HELDERSCHECOURANT
HERMANÜYPELS,
-= MELDER. =-
Dimt- h Kindir-Confictie,
SIOFFFI Voiles - Corsstlsn.
No. BOB2
DINSOAQ 29 APRIL 1919
4.7* JAARflANa
Rodaofur-Uttgevri C. DB MÖBWt Jr.t Helder. Oplaag 7000 »x. Abonnem>nt»prl]»» In d« »tad f 1.16, pa» poat f 1.40. Baltenfrt»d 2.40 Loa— ex. 3 f. - AdwrlmWn per regel I7V. ot.
BINNENLAND.
De „Rindjani" en de „Oranje".
Blijkens hier te lande ontvangen
draadloos bericht., zal het stoom
schip „Rindjani" van den Rotter-
damschen Lloyd, op thuisrei9, ver
moedelijk einde dezer maand bin
nenkomen en het stoomschip
..Oranje" van de Maatschappij
„Nederland" vermoedelijk 28 dezer.
De gereqnireerde schepen.
Het stoomschip „Jan van Nas
sau", van den Kon. W.-Ind. Mail
dienst, dat thans nog voor de
Amerikaansche regeering vaart,
zal in de volgende maand worden
terug gegeven.
Het schip wordt een dezer dagen
van Boston te Kopenhagen ver
wacht. Vandaar komt het naar
Amsterdam om te laden voor
W.-Indië.
Nederlandsche zeelleden in
gevangenschap?
Het Kamerlid Troelstra heelt de
volgende vragen tot den minister
van Buiten]andsche Zaken gericht:
„Is het den minister bekend, dat
omtrent het s.s; „Marewick", dat
14 Aug. de haven van Manilla ver
liet, sindsdien niets is vernomen.
Heeft de minister vernomen, dat
volgens mededeeling van een lid
der bemanning van het schip „De
Zeven Provinciën", deze maand
binnengekomen, de Nederlandsche
bemanning van de „Marewick" te
San Francisco zou gevangen zit
ten, terwijl het schip zou varen
onder een anderen naam?
Is het juist, dat de heer Douwes
Dekker in een lezing over de Hin-
doesche samenzwering te Sema-
rang mededeelde, „dat de schepen
„Marie" en „Marewick", welbe
kend in de Indische wateren, aan
het Hindoesche comité behoorden
en bestemd waren voor het over
brengen van wapens en munitie",
en kunnen uit deze mededeeling
nadere gegevens omtrent het lot
van bedoeld schip worden af
geleid?
Wil de minister mededeelen, wat
vanwege de regeering in hot be
hing der betrokken bemanning of
der familie van de leden der be
manning is gedaan of nog zal
worden gedaan."
Alle overzeesehe aanvoer vrij.
Blijkens door de N. O. T. ont
vangen mededeeling zijn alle rant
soenen voor den overzeeschen
aanvoer van goederen naar Neder
land opgeheven, en zijn bovendien
opgeheven alle embargo's, behalve
voor wat betreft den invoer van
oorlogstuig.
Beperking van den invoer.
In verband met het bericht be-
troffende de maatregelen tot be
perking van den invoer, schrijft
het Hbl.:
Wij hebben ons onthouden com
mentaar te leveren op de aange
kondigde plannen van minister
van IJsselsteyn wijl wij gaarne
eerst meer bijzonderheden omtrent
de beraamde maatregelen zouden
willen hooren. Wij leven in zulke
vreemde tijden dat een op de
markt gooien onder den rede
lijken productie-prijs! van goe
deren, dat is dus wat men „dum
ping" noemt, niet uitgesloten is en
inderdaad onze industrie veel
kwaad zou kunnen doen. Maar, tot
nu toe hebben wij van „dumping"
nog weinig gemerkt.
Toch moeten wij op alle gebeur
lijkheden voorbereid zijn en onge
zien mogen de maatregelen tegen
„dumping" niet veroordeeld wor
den. In deze moeilijke tijden mag
onze industrie tegen werkelijke
overmachtige vernietigings-maat-
regelen beschermd worden.
Wij namen het ingezonden stuk
echter op als waarschuwing tegen
een bescherming onzer industrie,
met het doel hoogere prijzen te
kunnen vragen dan die waarvoor
het buitenland de waren "redelijk
en billijk kan aanbieden. De be
scherming mag niet beteekenen,
dat de waren tegen oorlogsprijz?n
verkocht mogen worden, nu de
vredesprijzen Komen. Toen de Ne-
FEUILLETON.
derlandsche handel en industrie in
het begin van den oorlog vredes-
waren tegen oorlogsprijzen ver
kocht, heeft zij grove winsten ge
maakt. Nu moet zij eventueele ver
liezen kunnen dekken uit de gel
den gereserveerd voor de prijsda
ling der voorraden.
