HëLOERSCHECOURANT
Eerste Blad.
No. 6044
zaterdag 3 MEI 1819
47a JAARGANG
Redacteur-Uitgever; C. DË BOER JrM Helder. Oplaag 7000 ex. - Abonnementsprijs; In de stad f 1.15, per post f 1.40. Buitenland f 2.40. - Losse ex. 8 ct. - Advertentièn por regel 17l/g ot.
Op zoek naar geld.
Naar wij vernemen, worden
door Burgemeester en Wethouders
sedert het begin van Maart pogin
gen in het werk gesteld om een
nieuwe leening van onze gemeente
geplaatst te krijgen, maar hebben
die pogingen tot heden geen resul
taat opgeleverd.
Instellingen, die aanvankelijk
overwogen de leening geheel of ge-
deeltelijlc over te nemen, zouden
zich, na bestudeering der begroo
tingen van onze gemeente, hebben
terug getrokken.
Wij vinden hierin aanleiding, tot
het maken A'an enkele opmerkin
gen. Zijn de ons verstrekte mede-
deelingen juist, dan zgn Burger
meester en Wethouders naar onze
meening op het juiste oogenblik
begonnen met van een nieuwe
leening werk te maken. Er is in de
laatste paar jaar in onze gemeente
zooveel gedaan, dat, nog geheel
afgescheiden van de crisisuitgaven,
de vlottende schulden wel tot zulk
een bedrag moeten zijn opgeloopen,
dat het gewenscht is tot gedeelte
lijke consolidatie daarvan over te
gaan.
Alleen voor den bouw der briket
tenfabriek en den bouw der nieuwe
ovens van de gasfabriek zal een be?
drag van ongeveer 500.000 noodig
zijn, zoodat de nieuwe leening
waarschijnlijk minstens 1 millioen
zal kunnen bedragen.
Indien het de bedoeling mocht
zijn, reeds voor den ovenbouw der
gasfabriek te leenen, dan was het
uitschrijven eener nieuwe leening
op een vroeger tijdstip dan eind
Februaribegin Maart, bezwaar
lijk mogelijk. Veel'succes zou daar
van ook niet te wachten zijn ge
weest, doordat in het laatst van
1918 onverwacht de nieuwe staats-
leening uit de lucht was komen
vallen en de stortingen daarop ih
de eerste dagen van Februari moes
ten geschieden.
Zoodra intusschen het succes der
Haagsche geldleening het bewijs
had geleverd, dat voor gemeente»
lijke uitgiften weer plaatsing was
te vinden, was ook voor onze ge
meente de tijd gekomen om te
trachten een deel harer vlottende
schuld in een leening op langen
termijn om te zetten. Nog een
andere omstandigheid, waarop wij
terstond terug komen, werkte hier
toe mede.
Was dus het tijdstip, waarop
Burgemeester en Wethouders be
gonnen de zaak ter hand te nemen,
o. i. goed gekozen, niet zoo zeker
zijn wij ervan, dat ook hun verder
beleid juist is geweest. Wij kunnen
ons voorstellen, dat, waar men hiec,
als in de meeste kleinere gemeen
ten, waar de geldleeningen ieder
afzonderlijk in den regel geen
hooger bedrag dan misschien een
half millioen halen, er tot dusverre
veelal in geslaagd was een nieuwe
leening bij een enkele instelling
onder te brengen, of een enkele
bank bereid te vinden zulk een
leening in haar geheel over te
nemen, men wederom is begon
nen met in diezelfde richting
stappen te doen.
Gegeven echter den toestand,
zooals die in het begin van Maart
was, toen, na het welslagen der
Haagsche leening, verwacht mocht
worden, dat de markt met gemeen
telijke leeningen overstroomd zou
worden, had o.i. op het mislukken
dezer eerste pogingen onmiddellijk
het openstellen der publieke in
schrijving moeten volgen. Wij kun
nen natuurlijk achteraf bezwaar
lijk verzekeren, dat de leening in
dit geval volteekend zou zijn, maar
het komt ons voor, dat Burgemees
ter en Wethouders, en in het bij
zonder de Wethouder van Finan
ciën, hadden moeten voorzien, dat
met het rekken der onderhandelin
gen de kansen om de leening ge
plaatst te krijgen van dag tot dag
daalden.
Had men in de eerste dagen van
Maart de inschrijving op de leening
opengesteld, en was zij niet voltee
kend, dan had men zich met succes
om steun kunnen wenden tot de
Regeering. Ook thans zal men
FEUILLETON.
DE STAMBOOM
VAN Mr. BROOKLEY
DOOR
M. V. SNOEK.
23).
Wat Florence betreft, die was
geen kind meer moet hij ge
dacht hebben en die wist opper
best wat zij moest doen en laten;
die zou niet in zeven slooten tege
lijk loopen.
