Ia mis schien het beste, als ik het woor- deiyk laat volgen. Amice. Je hebt mjj inlichtingen ge vraagd betreffende prins Lorch zu Breitenstein. Telegrafisch heb ik je al aangeraden, voorzichtig te zyn met dat heer, want je bent de dupe van dat soort intri ganten eer je het weet. Wat er van hem bekend is? Betrekkelyk weinig, voor zoo verre het te doen mocht zyn om bepaalde feiten. Maar hetgeen alzoo gemompeld wordt, dat ',a meer dan genoeg om eene ern stige waarschuwing te rechtvaar digen. Prins Erich is de jongste uit een nest van vyf, en het majo raat levert nauwelijks genoeg op om den oudste, prins August, ln staat te stellen naar rang en stand te leven. Natuuriyk is het prins Erich men je bedoelt. Want voor zoo ver ik kon nagaan la den ande ren niets ten laste te leggen dan dat ze arm zyn; op prins Hein- rich na, die een goed huwelyk heeft gedaan en relaties heeft in de „haute finance". Erich is vroeger in het leger geweest, en nu „a. D.". Er moet iets gebeurd zyn indertyd, dat aanleiding gaf tot ontslag, quasi om gezondheidsredenen! Hoe hy aan den kost komt tegenwoor dig, weet niemand. Meest is hy buitenslands, en men veronder stelt dat die afwezigheid niet ge heel vrywillig is. Je herinnert je misschien dat schandaaltje met de „Select Club", erg exclusief, waar jonge broekjes en arge- looze vreemdelingen met bacca rat werden uitgekleed. Hy was één van de commissarissen! Naar men beweert, bracht dat baantje eene maandelyksche „vergoeding" mede van rond 2000 Mark, ongerekend de tan tièmes. Maar dat is nu al een jaar of zes geleden, en met die heerlykheid is het gedaan. Sedert is het met hem helling- af gegaan. Zóóver zelfs, dat zyn naam genoemd is in een oplich- teryzaakje. By ons zyn die typen gelukkig zeldzaam, maar hier vindt je Z9 bij de vleet, die het onteerend achten bescheideniyk hun brood te verdienen, zooals jan-en-alle- man. Maar ze zien er geen been in, hun fatsoen te grabbel te gooien, te parasiteeren op de voerd. De dader schynt het werk tuig te zyn geweest van een con sortium van boosdoeners, die zich reeds gedurende den geheelen tyd van den oorlog hebben toege legd op zaken betreffende den uit voer, welke het licht niet mochten zien. Enkele daarvan zyn reeds opgespoord, terwyl de justitie en recherche bezig zyn na te sporen, wie nog verder by deze zaak be trokken zyn. De aangehouden commies moet een belangryk bedrag voor zyn malversaties van de bende hebben ontvangen. Wijziging der wet op de Oorlogs winstbelasting. De minister van financiën heeft ingetrokken het by Koninkiyke Boodschap van 13 Mei 1918 inge diende wetsontwerp tot wyziging der wet op de Oorlogswinstbelas ting 1916. Geweigerd ontslag uit den zeedienst. Op de vragen van liet Kamerlid Hugenholtz, betreffende de circu laire in zake het aanvragen van vervroegd ontslag uit den zee dienst, antwoordt de minister van Marine o.m. het volgende: „Een circulaire, als in de vraag bedoeld, is als zoodanig niet uit gevaardigd. Aanvankelyk werd ten aanzien van de ma de gedeelteiyke demobi lisatie ingekomen „aanvragen om vervroegd ontslag" besloten, de bereidheid van het marinebestuur, om met inachtneming van de be langen van den dienst en de by- zondere positie van eiken aanvra ger, zoo ruim mogeiyk op te tre den, tot uiting te doen komen prac- tisch door gunstige beslissing op reeds ingekomen verzoeken. Op een veertigtal aanvragen is "toon gunstig beschikt. Deze praktyk had ten gevolge, dat het aantal aanvragen aanzien- ïyk steeg. Met