HELDERSCHECOURANT HET VREDESVERDRAG. Tweede Blad. w No. 0087 ZATERDAG 10 MEI 1010 47e JAARQANQ Redacteur-Uitgever: C. DE BOER JrM Helder. - Oplaag 7000 ex. - Abonnementsprijs: In de stad f 1.15, per post f 1.40. Buitenland f 2.40. - Losse ex. 3 ot. Advertentlén per regel 17l/« ot. Op- en ondergang van Zon en Maan en tl|d van heegwater (Texel). Zondag Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Yrjjdag Zaterdag (Zomertijd.) M&a Zon Hoogwater Mei. op: onder op: onder v.m.: n.m.. u a. 8.15 m. 3.28 5.14 8.89 6.45 6 5C 12 6.20 3.48 i.13 8.40 7.35 7.4C IS 7.26 4.11 5.11 8.42 8.15 8.2C 14 8.29 4.86 6.9 8.44 8.60 9.- 15 9.28 S.8 5.7 8.46 9.25 9.85 IS 10.22 5.46 5.5 8.48 9.55 10.16 17 n 11.10 6.S8 5.4 8.50 10.30 10.50 DE WEEK. 6 Mei. De lete Mei is voorbijgegaan als oen triestig-wintersche dag, onder grauwe lucht, nu en dan met. frisch-Decembersch sneeuwbuitje, zooals het laatst der April-maand '19 bijna zonder uitzondering zich vertoonde. Terwijl ik dit schrijf, heeft de zon weêr overwonnen, ademen wij in verkwikkende voor jaarslucht. En hopen we, dat de winter ons nu voor een maand of wat met rust zal laten. De 1ste Mei is voorbijgegaan in groote kalmte. Er werd aan optoch ten en redevoeringen 't een en an der gedaan. Maar van relletjes bijna geen spoor. De heer Troelstra vond nog eens gelegenheid zyn naar de revolutie snakkend hart te luchten, en ook in den kring van zijn geestverwanten, partijgenoc- ten, vraagt men zich af, welke van de twee „Janus-aangezichten" nu het „echte" is. van de S. D. A. P In „Het Volk" verscheen, weet men, de verklaring, dat „de bour geoisie liegt" wanneer zij durft zeggen, dat de soc.-democratie op revolutionair geweld aanstuurt. De taal, die de „kopstukken" der par tij doen hooren, is met die gerust stelling in flagranten strijd. Verba zen mag niemand er zich over, dat men aldus komt met de veronder stelling, dat men hier te doen heeft (wat althans een deel van de S. D. A. P. betreft) met eene houding „a doublé usage". Die 't moge- Ijk maakt om den huik naar den wind te hangen; 't aan het „succèa" over te laten, met welke muts men zich zal tooien: de vuurroode of met eene van rustiger, meer ge matigde kleur De heer Troelstra heeft weten wij althans met zekerheid het boetekleed voor het „werkpakje" verwisseld. Hij zal dus weer aan de discussiën in de Tweede Kamer deelnemen. En in de gegeven om standigheden: na al de sinds half November doorleefde avonturen, kan dat leiden tot bijzonder „bewo gen momenten" in 'slands Raads zaal, afgescheiden nog van wat de lieer Wijnkoop en zijn medestan ders in 't schild mochten voeren. Op heden, 6 Mei, hervat de Tweede Kamer haar campagne. En er ligt zoo 't een en ander voor het „legislatieve mes", om deze beeld spraak eens te wagen. Minister Dé Visser heeft zijn ontwerp-wet op het lager onder wijs ingediend en over de geheele Unie wordt erkend, dat 't een mooi, knap stuk werk is. In hoofdzaak heeft de minister van Onderwijs, K. en W. zich gehouden aan de ad viezen der Staatscommissie van 1918, maar op enkele belangrijke punten wijkt dr. De Visser daar van af. Het ontwerp (waar de heer Ketelaar reeds een serie amende menten op heeft ingediend) brengt het zevende leerjaar en eéne alge- heele reorganisatie van de be- voegdheids-eischen. Het neemt handenarbeid en gymnastiek (wel ke naam in de wet vervangen wórdt door „lichamelijke oefening") onder de verplichte vakken op. Het wil bewaarschool-onderwijs en dat, het welk in de - twee of drie laagste klassen der 1. s. gegeven wordt in eenschakelen en toevertrouwen aan „hulponderwijzeressen". Er wordt, „buitengewoon onderwijs" inge richt voor zwakzinnige kinderen, psychdpathen, achterlijken, tuchte- loozen, alsook voor kinderen, die door maatschappelijke oorzaken (wijl de ouders bijv. in schepen of woonwagens huizen, e.d.) niet bin nen de perken van de gewone on- derwijs-wet kunnen vallen, 't Kan wel zijn, zal wel gebeuren, dat ook dit ontwerp niet heelhuids, onge schonden, uit de parlementaire smeltkroes te voorschijn zal komen. De hoofdstrekking ervan kan men zeker zijn vindt de sympa thie der Vertegenwoordiging ln haar geheel. Na het heling-ontwerp volgt de salaris-regeling voor de onderwij zers. En dan zal het oogenblik aan breken, waarop het Lagerhuis aan de Nederlandsche vrouw (volgens het ontwerp-Marchant) het actief kiesrecht zal hebben te verleenen. Waarvan op het Paasch-Congres der soc.