Vreemd was het wel, dat zij zoo
maar ineens op reis gegaan was,
maar zij zou daar wel hare reden
voor gehad hebben en dit later op
helderen. 't Was bovendien een
heele geruststelling dat zij op prins
Lorch kon rekenen als zij de eene
of andere moeilijkheid had; die
dan toch altijd tot de mogelijk
heden behoorde. Eene dame, hoe
bgdehand ook, kan op reis toch wel
voor moeilijke gevallen komen te
staan.
Je kunt nooit weten: met zak
kenrollers, of iets dergelijks. En
zelfs eene dochter van mr. Brook-
ley van Chicago kon zooiets over
komen.
Zij had wel genoeg geld op zak,
maar een chequeboek is nog wel
zoo gerieflijk in sommige omstan
digheden.
Toch een beste vent, die Lorch!
Dat trof maar gelukkig, dat die zoo
daarmee wel moeten eindigen, en
de Regeering zal wel moeten hel
pen, maar men had sterker ge
staan, als men op het meest gun
stige oogenblik zijn leening op de
markt had gebracht, en niet al
onderhandelende den goeden tijd
had laten verloopen.
Wij komen nu terug op de om
standigheid, waarop wij boven
doelden, die het mede noodzakelijk
maakte naar consolideering van
schuld te streven.
In de crisisjaren zijn uit den
aard der zaak de credietbehoeften
der gemeenten sterk toegenomen.
Daartegenover was weinig kapitaal
voor belegging op langen termijn
beschikbaar en, voor zoover het er
nog was, trok de staat het door de
elkaar opvolgende crisisleeningen
naar zich toe. Wel was het geld op
korten termijn goedkoop en ge
makkelijk te krijgen. Er werd veel
verdiend, terwijl handel en in
dustrie zich niet konden uitbreiden
en dus weinig kapitaal vroegen.
Kapitalen, waarvan het zeker of
waarschijnlijk was, dat zij na het
herstel van de vrede in handel, nij
verheid, land- of tuinbouw een be
stemming zouden vinden, waren
dus voor telkens korte termijnen
tegen betrekkelijk lage rente be
schikbaar.
De Gemeentelijke Credietbank
heeft in de oorlogsjaren een goed
werk gedaan door haar bemidde
ling aan de gemeenten te verleenen
tot het opnemen van dergelijk geld
op korten termijn.
Het gevolg van deze, uit den
drang der omstandigheden gebo
ren financieele politiek der ge
meenten is geweest, dat hare vlot
tende schulden geleidelijk tot een
ongekend hoog bedrag zijn opge
loopen.
De groote gemeenten gaven tot
vele millioenen anticipatiebiljetten
uit; de gemeenten, die van de be
middeling der Gemeentelijke Cre
dietbank gebruik maakten, leenden
op driemaandelijkseh accept.
Dit alles ging goed, tot in het
begin van dit jaar de Directie der
Nederlandsche Bank bekend maak
te, dat zij dergelijk gemeentelijk
credietpapier voortaan slechts tot
beperkte bedragen in disconto zou
nemen, o.m. nadat haar gebleken
was, dat de vlottende schulden
tijdig door vaste leeningen zouden
worden vervangen, en terwijl zij
zich voorbehield ook met den fï-
nancieelen toestand der crediet
vragende gemeenten rekening te
houden.
Men kan toegeven, dat de leiding
onzer centrale credietinstelling, om
haar taak behoorlijk te vervullen
ook van de hier bedoelde credieten
een overzicht behoorde te hebben,
en dat het wenschelijk was het
financieel beleid der gemeenten
weer in meer normale banen te
sturen. Het blijft ook dan echter
de vraag, of een dergelijk plotse
ling en straf ingrijpen, waardoor
de geheele actie der Gemeentelijke
Credietbank vrijwel verlamd werd,
voldoende gerechtvaardigd was. In
ieder geval schijnt het aannemelijk,
dat de bankdirectie de ver strek
kende gevolgen van haar maat
regel niet geheel heeft overzien.
H!et gevolg van dien maatregel
intusschen, dat een groot aan
tal gemeenten gedwongen was on
geveer tegelijker tijd een beroep op
de geldmarkt te doen voor gedeel
telijke consolidatie van haar vlot-
tende schulden, en het is niet te
verwonderen, dat daarbij de aan
vragen der gemeenten, die als wel
varend en financieel sterk te boek
staan, het - meest gunstig werden
ontvangen.
Onze gemeente heeft altijd, te
recht of ten onrechte, den naam
gehad van tot de financieel zwakke»
ja tot de zeer zwakke te behooren,
bovendien is haar bestaan zoo
nauw met dat der Marine saamge»
weven, dat op een oogenblik, waar
op omtrent de toekomst onzer
marine zoo algemeene onzekerheid
bestaat, het belegging zoekend
publiek ook over de toekomst van
Helder niet optimistisch gestemd is.
