HELDERSCHE COURANT VOGELVRIJ NO. «122 DONDER0AS 31 JULI 1919 47a JAARGANG RaJaolaur-UHgawr! C. BE BOER Jr., Heldar. - Oplaag 7000 - Abonnamentaprlja: In da «tod I 1.15, par poat I 1.40. Buitenland 1 2.40. - Lo»»« »x. 3 ot. - Advart» ntltn per regel 17';, ol. BUITENLAND. Dull«li-Ooit»rl|k krijgt uitstal. Parijs, 23 Juli. Staatskanselier Renner is Maandag te Parijs terug gekeerd, Zijn verzoek om verlenging van den termijn voor het antwoord op het vredesontwerp der geallieer den, is toegestaan. Duitschland. De oatbulllagt* vu Erzberger. De rede, door minister Erzberger in de Nationale vergadering gehouden heeft een geweldige sensatie verwekt. Het .Berliner Tageblatt" bij monde van z\jn Weimarschen redac teur geeft als zy'ne meening, dat dr. Michaelis een misdadige dubbele rol heefc gespeeld, waardoor alle verdere mogelijkheden om tot vrede te komen uitgesloten waren. Volgens hem heeft Erzberger, al heeft hy Vrydag ook fouten gemaakt, toch in hoofdzaak door de verdere onthullin gen een bevestiging van zyne be weringen gekregen. Ook andere bla den wijzen op zyne dubbelzinnige houding. Het bewuste telegram der Engel- sche regeering aan den paus luidt als volgt: „Wij hebben nog geen gelegenheid gehad onzen bondgenooten over de nota van 2ijne Heiligheid hun mee ning te vragen en zijn niet in staat, ons over de beantwoording van de voorstellen van Z. H. betreffende de voorwaarden voor een duurzamen vrede, te uiten. Naar onze meening is er geen waarschijniykheid voor handen, nader tot dit doel te komen en, zoolang niet de Centralen en hun bondgenooten zich in oöcieelen vorm over de oorlogedoeleinden heb ben geuit en verder daarover, door welke middelen in de toekomst de wereld voor herhaling der gruwelen, waaronder zij thans ïydt, bewaard kan worden. Zelfs betreffende België en op dit punt hebben decentrale mogendheden hun ongelijk erkend ia nooit een besliste verklaring over hun plannen bekend geworden om de volledige onafhankeiykheid te herstellen en de schade weer goed te maken, die zy het berokkend Uwe Eminentie moeten ongetwy- feld de verklaringen voor den geest staan, welke door de geallieerden by de beantwoording van de nota van president Wilson zyn afgelegd. Noch door Oostenryk, noch door Duitschland is ooit een dergelijke verklaring afgelegd. Een poging om de oorlogvoerenden tot elkaar te brengen schynt zoolang vergeefsch, als zy niet over die punten in het reine zyn, waarin hun meeningen uiteenloopen." Hieruit biykt duidelijk, dat de Engelsche regeering als het groote beletsel voor den vrede beschouwde het Belgische probleem, en dat, in dien een Duitsche regeering zich ge neigd toonde ten opzichte van Belgiö'a toekomst afdoende verklaringen af te leggen, de Engelsche regeering het pad geflffend achtte voor vredeson derhandelingen. Tegenover de pogingen van de conservatieven om de onthullingen van Erzberger te ontzenuwen, trad de regeering handig op. Niet minder dan vier ministers traden in het strijdperk. Behalve bovenstaand tele gram, werd een zeer compromittee- rende briefwisseling voorgelezen tusschen Hindenburg en den vroe- geren rijkskanselier Michaelis. Dr. David, minister van binnenlandsche zaken, deelde mede, dat de open baarmaking van het geheime docu mentenmateriaal over den wapen stilstand onmiddeliyk verwacht kan worden. Uit de bedoelde correspondentie wordt het volgende gepubliceerd: De door den rykskanselier bedoelde „vrede door vergelijk" beteekende annexatie van Luik met de daarby behoorende „strategische glacis", economische aansluiting van België, afgedwongen door militaire bezetting, en wel zoodanig, dat volgens Luden- dorff, de politieke aansluiting vanzelf moest volgen. Hindenburg1 antwoordde op den eersten brief o.a. het volgendeIk zal niet ontkennen, dat in de ma rine en in groote vaderlandslievende kringen een afzien van de Vlaam- sche kust gevoeld wordt als een zware slag, die slechts dan verzacht wordt, als ook de door Uwe Excel lentie aan de marine toegestane compensaties verwezeniykt worden. Na te hebben uiteengezet, dat een langjarige militaire bezetting van Luik wenscheiyk was, ging Hinden burg voort: Deze bezetting heeft als hoofddoel de onmiddeliyke mili taire bescherming van het Neder- rynsch-Westfaalsche industriegebied. Slechts als wij