HELDERSCHECOURANT Inning nbomntsgelden. No. 5104 DONDERDAG 19 JUNI 1819 47* JAARQANQ Redaoteur-Ultawwr i c. DB BOER Jr., Melder. Oplaag 7000 ex. Abonnamantaprlj» i In da %fó MB!_i»rj>g«Mj:40!_BtmgtUgn<M^:401_^^ow^x:_8^t:_j__^^ 17 V, ot. Aan onze abonné's buiten de gemeente wordt beleefd verzocht 't verschuldigde abonnementsgeld Holderaehe Cou rant, Zondagsblad en Modoblad 2de kwartaal 1919 te willen over maken per postwissel of aan post zegels vóór 25 Juni a.sMzuUen48 anders daarover per postkwitantie worden beschikt met verhooging van dispositiekosten. Aangezien, door de verhoogde in cassotarieven aan de post, thans met 10 cents verhooging inplaats van 5 moet worden beschikt, raden wij onzen abonné's, in hun eigen belang aan, ons het bedrag zoo spoedig mogelijk toetezenden. Postwissels voor dat doel behoeven slechts met een zegel van 2cent te worden beplakt. De abonnementsgelden van ons blad en zijne premie uitgaven zjjn Heldersche Courant: franco per post f 1.40, Buitonland f 2.40 Zondagsblad: franco per post f 0.60, Buitenland f 0.S0 Modeblad: franco per post f 1.06, Buitenland f 1.30 Aan onze abonné's binnen de ge meente wordt bekend gemaakt, dat over het abonnementsgeld 2e kwartaal (1 April—30 Juni) dezer dagen zal worden beschikt. WU verzoeken de kwitantie bij eerste aanbieding te willen voldoen. Administratie Heldersche Courant. DE WEEK. 17 Juni. Terwijl lk dit schrijf, genieten wy weer van een temperatuur, die de Indisch gasten onder ons, in het oude Patria, toch wel sterk zal herinneren aan de warmste, uurtjes van den zwoelen moesson in de keerkringen. Zoo drukkend was 't ook op dien Donderdag in Juni j.1. toen in de Tweede Kamer werd gehouden de interpellatie-Wijnkoop over het beslag leggen op sommige exemplaren van Barbusse's veelbesproken boek. Dien Donderdag, zoo tusschen 3 en 4 ure, keerde het weer, weet men plots om. Een hevige wind stak op, het kwik in den thermometer daalde binnen" een half uur ruim twintig graden. En toch dit was in 't oog der meteorologen, die ('t moet er kend) het eindigen van de warmweer- periode voorspeld hadden, het merk waardigste van het gevalen toch kwam er bliksem noch regenslag. Maar in de zaal der Tweede Kamer was 't smoor- en snikheet. En de tribunes publieke en gereserveer de waren voller dan men in lang aanschouwd had. Bezoekers en be zoeksters, heeren- en dames-gasten van het Lagerhuis, trotseerende de benauwing der hitte, 't uren achter een opeengepakt staan, uitJa, waarom deden zij 't? Wyi ze bevan gen waren door vrees, dat de kunst in Nederland onder censuur der Over heid zal geraken Waren er ook bij, die gedreven werden door andere roerselen des gemoeds, bijv. hoop, dat er geciteerd zou worden uit de „erge gedeelten" van De Hel"? Hopen wij er het beste van. De interpellatie- Wijnkoop heeft ont sluierd dat Barbusse's boek niet ver volgd is op last des ministers van Justitie, maar op Initiatief van den procureur-generaal bij het Haagsche Gerechtshof, mr. Van de Brandeler. Dat dit lid der „staande magistra tuur" gedreven zou worden door „politieke of godsdienstige motieven", gelijk de heer Wijnkoop bleek te ver moeden, minister Heemskerk acht 't uitgesloten. Overigens mengt de minister van Justitie zich niet in de zaak, wenscht Z.Exc. zich van wenken, aan het O.M. te geven, te onthouden. Heeft de minister (die trouwens verklaarde het boek nof' niet gelezen te hebben) geonerle. oordeel over den inhoud van het werk, dat volgens de heeren Wijn koop en Kleerekoper, den llterairen adviseur van de soc. democratische Kamer-fractie, een onsterfelijk mees terwerk van hoog-arlistieke waarde is; volgens den Unie-liberaal mr. Van Doorn een aarts-vervelend boek, met zeer ruwe, realistische* passa ges, kwasi-wetenschappelljk, vol strekt niet zoo grootsch en geniaal. Hoe 't ermee zij, het oordeel, door mr. Dresselhuiis geuit, dat de Haagsche procureur-generaal, met z(jn last tot beslag-leggen, „geen ge lukkige daad" heeft gedaan, zal on getwijfeld door zeer velen in den lande misschien ook door den minister van Justitie worden on derschreven. Afgescheiden van hun meening over het boek. En al ware 't slechts, wijl het optreden van den Haagschen proc.- generaal de prachtigst-denkbare „reclame" maakte voor het werk, dat men wenscht te weren. Overigens was de aanneming van de motie- Wijnkoop, die de Kamer het be slag-leggen wilde doen afkeuren en verworpen werd met de stemmen der vrfjz.