HëLOERSCHECOURANT Eerste Blad. No. 6044 zaterdag 3 MEI 1819 47a JAARGANG Redacteur-Uitgever; C. DË BOER JrM Helder. Oplaag 7000 ex. - Abonnementsprijs; In de stad f 1.15, per post f 1.40. Buitenland f 2.40. - Losse ex. 8 ct. - Advertentièn por regel 17l/g ot. Op zoek naar geld. Naar wij vernemen, worden door Burgemeester en Wethouders sedert het begin van Maart pogin gen in het werk gesteld om een nieuwe leening van onze gemeente geplaatst te krijgen, maar hebben die pogingen tot heden geen resul taat opgeleverd. Instellingen, die aanvankelijk overwogen de leening geheel of ge- deeltelijlc over te nemen, zouden zich, na bestudeering der begroo tingen van onze gemeente, hebben terug getrokken. Wij vinden hierin aanleiding, tot het maken A'an enkele opmerkin gen. Zijn de ons verstrekte mede- deelingen juist, dan zgn Burger meester en Wethouders naar onze meening op het juiste oogenblik begonnen met van een nieuwe leening werk te maken. Er is in de laatste paar jaar in onze gemeente zooveel gedaan, dat, nog geheel afgescheiden van de crisisuitgaven, de vlottende schulden wel tot zulk een bedrag moeten zijn opgeloopen, dat het gewenscht is tot gedeelte lijke consolidatie daarvan over te gaan. Alleen voor den bouw der briket tenfabriek en den bouw der nieuwe ovens van de gasfabriek zal een be? drag van ongeveer 500.000 noodig zijn, zoodat de nieuwe leening waarschijnlijk minstens 1 millioen zal kunnen bedragen. Indien het de bedoeling mocht zijn, reeds voor den ovenbouw der gasfabriek te leenen, dan was het uitschrijven eener nieuwe leening op een vroeger tijdstip dan eind Februaribegin Maart, bezwaar lijk mogelijk. Veel'succes zou daar van ook niet te wachten zijn ge weest, doordat in het laatst van 1918 onverwacht de nieuwe staats- leening uit de lucht was komen vallen en de stortingen daarop ih de eerste dagen van Februari moes ten geschieden. Zoodra intusschen het succes der Haagsche geldleening het bewijs had geleverd, dat voor gemeente» lijke uitgiften weer plaatsing was te vinden, was ook voor onze ge meente de tijd gekomen om te trachten een deel harer vlottende schuld in een leening op langen termijn om te zetten. Nog een andere omstandigheid, waarop wij terstond terug komen, werkte hier toe mede. Was dus het tijdstip, waarop Burgemeester en Wethouders be gonnen de zaak ter hand te nemen, o. i. goed gekozen, niet zoo zeker zijn wij ervan, dat ook hun verder beleid juist is geweest. Wij kunnen ons voorstellen, dat, waar men hiec, als in de meeste kleinere gemeen ten, waar de geldleeningen ieder afzonderlijk in den regel geen hooger bedrag dan misschien een half millioen halen, er tot dusverre veelal in geslaagd was een nieuwe leening bij een enkele instelling onder te brengen, of een enkele bank bereid te vinden zulk een leening in haar geheel over te nemen, men wederom is begon nen met in diezelfde richting stappen te doen. Gegeven echter den toestand, zooals die in het begin van Maart was, toen, na het welslagen der Haagsche leening, verwacht mocht worden, dat de markt met gemeen telijke leeningen overstroomd zou worden, had o.i. op het mislukken dezer eerste pogingen onmiddellijk het openstellen der publieke in schrijving moeten volgen. Wij kun nen natuurlijk achteraf bezwaar lijk verzekeren, dat de leening in dit geval volteekend zou zijn, maar het komt ons voor, dat Burgemees ter en Wethouders, en in het bij zonder de Wethouder van Finan ciën, hadden moeten voorzien, dat met het rekken der onderhandelin gen de kansen om de leening ge plaatst te krijgen van dag tot dag daalden. Had men in de eerste dagen van Maart de inschrijving op de leening opengesteld, en was zij niet voltee kend, dan had men zich met succes om steun kunnen wenden tot de Regeering. Ook thans zal men FEUILLETON. DE STAMBOOM VAN Mr. BROOKLEY DOOR M. V. SNOEK. 23). Wat Florence betreft, die was geen kind meer moet hij ge dacht hebben en die wist opper best wat zij moest doen en laten; die zou niet in zeven slooten tege lijk loopen. Vreemd was het wel, dat zij zoo maar ineens op reis gegaan was, maar zij zou daar wel hare reden voor gehad hebben en dit later op helderen. 