over Luik als bezit ter onbeperkt heer en meester zijn en biyven, kunnen wy de noodige militaire en bestuursmaatregelen treffen. Ik kan mij daarom niet voorstellen, dat wy in afzienbaren en volgens verdrag vastgestelden tijd, uit Luik kunnen terugtrekken. Aan dit schryven was een memo rie van generaal Ludendorff toege voegd, die evenzeer van meening was, dat men het gebied aan beide zijden van de Maas en achter St. Vith vast in handen moest houden. En slechts iniyving hiervan by Duitsch land was het eenige middel om het hier achter liggend industriegebied te beschermen. Omtrent die economische eischen betreffende Belgiö publiceert een Beriynsch avondblad nog nadere sensationeele bizonderheden. Deze zijn by de ontruiming van Belgiö dsn Engelschen in handen gevallen. De voornaamste eischen luidden iniyving van België in het Duitsch talstelsel; rechtsgeldigheid van alle tegenwoordige en toekomstige tol- wetten en verordeningen voor Belgiö rechtskracht van alle tegenwoor dige en toekomstige ryksbelastingen en rljksmonopoliewetten in Belgiö voor zoover de Duitsche regeering dit verlangt; inruiming van een bijzondere plaats aan Duitsche schepen aan de Schelde- kade in Antwerpen uittreden van Belgiö uit de Latljn- sche muntunie en overneming van de Duitsche munt- en bankpapier wetgeving invoering van de mark als munt eenheid in Belgiö en overdracht van de functie van de Belgische centrale muntbank aan de Duitsche Reichs- bank; i annuleering van alle eischen tot schadeloosstelling van België betref fende de vorderingen in verband met de beschadiging van industrieele werken, oorlogsschade en contributie, inbegrepen de tydens den oorlog gegeven vergoedingen; erkenning van het ingrypen in i1 particuliere rechten door de bezettingsautoriteitenherstel van de particuliere rechten der Duitschers in Belgiö, die tydens den oorlog zijn benadeeld vorming van een onder Duitsch kapitaalo ver wicht slaande Naamlooze Vennootschap tot overneming van de Belgische spoorwegen en overgaan van het onteigeningsrecht van de tariefvryheid aan deze vennootschap invoering van de Duitsche wet op de bescherming der arbeiders van de Duitsche verzekeringswetten in Belgiö. Deze eischen in Juni 1918 op gesteld, toen dus de ontbinding van het Duitsche leger al in gang was 1 komen waarschijnlijk voor rekening van Helfferich. Een lid van de Duitsche volksparty verweet Erzberger, al deze vreeselijke dingen, die hy thans onthuld heeft, niet reeds vroeger te hebben bekend gemaakt/ Daarop antwoordde Erzber ger, dat de toenmalige rykskanselier verklaarde, dat men onbezorgd kon zyn, daar het standpunt ten opzichte van Belgiö ter kennis der geallieerden zou wprden gebracht. Een votum van vertrouwen in de regeering werd tenslotte met groote meerderheid aangenomen. De N. Rott. Crt vraagthoe kwam Erzberger indertyd aan het voor Keizer Karl bestemde rapport van Czernin? Het „Wiener Mittagblatt" zegt, dat de keizer het hem stilletjes, in het geheim gegeven had. En Erz berger, zegt Czernin, handelde te goeder trouw, toen hy uit de school klapteby meende werkeiyk in den geest van zijn lastgever den keizer te handelen. Zoo zou dan nog de wel eens meer gehoorde voorstelling van zaken juist kunnen blyken, dat Keizer Karl in hoogsteigen persoon, de opper-defaitist van dezen oorlog is geweest. En hij was dit niet uit eigen initiatief, maar weer als werktuig van anderen. En voor een van zijn defaitistische of, als men wil, hoogverraderiyke machina ties, heeft hy in den onthullings maniak Erzberger, een gewillig werk tuig gezocht en gevonden Frankrijk. Gestraft. In een grooten poelierswinkel op Montmartre te Parys was dezer dagen konijn te koop voor 3.75 fr. 