- en sociaal-democraten en communisten voor, inderdaad voor de Kamer niet mogelijk. Vooreerst wijl verschillende leden het boek van Barbusse niet hadden gelezenver volgens omdat het Lagerhuis geen oordeel kan geven over een aange legenheid, die zich „sub judice" bevindtwaarover de uitspraak des rechters is gevraagd. Overigens staat vast, dat het votum, de motie-Wijn koop verwerpend, volstrekt niet de beteekenis had van instemming der meerderheid van de Kamer met de houding des procureur-generaals in deze. Van de jongste, slechts drie dagen geteld hebbende Parlementsweek valt aan te teekenon nog het groote buccob van minister De Visser, op 12 Juni, toen zijn salarieering-ontwerp voor de onderwijzers werd aangenomen met 87 tegen drie communistische stemmen. De Minister van Onderwijs giDg, toen de beslissing was gevallen, zijn mede-pacificator Lohman de hand drukken; werd daarna met huldigende woorden en geurende bloemen (in z(jn werkkamer neergezet) gevierd. Dat ook de heer Ossendorp zijn stem aan het ontwerp schonk, zal voor Exc. De Visser een groote voldoening zijn geweest. En de joelende kreten, die na dat „voor" van den heer Ossendorp door een paar Recbtsche leden werden aangeheven, wekten zeer begrijpelijk de heftige verontwaardiging van mr. Lohman en ook van anderen. Verder heeft de Kamer haar tyd in rustige kalmte besteed aan nuttig, de politieke hartstochten onberoerd latend legislatief werk. De Oorlogs- zeeon ge vallen wet is afgedaan, waarbij minister Van Ysselsteijn beloofde te zullen doen nagaan wie voor Rijks- steun in aanmerking komen, die gedurende den oorlog door zeeonge vallen zijn getroffen, niet in direct verband staand. Een werk, waarvan men noch den omvang, noch de mogelijke beteekenis der geldelijke gevolgen heeft te onderschatten 1 Eindelijk vatte de Kamer het ontwerp, keuring en aanduiding van waren aan. En ook bij deze gelegen heid betoonde minister Aalberse zich weer de zachtmoedig-conciliante be windsman. Waar de Kamer met een minister als die van Arbeid te werken heeft, zóózeer bereid om met allerlei wenschen, uit de vergadering komend, rekening te houden, daar is inderdaad de kans groot dat het ontwerp-Arbeidswet er vóór het zomer- recès komen zal en er vandatrecès in '19 toch nog iets zij 't dan ook niet veel terecht zal komen. Overigens blijven we leven in de sfeer der prikkelende, onbehagelijke onzekerheid. Of de wereldvrede, na den wapenstlstand, al of niet komen zal; 't schijnt aan een zijden draadje te hangen. Wat zal de naaste toe komst ons brengen? In den avond van Zaterdag 14 Juni heeft de heer Troelstra op eene vergadering te Amsterdam wederom de revolutie als onvermijdelijk en weldra-komende verklaard. Heeft men hier wederom met een „vergissing" te maken? 't Ib niet aan te nemen. Zal ondanks deze ondubbelzinnige, voor geen tweeerlei uitlegging vat bare taal, door den leider der S.D.A.P in Nederland in het openbaar ge sproken, de eenheid in de partij „met den Januskop" (zooals mr. Troelstra op het Arnhemsch Congres zijne {eestverwanten noemde) gehandhaafd jlijven, zjj 't dan in schijnDe vraag is wederom geworden van groote urgentie. De verklaring van minister van Karnebeek over het verloop van het „Belgische geval" blijft zeer verblij dend, maar niet zonder reden eischt men een afdoende en geruststellende offlcieele verklaring van Belgische zijde. De telegrammen, tusschen onze koningin en koning Albert van Belgiö laatstelijk gewisseld, zijn zeer hoffe lijk van vorm. De Belgische koning betoonde zich zeer dankbaar voor de gastvrijheid der Belgen geboden in den criais-tïjd. De nieuwe Belgische gezant heeft zich, in een vraaggesprek met een Nederlandschen journalist, uitermate vriendelijk en bewonderend-vriend- schappelyk uitgelaten over ons land. Er wordt aangedrongen op het vor men van een tolunie tusschen de beide Staten. Maar... de heer Hymans, de felle annexionist, bevindt zich nog altijd op zijn post. Belgiö heeft zich nog steeds niet officieel neer gelegd bij de uitspraak, die te Parijs viel en waarvan minister Van Kar nebeek aan de Staten-Generaal mede- deeling mocht doen. Zoolang dit niet het geval is, zijn we, wat de Neder- landsch-Belgische onderhandelingen betreft, nog steeds niet uit de „sfeer der onzekerheid" verlost. Ook