Dit zijn feiten, waarmede reke
ning is te houden.
Wij achten het dus niet waar
schijnlijk, dat Burgemeester en
Wethouders met verder onderhan
delen veel succes zullen hebben.
behulpzaam was, nu hijzelf juist
met die verdraaide influenza zat
opgescheept.
Zoo kon ik mij vrijwel in den ge
dachtegang van mr. Brookley ver
plaatsen.
Wij moesten blijven lunchen,
daar was geen ontkomen aan. Bn
onze gastheer was zoo monter alsof
niets ter wereld hem deren kon.
Wij beiden waren minder goed in
de stemming! Weliswaar, wat had
den wij ermede te maken? Maar
kunt zoo sceptisch zijn als je
wilt, het is moeilijk ieder mede
gevoel, ter zijde te stellen, als je
den strop ziet die een ander beven
het hoofd hangt..
't Was wel eene eigenaardige
situatie! Daar zat mr. Brookley,
breeduit en zelfbewust, op te snij
den alsof er geen zorg in de wereld
was; en wij, wij zaten dat alles aan
te hooren met onze gedachten el
ders, en vervuld met een bang ver
moeden, dat misschien op datzelfde
oogenblik beslist werd over het lot
van zijne dochter. Juist de ver
keerde wereld!
Maar Huib noch ik durfden het
aan, hem uit den droom te helpen.
Je hoopt soms tegen beter weten
in; en waarom zou alles toch nog
niet op zijn pootjes terecht kun
nen komen? Waarom hem noode-
loos den schrik op het lijf te jagen
misschien? Liep het werkelijk
slecht af, dan kwam slechte tijding
nog vroeg genoeg. Te verhelpen
viel er toch niets op het oogenblik.
Misschien is het daarom maar het
beste, indien zij spoedig het voor
beeld van Zaandam en Velzen vol
gen en de Regeering vragen haar
het benoodigde crediet te ver
schaffen.
Iets vernederends schuilt daarin
niet. Een gezonde toestand is het
toch niet, dat Rijk en Gemeenten
elkaar den wind trachten af te van
gen om op het meest gunstige mo
ment hun leeningen -aan den man
te brengen. Bovendien drijft het
Rijk oneerlijke concurrentie door
het dreigement van de gedwongeo
leening, dat het tot dusverre bij
geen enkele der crisisleeningen
teruggehouden heeft. Van dit
standpunt bezien is bet dus niet
meer dan redelijk, dat het Rijk, dat
door zijn eenzijdige en egoïstische
politiek aan den nood der gemeen
ten de grootste schuld heeft, ge
meenten als de onze met zijn
crediet helpt.
Afgescheiden hiervan ware wel
licht te overwegen of niet een deel
der benoodigde gelden gevonden
zou kunnen worden door het nemen
van hypotheek op de gronden, wel
ke de gemeente in de laatste jaren
heeft aangekocht. Een dergelijke
hypothecaire leening zou voor een
tijdvak van b.v. vijf jaren gesloten
kunnen worden om dan te worden
vernieuwd of te worden ver
werkt in een nieuw te sluiten vaste
leening.
De vraag of de instellingen, die
op grond van bestudeering der be
grootingen onzer gemeente zich
van medewerking tot het plaatsen
der geldleeningen onthielden, juist
zagen, vindt in het bovenstaande
geen beantwoording. Wij komen
daarop in een volgend nummer
terug.
BUITENLAND.
DE VREDESCONFERENTIE.
New-York, 1 Mei. Uit Parijs
wordt aan de New York World
gemeld dat er, om den schijn te
bewaren, dat er een opgelegde
vrede zal zijn, hedenavond is be
kendgemaakt, dat den Duitschers
niet zal zijn toegestaan om bespre
kingen te houden met de geallieer
den-conferentie vóór het vredes
verdrag ter onder te ekening gereed
is. Maandag zal hier in Groot-
Trianon het verdrag ter ondertee-
kening worden voorgelegd, bij
welke gelegenheid de geheele con
ferentie bijeen zal zijn. Waar
schijnlijk zal met gesloten deuren
een voltallige bijeenkomst worden
gehouden, onmiddellijk vóór de
komst van de Duitschers, in welke
bijeenkomst de kleine mogendhe
den zullen worden op de hoogte
gebracht van de voorwaarden.
Daarna zal aan de Duitschers
vijftien dagen tijd worden gelaten
voor overweging, en voor het op
stellen van vragen en protesten.
Vijf of tien dagen zullen worden
vastgesteld voor antwoorden, die
telegrafisch zullen worden overge
bracht aan de regeering te Berlijn.
Volgens dit programma wordt
de onderteekening tusschen de
twintigsten en dertigsten van deze
maand gesteld.