't Was bovendien een heele geruststelling dat zij op prins Lorch kon rekenen als zij de eene of andere moeilijkheid had; die dan toch altijd tot de mogelijk heden behoorde. Eene dame, hoe bgdehand ook, kan op reis toch wel voor moeilijke gevallen komen te staan. Je kunt nooit weten: met zak kenrollers, of iets dergelijks. En zelfs eene dochter van mr. Brook- ley van Chicago kon zooiets over komen. Zij had wel genoeg geld op zak, maar een chequeboek is nog wel zoo gerieflijk in sommige omstan digheden. Toch een beste vent, die Lorch! Dat trof maar gelukkig, dat die zoo daarmee wel moeten eindigen, en de Regeering zal wel moeten hel pen, maar men had sterker ge staan, als men op het meest gun stige oogenblik zijn leening op de markt had gebracht, en niet al onderhandelende den goeden tijd had laten verloopen. Wij komen nu terug op de om standigheid, waarop wij boven doelden, die het mede noodzakelijk maakte naar consolideering van schuld te streven. In de crisisjaren zijn uit den aard der zaak de credietbehoeften der gemeenten sterk toegenomen. Daartegenover was weinig kapitaal voor belegging op langen termijn beschikbaar en, voor zoover het er nog was, trok de staat het door de elkaar opvolgende crisisleeningen naar zich toe. Wel was het geld op korten termijn goedkoop en ge makkelijk te krijgen. Er werd veel verdiend, terwijl handel en in dustrie zich niet konden uitbreiden en dus weinig kapitaal vroegen. Kapitalen, waarvan het zeker of waarschijnlijk was, dat zij na het herstel van de vrede in handel, nij verheid, land- of tuinbouw een be stemming zouden vinden, waren dus voor telkens korte termijnen tegen betrekkelijk lage rente be schikbaar. De Gemeentelijke Credietbank heeft in de oorlogsjaren een goed werk gedaan door haar bemidde ling aan de gemeenten te verleenen tot het opnemen van dergelijk geld op korten termijn. Het gevolg van deze, uit den drang der omstandigheden gebo ren financieele politiek der ge meenten is geweest, dat hare vlot tende schulden geleidelijk tot een ongekend hoog bedrag zijn opge loopen. De groote gemeenten gaven tot vele millioenen anticipatiebiljetten uit; de gemeenten, die van de be middeling der Gemeentelijke Cre dietbank gebruik maakten, leenden op driemaandelijkseh accept. Dit alles ging goed, tot in het begin van dit jaar de Directie der Nederlandsche Bank bekend maak te, dat zij dergelijk gemeentelijk credietpapier voortaan slechts tot beperkte bedragen in disconto zou nemen, o.m. nadat haar gebleken was, dat de vlottende schulden tijdig door vaste leeningen zouden worden vervangen, en terwijl zij zich voorbehield ook met den fï- nancieelen toestand der crediet vragende gemeenten rekening te houden. Men kan toegeven, dat de leiding onzer centrale credietinstelling, om haar taak behoorlijk te vervullen ook van de hier bedoelde credieten een overzicht behoorde te hebben, en dat het wenschelijk was het financieel beleid der gemeenten weer in meer normale banen te sturen. Het blijft ook dan echter de vraag, of een dergelijk plotse ling en straf ingrijpen, waardoor de geheele actie der Gemeentelijke Credietbank vrijwel verlamd werd, voldoende gerechtvaardigd was. In ieder geval schijnt het aannemelijk, dat de bankdirectie de ver strek kende gevolgen van haar maat regel niet geheel heeft overzien. H!et gevolg van dien maatregel intusschen, dat een groot aan tal gemeenten gedwongen was on geveer tegelijker tijd een beroep op de geldmarkt te doen voor gedeel telijke consolidatie van haar vlot- tende schulden, en het is niet te verwonderen, dat daarbij de aan vragen der gemeenten, die als wel varend en financieel sterk te boek staan, het - meest gunstig werden ontvangen. Onze gemeente heeft altijd, te recht of ten onrechte, den naam gehad van tot de financieel zwakke» ja tot de zeer zwakke te behooren, bovendien is haar bestaan zoo nauw met dat der Marine saamge» weven, dat op een oogenblik, waar op omtrent de toekomst onzer