de commandanten der marine is toen geconfereerd over de norm, die men voor de te nemen beslissingen zou aanleggen. Daarby is als vanzelfsprekend vastgesteld, dat manschappen, die een opleiding genoten hadden, en zich verbonden hadden den dienst niet binnen zekeren tyd door eigen toedoen te zullen verlaten, niet zouden worden ontslagen. Voorts werd voor de overigen een grens aangenomen ten aanzien van den tyd, dien men gediend moest heb ben, om voor gunstige beschik king in aanmerking te komen, met het oog op do belangen van den dienst. Eindelyk werden de overige voorwaarden in onderling overleg geregeld. Zuiver bedoeld als resumé dier conferentie, is toen op 9 Januari 1919 aan de commandanten der marine medegedeeld, dat aan de inwilliging van verzoeken om ont slag de voorwaarden werden ver bonden, dat de niet ingediende premie moet worden terugbetaald, minderjarigen de toestemming be hoeven van ouders of voogden en dat na verkregen ontslag, het slui ten van een nieuwe verbintenis by de zeemacht niet wordt toegestaan. Voorts dat zal worden beoordeeld of het ontslag voor den schepeling of voor de zynen zoodanige verbe tering medebrengt, dat ontslag met het oog op de belangen van den dienst en 'smans particuliere be langen gemotiveerd is. Ten gevolge van een misver stand en geheel tegen de bedoe ling in, werd door de commandan ten der marine hieraan algemeene bekendheid gegeven, zonder dat daarby werd gerekend met het feit, dat de aangenomen beper king en de norm voor noodzake- lyke volbrachten diensttyd (saam- gevat in de voor de besprekers af doend duidelyke „belangen van den dienst") daarin waren geme moreerd. De minister erkent, dat daardoor by sommige aanvragers verwach tingen kunnen zyn opgewekt, die inderdaad niet te verwezenlyken waren. Te meer, waar by het hierboven genoemde veertigtal beschikkingen abusievelyk een enkeling was doorgeslopen, waarby gunstig be- gastvryheid en te specuieeren op de royaliteit van menschen, die ze hun mindere achten, om dat ze werken of ooit gewerkt hebben! Die praten ze naar den mond en die kammen ze op, ter wille van de smeer, en bewyzen hun overigens de hooge eer van hun gezelschap. Het terrein is groot genoeg, en overal zyn er van die-par venu's, die zich maar al te gaar ne laten plukken door iemand met een naam die klank heeft. Wat al ydele gekken, die er heel wat voor over hebben om te pronken met deftige relaties, en te kunnen zeggen by voorbeeld: „Mag ik het genoegen hebben, je voor te stellen aan myn vriend, prins Lorch zu Breiten stein?" En al is die vriend wat singulier gelukkig als er een kaartje gelegd wordt, of al heeft hy af en toe vergeten wat klein geld by zich te steken als hy je in eene restauratie te gast ge vraagd heeft, dat zyn van die dingen, die den beste overkomen kunnen, nietwaar? Maar al schryvende bemerk ik, dat ik geen artikeltje te draaien heb voor myn blad, over deca dentie en over klatergoud, en dat het alleen te doen is om inlich tingen. Enfin, die heb je nu. Elders heb ik ook nog eens naar hem geïnformeerd, maar behalve hetgeen zoo ongeveer algemeen bekend is, wist men Ingezonden mededeeling. HELDER. OAMES-K LEE DERMAKER IJ. Mantelcostumes, Mantels, Rokken, uitsluitend naar maat. Chique coup*. Eigalioha stoften. Billijk In prijs. slist was op het verzoek van iemand, die een opleiding had ge volgd. Echter begrijpt, by eenig na denken, ieder, dat deze categorie inderdaad niet in aanmerking kan komen; velen der betrokkenen er