Verhooging van het suiker
rantsoen.
De minister van Landbouw
hééft, onder intrekking van de des
betreffende beschikking van zijn
ambtsvoorganger d.d. 80 Juli 1918,
bepaald, dat de hoeveelheid sui
ker, die per week en per hoofd der
bevolking beschikbaar wordt ge
steld, wordt bepaald op 0.85 K.G.
melis no. 1 of bijsoorten naar
keuze.
Meel voor banketbakkerijen vrij.
Met ingang van 1 Mei komt de
voor de banketbakkerijen benoo-
digde hoeveelheid meel geheel vrij.
De veevoederdistributie opgeheven
Het Rijkskantoor voor Veevoe
der deelt ons mede dat het met
machtiging van den Minister van
Landbouw de veevoederdistributie
in haren vollen omvang na ultimo
April a.s. zal doen ophouden. Toe
wijzingen aan bijzondere catego
rieën van bestellers zullen dus ook
niét meer geschieden.
Eieren-zwendel.
Het heeft sterk de aandacht ge
trokken dat de eierprijzen niet
allèen niet dalen zooals wanneer
dei wet van vraag en aanbod op
normale wijze functioneerden het
geval zou zijn, in dezen tijd maar
integendeel een tendenz vertoonen
tot stijging.
Bij onderzoek is ons gebleken
dat de oorzaak eenvoudig deze is,
dat weer enorme hoeveelheden
worden achtergehouden met spe
culatieve bedoelingen.
Het is weer de V. P. N., die on
der leiding van den heer Beaufort
zich schuldig maakt aan het erger
lijke feit volksvoedsel aan de ge
meenschap te onttrekken.
Er is op het oogenblik kalk-ver
bod, desondanks ontving een
groote en bekende firma hier Ier
stede van de V. P. N. een circu
laire van den volgenden inhoud:
„Op aanvraag maken wij u spe
ciaal voordeelige aanbiedingen
voor de levering van prima kalk-
eieren gedurende den a.s. winter
voor ziekenhuizen en hotels."
Hoe kan de Y. P. N. kalkeieren
aanbieden als er kalkverbod is?
Wy weten dat de V. P. N. vooral
groote voorraden achterhoudt. Is
het geen tyd dat ingegrepen wordt
en aan de praktyken die een zoo
noodig volksvoedsel kunstmatig
duur houden een einde wordt ge
maakt. (Tel.)
Malversatiën met N. II. M.-
consenten.
Naar wy vernemen zyn ernstige
malversatiën met N. U. M.-consen-
ten aan het licht gekomen. Zonder
daartoe gerechtigd te zyn had een
commies van de N. U. M. met een
handteekeningssterapel consenten
opgemaakt voor den uitvoer van
vee en manufacturen, ter waarde
van eenige millioenen, welke op
onwettige wyze in handen van be
langhebbenden waren gekomen.
De fraude is ontdekt doordat het
de aandacht trok van een districts
veearts, dat er vee over de grens
ging. dat door hem niet was goed
gekeurd. Hy stelde de douanen
van zyne bevinding in kennis. En
toen bleek, dat op de bedoelde con
senten voor dén veeuitvoer de ge-
bruikeiyke clausule ontbrak, dat
het vee door een districtsveearts
was goedgekeurd. De douanen
deelden zulks mede aan het bureau
Uitvoer van het departement van
Financiën, dat, zooals men weet,
met de N. U. M. in verbinding
staat, waarop de directie er weldra
in slaagde, den dader te ontmas
keren. Deze is in handen van de
politie gesteld.
•j Onmiddeliyk na de ontdekking
jieeft de directie van de N. U. M.
Maatregelen genomen, dat de goe-
_eren op de consenten vermeld
niet verder zouden worden uitge-
DE STAMBOOM
VAN Mr. BROOKLEY
DOOB
M V. SNOEK.
21).
Hei was het antwoord van mijn
Berlynschen vriend, 't Ia mis
schien het beste, als ik het woor-
deiyk laat volgen.
Amice.
Je hebt mjj inlichtingen ge
vraagd betreffende prins Lorch
zu Breitenstein. Telegrafisch heb
ik je al aangeraden, voorzichtig
te zyn met dat heer, want je
bent de dupe van dat soort intri
ganten eer je het weet.
Wat er van hem bekend is?
Betrekkelyk weinig, voor zoo
verre het te doen mocht zyn om
bepaalde feiten. Maar hetgeen
alzoo gemompeld wordt, dat ',a
meer dan genoeg om eene ern
stige waarschuwing te rechtvaar
digen.
Prins Erich is de jongste uit
een nest van vyf, en het majo
raat levert nauwelijks genoeg op
om den oudste, prins August, ln
staat te stellen naar rang en
stand te leven.
