HELDERSCHECOURANT
HET VREDESVERDRAG.
Tweede Blad.
w
No. 0087
ZATERDAG 10 MEI 1010
47e JAARQANQ
Redacteur-Uitgever: C. DE BOER JrM Helder. - Oplaag 7000 ex. - Abonnementsprijs: In de stad f 1.15, per post f 1.40. Buitenland f 2.40. - Losse ex. 3 ot. Advertentlén per regel 17l/« ot.
Op- en ondergang van Zon en Maan
en tl|d van heegwater (Texel).
Zondag
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Yrjjdag
Zaterdag
(Zomertijd.)
M&a
Zon
Hoogwater
Mei.
op:
onder
op:
onder
v.m.: n.m..
u
a.
8.15
m.
3.28
5.14
8.89
6.45 6 5C
12
6.20
3.48
i.13
8.40
7.35 7.4C
IS
7.26
4.11
5.11
8.42
8.15 8.2C
14
8.29
4.86
6.9
8.44
8.60 9.-
15
9.28
S.8
5.7
8.46
9.25 9.85
IS
10.22
5.46
5.5
8.48
9.55 10.16
17
n
11.10
6.S8
5.4
8.50
10.30 10.50
DE WEEK.
6 Mei.
De lete Mei is voorbijgegaan als
oen triestig-wintersche dag, onder
grauwe lucht, nu en dan met.
frisch-Decembersch sneeuwbuitje,
zooals het laatst der April-maand
'19 bijna zonder uitzondering zich
vertoonde. Terwijl ik dit schrijf,
heeft de zon weêr overwonnen,
ademen wij in verkwikkende voor
jaarslucht. En hopen we, dat de
winter ons nu voor een maand of
wat met rust zal laten.
De 1ste Mei is voorbijgegaan in
groote kalmte. Er werd aan optoch
ten en redevoeringen 't een en an
der gedaan. Maar van relletjes
bijna geen spoor. De heer Troelstra
vond nog eens gelegenheid zyn
naar de revolutie snakkend hart te
luchten, en ook in den kring van
zijn geestverwanten, partijgenoc-
ten, vraagt men zich af, welke van
de twee „Janus-aangezichten" nu
het „echte" is. van de S. D. A. P
In „Het Volk" verscheen, weet
men, de verklaring, dat „de bour
geoisie liegt" wanneer zij durft
zeggen, dat de soc.-democratie op
revolutionair geweld aanstuurt. De
taal, die de „kopstukken" der par
tij doen hooren, is met die gerust
stelling in flagranten strijd. Verba
zen mag niemand er zich over, dat
men aldus komt met de veronder
stelling, dat men hier te doen heeft
(wat althans een deel van de S. D.
A. P. betreft) met eene houding
„a doublé usage". Die 't moge-
Ijk maakt om den huik naar den
wind te hangen; 't aan het „succèa"
over te laten, met welke muts
men zich zal tooien: de vuurroode
of met eene van rustiger, meer ge
matigde kleur
De heer Troelstra heeft weten
wij althans met zekerheid het
boetekleed voor het „werkpakje"
verwisseld. Hij zal dus weer aan de
discussiën in de Tweede Kamer
deelnemen. En in de gegeven om
standigheden: na al de sinds half
November doorleefde avonturen,
kan dat leiden tot bijzonder „bewo
gen momenten" in 'slands Raads
zaal, afgescheiden nog van wat de
lieer Wijnkoop en zijn medestan
ders in 't schild mochten voeren.
Op heden, 6 Mei, hervat de
Tweede Kamer haar campagne. En
er ligt zoo 't een en ander voor het
„legislatieve mes", om deze beeld
spraak eens te wagen.
Minister Dé Visser heeft zijn
ontwerp-wet op het lager onder
wijs ingediend en over de geheele
Unie wordt erkend, dat 't een mooi,
knap stuk werk is. In hoofdzaak
heeft de minister van Onderwijs,
K. en W. zich gehouden aan de ad
viezen der Staatscommissie van
1918, maar op enkele belangrijke
punten wijkt dr. De Visser daar
van af. Het ontwerp (waar de heer
Ketelaar reeds een serie amende
menten op heeft ingediend) brengt
het zevende leerjaar en eéne alge-
heele reorganisatie van de be-
voegdheids-eischen. Het neemt
handenarbeid en gymnastiek (wel
ke naam in de wet vervangen wórdt
door „lichamelijke oefening") onder
de verplichte vakken op. Het wil
bewaarschool-onderwijs en dat, het
welk in de - twee of drie laagste
klassen der 1. s. gegeven wordt in
eenschakelen en toevertrouwen aan
„hulponderwijzeressen". Er wordt,
„buitengewoon onderwijs" inge
richt voor zwakzinnige kinderen,
psychdpathen, achterlijken, tuchte-
loozen, alsook voor kinderen, die
door maatschappelijke oorzaken
(wijl de ouders bijv. in schepen of
woonwagens huizen, e.d.) niet bin
nen de perken van de gewone on-
derwijs-wet kunnen vallen, 't Kan
wel zijn, zal wel gebeuren, dat ook
dit ontwerp niet heelhuids, onge
schonden, uit de parlementaire
smeltkroes te voorschijn zal komen.