kenden dit volmondig. De den schepelingen geboden gelegenheid, om ven-roegd ontslag te verkrygen, is reeds weder ge sloten per 15 April 1.1,; voor de be manning van „De Zeven Provin ciën" is het tydstip, waarvóór de verzoeken moeten zijn ingekomen, gesteld op 16 Mei a.s. Ook al wordt aangenomen, dat de hierbedoelde teleurstelling door de betrokken schepelingen gedeel- telyk aan bovenvermelde feiten kan worden geweten, laten de be langen van den dienst inderdaad niet toe ontslag te verleenen aan Ieder, die het heeft gevraagd." Een gedenkteeken voor Nederland's leger en vloot. De besturen van dc Nederl. Ver eeniging „Ons Leger" en van de KoninkLNederl. Vereeniging „On ze Vloot" hebben een oproep ge richt tol het Nederlandsche volk tot het stichten van een gedenktee ken voor Nederland's leger en vloot ter herinnering aan de dien sten, bewezen gedurende het tyd- vak van Augustus 1914Decem ber 1918. In dezen oproep wordt de gun stige afloop van den achter ons lig- jenden kritieken tyd voor een deel oegeschreven aan onze geogra fische en historische ligging, voor een ander deel aan het beleid en de bewuste wysheid van de leiden de staatslieden in Nederland gedu rende de crisis-jaren, maar onmis kenbaar voor het voornaamste deel het feit, dat Nederland op zyn leger en zyn vloot ten volle heeft kunnen vertrouwen. Wel is de vraag gerezen, of het niet de voorkeur zou verdienen, de inkomende giften te bestemmen voor een fonds of een stichting met een philantropisch doei ten bate der gemobiliseerden van 19141918 of ten nutte van de land- en zeemacht in 't algemeen, maar de besturen der beide ver- eenigingen bleken eenstemmig van oordeel, dat deze vraag ontken nend moest worden beantwoord, niet alleen omdat voor een derge- lyke stichting een veel grooter kapitaal noodig zou zyn dan voor een passend monument, maar ook omdat hier de bedoeling voorzit aan leger en vloot een openiyke en zichtbare hulde te brengen, dat door de gedemobiliseerden per- sooniyk met voldoening beschouwd en met trots aan hunne kinderen jetoond zal worden en dat voor iet nageslacht ten eeuwigen dage zal zyn een opwekking tot vader landslievende plichtsbetrachting en nationale toewijding. Dit ideëele doel is slechte te bereiken door eene, tot het gemoed des volks sprekende, kunstvolle vertolking eener nobele en verheffende ge dachte. De 1-Mei-dag. Geen oproeping der landstormers. De Rotterdamsdie correspondent van „Het Volk" meldde uit be trouwbare bron te hebben verno men, dat er plannen bestaan 20 k 25000 man met het oog op even tueele onlusten op 1 Mei te mobi- liseeren, en dat de minister van Oorlog hiertoe reeds zyn toestem ming gaf. Het Haagsche Corr. Bureau kan mededeelen, dat hiervan te be- voegder plaatse niets bekend is en dat dit bericht allen grond mist. mij niet anders te vertellen dan dat hij tegenwoordig te Parijs domicilie moet hebben, en by- zonder wel getapt schynt in de Amerikaansche kolonie. 't Ware type van den Duit- schen „rasta"; juist iets, om den welgestelden Yankee te impo- neeren, op zoek naar vriend schap en introductie! Verder geen nieuws. Hope, dat het je goed gaat! Steeds gaarne tot je dienst,, t. a. t. WIM. ,,'n Schitterende informatie!" zeide Huib, toen hy me den brief teruggaf. „Het verwondert me niet hard; ik vond al dadelyk, dat de man er onbetrouwbaar uitzag. Hy heeft iets byzonder antipathieks, het was of ik er zoo'n „Ahnung" van had, dat er wat aan haperde." „Ja, natuuriyk, ik zou wel eens willen weten