VROOM DREESMANN Ziet onze étalages. Advertentiën. Ve reeniging „Tot Steun" MARINE-CLUB. Helder. Akjemeene Vergadering zomer-ÜÏtverkoop ger de verplichting reeds pp tot dienstneming. De wetgever heeft geenszins bedoeld een bepaald ge deelte der burgerij te wapenen tegen een ander gedeelte. Is de politie niet sterk genoeg, dan dient dit corps te worden uitgebreid; De heer Biersteker licht nader toe wat hij heeft gezegd. Niet, dat wij 'geen burgerwacht noodig zouden hebben, maar dat wij die niet noodig hebben om het revolutionair gevaar te bezweren en daarvan de burgerij moeten doordringen. Dit is gansch iets anders. Straks kunnen wij de bur gerwacht wel noodig hebben om den heer Spangenberg te bescher men tegen bolsjewistisch gevaar. De voorstelling alsof de burger wacht is opgericht tegen een be paald deel der burgerij, is onjuist; zij is opgericht om revolutionaire woelingen te bezweren. Dan dient zij, als een instituut naast de po litie tot handhaving der orde. On juist is het deze zaak te willen verschuiven tot de begrooting. Laat men dan liever zeggen: ik ben er tegen. Spr. betoogt nader dat-hij vóór het voorstel zal stem men. De heer d e Geus zal met hart en ziel voorstemmen. Het gaat niet tegen een bepaalde groep of het moest zijn tegen de revolutionaire en de partij des heeren Spangen berg heeft het aan haar tweeslach tige houding te wijten dat dit voorstel is ingediend. Als zijden moed had gehad het mes in de wonde te zetten en het revolutio naire element uit te sniiden, ware dit niet noodig geweest. Maar nog op het jongste congres heeft de partij zich hieromtrent uitgespro ken. In de adressen van den Held. Bestuurdersbond en van den Bond van Vakarbeiders wordt gezegd, dat zij de oprichting der burger wacht beschouwen als te^en hen te zijn geschied. Zij beschouwen zich dus als revolutionairen. De partijleiders van den heer Span genberg roepen booze geesten op, die zij zelf niet meer kunnen be zweren. De heer Spangenberg zal op het gesprokene van den heer de Geus niet nader ingaan. Als de vrijzinnige partij eens revolutie maakt, noemt zij dat geen revolu tie. Maar dat is zeker: als er nog één „vergissing" van Troelstra plaats heeft, komen we hoe langer hoe dichter tót de democratie. De Voorzitter zal, na den ontvangen steun, weinig meer zeg gen over deze zaak. Te hopen is, dat we de burgerwacht niet noo dig hebben; evenwel mogen wij den kop niet in het zand steken, 's Heeren Spangenbergs partijge noot Noske intusschen dankt het* aan de burgerwacht, dat hij er nog is. We hebben vier jaar lang in den oorlog gezeten, laat ons thans nuchter blijven en waken voor excessen. De heer Spangenberg: En denkt u door een burgerwacht eene revolutie te bezweren? De heer Zondervan heeft nog' een enkele opmerking. De heer Oud zelf namelijk was een fel tegenstander van de burgerwach ten, blijkens hetgeen hij in zijn verkiezingsrede alhier zeide. Hier uit blijkt dus, dat de heeren geens zins een lijn trekken. Overigens kan er zeer goed een suppletoire begrooting, waar deze post op voor komt, ingediend worden. Spr. zal tegenstemmen. Hierover wordt nog nader van gedachten gewisseld. De heer de Geus merkt naar aanleiding van wat de heer Oud zeide, op, dat het karakter der burgerwacht sinds dien veranderd is, de heer Span genberg houdt vast ahn de voorstelling, dat de instelling niet van de overheid uitgaat, hetgeen door den Burgemeester wordt be twist. De heer van der Veer zegt, dat die Burgerwacht eigen lijk precies hetzelfde is als het bordje „hoed u voor den hond" voor de boerderijen: een waarschu wing en een voorbehoedmiddel. De heer Spangenberg neemt tenslotte, gezien de houding van den Raad,, zijn voorstel terug. Het voorstel wordt vervolgens met twee stemmen tegen aangenomen. toeslag aannemingssom. Voorstel om aan dè aannemers A. de Ruiter en G. Kampsteeg een toeslag op de aannemingssom, in zake het uitvoeren van uitbrei dingswerken aan de prise d'eau der gem. waterleiding te verleenen van ƒ5000.