marine zoo algemeene onzekerheid bestaat, het belegging zoekend publiek ook over de toekomst van Helder niet optimistisch gestemd is. Dit zijn feiten, waarmede reke ning is te houden. Wij achten het dus niet waar schijnlijk, dat Burgemeester en Wethouders met verder onderhan delen veel succes zullen hebben. behulpzaam was, nu hijzelf juist met die verdraaide influenza zat opgescheept. Zoo kon ik mij vrijwel in den ge dachtegang van mr. Brookley ver plaatsen. Wij moesten blijven lunchen, daar was geen ontkomen aan. Bn onze gastheer was zoo monter alsof niets ter wereld hem deren kon. Wij beiden waren minder goed in de stemming! Weliswaar, wat had den wij ermede te maken? Maar kunt zoo sceptisch zijn als je wilt, het is moeilijk ieder mede gevoel, ter zijde te stellen, als je den strop ziet die een ander beven het hoofd hangt.. 't Was wel eene eigenaardige situatie! Daar zat mr. Brookley, breeduit en zelfbewust, op te snij den alsof er geen zorg in de wereld was; en wij, wij zaten dat alles aan te hooren met onze gedachten el ders, en vervuld met een bang ver moeden, dat misschien op datzelfde oogenblik beslist werd over het lot van zijne dochter. Juist de ver keerde wereld! Maar Huib noch ik durfden het aan, hem uit den droom te helpen. Je hoopt soms tegen beter weten in; en waarom zou alles toch nog niet op zijn pootjes terecht kun nen komen? Waarom hem noode- loos den schrik op het lijf te jagen misschien? Liep het werkelijk slecht af, dan kwam slechte tijding nog vroeg genoeg. Te verhelpen viel er toch niets op het oogenblik. Misschien is het daarom maar het beste, indien zij spoedig het voor beeld van Zaandam en Velzen vol gen en de Regeering vragen haar het benoodigde crediet te ver schaffen. Iets vernederends schuilt daarin niet. Een gezonde toestand is het toch niet, dat Rijk en Gemeenten elkaar den wind trachten af te van gen om op het meest gunstige mo ment hun leeningen -aan den man te brengen. Bovendien drijft het Rijk oneerlijke concurrentie door het dreigement van de gedwongeo leening, dat het tot dusverre bij geen enkele der crisisleeningen teruggehouden heeft. Van dit standpunt bezien is bet dus niet meer dan redelijk, dat het Rijk, dat door zijn eenzijdige en egoïstische politiek aan den nood der gemeen ten de grootste schuld heeft, ge meenten als de onze met zijn crediet helpt. Afgescheiden hiervan ware wel licht te overwegen of niet een deel der benoodigde gelden gevonden zou kunnen worden door het nemen van hypotheek op de gronden, wel ke de gemeente in de laatste jaren heeft aangekocht. Een dergelijke hypothecaire leening zou voor een tijdvak van b.v. vijf jaren gesloten kunnen worden om dan te worden vernieuwd of te worden ver werkt in een nieuw te sluiten vaste leening. De vraag of de instellingen, die op grond van bestudeering der be grootingen onzer gemeente zich van medewerking tot het plaatsen der geldleeningen onthielden, juist zagen, vindt in het bovenstaande geen beantwoording. Wij komen daarop in een volgend nummer terug. BUITENLAND. DE VREDESCONFERENTIE. New-York, 1 Mei. Uit Parijs wordt aan de New York World gemeld dat er, om den schijn te bewaren, dat er een opgelegde vrede zal zijn, hedenavond is be kendgemaakt, dat den Duitschers niet zal zijn toegestaan om bespre kingen te houden met de geallieer den-conferentie vóór het vredes verdrag ter onder te ekening gereed is. Maandag zal hier in Groot- Trianon het verdrag ter ondertee- kening worden voorgelegd, bij welke gelegenheid de geheele con ferentie bijeen zal zijn. Waar schijnlijk zal met gesloten deuren een voltallige bijeenkomst worden gehouden, onmiddellijk vóór de komst van de Duitschers, in welke bijeenkomst de kleine mogendhe den zullen worden op de hoogte gebracht van de voorwaarden. Daarna zal aan de Duitschers vijftien dagen tijd worden gelaten voor overweging, en voor het op stellen van vragen en protesten. Vijf of tien dagen zullen worden vastgesteld voor antwoorden, die telegrafisch zullen worden overge bracht aan de regeering te Berlijn. Volgens dit programma