Natuuriyk is het prins Erich
men je bedoelt. Want voor zoo
ver ik kon nagaan la den ande
ren niets ten laste te leggen dan
dat ze arm zyn; op prins Hein-
rich na, die een goed huwelyk
heeft gedaan en relaties heeft in
de „haute finance".
Erich is vroeger in het leger
geweest, en nu „a. D.". Er moet
iets gebeurd zyn indertyd, dat
aanleiding gaf tot ontslag, quasi
om gezondheidsredenen! Hoe hy
aan den kost komt tegenwoor
dig, weet niemand. Meest is hy
buitenslands, en men veronder
stelt dat die afwezigheid niet ge
heel vrywillig is. Je herinnert je
misschien dat schandaaltje met
de „Select Club", erg exclusief,
waar jonge broekjes en arge-
looze vreemdelingen met bacca
rat werden uitgekleed. Hy was
één van de commissarissen!
Naar men beweert, bracht dat
baantje eene maandelyksche
„vergoeding" mede van rond
2000 Mark, ongerekend de tan
tièmes. Maar dat is nu al een
jaar of zes geleden, en met die
heerlykheid is het gedaan.
Sedert is het met hem helling-
af gegaan. Zóóver zelfs, dat zyn
naam genoemd is in een oplich-
teryzaakje.
By ons zyn die typen gelukkig
zeldzaam, maar hier vindt je Z9
bij de vleet, die het onteerend
achten bescheideniyk hun brood
te verdienen, zooals jan-en-alle-
man. Maar ze zien er geen been
in, hun fatsoen te grabbel te
gooien, te parasiteeren op de
voerd. De dader schynt het werk
tuig te zyn geweest van een con
sortium van boosdoeners, die zich
reeds gedurende den geheelen
tyd van den oorlog hebben toege
legd op zaken betreffende den uit
voer, welke het licht niet mochten
zien. Enkele daarvan zyn reeds
opgespoord, terwyl de justitie en
recherche bezig zyn na te sporen,
wie nog verder by deze zaak be
trokken zyn.
De aangehouden commies moet
een belangryk bedrag voor zyn
malversaties van de bende hebben
ontvangen.
Wijziging der wet op de Oorlogs
winstbelasting.
De minister van financiën heeft
ingetrokken het by Koninkiyke
Boodschap van 13 Mei 1918 inge
diende wetsontwerp tot wyziging
der wet op de Oorlogswinstbelas
ting 1916.
Geweigerd ontslag uit den
zeedienst.
Op de vragen van liet Kamerlid
Hugenholtz, betreffende de circu
laire in zake het aanvragen van
vervroegd ontslag uit den zee
dienst, antwoordt de minister van
Marine o.m. het volgende:
„Een circulaire, als in de vraag
bedoeld, is als zoodanig niet uit
gevaardigd.
Aanvankelyk werd ten aanzien
van de ma de gedeelteiyke demobi
lisatie ingekomen „aanvragen om
vervroegd ontslag" besloten, de
bereidheid van het marinebestuur,
om met inachtneming van de be
langen van den dienst en de by-
zondere positie van eiken aanvra
ger, zoo ruim mogeiyk op te tre
den, tot uiting te doen komen prac-
tisch door gunstige beslissing op
reeds ingekomen verzoeken.
Op een veertigtal aanvragen is
"toon gunstig beschikt.
Deze praktyk had ten gevolge,
dat het aantal aanvragen aanzien-
ïyk steeg. Met de commandanten
der marine is toen geconfereerd
over de norm, die men voor de te
nemen beslissingen zou aanleggen.
Daarby is als vanzelfsprekend
vastgesteld, dat manschappen, die
een opleiding genoten hadden, en
zich verbonden hadden den dienst
niet binnen zekeren tyd door eigen
toedoen te zullen verlaten, niet
zouden worden ontslagen. Voorts
werd voor de overigen een grens
aangenomen ten aanzien van den
tyd, dien men gediend moest heb
ben, om voor gunstige beschik
king in aanmerking te komen, met
het oog op do belangen van den
dienst.
Eindelyk werden de overige
voorwaarden in onderling overleg
geregeld.
Zuiver bedoeld als resumé dier
conferentie, is toen op 9 Januari
1919 aan de commandanten der
marine medegedeeld, dat aan de
inwilliging van verzoeken om ont
slag de voorwaarden werden ver
bonden, dat de niet ingediende
premie moet worden terugbetaald,
minderjarigen de toestemming be
hoeven van ouders of voogden en
dat na verkregen ontslag, het slui
ten van een nieuwe verbintenis by
de zeemacht niet wordt toegestaan.
Voorts dat zal worden beoordeeld
of het ontslag voor den schepeling
of voor de zynen zoodanige verbe
tering medebrengt, dat ontslag met
het oog op de belangen van den
dienst en 'smans particuliere be
langen gemotiveerd is.