't pond. Huismoeders stroomden toe om te koopen, want in andere winkels was konijnenvleesch zoo „goedkoop" niet. Toen de poelier echter zag, hoe veel klanten er kwamen, verhoogde hij den prijs van het konijn van 3.75 fr. op 4 fr. Waarop de menigte boos werd. In een oogwenk waren er wel 1500 menschen voor den poeliers winkel te hoop geloopen en men begon den winkel met steenen te bombar den. Weldra was er van de ruiten niets meer heel, de uitstalling werd vrywel geplunderd en den hebzuch- tigen poelier vlogen de steenen om de ooren. Enkele politie-agenten herstelden spoedig de orde onder de menschen, die onder veel gelach den winkel hadden gebombardeerd en zich gemakkelijk met een zoet lyntje naar huis lieten sturen. Elf varradars ter dood veroordeeld. De vierde krijgsraad te Parijs heeft vonnis gewezen in de zaak van de verraders te Laon. Dezen hadden tijdens de Duitsche bezetting tal van Franschen bij de Duitsche militaire overheid verklikt en velen van deze Franschen zijn dood geschoten. De krijgsraad heeft elf verklikkers ter dood, tien tot levenslangen dwang arbeid veroordeeld. Ruslind. Muitorij oadsr Brittin en Russst. De vorige week heeft Reuter reeds een en ander gemeld over een muiterij, welke onder de Britsche en Russische troepen, die voor de be strijding der bolsjewiki moeten dienen, op het front van Archangel en Onega heeft plaats gehad. In de „Daily Chronicle" lezen wy nu dat de muiterij op het front van Archangel z.g. tot het bolsjewisme bekeerde Britsche troepen betrof, terwijl in Onega de tot dusver anti-bolsjewis tische Russische strijdkrachten, die aan de zijde der geallieerden vochten, zich tegen hun aanvoerders hebben gekeerd. De bolsjewistische bacil bleek on geveer 2000 man te hebben aangetast, die met machinegeweren de kampe menten hebben bestookt. Vier Brit sche en drie Russische officieren zijn het slachtoffer van de woede der oproerlingen geworden. Variienigde Staten. Os „drooglegging" van de Unie. Het Representantenhuis heeft na een beraadslaging van drie weken, de vorige week met 287 tegen 110 stemmen de wet op het drankverbod, de z.g. Prohibition Enforcement Bill. aangenomen. Men voorspelt, dat dé Senaat het wetsontwerp met nog grooter meerderheid zal aannemen, maar de tegenstanders zeggen, dat de president ten slotte toch zyn veto over de wet zal uitspreken. De wet verbiedt alle dranken, be halve voor medische doeleinden, die meer dan 1 proc. alcohol bevatten, doordat ook het lichte-bier van 2.76 perc. alcohol, dat nu nog verkocht wordt, verboden zou zijn. Men mag in zijn woning wel sterke drank hebben, _mits maar bewezen is dat die drank niet voor verkoop is be stemd. Maar geleidelijk zal er niemand meer zijn, die zulke dranken in huis heeft, daar het verboden is, bij ver huizing die drank te vervoeren. Het zal zelfs het volgend jaar als de wet althans van kracht wordt onmogelijk zyn sterke drank mee te nemen b.v. op een autotochtje de auto kan bij overtreding in beslag worden genomen, en men stelt zich zelf door het meenemen van drank aan gevangenisstraf bloot. De Amerikaansche afschaffers loo- pen dus wel heel hard van stapel BIMNENLANQ. Nedeiland en België. Uit Parys wordt dd. 29 Juli aan het Hbld. gemeld: De internationale commissie, die samengesteld is met het doel, de ver dragen van 1839 te herzien en die men thans noemt de commissie van Veertien, is Dinsdagmorgen tien uur bijeengekomen. Zy h6eft den heer Laroche, gedelegeerde van Frankryk benoemd tot voorzitter en sir Charles Trifton, den Engelschen afgevaardig de, tot vice-president. De Belgische gedelegeerde Segers sprak bij den aanvang een rede uit ter inleiding van een gedetalleerde nota van de Belgische delegatie, omvattende alle desiderata van de Belgische regeering tan opzichte van de herziening. Deze nota zal Maandag a.s. in de tweede zitting der commissie worden gelezen. Ik verneem uit zeer goede bron dat er voor de Nederlandsche dele gatie redenen zyu tot tevredenheid over de eerste zitting, want men heeft nadrukkelijk vastgesteld dat alle besluiten moeten blijven binnen de beperkingen van het voorbehoud, geiyk dat is vastgesteld door de be sluiten van 4 Juni, waarin elke over dracht van grondgebied of van sou- vereine rechten is buitengesloten. Deze quaestie, welke van het aller grootste oelang is en het punt van uit gang vormt tot de onderhandelingen, is in de commissie op geen enkel verzet gestuit, ook niet van de zijde der Belgische delegatie, die niet het minste protest heeft doen hooren tegen de resoluties van 4 Juni. Ik kan er aan toevoegen dat de debatten zyn gehouden in een zeer vriendschappelijben toon en dat de gedelegeerden zich beyveren om op dezen weg voort te gaan. Van deze eerste zitting maakten i afgevaardigden gebruik om kennis met elkaar te maken, en de lange lusBChenpauze, welke moet verloopen tot de volgende bijeenkomst, zal