het arme Vlissingen verkeert nog in 't onzekere. Het Belgische loodswezen schijnt er te blijven, niet naar Terneuzen te verhuizen, maar de plannen der maatschappij „Zee land" om naar Rotterdam haar bedrijf te verleggen, nemen steeds vaster vorm aan; hangen als een zeer dreigende onweerswolk boven de niet zonder reden voor haar toekomst, de ontwikkeling van haar bloei nu zoo zeer beduchte stad. Onzekerheid overal IWaar zijn de 20 k 26 duizend geweren gebleven, die de militaire administratie mist? Zijn ze ontvreemd of heeft men hier te doen met een „reuze-abuis" van de administratie De telepaath De Rubing vertoonde, na te Amsterdam en Rotterdam ge- triumfeerd te hebben, zijn voorshands ondoorgrondelijke wonderen van ge- dachtenlezerlj in de Hofstad. Heeft men hier te maken met geheimzin nige gave, nieuw gebied van onder zoek openend voor hen, die op wetenschappelijk gebied tot nu toe nog glimlachend-sceptisch tegenover zulke verschijnselen stonden Of komen ook deze „wonderen" op handigheid, trucs, oefening neêr?.. Waar men ook om zich heen blikt: overal is er onzekerheid; zijn er de tallooze onopgeloste vragen weer.. Mb. Antonio. BINNENLAND. De rantsoeneering van maizena wordt opgeheven, zoodat dit artikel, hoewel in distributie, tot iedere hoe veelheid ter beschikking van het publiek gesteld kan worden. Hieruit blijkt, dat onder de huidige omstandigheden niet met de distri butie van rgst, vermicelli en macaroni wordt voortgegaanwel blijven voor deze artikelen voorloopig nog maxi-1 mumprljzen gelden. Kindermeel rijst. De kleinhandelprljs voor kindermeel gebracht op 30 cents per pond, en die voor rijst op 58 cents per K.G. Exportheffisgss- Naar het „Hbl." verneemt zou het in de bedoeling liggen, aan het ver- leenen van uitvoerconsenten ten behoeve van zuivelproducten opnieuw bizondere voorwaarden te verbinden, in den vorm van buitengewone heffingen tot een bedrag, het verschil uitmakende tusschen verkoopsprijs in het buitenland en productiekosten plus matige winst. Naar den vorm zou deze heffing het barakter hebben van een vrijwillige bijdrage aan het zuivelkantoor, dat het totaal dezer vrijwillige bijdragen eventueel zou kunnen gebruiken voor toelagen aan melkproducenten. In wezen keert hiermede de toestand terug van de officieuse export vereenigingen, waar aan een eind werd gemaakt bij de op richting van de Exportcentrale. In buiig ganomin brood. Men meldt uit Maastricht aan de Msb.": Sedert eenigen tijd werd hier op de markt Belgisch brood aangevoerd, van veel beter qualiteit dan het onze, en dat zonder bons werd verkocht tegen den prijs van f 1.20 per brood van bijna 2 kilo gewicht. Gezien de allerslechtste qualiteit van ons bruin- brood, werd het smakelijke Belgische wittebrood gaarne gekocht, al kon de prijs ook hoog worden genoemd. De omzet werd hoe langer hoegrooter, zeer ten nadeele der eigen bakkers, welke dien verkoop met leede oogen aanzagen. Gisteren heeft nu de Coöperatieve Bakkerij „Het Volksbe lang" eenige van hare broodbezorgers met een paar karren vol brood naar de markt gezonden. Deze verkochten het brood beduidend goedkooper, n.1. tegen 45 cent de kilo en 90 cent voor brooden van 2 kilo, alles zonder bons. De bedoeling w&s een rechterlijke beslissing uit te lokken en tevens om den handel in Belgisch brood te fnuiken. De politie nam nu het brood in beslag, omdat brood, van regee- ringsmeel bereid, niet zonder bons mag worden verkocht. Ook het Bel gische brood werd nü in beslag genomen. Een en ander had plaats onder veel belangstelling van bet publiek. Dl luciftrabalastiig. Het plan van minister de Vries om ook uit de lucifers een bate voorde schatkist te verkrijgen, heeft, naar de N. Ct. ter oore komt, een vaste- ren vorm gekregen. Het moet Inde bedoeling liggen van den minister om in samenwerking met de fabri kanten te komen tot een semi staats bedrijf. Het denkbeeld van een staats monopolie schijnt overwogen te zyn, maar de geweldige bezwaren daaren tegen deden den minister ervan afzien. Ook de mogelijkheid van accijnzen zou zijn verworpen, n aar de inrich ting der fabrieken en de techniek der accljnsheffling hebben per saldo, naar men het blad meedeelt, den minister de voorkeur doen geven aan een andere oplossing. Het zou n.1. in do bedoeling liggen de bestaande fabrieken te vereenigen in één naamlooze