Ten gevolge van een misver
stand en geheel tegen de bedoe
ling in, werd door de commandan
ten der marine hieraan algemeene
bekendheid gegeven, zonder dat
daarby werd gerekend met het
feit, dat de aangenomen beper
king en de norm voor noodzake-
lyke volbrachten diensttyd (saam-
gevat in de voor de besprekers af
doend duidelyke „belangen van
den dienst") daarin waren geme
moreerd.
De minister erkent, dat daardoor
by sommige aanvragers verwach
tingen kunnen zyn opgewekt, die
inderdaad niet te verwezenlyken
waren.
Te meer, waar by het hierboven
genoemde veertigtal beschikkingen
abusievelyk een enkeling was
doorgeslopen, waarby gunstig be-
gastvryheid en te specuieeren op
de royaliteit van menschen,
die ze hun mindere achten, om
dat ze werken of ooit gewerkt
hebben! Die praten ze naar den
mond en die kammen ze op, ter
wille van de smeer, en bewyzen
hun overigens de hooge eer van
hun gezelschap.
Het terrein is groot genoeg,
en overal zyn er van die-par
venu's, die zich maar al te gaar
ne laten plukken door iemand
met een naam die klank heeft.
Wat al ydele gekken, die er heel
wat voor over hebben om te
pronken met deftige relaties, en
te kunnen zeggen by voorbeeld:
„Mag ik het genoegen hebben,
je voor te stellen aan myn
vriend, prins Lorch zu Breiten
stein?" En al is die vriend wat
singulier gelukkig als er een
kaartje gelegd wordt, of al heeft
hy af en toe vergeten wat klein
geld by zich te steken als hy je
in eene restauratie te gast ge
vraagd heeft, dat zyn van die
dingen, die den beste overkomen
kunnen, nietwaar?
Maar al schryvende bemerk ik,
dat ik geen artikeltje te draaien
heb voor myn blad, over deca
dentie en over klatergoud, en dat
het alleen te doen is om inlich
tingen. Enfin, die heb je nu.
Elders heb ik ook nog eens
naar hem geïnformeerd, maar
behalve hetgeen zoo ongeveer
algemeen bekend is, wist men
Ingezonden mededeeling.
HELDER.
OAMES-K LEE DERMAKER IJ.
Mantelcostumes,
Mantels, Rokken,
uitsluitend naar maat.
Chique coup*. Eigalioha stoften.
Billijk In prijs.
slist was op het verzoek van
iemand, die een opleiding had ge
volgd.
Echter begrijpt, by eenig na
denken, ieder, dat deze categorie
inderdaad niet in aanmerking kan
komen; velen der betrokkenen er
kenden dit volmondig.
De den schepelingen geboden
gelegenheid, om ven-roegd ontslag
te verkrygen, is reeds weder ge
sloten per 15 April 1.1,; voor de be
manning van „De Zeven Provin
ciën" is het tydstip, waarvóór de
verzoeken moeten zijn ingekomen,
gesteld op 16 Mei a.s.
Ook al wordt aangenomen, dat
de hierbedoelde teleurstelling door
de betrokken schepelingen gedeel-
telyk aan bovenvermelde feiten
kan worden geweten, laten de be
langen van den dienst inderdaad
niet toe ontslag te verleenen aan
Ieder, die het heeft gevraagd."
Een gedenkteeken voor
Nederland's leger en vloot.
De besturen van dc Nederl. Ver
eeniging „Ons Leger" en van de
KoninkLNederl. Vereeniging „On
ze Vloot" hebben een oproep ge
richt tol het Nederlandsche volk
tot het stichten van een gedenktee
ken voor Nederland's leger en
vloot ter herinnering aan de dien
sten, bewezen gedurende het tyd-
vak van Augustus 1914Decem
ber 1918.
In dezen oproep wordt de gun
stige afloop van den achter ons lig-
jenden kritieken tyd voor een deel
oegeschreven aan onze geogra
fische en historische ligging, voor
een ander deel aan het beleid en
de bewuste wysheid van de leiden
de staatslieden in Nederland gedu
rende de crisis-jaren, maar onmis
kenbaar voor het voornaamste deel
het feit, dat Nederland op zyn
leger en zyn vloot ten volle heeft
kunnen vertrouwen.