eenigen hunner gelegenheid geven om zich vau de zaken op de hoogte te stellen. De Nederlandsche delegatie zal op de Belgische nota moeten wachten alvorens zy een overzicht of een antwoord kan samenstellen. De Italiaansche godelegeerde Busassi is vervangen door prof. Diouisio Anzi- lotti en de Japan sche gedelegeerde Tachi door prof. Hayashi. Nsdsrlsedsrs. Er is zoo schryft men aan de „N.Ct." op het oogenblik een groote animo bij tal van gegoede Duitschers om in verband met de belastingen uit het Duitsche staats verband te komen. Verscheidene Duitschers, die hier een pied k terre hadden, zullen zich laten naturali- seeren. Zy willen alleen Nederlan ders worden, om van de Duitsche belastingen enz. af te komen. Ne derlanders voelen zy zich overigens heel matig. Daarom is een scherpe controle op de aanvragen van naturalisatie ook in de Staten-Generaal zeer ge- wenscht, zegt het Haagsche blad. O» «chippersstaking. Men meldt uit Emmen: De schippersstaking begint in deze omgeving waar minstens een SOO vaartuigen in de veenkanalen liggen, een ernstig karakter aan te nemen. Donderdag had te Erica een gevecht plaats, waarbij door de politie een vijftig schoten moesten worden gelost om de stakers te verdrijven die het vaartuig van een werkwillige hadden bestormd en de opvarenden mishan deld. Ten slotte bleef politie en marechaussee, welke versterkt is met ryksveldwacht van elders, mees ter van het terrein, doch sommige schippers kwamen er waarschynlijk niet zonder letsel af. Gisteren was Nieuw Amsterdam het tooneel van actie. Soldaten en politie gingen er toe over om de vaart in het kanaal vrij te maken, doch werden daarin herhaaldelijk door de schippers bemoeiiykt, die hun schepen zoo leggen, dat geen vaartuig het kanaal kan passeeren. Het terrorisme van de schippers begint hier vrywel ondrageiyk te worden voor hen die laden willen en moeten werken om een stuk brood te verdienen en die geen uitkeering krygen, omdat zij niet by den schip- persbond zyn aangesloten.) Doch ook de arbeidersbevolking in de venen komt in 't gedrang, daar werkloosheid onvermijdelijk is. De vrouwen en meisjes, die bij het laden der turf schepen geregeld dienst deden, mis sen reeds eenige weken het loon, dat ze daarmee konden maken. Mor gen zal een deputatie uit de arbeiders een onderhoud by den burgemeester der gemeente aanvragen. De schippersvrouwen mengen zich ook reeds in den strijd, een drietal onder hen treedt zoo nu en dan als spreeksters op en maant tot door zetten aan. We hoorden, dat te Weerdlnge reeds een 90 wagons voor turflading zyn aangevraagd. Binnenschepen geraquiraird. Na den verloren slag op het IJ ter hoogte vau de brandweerkazerne aan de Be Ruyterkade, die ten doel had binnenschepen te requireerec voor het verladen van regeerings- graan, hadden de autoriteiten beslo ten zich een volgende maal voor een echec te vrywaren. Alhoewel onmiddeliyk moet worden erkend dat het mislukken der expeditie van vorige week Woensdag moet worden geweten aan onbekendheid met de middelen, door de schippers gebezigd om het wegsleepen van hunne vaar tuigen te verhinderen. Voor den hernieuwden aanval was op dien tegenstand gerekend. Nadat alle voorbereidingen waren getroffen werd Maandag last gegeven dat Dinsdagmorgen te vier uur tot het requireeren van drie binnensche pen, liggende aan de De Ruyterkade, zou worden overgegaan. Omstreeks dien tijd werd De Ruyterkade bij de Schippershaven door bereden politie afgezet en naderden op het IJ twee stoombooten der havenpolitie en de „Torpedodienst n" die de schepen sleepen zou. Op de „Torpedodienst II" waren aanwezig de le luitenant Poles van het algemeen hoofdkwartier en de 2e luitenant Lorentz van het korps pontonniers die, geassisteerd door genistroepen en een afdeeling mare- chaussées, opdracht had, voor het requireeren zorg te dragen. Op de beide politiebooten waren havenmeester Rotting, politiecommis saris Van Soest, de heer Dekkers van de afdeeling „Vervoer" van het departement van Landbouw enz., de heer Jongwaard, adjunct-rjjksinspec- teur van de scheepvaart en een detachement der havenpolitie. De schippers lagen nog fe kooi. De heer Dekkers wekto de eigenaars van de schepen en overhandigde hun het opvorderingsbiljet. De aldus uit hun slaap gewekte schippers