-democraten is voorspeld, dat het vooral de Rechtsche par tyen ten goede zal komen. Inmiddels heeft minister De Vries zijn Memorie van Antwoord op de wijziging der Personeele be lasting gezonden. De haardsteden en rijwielen uit deze wet verwij derd hebbende en de belasting dei- huurwaarde verhoogd hebbend van acht tot tien ten honderd. Z.Exc. van Financiën zal ook nu ervaren, dat hij niet gelijk zijn collega's De Visser en Aalberse, van wie laatstgenoemde door ziekte aan zijn zware werktaak thans wordt ont trokken, „persona grata" bij de Kamer is. Wat niet belet, dat onze vroede landsvaderen toch door het „heilige moeten" zullen genoopt zijn, al de bittere pillen, die minis ter De Vries ze te slikken moet geven, te „consumeocep". Voor den Benjamin van het Ka- binet-Ruys, Exc. mr. Bijleveld, van Marine, breekt nu ook welhaast het moment aan, waarop hij zijn kracht en behendigheid op het Binnenhof- toernooi zal moeten toonen. 't Kan een interessant, allicht tjjdperkje worden, hetwelk nu voor het Parlement is aangebroken. En dat niet (behoudens Pinkster- »sje) zal eindigen voordat de thans zoo teêr-frissche, jonge blaadjes door de zomerzon lichte- lijk-geroosterd of door mid-zomer- sche storm- en regenvlagen zullen vernield zijn Er waren in den lande nog naïeve zielen, die 't maar niet kon den gelooven, dat Den Haag, on danks de Vredes-conferentiën, daar gehouden in 't verleden en ook on danks het'Carnegie-paleïs, geen zetel van den Volkerenbond zou worden. Hun allerlaatste illusie is thans vervlogen. Wij weten allen, dat de machtige Raad te Parijs aan Genève de voorkeur gaf. En 't wordt tijd, dat een internationale prijsvraag wordt uitgeschreven ter oplossing van het probleem, wat wij zullen moeten doen met het Vredespaleis, dat daar staat als een parodie op pogingen ten gun ste van den wereldvrede door arbi trage in een tijd, toen schier elke dag brandstof werd aangedragen voor het groote vuur, dat toen 't eindelijk uitbarstte vier jaren lang dood en verderf over de aarde bracht. En heeft achtergelaten eene vergiftiging der geesten, der gemoederen, die als anarchie, jolsjewisme, communisme hoe men 't noemen wil thans de ge heele wereld bedreigt. Geholpen door de misdadigheid, al-wilder om zich heen grijpend, zoodat de afgrijselijke roof- en andere moor: den, welke de bladen schier dage lijks te vermelden hebben, evenals minder afschuwelijke, maar toch ook gruwzame uitingen der mis dadigheid (men denke aan het griezelige geval van grafschen ding uit hebzucht door mensche- lijke hyena's!) nauwelijks meer be roering wekken bij het publiek, dat ook; zelfs aan deze dingen be gint te'Vewènnen. Het Vj.-edes-paleis staat dus een zaam, Verlaten, doelloos op de grens tusschen Den Haag en Sche- veningen. Maar wij weten nu óók, dat de annexionistische Belgische eischen, stukken Nederlandsch grondge bied opvorderend, te Parijs zijn afgewezen, zoodat de heeren an- nexionisten met de kous op den kop huis-toe konden keeren. En thans wordt in België b.v. dooi de „Etoile beige" het liedje van militaire en economische toenade ring tusschen Nederland en België aangeheven. Wat een samengaan der economisehe belangen betreft, is daar zeker veel voor te zeggen. Maar het drijven en stoken van de.; Belgische heeren Hymans c.s. was al bitter weinig geschikt om in het. oude Patria de naar België zich richtende sympathieën aan te wak keren! De vrede is op komst, maar wij gevoelen aan den lijve nog, hoe we in periode van overgang levend. De vleeschprijzen bijv. blijven voorshands buiten het bereik der kleine beurzen. Andere waren boter vooral worden minder „pi-Ijzig". En de „openbare kassen heb ben steeds aanvulling noodig. De jongste verhooging van het tele gram-tarief is er een bewijs van. De eisch van loonsverhooging