HELDERSCHE COURANT
VOGELVRIJ
NO. «122
DONDER0AS 31 JULI 1919
47a JAARGANG
RaJaolaur-UHgawr! C. BE BOER Jr., Heldar. - Oplaag 7000 - Abonnamentaprlja: In da «tod I 1.15, par poat I 1.40. Buitenland 1 2.40. - Lo»»« »x. 3 ot. - Advart» ntltn per regel 17';, ol.
BUITENLAND.
Dull«li-Ooit»rl|k krijgt uitstal.
Parijs, 23 Juli. Staatskanselier
Renner is Maandag te Parijs terug
gekeerd, Zijn verzoek om verlenging
van den termijn voor het antwoord
op het vredesontwerp der geallieer
den, is toegestaan.
Duitschland.
De oatbulllagt* vu Erzberger.
De rede, door minister Erzberger
in de Nationale vergadering gehouden
heeft een geweldige sensatie verwekt.
Het .Berliner Tageblatt" bij monde
van z\jn Weimarschen redac
teur geeft als zy'ne meening, dat
dr. Michaelis een misdadige dubbele
rol heefc gespeeld, waardoor alle
verdere mogelijkheden om tot vrede
te komen uitgesloten waren. Volgens
hem heeft Erzberger, al heeft hy
Vrydag ook fouten gemaakt, toch in
hoofdzaak door de verdere onthullin
gen een bevestiging van zyne be
weringen gekregen. Ook andere bla
den wijzen op zyne dubbelzinnige
houding.
Het bewuste telegram der Engel-
sche regeering aan den paus luidt
als volgt:
„Wij hebben nog geen gelegenheid
gehad onzen bondgenooten over de
nota van 2ijne Heiligheid hun mee
ning te vragen en zijn niet in staat,
ons over de beantwoording van de
voorstellen van Z. H. betreffende de
voorwaarden voor een duurzamen
vrede, te uiten. Naar onze meening
is er geen waarschijniykheid voor
handen, nader tot dit doel te komen
en, zoolang niet de Centralen en
hun bondgenooten zich in oöcieelen
vorm over de oorlogedoeleinden heb
ben geuit en verder daarover, door
welke middelen in de toekomst de
wereld voor herhaling der gruwelen,
waaronder zij thans ïydt, bewaard
kan worden. Zelfs betreffende België
en op dit punt hebben decentrale
mogendheden hun ongelijk erkend
ia nooit een besliste verklaring
over hun plannen bekend geworden
om de volledige onafhankeiykheid
te herstellen en de schade weer goed
te maken, die zy het berokkend
Uwe Eminentie moeten ongetwy-
feld de verklaringen voor den geest
staan, welke door de geallieerden
by de beantwoording van de nota
van president Wilson zyn afgelegd.
Noch door Oostenryk, noch door
Duitschland is ooit een dergelijke
verklaring afgelegd. Een poging om
de oorlogvoerenden tot elkaar te
brengen schynt zoolang vergeefsch,
als zy niet over die punten in het
reine zyn, waarin hun meeningen
uiteenloopen."
Hieruit biykt duidelijk, dat de
Engelsche regeering als het groote
beletsel voor den vrede beschouwde
het Belgische probleem, en dat, in
dien een Duitsche regeering zich ge
neigd toonde ten opzichte van Belgiö'a
toekomst afdoende verklaringen af te
leggen, de Engelsche regeering het
pad geflffend achtte voor vredeson
derhandelingen.
Tegenover de pogingen van de
conservatieven om de onthullingen
van Erzberger te ontzenuwen, trad
de regeering handig op. Niet minder
dan vier ministers traden in het
strijdperk. Behalve bovenstaand tele
gram, werd een zeer compromittee-
rende briefwisseling voorgelezen
tusschen Hindenburg en den vroe-
geren rijkskanselier Michaelis. Dr.
David, minister van binnenlandsche
zaken, deelde mede, dat de open
baarmaking van het geheime docu
mentenmateriaal over den wapen
stilstand onmiddeliyk verwacht kan
worden.
Uit de bedoelde correspondentie
wordt het volgende gepubliceerd:
De door den rykskanselier bedoelde
„vrede door vergelijk" beteekende
annexatie van Luik met de daarby
behoorende „strategische glacis",
economische aansluiting van België,
afgedwongen door militaire bezetting,
en wel zoodanig, dat volgens Luden-
dorff, de politieke aansluiting vanzelf
moest volgen.
Hindenburg1 antwoordde op den
eersten brief o.a. het volgendeIk
zal niet ontkennen, dat in de ma
rine en in groote vaderlandslievende
kringen een afzien van de Vlaam-
sche kust gevoeld wordt als een
zware slag, die slechts dan verzacht
wordt, als ook de door Uwe Excel
lentie aan de marine toegestane
compensaties verwezeniykt worden.
Na te hebben uiteengezet, dat een
langjarige militaire bezetting van
Luik wenscheiyk was, ging Hinden
burg voort: Deze bezetting heeft
als hoofddoel de onmiddeliyke mili
taire bescherming van het Neder-
rynsch-Westfaalsche industriegebied.