wordt de onderteekening tusschen de twintigsten en dertigsten van deze maand gesteld. Ten spijt van dit programma ge looft men, dat er ontmoetingen zullen zijn tusschen den Raad van Drie en Brockdorff Rantzau om de punten in behandeling uit te leggen. Italië toont geenerlei plan om tot de conferentie terug te keeren, indien het daartoe niet speciaal wordt uitgenoodigd. Het valt moei lijk te begrijpen, hoe er een vrede kan worden tot stand gebracht, tenzij Italië dien medeonder- teekent. Wilson heeft opnieuw het vraag stuk van de bestemming, aan de Duitsche oorlogsvloot te geven, aan de orde gesteld. Het nieuwste plan ten deze is, dat alle schepen zullen worden vernietigd, behalve die welke worden toegewezen aan Frankrijk en Italië. De Vereenigde Staten hebben krachtig geprotesteerd tegen de inbeslagneming der Duitsche ka bels, die stilzwijgend waren inge pakt door Engeland en Frankrijk. Deze beidé quaesties zijn nog open gebleven. Beter maar, hem in den waan te laten dat prins Lorch inderdaad de onbaatzuchtige vriend was waar voor hij hem versleet Wij hielden hem dan meteen af van misschien onberaden maatre gelen, die de zaak nog verergeren konden! Om de waarheid te zeggen, kwam deze laatste overweging eerst naderhand bij mij op Maar eene andere vraag nu! Hoe moest hot met juffrouw Mary? Terwijl mr. Brookley Huib zat door te zagen over dien stamboom en ik af en toe zooiets opving van Breukelen-Neyenrode, Breukelen- Ortts en Breukelen-St Pieter, vroeg zij mij of wij nog eene op lossing gevonden hadden voor dat berichtje in de „New-York Tele- graph". Wij hadden samen afgesproken, om er luchtigjes over heen te pra ten» het te doen voorkomen alsof het iets van luttel belang was. Als of dit berichtje doelde op wat anders, en de toezending te be schouwen was als eene flauwe aar digheid, al was dan toevallig de reis van juffrouw Florence iets dat ermede had samengetroffen. Ik deed dus mijn best om het voor te stellen als een grapje, niet de moeite waard om er verder over te denken. Berichtjes als deze en anonieme brieven, dat was één pot nat, en wij vonden verzekerde ik haar dat als er werkelijk wat meer achter stak, zij nog wel wat De Japansche elschen. Naar uit New-York gemeld wordt, wordt de bekendmaking der beslissing van den raad van Drie in zake de Japansche eischen nog achtergehouden. Woensdag verschenen -de Japanners voor den Raad van Drie, teneinde de laatste hand te leggen aan de overeenkomst, die door velen als de grootste diplomatieke overwin ning van deze conferentie be schouwd wordt. Of de Raad van Drie gezamenlijk, of de president alleen zal een verklaring afleggen om hun houding te motiveeren, welke verklaring" in diplomatieke kringen die de uitwerking van de Japansche overwinning ten volle beseffen met de grootste belangstelling wordt afgewacht. Door partij te trekken van de omstandigheden waarin de volken bond verkeert en door zich te be dienen van de moeilijkheden, waarmee de Raad van Drie te doen heeft, heeft Japan zich de suprematie in het Oosten ten volle verzekerd, waarbij nog ontzaglijke economische rechten in. China ko men. En dat ondanks het feit, dat Japan niet instemt met de geal lieerden, wat betreft de teruggaaf van Kiaut9jau. De Italianen hebben Japan iu de kaart gespeeld en aan dat land zijn overwinning mogelijk ge maakt. President Wilson zal naar het schijnt het verdrag met Duitsch- land moeten goedkeuren, waarbij Japan het volledige recht op Kiautsjau verwerft, hetgeen een schending beteekent van her- zelfbeschikkingsrecht, wat ook de intergeallieerden-overeenkomst later moge inhouden. Japan heeft eenvoudig zijn tijd afgewacht; het bleef uit de Europeesche conferen» tie weg en betoonde geen belang stelling in de zaken, totdat de toestand voor Japan gunstig werd. Hoe dit in de Ver. Staten zal worden opgenomen is zeer de vraag. De Chineezen bopen thans dat de Amerikaansche senaat in verzet zal komen. De Adriatische quaesüe. Naar de Daily Telegraph uit Rome verneemt, zou het voorstel gedaan zijn de beslissing over de Adriatische