wordt allerwegen aangeheven. Te Rotterdam bij de trarastaking schijnt 't hard tegen hard te gaan. Het eind zal ook hier wel zijn, dat. aan de eischen wordt voldaan. Wat misschien volkomen billijk mag heeten. Hetwelk niet belet, dat bij het streven naar „lotsver betering" een grens bestaat, die niet kan worden overschreden zon der het bedrijf, de bron der hoo- gere en lagere inkomsten, ten slotte in gevaar te brengen Hier kom ik echter op een terrein van „economische bespiegeling", voor den neutralen kronieker al te gevaarlijk. Ik houd mij liefst op den „beganen grond" en bjj de „nuchtere feiten", die ik heb aan te stippen. Onthoud er mij dus ook van hoe verleidelijk de gedachte moge wezen om een groot of zelfs klein „boompje" op te zetten over de „knikker-bombardeiiienten" in de Nieuwe Kerkstraat te Amster dam. Misschien is terwijl ik dit schrijf de guit reeds ontdekt, die 't op de ruiten der bewoners van deze volksbuurt heeft voor zien. Wellicht kunnen degenen, die de knikkers en steentjes pro jectielen achten, door „onzichtbare handen" geworpen, door de mysterieuse „stille kracht" dus, nog een poosje hun theorie ver kondigen. Maar hiervan kan men zeker zijn: ook als het Amsterdam- ■ehe „knikkergeheiffi" ontsluierd is, zullen er altijd menschen ziju, die er „iets bijzonders" achter zoe ken. De drang naar het geheim zinnige, 't onopgeloste, is sommi gen al te sterk. En de kracht van het „nuchtere feit" is maar zelden staat om dezulken van hun voorbarigheid of dwaling te over tuigen! Mr. ANTONIO. Ingezonden mededeellng. Groote diefstal in eigen zak pleegt iedereen, die zijn heerencostuum niet door de firma I. GRUNWALD, Keizerstr. 108, laat aanmeten, want onze En- gelsche stoffen zijn ongeëvenaard goedkoop, solide, chique, billijk. Nadere aanvullingen. Dultsohland'e nieuwe grenzen. De overhandiging aan de duitsche delegatie. Redevoeringen van Clemenoeau en Oraal Brookdorff-Rantzau. De indruk In Duitschland. Verbeteringen in den tekst van het verdrag. Uit een door Reuter gezonden verbeterden tekst blijkt dat onder de economische bepalingen o.a. nog is vastgesteld, dat Duitschland zich moet verbinden, alle bedragen terug te betalen, die België van zijn geallieerden geleend heeft ten gevolge van Duitschlands schen ding van het tractaat van 1839 en dat wel tot 11 November 1918. Verder is in den verbeterden tekst de schadevergoeding niet in marken opgegeven, maar in pon den sterling, hetgeen natuurlijk een belangrijk verschil zou kunnen maken. In het verdrag volgde verder op afdeeling 8 een paragraaf over Kolen. Deze houdt o.a. het volgende in: Duitschland moet jaarlijks ge durende tien jaren aan Frankrijk kolen leveren in een hoeveelheid gelijk aan het verschil tusschen de jaarljjksche productie van de mijnen der departementen du Nord en Pas de Calais voor den oorlog en die gedurende de komende tien jaren. Bovendien moet Duitschland zoo noodig de verplichting aan vaarden om behalve deze hoeveel heid kolen gedurende tien jaren aan Frankrijk te leveren 7 millioen ton kolen, aan België 8 millioen ton en aan Italië een hoeveelheid van 4.500.000 ton tegen prijzen als in het verdrag voorgeschreven. In de plaats van kolen mag cokes worden geleverd in de verhouding van drie ton tegen vier. Ook moet Duitschland leveren kleurstoffen en chemicaliën, met inbegrip van kinine, tot 50 proc. van den totalen voox-raad van Duitschland op het oogenblik dat het tractaat van kracht wordt. Ten slotte zij nog vermeld dat onder het hoofd bijzondere voorzie ningen nog wordt bepaald, dat Duitschland als vergoeding voor de boekerij te Leuven manuscripten en oude drukwerken en platen moet afstaan ter .vervanging dei- verloren gegane. Ook moet Duitschland afstaan aan België do thans te Berlijn zich bevindende vleugels behoorend bij het altaar stuk de aanbidding van het Lam van Hubert en Jan van Eyck, waarvan het middenstuk in de St. Bavokerk te Gent is, benevens de vleugels, thans te Berlijn en München zich bevindend, van het altaarstuk van Dirk Bruts: Het laatste avondmaal, waarvan het middenstuk behoort aan de St. Pie terskerk te Leuven. Duitschland's nieuwe grenzen. Het volgende supplement is ge- uibliceerd als een ongeveer nauw- ceurxge opgave van de nieuwe grenzen van Duitschland. 