vennootschap, in het aandeelenkapitaal waarvan de staat zou deelnemen. Het bedrag, dat men de N. Ct. noemde, was ongeveer 1 millioen. De schatkist zou dan van de winst boven een bepaald percentage over het aandeelenkapitaal een belangrijk deel voor zich opeischen. De tegen woordige bedrijfsleiders zouden ook de nieuwe N.V. leiden, het product zou geheel uniform worden, de pr(js 'j de wet bepaald. Men verwacht belangrijke besparin gen daardoor-men cijfert f 1.500.000 die de winst van het bedrijf zouden verhoogen en schijnt er op te rekenen, dat het hout, waarvan de lucifers hier gemaakt worden (Canadeesche popu lieren) uit ons eigen land kan worden betrokken, op den duur uit eigen speciaal daarvoor aangelegde aan plantingen. Het bedrijf der fabrieken ligt op het oogenblik na een paar schitterende jaren vrijwel stil. Er is overvloed van lucifers in ons land. De buitenlandsche mededinging (voor ons land voornamelijk Zweed- sche, voor Indie Japansche) hoopt men het hoofd te kunnen bieden. Maatregelen van eigenlijk protectio- nistischen aard schijnen niet in het voornemen te liggen. Wellicht wordt de Zweedsche con current verplicht tot het gebruik van het Nederlandsche etiket en ook zijn artikel zal met den vastgestelden prijs moeten worden betaald. Maart 1918 zijn ingelijfd bij de regi menten vestingartillerie d. de dienstplichtigen der lichting 1918, die in hot tijdvak van 4-8 Maart 1918 zijn ingelijfd bij het korps pantserfort-artillerie e. de dienstplichtigen der lichting 1918, die in het tijdvak van 4-8 Maart 1918 zijn ingelijfd by het korps torpedisten. De dienstplichtigen der lichting 1918, die in het tydvak van 8—12 April 1918 zijn ingelijfd by de genie zoomede de dienstplichtigen dier lichting, die in het tijdvak van 1—4 Mei 1918 zlju ingelijfd by de regi menten infanterie (hieronder begrepen grenadiers en jagers) zulleD, behou dens omstandigheden als bovenge noemd, zeer waarscbljniyk op 1 Oct. 1919 met onbepaald (klein) verlof worden gezonden. herhaalde, door opvolgende Ministers van Waterstaat uitgeoefende drang, hardnekkig geweigd in die jaren een grooter waterschap te vormen tot onderhoud dier Callantsooger Zee wering, omdat „iedere dergelijke regeling op on rechtmatige wijze lasten zou op leggen op gronden, die er niet mede kunnen of mogen belast worden.'' Miidir marfni-pirsoiaal. Op Zondag 15 Juni vergaderden te Rotterdam eenige gewezen marine mannen van de „Regentes", „Zeven Provinciën", benevens actief diénen den ter bespreking van de crisis in den Marinebond. Genoemde personen waren van oordeel dat de reformis tische taktiek in dien bond tot toe nemende verwydering voert van het oude strydkarakter der organisatie en dat de leiding Michels c.s.aande oppositioneels elementen het werken in de organisatie met de meest krachtige middelen poogt te beletten, waarbij nog komen de valsche be schuldiging van contributieverduiste ring, het signaleeren van de revo lutionaire elementen by de marine autoriteiten en het royeeren van de bestuurders der „Zeven Provinciën". Besloten werd tot vorming van een onaf ban keiyke organisatie op den grondslag van het Nat. Arb. Secre tariaat, waartoe de hulp van ,het N.A S. door den aanwezigen voor zitter B. Lansink Jr. werd toegezegd. Er werd een comité van vyf personen gevormd terwyl werd besloten een- half maandeiyksch orgaan uit te geven. De Indische hoofdafdeeling (Brandsteden is telegrafisch ingelicht. Binnenkort zal met het betrokken personeel een vergadering worden belegd. (Hbl.) Typhus. Te Amsterdam hebben zich ge vallen van Febris typhoïdea voorge daan tengevolge van het gebruik van besmette melk. De burgemeester vermaant de ingezetenen geen onge kookte melk te gebruiken. Amirlkunieh tankttoomsohlp. Maandag is een Amerik. tankschip, Silverbrook genaamd, met zeven duizend ton petroleum van Philadel- phia te Amsterdam aangekomen. Dit ia het vierde tankschip, dat in een week tfjds te Amsterdam binnenliep. PLAATSELIJK NIEU*S. Hr. Ms. „Koaiagin-Ragentes". Hr. Ms. „Koningin-Regentes" onder bevel van kapitein-ter-zee Fock is, op de thuisreis van Ned.