De hoofdstrekking ervan kan
men zeker zijn vindt de sympa
thie der Vertegenwoordiging ln
haar geheel.
Na het heling-ontwerp volgt de
salaris-regeling voor de onderwij
zers. En dan zal het oogenblik aan
breken, waarop het Lagerhuis aan
de Nederlandsche vrouw (volgens
het ontwerp-Marchant) het actief
kiesrecht zal hebben te verleenen.
Waarvan op het Paasch-Congres
der soc.-democraten is voorspeld,
dat het vooral de Rechtsche par
tyen ten goede zal komen.
Inmiddels heeft minister De
Vries zijn Memorie van Antwoord
op de wijziging der Personeele be
lasting gezonden. De haardsteden
en rijwielen uit deze wet verwij
derd hebbende en de belasting dei-
huurwaarde verhoogd hebbend van
acht tot tien ten honderd. Z.Exc.
van Financiën zal ook nu ervaren,
dat hij niet gelijk zijn collega's
De Visser en Aalberse, van wie
laatstgenoemde door ziekte aan zijn
zware werktaak thans wordt ont
trokken, „persona grata" bij de
Kamer is. Wat niet belet, dat onze
vroede landsvaderen toch door het
„heilige moeten" zullen genoopt
zijn, al de bittere pillen, die minis
ter De Vries ze te slikken moet
geven, te „consumeocep".
Voor den Benjamin van het Ka-
binet-Ruys, Exc. mr. Bijleveld, van
Marine, breekt nu ook welhaast het
moment aan, waarop hij zijn kracht
en behendigheid op het Binnenhof-
toernooi zal moeten toonen.
't Kan een interessant, allicht
tjjdperkje worden, hetwelk nu voor
het Parlement is aangebroken. En
dat niet (behoudens Pinkster-
»sje) zal eindigen voordat de
thans zoo teêr-frissche, jonge
blaadjes door de zomerzon lichte-
lijk-geroosterd of door mid-zomer-
sche storm- en regenvlagen zullen
vernield zijn
Er waren in den lande nog
naïeve zielen, die 't maar niet kon
den gelooven, dat Den Haag, on
danks de Vredes-conferentiën, daar
gehouden in 't verleden en ook on
danks het'Carnegie-paleïs, geen
zetel van den Volkerenbond zou
worden. Hun allerlaatste illusie is
thans vervlogen. Wij weten allen,
dat de machtige Raad te Parijs
aan Genève de voorkeur gaf. En
't wordt tijd, dat een internationale
prijsvraag wordt uitgeschreven
ter oplossing van het probleem,
wat wij zullen moeten doen met het
Vredespaleis, dat daar staat als
een parodie op pogingen ten gun
ste van den wereldvrede door arbi
trage in een tijd, toen schier elke
dag brandstof werd aangedragen
voor het groote vuur, dat toen
't eindelijk uitbarstte vier jaren
lang dood en verderf over de aarde
bracht. En heeft achtergelaten
eene vergiftiging der geesten, der
gemoederen, die als anarchie,
jolsjewisme, communisme hoe
men 't noemen wil thans de ge
heele wereld bedreigt. Geholpen
door de misdadigheid, al-wilder
om zich heen grijpend, zoodat de
afgrijselijke roof- en andere moor:
den, welke de bladen schier dage
lijks te vermelden hebben, evenals
minder afschuwelijke, maar toch
ook gruwzame uitingen der mis
dadigheid (men denke aan het
griezelige geval van grafschen
ding uit hebzucht door mensche-
lijke hyena's!) nauwelijks meer be
roering wekken bij het publiek,
dat ook; zelfs aan deze dingen be
gint te'Vewènnen.
Het Vj.-edes-paleis staat dus een
zaam, Verlaten, doelloos op de
grens tusschen Den Haag en Sche-
veningen.
Maar wij weten nu óók, dat de
annexionistische Belgische eischen,
stukken Nederlandsch grondge
bied opvorderend, te Parijs zijn
afgewezen, zoodat de heeren an-
nexionisten met de kous op den
kop huis-toe konden keeren. En
thans wordt in België b.v. dooi
de „Etoile beige" het liedje van
militaire en economische toenade
ring tusschen Nederland en België
aangeheven. Wat een samengaan
der economisehe belangen betreft,
is daar zeker veel voor te zeggen.
Maar het drijven en stoken van de.;
Belgische heeren Hymans c.s. was
al bitter weinig geschikt om in het.
oude Patria de naar België zich
richtende sympathieën aan te wak
keren!
De vrede is op komst, maar wij
gevoelen aan den lijve nog, hoe we
in periode van overgang levend.
De vleeschprijzen bijv. blijven
voorshands buiten het bereik der
kleine beurzen. Andere waren
boter vooral worden minder
„pi-Ijzig".