quaestie die thans feitelijk alleen door Wilson ge geven was opnieuw aan de Vredesconferentie te onderwerpen. Italië wensehte dit voorstel even wel niet aan te nemen, dat ver langt een verklaring dat de Ita- liaansche delegatie naar Parijs terug kunnen keeren met de stel lige belofte dat de eischen zullen worden ingewilligd. Intusschen wordt uit Zara en Sebenico (Dalmatië) gemeld, dat de Italianen troepen en oorlogs materiaal landen. De troepen mar- cheeren naar het Oosten. Aan de demarcatielijn voeren de Italianen versterkingen aan. De ex-Keizer. Waarschijnlijk zal Genève de zetel worden der internationale rechtbank waarvoor ex-keizer Wil helm H zal moeten verschijnen. Als het ten minste zoover komt. De conferentie moet het ontwerp voor het voorstel eerst nog goed keuren en is al vast begonnen met de behandeling ervan uit te stellen tot de volgende voltallige verga dering. De vredesvoorwaarden en het bolsjewisme. „Wat moeten wg doen, wanneer de Duitschers weigeren te teeke nen en met bolsjewisme dreigen?" zoo vraagt de „Daily Chronicle". „Dat zij zoo zullen optreden, staat wel vast; hun pers is al maanden lang bezig, er op voor te bereiden» Hier geldt: een standvastige hou ding is alleen veilig. Als wij too» nen, dat wij ons niet laten intimi» deeren, zal het dreigement wel niet worden volgehouden, en anders hebben wij genoeg middelen om er tegen op te treden. Geven wij er aan toe, dan komen wij op de gladste helling, want iedere con cessie onzerzijds zal een wapen worden in handen van diegenen dLie in Duitschland hun eigen zeden hebben om zich in de armen naders zou gehoord hebben. Vond zij zelf ook niet, dat het te dwaas was om er zooveel notitie van te nemen? - „U valt me tegen, meneer Zijderveld! Dat zou ik van U niet gedacht hebben!" zeide ze verwij tend. „Nu had ik nog wel gehoopt, dat ik iemand had op wien ik staat kon maken, en in plaats daar van Ontegenzeggelijk, ik was een on handige vlerk. En al was het dan met goede bedoeling, kwalijk kon ik iets verzonnen hebben, er meer op berekend om haar tegen mij in te nemen. Ik had ook Huib, die zooveel handiger is, dat zaakje moeten laten opknappen. „Och, meneer Zijderveld, ik heb uw advies niet noodig," ver volgde zij spijtig. „Als het er op aankomt, hen ik nog best in staat met mijzelf te rade te gaan en het zonder uwe hulp te stellen. U deökt natuurlijk bijzonder ver standig te zijn, en schijnt het beter te vinden mij onaangenaamheden en zorg te hesparen; maar U ver geet, dat ik geen kind meer ben, dat zich sprookjes laat vertellen! Of houdt U mij misschien voor zoo dom, dat ik uwe bedoeling niet doorzie? En vindt U het wel zoo bijzonder ridderlijk, iemand om den tuin te leiden, die U ge vraagd heeft om uwe eerlijke opinie, zonder omwegen? Werke lijk, ik had het niet van U ver- wacht!" te werpen van het bolsjewisme. De meerderheid in Duitschland wil het niet; zij zal er geen mid del van maken om de vredesvoor* waarden te verbeteren, indien wij laten zien, dat wij de voorwaarden door het dreigement niet ver anderen." DUITSCHLAND. Hindenburg gaat heen, Berlijn, 1 Mei. Naar aanleiding vau de a.s. vredesonderhandelin gen heeft Hindenburg aan Ebert een schrijven gericht, waarin hij zegt: Ik ben bij de wisseling der omstandigheden aan het hoofd van het opperste legerbestuur ge bleven, daar ik het mijn plicht achtte het vaderland in zijn hoo- gen nood te blijven dienen. Zoodra de voorloopige vrede ge sloten is beschouw ik mijn taak echter als afgedaan. Mijn wenseb, mij dan in het particuliere leven terug te trekken zal bij mijn hoo- gen leeftijd algemeen worden be grepen, te meer, waar het bekend is, hoe moeilijk het mjj, in verband met mijn zienswijze, mijn gansche persoonlijkheid en mijn verleden geworden is, in den tegenwoordl- gen tijd mijn ambt te blijven uit oefenen. De rijkspresident heeft hierop geantwoord: Terwijl ik hiermede mijn instemming betuig, maak ik van deze gelegenheid gebruik om u voor de gedurende den oorlog en daarna onder de grootste opoffe ringen bewezen diensten den