—. Bij acclamatie aangenomen. Subsidie. -Voorstel om aan de Ver. „Hoofd cursus" alhier het haar verleende jaarlijksch subsidie van ƒ300.— voor het cursusjaar 1918/1919 te verhoogen met ƒ100. Als boven. Adres bouwvakarbeiders. Voorstel om afwijzend te be schikken op het adres van de afd. Helder van den Centralen Bond van Bouwvakarbeiders, inzake het uitbetalen van loon aan bouwvak arbeiders, werkzaam aan het sloop werk van de „Adolf van Nassau". Held. Grt. 1 Juli. De heer Baak merkt op, dat.het door B. en W. voorgestelde uur loon van 44 cent onvoldoende is. De arbeiders vragen zelf 52 cent; voor 44 cent krijgt men de meest ongeschoolde krachten zelfs niet meer. Bij dit sloopingswerk zijn zelfs vaklieden, dus men mag naar spr. meening niet profiteeren van de gelegenheid dat ze werkeloos waren. Spr. ondersteunt alzoo het verzoek der arbeiders. De heer Zonde-rvan kan evenmin met het advies van B. en W. medegaan. De gemeente treedt hier op als werkgeefster. Er is een collectief contract met haar« afge sloten voor 47 cent per uur bij 9-urigen werkdag. Daar op de werf niet langer gewerkt mag wor den dan 8 uur, wordt, om evenre digheid in het loon te bewaren, 52 cent gevraagd. Er zijn arbei ders bij, die zelfs niet beneden het door hun vakbond gestelde loon mogen werken. Weliswaar is het geen arbeid, die gecontroleerd wordt, maar dat mag vólgens spr. toch geen motief zijn om hen niet het volle uurloon uit te betalen. De heer B o k, als uitvoerder van het werk, licht de zaak toe. Men begrijpt die verkeerd. Er is een contract gemaakt met de menschen voor 44 cent. Zij verdienden eerst 15.bij de gemeente, toen 18.38, nu hebben ze 19.80 en ze waren er zeer tevreden mede. Tot de Voorzitter der Bouwvakarbei ders kwam en protesteerde. En er werken bijna geen bouwvakarbei ders, het zjjn allen ongeschoolde krachten, er is van alles onder. Spr. heeft niet de minste reden tot klagen, zij doen hun werk uitste kend, en zyn allen best tevreden, en spr. vindt, dat de Bond geen recht van spreken heeft. Op die manier kan straks ook wel de Bak- kersbond komen, want er werken ook Hakkers, of andere vakbonden. Dat ze, in andere omstandigheden in het bouwvak werken, is geen motief. Bovendien, het werk moet loonend blijven, en de gemeente moet er mee uitkomen. Productief behoeft het werk natuurlijk niet te zijn. Indertijd is de zaak tot volle, tevredenheid der arbeiders gere geld, en nu gaat het toch niet aan dat van boven af meer drang wordt uitgeoefend om meer loon. De gemeente kan de loonen niet verhoogen, indien de slooperij haar onkosten zal kunnen goedmaken. De Voorzitter kreeg uit een gesprek met den Bondsvoorzitter ook den indruk, dat hij met de huidige loonen accoord ging. Zou er_geld bjgmoeten, dan wil spr. het werk liever stilleggen. De heer Baak betwist dat het loon van 44 cent voldoende zou zijn zooals gezegd wordt. Dat is het niet.'Spr. heeft een heele lijst- van loonen, die te laag zijn eii waar de heer Bok zegt, dat Jiij zee'r tevreden is over hun werk, stelt spr. er prijs op te verklaren, dat het loon van 44 cent te weinig is. De Voorzitter: Als ik wer keloos rondliep, en ik werd bij den heer Baak spitter, zou deze mij dan het volle uurloon als spitter geven? De heer Baak: Als vertegen woordiger van de overheid wel. De overheid heeft tot plicht