Ten spijt van dit programma ge
looft men, dat er ontmoetingen
zullen zijn tusschen den Raad van
Drie en Brockdorff Rantzau om
de punten in behandeling uit te
leggen.
Italië toont geenerlei plan om
tot de conferentie terug te keeren,
indien het daartoe niet speciaal
wordt uitgenoodigd. Het valt moei
lijk te begrijpen, hoe er een vrede
kan worden tot stand gebracht,
tenzij Italië dien medeonder-
teekent.
Wilson heeft opnieuw het vraag
stuk van de bestemming, aan de
Duitsche oorlogsvloot te geven,
aan de orde gesteld. Het nieuwste
plan ten deze is, dat alle schepen
zullen worden vernietigd, behalve
die welke worden toegewezen aan
Frankrijk en Italië.
De Vereenigde Staten hebben
krachtig geprotesteerd tegen de
inbeslagneming der Duitsche ka
bels, die stilzwijgend waren inge
pakt door Engeland en Frankrijk.
Deze beidé quaesties zijn nog
open gebleven.
Beter maar, hem in den waan te
laten dat prins Lorch inderdaad de
onbaatzuchtige vriend was waar
voor hij hem versleet
Wij hielden hem dan meteen af
van misschien onberaden maatre
gelen, die de zaak nog verergeren
konden!
Om de waarheid te zeggen,
kwam deze laatste overweging
eerst naderhand bij mij op
Maar eene andere vraag nu! Hoe
moest hot met juffrouw Mary?
Terwijl mr. Brookley Huib zat
door te zagen over dien stamboom
en ik af en toe zooiets opving van
Breukelen-Neyenrode, Breukelen-
Ortts en Breukelen-St Pieter,
vroeg zij mij of wij nog eene op
lossing gevonden hadden voor dat
berichtje in de „New-York Tele-
graph".
Wij hadden samen afgesproken,
om er luchtigjes over heen te pra
ten» het te doen voorkomen alsof
het iets van luttel belang was. Als
of dit berichtje doelde op wat
anders, en de toezending te be
schouwen was als eene flauwe aar
digheid, al was dan toevallig de
reis van juffrouw Florence iets dat
ermede had samengetroffen.
Ik deed dus mijn best om het
voor te stellen als een grapje, niet
de moeite waard om er verder over
te denken. Berichtjes als deze en
anonieme brieven, dat was één pot
nat, en wij vonden verzekerde ik
haar dat als er werkelijk wat
meer achter stak, zij nog wel wat
De Japansche elschen.
Naar uit New-York gemeld
wordt, wordt de bekendmaking
der beslissing van den raad van
Drie in zake de Japansche eischen
nog achtergehouden. Woensdag
verschenen -de Japanners voor
den Raad van Drie, teneinde de
laatste hand te leggen aan de
overeenkomst, die door velen als
de grootste diplomatieke overwin
ning van deze conferentie be
schouwd wordt. Of de Raad van
Drie gezamenlijk, of de president
alleen zal een verklaring afleggen
om hun houding te motiveeren,
welke verklaring" in diplomatieke
kringen die de uitwerking van
de Japansche overwinning ten
volle beseffen met de grootste
belangstelling wordt afgewacht.
Door partij te trekken van de
omstandigheden waarin de volken
bond verkeert en door zich te be
dienen van de moeilijkheden,
waarmee de Raad van Drie te
doen heeft, heeft Japan zich de
suprematie in het Oosten ten volle
verzekerd, waarbij nog ontzaglijke
economische rechten in. China ko
men. En dat ondanks het feit, dat
Japan niet instemt met de geal
lieerden, wat betreft de teruggaaf
van Kiaut9jau.
De Italianen hebben Japan iu
de kaart gespeeld en aan dat land
zijn overwinning mogelijk ge
maakt.
President Wilson zal naar het
schijnt het verdrag met Duitsch-
land moeten goedkeuren, waarbij
Japan het volledige recht op
Kiautsjau verwerft, hetgeen een
schending beteekent van her-
zelfbeschikkingsrecht, wat ook
de intergeallieerden-overeenkomst
later moge inhouden. Japan heeft
eenvoudig zijn tijd afgewacht; het
bleef uit de Europeesche conferen»
tie weg en betoonde geen belang
stelling in de zaken, totdat de
toestand voor Japan gunstig werd.
Hoe dit in de Ver. Staten zal
worden opgenomen is zeer de
vraag. De Chineezen bopen thans
dat de Amerikaansche senaat in
verzet zal komen.
De Adriatische quaesüe.
Naar de Daily Telegraph uit
Rome verneemt, zou het voorstel
gedaan zijn de beslissing over de
Adriatische quaestie die thans
feitelijk alleen door Wilson ge
geven was opnieuw aan de
Vredesconferentie te onderwerpen.
Italië wensehte dit voorstel even
wel niet aan te nemen, dat ver
langt een verklaring dat de Ita-
liaansche delegatie naar Parijs
terug kunnen keeren met de stel
lige belofte dat de eischen zullen
worden ingewilligd.