-Indiö te Colombo aangekomen. Adras Hoogheemraadschap. Zooals men weet, werd in de jongste zitting van den Raad, (niet de spoed vergadering van Zaterdag j.1.) een aan de Koningin te richten adres, inzake de instelling van een Hoog heemraadschap, in banden gesteld van eene commissie van redactie, om te worden gewyzigd en aange vuld. Dit geschiedde na opmerkingen van de heeren Verfaille en Michels. Wij drukten in ons nummer van 3 Juni het oorspronkeiyk prae-advies van B. en W. nagenoeg volledig af. Het hier volgende is de samen vatting van hetgeen in de bedoelde vergadering te berde is gebracht door de heeren Verfaille en Michels. Da rantsoiMR. De Min. van Landbouw heeft be paald, dat van 18 Juni tot en met 15 Juli van de hieronder vermelde Regeeringsgoederen van gemeente wege geen hoogere dan de daarnevens aangegeven rantsoenen zullen mogen worden verstrektaardappelen 24 K.G., suiker 1.4 K.G., kindermeel, kinderen tot jaar 0.6 K.G„ van tot 2 jaar 15 K.G., alles per hoofd. Mit verlof. Op 1 Augustus 1919 zullen, tenzij er door het nlet-teokenen van den vrede een toestand mocht ontstaan, die dit onraadzaam zou maken en behoudens andere onvoorziene om standigheden, met onbepaald (klein) verlof worden gezonden: a. de dienstplichtigen der lichting 1918, die in het tydvak van 14—18 Januari 1918 zijn ingelijfd by regimenten infanterie [hieronder be grepen grenadiers en jagers); b. de dienstplichtigen der lichting 1918, die in het tydvak van 14—18 Januari 1918 zy'n ingeiyfd by het korps pontonniers; c. de dienstplichtigen der lichting 1918, die in het tydvak van 4-r De theorie der scherp begrensde belangensfeeren, door Gedeputeerde Staten der Provincie gehuldigd, naar de meening van adressant zeer aanvechtbaar. Deze theorie poogt eenerzydsch te bewyzen, dat de LJ- polders met Amsterdam geen genoeg zaam belang by het instandhouden der tot het gestichte Hoogheemraad schap behoorende zee- en binnen- waterkeering hebben, anderzyds, dat dit met de landen, behoorende tot de polders Helder en Huisduinen en Koegras wel het geval Ib. Het komt adressant voor, dat waar j een doorbraak in Waterland, zooals in 1916, wanneer de Noorder IJ- en zeedyk het overstroomings- water buiten de IJpolders moeten houden en die binnenwaterkeerinf dus nu een precies omgekeerde ro. vervult als toen deze gronden nog niet waren drooggemaakt, het belang dier IJpolders en daarmede van Amsterdam zeer sterk naar voren komt. Eu het gaat niet aan, naar de meening van adressant, op grond alleen van historische rechten en gebruiken, zooals Gedeputeerde Staten doen, deze landen van plichten vry te stellen, die. onmiskenbaar op hen rusten krachtens het groote belang betrokken. te meer schynt het adressant in hooge mate fout, waar by het in- ïyven van ander gebied historische rechten eenvoudig worden genegeerd. De Noordeiyk in deze Provincie aangedijkte landen zyn altyd in een zeer bijzondere positie geweest en daar ook altyd naar behandeld. In de jarenlange correspondentie van Gedeputeerdo Staten van Noord- Holland met Zyne Excellentie den Minister van Waterstaat over de twist vraag, wie voor de Zeewering te Callantsoog moest zorgen, eene corres pondentie die van 1883 tot 1896 heeft geduurd, is meerdere malen door Ged. 8taten zelf van die afzonderlyke positie dier Noordelijke landen ge waagd. Zoo is b.v. door dit College, trots Maar zelfs, indien Ged. Staten er in waren geslaagd, het belang der Noordelijke landen by een goede verdediging der Noordzeekust aan te toonen, zonden de lasten zich ook moeten bepalen alleen tot het onder houd dier zeekust. Waar echter het nieuwe Water schap de inning is opgedragen van V» der 20 millióenleening 1910, (B)z. 18 Brief aan de Staten van '"}d,e°,'lTf? wnnr/i.UftiinnH k Ttmi irq^i dezulken, die daarmede mets te maken Noord-Holland, 5 Juni 1895.) En speciaal de polder Koegras werd toen van elke Inlijving uit- drukkelyk uitgesloten. En in een scbryven van Ged. Staten aan den Minister van Waterstaat van Februari 1895 over de Zeewering beuoorden Callantsoog was dan ook tegenover den aandrang van dezen Minister reeds betoogd: „Het gaat niet aan, al moge men er de macbt toe hebben, een kleinen polder van geringe waarde, wiens landen sedert eeuwen geene buiten gewone dyksverdedlging vorderden, omdat zy gelegen waren achter eene natuurlijke zeewering, eens klaps te belasten Voorts werd in een nader schryven aan dezen Minister dd. 27 Februari 1895 nog speciaal over den polder Koegras gezegd De Koegras zanddijk is door'sLands Staten aangelegd in het belang van het ganscbe land, zóózeer zelfs, dat het besluit tot den aanleg, speciaal en in de eerste plaats als dyk, vóór wiens behoud die Koegras-zanddyk noodig was, genoemd wordtde Dlemerdyk. Gedurende twee eeuwen heeft die Landsdyk gelegen en is hy, voor zooveel noodig, door het Ryk onder houden. Na het maken van een ander Rykswerk, het Noord-Hol landsch Kanaal, zyn de gronden tusschen beide werken droog geworden en door het Ryk verkocht, o. a. onder voor waarde, dat de kooper aan het Ryk voor de duinbeplanting, het eenig onderhoud der Zeewering, waaraan toen kon gedacht worden, eene som van f 450.