het loon ten volle uit te keeren. En de men schen künnen er eenvowdig niet mee komen. De prijzen zijn 105 gestegen sinds 1914. De Voorzitter betwist dit. De behoefte is 85 gestegen en ook de'loonen. Binnenkort krijgen we weer een salarisddscussie. De heer de Geus merkt op, dat de loonen in het bouwvak 52 cent zijn. Hier betreft het ech ter sloopingsarbeid, dat is gansch wat anders. Dan ware het wellicht voordeeliger het g;ansche schip in brand te steken. Als een timmer man werkeloos is, is hij blij 44 cent te kunnen verdienen. De heer Zonder van: De heer de Geus slaat de plank mis. Wij vragen geen 62 cent, maar slechts 47. Alleen omdat er maar 8 uur in plaats van 9 gewerkt wordt, moe ten ze 52 cent hebben. Den heer Bok antwoordt spr., dat er min stens 20 leden van den Bond van Bouwvakarbeiders werken op dit werk. Het voorstel van B. en W. wordt aangenomen. Tegen stemmen de heeren Zondervan, Baak en Span genberg. Inventaris Centrale Keuken. Voorstel om aan Burgemeester en Wethouders machtiging te verlee nen tot den publieken verkoop van den inventaris der centrale keuken. Held. Crt. 1 Juli. Bij acclamatie besloten. Alsnog zijn ingekomen: Verzoek om eervol ontslag van den heer J. E. Honcoop als leeraar aan de Zeevaartschool. Verleend. Adres van den heer Dagnelie en anderen om wijziging van de poli tieverordening, verzoek van den R.K. Volkszang om subsidie, id. van den Centralen Ambtenaars- bond om toeslag, van den Fèdera- tieven Bond van Ambtenaren in Openbare diensten om salarisher ziening. Deze alle worden in han den gesteld van B. en W. om prae-advies. Aan de orde is thans: Benoemingen. Directeur der Gem. Reiniging en plantsoenen. De voordracht luidt als volgt: 1. J. F. Vermeulen, eerste op zichter, afdeelingschef bij den ge- meentereinigings- en ontsmettings- dienst te Rotterdam. 2. P. H. L. Maas, technisch op zichter bij de Gemeentereiniging te Utrecht. 3. A. Kooiman, opzichter le kl. van den gemeente-reinigings- en ontsmettingsdienst te 's Graven- hage. Bij eerste stemming verkrijgt de heer Maas 8, de heer A. Dokter, Helder, 7 stemmen, terwijl 2 blanco zijn. Daar' hier geen volstrekte meerderheid verkregen is, moet een nieuwe vrije stemming plaats vinden. De heer Zonder van vraagt of het in orde is, dat hier buiten de voordracht om op den heer Dokter wordt gestemd. Bij de nieuwe stemming krijgt de heer Dokter 8, de heer Maas 8 stemmen, 2 blanco. Herstemming tusschen de heeren Dokter en Maas. Bij herstemming krijgt de heer Dokter 7, de heer Maas 10 stemmen. 1 blanco. De heer Maas is alzoo Men is thans genaderd tot de rondvraag. De heer Baak herinnert aan de vacature in de Commissie voor de rechtspositie tengevolge van het bedanken door den heer Michels. Op advies van den heer d e Geus trekt spr. dit voorstel echter weder 'n. De heer Spangenberg vraagt naar het adres van de muntgas- klerken-incasseerders, dat in Jan. ingediend is doch waaromtrent nog geen prae-advies is gekomen. De Voorzitter zal dit onder zoeken. De heer Zondervan zou de verordening betreffende de toe gang tot de vischhal tegen betaling van ƒ1.willen zien ingetrokken. Indertijd is deze gemaakt, toen de distributie plaats had, doch dat is nu vervallen. De heer Grunwald antwoordt, dat de verordening in qverleg met den vischhandel gemaakt is en als men de hal weer openstelde, zou men den handel beletten voldoende zaken te doen. Ook de gemeente wordt erdoor gebaat, want er zijr handelaren, die wel eens trachten buiten den marktmeester om visch te verhandelen en dat voorkomt men hiermede. De heer Zondervan merkt op, dat hier eene gelegenheid is voor huisvrouwen om goedkoop visch te koopern