Intusschen wordt uit Zara en
Sebenico (Dalmatië) gemeld, dat
de Italianen troepen en oorlogs
materiaal landen. De troepen mar-
cheeren naar het Oosten. Aan de
demarcatielijn voeren de Italianen
versterkingen aan.
De ex-Keizer.
Waarschijnlijk zal Genève de
zetel worden der internationale
rechtbank waarvoor ex-keizer Wil
helm H zal moeten verschijnen.
Als het ten minste zoover komt.
De conferentie moet het ontwerp
voor het voorstel eerst nog goed
keuren en is al vast begonnen met
de behandeling ervan uit te stellen
tot de volgende voltallige verga
dering.
De vredesvoorwaarden en het
bolsjewisme.
„Wat moeten wg doen, wanneer
de Duitschers weigeren te teeke
nen en met bolsjewisme dreigen?"
zoo vraagt de „Daily Chronicle".
„Dat zij zoo zullen optreden, staat
wel vast; hun pers is al maanden
lang bezig, er op voor te bereiden»
Hier geldt: een standvastige hou
ding is alleen veilig. Als wij too»
nen, dat wij ons niet laten intimi»
deeren, zal het dreigement wel niet
worden volgehouden, en anders
hebben wij genoeg middelen om er
tegen op te treden. Geven wij er
aan toe, dan komen wij op de
gladste helling, want iedere con
cessie onzerzijds zal een wapen
worden in handen van diegenen
dLie in Duitschland hun eigen
zeden hebben om zich in de armen
naders zou gehoord hebben. Vond
zij zelf ook niet, dat het te dwaas
was om er zooveel notitie van te
nemen?
- „U valt me tegen, meneer
Zijderveld! Dat zou ik van U niet
gedacht hebben!" zeide ze verwij
tend. „Nu had ik nog wel gehoopt,
dat ik iemand had op wien ik staat
kon maken, en in plaats daar
van
Ontegenzeggelijk, ik was een on
handige vlerk. En al was het dan
met goede bedoeling, kwalijk kon
ik iets verzonnen hebben, er meer
op berekend om haar tegen mij
in te nemen. Ik had ook Huib, die
zooveel handiger is, dat zaakje
moeten laten opknappen.
„Och, meneer Zijderveld, ik
heb uw advies niet noodig," ver
volgde zij spijtig. „Als het er op
aankomt, hen ik nog best in staat
met mijzelf te rade te gaan en het
zonder uwe hulp te stellen. U
deökt natuurlijk bijzonder ver
standig te zijn, en schijnt het beter
te vinden mij onaangenaamheden
en zorg te hesparen; maar U ver
geet, dat ik geen kind meer ben,
dat zich sprookjes laat vertellen!
Of houdt U mij misschien voor
zoo dom, dat ik uwe bedoeling
niet doorzie? En vindt U het wel
zoo bijzonder ridderlijk, iemand
om den tuin te leiden, die U ge
vraagd heeft om uwe eerlijke
opinie, zonder omwegen? Werke
lijk, ik had het niet van U ver-
wacht!"
te werpen van het bolsjewisme.
De meerderheid in Duitschland
wil het niet; zij zal er geen mid
del van maken om de vredesvoor*
waarden te verbeteren, indien wij
laten zien, dat wij de voorwaarden
door het dreigement niet ver
anderen."
DUITSCHLAND.
Hindenburg gaat heen,
Berlijn, 1 Mei. Naar aanleiding
vau de a.s. vredesonderhandelin
gen heeft Hindenburg aan Ebert
een schrijven gericht, waarin hij
zegt: Ik ben bij de wisseling der
omstandigheden aan het hoofd
van het opperste legerbestuur ge
bleven, daar ik het mijn plicht
achtte het vaderland in zijn hoo-
gen nood te blijven dienen.
Zoodra de voorloopige vrede ge
sloten is beschouw ik mijn taak
echter als afgedaan. Mijn wenseb,
mij dan in het particuliere leven
terug te trekken zal bij mijn hoo-
gen leeftijd algemeen worden be
grepen, te meer, waar het bekend
is, hoe moeilijk het mjj, in verband
met mijn zienswijze, mijn gansche
persoonlijkheid en mijn verleden
geworden is, in den tegenwoordl-
gen tijd mijn ambt te blijven uit
oefenen.
De rijkspresident heeft hierop
geantwoord: Terwijl ik hiermede
mijn instemming betuig, maak ik
van deze gelegenheid gebruik om
u voor de gedurende den oorlog en
daarna onder de grootste opoffe
ringen bewezen diensten den on-
vergankelijken dank van het Duit
sche volk te betuigen.