— 'sjaars zou betalen. Die Zanddyk is nog steeds het eigendom van het Ryk, de bedongen som vloeit nog altyd in 's Rijks kas en nu gaat het toch niet aan, dat het Ryk een dyk voor 'sLands be lang gelegd en den daarna droogge vallen grond verkocht hebbende, zich van het onderhoud van dyk of zee wering ontdoet en dat onderhoud aan anderen, dat is in de eerste plaats aan die verkochte gronden, zou mogen opleggen. D&n had dit den verkoop moeten bedongen worden." In huu brief vau 5 Juni 1895 aan de Prov. Staten zeggen Ged. Staten dan ook (blz. 5): „Het ontstaan van dien polder was meer een toevallig gevolg van het aanleggen van Staatswerken, hier dyken, dan wel omgekeerd het aanleggen van dyken het ge volg van het streven, om een •polder droog te maken.'' Is bier dus voldoende aangetoond de afzonderlyke positie der Noorde- ïyke polders, de geheele verdediging tegen de zee in 't Noorden blijkt te zyn gericht, naar het Noorden, terwyl omgekeerd nooit aan eenigen maat regel tegen uit het Zuiden komend overstroomings water tot bescherming dier Noordelijke landen is gedacht. De Zijper schutsluis is aangelegd, om by een doorbraak der sluizen aan het Nieuwediep het water uit het Noorden te keeren. Zelfs by de in 1916 plaats gebad hebbende doorbraken waardoor Schermerboezem in open gemeen schap kwam met de Zuiderzee is het peil van dien boezem in Koegras nooit hooger geweest dan normaal. Het is destijds afdoende gebleken, dat het by Katwoude blnnenstroo mende zeewater langs Purmerend reedB bij Edam weder afgespuid kon worden en dat de zooveel Noordelyk {elegen sluis te Nieuwediep niet eens jelast is geworden. Toch is juist Schermerboezem het eenige argument, waarmede Ged. Staten het belang der Noordeiyke polders by dn Zuiderzeedyken trach ten aan te toonen. Dat by een doorbraak van een deel der Noordzeeweringen de ramp grooter zoude zyn, ook voor de gebieden in het Noorden, dan by de plaats gehad hebbende doorbraken der Zuiderzee dyken, wordt door adressant niet ontkend. Toch is dit niet zoodanig, dat daarvoor de gronden in de hooge lasten of in het waterschap zouden mogen worden betrokken en zullen zy in geen geval op andere wyze worden behandeld dan andere ge bieden der provincie. In een schryven van 28 April 1891 van Ged.! Staten aan den Minister van Waterstaat leest men zelfs: „De geschiedenis leert ons, dat de Hondsbossche Zeewering oor spronkeiyk niet andera was dan een Rykswerk. De welbekende en vaak mis bruikte regel van ons waterschaps recht, „diea het water deert, het water keert", werd er niet op toegepast. Amatelland en het hooggelegen Gooiland, zelfs Rynland, Woerden en Delfland, werden tot mede werking ten behoeve van een kostbaren dyk geroepen. En nog heden ten dage zyn vele hooge gronden, voor welke een doorbraak van den Hondsbossche weinig of geen gevaar zou opleveron, aan dien dyk schuldplicbtig en dat nog wel in de hoogste contributie." hebben, voor veel zwaardere en nu zeer onblliyke en onbiliyk verdeelde lasten worden gezet, krygt die lasten- verdeeling een gansch ander karakter. Inderdaad het belang dier nieuwe gebieden by de objecten, die door deze leening zyn verbeterd, zóó groot is, dan is dat óók het geval en zeker in niet mindere mate, met Zuideiyk gelegen gebieden bovenge noemd, die men nu vry laat op gron den, die onverkort voor de Noordeiyke landen gelden. Dit is het onblliyke, waartegen adressant met recht meent te mogen opkomen. De verzwaring der Zuider-zeo- weringen als gevolg van den waters nood van 1916 was van veel verder strekkend belang dan alleen van de aan die dyken grenzende landen. Na aftrek van het bedrag voor de van ouds dykplichtigen moest voor overblyvende som een object worden gezocht, dat mede zou be talen, naar mate zyn belang er by betrokken is. Adressant meent, dat dit