En de „openbare kassen heb
ben steeds aanvulling noodig. De
jongste verhooging van het tele
gram-tarief is er een bewijs van.
De eisch van loonsverhooging
wordt allerwegen aangeheven. Te
Rotterdam bij de trarastaking
schijnt 't hard tegen hard te gaan.
Het eind zal ook hier wel zijn, dat.
aan de eischen wordt voldaan.
Wat misschien volkomen billijk
mag heeten. Hetwelk niet belet,
dat bij het streven naar „lotsver
betering" een grens bestaat, die
niet kan worden overschreden zon
der het bedrijf, de bron der hoo-
gere en lagere inkomsten, ten
slotte in gevaar te brengen
Hier kom ik echter op een terrein
van „economische bespiegeling",
voor den neutralen kronieker al te
gevaarlijk. Ik houd mij liefst op
den „beganen grond" en bjj de
„nuchtere feiten", die ik heb aan
te stippen.
Onthoud er mij dus ook van
hoe verleidelijk de gedachte moge
wezen om een groot of zelfs
klein „boompje" op te zetten over
de „knikker-bombardeiiienten" in
de Nieuwe Kerkstraat te Amster
dam.
Misschien is terwijl ik dit
schrijf de guit reeds ontdekt,
die 't op de ruiten der bewoners
van deze volksbuurt heeft voor
zien. Wellicht kunnen degenen,
die de knikkers en steentjes pro
jectielen achten, door „onzichtbare
handen" geworpen, door de
mysterieuse „stille kracht" dus,
nog een poosje hun theorie ver
kondigen. Maar hiervan kan men
zeker zijn: ook als het Amsterdam-
■ehe „knikkergeheiffi" ontsluierd
is, zullen er altijd menschen ziju,
die er „iets bijzonders" achter zoe
ken. De drang naar het geheim
zinnige, 't onopgeloste, is sommi
gen al te sterk. En de kracht van
het „nuchtere feit" is maar zelden
staat om dezulken van hun
voorbarigheid of dwaling te over
tuigen!
Mr. ANTONIO.
Ingezonden mededeellng.
Groote diefstal
in eigen zak pleegt iedereen, die
zijn heerencostuum niet door de
firma I. GRUNWALD, Keizerstr.
108, laat aanmeten, want onze En-
gelsche stoffen zijn ongeëvenaard
goedkoop, solide, chique, billijk.
Nadere aanvullingen. Dultsohland'e nieuwe
grenzen. De overhandiging aan de duitsche
delegatie. Redevoeringen van Clemenoeau
en Oraal Brookdorff-Rantzau. De indruk
In Duitschland.
Verbeteringen in den tekst
van het verdrag.
Uit een door Reuter gezonden
verbeterden tekst blijkt dat onder
de economische bepalingen o.a. nog
is vastgesteld, dat Duitschland zich
moet verbinden, alle bedragen
terug te betalen, die België van
zijn geallieerden geleend heeft ten
gevolge van Duitschlands schen
ding van het tractaat van 1839 en
dat wel tot 11 November 1918.
Verder is in den verbeterden
tekst de schadevergoeding niet in
marken opgegeven, maar in pon
den sterling, hetgeen natuurlijk
een belangrijk verschil zou kunnen
maken.
In het verdrag volgde verder op
afdeeling 8 een paragraaf over
Kolen.
Deze houdt o.a. het volgende in:
Duitschland moet jaarlijks ge
durende tien jaren aan Frankrijk
kolen leveren in een hoeveelheid
gelijk aan het verschil tusschen
de jaarljjksche productie van de
mijnen der departementen du Nord
en Pas de Calais voor den oorlog
en die gedurende de komende tien
jaren. Bovendien moet Duitschland
zoo noodig de verplichting aan
vaarden om behalve deze hoeveel
heid kolen gedurende tien jaren
aan Frankrijk te leveren 7 millioen
ton kolen, aan België 8 millioen
ton en aan Italië een hoeveelheid
van 4.500.000 ton tegen prijzen als
in het verdrag voorgeschreven. In
de plaats van kolen mag cokes
worden geleverd in de verhouding
van drie ton tegen vier. Ook moet
Duitschland leveren kleurstoffen
en chemicaliën, met inbegrip van
kinine, tot 50 proc. van den totalen
voox-raad van Duitschland op het
oogenblik dat het tractaat van
kracht wordt.
Ten slotte zij nog vermeld dat
onder het hoofd bijzondere voorzie
ningen nog wordt bepaald, dat
Duitschland als vergoeding voor de
boekerij te Leuven manuscripten
en oude drukwerken en platen
moet afstaan ter .vervanging dei-
verloren gegane. Ook moet
Duitschland afstaan aan België do
thans te Berlijn zich bevindende
vleugels behoorend bij het altaar
stuk de aanbidding van het Lam
van Hubert en Jan van Eyck,
waarvan het middenstuk in de
St. Bavokerk te Gent is, benevens
de vleugels, thans te Berlijn en
München zich bevindend, van het
altaarstuk van Dirk Bruts: Het
laatste avondmaal, waarvan het
middenstuk behoort aan de St. Pie
terskerk te Leuven.