1. De nieuwe grenzen van Duitschland kunnen ongeveer als volgt worden beschreven: 1. De tegenwoordige grens met Nederland. 2. Met België ten Oosten van neutraal Moresnet en langs de Oostgrens van de „Kreise", Eupen en Luxemburg. 3. De tegenwoordige grens met Luxemburg, 4. De grens met Frankrijk van 1870, n.1. de Oostgrens van Elzas- Lotharingen, met uitzonderingen betreffende het Saar-bekken. 5. De tegenwoordige grens met Zwitserland. 6. *De grens van 1914 met Oos tenrijk tot den hoek ten Oosten van Neustadt. 7. De nieuwe grens met Polen loopt vandaar noordwaarts ten Westen van Oppeln tot de Zuide lijkste punt van Posen, vandaai langs de Westgrens van Posen tot de rivier de Bartsch, vandaar langs de Bartsch tot een punt ongeveer 10 mijlen ten Westen van Golgau, vandaar langs de grens van Posen in Noord-Oostelijke richting tot ten Zuid-Westen van Lissa, vandaar Noord-Oostelijk tot ten Westen van Kopwitz (45 mijlen ten Z.W. van Posen), vandaar Noordelijk langs de lijn der meren en over de War- the tot de Westgrens van Posen, drie mijlen West-Noord-West van Birnbaum, verder O.-N.-O. tot de rivier de Netze, vandaar langs die rivier tot 8 mijlen ten Z.-W. van Schneidemuhl, dan Westelijk en daarop Noord-Oostelijk ongeveer 5 mijlen van den spoorweg Schnei demuhl—Konitz en langs de streek ten Oosten van Schloghau tot eeri punt ongeveer drie mijlen ten N.- W. van Konitz, verder Noordelijk tot de oude'grens van West-Prui sen, welke gevolgd wordt tot den uitspringenden hoek vijf mijlen ten Z.-O. van Lauenburg, vandaar Noordelijk tot waar de grens onge veer 9 mijlen ten Westen van de oude grens van West-Pruisen aan de Oostzee uitkomt. De nieuwe grens van Oost-Prui sen (met voorbehoud betreffende het plebisciet) loopt van de Oost zee Zuid-Westelijk langs de rivier de Nogat, verder Zuidelijk do Weiclisel tot ongeveer 32 mijlen ten Z.-W. van Marienwerder, van daar in het algemeen Oostelijk tot de vroegere grens ten Zuiden van Naidenburg, verder langs de vroe gere grens tot de Njemen en langs dé Njemen tot een punt ten Oosten van Nidden en vandaar Noord westelijk tot de Oostzee. De grenzen van de gebieden, waarin een plebisciet zal gehouden worden tusschen de boven vastge stelde grens van Oost-Pruisen en (lo.) de streek van Marienwerder, worden aangegeven door een lijn, die loopt van een punt aan de Nogat ten Z.-W. van Elbing in Oostelijke richting naar de oude Westgrens van Oost-Pruisen en vervolgens langs laatstgenoemde grens in Zuidelijke richting; (2o.) de streek van Allenstein, worden aangegeven door de oude Westgrens van Oost-Pruisen in het Westen en vervolgens door een lijn, die in algemeen e O.-N.-O. rich ting loopt en het regeeringsdistrict Allenstein benevens den Kreis Gletzko omsluit. De Noordelijke grens van het Saar-bekken loopt van de Fransche grens, ten Westen van Merzig vol gens een lijn, die. vanuit het Noor den getrokken, tot 5 mijlen ten Noorden van St. Weudel loopt. De Oostelijke grens loopt vandaar in Z.-O. richting ten Oosten van Hom burg, vervolgens in Zuidelijke rich ting naar de Fransche grens, ten Zuiden van Zweibrilcken, om ver volgens ten Westen van deze plaats te loopen. De streken in Sleeswijk, waar een plebisciet zal gehouden wor den, liggen tusschen de tegenwoor dige Deensch-Duitsche grens én een lijn, welke loopt: (1) over de Flensburg-Fjord, ten Zuiden van Eonderen en ten Wes ten van het eiland Sylt; (2) van een punt aan de Oostzec- kust, ongeveer 3 mijlen ten Noor den van Flensburg in Z.-W. rich ting naar een punt, ongeveer 15 mijlen len Zuid-Westen van Flens burg én vervolgens in N.