on- vergankelijken dank van het Duit sche volk te betuigen. Dat gij ook in tijden van grootea nood op uw post zjjt gebleven en uw persoon ter beschikking van het vaderland hebt gesteld, zal het Duitsche volk nimmer vergeten. (get.) Ebert. Uit Oost-Friesland. Men meldt aan de N. Rott. Ct.: In de vorige week is in tal vao plaatsen een toestand ingetreden die véél erger is dan heel den oor logstijd is voorgekomen en die diep ingrijpt in de vrijheden der bevolking, welke angstiger dan ooit verbeidt, wat de toekomst nog brengen zal. De grensbewoners zelf hebben minder te klagen dan zij, die ver der van de Nederlandsche grens af wonen, omdat de baldadigheden en bedreigingen een paar uur loo pen s van de grens worden ge pleegd. Er zijn n.1. in Oostfriesland toch ten van zg. hamsteraars georgani seerd, die hoofdzakelijk afkomstig zijn uit handels-, zee- en industrie plaatsen. Ze wenschen tegen hooge prijzen allerlei levensbehoeften (eieren, boter, spek enz.) op te koopen, om deze artikelen tegen woekerprijzen weer van de hand te doen aan personen, die ze in de groote Duitsche steden verkoopen. Wegens het overgroote aantal hamsteraars, waaronder personen werden aangetroffen, die geen koopers, doch eerder dieven van de gevraagde levensbehoeften waren, gingen de kooptochten in plundertochten over. Daartegen verzet zich de Oosfe- friesche bevolking met hand en tand. Van kwaad kwam het tot erger en allerlei verhalen over het bru tale optreden der zg. „hamsto- raars" doen de ronde. Mishande ling van de bezitters (landbouwers) bleef niet uit en kloppartijen waren er het gevolg van. Doch ook van de dorpelingen, vooral arbeiders, kwam verzet tegen de landbouwers, die de le vensbehoeften hadden verkocht tegen hooge prijzen en waarvan het gevolg was, dat de arbeiders gezinnen met Paschen b.v. geen boter enz. konden machtig worden» De prijs was bizonder hoog: een K.G. boter 40 mark! De politie stond machteloos tegenover de georganiseerde plun dertochten, die nu eens hier, dan daar en telkens met een groot getal betoogers werden gehouden» Vandaar, dat de Duitsche regee ring heeft ingegrepen en troepen heeft gezonden naar Oost friesland» waarvan de bevolking als degelijk bekend stond. Het scheen wel, of het huilen haar nader stond dan het lachen» en ik begon dat verstandige be sluit van ons ietwat minder ver standig te vinden. Eenigszins scherp liet zg er op volgen: „Ik vind dat U er eigenaardige be grippen van vriendschap en hulp vaardigheid op nahoudt!" Daar zat ik. Ongelijk had zij niet. Maar ik verbeeld mij, dat zij het toch wel wat op andere wijze had kunnen zeggen. Het is nu t vrouwelijke lijdzaamheid wel eenigszins gesteld als met der dui ven spreekwoordelijke zachtheid; al naar omstandigheden valt er nogal wat op af te dingen Misschien kreeg zij medelijden met mijn arme-zondaarsgezicht, of vond zij, dat ze wat te scherp geweest was. Zg draaide wat bij, tenminste, en vroeg of Huib óók zoo'n vleiende meening had van hare vatbaarheid voor ernstig overleg. En toen, graag of niet, moest ik wel bijdraaien, en met de waarheid voor den dag komen, 't Was ove rigens een hard gelag. En het is eene pgnlijke operatie, je eigen beweringen weer in te slikken en jezelf te logenstraffen! Maar wat schoot er anders op over, als ik niet voorgoed haar vertrouwen wilde verbeuren? Natuurlijk begon ik met het zoe ken van verontschuldigingen en het bepleiten van verzachtende om standigheden. Maar zij viel mij in Met machinegeweren bewapen de gepantserde auto's doorkruisen nu Oostfriesland. Streng treedt men tegen de hoofdschuldigen- hamsteraars op, terwgl op initia tief en op aanstichten der regee ring in schier elke plaats van be- teekenis burgerwachten worden opgericht. In een enkel plaatsje, bij Leer, sloten zich alle hoofden van gezinnen bij de burgerwacht aan. RUSLAND. De vloot onder Bolsjewistisch regime. De Russische correspondent van „The Morning Post" geeft de be schrijving van het leven aan boord van een der oorlogsschepen van de Russische Bolsjewistische vloot. De niet Bolsjewistische