Duitschland's nieuwe grenzen.
Het volgende supplement is ge-
uibliceerd als een ongeveer nauw-
ceurxge opgave van de nieuwe
grenzen van Duitschland.
1. De nieuwe grenzen van
Duitschland kunnen ongeveer als
volgt worden beschreven:
1. De tegenwoordige grens met
Nederland.
2. Met België ten Oosten van
neutraal Moresnet en langs de
Oostgrens van de „Kreise", Eupen
en Luxemburg.
3. De tegenwoordige grens met
Luxemburg,
4. De grens met Frankrijk van
1870, n.1. de Oostgrens van Elzas-
Lotharingen, met uitzonderingen
betreffende het Saar-bekken.
5. De tegenwoordige grens met
Zwitserland.
6. *De grens van 1914 met Oos
tenrijk tot den hoek ten Oosten van
Neustadt.
7. De nieuwe grens met Polen
loopt vandaar noordwaarts ten
Westen van Oppeln tot de Zuide
lijkste punt van Posen, vandaai
langs de Westgrens van Posen tot
de rivier de Bartsch, vandaar langs
de Bartsch tot een punt ongeveer
10 mijlen ten Westen van Golgau,
vandaar langs de grens van Posen
in Noord-Oostelijke richting tot ten
Zuid-Westen van Lissa, vandaar
Noord-Oostelijk tot ten Westen van
Kopwitz (45 mijlen ten Z.W. van
Posen), vandaar Noordelijk langs
de lijn der meren en over de War-
the tot de Westgrens van Posen,
drie mijlen West-Noord-West van
Birnbaum, verder O.-N.-O. tot de
rivier de Netze, vandaar langs die
rivier tot 8 mijlen ten Z.-W. van
Schneidemuhl, dan Westelijk en
daarop Noord-Oostelijk ongeveer 5
mijlen van den spoorweg Schnei
demuhl—Konitz en langs de streek
ten Oosten van Schloghau tot eeri
punt ongeveer drie mijlen ten N.-
W. van Konitz, verder Noordelijk
tot de oude'grens van West-Prui
sen, welke gevolgd wordt tot den
uitspringenden hoek vijf mijlen
ten Z.-O. van Lauenburg, vandaar
Noordelijk tot waar de grens onge
veer 9 mijlen ten Westen van de
oude grens van West-Pruisen aan
de Oostzee uitkomt.
De nieuwe grens van Oost-Prui
sen (met voorbehoud betreffende
het plebisciet) loopt van de Oost
zee Zuid-Westelijk langs de rivier
de Nogat, verder Zuidelijk do
Weiclisel tot ongeveer 32 mijlen
ten Z.-W. van Marienwerder, van
daar in het algemeen Oostelijk tot
de vroegere grens ten Zuiden van
Naidenburg, verder langs de vroe
gere grens tot de Njemen en langs
dé Njemen tot een punt ten Oosten
van Nidden en vandaar Noord
westelijk tot de Oostzee.
De grenzen van de gebieden,
waarin een plebisciet zal gehouden
worden tusschen de boven vastge
stelde grens van Oost-Pruisen en
(lo.) de streek van Marienwerder,
worden aangegeven door een lijn,
die loopt van een punt aan de
Nogat ten Z.-W. van Elbing in
Oostelijke richting naar de oude
Westgrens van Oost-Pruisen en
vervolgens langs laatstgenoemde
grens in Zuidelijke richting;
(2o.) de streek van Allenstein,
worden aangegeven door de oude
Westgrens van Oost-Pruisen in het
Westen en vervolgens door een
lijn, die in algemeen e O.-N.-O. rich
ting loopt en het regeeringsdistrict
Allenstein benevens den Kreis
Gletzko omsluit.
De Noordelijke grens van het
Saar-bekken loopt van de Fransche
grens, ten Westen van Merzig vol
gens een lijn, die. vanuit het Noor
den getrokken, tot 5 mijlen ten
Noorden van St. Weudel loopt. De
Oostelijke grens loopt vandaar in
Z.-O. richting ten Oosten van Hom
burg, vervolgens in Zuidelijke rich
ting naar de Fransche grens, ten
Zuiden van Zweibrilcken, om ver
volgens ten Westen van deze plaats
te loopen.
De streken in Sleeswijk, waar
een plebisciet zal gehouden wor
den, liggen tusschen de tegenwoor
dige Deensch-Duitsche grens én
een lijn, welke loopt:
(1) over de Flensburg-Fjord, ten
Zuiden van Eonderen en ten Wes
ten van het eiland Sylt;
(2) van een punt aan de Oostzec-
kust, ongeveer 3 mijlen ten Noor
den van Flensburg in Z.-W. rich
ting naar een punt, ongeveer 15
mijlen len Zuid-Westen van Flens
burg én vervolgens in N.-W. rich
ting naar de Scholmer Au, precies
ten Oosten van Scholm, daarna
naar de kust en vervolgens ten
Zuiden van de eilanden Fohr en
Amrun in de Noordzee;
(3) langs den loop van de Schlei,
vervolgens ten Zuiden van Slees-
wijk naar de Reider Au, daarna
stroomafwaarts, doch met dien ver
stande, dat de grens ten Oosten en
ten Zuiden van Frledrichstadr
loopt alvorens de Eiqler te berei
ken, welke zij tot aan de zee volgt.