Slechts als wij over Luik als bezit
ter onbeperkt heer en meester zijn
en biyven, kunnen wy de noodige
militaire en bestuursmaatregelen
treffen. Ik kan mij daarom niet
voorstellen, dat wy in afzienbaren
en volgens verdrag vastgestelden
tijd, uit Luik kunnen terugtrekken.
Aan dit schryven was een memo
rie van generaal Ludendorff toege
voegd, die evenzeer van meening
was, dat men het gebied aan beide
zijden van de Maas en achter St. Vith
vast in handen moest houden. En
slechts iniyving hiervan by Duitsch
land was het eenige middel om het
hier achter liggend industriegebied
te beschermen.
Omtrent die economische eischen
betreffende Belgiö publiceert een
Beriynsch avondblad nog nadere
sensationeele bizonderheden. Deze
zijn by de ontruiming van Belgiö
dsn Engelschen in handen gevallen.
De voornaamste eischen luidden
iniyving van België in het Duitsch
talstelsel; rechtsgeldigheid van alle
tegenwoordige en toekomstige tol-
wetten en verordeningen voor Belgiö
rechtskracht van alle tegenwoor
dige en toekomstige ryksbelastingen
en rljksmonopoliewetten in Belgiö
voor zoover de Duitsche regeering
dit verlangt;
inruiming van een bijzondere plaats
aan Duitsche schepen aan de Schelde-
kade in Antwerpen
uittreden van Belgiö uit de Latljn-
sche muntunie en overneming van
de Duitsche munt- en bankpapier
wetgeving
invoering van de mark als munt
eenheid in Belgiö en overdracht van
de functie van de Belgische centrale
muntbank aan de Duitsche Reichs-
bank;
i annuleering van alle eischen tot
schadeloosstelling van België betref
fende de vorderingen in verband met
de beschadiging van industrieele
werken, oorlogsschade en contributie,
inbegrepen de tydens den oorlog
gegeven vergoedingen;
erkenning van het ingrypen in
i1 particuliere rechten door de
bezettingsautoriteitenherstel van
de particuliere rechten der Duitschers
in Belgiö, die tydens den oorlog zijn
benadeeld
vorming van een onder Duitsch
kapitaalo ver wicht slaande Naamlooze
Vennootschap tot overneming van
de Belgische spoorwegen en overgaan
van het onteigeningsrecht van de
tariefvryheid aan deze vennootschap
invoering van de Duitsche wet op
de bescherming der arbeiders van
de Duitsche verzekeringswetten in
Belgiö.
Deze eischen in Juni 1918 op
gesteld, toen dus de ontbinding van
het Duitsche leger al in gang was 1
komen waarschijnlijk voor rekening
van Helfferich.
Een lid van de Duitsche volksparty
verweet Erzberger, al deze vreeselijke
dingen, die hy thans onthuld heeft,
niet reeds vroeger te hebben bekend
gemaakt/ Daarop antwoordde Erzber
ger, dat de toenmalige rykskanselier
verklaarde, dat men onbezorgd kon
zyn, daar het standpunt ten opzichte
van Belgiö ter kennis der geallieerden
zou wprden gebracht.
Een votum van vertrouwen in de
regeering werd tenslotte met groote
meerderheid aangenomen.
De N. Rott. Crt vraagthoe kwam
Erzberger indertyd aan het voor
Keizer Karl bestemde rapport van
Czernin? Het „Wiener Mittagblatt"
zegt, dat de keizer het hem stilletjes,
in het geheim gegeven had. En Erz
berger, zegt Czernin, handelde te
goeder trouw, toen hy uit de school
klapteby meende werkeiyk in den
geest van zijn lastgever den keizer
te handelen.
Zoo zou dan nog de wel eens meer
gehoorde voorstelling van zaken juist
kunnen blyken, dat Keizer Karl in
hoogsteigen persoon, de opper-defaitist
van dezen oorlog is geweest. En hij
was dit niet uit eigen initiatief, maar
weer als werktuig van anderen. En
voor een van zijn defaitistische of, als
men wil, hoogverraderiyke machina
ties, heeft hy in den onthullings
maniak Erzberger, een gewillig werk
tuig gezocht en gevonden
Frankrijk.
Gestraft.
In een grooten poelierswinkel op
Montmartre te Parys was dezer dagen
konijn te koop voor 3.75 fr. 't pond.
Huismoeders stroomden toe om te
koopen, want in andere winkels was
konijnenvleesch zoo „goedkoop" niet.
Toen de poelier echter zag, hoe veel
klanten er kwamen, verhoogde hij
den prijs van het konijn van 3.75
fr. op 4 fr. Waarop de menigte boos
werd.
In een oogwenk waren er wel
1500 menschen voor den poeliers
winkel te hoop geloopen en men begon
den winkel met steenen te bombar
den. Weldra was er van de ruiten
niets meer heel, de uitstalling werd
vrywel geplunderd en den hebzuch-
tigen poelier vlogen de steenen om
de ooren. Enkele politie-agenten
herstelden spoedig de orde onder de
menschen, die onder veel gelach den
winkel hadden gebombardeerd en zich
gemakkelijk met een zoet lyntje naar
huis lieten sturen.