by welke gele genheid voorgevoelens niet uitko men! Maar ondertusschen, die Brookley's zyn aan een goed kan toor Dat was vrywel ook myn eerste gedachte geweest. Sterker nog, al gaf ik my daar zoo dadelyk geen rekenschap van, ik begon eenig wantrouwen te koesteren en ver band te zoeken met het telegram in machineschrift. Of er in het Tiotel, in de schryfkamer, een Remington stond? Scheepsramp. Omtrent de in ons vorig Nr. ge melde scheepsramp, overkomen aan den logger „Nellie" SCH. 288, diene ter aanvulling, dat de schip per D. Bal, de stuurman Ph. Bal en de scheepsjongen Baak de soheepsboot hebben weten te be reiken en door den logger .Noor derlicht" SCH. 159 aan land wer den gebracht. De andere 5 leden der beman ning zyn omgekomen. Het is vrijwel zeker, dat de SCH. 288 op een verankerde myn is geloopen, 6 7 K.M. ten noord westen van ICatwyk. Het voorste deel van de SCH. 288 was geheel stukgeslagen. Geheimzinnige knlkkerregen. Am8terdamsche bladen geven een merkwaardig verhaal van een geheimzinnigen aanslag met knik kers op huizen in de Nieuwe Kerk straat aldaar. Van een onbekende plaats uit wordt met knikkers ge schoten als uit een mitrailleur, zeel ten nadeele van ramen en glasrui ten. Dat begon Maandag jj. en sedert zyn eiken dag, tot gisteren, honderden knikkers gevonden. Het is zoo goed als zeker, schrijft de Tel., dat de knikkers van de Prinsengracht komen. Zy ricoche- teeren via een muur en spatten van de steenen tegen de ruiten. De knikkers er zyn verschillen de vergulde, verzilverde en gerui- ten albasten by vertoonen soms witte plekjes van de kalk van den muur. Een bew-ys, dat ze met kracht worden voortgedreven. Hoe dit gebeurt, is nog niet vast gesteld. Verraoedelyk gebeurt het met een soort kanonnetje met een trekveer. De afstand is te groot voor een catapult en de kracht te hevig voor het gooien met de hand. Bovendien had men dat moeten zien. En nergens was een open raam of werden personen op een dak aangetroffen. De ontsteltenis der Kerkstraatbewoners is begry- pelyk groot. Men ligt den geheelen dag en nacht op den loer, ja men tuurt met verrekykers van de da ken en uit de ramen, in de hoop de daders te ontdekken. Gisteren bleek, dat de geheim zinnige schutter 's morgens zyn kanonnade weer had aangevangen, maar deze had doen eindigen, toen de politie kwam. Nauweiyks waren de mannen weer in het huis of de hagel kletterde weer op de be dreigde huizen. Blykbaar dreigde de knikkervoorraad van den on- zichtbaren schutter op te raken, want dc projectielen bestonden van dat oogenblik af grootendeels uit kiezelsteenen, stukken kalk, een paar scherp geslepen steenen, benevens een nikkelen kogel uit een kogellager. De ontzettende kracht, waarmede de projectielen komen aanzetten, is af te leiden uit het fluiten en snorren der projec tielen. Vrydag sloeg zelf een stuk lood door de ruit van een kamer, waar in een kindje lag te slapen. Ge lukkig werd de kleine niet door de scherven getroffen. In het „schootsveld" tusschen de gebombardeerde huizen en de hui zen aan de Nieuwe Prinsengracht staan twee steenen huisjes, die als bergplaats gebruikt worden. Tus- Bclien die huisjes staat een boom en het schynt dat de takken nu en dan projectielen tegenhouden. Er werden er tenminste een paar aan den voet gevonden. Om zich tegen de fusillade te beschermen, hebben de bewoners lappen en carton tegen de stuk geschoten ruiten getimmerd. In gezelschap van de politie heb ben ze een onderzoek op de daken ingesteld. Ze