Wel is de vraag gerezen, of het
niet de voorkeur zou verdienen, de
inkomende giften te bestemmen
voor een fonds of een stichting
met een philantropisch doei ten
bate der gemobiliseerden van
19141918 of ten nutte van de
land- en zeemacht in 't algemeen,
maar de besturen der beide ver-
eenigingen bleken eenstemmig van
oordeel, dat deze vraag ontken
nend moest worden beantwoord,
niet alleen omdat voor een derge-
lyke stichting een veel grooter
kapitaal noodig zou zyn dan voor
een passend monument, maar ook
omdat hier de bedoeling voorzit
aan leger en vloot een openiyke en
zichtbare hulde te brengen, dat
door de gedemobiliseerden per-
sooniyk met voldoening beschouwd
en met trots aan hunne kinderen
jetoond zal worden en dat voor
iet nageslacht ten eeuwigen dage
zal zyn een opwekking tot vader
landslievende plichtsbetrachting en
nationale toewijding. Dit ideëele
doel is slechte te bereiken door
eene, tot het gemoed des volks
sprekende, kunstvolle vertolking
eener nobele en verheffende ge
dachte.
De 1-Mei-dag.
Geen oproeping der landstormers.
De Rotterdamsdie correspondent
van „Het Volk" meldde uit be
trouwbare bron te hebben verno
men, dat er plannen bestaan 20 k
25000 man met het oog op even
tueele onlusten op 1 Mei te mobi-
liseeren, en dat de minister van
Oorlog hiertoe reeds zyn toestem
ming gaf.
Het Haagsche Corr. Bureau kan
mededeelen, dat hiervan te be-
voegder plaatse niets bekend is en
dat dit bericht allen grond mist.
mij niet anders te vertellen dan
dat hij tegenwoordig te Parijs
domicilie moet hebben, en by-
zonder wel getapt schynt in de
Amerikaansche kolonie.
't Ware type van den Duit-
schen „rasta"; juist iets, om den
welgestelden Yankee te impo-
neeren, op zoek naar vriend
schap en introductie!
Verder geen nieuws. Hope, dat
het je goed gaat!
Steeds gaarne tot je dienst,,
t. a. t.
WIM.
,,'n Schitterende informatie!"
zeide Huib, toen hy me den brief
teruggaf.
„Het verwondert me niet
hard; ik vond al dadelyk, dat de
man er onbetrouwbaar uitzag. Hy
heeft iets byzonder antipathieks,
het was of ik er zoo'n „Ahnung"
van had, dat er wat aan haperde."
„Ja, natuuriyk, ik zou wel
eens willen weten by welke gele
genheid voorgevoelens niet uitko
men! Maar ondertusschen, die
Brookley's zyn aan een goed kan
toor
Dat was vrywel ook myn eerste
gedachte geweest. Sterker nog, al
gaf ik my daar zoo dadelyk geen
rekenschap van, ik begon eenig
wantrouwen te koesteren en ver
band te zoeken met het telegram
in machineschrift. Of er in het
Tiotel, in de schryfkamer, een
Remington stond?
Scheepsramp.
Omtrent de in ons vorig Nr. ge
melde scheepsramp, overkomen
aan den logger „Nellie" SCH. 288,
diene ter aanvulling, dat de schip
per D. Bal, de stuurman Ph. Bal
en de scheepsjongen Baak de
soheepsboot hebben weten te be
reiken en door den logger .Noor
derlicht" SCH. 159 aan land wer
den gebracht.
De andere 5 leden der beman
ning zyn omgekomen.
Het is vrijwel zeker, dat de
SCH. 288 op een verankerde myn
is geloopen, 6 7 K.M. ten noord
westen van ICatwyk. Het voorste
deel van de SCH. 288 was geheel
stukgeslagen.
Geheimzinnige knlkkerregen.
Am8terdamsche bladen geven
een merkwaardig verhaal van een
geheimzinnigen aanslag met knik
kers op huizen in de Nieuwe Kerk
straat aldaar. Van een onbekende
plaats uit wordt met knikkers ge
schoten als uit een mitrailleur, zeel
ten nadeele van ramen en glasrui
ten. Dat begon Maandag jj. en
sedert zyn eiken dag, tot gisteren,
honderden knikkers gevonden.
Het is zoo goed als zeker, schrijft
de Tel., dat de knikkers van de
Prinsengracht komen. Zy ricoche-
teeren via een muur en spatten
van de steenen tegen de ruiten.
De knikkers er zyn verschillen
de vergulde, verzilverde en gerui-
ten albasten by vertoonen soms
witte plekjes van de kalk van den
muur. Een bew-ys, dat ze met
kracht worden voortgedreven.
Hoe dit gebeurt, is nog niet vast
gesteld. Verraoedelyk gebeurt het
met een soort kanonnetje met een
trekveer. De afstand is te groot
voor een catapult en de kracht te
hevig voor het gooien met de hand.
Bovendien had men dat moeten
zien. En nergens was een open
raam of werden personen op een
dak aangetroffen. De ontsteltenis
der Kerkstraatbewoners is begry-
pelyk groot. Men ligt den geheelen
dag en nacht op den loer, ja men
tuurt met verrekykers van de da
ken en uit de ramen, in de hoop
de daders te ontdekken.