Dat gij ook in tijden van grootea
nood op uw post zjjt gebleven en
uw persoon ter beschikking van
het vaderland hebt gesteld, zal het
Duitsche volk nimmer vergeten.
(get.) Ebert.
Uit Oost-Friesland.
Men meldt aan de N. Rott. Ct.:
In de vorige week is in tal vao
plaatsen een toestand ingetreden
die véél erger is dan heel den oor
logstijd is voorgekomen en die
diep ingrijpt in de vrijheden der
bevolking, welke angstiger dan
ooit verbeidt, wat de toekomst nog
brengen zal.
De grensbewoners zelf hebben
minder te klagen dan zij, die ver
der van de Nederlandsche grens
af wonen, omdat de baldadigheden
en bedreigingen een paar uur loo
pen s van de grens worden ge
pleegd.
Er zijn n.1. in Oostfriesland toch
ten van zg. hamsteraars georgani
seerd, die hoofdzakelijk afkomstig
zijn uit handels-, zee- en industrie
plaatsen.
Ze wenschen tegen hooge
prijzen allerlei levensbehoeften
(eieren, boter, spek enz.) op te
koopen, om deze artikelen tegen
woekerprijzen weer van de hand
te doen aan personen, die ze in de
groote Duitsche steden verkoopen.
Wegens het overgroote aantal
hamsteraars, waaronder personen
werden aangetroffen, die geen
koopers, doch eerder dieven
van de gevraagde levensbehoeften
waren, gingen de kooptochten in
plundertochten over.
Daartegen verzet zich de Oosfe-
friesche bevolking met hand en
tand.
Van kwaad kwam het tot erger
en allerlei verhalen over het bru
tale optreden der zg. „hamsto-
raars" doen de ronde. Mishande
ling van de bezitters (landbouwers)
bleef niet uit en kloppartijen
waren er het gevolg van.
Doch ook van de dorpelingen,
vooral arbeiders, kwam verzet
tegen de landbouwers, die de le
vensbehoeften hadden verkocht
tegen hooge prijzen en waarvan
het gevolg was, dat de arbeiders
gezinnen met Paschen b.v. geen
boter enz. konden machtig worden»
De prijs was bizonder hoog: een
K.G. boter 40 mark!
De politie stond machteloos
tegenover de georganiseerde plun
dertochten, die nu eens hier, dan
daar en telkens met een groot
getal betoogers werden gehouden»
Vandaar, dat de Duitsche regee
ring heeft ingegrepen en troepen
heeft gezonden naar Oost friesland»
waarvan de bevolking als degelijk
bekend stond.
Het scheen wel, of het huilen
haar nader stond dan het lachen»
en ik begon dat verstandige be
sluit van ons ietwat minder ver
standig te vinden. Eenigszins
scherp liet zg er op volgen: „Ik
vind dat U er eigenaardige be
grippen van vriendschap en hulp
vaardigheid op nahoudt!"
Daar zat ik. Ongelijk had zij
niet. Maar ik verbeeld mij, dat
zij het toch wel wat op andere
wijze had kunnen zeggen. Het is
nu t vrouwelijke lijdzaamheid wel
eenigszins gesteld als met der dui
ven spreekwoordelijke zachtheid;
al naar omstandigheden valt er
nogal wat op af te dingen
Misschien kreeg zij medelijden
met mijn arme-zondaarsgezicht,
of vond zij, dat ze wat te scherp
geweest was. Zg draaide wat bij,
tenminste, en vroeg of Huib óók
zoo'n vleiende meening had van
hare vatbaarheid voor ernstig
overleg.
En toen, graag of niet, moest ik
wel bijdraaien, en met de waarheid
voor den dag komen, 't Was ove
rigens een hard gelag. En het is
eene pgnlijke operatie, je eigen
beweringen weer in te slikken en
jezelf te logenstraffen! Maar wat
schoot er anders op over, als ik
niet voorgoed haar vertrouwen
wilde verbeuren?
Natuurlijk begon ik met het zoe
ken van verontschuldigingen en
het bepleiten van verzachtende om
standigheden. Maar zij viel mij in
Met machinegeweren bewapen
de gepantserde auto's doorkruisen
nu Oostfriesland. Streng treedt
men tegen de hoofdschuldigen-
hamsteraars op, terwgl op initia
tief en op aanstichten der regee
ring in schier elke plaats van be-
teekenis burgerwachten worden
opgericht. In een enkel plaatsje,
bij Leer, sloten zich alle hoofden
van gezinnen bij de burgerwacht
aan.
RUSLAND.
De vloot onder Bolsjewistisch
regime.
De Russische correspondent van
„The Morning Post" geeft de be
schrijving van het leven aan boord
van een der oorlogsschepen van
de Russische Bolsjewistische vloot.
De niet Bolsjewistische officieren
waren gedwongen te blijven door
dienen. Het schip lag op de Newa
voor Petrograd en voerde de roode
vlag. Terwijl de officieren bezig
waren hun hutten op te ruimen
hield de bemanning zich onledig
met drinken en kaartspelen ondef
gramofoon-muziek.
