HELDERSCHECOURANT
Inning nbomntsgelden.
No. 5104
DONDERDAG 19 JUNI 1819
47* JAARQANQ
Redaoteur-Ultawwr i
c. DB BOER Jr., Melder. Oplaag 7000 ex. Abonnamantaprlj» i In da %fó MB!_i»rj>g«Mj:40!_BtmgtUgn<M^:401_^^ow^x:_8^t:_j__^^ 17 V, ot.
Aan onze abonné's
buiten de gemeente wordt
beleefd verzocht 't verschuldigde
abonnementsgeld Holderaehe Cou
rant, Zondagsblad en Modoblad
2de kwartaal 1919 te willen over
maken per postwissel of aan post
zegels vóór 25 Juni a.sMzuUen48
anders daarover per postkwitantie
worden beschikt met verhooging van
dispositiekosten.
Aangezien, door de verhoogde in
cassotarieven aan de post, thans met
10 cents verhooging inplaats van 5
moet worden beschikt, raden wij onzen
abonné's, in hun eigen belang aan,
ons het bedrag zoo spoedig mogelijk
toetezenden. Postwissels voor dat doel
behoeven slechts met een zegel van
2cent te worden beplakt.
De abonnementsgelden van ons blad
en zijne premie uitgaven zjjn
Heldersche Courant:
franco per post f 1.40, Buitonland f 2.40
Zondagsblad:
franco per post f 0.60, Buitenland f 0.S0
Modeblad:
franco per post f 1.06, Buitenland f 1.30
Aan onze abonné's binnen de ge
meente wordt bekend gemaakt, dat
over het abonnementsgeld 2e kwartaal
(1 April—30 Juni) dezer dagen zal
worden beschikt.
WU verzoeken de kwitantie bij
eerste aanbieding te willen voldoen.
Administratie Heldersche Courant.
DE WEEK.
17 Juni.
Terwijl lk dit schrijf, genieten wy
weer van een temperatuur, die de
Indisch gasten onder ons, in het oude
Patria, toch wel sterk zal herinneren
aan de warmste, uurtjes van den
zwoelen moesson in de keerkringen.
Zoo drukkend was 't ook op dien
Donderdag in Juni j.1. toen in de
Tweede Kamer werd gehouden de
interpellatie-Wijnkoop over het beslag
leggen op sommige exemplaren van
Barbusse's veelbesproken boek. Dien
Donderdag, zoo tusschen 3 en 4 ure,
keerde het weer, weet men
plots om. Een hevige wind stak op,
het kwik in den thermometer daalde
binnen" een half uur ruim twintig
graden. En toch dit was in 't oog
der meteorologen, die ('t moet er
kend) het eindigen van de warmweer-
periode voorspeld hadden, het merk
waardigste van het gevalen toch
kwam er bliksem noch regenslag.
Maar in de zaal der Tweede Kamer
was 't smoor- en snikheet. En de
tribunes publieke en gereserveer
de waren voller dan men in lang
aanschouwd had. Bezoekers en be
zoeksters, heeren- en dames-gasten
van het Lagerhuis, trotseerende de
benauwing der hitte, 't uren achter
een opeengepakt staan, uitJa,
waarom deden zij 't? Wyi ze bevan
gen waren door vrees, dat de kunst
in Nederland onder censuur der Over
heid zal geraken Waren er ook bij,
die gedreven werden door andere
roerselen des gemoeds, bijv. hoop,
dat er geciteerd zou worden uit de
„erge gedeelten" van De Hel"?
Hopen wij er het beste van.
De interpellatie- Wijnkoop heeft ont
sluierd dat Barbusse's boek niet ver
volgd is op last des ministers van
Justitie, maar op Initiatief van den
procureur-generaal bij het Haagsche
Gerechtshof, mr. Van de Brandeler.
Dat dit lid der „staande magistra
tuur" gedreven zou worden door
„politieke of godsdienstige motieven",
gelijk de heer Wijnkoop bleek te ver
moeden, minister Heemskerk acht
't uitgesloten. Overigens mengt de
minister van Justitie zich niet in de
zaak, wenscht Z.Exc. zich van
wenken, aan het O.M. te geven, te
onthouden. Heeft de minister (die
trouwens verklaarde het boek nof'
niet gelezen te hebben) geonerle.
oordeel over den inhoud van het
werk, dat volgens de heeren Wijn
koop en Kleerekoper, den llterairen
adviseur van de soc. democratische
Kamer-fractie, een onsterfelijk mees
terwerk van hoog-arlistieke waarde
is; volgens den Unie-liberaal mr.
Van Doorn een aarts-vervelend boek,
met zeer ruwe, realistische* passa
ges, kwasi-wetenschappelljk, vol
strekt niet zoo grootsch en geniaal.
Hoe 't ermee zij, het oordeel,
door mr. Dresselhuiis geuit, dat
de Haagsche procureur-generaal, met
z(jn last tot beslag-leggen, „geen ge
lukkige daad" heeft gedaan, zal on
getwijfeld door zeer velen in den
lande misschien ook door den
minister van Justitie worden on
derschreven. Afgescheiden van hun
meening over het boek.