Gisteren bleek, dat de geheim
zinnige schutter 's morgens zyn
kanonnade weer had aangevangen,
maar deze had doen eindigen, toen
de politie kwam. Nauweiyks waren
de mannen weer in het huis of de
hagel kletterde weer op de be
dreigde huizen. Blykbaar dreigde
de knikkervoorraad van den on-
zichtbaren schutter op te raken,
want dc projectielen bestonden
van dat oogenblik af grootendeels
uit kiezelsteenen, stukken kalk,
een paar scherp geslepen steenen,
benevens een nikkelen kogel uit
een kogellager. De ontzettende
kracht, waarmede de projectielen
komen aanzetten, is af te leiden uit
het fluiten en snorren der projec
tielen.
Vrydag sloeg zelf een stuk lood
door de ruit van een kamer, waar
in een kindje lag te slapen. Ge
lukkig werd de kleine niet door
de scherven getroffen.
In het „schootsveld" tusschen de
gebombardeerde huizen en de hui
zen aan de Nieuwe Prinsengracht
staan twee steenen huisjes, die als
bergplaats gebruikt worden. Tus-
Bclien die huisjes staat een boom
en het schynt dat de takken nu en
dan projectielen tegenhouden. Er
werden er tenminste een paar aan
den voet gevonden.
Om zich tegen de fusillade te
beschermen, hebben de bewoners
lappen en carton tegen de stuk
geschoten ruiten getimmerd.
In gezelschap van de politie heb
ben ze een onderzoek op de daken
ingesteld. Ze zyn in boomen ge
klommen en hebben daar op de
loer gelegen, den omtrek met ver
rekykers en zelfs nachtkykers af-
spiedende, zonder resultpat.
De politie heeft een onderzoek
ingesteld in enkele hulzen aan de
Nieuwe Prinsengracht. Men ver
dacht een der bewoners, die niet
wel by het hoofd zou zyn. Maar de
bewuste Jonge man, die niet gek
is, was bovendien de deur uit ge
weest op tydstippen, dat er ge
schoten werd.
Want dat. er geschoten wordt is
„Het zou me niets verwonde
ren als die meneer Lorch er in be
trokken is, of in ieder geval er
meer van afweet!" zeide ik.
- „Hoezoo? Heb je daar 'n be
paalde reden voor? Ik zal niet zeg
gen dat ik er hem te goed voor
zou achten, na hetgeen wy van
dat heer vernomen hebben. Maar
om alleen op grond van je anti
pathie hem te verdenken, komt my
wat lichtvaardig voor. Of vindt je
andere aanwyzingen? Bovendien,
wat my betreft ,toen hy zoo ver
ontwaardigd deed over den brief
van dien kleinen gids, kreeg ik
den indruk dat 't hem volkomen
ernst was."
„Comedie natuurlijk! Want
ga zelf maar eens na: wie, behalve
wy, kan zoo volkomen op de hoogte
geweest zyn van het doen en laten
van de Brookley's, de laatste da
gen? En wie ook kan genoegzaam
geïntroduceerd zyn in Parysche
journalistieke kringen, om voeling
te hebben met de redactie van de
„New-York Telegraph" en dat be
richtje te laten lanceeren?"
„Wacht eens even!" zeide
Huib, terwyl hy met den uitge
strekten wysvinger langs zyn neus
streek. „Daar valt me iets anders
in, en het is best mogelyk dat je
geiyk hebt! Laten wij eens even
nagaan, hoe de zaak zich zou kün-
nen toegedragen hebben. Ik zeg
„kunnen want eenig bewys heb
ben wy niet, en het biyft voor-
loopig by raden. Maar laten wy
zoo goed als zeker. In den regel
volgen acht projectielen achter
elkaar.
PLAAT8ELIJK NIEUWS.
GEMEENTERAAD.
Aan de agenda voor de Raads
vergadering op 29 April is nog
het volgende toegevoegd:
Adres van H. F. van den Berk
hof, houdende verzoek om eervol
ontslag als Directeur der Gemeen
te-Reiniging met ingang van
1 Juli a.s., of zoo mogeiyk vroeger.
Schrijven van J. Spruit, inzake
het rapport van Mr. de Sitter, om
trent de zaak SpruitBouw
meester.
Mededeeling, dat de werkzaam
heden betreffende de publieke
werken voortaan zullen zyn opge
dragen aan den Wethouder P. de
Geus, in plaats van aan den Wet^
houder D. H. Grunwald.
Voorstel tot het onderhands ver
huren van de z.g. kanaalgronden
en de kort geleden aangekochte
landerijen, voor het jaar 1919.
Voorstel inzake de bestaande
duurtetoeslagregeling.