Elf varradars ter dood veroordeeld.
De vierde krijgsraad te Parijs heeft
vonnis gewezen in de zaak van de
verraders te Laon. Dezen hadden
tijdens de Duitsche bezetting tal van
Franschen bij de Duitsche militaire
overheid verklikt en velen van deze
Franschen zijn dood geschoten. De
krijgsraad heeft elf verklikkers ter
dood, tien tot levenslangen dwang
arbeid veroordeeld.
Ruslind.
Muitorij oadsr Brittin en Russst.
De vorige week heeft Reuter reeds
een en ander gemeld over een
muiterij, welke onder de Britsche en
Russische troepen, die voor de be
strijding der bolsjewiki moeten
dienen, op het front van Archangel
en Onega heeft plaats gehad. In de
„Daily Chronicle" lezen wy nu dat de
muiterij op het front van Archangel
z.g. tot het bolsjewisme bekeerde
Britsche troepen betrof, terwijl in
Onega de tot dusver anti-bolsjewis
tische Russische strijdkrachten, die
aan de zijde der geallieerden vochten,
zich tegen hun aanvoerders hebben
gekeerd.
De bolsjewistische bacil bleek on
geveer 2000 man te hebben aangetast,
die met machinegeweren de kampe
menten hebben bestookt. Vier Brit
sche en drie Russische officieren zijn
het slachtoffer van de woede der
oproerlingen geworden.
Variienigde Staten.
Os „drooglegging" van de Unie.
Het Representantenhuis heeft na
een beraadslaging van drie weken,
de vorige week met 287 tegen 110
stemmen de wet op het drankverbod,
de z.g. Prohibition Enforcement Bill.
aangenomen. Men voorspelt, dat dé
Senaat het wetsontwerp met nog
grooter meerderheid zal aannemen,
maar de tegenstanders zeggen, dat
de president ten slotte toch zyn veto
over de wet zal uitspreken.
De wet verbiedt alle dranken, be
halve voor medische doeleinden, die
meer dan 1 proc. alcohol bevatten,
doordat ook het lichte-bier van 2.76
perc. alcohol, dat nu nog verkocht
wordt, verboden zou zijn. Men mag
in zijn woning wel sterke drank
hebben, _mits maar bewezen is dat
die drank niet voor verkoop is be
stemd. Maar geleidelijk zal er niemand
meer zijn, die zulke dranken in huis
heeft, daar het verboden is, bij ver
huizing die drank te vervoeren. Het
zal zelfs het volgend jaar als de
wet althans van kracht wordt
onmogelijk zyn sterke drank mee te
nemen b.v. op een autotochtje de
auto kan bij overtreding in beslag
worden genomen, en men stelt zich
zelf door het meenemen van drank
aan gevangenisstraf bloot.
De Amerikaansche afschaffers loo-
pen dus wel heel hard van stapel
BIMNENLANQ.
Nedeiland en België.
Uit Parys wordt dd. 29 Juli aan
het Hbld. gemeld:
De internationale commissie, die
samengesteld is met het doel, de ver
dragen van 1839 te herzien en die
men thans noemt de commissie van
Veertien, is Dinsdagmorgen tien uur
bijeengekomen. Zy h6eft den heer
Laroche, gedelegeerde van Frankryk
benoemd tot voorzitter en sir Charles
Trifton, den Engelschen afgevaardig
de, tot vice-president.
De Belgische gedelegeerde Segers
sprak bij den aanvang een rede uit
ter inleiding van een gedetalleerde
nota van de Belgische delegatie,
omvattende alle desiderata van de
Belgische regeering tan opzichte van
de herziening. Deze nota zal Maandag
a.s. in de tweede zitting der commissie
worden gelezen.
Ik verneem uit zeer goede bron
dat er voor de Nederlandsche dele
gatie redenen zyu tot tevredenheid
over de eerste zitting, want men
heeft nadrukkelijk vastgesteld dat
alle besluiten moeten blijven binnen
de beperkingen van het voorbehoud,
geiyk dat is vastgesteld door de be
sluiten van 4 Juni, waarin elke over
dracht van grondgebied of van sou-
vereine rechten is buitengesloten.
Deze quaestie, welke van het aller
grootste oelang is en het punt van uit
gang vormt tot de onderhandelingen,
is in de commissie op geen enkel
verzet gestuit, ook niet van de zijde
der Belgische delegatie, die niet het
minste protest heeft doen hooren
tegen de resoluties van 4 Juni.
Ik kan er aan toevoegen dat de
debatten zyn gehouden in een zeer
vriendschappelijben toon en dat de
gedelegeerden zich beyveren om op
dezen weg voort te gaan.
Van deze eerste zitting maakten
i afgevaardigden gebruik om kennis
met elkaar te maken, en de lange
lusBChenpauze, welke moet verloopen
tot de volgende bijeenkomst, zal
eenigen hunner gelegenheid geven om
zich vau de zaken op de hoogte te
stellen.
De Nederlandsche delegatie zal op
de Belgische nota moeten wachten
alvorens zy een overzicht of een
antwoord kan samenstellen.