En al ware 't slechts, wijl het
optreden van den Haagschen proc.-
generaal de prachtigst-denkbare
„reclame" maakte voor het werk, dat
men wenscht te weren. Overigens
was de aanneming van de motie-
Wijnkoop, die de Kamer het be
slag-leggen wilde doen afkeuren en
verworpen werd met de stemmen
der vrfjz.- en sociaal-democraten en
communisten voor, inderdaad voor
de Kamer niet mogelijk. Vooreerst
wijl verschillende leden het boek van
Barbusse niet hadden gelezenver
volgens omdat het Lagerhuis geen
oordeel kan geven over een aange
legenheid, die zich „sub judice"
bevindtwaarover de uitspraak des
rechters is gevraagd. Overigens staat
vast, dat het votum, de motie-Wijn
koop verwerpend, volstrekt niet de
beteekenis had van instemming der
meerderheid van de Kamer met de
houding des procureur-generaals in
deze.
Van de jongste, slechts drie dagen
geteld hebbende Parlementsweek valt
aan te teekenon nog het groote buccob
van minister De Visser, op 12 Juni,
toen zijn salarieering-ontwerp voor
de onderwijzers werd aangenomen
met 87 tegen drie communistische
stemmen. De Minister van Onderwijs
giDg, toen de beslissing was gevallen,
zijn mede-pacificator Lohman de hand
drukken; werd daarna met huldigende
woorden en geurende bloemen (in
z(jn werkkamer neergezet) gevierd.
Dat ook de heer Ossendorp zijn stem
aan het ontwerp schonk, zal voor Exc.
De Visser een groote voldoening zijn
geweest. En de joelende kreten, die
na dat „voor" van den heer Ossendorp
door een paar Recbtsche leden werden
aangeheven, wekten zeer begrijpelijk
de heftige verontwaardiging van mr.
Lohman en ook van anderen.
Verder heeft de Kamer haar tyd
in rustige kalmte besteed aan nuttig,
de politieke hartstochten onberoerd
latend legislatief werk. De Oorlogs-
zeeon ge vallen wet is afgedaan, waarbij
minister Van Ysselsteijn beloofde te
zullen doen nagaan wie voor Rijks-
steun in aanmerking komen, die
gedurende den oorlog door zeeonge
vallen zijn getroffen, niet in direct
verband staand. Een werk, waarvan
men noch den omvang, noch de
mogelijke beteekenis der geldelijke
gevolgen heeft te onderschatten 1
Eindelijk vatte de Kamer het
ontwerp, keuring en aanduiding van
waren aan. En ook bij deze gelegen
heid betoonde minister Aalberse zich
weer de zachtmoedig-conciliante be
windsman. Waar de Kamer met een
minister als die van Arbeid te werken
heeft, zóózeer bereid om met
allerlei wenschen, uit de vergadering
komend, rekening te houden, daar is
inderdaad de kans groot dat het
ontwerp-Arbeidswet er vóór het zomer-
recès komen zal en er vandatrecès
in '19 toch nog iets zij 't dan ook
niet veel terecht zal komen.
Overigens blijven we leven in de
sfeer der prikkelende, onbehagelijke
onzekerheid. Of de wereldvrede, na
den wapenstlstand, al of niet komen
zal; 't schijnt aan een zijden draadje
te hangen. Wat zal de naaste toe
komst ons brengen?
In den avond van Zaterdag 14 Juni
heeft de heer Troelstra op eene
vergadering te Amsterdam wederom
de revolutie als onvermijdelijk en
weldra-komende verklaard. Heeft men
hier wederom met een „vergissing"
te maken? 't Ib niet aan te nemen.
Zal ondanks deze ondubbelzinnige,
voor geen tweeerlei uitlegging vat
bare taal, door den leider der S.D.A.P
in Nederland in het openbaar ge
sproken, de eenheid in de partij „met
den Januskop" (zooals mr. Troelstra
op het Arnhemsch Congres zijne
{eestverwanten noemde) gehandhaafd
jlijven, zjj 't dan in schijnDe
vraag is wederom geworden van
groote urgentie.
De verklaring van minister van
Karnebeek over het verloop van het
„Belgische geval" blijft zeer verblij
dend, maar niet zonder reden eischt
men een afdoende en geruststellende
offlcieele verklaring van Belgische
zijde. De telegrammen, tusschen onze
koningin en koning Albert van Belgiö
laatstelijk gewisseld, zijn zeer hoffe
lijk van vorm. De Belgische koning
betoonde zich zeer dankbaar voor de
gastvrijheid der Belgen geboden in
den criais-tïjd.
De nieuwe Belgische gezant heeft
zich, in een vraaggesprek met een
Nederlandschen journalist, uitermate
vriendelijk en bewonderend-vriend-
schappelyk uitgelaten over ons land.
Er wordt aangedrongen op het vor
men van een tolunie tusschen de
beide Staten. Maar... de heer Hymans,
de felle annexionist, bevindt zich
nog altijd op zijn post. Belgiö heeft
zich nog steeds niet officieel neer
gelegd bij de uitspraak, die te Parijs
viel en waarvan minister Van Kar
nebeek aan de Staten-Generaal mede-
deeling mocht doen. Zoolang dit niet
het geval is, zijn we, wat de Neder-
landsch-Belgische onderhandelingen
betreft, nog steeds niet uit de „sfeer
der onzekerheid" verlost.