Voorstel tot het verleenen van
een subsidie groot 3730.— aar
de Heldersche Winkeliersvereeni-
ging alhier, ten behoeve van het
oprichten van een handelsdag
school met 3-jarigen cursus.
Voorstel tot wyziging der be
staande Burgeravondschool met
4-jarigen cursus in een avondtee-
kenschool met 6-jarigen cursus.
Voorstel tot het verleenen van
een subsidie groot 400.aan de
Vereeniging „Vakschool voor
meisjes voor Helder en Omstre
ken", alhier, ten behoeve van de
instelling, naast de bestaande, van
nieuwe naai- en vcrstelcur-
sussen.
Klokkenist. Voorgedragen wordt
de èenige sollicitant J. Wieringa.
Duurtetoeslag ambtenaren en
gemeentewerklieden.
In de door den Raad aangeno
men duurtetoeslagregeling komt
o.m. de bepaling voor, dat aan alle
daanoor in aanmerking komende
ambtenaren en werklieden in
dienst dezer gemeente toeslag zal
worden toegekend voor zooverre
zy over 1918 niet uit anderen hoof
de duurtetoeslag hebben genoten.
Nu zyn er verschillende perso
nen, die in 1918 uit anderen hoof
de wel duurtetoeslag ontvingen,
maar tot een lager bedrag dan
waarop zy overeenkomstig even-
bedoelde regeling, recht zouden
hebben kunnen laten gelden, wan
neer zy uit anderen hoofde geen
duurtetoeslag hadden genoten.
Hierop heeft de afd. Helder van
den Bond van Arbeiders in Open
bare Diensten en Bedrijven blyk
baar ook het oog in haar voor den
Raad ter inzage gelegd schryven.
De vraag is nu gerezen of zooda
nige ambtenaren en werklieden
voor oen duurtetoeslag der ge
meente in aanmerking behooren
te komen.
Nog een ander punt meenen
B. en W. onder de aandacht van
den Raad te moeten brengen. Als
criterium voor de toekenning van
den duurtetoeslag komt in de rege
ling o.a. een bepaling voor, dat de
betrokken personen op 1 Januari
1919 in gemeentedienst moesten
zyn. Een zoodanige bepaling ont
breekt echter ten aanzien van de
vraag omtrent het tydstip, waarop
het huwelyk van den ambtenaar
of werkman moest bestaan.
In het oorspronkelyk voorstel
van B. en W., dat geen onderschei
ding maakte tussohen al of niet
gehuwd zyn, was daarvoor geen
plaats; bij aanneming van het
voorstel-Biersteker werd die da
tum niet opgenomen. Er bestaat
nu twyfel welk tydstip daarvoor
moet worden gehouden.
Het komt B. en W. noodzakeiyk
voor, dat omtrent heide vraagstuk-
ken alsnog eene beslissing worde
genomen.
Ln verband met de ingekomen
adressen van de Af deeling Helder
van den Bond van Arbeiders in
Openbare Diensten en Bedryven,
houdende o.m. het verzoek om de
lng»xond»n mededeeling.
RROITE SORTEERINB
losse werklieden en de brugwach
ters alsnog duurtetoeslag uit te
keeren, verwyzen B. en >V„ voor
zoover de eerste categorie van
personen betreft, naar het besluit
van 25 Februari j.L, waarby de
z.g. losse werklieden, die niet in
de termen vallen van verlof- en
ziektedagen', van toeslag zyn uit
gesloten, terwyl wat de brugwach
ters aangaat door het College is
gemeend deze personen van toe
slag te moeten uitsluiten, omdat
zy hun hoofdbestaan niet in ge
meentedienst vinden. (Het salaris
van de brugwachters is 500;
volgens opgave van de controle
der Plaatselyke Belastingen is hun
inkomen als volgt: J. v. Otteren
ƒ1200, C. G. Lokkers ƒ1100, J.
Dekker J 1200, A. P. J. G. Maigret
J 1250 en C. v. Otteren S1200).
Handelsdagsehool.
B. en W. hebben het volgende
schryven aan den Raad gericht:
De Algemeene Heldersche Win
keliersvereniging heeft zich by
schryven van 12 Juni 1918 tot
uwe vergadering gewend met het
verzoek om toekenning van een
jaarlyksch subsidie van ƒ3730.
ten behoeve van een door haar op
te richten Handelsdagschool met
8-jarigen cursus. Zy meende de
behoefte aan een dergelyke onder-
wysinrichting in onze gemeente
uit verschillende omstandigheden
te mogen afleiden. Immers moge
de belangstelling voor het handels-
onderwys in 't algemeen blyken
uit het geleidelyk toenemend aan
tal leerlingen van de door haar in
1912 opgerichte Handelsavond
school. Deze onderwysinrichting,
welke voortbouwt op de resultaten,
die op de gewone lagere school
verkregen zyn, kan intusschen
niet voorzien in de behoefte aan
handelsonderwys op eenigszins
broederen grondslag. Juist voor
hen, die een school voor M. U. L. O.
hebben doorloopen en in aanslui
ting daaraan voor den handel
wenschen te worden opgeleid be
staat in deze gemeente geen gele-
jenheid om hun doel te bereiken
iiérin te voorzien beoogt de bo
vengenoemde vereeniging met de
oprichting van haar handelsdag
school.