Thans is de visch erg duur geworden. Spr. vraagt of men niet een maatregel kan nemen zooals op de groentenveiling. Spr. heeft een andere vraag. Door het Brandstoffenbureau is aan de koopers de verplichting op gelegd de heele rantsoenkaart te besteden en verplicht bij een halve eenheid anthraciet een halve een heid briketten te nemen. Waar er onder de handelaren zijn, die echter wel meer briketten kunnen gebrui ken, is er volgens spr. niets tegen dit toe te staan en dus de afname van de helft briketten en de helft anthraciet niet verplichtend te stellen. De heer de Geus: Lest best. Het is weer de brikettenfabriek, die in bespreking komt. De Brand- stoffencommissie moet in het be lang der gemeente wel eens iets doen wat minder prettig is. Deze regeling hebben wij afgezien -van de aardappeldistributie. Men dwong de menschen om de helft klei- en de helft zandaardappelen te nemen. Om het publiek te leeren de bri ketten te stoken hebben wij voor de brandstoffen nu ook deze rege ling ingevoerd. Er zouden, als wij op het voorstel van den heer Z. ingingen, menschen zijn, die geen heele eenheid gebruiken en dan een halvd eenheid anthraciet ver kiezen. Dat de Brandstoffencom- missie alles in het werk stelt de briketten te doen verlcoopen, zal B. en W. toch moeten apprecieeren. De Voorzitter voegt hieraan toe, dat we van het Kodibu ge rantsoeneerd worden en dat dit bureau rekening houdt met onze gemeentelijke fabricage. En wij moeten zorgen de rantsoenen gelij kelijk over de gemeente te ver- deelen. De heer Zondervan: Daar komt de aap uit den mouw. Ons werd altijd voorgespiegeld, dat we de briketten boven de gewone rant soenen kregen. Nu blijkt, dat zij in de rantsoeneering worden opge nomen. De Voorzitter: Het is nooit beweerd, dat dit he} geval was. Al leen wanneer de rantsoenen min der zouden zijn dan vastgesteld was, zouden wij met de briketten mogen aanvullen. Alleen het brand hout van de Adolf van Nassau is boven de rantsoeneering. De heer Zondervan komt hier bij een volgende gelegenheid nader op terug. De heer-Poll vraagt inlichtin gen betreffende een prae-advies op het adres van den Bond van Neutrale Vakarbeiders. De Voor zitter antwoordt, dat dit bij de andere adressen gezamenlijk in behandeling komt. De heer Biersteker vraagt naar de kromming in den Huis- duirerweg. Ons is toegezegd, dat na de demobilisatie deze zou wor den weggenomen. Kunnen wij de genie hieraan niet eens herinne ren? De Voorzitter zegt dit toe. De heer van der Veer vraagt wat er met den grond achter de brikettenfabriek zal geschieden. Op het oogenblik ligt die renteloos en die kan toch productief worden gemaakt. De V o o r z i 11 e r zal dit onderzoeken. Daarmede is de agenda afge handeld en wordt de vergadering gesloten. BINNENLAND. Da ex-keizer. Uit Londen wordt gemeld, dat de procedure inzake het terechtstaan van den keizer geregeld zal worden door de commissie, door de geallieerden in te stellen voor de uitvoering der vredesvoorwaarden. Het gerechtshof zal bestaan uit vijf rechters, gekozen door de vijf geallieerde groote mogend heden. Men hoopt, dat de behandeling in den herfst zal plaats hebben en men vertrouwt, dat de keizer tegen woordig zal zijn daar de uitlevering zal gevraagd worden door alle ge allieerde en geassocieerde" mogend heden. In het Engelsche Lagerhuis heeft Lloyd George medegedeeld, dat het Hof, dat in de zaak tegen den voor- maligen keizer zal rechtspreken, zal zitting houden te Londen. De te Londen verschijnende „Pall Mali Gazette" zegt, wijzend op de artikelen in de Nederlandsche bladen over de positie van den ex-keizer en den kroonprins in verband met het te