officieren waren gedwongen te blijven door dienen. Het schip lag op de Newa voor Petrograd en voerde de roode vlag. Terwijl de officieren bezig waren hun hutten op te ruimen hield de bemanning zich onledig met drinken en kaartspelen ondef gramofoon-muziek. Het schip moest voor den win- terdienst in orde gebracht, maar dat was beneden de waardigheid van de matrozen, die voor een loon van 800 gulden per maand niets deden en het mindere werk voor dertig gulden per dag door anderen lieten doen. De eerste machinist werd doof den kapitein naar den eersten sto ker gezonden om te informeereo hoeveel brandstof er nog aan boord was en bracht de bood schap over, waarop de stoker hem aanraadde zelf naar het ruim of regelrecht naar de hel te gaan. Toen de officier hem er opmerk zaam op maakte dat ze in dienst waren, antwoordde de „onderge schikte": „Die tijden zijn voorbij, ga oogenblikkeüjk zelf kijken en anders zal ik je naar de Gorono- vaia (hoofdkwartier der Bolsjewis ten) laten brengen". De voorzitter van den scheeps raad wist den uiterlijken vrede te herstellen, maar de admiraliteit van het feit in kennis gesteld, raadde den officier aan overplaat sing naar een ander schip té vragen. De toestand te Riga. In het Oostzeegebied. Berlijn, 1 Mei. De ellende ib Riga wordt iederen dag vreesdij}- ker. Tienduizenden menschen van verschillende natie, die hulpeloos en onvoldoende gekleed op eilan den in de Duna zijn getranspor teerd, moeten ondergaan', als et niet spoedig hulp komt. De vereeniging van Baltische vrouwen heeft zich telegrafisch tot het Roode Kruis in neutralfe landen (Zweden, Noorwegen, Dens marken, Nederland en Zwitser land) alsmede tot den vertegen woordiger van den Paus in Zwit serland gewend, met het verzoek, dat er door de neutralen een hulp actie op touw zal worden gezet, om de ongelukkige ouden, vrou wen en kinderen te redden. Ook aan de Amerikaansche com missie van het Roode Kruis, dié Rusland met levensmiddelen wil voorzien, Is hulp gevraagd. FRANKRIJK. Landru, de moderne blauwbaard. De justitie heeft een onderzoek ingesteld in den tuin van de villS, die Landru met het meerendedl van de sedert spoorloos verdwenen vrouwen te Gambois bewoond heeft. Volgens de Parijsche bladefi zg'n er uit de nog in het keukentje van de villa aangetroffen asch en sintels stukken van een menschel Lijken schedel gevonden. In dep kelder zijn sporen van bloed ont dekt, maar een onderzoek zal eerst uit kunnen maken of meh hier met menschenbloed te doch heeft. In een schuurtje heeft men uit een hoop asch kleine stukken ver koold gebeente, gesmolten glas, haarspelden, een stuk van eed corsetbalein en een mensehentand te voorschijn gehaald. Een der stukken gebeente lijkt een kootje van een menschenbeen te zijn. Ook de andere gevonden dingen maakf ten den indruk alsof ze in het vuur gelegen hadden. de rede met de verklaring, dat grootmoedig mg mijn blunder ver geven zou worden, als ik zonder verderen omhaal en zoo kort mo- gelgk alles vertelde wat er te ver tellen viel. En zoo executeerde ik mij dan. „Welnu dan, als U er op staat!" begon ik. „Maar laat ik eerst voorbereiden op eene teleur stelling, indien U eenige waarde mocht hechten aan de vriendschap van prins Lorch „Prins Lorch? Wat heeft die er mede te maken?" vroeg zij on- geloovig, en keek me nieuwsgierig aan. Maar op het hooren van den naam Lorch scheen mr. Brookley» die steeds druk met Huib had zit ten praten, zich voor ons gesprek te interesseeren. Ook Mary viel het op; en toen ik haar vroeg of zij het goed vond dat ik straks verder vertelde» knikte zij even toestemmend en begon over wat anders. Zij deed dit zoo onbevangen mogelijk, met echt vrouweigken tact, en begreep blijkbaar dat er bijzondere redenen waren om er mr. Brookley buiten te houden. Even later werd er geklopt, en bracht de Ober een kaartje, met de vraag of mr. Brookley een oogenblik te spreken was. Deze legde het naast zijn bord, en terwgl hjj zijn lorgnet opzette zag ik, dat Huib tersluiks naar den naam keek. Ingezonden mededeoling. Hotel „Bellevue" - Hélder. Café-Restaurant. Wllhelmlna Blllard. Aangenaam gelegen In het centrum der stad. Billijke consumptie-prijzen. Vergaderzalen disponibel. De aardbeving te San Salvador. New-York, 2 Mei. Volgens eeu bericht uit San Salvador zijn 75 personen gedood en meer dan 500 gewond bg de aardbeving te San Salvador. De stad en de steden in den omtrek werden ernstig be schadigd. Een Melbetoogingen. Het Ag. Stef. meldt uit Rome, dat in geheel Italië de le Mei rus tig is voorbijgegaan. Wel werden in vele plaatsen betoogingen en optochten (welke overal waren toe gelaten) gehouden, doch alles had plaats in de grootste orde. Naar Reuter uit Madrid seint, is het aldaar bij de eerste-Meivie- ring tot botsingen gekomen. In de gevechten werden 29 gendarmen gewond, evenals vele betoogers. Te Cleveland (Ohio-V. S.) zijn ongeregeldheden ontstaan bij de ontmoeting tusschen een socialis- tischen optocht en een betooging voor de vrgheidsleening. De socia listen weigerden de roode vlag te strijken, waarop een gevecht ont stond. Hierbij werd één der toe schouwers gedood, drie politie agenten neergeschoten en ca. 200 mannen en wouwen ernstig ge wond. In Duitschland is de 1 Meidag rustig verloopen. Van geen enkele zijde is tot nu toe een incident ge meld. In Berlijn werden talrijke betoogingen en volksvergaderin gen gehouden, maar alles liep zeer ordelijk af. INGEZONDEN. Aan den Heer C. Heijblok, Voorz. Centr. Ned. Ambt. Bond, Afd. Helder. In antwoord op uw vraag vervat in de Held. Crt. van 29 April jL, deel ik U beleefd mede, dat noch het Bestuur, noch het Secretariaat eenige blaam treft over het niet ontvangen van stembiljetten der kiesvereeniging en deze zich dus niet achter „de Post" behoeven te verschuilen. Ieder lid, welke niet ter verga dering was geweest, is door mij persoonlijk een stembiljet per post toegezonden en heb ik hiervan nauwkeurig aanteekening gehou den, omdat ik de zekerheid wilde hebben, dat ieder zijn biljet kreeg en ik mij persoonlijk wilde over tuigen van do steeds wederkee- rende klachten van niets ont vangen. Persoonlijk zijn deze biljetten in envelop door mij gepost. Geachte Heer Heijblok, Indien U nu zelve brieven of anderzins post, en betrokkenen beweren, dat zij niets ontvangen hebben, welk antwoord geeft U dan? Toch zeker evenals ik, „dan zijn vermoedelijk bij de Post weg geraakt." Ik stel er prijs op te verklaren dat ik „de Post" als instituut be doel en niet het personeel in het algemeen. Nu schrijft U wel, dat klachten ter bevoegde plaatse kunnen wor den ingediend en blijf ik U dank baar voor deze raadgeving. Het is een oud en beproefd middel, doch jammer dat het zoo weinig helpt, persoonlijk heb ik er altijd weinig baat bij bevonden. U zult het mij ten goede houden, dat ik mij het recht voorbehoud eventueele klachten al of niet in het openbaar te behandelen, dan wel ter bevoegde plaatse in te brengen. Dankzeggende voor de verleen de plaatsruimte Hoogachtend, Uw dw. J. v. BAERLE. ,Laat maar zoolang in den salon, en vraag of mijnheer een minuut of wat wachten wil; zeg, dat ik nog aan tafel zit!" zelde mr. Brookley. Toen hij een oogenblik later zich verontschuldigde en Mary ver zocht ons zoolang te willen bezig houden, keek Huib hem na met een gezicht, alsof hij dacht: „Ik zou wel eens willen weten, wat er nu weer aan de hand is!" En nau welijks had mr. Brookley de hielen gelicht of hij zag me eens veel- beteêkenend aan en zeide: „Doktor Sohmidt!" „Wel allemachtig!" dacht ik bij mijzelf. En nog eer ik mijne ge dachten had kunnen ordenen, flitste het ineens bij mij door, dat die dokter Schmidt deel uitmaak te van het tableau de la troupe. Wat ook het doel van zijn komst mocht zijn, het kon niet anders dan in verband staan met het ge val dat ons zoo intrigeerde, en waarin prins Lorch een hoofdrol vervulde, als onze gissing juist was. „Dat zal het begin zijn van het tweede bedrijf', dacht ik. En onder de ingèving van het oogen blik besloot ik, dien dokter in de gaten te houden. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1919 | | pagina 1