object geheele provincie in de allereerste plaats en daarna het Ryk is. De fout iu de ontworpen regeling schynt juist, dat Bed. Staten dit hooge beginsel van solidariteit in het streven, om de werken onzer voor ouders in stand te houden, slechts halverwege hebben doorgevoerd. Waarom b.v. de huiseigenaren in gemeente Helder wel aan deze kosten moeten bydragen en die in Amsterdam en andere Zuideiyk ge legen gemeenten niet, ls adressant tot nu toe een raadsel gebleven. Door die kosten bovendien alleen op het Hoogheemraadschap (dat als belangensfeer, naar adressant hoopt hebben aangetoond, tameiyk ge brekkig is, en altyd gebrekkig zal moeten zyn) te leggen, verdeelt men de lasten óók zeer ongeiyk, omdat dit deel bet minst draagkrachtige der provincie is. Waaruit moge biyken, dat decon- tribuabelen aan dit waterschap nooit in het Noorden, maar wel in het Zuiden werden gezocht. Tot op dit oogenblik betaalt zelfs de polder zype dan ook aan de Hondsbossche niet mee. publiek met steenen geworpen, waar door eenige van hen licht gewond werden. Tegin dexe behandeling hoeft von Rantzau een scherp protest ingediend. Zit Oultsohtand tutininT Uit Weimar werd d.d. 17 Juni aan de „N. Rott. Ct." gemeldEvenals in de eerste dagen van Februari con centreert de algemeene belangstelling zich tbanB weer op Weimar. Byna allle buitenlandsche journalisten zyn bier byeen en, hoewel de constituante nog niet officieel byeen is geroepen, ook zeer vele afgevaardigden. De groote vraag, die allen bezig houdt 6D waarop niemand het ant woord weet, is of het nieuwe vre desvoorstel der entente zal aanvaard worden. Op zichzelf schynen sommige concessies zeer gewichtig te zyn en de verantwoordeiykheid is zeer groot om het nu erop aas te laten komen, maar West-Pruisen en Dantzlg bly ven gevoelge punten, die de regeering nog steeds aan afgelegde verklaringen binden, vooral ook na de jongste oproepingen aan de bewoners der be trokken gewesten. By bet centrum schynt de wankel moedigheid toe te nemen en ik weet van vooraanstaande democraten, dat zy alleen daarom tot het laatste toe tegen de onderteekening zullen zyn, omdat zy de kans op een nationalis tische beweging als reactie tegen de onderteekening gevaariyker vinden, dan de tegenmaatregelen der entente tegen nietonderteekening. Zy meenen, dat de binnenlandsche toestand alleen dan gered kan worden alB zelfs de nationalisten toe moeten geven, dat er geen andere mogelykheid meer over schoot dan die van onderteeke ning. In den schoot der regeering loopen de stètnmingen en beoordeelingen qok zeer uiteen. Men kan volstrekt niet zeggen, dat bet kabinet homo geen voor een 'proefneming tot het ïiterste is. Daarom Is het op het bogonblik nog volkomen onzeker welke beslissing de rest van deze week bréngen zal. BUITENLAND. Hat Vredasverdrag. Hat aatwoord dar gaalllaardai. Evenmin als het met het oorspron- keiyke ontwerp verdrag geschied ls;1 zal het antwoord der geallieerden op de Duitsche tegenvoorstellen in zy'n {eheel openbaar gemaakt worden, tfen moet zich dus tevreden stellen met hetgeen men hieromtrent los wil laten. In ons vorig nummer hebben wy reeds een en ander betreffende de wyzigingen medegedeeld. Later wer den uit Parijs nog de volgende by- zonderheden gemeld: In hun antwoord verklaren de ge allleerden, dat de voorgestelde vrede een vrede van recht ls en overeen stemt met de door beide partyen voor den wapenstilstand aangenomen grondbeginselen. Verder wordt er in gezegd, dat aan de Oostgrens, overal waar twij felachtig is, wat de volkswil is, volksstemmingen gehouden zullen worden. Dantzig woidt van Duitschland los gemaakt om de Polen vrijen toegang tot de zee te geven, doch wordt geen bestanddeel van Polen. Of Opper-Sileziö Duitsch biy ven zal dan wel Poolsch zal worden, moet door een volksstemming worden uit gemaakt. De poKtieke bepalingen omtrent bet Saargebied blyven on veranderd. De afstand van Duitsch gebied aan Denemarken en Belgiö zal alleen geschieden, nadat daarover door een vrije stemming der Inwoners is be slist. Andere veranderingen in het ont- werp-vredesverdrag zullen niet plaéts hebben en dus krijgt Duitschland ook zyn koloniën niet terug. Aan het slot wordt gezegd Deze nota en de begeleidende memorie zyn het laatste woord van de geallieerde en geassocieerde regeeringen. Zy blyven zich baseeron op de grondiynen