De grenzen van de vrije stad
Danzig loopen Van de Oostzeekust
tot de samenvloeiing van Nogat en
Weichsel langs de grens van Oost-
Pruisen, zooals deze in HA om
schreven is. In het Zuiden en Wes
ten wordt de grens gevormd door
den Weichsel, gaande in N. rich
ting, tot ongeveer 15 mijlen ten
Zuid-Oosten van Danzig, vandaar,
over een afstand van ongeveer 16
mijlen in Zuid-Westelijke richting,
vandaar over ongeveer 8 mijlen ir.
N.-W. richting tot aan de Lonkener
See, vervolgens naar de Polleqzi-
ner See, vandaar in N.O. richting
over ongeveer 12 mijlen tot om
streeks 7 mijlen ten Zuid-Westen
van Danzig, vandaar in N. richting
voorbij de streek ten Oosten van
Oliva, vandaar naar het Noord-Oos
ten, loopende tusschen Kolierken
en Zoppot naar de Oostzee, onge
veer 9 mijlen N.-N.-W. van Danzig.
DE OVERHANDIGING AAN DE
DUIT80HE DELEGATIE.
De. Temps beschrijft de over
handiging van het vredesverdrag
aan de Duitsche delegatie als
volgt:
Te 2.15 uur weerklinkt het bevel:
„Presenteert het geweer!" Clemen-
'ceau komt als eerste der gedele
geerden in het Paleis aan. Onmid
dellijk na den president van den
ministerraad verschijnt de minis
ter van buitenlandsche zaken, de
heer Pichon.
Achtereenvolgens komen de ver
tegenwoordiger van Servië Ves-
nitsj, Haux, die door de Vereenig-
de Staten werd afgevaardigd, ei:
Venizelos, de Griek.
Maarsehalk Foch, die zijn rijtuig
bij den ingang van het park heeft
verlaten, komt-te voet.-Voordat hij
de trappen van het bordes bestijgt
wendt hij zich tot de eergarde, ók
hij in allerijl even inspecteert.
Dan naderen Balfour, de Engel-
sche afgevaardigde, Matsui uit
Japan, Tardieu en Philippe Ber-
thelot, die deel uitmaken van de
Fransche delegatie, en de Ameri
kaan White.
Om 2.50 uur komt Wilson aan
rijden in een rijtuig, dat een blauw
met zilver afgezet vaandel draagt
en onmiddellijk daarna Orlando
en Sonnino. Dan komen Crespi en
Lloyd George, de Belg Hymans
en de Roemeen Brattiano. Ook
Paderewski de Pool verschijnt.
Steeds meer afgevaardigden na
deren en om 5.55 uur zijn alle ver-
tegenwoordigers der geassoc-ïeeiv:
de mogendheden in de zaal.
Dan trekt de eerewacht, die
voortdurend het geweer gepresen
teerd heeft, zich terug en de Duit
sche gevolmachtigden worden ver
wacht.
Om vijf minuten over drie ver
schijnt eeü rijtuig, waarin kolonel
Henry, chef van de Fransche mi-
litaffe missie, gezeten is. In het
tweede rijtuig bevindt zich graaf,
Brockdorff-Rantzau met andere;
Duitsche afgevaardigden. De mi
nister van buitenlandsche zaken
Van het Duitsche rijk draagt ecu
overjas en een ronden hoed. Hij
ziet bleek en houdt de lippen op
eengeklemd. Als hij de trappen
van het bordes bestijgt, naderen]
drie rijtuigen met de overige Duit-';
sche afgevaardigden.
William Martin en kolonel Hen
ry geleiden Brockdorf-Rantzau en
de andere afgevaardigden naar de
vestibule van bet paleis. Dan gaal
de bode van buitenlandsche zaken
hen voor naar de zaal waar dej
onderhandelingen plaats hebben
en kondigt de Duitsche delegatie;
met de volgende woorden aan*
„Mijne Heeren, de Duitsche ge
volmachtigden".
De toespraak van ('lemen-
c e a u.
Clemenceau, die de bijeenkomst
leidde, nam vervolgens het woord
en zeide o.m.: Het is thans noch de
tijd, noch de plaats om overbodige
woorden te spreken. Gij ziet hier
voor u de vertegenwoordigers van
de groote en kleine verbonden mo
gendheden, die sinds vier jaar on
afgebroken den meedoogenloozen,
hen opgelegden oorlog hebben ge
voerd. Het oogenblik waarop de
zware rekening vereffend moet
worden, is aangebroken.