verwachten verzoek der Geallieer den, om hem te doen terecht staan, dat de zaak er eene is van wereld- beteekenis. Het antwoord op deze juridische spitsvoudigheden is, dat er geen wet is, die de groote mogend heden dwingt Nederland van levens middelen te voorzien. Hat Zuiderzea-vraagttuk. De regeering zal aan de visschers schadevergoeding verleenen in ver band met het droogmaken van de Zuiderzee. Er zijn echter nog anderen, zooals scheepsmakers, rookers, zeil makers, vischventers, enz., die ook uit hun bedrijf zullen geraken. Dezen zullen nu een actie gaan voeren om schadevergoeding. Te Monnikendam werd deze week al een vergadering gehouden van belanghebbenden uit de nevenbedrljven om hun belangen te bespreken. Er waren 70 personen aanwezig, die uit hun midden een bestuur kozen en een lid afvaardigden naar de al- gemeene vergadering, welke te Am sterdam zal worden gehouden. Het is overigens in Monnikendam al te bemerken dat de Zuiderzee wordt drooggelegd. Er zijn reeds eenige visch handelaars en vischroo- kers die hunne zaken verplaatsen- naar IJmuiden. Ds wittebroodkaarten blijven. Het Rljksgraanbureau deelt mee dat de wittebroodkaarten voorloopig nog niet zullen worden afgeschaft. Schriftelijke vragen van Kamerleden. Organisatie van minder marinepersoneel. De heer A. P. Staalman heeft de volgende vragen gesteld aan den minister van marine: Atfht de minister het door de or ganisaties van minder marineperso neel gedurende de revolutiebedrei ging in November ingenomen stand punt toelaatbaar? Zoo neen, heeft, dan de minister zich reeds behoorlijk overtuigd, dat genoemde organisaties dit ontoe laatbare standpunt hebben verlaten en zich bereid hebben verklaard het wettig gezag opdat het zich „naar binnen en naar buiten eventueel daadwerkelijk geldend zal kunnen maken" onvoorwaardelijk te re specteeren in al haar gedragingen? Indien het antwoord ontkennend luidt, hoe is het dan te rijmen, dat de minister, die in de Kamerzitting van 20 Juni 1.1. zeide: „Mitsdien zou een organisatie, die krachtens haar welomschreven uitgangspunt of doel, of ook blijkens haar prac- tische uitingen blijk geeft het gezag niet te willen erkennen, naar mijn vaste overtuiging ontoelaatbaar zijn", de hoofdbesturen dezer bonden ter conferentie aan zijn departement ontvangt, een bezoek brengt aan het gebouw van den ""Bond van Minder Marinepersoneel en hij .dit een en ander zelfs qualiflceert als een der „mooie dingen, die hij al gedaan heeft" en waaruit van zijn „gepro- noceerde denkbeelden" blijkt? Hoe is de toelating door den mi nister opnieuw aan boord der oor logsschepen van Het Aanker overeen te brengen met de beginselen om trent de handhaving van het door de Overheid aan God ontleende gezag, door den minister verdedigd in de Kamerzitting van 30 Juni 1.1.? Is de minister niet van oordeel, dat het marinebestuur een houding moet aannemen, waardoor krachtig wordt tegengaan, dat het gezag ondermijnd en tot een belaching gemaakt wordt, en dat het niet mag zijn, dat een kostbare marine wordt gehandhaafd die niet alleen waardeloos is als instituut van het gezag, doch veeleer is een bedreiging voor de rust en de veiligheid in het rijk en zijn ko loniën. Drijvende mijnen. De heer Van der Waerden heeft aan de minister van landbouw, ny verheid en handel en van marine de vol gende vragen gericht: Kan de minis ter mededeelen, wat gedaan wordt om de gevaren bij de vaart op En geland, in het bijzonder bij de Neder landsche kust, die een gevolg zijn van drijvende mijnen en waarover de zeelieden klagen, te keeren en wat er gebeurt, als dergelijke mijnen worden gesignaleerd? Kan de minister mededeelen, wat