-W. rich ting naar de Scholmer Au, precies ten Oosten van Scholm, daarna naar de kust en vervolgens ten Zuiden van de eilanden Fohr en Amrun in de Noordzee; (3) langs den loop van de Schlei, vervolgens ten Zuiden van Slees- wijk naar de Reider Au, daarna stroomafwaarts, doch met dien ver stande, dat de grens ten Oosten en ten Zuiden van Frledrichstadr loopt alvorens de Eiqler te berei ken, welke zij tot aan de zee volgt. De grenzen van de vrije stad Danzig loopen Van de Oostzeekust tot de samenvloeiing van Nogat en Weichsel langs de grens van Oost- Pruisen, zooals deze in HA om schreven is. In het Zuiden en Wes ten wordt de grens gevormd door den Weichsel, gaande in N. rich ting, tot ongeveer 15 mijlen ten Zuid-Oosten van Danzig, vandaar, over een afstand van ongeveer 16 mijlen in Zuid-Westelijke richting, vandaar over ongeveer 8 mijlen ir. N.-W. richting tot aan de Lonkener See, vervolgens naar de Polleqzi- ner See, vandaar in N.O. richting over ongeveer 12 mijlen tot om streeks 7 mijlen ten Zuid-Westen van Danzig, vandaar in N. richting voorbij de streek ten Oosten van Oliva, vandaar naar het Noord-Oos ten, loopende tusschen Kolierken en Zoppot naar de Oostzee, onge veer 9 mijlen N.-N.-W. van Danzig. DE OVERHANDIGING AAN DE DUIT80HE DELEGATIE. De. Temps beschrijft de over handiging van het vredesverdrag aan de Duitsche delegatie als volgt: Te 2.15 uur weerklinkt het bevel: „Presenteert het geweer!" Clemen- 'ceau komt als eerste der gedele geerden in het Paleis aan. Onmid dellijk na den president van den ministerraad verschijnt de minis ter van buitenlandsche zaken, de heer Pichon. Achtereenvolgens komen de ver tegenwoordiger van Servië Ves- nitsj, Haux, die door de Vereenig- de Staten werd afgevaardigd, ei: Venizelos, de Griek. Maarsehalk Foch, die zijn rijtuig bij den ingang van het park heeft verlaten, komt-te voet.-Voordat hij de trappen van het bordes bestijgt wendt hij zich tot de eergarde, ók hij in allerijl even inspecteert. Dan naderen Balfour, de Engel- sche afgevaardigde, Matsui uit Japan, Tardieu en Philippe Ber- thelot, die deel uitmaken van de Fransche delegatie, en de Ameri kaan White. Om 2.50 uur komt Wilson aan rijden in een rijtuig, dat een blauw met zilver afgezet vaandel draagt en onmiddellijk daarna Orlando en Sonnino. Dan komen Crespi en Lloyd George, de Belg Hymans en de Roemeen Brattiano. Ook Paderewski de Pool verschijnt. Steeds meer afgevaardigden na deren en om 5.55 uur zijn alle ver- tegenwoordigers der geassoc-ïeeiv: de mogendheden in de zaal. Dan trekt de eerewacht, die voortdurend het geweer gepresen teerd heeft, zich terug en de Duit sche gevolmachtigden worden ver wacht. Om vijf minuten over drie ver schijnt eeü rijtuig, waarin kolonel Henry, chef van de Fransche mi- litaffe missie, gezeten is. In het tweede rijtuig bevindt zich graaf, Brockdorff-Rantzau met andere; Duitsche afgevaardigden. De mi nister van buitenlandsche zaken Van het Duitsche rijk draagt ecu overjas en een ronden hoed. Hij ziet bleek en houdt de lippen op eengeklemd. Als hij de trappen van het bordes bestijgt, naderen] drie rijtuigen met de overige Duit-'; sche afgevaardigden. William Martin en kolonel Hen ry geleiden Brockdorf-Rantzau en de andere afgevaardigden naar de vestibule van bet paleis. Dan gaal de bode van buitenlandsche zaken hen voor naar de zaal waar dej onderhandelingen plaats hebben en kondigt de Duitsche delegatie; met de volgende woorden aan* „Mijne Heeren, de Duitsche ge volmachtigden". De toespraak van ('lemen- c e a u. Clemenceau, die de bijeenkomst leidde, nam vervolgens het woord en zeide o.m.: Het is thans noch de tijd, noch de plaats om overbodige woorden te spreken. Gij ziet hier voor u de vertegenwoordigers van de groote en kleine verbonden mo gendheden, die sinds vier jaar on afgebroken den meedoogenloozen, hen opgelegden oorlog hebben ge voerd. Het oogenblik waarop de zware rekening vereffend moet worden, is aangebroken. Gij hebt den vrede gevraagd en wij zijn bereid u dien toe te staan. Uit het geschrift dat de secretaris generaal u ter hand zal stellen, zult gij zien welke voorwaarden wij hebben vastgesteld. Om echter ook mijn grondge dachte van de andere zijde te be lichten, moet ik u zeggen, dat deze tweede Vrede van Versailles, di-i het doel van onze beraadslagingen is, te duur door de hier vertegen-: woordigde volkeren werd gekocht, dan dat wij niet eenparig besloten zouden zijn, om