Gij hebt den vrede gevraagd en
wij zijn bereid u dien toe te staan.
Uit het geschrift dat de secretaris
generaal u ter hand zal stellen,
zult gij zien welke voorwaarden
wij hebben vastgesteld.
Om echter ook mijn grondge
dachte van de andere zijde te be
lichten, moet ik u zeggen, dat deze
tweede Vrede van Versailles, di-i
het doel van onze beraadslagingen
is, te duur door de hier vertegen-:
woordigde volkeren werd gekocht,
dan dat wij niet eenparig besloten
zouden zijn, om door alle in onzd
macht staande middelen, alle wet
telijke voldoeningen te krijgen die
men ons verschuldigd is. Ik heb
hierbij de eer den gevolmachtigden
mededeeling te doen van de wrijze,
waarop de onderhandelingen zul
len worden gevoerd. Mocht daarna
iemand een opmerking wenschen
te maken, dan zal hem het woord
natuurlijk worden verleend. Mon
delinge besprekingen zullen niet
plaats hebben, de opmerkingen
moeten schriftelijk worden inge
diend.
De Duitsche gevolmachtigden"
krijgen veertien dagen tijd om de-
opmerkingen over het verdrag in
de Fransche en Engelscbe taal op
schrift te brengen.
Het antwoord van graaf
R a n t z a u.
De toespraak van Clemenceaid
werd door den voorzitter der Duitl
sche delegatie, Graaf Brockdorff-
Rantzau, beantwoord, uit wiens
rede wy hieronder de belangrijkst'
passages laten volgen:
Wij zijn diep doordrongen van
de plechtige taak die ons hier met
u vereenigt en die ten doel heeft
de wereld zoo spoedig mogelijk-
een duurzamen vrede te schenken.
Wij maken ons geenerlei illusie
over den omvang van onze neder
laag en den graad van onze on
macht.
Wij weten, dat de macht der
Duitsche legers gebroken is, wij
kennen den intensen haat, waar
aan wij ons hier stooten. Wij zijn
gekomen om den hartstochtelijken
eisch van de overwinnaars te hoo
ren formuleeren, die ons als over
wonnenen willen laten betalen, om
ons tegelijkertijd als schuldigen
te straffen. Men eischt van ons, dat
wij zullen erkennen voor dezen,
oorlog alléén verantwoordelijk te'
zijn. Een dergelijke bekentenis zon
een leugen zijn.
Wij denken er niet aan Duitsch
land van alle verantwoordelijkheid
omtrent het uitbreken van deil«
wereldoorlog te ontlasten. De hou
ding der Duitsche regeeringen bij
de vredesconferenties te Den Haag
al hetgeen gedurende twaalf
tragische Juli-dagen werd gedaan
en nagelaten, kan zeer wel tot het
uitbarsten der catastrophe hebben
bijgedragen, maar wij ontkennen
ten sterkste, dat Duitschland, welks
bevolking er van overtuigd was,
dat het een verdedigingsoorlog
voerde, alléén de last van, de. ver
antwoordelijkheid zal hebben te
dragen. Niemand onder ons zal
durven beweren, dat het losbarsten
van de catastrophe enkel dateert
van het noodlottig oogenblik af,
waarop de Oostenrijksche troons-
opvolger werd vermoord. Gedu
rende de laatste halve eeuw heeft
het imperialisme van alle Euro
peesche staten de internationale
situatie chronisch vergiftigd.
In alle vijandelijke landen is de
publieke meening vol van de mis
daden door de Duitschere in dezen
oorlog bedreven. Ook ten opzichte
van dit punt zijn wij bereid de be
dreven onrechtvaardigheden te be-l
kennen. Wy herhalen de verkla-
ring, in het begin van den oorlog
in den Rijksdag afgelegd, dat ten
opzichte van België onrecht werd
begaan en dat wij dit onrecht wil
len herstellen.
Maar bezien van het standpunt,
van waaruit deze oorlog werd ge
voerd, is het alweer niet alléén
Duitschland, dat fouten heeft be
gaan.
Elke Europeesche natie kent fei-|
ten en personen, die de besten hun
ner landgenooten zich slechts met
tegenzin herinneren. Ik wil hier:
geen verwijten met verwijten be
antwoorden, maar als dan van ons
boetedoening wordt geëischt, moet
men toch ook de wapenstilstand
niet vergeten.
Zes weken verliepen voor die
werd toegestaan, en zes maanden
voor wij uwe vredesvoorwaarden
wisten. Bepaalde in den oorlog be
dreven misdaden behoeven ver
ontschuldigingen! Zij waren het"'
gevolg van den strijd om de over-
winning en vonden hun oorzaak
in de zorg om het nationaal be
staan, en den staat van hartstocht
die het geweten der volkeren prik
kelt.
Honderdduizenden noncombat
tanten, die sinds 11 November ten
gevolge van de blokkade het leven
verloren, werden echter ijskoud,
met voorbedachten rade gedood.