De Italiaansche godelegeerde Busassi
is vervangen door prof. Diouisio Anzi-
lotti en de Japan sche gedelegeerde
Tachi door prof. Hayashi.
Nsdsrlsedsrs.
Er is zoo schryft men aan de
„N.Ct." op het oogenblik een
groote animo bij tal van gegoede
Duitschers om in verband met de
belastingen uit het Duitsche staats
verband te komen. Verscheidene
Duitschers, die hier een pied k terre
hadden, zullen zich laten naturali-
seeren. Zy willen alleen Nederlan
ders worden, om van de Duitsche
belastingen enz. af te komen. Ne
derlanders voelen zy zich overigens
heel matig.
Daarom is een scherpe controle
op de aanvragen van naturalisatie
ook in de Staten-Generaal zeer ge-
wenscht, zegt het Haagsche blad.
O» «chippersstaking.
Men meldt uit Emmen:
De schippersstaking begint in deze
omgeving waar minstens een SOO
vaartuigen in de veenkanalen liggen,
een ernstig karakter aan te nemen.
Donderdag had te Erica een gevecht
plaats, waarbij door de politie een
vijftig schoten moesten worden gelost
om de stakers te verdrijven die het
vaartuig van een werkwillige hadden
bestormd en de opvarenden mishan
deld. Ten slotte bleef politie en
marechaussee, welke versterkt is
met ryksveldwacht van elders, mees
ter van het terrein, doch sommige
schippers kwamen er waarschynlijk
niet zonder letsel af.
Gisteren was Nieuw Amsterdam
het tooneel van actie. Soldaten en
politie gingen er toe over om de
vaart in het kanaal vrij te maken,
doch werden daarin herhaaldelijk
door de schippers bemoeiiykt, die
hun schepen zoo leggen, dat geen
vaartuig het kanaal kan passeeren.
Het terrorisme van de schippers
begint hier vrywel ondrageiyk te
worden voor hen die laden willen
en moeten werken om een stuk brood
te verdienen en die geen uitkeering
krygen, omdat zij niet by den schip-
persbond zyn aangesloten.) Doch ook
de arbeidersbevolking in de venen
komt in 't gedrang, daar werkloosheid
onvermijdelijk is. De vrouwen en
meisjes, die bij het laden der turf
schepen geregeld dienst deden, mis
sen reeds eenige weken het loon,
dat ze daarmee konden maken. Mor
gen zal een deputatie uit de arbeiders
een onderhoud by den burgemeester
der gemeente aanvragen.
De schippersvrouwen mengen zich
ook reeds in den strijd, een drietal
onder hen treedt zoo nu en dan als
spreeksters op en maant tot door
zetten aan. We hoorden, dat te
Weerdlnge reeds een 90 wagons voor
turflading zyn aangevraagd.
Binnenschepen geraquiraird.
Na den verloren slag op het IJ
ter hoogte vau de brandweerkazerne
aan de Be Ruyterkade, die ten doel
had binnenschepen te requireerec
voor het verladen van regeerings-
graan, hadden de autoriteiten beslo
ten zich een volgende maal voor
een echec te vrywaren. Alhoewel
onmiddeliyk moet worden erkend
dat het mislukken der expeditie van
vorige week Woensdag moet worden
geweten aan onbekendheid met de
middelen, door de schippers gebezigd
om het wegsleepen van hunne vaar
tuigen te verhinderen.
Voor den hernieuwden aanval was
op dien tegenstand gerekend.
Nadat alle voorbereidingen waren
getroffen werd Maandag last gegeven
dat Dinsdagmorgen te vier uur tot
het requireeren van drie binnensche
pen, liggende aan de De Ruyterkade,
zou worden overgegaan. Omstreeks
dien tijd werd De Ruyterkade bij de
Schippershaven door bereden politie
afgezet en naderden op het IJ twee
stoombooten der havenpolitie en de
„Torpedodienst n" die de schepen
sleepen zou.
Op de „Torpedodienst II" waren
aanwezig de le luitenant Poles van
het algemeen hoofdkwartier en de
2e luitenant Lorentz van het korps
pontonniers die, geassisteerd door
genistroepen en een afdeeling mare-
chaussées, opdracht had, voor het
requireeren zorg te dragen.
Op de beide politiebooten waren
havenmeester Rotting, politiecommis
saris Van Soest, de heer Dekkers van
de afdeeling „Vervoer" van het
departement van Landbouw enz., de
heer Jongwaard, adjunct-rjjksinspec-
teur van de scheepvaart en een
detachement der havenpolitie.
De schippers lagen nog fe kooi.
De heer Dekkers wekto de eigenaars
van de schepen en overhandigde hun
het opvorderingsbiljet. De aldus uit
hun slaap gewekte schippers waren
onmiddeliyk klaar wakker. Toen hun
werd verzocht de ankers op te halen
en de schepen los te maken, wei
gerden zy. Ze werden er op gewezen
dat onder deze omstandigheden alle
schade die de schepen zouden be-
loopen, voor rekening bleven van
den eigenaar, want de ambtenaren
waren niet van plan van de opvor
dering af te zien.