Ook het arme Vlissingen verkeert
nog in 't onzekere. Het Belgische
loodswezen schijnt er te blijven, niet
naar Terneuzen te verhuizen, maar
de plannen der maatschappij „Zee
land" om naar Rotterdam haar bedrijf
te verleggen, nemen steeds vaster
vorm aan; hangen als een zeer
dreigende onweerswolk boven de niet
zonder reden voor haar toekomst, de
ontwikkeling van haar bloei nu zoo
zeer beduchte stad.
Onzekerheid overal IWaar zijn
de 20 k 26 duizend geweren gebleven,
die de militaire administratie mist?
Zijn ze ontvreemd of heeft men hier
te doen met een „reuze-abuis" van
de administratie
De telepaath De Rubing vertoonde,
na te Amsterdam en Rotterdam ge-
triumfeerd te hebben, zijn voorshands
ondoorgrondelijke wonderen van ge-
dachtenlezerlj in de Hofstad. Heeft
men hier te maken met geheimzin
nige gave, nieuw gebied van onder
zoek openend voor hen, die op
wetenschappelijk gebied tot nu toe
nog glimlachend-sceptisch tegenover
zulke verschijnselen stonden Of
komen ook deze „wonderen" op
handigheid, trucs, oefening neêr?..
Waar men ook om zich heen blikt:
overal is er onzekerheid; zijn er de
tallooze onopgeloste vragen weer..
Mb. Antonio.
BINNENLAND.
De rantsoeneering van maizena
wordt opgeheven, zoodat dit artikel,
hoewel in distributie, tot iedere hoe
veelheid ter beschikking van het
publiek gesteld kan worden.
Hieruit blijkt, dat onder de huidige
omstandigheden niet met de distri
butie van rgst, vermicelli en macaroni
wordt voortgegaanwel blijven voor
deze artikelen voorloopig nog maxi-1
mumprljzen gelden.
Kindermeel rijst.
De kleinhandelprljs voor kindermeel
gebracht op 30 cents per pond, en
die voor rijst op 58 cents per K.G.
Exportheffisgss-
Naar het „Hbl." verneemt zou het
in de bedoeling liggen, aan het ver-
leenen van uitvoerconsenten ten
behoeve van zuivelproducten opnieuw
bizondere voorwaarden te verbinden,
in den vorm van buitengewone
heffingen tot een bedrag, het verschil
uitmakende tusschen verkoopsprijs in
het buitenland en productiekosten
plus matige winst. Naar den vorm
zou deze heffing het barakter hebben
van een vrijwillige bijdrage aan het
zuivelkantoor, dat het totaal dezer
vrijwillige bijdragen eventueel zou
kunnen gebruiken voor toelagen aan
melkproducenten. In wezen keert
hiermede de toestand terug van de
officieuse export vereenigingen, waar
aan een eind werd gemaakt bij de op
richting van de Exportcentrale.
In buiig ganomin brood.
Men meldt uit Maastricht aan de
Msb.":
Sedert eenigen tijd werd hier op
de markt Belgisch brood aangevoerd,
van veel beter qualiteit dan het onze,
en dat zonder bons werd verkocht
tegen den prijs van f 1.20 per brood
van bijna 2 kilo gewicht. Gezien de
allerslechtste qualiteit van ons bruin-
brood, werd het smakelijke Belgische
wittebrood gaarne gekocht, al kon
de prijs ook hoog worden genoemd.
De omzet werd hoe langer hoegrooter,
zeer ten nadeele der eigen bakkers,
welke dien verkoop met leede oogen
aanzagen. Gisteren heeft nu de
Coöperatieve Bakkerij „Het Volksbe
lang" eenige van hare broodbezorgers
met een paar karren vol brood naar
de markt gezonden. Deze verkochten
het brood beduidend goedkooper, n.1.
tegen 45 cent de kilo en 90 cent
voor brooden van 2 kilo, alles zonder
bons. De bedoeling w&s een rechterlijke
beslissing uit te lokken en tevens om
den handel in Belgisch brood te
fnuiken. De politie nam nu het brood
in beslag, omdat brood, van regee-
ringsmeel bereid, niet zonder bons
mag worden verkocht. Ook het Bel
gische brood werd nü in beslag
genomen. Een en ander had plaats
onder veel belangstelling van bet
publiek.
Dl luciftrabalastiig.
Het plan van minister de Vries om
ook uit de lucifers een bate voorde
schatkist te verkrijgen, heeft, naar
de N. Ct. ter oore komt, een vaste-
ren vorm gekregen. Het moet Inde
bedoeling liggen van den minister
om in samenwerking met de fabri
kanten te komen tot een semi staats
bedrijf. Het denkbeeld van een staats
monopolie schijnt overwogen te zyn,
maar de geweldige bezwaren daaren
tegen deden den minister ervan
afzien.
Ook de mogelijkheid van accijnzen
zou zijn verworpen, n aar de inrich
ting der fabrieken en de techniek
der accljnsheffling hebben per saldo,
naar men het blad meedeelt, den
minister de voorkeur doen geven
aan een andere oplossing.
