HELDERSCHE COURANT NIEUWSBLAD VOOR HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Eerste Blad. No. 6175 DINSDAG 2 DECEMBER 1919 47e JAARGANG ABONNEMENTEN BÏJ VOORUITBETALING: Heldersche Ct. per 3 mnd. f 1.20, franco per post f 1.-40. Buitenland f 2.40 Zondagsblad 0.50, M 0.60. 1.05 Modeblad 0.951.05. 1.30 Losse nummers der Courant 3 ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag-én Zaterdagmiddag REDACTEUR-UITGEVER: C. DE BOER Jr., HELDER Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50 ADVERTENTIËN. 20 ct. p. regel. Ingez. mededeelingen (kolombr. als redactloneele tekst) 60 ct. Kleine advert. (gevr., te koop, te huur) v. 1 tot 4 regels 50 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitb. {adresBur. v. d. bl. en met br. onder nr. 10 ct. p. advert. extra). Bew.-exempl. 3'/i ct Adv. op bep. aangew. pl. worden 25 hooger berekend. HET NIEUWE KLEED. Met het huidige nummer verschijnt de „Heldersche Courant" in een nieuw ge waad. Uiterlijk kleiner van omvang is het inwendige van het blad nochtans volstrekt niet geringer geworden; het tegendeel is eer waar. „Habent sua fata libelli". Boeken hebben hun lotgevallen, zegt een Latijnsche ken spreuk. Van couranten zou men hetzelfde kunnen zeggen, en de lotgevallen, speciaal van de „Heldersche Courant" der laatste maanden, zijn interessant en boeiend genoeg om daarvan eens iets aan den lezer te ver tellen. Tot nog toe werd ons blad gedrukt op een z.g. „snelpers", waarbij twee vormen (bladzijden) op een vlakke plaat gelegen, heen en weer worden bewogen en deze twee bladzijden tegelijk werden afgedrukt. Hoe- Wel deze wijze van drukken voor gewoon drukwerk de meest geëigende is, is zij voor een courant van eenigen omvang op den duur te omslachtig. Men kon nooit meer dan één zijde van het blad tegelijk afdruk ken, tenzij men twee persen gebruikte, en wij waren verplicht, wilden wij niet tegelij kertijd twee onzer snelpersen voor verschei dene uren missen, de eerste „vorm", dat zijn de eerste en laatste pagina, daags te voren of des morgens vroeg af te drukkeq. Door de beperkte capaciteit van zoo'n pers ging met eiken druk een uur of vijf heen. Was dan 's morgens de voor- en achterkant afge drukt, dan kwam de binnenkant aan de beurt. Wij waren blij als we met kunst- en vliegwerk des morgens om elf uur met' het zetten en „opmaken" (het in elkander zet ten van den vorm) gereed waren, en de laat ste twee vormen op de pers lagen. Eerst dan kon aangevangen worden met den druk, en, nadat de kranten eerst nog door de vouwmachine waren gevouwen, kon de expeditie beginnen. Wee ons, zoo er eenjg oponthoud kwam, waardoor bijvoorbeeld de vorm een half uurtje later gereed kwam: dit wreekte zich op geweldige wijze, doordat natuurlijk de laatste ^exemplaren ook een half uur later van de pers kwamen en bij de abonné's bezorgd werden. En het gevolg daarvan was, dat de telefoon niet stilstond van de vragen om inlichtingen „Waar liet krantje bleef". Het is duidelijk, dat een dergelijke wijze van drukken nog een ander bezwaar heeft. Door de langzame wijze van werken der pers lagen tusscben den druk en de afleve ring der eerste exemplaren en die der laat ste eenige uren. Zoo kon het gebeuren, dat des middags om i uur het blad te onzen kantore verkrijgbaar was, terwijl eerst om vijf uur (soms nog later) bepaalde stadsge deelten hun krant kregen. Dat gaf wel eens gemopper en niet ten onrechte. Dagbladen met groote oplagen, die twee-, soms driemaal daags uitkomen, drukken op een z.g. „rotatiepers". Velen onzer lezers hebben ongetwijfeld op den Nieuwezijds Voorburgwal wel'eens de groote machines in het gebouw „Concordfa", waar mestijds het „Nieuwsblad voor Nederland" en thans „DeTelegraaf" gedrukt wordt, aan het werk gezien. Zoo'n rotatiepers drukt in één be weging de gansche krant af, met bijbladen en al. En zoo'n oplaag Is er dan ook in een paar uur doorheen. Voor een blad als het onze, dat voorloo- pig nog driemaal 's weeks verschijnt, en waarvan de oplaag natuurlijk niet zoo groot is als van de groote dagbladen, was een dergelijke pers veel te kostbaar. Zoodat de groote moeilijkheid voor ons bestond om een geschikte pers te vinden, die sneller en economischer kon werken dan de gewone snelpers. Welnu, in de „Heureka" hebben wij zoo'n pers gevonden. De' „Heureka" is in het bij zonder gebouwd voor bladen als de onze, die een