door alle in onzd macht staande middelen, alle wet telijke voldoeningen te krijgen die men ons verschuldigd is. Ik heb hierbij de eer den gevolmachtigden mededeeling te doen van de wrijze, waarop de onderhandelingen zul len worden gevoerd. Mocht daarna iemand een opmerking wenschen te maken, dan zal hem het woord natuurlijk worden verleend. Mon delinge besprekingen zullen niet plaats hebben, de opmerkingen moeten schriftelijk worden inge diend. De Duitsche gevolmachtigden" krijgen veertien dagen tijd om de- opmerkingen over het verdrag in de Fransche en Engelscbe taal op schrift te brengen. Het antwoord van graaf R a n t z a u. De toespraak van Clemenceaid werd door den voorzitter der Duitl sche delegatie, Graaf Brockdorff- Rantzau, beantwoord, uit wiens rede wy hieronder de belangrijkst' passages laten volgen: Wij zijn diep doordrongen van de plechtige taak die ons hier met u vereenigt en die ten doel heeft de wereld zoo spoedig mogelijk- een duurzamen vrede te schenken. Wij maken ons geenerlei illusie over den omvang van onze neder laag en den graad van onze on macht. Wij weten, dat de macht der Duitsche legers gebroken is, wij kennen den intensen haat, waar aan wij ons hier stooten. Wij zijn gekomen om den hartstochtelijken eisch van de overwinnaars te hoo ren formuleeren, die ons als over wonnenen willen laten betalen, om ons tegelijkertijd als schuldigen te straffen. Men eischt van ons, dat wij zullen erkennen voor dezen, oorlog alléén verantwoordelijk te' zijn. Een dergelijke bekentenis zon een leugen zijn. Wij denken er niet aan Duitsch land van alle verantwoordelijkheid omtrent het uitbreken van deil« wereldoorlog te ontlasten. De hou ding der Duitsche regeeringen bij de vredesconferenties te Den Haag al hetgeen gedurende twaalf tragische Juli-dagen werd gedaan en nagelaten, kan zeer wel tot het uitbarsten der catastrophe hebben bijgedragen, maar wij ontkennen ten sterkste, dat Duitschland, welks bevolking er van overtuigd was, dat het een verdedigingsoorlog voerde, alléén de last van, de. ver antwoordelijkheid zal hebben te dragen. Niemand onder ons zal durven beweren, dat het losbarsten van de catastrophe enkel dateert van het noodlottig oogenblik af, waarop de Oostenrijksche troons- opvolger werd vermoord. Gedu rende de laatste halve eeuw heeft het imperialisme van alle Euro peesche staten de internationale situatie chronisch vergiftigd. In alle vijandelijke landen is de publieke meening vol van de mis daden door de Duitschere in dezen oorlog bedreven. Ook ten opzichte van dit punt zijn wij bereid de be dreven onrechtvaardigheden te be-l kennen. Wy herhalen de verkla- ring, in het begin van den oorlog in den Rijksdag afgelegd, dat ten opzichte van België onrecht werd begaan en dat wij dit onrecht wil len herstellen. Maar bezien van het standpunt, van waaruit deze oorlog werd ge voerd, is het alweer niet alléén Duitschland, dat fouten heeft be gaan. Elke Europeesche natie kent fei-| ten en personen, die de besten hun ner landgenooten zich slechts met tegenzin herinneren. Ik wil hier: geen verwijten met verwijten be antwoorden, maar als dan van ons boetedoening wordt geëischt, moet men toch ook de wapenstilstand niet vergeten. Zes weken verliepen voor die werd toegestaan, en zes maanden voor wij uwe vredesvoorwaarden wisten. Bepaalde in den oorlog be dreven misdaden behoeven ver ontschuldigingen! Zij waren het"' gevolg van den strijd om de over- winning en vonden hun oorzaak in de zorg om het nationaal be staan, en den staat van hartstocht die het geweten der volkeren prik kelt. Honderdduizenden noncombat tanten, die sinds 11 November ten gevolge van de blokkade het leven verloren, werden echter ijskoud, met voorbedachten rade gedood. Elf dat, terwijl onze tegenstanders de overwinning reeds behaald had den, terwijl de zege hen reeds ge waarborgd was. Bedenkt ook dit, wanneer gij spreekt van verant woordelijkheid en boetedoening. Alleen een onpartijdig onder zoek, door een neutrale commissie ingesteld, door wie alle voornaam ste personen uit het drama gehoord, zullen worden en voor wie