Het zou n.1. in do bedoeling liggen
de bestaande fabrieken te vereenigen
in één naamlooze vennootschap, in
het aandeelenkapitaal waarvan de
staat zou deelnemen. Het bedrag,
dat men de N. Ct. noemde, was
ongeveer 1 millioen.
De schatkist zou dan van de winst
boven een bepaald percentage over
het aandeelenkapitaal een belangrijk
deel voor zich opeischen. De tegen
woordige bedrijfsleiders zouden ook
de nieuwe N.V. leiden, het product
zou geheel uniform worden, de pr(js
'j de wet bepaald.
Men verwacht belangrijke besparin
gen daardoor-men cijfert f 1.500.000
die de winst van het bedrijf zouden
verhoogen en schijnt er op te rekenen,
dat het hout, waarvan de lucifers hier
gemaakt worden (Canadeesche popu
lieren) uit ons eigen land kan worden
betrokken, op den duur uit eigen
speciaal daarvoor aangelegde aan
plantingen.
Het bedrijf der fabrieken ligt op het
oogenblik na een paar schitterende
jaren vrijwel stil. Er is overvloed
van lucifers in ons land.
De buitenlandsche mededinging
(voor ons land voornamelijk Zweed-
sche, voor Indie Japansche) hoopt
men het hoofd te kunnen bieden.
Maatregelen van eigenlijk protectio-
nistischen aard schijnen niet in het
voornemen te liggen.
Wellicht wordt de Zweedsche con
current verplicht tot het gebruik van
het Nederlandsche etiket en ook zijn
artikel zal met den vastgestelden prijs
moeten worden betaald.
Maart 1918 zijn ingelijfd bij de regi
menten vestingartillerie
d. de dienstplichtigen der lichting
1918, die in hot tijdvak van 4-8
Maart 1918 zijn ingelijfd bij het korps
pantserfort-artillerie
e. de dienstplichtigen der lichting
1918, die in het tijdvak van 4-8
Maart 1918 zijn ingelijfd by het korps
torpedisten.
De dienstplichtigen der lichting
1918, die in het tydvak van 8—12
April 1918 zijn ingelijfd by de genie
zoomede de dienstplichtigen dier
lichting, die in het tijdvak van 1—4
Mei 1918 zlju ingelijfd by de regi
menten infanterie (hieronder begrepen
grenadiers en jagers) zulleD, behou
dens omstandigheden als bovenge
noemd, zeer waarscbljniyk op 1 Oct.
1919 met onbepaald (klein) verlof
worden gezonden.
herhaalde, door opvolgende Ministers
van Waterstaat uitgeoefende drang,
hardnekkig geweigd in die jaren een
grooter waterschap te vormen tot
onderhoud dier Callantsooger Zee
wering, omdat
„iedere dergelijke regeling op on
rechtmatige wijze lasten zou op
leggen op gronden, die er niet mede
kunnen of mogen belast worden.''
Miidir marfni-pirsoiaal.
Op Zondag 15 Juni vergaderden te
Rotterdam eenige gewezen marine
mannen van de „Regentes", „Zeven
Provinciën", benevens actief diénen
den ter bespreking van de crisis in
den Marinebond. Genoemde personen
waren van oordeel dat de reformis
tische taktiek in dien bond tot toe
nemende verwydering voert van het
oude strydkarakter der organisatie
en dat de leiding Michels c.s.aande
oppositioneels elementen het werken
in de organisatie met de meest
krachtige middelen poogt te beletten,
waarbij nog komen de valsche be
schuldiging van contributieverduiste
ring, het signaleeren van de revo
lutionaire elementen by de marine
autoriteiten en het royeeren van de
bestuurders der „Zeven Provinciën".
Besloten werd tot vorming van een
onaf ban keiyke organisatie op den
grondslag van het Nat. Arb. Secre
tariaat, waartoe de hulp van ,het
N.A S. door den aanwezigen voor
zitter B. Lansink Jr. werd toegezegd.
Er werd een comité van vyf personen
gevormd terwyl werd besloten een-
half maandeiyksch orgaan uit te
geven. De Indische hoofdafdeeling
(Brandsteden is telegrafisch ingelicht.
Binnenkort zal met het betrokken
personeel een vergadering worden
belegd. (Hbl.)
Typhus.
Te Amsterdam hebben zich ge
vallen van Febris typhoïdea voorge
daan tengevolge van het gebruik van
besmette melk. De burgemeester
vermaant de ingezetenen geen onge
kookte melk te gebruiken.
Amirlkunieh tankttoomsohlp.
Maandag is een Amerik. tankschip,
Silverbrook genaamd, met zeven
duizend ton petroleum van Philadel-
phia te Amsterdam aangekomen.
Dit ia het vierde tankschip, dat
in een week tfjds te Amsterdam
binnenliep.
PLAATSELIJK NIEU*S.
Hr. Ms. „Koaiagin-Ragentes".
Hr. Ms. „Koningin-Regentes" onder
bevel van kapitein-ter-zee Fock is,
op de thuisreis van Ned.-Indiö te
Colombo aangekomen.
Adras Hoogheemraadschap.