waren onmiddeliyk klaar wakker. Toen hun werd verzocht de ankers op te halen en de schepen los te maken, wei gerden zy. Ze werden er op gewezen dat onder deze omstandigheden alle schade die de schepen zouden be- loopen, voor rekening bleven van den eigenaar, want de ambtenaren waren niet van plan van de opvor dering af te zien. De schippers luisterden niet naar deze wyze woordenzy haalden de toeters voor den dag, bliezen alarm, wekten daardoor hunne buren die, ofschoon slechts voor een deel gekleed, onmiddeliyk het hoorngeschal over namen en een vervaariyk geschreeuw aanhieven. Vooral op de heeren Dekkers en Jongwaard hadden zy het voorzien; de gewone scheldwoorden en enkele nieuwe werden beide ambtenaren naar het hoofd geslingerd, onder de laatste deed de betiteling„wafel bakker" opgeld, zonder dat de aan wezigen begrepen wat wafelbakkery met het requireeren van schepen te maken heeft. De marechausseés begaven zich op de gerequireerde schepen, de genie soldaten volgden. De ankerkettingen die niet konden worden opgehaald werden met y'zerzagen doorgezaagd, binnen het k wartier waren de kettingen los. De sleepboot „Torpedoboot II" vormde een sleeptrein, met volle kracht zette de machine aan, er was echter geen beweging in de schepen te krygen. Na eeuig zoeken door de manschap pen van luitenant Lorentz bleek dat de schepen door staaldraadkabels en met een lus onder de zwaarden der schepen door waren vastgemaakt aan meer aan den walkant liggende beladen schepen. De daarvoor meest geschikte plek werd opgezocht, het zwaard ge licht en met een bytel losgehakt. Toen ging het goed. Onder een vervaariyk getoeter van de schippers, en het zingen van „Sla, kroten en andyvie, we gane naar de kamp van Zeist", schikten de gerequireerde schippers zich in hun lot. Onder het sleepen naar de Ertskade heschen zij de driekleur met den Oranjewimpel in top. De schepen zijn verhaald naar de Ertskade en gelegd naastde „Minerva", geladen met regeeringsgraan. Het sleepen ging zeer lastig, er waren nogal wat „moeren" onklaar, maar zonder eenige averij was te zeven uur het karwei verricht. Nauweiyks was de sleep met de opgevorderde schepen vertrokken of de in de haven achtergebleven schip pers heschen, bij wijze van protest, de roode vlag. Luchtvaart. Daodgavallan. Iu Swinemönde heeft Maaüdag een ernstig vliegongeluk plaats ge had. Een watervliegtuig met twee passagiers, een tandarts uit Beriyn en zijn echtgenoete, die zich op de huweiyksreis bevonden, stertte neer op het strand, waardoor de vlieger en de tandarts gedood en de jonge vrouw zwaar gewond werden. Een Engelsch vliegtuig, op weg van Marseille naar Egypte, is by Spezia in zee gevallen, waarby een officier omkwam. Oa E.L.T.A. De Engelsche vlieger capt. Sir John Alcock, die zich, door zyn vliegtocht over den Atlantischen Oceaan een wereldvermaardheid heeft verwor ven, komt ter gelegenheid van de E.L.T.A. in ons land. Hy zal feesteiyk worden ontvan gen. Waarschijniyk zal hy Zondag middag een vlucht maken In het Vickers Vimy-vliegtuig dat door den vlieger Karei Muller uit Engeland naar Amsterdam zal worden over gebracht. Ook onze ex-landgenoot Frits Koolhoven, thans technisch directeur der Britisch Aerial Transport Co. zal de Elta bezoeken en per vliegtuig te Amsterdam aankomen. Deze zal op de Elta een klein, door hem geconstrueerd vliegtuig demon- streeren. Dit toestel is door zyn sterken motor in staat in 4 minu ten tot 10,000 voet te stygen, bijna loodrecht omhoog gaande. IN8EZ0NDEN. Oa Handelidagschoal dar Alg. Haldaraoha Wlnkaiiaravaraaniging. Het handelsonderwys staat tegen woordig in 't teeken der belangstel ling. In alle plaatsen van eenige be- teekenis zyn handelsdagscholen ver rezen of zullen opgericht worden, o.a. in Amersfoort, Alkmaar, Zaandam ZutfeD, Deventer, Vlissingen enz., om van de groote steden maar te zwijgen. Opmerkelijk is het, dat. 