De schippers luisterden niet naar
deze wyze woordenzy haalden de
toeters voor den dag, bliezen alarm,
wekten daardoor hunne buren die,
ofschoon slechts voor een deel gekleed,
onmiddeliyk het hoorngeschal over
namen en een vervaariyk geschreeuw
aanhieven.
Vooral op de heeren Dekkers en
Jongwaard hadden zy het voorzien;
de gewone scheldwoorden en enkele
nieuwe werden beide ambtenaren
naar het hoofd geslingerd, onder de
laatste deed de betiteling„wafel
bakker" opgeld, zonder dat de aan
wezigen begrepen wat wafelbakkery
met het requireeren van schepen te
maken heeft.
De marechausseés begaven zich op
de gerequireerde schepen, de genie
soldaten volgden. De ankerkettingen
die niet konden worden opgehaald
werden met y'zerzagen doorgezaagd,
binnen het k wartier waren de kettingen
los. De sleepboot „Torpedoboot II"
vormde een sleeptrein, met volle kracht
zette de machine aan, er was echter
geen beweging in de schepen te
krygen.
Na eeuig zoeken door de manschap
pen van luitenant Lorentz bleek dat de
schepen door staaldraadkabels en met
een lus onder de zwaarden der schepen
door waren vastgemaakt aan meer
aan den walkant liggende beladen
schepen. De daarvoor meest geschikte
plek werd opgezocht, het zwaard ge
licht en met een bytel losgehakt.
Toen ging het goed.
Onder een vervaariyk getoeter van
de schippers, en het zingen van
„Sla, kroten en andyvie, we gane
naar de kamp van Zeist", schikten
de gerequireerde schippers zich in
hun lot.
Onder het sleepen naar de Ertskade
heschen zij de driekleur met den
Oranjewimpel in top.
De schepen zijn verhaald naar de
Ertskade en gelegd naastde „Minerva",
geladen met regeeringsgraan.
Het sleepen ging zeer lastig, er
waren nogal wat „moeren" onklaar,
maar zonder eenige averij was te
zeven uur het karwei verricht.
Nauweiyks was de sleep met de
opgevorderde schepen vertrokken of
de in de haven achtergebleven schip
pers heschen, bij wijze van protest,
de roode vlag.
Luchtvaart.
Daodgavallan.
Iu Swinemönde heeft Maaüdag
een ernstig vliegongeluk plaats ge
had. Een watervliegtuig met twee
passagiers, een tandarts uit Beriyn
en zijn echtgenoete, die zich op de
huweiyksreis bevonden, stertte neer
op het strand, waardoor de vlieger
en de tandarts gedood en de jonge
vrouw zwaar gewond werden.
Een Engelsch vliegtuig, op weg
van Marseille naar Egypte, is by
Spezia in zee gevallen, waarby een
officier omkwam.
Oa E.L.T.A.
De Engelsche vlieger capt. Sir John
Alcock, die zich, door zyn vliegtocht
over den Atlantischen Oceaan een
wereldvermaardheid heeft verwor
ven, komt ter gelegenheid van de
E.L.T.A. in ons land.
Hy zal feesteiyk worden ontvan
gen. Waarschijniyk zal hy Zondag
middag een vlucht maken In het
Vickers Vimy-vliegtuig dat door den
vlieger Karei Muller uit Engeland
naar Amsterdam zal worden over
gebracht.
Ook onze ex-landgenoot Frits
Koolhoven, thans technisch directeur
der Britisch Aerial Transport Co. zal
de Elta bezoeken en per vliegtuig te
Amsterdam aankomen.
Deze zal op de Elta een klein, door
hem geconstrueerd vliegtuig demon-
streeren. Dit toestel is door zyn
sterken motor in staat in 4 minu
ten tot 10,000 voet te stygen, bijna
loodrecht omhoog gaande.
IN8EZ0NDEN.
Oa Handelidagschoal dar Alg.
Haldaraoha Wlnkaiiaravaraaniging.
Het handelsonderwys staat tegen
woordig in 't teeken der belangstel
ling. In alle plaatsen van eenige be-
teekenis zyn handelsdagscholen ver
rezen of zullen opgericht worden,
o.a. in Amersfoort, Alkmaar, Zaandam
ZutfeD, Deventer, Vlissingen enz.,
om van de groote steden maar te
zwijgen. Opmerkelijk is het, dat. 't
initiatief tot oprichting eener handels
school bijna altijd genomen is door
kooplieden of vereanigingen van koop
lieden. Dit bewijst, dat 't handels
onderwys „in een diep gevoelde be
hoefte voorziet." Voor wie even door
denkt, ia dat zeer verklaarbaar. Im
mers, de handel is in de laatste tien
tallen vau jaren steeds meer inter
nationaal gewordende koopman
wordt steeds meer wereldburger. De
t(jd, dat hy zijn aandacht kon beperken
tot zyn naaste omgeving is reeds lang
voorbij. De concurrentie dwingt bem
zyn leveranciers te zoeken tot over
de grenzon, en de fabrikant heeft zyn
gevaarlijkste concurrenten dikwyis
in het buitenland. De koopman moet
dus niet alleen een practisch, maar
ook een zeer ontwikkeld man zyn
„do geheele wereld is zyn arbeids
veld." Bit geldt ook voor zijn helpers,
de handelsbedienden. Ze behoeven
geen groote denkers ta zijn, geen
onderzoekers, geen vorschers, zy
moeten zyn „mannen van de prak-
tyk".