Het schip moest voor den win-
terdienst in orde gebracht, maar
dat was beneden de waardigheid
van de matrozen, die voor een
loon van 800 gulden per maand
niets deden en het mindere werk
voor dertig gulden per dag door
anderen lieten doen.
De eerste machinist werd doof
den kapitein naar den eersten sto
ker gezonden om te informeereo
hoeveel brandstof er nog aan
boord was en bracht de bood
schap over, waarop de stoker hem
aanraadde zelf naar het ruim of
regelrecht naar de hel te gaan.
Toen de officier hem er opmerk
zaam op maakte dat ze in dienst
waren, antwoordde de „onderge
schikte": „Die tijden zijn voorbij,
ga oogenblikkeüjk zelf kijken en
anders zal ik je naar de Gorono-
vaia (hoofdkwartier der Bolsjewis
ten) laten brengen".
De voorzitter van den scheeps
raad wist den uiterlijken vrede te
herstellen, maar de admiraliteit
van het feit in kennis gesteld,
raadde den officier aan overplaat
sing naar een ander schip té
vragen.
De toestand te Riga.
In het Oostzeegebied.
Berlijn, 1 Mei. De ellende ib
Riga wordt iederen dag vreesdij}-
ker. Tienduizenden menschen van
verschillende natie, die hulpeloos
en onvoldoende gekleed op eilan
den in de Duna zijn getranspor
teerd, moeten ondergaan', als et
niet spoedig hulp komt.
De vereeniging van Baltische
vrouwen heeft zich telegrafisch
tot het Roode Kruis in neutralfe
landen (Zweden, Noorwegen, Dens
marken, Nederland en Zwitser
land) alsmede tot den vertegen
woordiger van den Paus in Zwit
serland gewend, met het verzoek,
dat er door de neutralen een hulp
actie op touw zal worden gezet,
om de ongelukkige ouden, vrou
wen en kinderen te redden.
Ook aan de Amerikaansche com
missie van het Roode Kruis, dié
Rusland met levensmiddelen wil
voorzien, Is hulp gevraagd.
FRANKRIJK.
Landru, de moderne blauwbaard.
De justitie heeft een onderzoek
ingesteld in den tuin van de villS,
die Landru met het meerendedl
van de sedert spoorloos verdwenen
vrouwen te Gambois bewoond
heeft. Volgens de Parijsche bladefi
zg'n er uit de nog in het keukentje
van de villa aangetroffen asch en
sintels stukken van een menschel
Lijken schedel gevonden. In dep
kelder zijn sporen van bloed ont
dekt, maar een onderzoek zal
eerst uit kunnen maken of meh
hier met menschenbloed te doch
heeft.
In een schuurtje heeft men uit
een hoop asch kleine stukken ver
koold gebeente, gesmolten glas,
haarspelden, een stuk van eed
corsetbalein en een mensehentand
te voorschijn gehaald. Een der
stukken gebeente lijkt een kootje
van een menschenbeen te zijn. Ook
de andere gevonden dingen maakf
ten den indruk alsof ze in het vuur
gelegen hadden.
de rede met de verklaring, dat
grootmoedig mg mijn blunder ver
geven zou worden, als ik zonder
verderen omhaal en zoo kort mo-
gelgk alles vertelde wat er te ver
tellen viel. En zoo executeerde ik
mij dan.
„Welnu dan, als U er op
staat!" begon ik. „Maar laat ik
eerst voorbereiden op eene teleur
stelling, indien U eenige waarde
mocht hechten aan de vriendschap
van prins Lorch
„Prins Lorch? Wat heeft die
er mede te maken?" vroeg zij on-
geloovig, en keek me nieuwsgierig
aan.
Maar op het hooren van den
naam Lorch scheen mr. Brookley»
die steeds druk met Huib had zit
ten praten, zich voor ons gesprek
te interesseeren.
Ook Mary viel het op; en toen
ik haar vroeg of zij het goed vond
dat ik straks verder vertelde»
knikte zij even toestemmend en
begon over wat anders. Zij deed
dit zoo onbevangen mogelijk, met
echt vrouweigken tact, en begreep
blijkbaar dat er bijzondere redenen
waren om er mr. Brookley buiten
te houden.
Even later werd er geklopt, en
bracht de Ober een kaartje, met
de vraag of mr. Brookley een
oogenblik te spreken was.
Deze legde het naast zijn bord,
en terwgl hjj zijn lorgnet opzette
zag ik, dat Huib tersluiks naar den
naam keek.
Ingezonden mededeoling.
Hotel „Bellevue" - Hélder.
Café-Restaurant.
Wllhelmlna Blllard.
Aangenaam gelegen In het
centrum der stad.