zyn in boomen ge klommen en hebben daar op de loer gelegen, den omtrek met ver rekykers en zelfs nachtkykers af- spiedende, zonder resultpat. De politie heeft een onderzoek ingesteld in enkele hulzen aan de Nieuwe Prinsengracht. Men ver dacht een der bewoners, die niet wel by het hoofd zou zyn. Maar de bewuste Jonge man, die niet gek is, was bovendien de deur uit ge weest op tydstippen, dat er ge schoten werd. Want dat. er geschoten wordt is „Het zou me niets verwonde ren als die meneer Lorch er in be trokken is, of in ieder geval er meer van afweet!" zeide ik. - „Hoezoo? Heb je daar 'n be paalde reden voor? Ik zal niet zeg gen dat ik er hem te goed voor zou achten, na hetgeen wy van dat heer vernomen hebben. Maar om alleen op grond van je anti pathie hem te verdenken, komt my wat lichtvaardig voor. Of vindt je andere aanwyzingen? Bovendien, wat my betreft ,toen hy zoo ver ontwaardigd deed over den brief van dien kleinen gids, kreeg ik den indruk dat 't hem volkomen ernst was." „Comedie natuurlijk! Want ga zelf maar eens na: wie, behalve wy, kan zoo volkomen op de hoogte geweest zyn van het doen en laten van de Brookley's, de laatste da gen? En wie ook kan genoegzaam geïntroduceerd zyn in Parysche journalistieke kringen, om voeling te hebben met de redactie van de „New-York Telegraph" en dat be richtje te laten lanceeren?" „Wacht eens even!" zeide Huib, terwyl hy met den uitge strekten wysvinger langs zyn neus streek. „Daar valt me iets anders in, en het is best mogelyk dat je geiyk hebt! Laten wij eens even nagaan, hoe de zaak zich zou kün- nen toegedragen hebben. Ik zeg „kunnen want eenig bewys heb ben wy niet, en het biyft voor- loopig by raden. Maar laten wy zoo goed als zeker. In den regel volgen acht projectielen achter elkaar. PLAAT8ELIJK NIEUWS. GEMEENTERAAD. Aan de agenda voor de Raads vergadering op 29 April is nog het volgende toegevoegd: Adres van H. F. van den Berk hof, houdende verzoek om eervol ontslag als Directeur der Gemeen te-Reiniging met ingang van 1 Juli a.s., of zoo mogeiyk vroeger. Schrijven van J. Spruit, inzake het rapport van Mr. de Sitter, om trent de zaak SpruitBouw meester. Mededeeling, dat de werkzaam heden betreffende de publieke werken voortaan zullen zyn opge dragen aan den Wethouder P. de Geus, in plaats van aan den Wet^ houder D. H. Grunwald. Voorstel tot het onderhands ver huren van de z.g. kanaalgronden en de kort geleden aangekochte landerijen, voor het jaar 1919. Voorstel inzake de bestaande duurtetoeslagregeling. Voorstel tot het verleenen van een subsidie groot 3730.— aar de Heldersche Winkeliersvereeni- ging alhier, ten behoeve van het oprichten van een handelsdag school met 3-jarigen cursus. Voorstel tot wyziging der be staande Burgeravondschool met 4-jarigen cursus in een avondtee- kenschool met 6-jarigen cursus. Voorstel tot het verleenen van een subsidie groot 400.aan de Vereeniging „Vakschool voor meisjes voor Helder en Omstre ken", alhier, ten behoeve van de instelling, naast de bestaande, van nieuwe naai- en vcrstelcur- sussen. Klokkenist. Voorgedragen wordt de èenige sollicitant J. Wieringa. Duurtetoeslag ambtenaren en gemeentewerklieden. In de door den Raad aangeno men duurtetoeslagregeling komt o.m. de bepaling voor, dat aan alle daanoor in aanmerking komende ambtenaren en werklieden in dienst dezer gemeente toeslag zal worden toegekend voor zooverre zy over 1918 niet uit anderen hoof de duurtetoeslag hebben genoten. Nu zyn er verschillende