't initiatief tot oprichting eener handels school bijna altijd genomen is door kooplieden of vereanigingen van koop lieden. Dit bewijst, dat 't handels onderwys „in een diep gevoelde be hoefte voorziet." Voor wie even door denkt, ia dat zeer verklaarbaar. Im mers, de handel is in de laatste tien tallen vau jaren steeds meer inter nationaal gewordende koopman wordt steeds meer wereldburger. De t(jd, dat hy zijn aandacht kon beperken tot zyn naaste omgeving is reeds lang voorbij. De concurrentie dwingt bem zyn leveranciers te zoeken tot over de grenzon, en de fabrikant heeft zyn gevaarlijkste concurrenten dikwyis in het buitenland. De koopman moet dus niet alleen een practisch, maar ook een zeer ontwikkeld man zyn „do geheele wereld is zyn arbeids veld." Bit geldt ook voor zijn helpers, de handelsbedienden. Ze behoeven geen groote denkers ta zijn, geen onderzoekers, geen vorschers, zy moeten zyn „mannen van de prak- tyk". Geen wonder dus dat de koopmans wereld diep de behoefte gevoelde aan practisch onderwys, dat hem vol doende toerustte voor zijn vak. Zelfs in een stad als Amsterdam, waar scholen van allerlei soort en richting bestonden en geschikt voor elke soort van aanleg, vond bij niet, wat hy zocht. Als hy bedienden noodig had, waren ze onvoldoende onder legd in algemeene bandelskennts en koop- manscorrespondentie en waren ze gespeend van administratief inzicht. En zoo ontstond de drang naar Handelsonderwijs, met 't gevolg dat 't nu de belangstelling van regeering en gemeente heeft. Er is zelfs eeu afzonderiyke inspectie voor ingesteld. Ook te Helder sloegen de kooplieden, vereenigd in de Alg. Heldersche winkeliersvereeniging, aangesloten bij den Middenstandsbond, de hand aan de ploeg, 't Ryk, de Gemeente en de Provincie steunden dit mooie werk, en zoo zal dan a.s. 2 September een Handelsschool geopend worden, 't Zal voorloopig een school zijn met drie jarigen cursus, maar 't Bestuur is vast voornemens, haar tot een 5-jarige uit te breiden. Eerst moet echter blijken, dat dit onderwys in Helder levensvatbaarheid heeft. Dit a- hten echter de Winkeliersvereeniging en" ondergeteekende boven allen twijfel verbeven, vooral ook op grond van den grooten bloei der Handelsavond school. De uitbreiding tot een 5-jarige is dus naar onze meening slechts een kwestie van tyd en wel van korten tyd. En met zulk een diploma komt men de wereld door. Het wordt veelal ;elyk gesteld met een diploma der i jarige H.B.S., groote handelsinrich tingen zooals banken stellen bet buitengewoon op prys, en in onze koloniën hebben de bezitters een pracht toekomst, Echterde leerlingen van 3 jarige Handelsscholen zyn ook zeer gezocht. Dit wordt wel bewezen door den grooten bloei der Handelschool met 3 jarigen cursuB van do Winkeliers vereeniging te Amsterdam. Beze school wordt door de handels- onderwysautariteiten als voorbeeld gesteld en de leerlingen vinden op koopmanskantoren zonder moeite, dikwyis zelfs aangezocht, goede be trekkingen met mooie vooruitzichten. De te Helder te openen Handels school is geheel ingericht naar 't model van de Amsterdamsche. Trouwens, ouders, die beslist ge steld mochten zyn op een diploma eener 5 jarige, behoeven zich niet af te laten schrikken, want jongelui, die de drie jarige met goed gevolg hebben doorloopen, kunnen hun studie zonder ond rbreking voortzetten i an de vyf jarige. Nu nog tetB over 't onderwijs zelf.1 Het is bovenal practischDe kern vakken zynNederlandsch. Franacb, Duitsch, Engelsch, Boekhouden en Handelsrekenen. Wat de talen betreft, worden gedurende de eerste twee leerjaren de algemeene beginselen geleerd, terwyi in 't derde jaar het onderwys in de koopmanscorrespon dentie het leeuwenaandeel kiygt. Wat.de Nederlandsche taal aangaat, wordt reeds in de tweede helft van 't tweede jaar met handelscorrespon dentie een begin gemaakt. Veel wordt ook gedaan aan 't lezen en verklaren van transacties, opdat de leerling een inzicht kryge in de afwikkeling van zaken. Natuuriyk wordt dit onderwys sterk gesteund door 't handelsrekenen, waarmee dadelijk begonnen wordt. Ook in boekhouden wordt 3 jaar les gegeven, 't eerste jaar de enkele, in 't tweede de dubbele methode, welke in 't derde tot de z.g. maande- lyksche wordt uitgebreid. Om deze kernvakken groepeeren zich wiskunde (een beperkt aantal ureD) vooral tot steun van 't handels rekenen, geschiedenis en aardrijks kunde (in 't derde jaar speciaal han delsgeschiedenis en handelsaardryks- kunde). "Natuurkunde, scheikunde en waren kennis, algemeene handelskennis en ten slotte in de hoogste klassen de een voudigste begrippen van 't handels recht, der staathuishoudkunde en staatsinrichting. Ik hoop, dat ik