Geen wonder dus dat de koopmans
wereld diep de behoefte gevoelde aan
practisch onderwys, dat hem vol
doende toerustte voor zijn vak. Zelfs
in een stad als Amsterdam, waar
scholen van allerlei soort en richting
bestonden en geschikt voor elke soort
van aanleg, vond bij niet, wat
hy zocht. Als hy bedienden noodig
had, waren ze onvoldoende onder legd
in algemeene bandelskennts en koop-
manscorrespondentie en waren ze
gespeend van administratief inzicht.
En zoo ontstond de drang naar
Handelsonderwijs, met 't gevolg dat
't nu de belangstelling van regeering
en gemeente heeft. Er is zelfs eeu
afzonderiyke inspectie voor ingesteld.
Ook te Helder sloegen de kooplieden,
vereenigd in de Alg. Heldersche
winkeliersvereeniging, aangesloten bij
den Middenstandsbond, de hand aan
de ploeg, 't Ryk, de Gemeente en de
Provincie steunden dit mooie werk,
en zoo zal dan a.s. 2 September een
Handelsschool geopend worden, 't Zal
voorloopig een school zijn met drie
jarigen cursus, maar 't Bestuur is vast
voornemens, haar tot een 5-jarige
uit te breiden. Eerst moet echter
blijken, dat dit onderwys in Helder
levensvatbaarheid heeft. Dit a- hten
echter de Winkeliersvereeniging en"
ondergeteekende boven allen twijfel
verbeven, vooral ook op grond van
den grooten bloei der Handelsavond
school. De uitbreiding tot een 5-jarige
is dus naar onze meening slechts
een kwestie van tyd en wel van
korten tyd.
En met zulk een diploma komt
men de wereld door. Het wordt veelal
;elyk gesteld met een diploma der
i jarige H.B.S., groote handelsinrich
tingen zooals banken stellen bet
buitengewoon op prys, en in onze
koloniën hebben de bezitters een
pracht toekomst,
Echterde leerlingen van 3 jarige
Handelsscholen zyn ook zeer gezocht.
Dit wordt wel bewezen door den
grooten bloei der Handelschool met
3 jarigen cursuB van do Winkeliers
vereeniging te Amsterdam.
Beze school wordt door de handels-
onderwysautariteiten als voorbeeld
gesteld en de leerlingen vinden op
koopmanskantoren zonder moeite,
dikwyis zelfs aangezocht, goede be
trekkingen met mooie vooruitzichten.
De te Helder te openen Handels
school is geheel ingericht naar 't
model van de Amsterdamsche.
Trouwens, ouders, die beslist ge
steld mochten zyn op een diploma
eener 5 jarige, behoeven zich niet af
te laten schrikken, want jongelui,
die de drie jarige met goed gevolg
hebben doorloopen, kunnen hun studie
zonder ond rbreking voortzetten i an
de vyf jarige.
Nu nog tetB over 't onderwijs zelf.1
Het is bovenal practischDe kern
vakken zynNederlandsch. Franacb,
Duitsch, Engelsch, Boekhouden en
Handelsrekenen. Wat de talen betreft,
worden gedurende de eerste twee
leerjaren de algemeene beginselen
geleerd, terwyi in 't derde jaar het
onderwys in de koopmanscorrespon
dentie het leeuwenaandeel kiygt.
Wat.de Nederlandsche taal aangaat,
wordt reeds in de tweede helft van
't tweede jaar met handelscorrespon
dentie een begin gemaakt. Veel wordt
ook gedaan aan 't lezen en verklaren
van transacties, opdat de leerling een
inzicht kryge in de afwikkeling van
zaken.
Natuuriyk wordt dit onderwys sterk
gesteund door 't handelsrekenen,
waarmee dadelijk begonnen wordt.
Ook in boekhouden wordt 3 jaar
les gegeven, 't eerste jaar de enkele,
in 't tweede de dubbele methode,
welke in 't derde tot de z.g. maande-
lyksche wordt uitgebreid.
Om deze kernvakken groepeeren
zich wiskunde (een beperkt aantal
ureD) vooral tot steun van 't handels
rekenen, geschiedenis en aardrijks
kunde (in 't derde jaar speciaal han
delsgeschiedenis en handelsaardryks-
kunde).
"Natuurkunde, scheikunde en waren
kennis, algemeene handelskennis en
ten slotte in de hoogste klassen de
een voudigste begrippen van 't handels
recht, der staathuishoudkunde en
staatsinrichting.
Ik hoop, dat ik met 't bovenstaande
de belangstellende ouders in Helder
en omgeving eenjg inzicht van 't doel
en wezen eener handelsschool heb
bijgebracht 1
Op grond van den bloei van '1
handelsonderwys In alle deelen van
FEUILLETON.