gedaan wordt om mijnen, die bij onze kust aanspoelen, onschadelijk te maken? Opdrijven van prljzeD. De heer Polak heeft tot de minister van landbouw de volgende vragen gericht 1. Heeft Zijne Excellentie kennis genomen van herhaaldelijk in de dagbladpers voorkomende mededee- lingen omtrent kunstmatig hoog houden en opdrijven van prijzen van levensmiddelen, kleederen, schoeisel enz. door vereenigingen van fabrie kanten, importeurs, grossiers, winke liers, enz. 2. Zou Zijne Excellentie geneigd zijn, in verband daarmede, of onaf hankelijk daarvan, een uitgebreid en alomvattend onderzoek te doen in stellen, by voorkeur door eene staats commissie van enquête, naar de oorzaken der heeschende duurte, opdat, ingevolge de uitkomsten van zulk een onderzoek, eventueele maat regelen beraamd kunnen worden, strekkende tot het tegengaan van opdrijven van prijzen tot boven het niveau van het onvermijdelijke? BUITENLAND. Duitschland. De stakingen. Da positie van de regeering. De staking der spoorwegbeambten en werklieden behoort, althans voor zoover het Berlijn betreft, blijkbaar weer tot het verleden. De vraag is slechts, hoe lang men weer aan 't werk zal blijven. Daarentegen duurt de staking bij de verkeersmiddelen in de stad nog voort. Tot opheffing der spoorwegstaking heeft zeker het krasse optreden der Pruisische regeering bijgedragen. Bij proclamatie werd bekend gemaakt, dat alle ambtenaren en werklieden die vóór 3 Juli het- werk niet hervat hadden, zich als ontslagen moesten beschouwen. Een buitengewoon stren ge maatregel, waarover men zich gelijk de Berl. correspondent van het Hbl. terecht opmerkt in een land met een burgerlijke „regeering", nog wel tweemaal zou bedenken, alvorens tot afkondiging over te gaan. Echter bestond er voor de Pruisische regeering alle reden voor een derge lijk optreden. Een der voornaamste argumenten hiervoor was zeker de stagnatie in de levensmiddelenvöor- ziening. Negenduizend goederenwa gens die op weg naar Berlijn waren, stonden stil, waardoor de levensmid delen bedierven. Het vee stierf tijdens het transport. Op rangeerterreinen by Berlyn werden wagens met vee aangetroffen, die men daar bij het uitbreken der staking maar had laten staan. Een aantal van deze beesten was reeds van den honger omgeko men Slechts een klein gedeelte kon in het leven gehouden worden. Tegenover het voordeel van het opheffen der spoorwegstaking staat evenwel het nadeel dat de onafhan kelijke socialisten munt zullen glaan uit deze „bedreiging van de vrijheid van het proletariaat". Het is al meer malen gebleken dat de onafhankeiyke leiders grooten invloed uitoefenden op de Berlynsche arbeiders, en het is dus te verwachten, dat zy dien in« vloed ook thans weder zullen laten Naar de Berlijnsche correspondent van het Hbl. meldt, was deze staking weder het begin van een groote poli tieke onderneming der uiterste link- sche groepen. Redenaars in stakings vergaderingen noemden het ^elfs „een betere voorbereiding dan die van 9 November. Zoodat dus in Duitschland een nieu we stryd om de macht dreigt te ontbranden. De bedreiging van de tegenwoor dige regeering komt echter niet alleen uit dien hoek. Biykbaar zijn de vroegere officieren van het Duit sche leger van zins ook nog een poging te wagen om zy het ook gedeelteiyk het oude gezag te herstellen. De chef van den staf der Beriynsehe vrywilligerscorpsen, majoor von Stockhausen erkende dit volmondig in een interview met den Berlyn- schen correspondent van het Hbl. Volgens hem was de ontevredenheid onder de officieren zóó groot, dat zij vast besloten zyn de regeering den dienst op te zeggen. Het wach ten is alleen op