De Commissie van bijstand voor
het Gemeente-Onderwys, wier ge
voelen omtrent dit verzoek door
ons is ingewonnen, geeft, mits
aan enkele nader door haar aan
gegeven voorwaarden wordt vol-
daah, inwilliging van het verzoek
in overweging.
De Commissie van toezicht op
het Middelbaar Onderwys, even
eens over deze zaak geboord, heeft
aanvankelijk verschillende beden
kingen geopperd. Het kan intus-
achèn geen nut hebben deze aan
een nadere beschouwing te onder
werpen wyl eén uitvoerige bespre
king, die uit deze bezwaren Is
voortgevloeid, de Commissie aan
leiding heeft gegeven, de gemaak
te bedenkingen in hoofdzaak terug
te nemen.
Alleeh blijft zij de aandacht ves
tigen op de wenschelykheid om
zoo spoedig mogelyk de op te
richten Handelsdagschool tot een
gemeenteUjke onderwysinrichting
te maken. By dezen wensch slui
ten wy ons aan. Ofschoon voor 't
oogènblik door het stellen van
voorwaarden genoegzamen invloed
op den gang van het onderwijs
kan worden verkregen zal hot in
de toekomst o.l. aanbeveling ver
dienen de geheele zaak tot voor
werp van gemeentezorg te maken.
Aan dit schrijven zyn toegevoegd
eens veronderstellen, dat ook nu je
voorgevoelens je niet bedriegen.
Dan hebben wy de volgende ge
gevens.
„In de eerste plaats dan, wat de
financieele positie van prins Lorch
betreft: er is geen twyfel aan of
zijn blazoen kan het vergulden
best verdragen. In de tweede plaats
mogen wy aannemen, dat een
cheque met de hartdteekening van
mr. Brookley hem even lief zal zyn
en met even veel genoegen geho
noreerd zal worden als eene aan-
wyzing van wien ook; en of een
millioen of wat dollars verdiend is
met het fabriceeren van schoen
smeer of met het plukken van
Duitsche paohters, dat kan je hel
geld niet aanzien. Laten wy nu
eens aannemen dat mr. Brookley
hem zou lusten als schoonzoon,
maar dat juffrouw Florence over
wegende bezwaren heeft; eene
quaestie van smaak natuuriyk. Al
kan ik me voorstellen, dat zy liever
niet zoo'n oud merk heeft, en dat
papa Brookley de titel niet bele
gen genoeg kan zyn! Wat kan je
in zoo'n geval verwachten van
zoo'n sujet? Dat hy trachten zal de
zaak te forceeren, en gaat het niet
goedschik.^ dan moet het maar
kwaadschiks. Kan hy het zóóver
sturen, dat hy haar op eene of
andere wijze compromitteert, dan
heeft hy zyn zaak gewonnen en zal
zy wel toegeven; te meer, omdat
hy al by voorbaat mag rekenen op
den vaderlyken zegen. Wat zou Jo
zeggen van eene theorie als deze?"
besloot Huib, grimmig.
„En verder? Ik bedoel, wat
betrfeft de wyze van uitvoering?"
vroeg ik.
„Verder? Wel, laten wy de
feiten even ordenen! Op een zeke
ren morgen is juffrouw Florence
er niet, en niemand weet waar ze
uithfengt. Tot er een telegram
komt, dat ze naar Londen Is op
haar eentje. Byna onmiddeliyk
versbhynt er een berichtje in de
Parysche editie van de „New-
York Telegraph", dat zy er van
door zou zyn met een bekend type.
Neem nu eens aan dat dit hetzelf
de ons bekende type is, dat in op
dracht van mr. Brookley haar daar
gaat zoeken; en herinner je met
een, dat de „season" nu in vollen
gang is! Wat is het gevolg als hy
haar inderdaad uitvindt, en met
haar gezien wordt in een restau
rant k la mode? Dat het couran
tenberichtje, waarvan zy vermoe-
delyk onkundig is, aldus bevestigd
wordt, en redelyke twyfel eraan is
uitgesloten voor wie hen te zamen
gezien heeft! Begryp je me?"
„Zeker! Alleen, je vergeet een
paar kleinigheden. In de eerste
plaats is zy niet op haar eentje
overgestoken
(Wordt vervolgd).