Zooals men weet, werd in de jongste
zitting van den Raad, (niet de spoed
vergadering van Zaterdag j.1.) een
aan de Koningin te richten adres,
inzake de instelling van een Hoog
heemraadschap, in banden gesteld
van eene commissie van redactie,
om te worden gewyzigd en aange
vuld. Dit geschiedde na opmerkingen
van de heeren Verfaille en Michels.
Wij drukten in ons nummer van
3 Juni het oorspronkeiyk prae-advies
van B. en W. nagenoeg volledig af.
Het hier volgende is de samen
vatting van hetgeen in de bedoelde
vergadering te berde is gebracht door
de heeren Verfaille en Michels.
Da rantsoiMR.
De Min. van Landbouw heeft be
paald, dat van 18 Juni tot en met
15 Juli van de hieronder vermelde
Regeeringsgoederen van gemeente
wege geen hoogere dan de daarnevens
aangegeven rantsoenen zullen mogen
worden verstrektaardappelen 24 K.G.,
suiker 1.4 K.G., kindermeel, kinderen
tot jaar 0.6 K.G„ van tot 2 jaar
15 K.G., alles per hoofd.
Mit verlof.
Op 1 Augustus 1919 zullen, tenzij
er door het nlet-teokenen van den
vrede een toestand mocht ontstaan,
die dit onraadzaam zou maken en
behoudens andere onvoorziene om
standigheden, met onbepaald (klein)
verlof worden gezonden:
a. de dienstplichtigen der lichting
1918, die in het tydvak van 14—18
Januari 1918 zijn ingelijfd by
regimenten infanterie [hieronder be
grepen grenadiers en jagers);
b. de dienstplichtigen der lichting
1918, die in het tydvak van 14—18
Januari 1918 zy'n ingeiyfd by het
korps pontonniers;
c. de dienstplichtigen der lichting
1918, die in het tydvak van 4-r
De theorie der scherp begrensde
belangensfeeren, door Gedeputeerde
Staten der Provincie gehuldigd,
naar de meening van adressant zeer
aanvechtbaar. Deze theorie poogt
eenerzydsch te bewyzen, dat de LJ-
polders met Amsterdam geen genoeg
zaam belang by het instandhouden
der tot het gestichte Hoogheemraad
schap behoorende zee- en binnen-
waterkeering hebben, anderzyds, dat
dit met de landen, behoorende tot
de polders Helder en Huisduinen en
Koegras wel het geval Ib.
Het komt adressant voor, dat waar
j een doorbraak in Waterland,
zooals in 1916, wanneer de Noorder
IJ- en zeedyk het overstroomings-
water buiten de IJpolders moeten
houden en die binnenwaterkeerinf
dus nu een precies omgekeerde ro.
vervult als toen deze gronden nog
niet waren drooggemaakt, het belang
dier IJpolders en daarmede van
Amsterdam zeer sterk naar voren
komt.
Eu het gaat niet aan, naar de
meening van adressant, op grond
alleen van historische rechten en
gebruiken, zooals Gedeputeerde Staten
doen, deze landen van plichten vry
te stellen, die. onmiskenbaar op hen
rusten krachtens het groote belang
betrokken.
te meer schynt het adressant
in hooge mate fout, waar by het in-
ïyven van ander gebied historische
rechten eenvoudig worden genegeerd.
De Noordeiyk in deze Provincie
aangedijkte landen zyn altyd in een
zeer bijzondere positie geweest en
daar ook altyd naar behandeld.
In de jarenlange correspondentie
van Gedeputeerdo Staten van Noord-
Holland met Zyne Excellentie den
Minister van Waterstaat over de twist
vraag, wie voor de Zeewering te
Callantsoog moest zorgen, eene corres
pondentie die van 1883 tot 1896 heeft
geduurd, is meerdere malen door
Ged. 8taten zelf van die afzonderlyke
positie dier Noordelijke landen ge
waagd.
Zoo is b.v. door dit College, trots
Maar zelfs, indien Ged. Staten er
in waren geslaagd, het belang der
Noordelijke landen by een goede
verdediging der Noordzeekust aan te
toonen, zonden de lasten zich ook
moeten bepalen alleen tot het onder
houd dier zeekust.
Waar echter het nieuwe Water
schap de inning is opgedragen van
V» der 20 millióenleening 1910,
(B)z. 18 Brief aan de Staten van '"}d,e°,'lTf?
wnnr/i.UftiinnH k Ttmi irq^i dezulken, die daarmede mets te maken
Noord-Holland, 5 Juni 1895.)
En speciaal de polder Koegras
werd toen van elke Inlijving uit-
drukkelyk uitgesloten.
En in een scbryven van Ged. Staten
aan den Minister van Waterstaat van
Februari 1895 over de Zeewering
beuoorden Callantsoog was dan ook
tegenover den aandrang van dezen
Minister reeds betoogd:
„Het gaat niet aan, al moge men
er de macbt toe hebben, een kleinen
polder van geringe waarde, wiens
landen sedert eeuwen geene buiten
gewone dyksverdedlging vorderden,
omdat zy gelegen waren achter
eene natuurlijke zeewering, eens
klaps te belasten
Voorts werd in een nader schryven
aan dezen Minister dd. 27 Februari
1895 nog speciaal over den polder
Koegras gezegd
De Koegras zanddijk is door'sLands
Staten aangelegd in het belang van
het ganscbe land, zóózeer zelfs, dat
het besluit tot den aanleg, speciaal
en in de eerste plaats als dyk, vóór
wiens behoud die Koegras-zanddyk
noodig was, genoemd wordtde
Dlemerdyk.