D00B
DAVID HENNE88EY.
Sll).
Ze waren juist bij hun paard,
toi-u zij den ouden man hoorden
schreeuwen: „Dan Flannigan,
smeerlap, wil je het meisje laten
gaan, anders stuur ilc.de politie op
je af. Wat denk je, dat John Ben-
«att van je zeggen zal?"
„Vervloekte oude gek!" bromde
Dan; „nou zahikeen kogel door
je kop jagen," en woedend op zijn
paard springend, reed hy naar den
ouden geestelijke terug. „Hoor
hem eens- te keer gaan;" zeide hij
tegen Tot. „Hy schreeuwt deheele
buurt nog by elkaar."
„Wees nou verstandig, Dan,
zeide Tot? opgewonden,„laat mij
nou gaan, dan zal ik hem wel weg
zien te krygen," maar terwijl zy
dit zeide, vuurde Dan in de rich
ting van de stem, en dadelijk na
het schot hoorden zy Arhos en
Shawn in de richting van Sydney
weggaloppeeren.
Dan en Tot bleven onder de
dekking van het kreupelhout een
tijdje wachten, want de opkomende
maan zond nu lichtbundels door 'de
lagere takken van de boomen. Dan
laadde zyn pistool weer.
,Je leek wel gek om te schieten,"
zeide Tot. „Jo weet niet wat hy
van plan is; maar het was een te-
genvallertje, dat we juist twee oude
vrienden moesten overvallen. Wat
zullen de menschen in het dal wel
zeggen, als zy het hooren? Ik zal
maar vertellen, dat ik niet wist wie
het was, en het voor de grap deed."
„Ben je dan van plan weer terug
te gaan?" vroeg Dan.
„Natuuriyk, Mr. Flannigan, als
ik daar zin in heb," antwoordde
Tot; „wie zou me kunnen tegenhou
den? Maar zeg eens, geloof je, dat
het nu voor cms geraden zou zyn
naar Sydney te gaan; zouden we
niet beter doen naar je hoeve aan
den Wollombi té ryden
„Schei uit," zeide de woudlooper
boos; „we moeten vanavond wat
geld zien te krygen, om in Sydney
de bloemetjes buiten te zetten, en
bedenk wel, dat jij net zooveel op
je kerfstok hebt als ik; want ik
weet heeL goed, dat je de merrie,
waar je op zit, gestolen hebt."
„All right," zeide het roèisjé sma
lend. „Maar bédenk gauw iets an
ders, als het je blieft, anders zal ik
op mijn eigen houtje wat verzin
nen. We zouden misschien een an
der wat geld kunnen afzetten en
dan langs een anderen weg naar
Sydney gaan. Er zullen wel geen
andere menschen uit het Broadha-
've'nilal 111 de buurt zyn behalve
misschien de schoolmeester."
„Ik zou net zoo lief den duivel
1 tegenkomen," zeide Dan; „liy zou
me hoogstwaarschijnlijk een kogel
door mijn kop jagen."
„Waarom?" vroeg Tot ver
wonderd.
,0, meisje, als jc denkt, dat je
hem kent, dan vergis je je leelyk.
Hy mag zoo zacht zyn als een lam
bij jongens en meisjes, maar is hy
les, dan valt er niet met hem te
spotten. Hallo! daar komt een an
der aan, bind je paard vast, dan
zullen we nog eens een kans wa
gen en dan wijs ik je daarna een
anderen weg naar Sydney." Hy
luisterde een oogenblik en zeide
toen: „Twee boerenjongens, als ik
me niet vergis; hoor ze eens
lachen!"
Twee ruiters kwamen lachend
en pratend aanrijden. Tot zette
zich schrap en hield haar stok als
een pistool klaar, zy was een sterk,
moedig meisje, grootgebracht voor
ruw mannenwerk, tusschen paar
den en vee; maar zy hield haar
adem in, toen de twee dichterbij
kwamen en zy op Dan's geroep
wachtte, om te voorschijn te sprin
gen. „Zy konden nu wel eens terug
schieten," dacht zy.
Zy zag in het maanlicht; dat. het
twee stevige kerels waren, die op
goede paarden zaten, en toen stond
haar hart als het ware stil. Zij
herkende een van de stemmen
den schoolmeester zelf mu zou
allés natuuriyk misloopen.
De twee ruiters, nog lachend en
pratend, reden, zich van het gevaar
onbewust, ongemoeid door.
Het duurde vyf volle minuten,
voor Dan Morley langzaam naar
haar toekwam over den door de
maan beschenen weg. Hy was hee-
lemaal van streek. „Alweer een
tegenvaller!" fluisterde hy heesch.
„Heb je gezien wie het was? Ver
vloekt, we hebben vanavond geen
geluk!"
.,Ik herkende zyn stem," ant
woordde Tot, die stond te beven als
een riet en begon te denken, dat
woudloopen per slot van rekening
toch niet zoo'n heel prettige bezig
heid was. Eigenlijk had zij er al be
rouw van, dat zy van huis wegge-
loopen was. Maar daar was nu niets
meer aan te doen, dacht zy. Nu zy
eenmaal in het schuitje zat, moest
zy meevaren.