deentente. Dwingt de overwinnaar werkeiyk den overwonnene de ex-keizer, Lu- dendorff, Tirpitz en nog anderen uit te leveren en de Duitsche regeering zal dan, krachtens belofte, hiertoe moeten medewerken dan zullen de officieren hun ontslag nemen. Dan zal in Duitschland de déb&cle komen, de chaos. En daarom hoopt majoor Von Stockhausen de be dreiging is duideiyk dat de entente tot inkeer zal komen, de beroemde „eere"-punten met rust laten. Blijft de entente op haar stuk staan, dan komt er in Duitschland óf een tegenrevolutie van buiten dus de raden regeering,'de dictatuur van het proletariaat, het bolsjewisme bf een tegenrevolutie van rechts, de poging tot herstel van het ancien régime. Majoor Von Stockhausen heeft geen antwoord willen geven op de vraag of de consequentie van het uittreden der officieren zal zyn het vormen van eigen weermacht tegen de regeering. Maar de correspondent heeft tus schen de woorden door meenen te hooren, dat men goed doet de gevaren van rechts niet te onderschatten. Trouwens majoor Von Stockhausen was duidelyk genoeg toen ,hy ruiter lijk verklaarde, dat de officieren in de oosteiyke gebieden dezelfde op vatting toegedaan zijn als de fron- deerende generaal Hoffman (de offlci- eele poging van dezen generaal nog de hand boven het hoofd te houden, bewijst hoe de regeering en vooral minister Noske vrijwel radeloos staan tegenover deze oppositie) en dat ook verreweg de meeste soldaten het met de aanvoerders volkomen eens zyn. En opnieuw uitte hy een bedreiging aan de entente: Had deze inderdaad besloten zuiver of overwegend Duitsch gebied te bezetten, dan hoopte hy dat „nog tijdig een schikking mogeiyk zou zyn." Hetgeen tóch niet anders beteekenen kan, dan dat, indien er géén schikking komt, het denkbeeld Hoffmann in de daad omgezet zal wordeneen Duitsche actie tegen Polen te beginnen, onafhankelyk en tegen den wil van de regeering. Het is slechts de vraag of de offi cieren er inderdaad in zullen slagen de soldaten achter zich te houden. Nog steeds zetten de onafhankeiyken hunne pogingen voort om de troepen aan hunne zyde te krygen. Hier en 1 daar gelukte dat reeds. De verschillende berichten wijzen er dus wel op dat een contra-revo lutie van rechts zeer waarschyniyk is. Doch de kans van welslagen wordt sterk verminderd door de zekerheid, dat de onafhankelijken op het eerste sein van de officieren-garde óók de linksche-revolütie zullen ont ketenen. Wie dkn met den buit schoot zal gaan valt niet te zeggen. De onrust in verschillende stukken wijst wel op een vrij groote aanhang der onaf hankeiyken. Wat wel vaststaat is, dat op die manier van het nakomen der vredes voorwaarden wel geen sprake zal zyn en dat Duitschland in één groote* warwinkel herschapen zal worden. In zoovere is de bedreiging van majoor von, Stockhausen jan groote betee- kenis ten opzichte der geallieerden. Opdertrouwd C0R J. WIJKER WILLEM NOORDBERQ. Heiier, Utrqcht, Vl«at gracht CS, - 25 Juni 1919. «aacheweg 2b6 bis, j Huwelijksinzegening door Ds. J. W. Poost, op Woensdag 9 Juli a.s., v.m. 11 Uur, in de Westerkerk. Getrouwd J. WAIB00M en E. J. WALB00M—J1EIJTIN0, namens wederzydsche familie -jlijk dank zeggen voor de vele biyi^fen van belangstelling bij hun huwiaiyk ondervonden. Afdeiling HELDER. A GEMEENE VERGADERING op MAj*NDAQ7 JULI, '..roodi 7 uur, in djCONSISTORIE dn NIEUWE KERK. opl WOENSDAG 9 JULI 1919, 's ai onds 8 uur, in de bovenzaal. Pi mten van behandeling: Rek] jning en verantwoording 1918. Verj coop van tydschriften enz. en i wat verder ter tafel 'zal worden g«| varacht. De Secretaris, LE RüTTE.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1919 | | pagina 2