Billijke consumptie-prijzen.
Vergaderzalen disponibel.
De aardbeving te San Salvador.
New-York, 2 Mei. Volgens eeu
bericht uit San Salvador zijn 75
personen gedood en meer dan 500
gewond bg de aardbeving te San
Salvador. De stad en de steden in
den omtrek werden ernstig be
schadigd.
Een Melbetoogingen.
Het Ag. Stef. meldt uit Rome,
dat in geheel Italië de le Mei rus
tig is voorbijgegaan. Wel werden
in vele plaatsen betoogingen en
optochten (welke overal waren toe
gelaten) gehouden, doch alles had
plaats in de grootste orde.
Naar Reuter uit Madrid seint,
is het aldaar bij de eerste-Meivie-
ring tot botsingen gekomen. In de
gevechten werden 29 gendarmen
gewond, evenals vele betoogers.
Te Cleveland (Ohio-V. S.) zijn
ongeregeldheden ontstaan bij de
ontmoeting tusschen een socialis-
tischen optocht en een betooging
voor de vrgheidsleening. De socia
listen weigerden de roode vlag te
strijken, waarop een gevecht ont
stond. Hierbij werd één der toe
schouwers gedood, drie politie
agenten neergeschoten en ca. 200
mannen en wouwen ernstig ge
wond.
In Duitschland is de 1 Meidag
rustig verloopen. Van geen enkele
zijde is tot nu toe een incident ge
meld. In Berlijn werden talrijke
betoogingen en volksvergaderin
gen gehouden, maar alles liep zeer
ordelijk af.
INGEZONDEN.
Aan
den Heer C. Heijblok,
Voorz. Centr. Ned. Ambt. Bond,
Afd. Helder.
In antwoord op uw vraag vervat
in de Held. Crt. van 29 April jL,
deel ik U beleefd mede, dat noch
het Bestuur, noch het Secretariaat
eenige blaam treft over het niet
ontvangen van stembiljetten der
kiesvereeniging en deze zich dus
niet achter „de Post" behoeven te
verschuilen.
Ieder lid, welke niet ter verga
dering was geweest, is door mij
persoonlijk een stembiljet per post
toegezonden en heb ik hiervan
nauwkeurig aanteekening gehou
den, omdat ik de zekerheid wilde
hebben, dat ieder zijn biljet kreeg
en ik mij persoonlijk wilde over
tuigen van do steeds wederkee-
rende klachten van niets ont
vangen.
Persoonlijk zijn deze biljetten in
envelop door mij gepost.
Geachte Heer Heijblok, Indien
U nu zelve brieven of anderzins
post, en betrokkenen beweren,
dat zij niets ontvangen hebben,
welk antwoord geeft U dan?
Toch zeker evenals ik, „dan zijn
vermoedelijk bij de Post weg
geraakt."
Ik stel er prijs op te verklaren
dat ik „de Post" als instituut be
doel en niet het personeel in het
algemeen.
Nu schrijft U wel, dat klachten
ter bevoegde plaatse kunnen wor
den ingediend en blijf ik U dank
baar voor deze raadgeving. Het is
een oud en beproefd middel, doch
jammer dat het zoo weinig helpt,
persoonlijk heb ik er altijd weinig
baat bij bevonden.
U zult het mij ten goede houden,
dat ik mij het recht voorbehoud
eventueele klachten al of niet in
het openbaar te behandelen, dan
wel ter bevoegde plaatse in te
brengen.
Dankzeggende voor de verleen
de plaatsruimte
Hoogachtend,
Uw dw.
J. v. BAERLE.
,Laat maar zoolang in den
salon, en vraag of mijnheer een
minuut of wat wachten wil; zeg,
dat ik nog aan tafel zit!" zelde mr.
Brookley.
Toen hij een oogenblik later zich
verontschuldigde en Mary ver
zocht ons zoolang te willen bezig
houden, keek Huib hem na met
een gezicht, alsof hij dacht: „Ik
zou wel eens willen weten, wat er
nu weer aan de hand is!" En nau
welijks had mr. Brookley de hielen
gelicht of hij zag me eens veel-
beteêkenend aan en zeide: „Doktor
Sohmidt!"
„Wel allemachtig!" dacht ik
bij mijzelf. En nog eer ik mijne ge
dachten had kunnen ordenen,
flitste het ineens bij mij door, dat
die dokter Schmidt deel uitmaak
te van het tableau de la troupe.
Wat ook het doel van zijn komst
mocht zijn, het kon niet anders
dan in verband staan met het ge
val dat ons zoo intrigeerde, en
waarin prins Lorch een hoofdrol
vervulde, als onze gissing juist
was. „Dat zal het begin zijn van
het tweede bedrijf', dacht ik. En
onder de ingèving van het oogen
blik besloot ik, dien dokter in de
gaten te houden.
(Wordt vervolgd.)