met 't bovenstaande de belangstellende ouders in Helder en omgeving eenjg inzicht van 't doel en wezen eener handelsschool heb bijgebracht 1 Op grond van den bloei van '1 handelsonderwys In alle deelen van FEUILLETON. D00B DAVID HENNE88EY. Sll). Ze waren juist bij hun paard, toi-u zij den ouden man hoorden schreeuwen: „Dan Flannigan, smeerlap, wil je het meisje laten gaan, anders stuur ilc.de politie op je af. Wat denk je, dat John Ben- «att van je zeggen zal?" „Vervloekte oude gek!" bromde Dan; „nou zahikeen kogel door je kop jagen," en woedend op zijn paard springend, reed hy naar den ouden geestelijke terug. „Hoor hem eens- te keer gaan;" zeide hij tegen Tot. „Hy schreeuwt deheele buurt nog by elkaar." „Wees nou verstandig, Dan, zeide Tot? opgewonden,„laat mij nou gaan, dan zal ik hem wel weg zien te krygen," maar terwijl zy dit zeide, vuurde Dan in de rich ting van de stem, en dadelijk na het schot hoorden zy Arhos en Shawn in de richting van Sydney weggaloppeeren. Dan en Tot bleven onder de dekking van het kreupelhout een tijdje wachten, want de opkomende maan zond nu lichtbundels door 'de lagere takken van de boomen. Dan laadde zyn pistool weer. ,Je leek wel gek om te schieten," zeide Tot. „Jo weet niet wat hy van plan is; maar het was een te- genvallertje, dat we juist twee oude vrienden moesten overvallen. Wat zullen de menschen in het dal wel zeggen, als zy het hooren? Ik zal maar vertellen, dat ik niet wist wie het was, en het voor de grap deed." „Ben je dan van plan weer terug te gaan?" vroeg Dan. „Natuuriyk, Mr. Flannigan, als ik daar zin in heb," antwoordde Tot; „wie zou me kunnen tegenhou den? Maar zeg eens, geloof je, dat het nu voor cms geraden zou zyn naar Sydney te gaan; zouden we niet beter doen naar je hoeve aan den Wollombi té ryden „Schei uit," zeide de woudlooper boos; „we moeten vanavond wat geld zien te krygen, om in Sydney de bloemetjes buiten te zetten, en bedenk wel, dat jij net zooveel op je kerfstok hebt als ik; want ik weet heeL goed, dat je de merrie, waar je op zit, gestolen hebt." „All right," zeide het roèisjé sma lend. „Maar bédenk gauw iets an ders, als het je blieft, anders zal ik op mijn eigen houtje wat verzin nen. We zouden misschien een an der wat geld kunnen afzetten en dan langs een anderen weg naar Sydney gaan. Er zullen wel geen andere menschen uit het Broadha- 've'nilal 111 de buurt zyn behalve misschien de schoolmeester." „Ik zou net zoo lief den duivel 1 tegenkomen," zeide Dan; „liy zou me hoogstwaarschijnlijk een kogel door mijn kop jagen." „Waarom?" vroeg Tot ver wonderd. ,0, meisje, als jc denkt, dat je hem kent, dan vergis je je leelyk. Hy mag zoo zacht zyn als een lam bij jongens en meisjes, maar is hy les, dan valt er niet met hem te spotten. Hallo! daar komt een an der aan, bind je paard vast, dan zullen we nog eens een kans wa gen en dan wijs ik je daarna een anderen weg naar Sydney." Hy luisterde een oogenblik en zeide toen: „Twee boerenjongens, als ik me niet vergis; hoor ze eens lachen!" Twee ruiters kwamen lachend en pratend aanrijden. Tot zette zich schrap en hield haar stok als een pistool klaar, zy was een sterk, moedig meisje, grootgebracht voor ruw mannenwerk, tusschen paar den en vee; maar zy hield haar adem in, toen de twee dichterbij kwamen en zy op Dan's geroep wachtte, om te voorschijn te sprin gen. „Zy konden nu wel eens terug schieten," dacht zy. Zy zag in het maanlicht; dat. het twee stevige kerels waren, die op goede paarden zaten, en toen stond haar hart als het ware stil. Zij herkende een van de stemmen den schoolmeester zelf mu zou allés natuuriyk misloopen. De twee ruiters, nog lachend en pratend, reden, zich van het gevaar onbewust, ongemoeid door. Het duurde vyf volle minuten, voor Dan Morley langzaam naar haar toekwam over den door de maan beschenen weg. Hy was hee- lemaal van streek. „Alweer een tegenvaller!" fluisterde hy heesch. „Heb je gezien wie het was? Ver vloekt, we hebben vanavond geen geluk!" .,Ik herkende zyn stem," ant woordde Tot, die stond te beven als een riet en begon te denken, dat woudloopen per slot van rekening toch niet zoo'n heel prettige bezig heid was. Eigenlijk had zij er al be rouw van, dat zy van huis wegge- loopen was. Maar daar was nu niets meer aan te doen, dacht