Gedurende twee eeuwen heeft die
Landsdyk gelegen en is hy, voor
zooveel noodig, door het Ryk onder
houden. Na het maken van een ander
Rykswerk, het Noord-Hol landsch
Kanaal, zyn de gronden tusschen
beide werken droog geworden en door
het Ryk verkocht, o. a. onder voor
waarde, dat de kooper aan het Ryk
voor de duinbeplanting, het eenig
onderhoud der Zeewering, waaraan
toen kon gedacht worden, eene som
van f 450.— 'sjaars zou betalen.
Die Zanddyk is nog steeds het
eigendom van het Ryk, de bedongen
som vloeit nog altyd in 's Rijks kas
en nu gaat het toch niet aan, dat
het Ryk een dyk voor 'sLands be
lang gelegd en den daarna droogge
vallen grond verkocht hebbende, zich
van het onderhoud van dyk of zee
wering ontdoet en dat onderhoud
aan anderen, dat is in de eerste
plaats aan die verkochte gronden,
zou mogen opleggen. D&n had dit
den verkoop moeten bedongen
worden."
In huu brief vau 5 Juni 1895 aan
de Prov. Staten zeggen Ged. Staten
dan ook (blz. 5):
„Het ontstaan van dien polder
was meer een toevallig gevolg van
het aanleggen van Staatswerken,
hier dyken, dan wel omgekeerd
het aanleggen van dyken het ge
volg van het streven, om een
•polder droog te maken.''
Is bier dus voldoende aangetoond
de afzonderlyke positie der Noorde-
ïyke polders, de geheele verdediging
tegen de zee in 't Noorden blijkt te
zyn gericht, naar het Noorden, terwyl
omgekeerd nooit aan eenigen maat
regel tegen uit het Zuiden komend
overstroomings water tot bescherming
dier Noordelijke landen is gedacht.
De Zijper schutsluis is aangelegd,
om by een doorbraak der sluizen aan
het Nieuwediep het water uit het
Noorden te keeren.
Zelfs by de in 1916 plaats gebad
hebbende doorbraken waardoor
Schermerboezem in open gemeen
schap kwam met de Zuiderzee is
het peil van dien boezem in Koegras
nooit hooger geweest dan normaal.
Het is destijds afdoende gebleken,
dat het by Katwoude blnnenstroo
mende zeewater langs Purmerend
reedB bij Edam weder afgespuid kon
worden en dat de zooveel Noordelyk
{elegen sluis te Nieuwediep niet eens
jelast is geworden.
Toch is juist Schermerboezem het
eenige argument, waarmede Ged.
Staten het belang der Noordeiyke
polders by dn Zuiderzeedyken trach
ten aan te toonen.
Dat by een doorbraak van een deel
der Noordzeeweringen de ramp grooter
zoude zyn, ook voor de gebieden in
het Noorden, dan by de plaats gehad
hebbende doorbraken der Zuiderzee
dyken, wordt door adressant niet
ontkend.
Toch is dit niet zoodanig, dat
daarvoor de gronden in de hooge
lasten of in het waterschap zouden
mogen worden betrokken en zullen
zy in geen geval op andere wyze
worden behandeld dan andere ge
bieden der provincie.
In een schryven van 28 April 1891
van Ged.! Staten aan den Minister
van Waterstaat leest men zelfs:
„De geschiedenis leert ons, dat
de Hondsbossche Zeewering oor
spronkeiyk niet andera was dan
een Rykswerk.
De welbekende en vaak mis
bruikte regel van ons waterschaps
recht, „diea het water deert, het
water keert", werd er niet op
toegepast.
Amatelland en het hooggelegen
Gooiland, zelfs Rynland, Woerden
en Delfland, werden tot mede
werking ten behoeve van een
kostbaren dyk geroepen.
En nog heden ten dage zyn vele
hooge gronden, voor welke een
doorbraak van den Hondsbossche
weinig of geen gevaar zou opleveron,
aan dien dyk schuldplicbtig en dat
nog wel in de hoogste contributie."
hebben, voor veel zwaardere en nu
zeer onblliyke en onbiliyk verdeelde
lasten worden gezet, krygt die lasten-
verdeeling een gansch ander karakter.
Inderdaad het belang dier
nieuwe gebieden by de objecten, die
door deze leening zyn verbeterd, zóó
groot is, dan is dat óók het geval en
zeker in niet mindere mate, met
Zuideiyk gelegen gebieden bovenge
noemd, die men nu vry laat op gron
den, die onverkort voor de Noordeiyke
landen gelden.
Dit is het onblliyke, waartegen
adressant met recht meent te mogen
opkomen.
De verzwaring der Zuider-zeo-
weringen als gevolg van den waters
nood van 1916 was van veel verder
strekkend belang dan alleen van de
aan die dyken grenzende landen.
Na aftrek van het bedrag voor de
van ouds dykplichtigen moest voor
overblyvende som een object
worden gezocht, dat mede zou be
talen, naar mate zyn belang er by
betrokken is.