Elf dat, terwijl onze tegenstanders
de overwinning reeds behaald had
den, terwijl de zege hen reeds ge
waarborgd was. Bedenkt ook dit,
wanneer gij spreekt van verant
woordelijkheid en boetedoening.
Alleen een onpartijdig onder
zoek, door een neutrale commissie
ingesteld, door wie alle voornaam
ste personen uit het drama gehoord,
zullen worden en voor wie alle ar
chieven openstaan, zal in staat zyn
de graad van verantwoordelijkheid
van allen, die aan den oorlog deel
namen, te bepalen. Wij hebben een
dergelijk onderzoek geëischt en
herhalen onze vraag.
Op deze conferentie, alleen, zon
der bondgenooten tegenover een
geweldig aantal tegenstanders, zjjn
wij niet zonder verdediging. Gij
zelf hebt ons een bondgenoot ver
schaft, namelijk het recht, dat ons
door de conventie in zake de prin
cipes, waarop de vrede zou worden
gesloten, is gewaarborgd.
De principes van Wilson schie
pen verplichtingen voor de beide
oorlogvoerende partijen. Die ver*
schillende principes eischen van
ons zware offers, maar de geheiligd
de fundamenteele rechteix van alle
volkeren werden door dit verdrag
gewaarborgd. Het geweten der
wereld is aan zijn zijde en geen
volk zal dat ongestraft kunnen be-
leedigen.
Wfj zijn bereid?*3j>,Vïie basis do
redesvoorstelle»), die gij ons ter
hand stelt, te bestudêeren en wij
doen dat met het vaste Voornemen!
om in samenwerking met u dat-
jene wat verwoest werd te herstel
len, om het bedreven onrecht goed
te maken; in de eerste plaats het
onrecht, dat ten opzichte van Bel
gië werd gepleegd. Wij willen dé
menschhelü toonen, dat er een an-i
der doel werd geschapen, dat een
politieke en sociale vooruitgang is.
Als het meest nabijliggende doei
beschouw, ik voorts de* wederop
bouw vari de door onbezette ge
deelten van Noord-ffankrijk en
België, welke streken door den.
oorlog verwoest werden. Wij heb
ben ons daartoe plechtig verbon
den en wfj zijn vastbesloten de ver
plichtingen uit te voeren op de
wijze als wordt overeengekomen.
Die wensch kan alleen dan ver
vuld worden, wanneer men zich
verstaat over de meest practische
wijze, waarop een en ander kan ge
schieden.
De allerslechtste methode zou
wel deze zijn, dat men voortging
met voor dit werk Duitsche krijgs
gevangenen te gebruiken.
Zeker,de arbeidskrachten zijn
goedkoop, maar het werk zelf zou
de wereld ontzettend duur te staan
komen, omdat het Duitsche volk
vervuld zou worden van haat en'
wanhoop, wanneer het zag, dat zijn'
zonen, zijn broeders en echtgenoot
ten, die krijgsgevangen werden ge
maakt, ook na het sluiten van den
vrede niet uit hun ellende verlost
werden.
Zonder een onmiddellijke oplos
sing van dit vraagstuk, dat reeds
te lang sleepende werd gehouden,'
is een duurzame vrede niet mo
gelijk.
Graaf Rantzau wees er verder
op dat, indien voorwaarden weiden
opgelegd die Duitschland econo4
misch zouden doen verzinken, dit
het geheele economische leven in
Europa in de war zou brengen.
Er is slechts één middel zeide spr.
verder om dat gevaar te bezwe
ren, dat is het zonder eenige
reserve erkennen van de economi
sche en sociale solidariteit der vol-'
keren, en van een vrije, samenwer
kende volkerenbond.
Het Duitsche volk is bereid zijn
zwaar lot te dragen, mits men niet
raakt aan de vredeskans waarom
trent overeenkomst werd
kunnen worden.
Na de rede van Graaf Rantzau
werd de zitting opgeheven.
Blijkbaar schrijft men in Frank
rijk aan het Duitsche volk een
wonderkracht toe. Want hoe moei
men anders een verklaring vinden
voor de aan het vredesverdrag toe
gevoegde passage over den aan
Frankrijk door Engeland en d.»
Vereenigde Staffen toegezegden
steun, voor het geval dat Frankrijk
opnieuw door Duitschland zou wor
den aangevallen. Alsof het in
dien deze vredesvoorwaarden van
kracht worden totaal verminkte
en verdrukte Duitschland, daartoe
in staat zou zijn.
Ook in een beschouwing over de
rede van von Rantzau moet dit
argument weer dienst doen. Vol
gens een bericht van den corres
pondent van de Telegraaf te Parijs
althans, heeft deze rede in bevoeg
de Fransche kringen een zeer on-
gunstigen indruk gemaakt, en aan
getoond, dat men tegenover een
„weinig veranderd Duitschland"
staat. „Onder die omstandigheden
hecht men groote waarde aan de
verbintenissen van Wilson en
Lloyd George, voor het geval van
een aanval van Duitschland op
Frankrijk".