perso nen, die in 1918 uit anderen hoof de wel duurtetoeslag ontvingen, maar tot een lager bedrag dan waarop zy overeenkomstig even- bedoelde regeling, recht zouden hebben kunnen laten gelden, wan neer zy uit anderen hoofde geen duurtetoeslag hadden genoten. Hierop heeft de afd. Helder van den Bond van Arbeiders in Open bare Diensten en Bedrijven blyk baar ook het oog in haar voor den Raad ter inzage gelegd schryven. De vraag is nu gerezen of zooda nige ambtenaren en werklieden voor oen duurtetoeslag der ge meente in aanmerking behooren te komen. Nog een ander punt meenen B. en W. onder de aandacht van den Raad te moeten brengen. Als criterium voor de toekenning van den duurtetoeslag komt in de rege ling o.a. een bepaling voor, dat de betrokken personen op 1 Januari 1919 in gemeentedienst moesten zyn. Een zoodanige bepaling ont breekt echter ten aanzien van de vraag omtrent het tydstip, waarop het huwelyk van den ambtenaar of werkman moest bestaan. In het oorspronkelyk voorstel van B. en W., dat geen onderschei ding maakte tussohen al of niet gehuwd zyn, was daarvoor geen plaats; bij aanneming van het voorstel-Biersteker werd die da tum niet opgenomen. Er bestaat nu twyfel welk tydstip daarvoor moet worden gehouden. Het komt B. en W. noodzakeiyk voor, dat omtrent heide vraagstuk- ken alsnog eene beslissing worde genomen. Ln verband met de ingekomen adressen van de Af deeling Helder van den Bond van Arbeiders in Openbare Diensten en Bedryven, houdende o.m. het verzoek om de lng»xond»n mededeeling. RROITE SORTEERINB losse werklieden en de brugwach ters alsnog duurtetoeslag uit te keeren, verwyzen B. en >V„ voor zoover de eerste categorie van personen betreft, naar het besluit van 25 Februari j.L, waarby de z.g. losse werklieden, die niet in de termen vallen van verlof- en ziektedagen', van toeslag zyn uit gesloten, terwyl wat de brugwach ters aangaat door het College is gemeend deze personen van toe slag te moeten uitsluiten, omdat zy hun hoofdbestaan niet in ge meentedienst vinden. (Het salaris van de brugwachters is 500; volgens opgave van de controle der Plaatselyke Belastingen is hun inkomen als volgt: J. v. Otteren ƒ1200, C. G. Lokkers ƒ1100, J. Dekker J 1200, A. P. J. G. Maigret J 1250 en C. v. Otteren S1200). Handelsdagsehool. B. en W. hebben het volgende schryven aan den Raad gericht: De Algemeene Heldersche Win keliersvereniging heeft zich by schryven van 12 Juni 1918 tot uwe vergadering gewend met het verzoek om toekenning van een jaarlyksch subsidie van ƒ3730. ten behoeve van een door haar op te richten Handelsdagschool met 8-jarigen cursus. Zy meende de behoefte aan een dergelyke onder- wysinrichting in onze gemeente uit verschillende omstandigheden te mogen afleiden. Immers moge de belangstelling voor het handels- onderwys in 't algemeen blyken uit het geleidelyk toenemend aan tal leerlingen van de door haar in 1912 opgerichte Handelsavond school. Deze onderwysinrichting, welke voortbouwt op de resultaten, die op de gewone lagere school verkregen zyn, kan intusschen niet voorzien in de behoefte aan handelsonderwys op eenigszins broederen grondslag. Juist voor hen, die een school voor M. U. L. O. hebben doorloopen en in aanslui ting daaraan voor den handel wenschen te worden opgeleid be staat in deze gemeente geen gele- jenheid om hun doel te bereiken iiérin te voorzien beoogt de bo vengenoemde vereeniging met de oprichting van haar handelsdag school. De Commissie van bijstand voor het