Adressant meent, dat dit object
geheele provincie in de allereerste
plaats en daarna het Ryk is.
De fout iu de ontworpen regeling
schynt juist, dat Bed. Staten dit
hooge beginsel van solidariteit in het
streven, om de werken onzer voor
ouders in stand te houden, slechts
halverwege hebben doorgevoerd.
Waarom b.v. de huiseigenaren in
gemeente Helder wel aan deze
kosten moeten bydragen en die in
Amsterdam en andere Zuideiyk ge
legen gemeenten niet, ls adressant
tot nu toe een raadsel gebleven.
Door die kosten bovendien alleen
op het Hoogheemraadschap (dat als
belangensfeer, naar adressant hoopt
hebben aangetoond, tameiyk ge
brekkig is, en altyd gebrekkig zal
moeten zyn) te leggen, verdeelt men
de lasten óók zeer ongeiyk, omdat
dit deel bet minst draagkrachtige
der provincie is.
Waaruit moge biyken, dat decon-
tribuabelen aan dit waterschap nooit
in het Noorden, maar wel in het
Zuiden werden gezocht. Tot op dit
oogenblik betaalt zelfs de polder
zype dan ook aan de Hondsbossche
niet mee.
publiek met steenen geworpen, waar
door eenige van hen licht gewond
werden. Tegin dexe behandeling hoeft
von Rantzau een scherp protest
ingediend.
Zit Oultsohtand tutininT
Uit Weimar werd d.d. 17 Juni aan
de „N. Rott. Ct." gemeldEvenals
in de eerste dagen van Februari con
centreert de algemeene belangstelling
zich tbanB weer op Weimar. Byna
allle buitenlandsche journalisten zyn
bier byeen en, hoewel de constituante
nog niet officieel byeen is geroepen,
ook zeer vele afgevaardigden.
De groote vraag, die allen bezig
houdt 6D waarop niemand het ant
woord weet, is of het nieuwe vre
desvoorstel der entente zal aanvaard
worden. Op zichzelf schynen sommige
concessies zeer gewichtig te zyn en
de verantwoordeiykheid is zeer groot
om het nu erop aas te laten komen,
maar West-Pruisen en Dantzlg bly ven
gevoelge punten, die de regeering
nog steeds aan afgelegde verklaringen
binden, vooral ook na de jongste
oproepingen aan de bewoners der be
trokken gewesten.
By bet centrum schynt de wankel
moedigheid toe te nemen en ik weet
van vooraanstaande democraten, dat
zy alleen daarom tot het laatste toe
tegen de onderteekening zullen zyn,
omdat zy de kans op een nationalis
tische beweging als reactie tegen de
onderteekening gevaariyker vinden,
dan de tegenmaatregelen der entente
tegen nietonderteekening. Zy meenen,
dat de binnenlandsche toestand alleen
dan gered kan worden alB zelfs de
nationalisten toe moeten geven, dat
er geen andere mogelykheid meer
over schoot dan die van onderteeke
ning.
In den schoot der regeering loopen
de stètnmingen en beoordeelingen
qok zeer uiteen. Men kan volstrekt
niet zeggen, dat bet kabinet homo
geen voor een 'proefneming tot het
ïiterste is. Daarom Is het op het
bogonblik nog volkomen onzeker
welke beslissing de rest van deze
week bréngen zal.
BUITENLAND.
Hat Vredasverdrag.
Hat aatwoord dar gaalllaardai.
Evenmin als het met het oorspron-
keiyke ontwerp verdrag geschied ls;1
zal het antwoord der geallieerden op
de Duitsche tegenvoorstellen in zy'n
{eheel openbaar gemaakt worden,
tfen moet zich dus tevreden stellen
met hetgeen men hieromtrent los
wil laten.
In ons vorig nummer hebben wy
reeds een en ander betreffende de
wyzigingen medegedeeld. Later wer
den uit Parijs nog de volgende by-
zonderheden gemeld:
In hun antwoord verklaren de ge
allleerden, dat de voorgestelde vrede
een vrede van recht ls en overeen
stemt met de door beide partyen
voor den wapenstilstand aangenomen
grondbeginselen.
Verder wordt er in gezegd, dat
aan de Oostgrens, overal waar twij
felachtig is, wat de volkswil is,
volksstemmingen gehouden zullen
worden.
Dantzig woidt van Duitschland los
gemaakt om de Polen vrijen toegang
tot de zee te geven, doch wordt geen
bestanddeel van Polen.
Of Opper-Sileziö Duitsch biy ven zal
dan wel Poolsch zal worden, moet
door een volksstemming worden uit
gemaakt. De poKtieke bepalingen
omtrent bet Saargebied blyven on
veranderd.
De afstand van Duitsch gebied aan
Denemarken en Belgiö zal alleen
geschieden, nadat daarover door een
vrije stemming der Inwoners is be
slist.
Andere veranderingen in het ont-
werp-vredesverdrag zullen niet plaéts
hebben en dus krijgt Duitschland
ook zyn koloniën niet terug.
Aan het slot wordt gezegd
Deze nota en de begeleidende
memorie zyn het laatste woord
van de geallieerde en geassocieerde
regeeringen. Zy blyven zich baseeron
op de grondiynen van het verdrag,
doch hebben aanmerkelyke concessies
in de toepassing ervan toegestaan.