De Indruk op de Duitsche
gedelegeerden.
Volgens den correspondent van
de Neue Berliner Zeitung, hebben
de vredesvoorwaarden op de Duit
sche gedelegeerden een verplette
renden indruk gemaakt.
Minister Landsberg verklaarde,
dat de gruwelijke aankondigingen
in de pers nog overtrof fep waren.
Van mondelinge onderhandelingen
kan geen sprake meer zyn. Ons zal
éi iets meer overblijven dan ja of
-neen te zeggen.
Prof. Schücking zeide: Zelfs in
de kleinigheden openbaart zich de
sadistische lust van Frankrijk om
Duitschland te vernederen. Het do
cument, dat wij hébben ontvangen,
is in een woord vreeselijk.
Rantzau antwoordde: Zooals de
zaken thans staan, ben ik heden
i-niet bij machte een enkel woord te
zeggen.
Minister Giesberts zeide: „Men
wil de Duitsche arbeiders tot sla
ven in dienst van het internationale
kapitalisme maken. Daartoe leenen
wij ons niet. Er rest ons slechts
één uitweg: onmiddellijke vrede
met Rusland en aanwending van
de bolsjewistische troepen door
Duitschland."
Alle gedelegeerden zijn het er
over eens, dat het vredesverdrag
in zijn tegenwoordigen vorm on
aannemelijk 18-
De indruk ln Duitschland.
De m e e n In g van Fehren-
bach en Scheidemann.
Donderdagmiddag vergaderde de
vredescommissie met een groot
aantal leden der nationale verga
dering. De zitting werd geopend
door president Fehrenbach, die
een korte rede hield, waarin h'ij
verklaarde, dat het vredesverdrag
de slavernij van het Duitsche volk
in alle eeuwigheid beteekent. De
commissie staat thans voor een ont
zettend verantwoordelijke taak. Hij
hoopt, dat de commissie en de ge
heele Nat. Verg. slechts erop be
dacht zullen zijn de waardigheid
van'het vaderland en den nood van
het volk recht te laten wedervaren.
Daarop nam minister Scheide
man het iwoord.
De dag van heden, zoo verklaar
de hij o.a., welke ons eindelijk,, na
zes maanden martelenden wapen
stilstand, in kennis stelt met de
hoofdzaak van de vijandelijke vre
desvoorwaarden, beteekent het erg
ste punt van den Duitschen onder
gang, ja misschien nog niet eens
het ergste.
Een „ja" zoowel als een „neen",
kan ons noch dieper, noch hopeloo-
zer in de politieke en nationale
vernietiging naar beneden stooten
en alle bijkomstige voorwaarden,
Welke tot dusverre nog niet meege
deeld zijn maar toch reeds aange
kondigd zijn, zullen een herstel
door taUooze sterkere en zwakkere
boeien onmogelijk maken.
Mijne Heeren, wy staan aan het
graf van het Duitsche volk, indien
alles wat hier vredesvoorwaarden
worden genoemd, tot ondragelijke
werkèljjkheid wordt.
Spr. ging daarop na, op welke
gronden Duitschland de wapen
stilstand heeft gesloten en hoe de
voorwaarden die men Duitschland
thans wil opleggen, daarmede in
strijd zijn en vervolgde daarop: Elk
verder gesproken woord zou de on
mogelijkheid en de onbarmhartig
heid van deze voorwaarden ver
zwakken, welke niets anders zijn
dan een doodvonnis na eenigen
tijd- - B
Scheidemann wees er op, dat de
regeering het voorgelegde verdrag
evenwel in nuchter politieken zin
moet behandelen, en haar plicht
zou verzaken, indien zij zich liet
leiden door de gevoelens, die dit
verdrag by haar opw.ekte.
Zij kan moeilijk aannemen, dat
onze tegenstanders in dit voor de.
geheele wereld zoo hoogst ernstig
uur slechts een program hebben
voorgelegd, waarover nu .het ge-
w. sjacher kan beginpen.
weder opnieuw tegenstand uitlok- De Rijksregeering wil tot onder
ken. Niemand zou haar met een handelingen, wil tot vrede komen.
ïkfc Een gemarteld volk e
kregen.
Een vréde die in naam van het
recht tegenover het heelal niet te
rechtvaardigen zou zyn zal altijd
goed geweten kunnen onderteel
nen, omdat zij niet uitvoerbaar zou]
zijn. Niemand zou de wai
kunnen verstrekken die
van de onderteekening dient in tc|
houden.
Wij zullen het ons ter hand
stelde document bestudeeren
goeden wil en in de hoop, dat
eindresultaat tari onzé bijeenkóI
door ons allen onderteekend zal
len gemarteld volk en land als het
onze duldt geen heroïsche geste.
:aaf Rantzau namens de de-
verklaarde: „Wij willen het
overhandigde document met
n wil en in de hoop onderzpe-
at het eindresultaat van. onze,
fc aoor ons allen getee-
worden", heeft hfj ge-
geheel in den geest van de
jksregssring.