van het verdrag, doch hebben aanmerkelyke concessies in de toepassing ervan toegestaan. Dientengevolge verwachten zy bin nen 5 dagen (dit is, geiyk bekend, veranderd in 7 dagen) van de Duitsche delegatie de verklariDg, dat zy bereid is het vredesverdrag zoo*ls het thans daar ligt, te teekenen. Wordt deze verklaring afgelegd, dan zal de vrede onmlddeliyk VersaiUes geteekend worden. Zoo niet, dan beteekent deze mededeel ing opzegging van den wapenstilstand en zullen de mogend heden al zulke maatregelen nemen als door hen noodig worden geaeht om bun voorwaarden op ta leggen. De termyn binnen welke onderteekening van het verdrag door de Duitsche regeering zal moeten geschieden la door de geallieerden met twee dagen verlengd. Hy loopt thans af op 28 Juni, des avonds te zeven uur. Da Oultaoho gadelagaardaa virtrakkaa. Maandagavond, na de overhandiging van het antwoord zyn de Duitsche gedelegeerden naar Weimar vertrok ken, waarheen zy door de Ryksre- geering waren ontboden. Op weg van hun hotel naar het station van Veraailles, werden eenige Duitsche afgevaardigden door het De YorwArta" noemt het antwoord der geallieerden een Nieuwe oorlogs verklaring. „Het geheele stuk ademt den gaeat van den onverzoeniyksten haat en de aanmatigondate eigenge rechtigheid." Het blad wyst er op dat alleen de volksstemming voor Silezie wordt toegestaan. „Wat voor he>t overige aanwyzigingen wordt voq.r jeateld, kan volstrekt niet op den naam tegemoetkomingen aanspraak maken. Het is stellig voor de eerste maal, dat men een volk, waarmee men segt, vrede te willen sluiten, op de ongehoordste manier beleedigt on sm&adt" De „Frankfurter Ztg.M twyfelt er niet aan dat het antwoord een stort vloed vaa verontwaardiging en ver bittering over Duitschland zal doen gaan. Het blad merkt op, dat, wat men moge doen, de verantwoording onmeteiyk groot is. Duitschland is niet in staat dan vyand te weigeren om te onderteekenen, als het daartoe dooreen ultimatum gedwongen wordt en geeft daarom den raad zich in het oh ver mtjdelyhn te schik ken en te hopen op een betere toekomst. Da vradaivaarwaardaa voor Dultsah*Ooataari]k. Het hoofd der Dultach-Ooetenryk- sche vr edesdelegatie, Staatssecretaris heeft aan de vredesconferen tie aan nota overhandigd met de memorie over de gebiedsvraagstuk- ken van Duitsch Oostenrijk. Terwyl de memorie de grenzen van elk land op zich zelf behandelt, vat de nota bet staatsgebled In zyn geheel samen om te bewjjzen, dat de voorgestelde Noordeiyke grens niet die van taal en rassen volgt, daar anders van Dultach-Bohemen aan., Oostenryk Duitsch Zuid Bohemen en Duitsch Zuid Moravlö moesten worden toe gewezen. De rechtsregel der historische gren zen wordt eVeneens geschonden, wy) hier en daar belangrijke stukken van Neder-Ooeténryx gescheiden worden. Met het oog daarop wordt Duitacb- Zuld-Bohemen en Duitsch Zuld-Mora- vlë als Oostenryksch gebied opgevor- ÜéiiL Wat ae Oostgrens betreft, wordt itesteerd tegen het aannemen „rens van den Westeiyken oever vhn de Marosz. Verder wyst de nota er op, dat de Oost-Alpen voor 2/3 aan Slavische staten worden toegewezen, alhoewel zjj 9/10 door Duitschers bewoond zyn. Voor de verschillende go bieden wordt een vr(je volksstemming ver langd over de vraag by welk land men zich wenscht aan ta sluiten. Eigaland. In Engeland maakt men zich eenigszins ongerust over een com- mercleelen inval, dien de United Retail Stores Corporation, een maat schappij, die met een kapitaal van 100 millioen dollars begint te werken, voorbereidt. Het plan ls. om in alle landen Amerikaansche winkels te openen, waar manufacturen, koloniale waren, levensmiddelen, tabak en versnaperingen te krijgen zullen zyn. Men zal beginnen) met de Britache eilanden en Bommige Zuid-Ameri- kaansche landen en het Oosten. Het plan is een groote besparing aan dhkosten te verkrijgen door iDkoop in het groot van standaardartikelen en grondstoffen. De maatachappy zal de artikelen gedeelteiyk zelf vervaar digen en er is ook sprake van, dat zy éigen boerderijen zal hebben. Oa Anarlkaaasoba vloot. Het Amerikaansche departement van marine heeft de verdeeling van de zeemacht in twee vloten van ge- ïyke sterkte bevolen. De twee vloten zullen heeten Vloot voor de Stille Zaidzee en Vloot voor den Atlanti- schon Oceaan.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1919 | | pagina 1