Dientengevolge verwachten zy bin
nen 5 dagen (dit is, geiyk bekend,
veranderd in 7 dagen) van de Duitsche
delegatie de verklariDg, dat zy bereid
is het vredesverdrag zoo*ls het thans
daar ligt, te teekenen.
Wordt deze verklaring afgelegd,
dan zal de vrede onmlddeliyk
VersaiUes geteekend worden.
Zoo niet, dan beteekent deze
mededeel ing opzegging van den
wapenstilstand en zullen de mogend
heden al zulke maatregelen nemen
als door hen noodig worden geaeht
om bun voorwaarden op ta leggen.
De termyn binnen welke
onderteekening van het verdrag door
de Duitsche regeering zal moeten
geschieden la door de geallieerden
met twee dagen verlengd. Hy loopt
thans af op 28 Juni, des avonds te
zeven uur.
Da Oultaoho gadelagaardaa
virtrakkaa.
Maandagavond, na de overhandiging
van het antwoord zyn de Duitsche
gedelegeerden naar Weimar vertrok
ken, waarheen zy door de Ryksre-
geering waren ontboden.
Op weg van hun hotel naar het
station van Veraailles, werden eenige
Duitsche afgevaardigden door het
De YorwArta" noemt het antwoord
der geallieerden een Nieuwe oorlogs
verklaring. „Het geheele stuk ademt
den gaeat van den onverzoeniyksten
haat en de aanmatigondate eigenge
rechtigheid." Het blad wyst er op dat
alleen de volksstemming voor Silezie
wordt toegestaan. „Wat voor he>t
overige aanwyzigingen wordt voq.r
jeateld, kan volstrekt niet op den
naam tegemoetkomingen aanspraak
maken. Het is stellig voor de eerste
maal, dat men een volk, waarmee
men segt, vrede te willen sluiten, op
de ongehoordste manier beleedigt on
sm&adt"
De „Frankfurter Ztg.M twyfelt er
niet aan dat het antwoord een stort
vloed vaa verontwaardiging en ver
bittering over Duitschland zal doen
gaan. Het blad merkt op, dat, wat
men moge doen, de verantwoording
onmeteiyk groot is. Duitschland is
niet in staat dan vyand te weigeren
om te onderteekenen, als het daartoe
dooreen ultimatum gedwongen wordt
en geeft daarom den raad zich in het
oh ver mtjdelyhn te schik ken en te hopen
op een betere toekomst.
Da vradaivaarwaardaa voor
Dultsah*Ooataari]k.
Het hoofd der Dultach-Ooetenryk-
sche vr edesdelegatie, Staatssecretaris
heeft aan de vredesconferen
tie aan nota overhandigd met de
memorie over de gebiedsvraagstuk-
ken van Duitsch Oostenrijk. Terwyl
de memorie de grenzen van elk land
op zich zelf behandelt, vat de nota
bet staatsgebled In zyn geheel samen
om te bewjjzen, dat de voorgestelde
Noordeiyke grens niet die van taal
en rassen volgt, daar anders van
Dultach-Bohemen aan., Oostenryk
Duitsch Zuid Bohemen en Duitsch
Zuid Moravlö moesten worden toe
gewezen.
De rechtsregel der historische gren
zen wordt eVeneens geschonden, wy)
hier en daar belangrijke stukken van
Neder-Ooeténryx gescheiden worden.
Met het oog daarop wordt Duitacb-
Zuld-Bohemen en Duitsch Zuld-Mora-
vlë als Oostenryksch gebied opgevor-
ÜéiiL Wat ae Oostgrens betreft, wordt
itesteerd tegen het aannemen
„rens van den Westeiyken oever
vhn de Marosz.
Verder wyst de nota er op, dat de
Oost-Alpen voor 2/3 aan Slavische
staten worden toegewezen, alhoewel
zjj 9/10 door Duitschers bewoond zyn.
Voor de verschillende go bieden
wordt een vr(je volksstemming ver
langd over de vraag by welk land
men zich wenscht aan ta sluiten.
Eigaland.
In Engeland maakt men zich
eenigszins ongerust over een com-
mercleelen inval, dien de United
Retail Stores Corporation, een maat
schappij, die met een kapitaal van
100 millioen dollars begint te werken,
voorbereidt. Het plan ls. om in alle
landen Amerikaansche winkels te
openen, waar manufacturen, koloniale
waren, levensmiddelen, tabak en
versnaperingen te krijgen zullen zyn.
Men zal beginnen) met de Britache
eilanden en Bommige Zuid-Ameri-
kaansche landen en het Oosten. Het
plan is een groote besparing aan
dhkosten te verkrijgen door iDkoop
in het groot van standaardartikelen
en grondstoffen. De maatachappy zal
de artikelen gedeelteiyk zelf vervaar
digen en er is ook sprake van, dat
zy éigen boerderijen zal hebben.
Oa Anarlkaaasoba vloot.
Het Amerikaansche departement
van marine heeft de verdeeling van
de zeemacht in twee vloten van ge-
ïyke sterkte bevolen. De twee vloten
zullen heeten Vloot voor de Stille
Zaidzee en Vloot voor den Atlanti-
schon Oceaan.