Gemeente-Onderwys, wier ge voelen omtrent dit verzoek door ons is ingewonnen, geeft, mits aan enkele nader door haar aan gegeven voorwaarden wordt vol- daah, inwilliging van het verzoek in overweging. De Commissie van toezicht op het Middelbaar Onderwys, even eens over deze zaak geboord, heeft aanvankelijk verschillende beden kingen geopperd. Het kan intus- achèn geen nut hebben deze aan een nadere beschouwing te onder werpen wyl eén uitvoerige bespre king, die uit deze bezwaren Is voortgevloeid, de Commissie aan leiding heeft gegeven, de gemaak te bedenkingen in hoofdzaak terug te nemen. Alleeh blijft zij de aandacht ves tigen op de wenschelykheid om zoo spoedig mogelyk de op te richten Handelsdagschool tot een gemeenteUjke onderwysinrichting te maken. By dezen wensch slui ten wy ons aan. Ofschoon voor 't oogènblik door het stellen van voorwaarden genoegzamen invloed op den gang van het onderwijs kan worden verkregen zal hot in de toekomst o.l. aanbeveling ver dienen de geheele zaak tot voor werp van gemeentezorg te maken. Aan dit schrijven zyn toegevoegd eens veronderstellen, dat ook nu je voorgevoelens je niet bedriegen. Dan hebben wy de volgende ge gevens. „In de eerste plaats dan, wat de financieele positie van prins Lorch betreft: er is geen twyfel aan of zijn blazoen kan het vergulden best verdragen. In de tweede plaats mogen wy aannemen, dat een cheque met de hartdteekening van mr. Brookley hem even lief zal zyn en met even veel genoegen geho noreerd zal worden als eene aan- wyzing van wien ook; en of een millioen of wat dollars verdiend is met het fabriceeren van schoen smeer of met het plukken van Duitsche paohters, dat kan je hel geld niet aanzien. Laten wy nu eens aannemen dat mr. Brookley hem zou lusten als schoonzoon, maar dat juffrouw Florence over wegende bezwaren heeft; eene quaestie van smaak natuuriyk. Al kan ik me voorstellen, dat zy liever niet zoo'n oud merk heeft, en dat papa Brookley de titel niet bele gen genoeg kan zyn! Wat kan je in zoo'n geval verwachten van zoo'n sujet? Dat hy trachten zal de zaak te forceeren, en gaat het niet goedschik.^ dan moet het maar kwaadschiks. Kan hy het zóóver sturen, dat hy haar op eene of andere wijze compromitteert, dan heeft hy zyn zaak gewonnen en zal zy wel toegeven; te meer, omdat hy al by voorbaat mag rekenen op den vaderlyken zegen. Wat zou Jo zeggen van eene theorie als deze?" besloot Huib, grimmig. „En verder? Ik bedoel, wat betrfeft de wyze van uitvoering?" vroeg ik. „Verder? Wel, laten wy de feiten even ordenen! Op een zeke ren morgen is juffrouw Florence er niet, en niemand weet waar ze uithfengt. Tot er een telegram komt, dat ze naar Londen Is op haar eentje. Byna onmiddeliyk versbhynt er een berichtje in de Parysche editie van de „New- York Telegraph", dat zy er van door zou zyn met een bekend type. Neem nu eens aan dat dit hetzelf de ons bekende type is, dat in op dracht van mr. Brookley haar daar gaat zoeken; en herinner je met een, dat de „season" nu in vollen gang is! Wat is het gevolg als hy haar inderdaad uitvindt, en met haar gezien wordt in een restau rant k la mode? Dat het couran tenberichtje, waarvan zy vermoe- delyk onkundig is, aldus bevestigd wordt, en redelyke twyfel eraan is uitgesloten voor wie hen te zamen gezien heeft! Begryp je me?" „Zeker! Alleen, je vergeet een paar kleinigheden. In de eerste plaats is zy niet op haar eentje overgestoken (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1919 | | pagina 1