alle ar chieven openstaan, zal in staat zyn de graad van verantwoordelijkheid van allen, die aan den oorlog deel namen, te bepalen. Wij hebben een dergelijk onderzoek geëischt en herhalen onze vraag. Op deze conferentie, alleen, zon der bondgenooten tegenover een geweldig aantal tegenstanders, zjjn wij niet zonder verdediging. Gij zelf hebt ons een bondgenoot ver schaft, namelijk het recht, dat ons door de conventie in zake de prin cipes, waarop de vrede zou worden gesloten, is gewaarborgd. De principes van Wilson schie pen verplichtingen voor de beide oorlogvoerende partijen. Die ver* schillende principes eischen van ons zware offers, maar de geheiligd de fundamenteele rechteix van alle volkeren werden door dit verdrag gewaarborgd. Het geweten der wereld is aan zijn zijde en geen volk zal dat ongestraft kunnen be- leedigen. Wfj zijn bereid?*3j>,Vïie basis do redesvoorstelle»), die gij ons ter hand stelt, te bestudêeren en wij doen dat met het vaste Voornemen! om in samenwerking met u dat- jene wat verwoest werd te herstel len, om het bedreven onrecht goed te maken; in de eerste plaats het onrecht, dat ten opzichte van Bel gië werd gepleegd. Wij willen dé menschhelü toonen, dat er een an-i der doel werd geschapen, dat een politieke en sociale vooruitgang is. Als het meest nabijliggende doei beschouw, ik voorts de* wederop bouw vari de door onbezette ge deelten van Noord-ffankrijk en België, welke streken door den. oorlog verwoest werden. Wij heb ben ons daartoe plechtig verbon den en wfj zijn vastbesloten de ver plichtingen uit te voeren op de wijze als wordt overeengekomen. Die wensch kan alleen dan ver vuld worden, wanneer men zich verstaat over de meest practische wijze, waarop een en ander kan ge schieden. De allerslechtste methode zou wel deze zijn, dat men voortging met voor dit werk Duitsche krijgs gevangenen te gebruiken. Zeker,de arbeidskrachten zijn goedkoop, maar het werk zelf zou de wereld ontzettend duur te staan komen, omdat het Duitsche volk vervuld zou worden van haat en' wanhoop, wanneer het zag, dat zijn' zonen, zijn broeders en echtgenoot ten, die krijgsgevangen werden ge maakt, ook na het sluiten van den vrede niet uit hun ellende verlost werden. Zonder een onmiddellijke oplos sing van dit vraagstuk, dat reeds te lang sleepende werd gehouden,' is een duurzame vrede niet mo gelijk. Graaf Rantzau wees er verder op dat, indien voorwaarden weiden opgelegd die Duitschland econo4 misch zouden doen verzinken, dit het geheele economische leven in Europa in de war zou brengen. Er is slechts één middel zeide spr. verder om dat gevaar te bezwe ren, dat is het zonder eenige reserve erkennen van de economi sche en sociale solidariteit der vol-' keren, en van een vrije, samenwer kende volkerenbond. Het Duitsche volk is bereid zijn zwaar lot te dragen, mits men niet raakt aan de vredeskans waarom trent overeenkomst werd kunnen worden. Na de rede van Graaf Rantzau werd de zitting opgeheven. Blijkbaar schrijft men in Frank rijk aan het Duitsche volk een wonderkracht toe. Want hoe moei men anders een verklaring vinden voor de aan het vredesverdrag toe gevoegde passage over den aan Frankrijk door Engeland en d.» Vereenigde Staffen toegezegden steun, voor het geval dat Frankrijk opnieuw door Duitschland zou wor den aangevallen. Alsof het in dien deze vredesvoorwaarden van kracht worden totaal verminkte en verdrukte Duitschland, daartoe in staat zou zijn. Ook in een beschouwing over de rede van von Rantzau moet dit argument weer dienst doen. Vol gens een bericht van den corres pondent van de Telegraaf te Parijs althans, heeft deze rede in bevoeg de Fransche kringen een zeer on- gunstigen indruk gemaakt, en aan getoond, dat men tegenover een „weinig veranderd Duitschland" staat. „Onder die omstandigheden hecht men groote waarde aan de verbintenissen van Wilson en Lloyd George, voor het geval van een aanval van Duitschland op Frankrijk". De Indruk op de Duitsche gedelegeerden. Volgens den correspondent van de Neue Berliner Zeitung, hebben de vredesvoorwaarden op de Duit sche gedelegeerden een