zy. Nu zy eenmaal in het schuitje zat, moest zy meevaren. „Zoo, rijdt de kapitein met een geestelijke op Fleetfoot naar Syd ney," zeide Dan, alsof hy hardop dacht, „dat is bliksems gevaarlijk! We dachten allemaal, dat hy door het westen naar de Ranges ging. Dat is vast, Tot, nu hy er is, durf ik mij in Sydney niet te laten zien. We zullen terug moeten rijden bij Parramatta de rivier overste ken. Het beste is daar vannacht te blijven. Als we het slim aanleggen, zal niemand ons verdenken." „Ik heb nog wat geld," zeide Tot. „Laten we gauw teruggaan, ik be gin honger te krygen, morgen zul len we weer verder zien." Het was een heldere, lichte avond, lekker frisch, zonder dat het koud was, en de paarden stapten flink aan, toen zij in de richting van Parramatta gingen; het was alsof zy wisten, dat de tocht bijna afgeloopen was. Een half uur lieten zy de paar den stapvoets gaan, want Dan wil de niet draven of galoppeeren, steeds op hun hoede en klaar om ieder oogenblik weer in bet kreu pelhout, te verdwijnen, indien ver dachte omstandigheden zulks raad zaam zouden doen zyn. Zy hadden ien aannemelijke reden voor hun aanwezigheid op den weg verzon nen, maar Dan was er toch niet Tg op gesteld met de politie in aanraking te komen. Tot zou mis schien in staat zyn hen tevreden te stellen, maar omtrent zichzelf was hij niet zoo zeker. Daar klonk in den stillen avond achter hen een nog ver verwij derd geluid; Dan hield zijn paard in en luisterde, want zijn scherp, goed-geoefend oor herkende den byzonderen stap van verscheidene paarden in een stevigen draf. Tot hoorde het onheilspellend ge luid eveneens. „Denk je, dat de oude Gordon ons de politie achter na gezonden heeft?" zeide zy. „Het is geen politie, het zijn sol daten, en hoe eerder wy hun uit den weg zien te komen, des te be ter. De oude gek van een dominee heeft ze natuuriyk een wenk ge geven, en zelfs als we het geluk hebben te ontsnappen, zullen ze na tuurlijk de politie in Parramatta waarschuwen. Je kunt er van op aan, dat de politie en de soldaten meer weten van ons optreden op de Zuidkust dan de oude Gordon. We zullen links bet struikgewas ingaan, zoodat we de rivier vry hebben, de oevers zyn hier hoog; blijf dicht bij me!" Gevolgd door Tot, verdween hy in het dichte kreupelhout, tot zij by een groep theestruiken kwamen, waar Dan afsteeg. „Kom er af," zeide hy, „en verroer je niet. Houd je hand op den neus van je paard. Ze komen dadelyk voorbij." Het waren zes man bereden in fanterie onder bevel van een offi cier. Zy reden in vollen draf met veel lawaai van rinkelende sporen en uitrustingen. Op de hoogte van Dan's schuilplaats gekomen, com mandeerde de officier: „Halt!" On middellijk hielden ze hun paarden in, en te oordeelen naar de lange stilte stonden zij te luisteren. „Vreemd!" zcidc de officier zachtjes. „Korporaal, zei je niet, dat je ze een paar minuten geleden hoorde?" .Dat deed ik ook, sir, zij moeten hier ergens het kreupelhout zijn ingegaan en zich niet ver van ons verdekt hebben opgesteld!" „Misschien hebben ze,hun] pisto- 1 -ii wel op ons gericht, wat?" zeide de officier, zijn schouders opha lend. „Tusschen twee haakjes, heeft majoor Browne niet gemeld, dat, het meisje op een gestolen merrie reed?" „Ja, sirl* „Houdt je nu zoo stil als een muis, mannen!" fluisterde de com mandant. Vyf minuten gingen voorbij, het leek wel een uur; de officier ver wachtte blijkbaar iets te zullen hooren. Plotseling werd op een afstand van ongeveer twee honderd voet van de wachtende ruiters de stilte verbroken door het luide gehinnik van Tot Gardiner's merrie. Daar had de officier op gewacht. „We hebben ze, mannen," zeide de officier; „ze zitten in den val. Korporaal, rijd met twee maai een honderd yards terug, en dan het bosch in en houd je ooren en oogen open. Let op de rivier, die heeft hier steile oevers en loopt een drie honderd yards evenwijdig 'met den weg." „Kom mee, mannen," zeide hij tot de overigen, „we zullen ze van dezen kant den pas afsnijden." „Korporaal!" riep hij, terwijl hy zijn paard de sporen gaf, „zie ze dood of levend in handen te krij gen. De man behoort tot den troep van Salathiei. Er staat een beloo- niug van honderd pond op zyn hoofd." (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1919 | | pagina 1