„Zoo, rijdt de kapitein met een
geestelijke op Fleetfoot naar Syd
ney," zeide Dan, alsof hy hardop
dacht, „dat is bliksems gevaarlijk!
We dachten allemaal, dat hy door
het westen naar de Ranges ging.
Dat is vast, Tot, nu hy er is, durf
ik mij in Sydney niet te laten zien.
We zullen terug moeten rijden
bij Parramatta de rivier overste
ken. Het beste is daar vannacht te
blijven. Als we het slim aanleggen,
zal niemand ons verdenken."
„Ik heb nog wat geld," zeide Tot.
„Laten we gauw teruggaan, ik be
gin honger te krygen, morgen zul
len we weer verder zien."
Het was een heldere, lichte
avond, lekker frisch, zonder dat het
koud was, en de paarden stapten
flink aan, toen zij in de richting
van Parramatta gingen; het was
alsof zy wisten, dat de tocht bijna
afgeloopen was.
Een half uur lieten zy de paar
den stapvoets gaan, want Dan wil
de niet draven of galoppeeren,
steeds op hun hoede en klaar om
ieder oogenblik weer in bet kreu
pelhout, te verdwijnen, indien ver
dachte omstandigheden zulks raad
zaam zouden doen zyn. Zy hadden
ien aannemelijke reden voor hun
aanwezigheid op den weg verzon
nen, maar Dan was er toch niet
Tg op gesteld met de politie in
aanraking te komen. Tot zou mis
schien in staat zyn hen tevreden
te stellen, maar omtrent zichzelf
was hij niet zoo zeker.
Daar klonk in den stillen avond
achter hen een nog ver verwij
derd geluid; Dan hield zijn paard
in en luisterde, want zijn scherp,
goed-geoefend oor herkende den
byzonderen stap van verscheidene
paarden in een stevigen draf.
Tot hoorde het onheilspellend ge
luid eveneens. „Denk je, dat de
oude Gordon ons de politie achter
na gezonden heeft?" zeide zy.
„Het is geen politie, het zijn sol
daten, en hoe eerder wy hun uit
den weg zien te komen, des te be
ter. De oude gek van een dominee
heeft ze natuuriyk een wenk ge
geven, en zelfs als we het geluk
hebben te ontsnappen, zullen ze na
tuurlijk de politie in Parramatta
waarschuwen. Je kunt er van op
aan, dat de politie en de soldaten
meer weten van ons optreden op
de Zuidkust dan de oude Gordon.
We zullen links bet struikgewas
ingaan, zoodat we de rivier vry
hebben, de oevers zyn hier hoog;
blijf dicht bij me!"
Gevolgd door Tot, verdween hy
in het dichte kreupelhout, tot zij
by een groep theestruiken kwamen,
waar Dan afsteeg. „Kom er af,"
zeide hy, „en verroer je niet. Houd
je hand op den neus van je paard.
Ze komen dadelyk voorbij."
Het waren zes man bereden in
fanterie onder bevel van een offi
cier. Zy reden in vollen draf met
veel lawaai van rinkelende sporen
en uitrustingen. Op de hoogte van
Dan's schuilplaats gekomen, com
mandeerde de officier: „Halt!" On
middellijk hielden ze hun paarden
in, en te oordeelen naar de lange
stilte stonden zij te luisteren.
„Vreemd!" zcidc de officier
zachtjes. „Korporaal, zei je niet,
dat je ze een paar minuten geleden
hoorde?"
.Dat deed ik ook, sir, zij moeten
hier ergens het kreupelhout zijn
ingegaan en zich niet ver van ons
verdekt hebben opgesteld!"
„Misschien hebben ze,hun] pisto-
1 -ii wel op ons gericht, wat?" zeide
de officier, zijn schouders opha
lend. „Tusschen twee haakjes, heeft
majoor Browne niet gemeld, dat,
het meisje op een gestolen merrie
reed?"
„Ja, sirl*
„Houdt je nu zoo stil als een
muis, mannen!" fluisterde de com
mandant.
Vyf minuten gingen voorbij, het
leek wel een uur; de officier ver
wachtte blijkbaar iets te zullen
hooren.
Plotseling werd op een afstand
van ongeveer twee honderd voet
van de wachtende ruiters de stilte
verbroken door het luide gehinnik
van Tot Gardiner's merrie. Daar
had de officier op gewacht.
„We hebben ze, mannen," zeide
de officier; „ze zitten in den val.
Korporaal, rijd met twee maai een
honderd yards terug, en dan het
bosch in en houd je ooren en oogen
open. Let op de rivier, die heeft
hier steile oevers en loopt een drie
honderd yards evenwijdig 'met den
weg."
„Kom mee, mannen," zeide hij tot
de overigen, „we zullen ze van
dezen kant den pas afsnijden."
„Korporaal!" riep hij, terwijl hy
zijn paard de sporen gaf, „zie ze
dood of levend in handen te krij
gen. De man behoort tot den troep
van Salathiei. Er staat een beloo-
niug van honderd pond op zyn
hoofd."
(Wordt vervolgd.)