verplette renden indruk gemaakt. Minister Landsberg verklaarde, dat de gruwelijke aankondigingen in de pers nog overtrof fep waren. Van mondelinge onderhandelingen kan geen sprake meer zyn. Ons zal éi iets meer overblijven dan ja of -neen te zeggen. Prof. Schücking zeide: Zelfs in de kleinigheden openbaart zich de sadistische lust van Frankrijk om Duitschland te vernederen. Het do cument, dat wij hébben ontvangen, is in een woord vreeselijk. Rantzau antwoordde: Zooals de zaken thans staan, ben ik heden i-niet bij machte een enkel woord te zeggen. Minister Giesberts zeide: „Men wil de Duitsche arbeiders tot sla ven in dienst van het internationale kapitalisme maken. Daartoe leenen wij ons niet. Er rest ons slechts één uitweg: onmiddellijke vrede met Rusland en aanwending van de bolsjewistische troepen door Duitschland." Alle gedelegeerden zijn het er over eens, dat het vredesverdrag in zijn tegenwoordigen vorm on aannemelijk 18- De indruk ln Duitschland. De m e e n In g van Fehren- bach en Scheidemann. Donderdagmiddag vergaderde de vredescommissie met een groot aantal leden der nationale verga dering. De zitting werd geopend door president Fehrenbach, die een korte rede hield, waarin h'ij verklaarde, dat het vredesverdrag de slavernij van het Duitsche volk in alle eeuwigheid beteekent. De commissie staat thans voor een ont zettend verantwoordelijke taak. Hij hoopt, dat de commissie en de ge heele Nat. Verg. slechts erop be dacht zullen zijn de waardigheid van'het vaderland en den nood van het volk recht te laten wedervaren. Daarop nam minister Scheide man het iwoord. De dag van heden, zoo verklaar de hij o.a., welke ons eindelijk,, na zes maanden martelenden wapen stilstand, in kennis stelt met de hoofdzaak van de vijandelijke vre desvoorwaarden, beteekent het erg ste punt van den Duitschen onder gang, ja misschien nog niet eens het ergste. Een „ja" zoowel als een „neen", kan ons noch dieper, noch hopeloo- zer in de politieke en nationale vernietiging naar beneden stooten en alle bijkomstige voorwaarden, Welke tot dusverre nog niet meege deeld zijn maar toch reeds aange kondigd zijn, zullen een herstel door taUooze sterkere en zwakkere boeien onmogelijk maken. Mijne Heeren, wy staan aan het graf van het Duitsche volk, indien alles wat hier vredesvoorwaarden worden genoemd, tot ondragelijke werkèljjkheid wordt. Spr. ging daarop na, op welke gronden Duitschland de wapen stilstand heeft gesloten en hoe de voorwaarden die men Duitschland thans wil opleggen, daarmede in strijd zijn en vervolgde daarop: Elk verder gesproken woord zou de on mogelijkheid en de onbarmhartig heid van deze voorwaarden ver zwakken, welke niets anders zijn dan een doodvonnis na eenigen tijd- - B Scheidemann wees er op, dat de regeering het voorgelegde verdrag evenwel in nuchter politieken zin moet behandelen, en haar plicht zou verzaken, indien zij zich liet leiden door de gevoelens, die dit verdrag by haar opw.ekte. Zij kan moeilijk aannemen, dat onze tegenstanders in dit voor de. geheele wereld zoo hoogst ernstig uur slechts een program hebben voorgelegd, waarover nu .het ge- w. sjacher kan beginpen. weder opnieuw tegenstand uitlok- De Rijksregeering wil tot onder ken. Niemand zou haar met een handelingen, wil tot vrede komen. ïkfc Een gemarteld volk e kregen. Een vréde die in naam van het recht tegenover het heelal niet te rechtvaardigen zou zyn zal altijd goed geweten kunnen onderteel nen, omdat zij niet uitvoerbaar zou] zijn. Niemand zou de wai kunnen verstrekken die van de onderteekening dient in tc| houden. Wij zullen het ons ter hand stelde document bestudeeren goeden wil en in de hoop, dat eindresultaat tari onzé bijeenkóI door ons allen onderteekend zal len gemarteld volk en land als het onze duldt geen heroïsche geste. :aaf Rantzau namens de de- verklaarde: „Wij willen het overhandigde document met n wil en in de hoop onderzpe- at het eindresultaat van. onze, fc aoor ons allen getee- worden", heeft hfj ge- geheel in den geest van de jksregssring.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1919 | | pagina 5