te groote oplaag hebben om op de hiervoor omschreven wijze te drukken. Bij het gewone drukken wordt de ge- heele oplaag van de courant vel voor vel door den drukker „ingelegd". Bij de nieuwe machine kwam dit te vérvallen. Deze drukt van rollen papier. Zoowel een courant van 4 pagina's als van 6 pagina's kan er tege lijkertijd op gedrukt worden. Zij komen af gesneden en gevouwen uit de machine; in het laatste geval ook in elkaar gestoken. Het zou te ver voeren eene beschrijving te geven van de werking dezer machine. Ge noeg zij het te vermelden, dat de druk ver kregen wordt door overzetting og gummi cilinders, waarvan het papier tenslotte den afdruk weder overneemt. Een nadeel, dat tegenover het voordeel der vluggere afleve ring komt te staan is, dat de druk, althans in den beginne, niet zoo scherp zal zijn. Vooral in den eersten tijd rekenen wij op de toegevendheid onzer lezers, wanneer de druk hier en daar te wenschen laat. Het is met een machine als met den mensch: eerst door langdurigen omgang leert men ze kennen 1 Het heeft heel wat moeite en zorg gekost eer het zoover was, dat de „Heureka" draaide. Ja, van het oogenblik af, dat tot aankoop der machine besloten werd, er is eene aaneenschakeling van tegenspoeden geweest, die ons schier wanhopig maakte. Zoo ooit, dan is hierbij gebleken de totale ontreddering van het maatschappelijk leven. Allereerst de verzending en opstelling. Daarvoor was een monteur noodig, en zoo'n monteur was aanvankelijk niet te vinden. Daar de pers niet rechtstreeks door de fa briek was afgeleverd, kon die monteur niet aan de fabriek gevraagd worden. Hoe wij er tenslotte toch in slaagden een monteur der fabriek, die toevallig hier te lande aan wezig was, „vast te houden", en hem, trots al de smeekbrieven van zijne firma te Hei- delberg, niet „uit te leveren", alvorens hij geheel klaar was, is op zichzelf al een heel verhaal. Maar wij zijn nog maar aan de demon tage en verzending naar Den Helder. Over de ontzettende vrachtprijzen spreken we maar niet eens, daaraan zijn we gewend. Tenslotte stonden de kisten en groote on derdeden in onzë drukkerij gereed voor montage. Toen doemde een andere factor op, waarmede rekening gehouden moest worden: de aanstaande electrificatie van Den Helder. Wat moesten wij doen? Een drijfriem- installatie maken voor de beweegkracht over den gasmotor, die ons bedrijf in gang houdt, terwijl toch over eenige maanden, weken wellicht, de electrificatie een feit zou zijn, terwijl het bovendien niet zeker was, dat de motor ook deze zware machine nog zou kunnen trekken? Een noodleiding naai de werf maken, die, doordat zoo'n hoog spanningdraad, die over de straat heenliep, geheel beschermd moest worden met een vangnet, zeer kostbaar zou worden? Tenslotte werd, dank zij de welwillendheid van de directie der „Witte Bioscoop", eene oplossing gevonden. Op onze vraag of de „Witte" ons stroom zou kunnen leveren werd direct toestemmend geantwoord en me dewerking toegezegd. De „Witte", die over dag geen stroom noodig heeft, zal ons, voor de paar uren, driemaal per week, dat wij stroom noodig hebben, dien stroom leveren. Zonder haar hulp zouden wij met de nieuwe machine nog niet hebben kunnen drukken. Toen was weer het wachten op een paaf onderdeelen voor de electrische installatie, op een paar rollen voor de pers. En door de stagnatie op de spoorwegen ten opzichte van het goederenvervoer duurde alles zoo veel langer dan in gewone omstandigheden het geval zou zijn geweest. Met de vervaar diging van enkele onderdeelen, die dringend vernieuwd moesten worden, en die in nor male omstandigheden eenvoudig even aan de fabriek waren aangevraagd, en nog veel andere dingen, heeft ons de werf prachtig geholpen. Een woord van erkentelijkheid daarvoor is hier wei op zijn plaats. Een woord van erkentelijkheid daarvoor is hier wel op zijn plaats. Moeilijkheden zijn cr om overwonnen te worden. Wij ook hebben ze tenslotte over wonnen, en wij hopen, dat wij nu aan het eind ervan zijn en voortaan geen hinder nissen of strubbelingen zich meer voordoen. En dat, tot in lengte van dagen, de „Heu reka" mogen draaien 1 DE MARINE. Tti een gisteren te Amsterdam gehouden vergadering van aldaar dienende Marine officieren, ia de volgende motie aange nomen: De officieren der Koninklijke Marino, aanwezig in de directie Amsterdam, kennis genomen 'hebbende van de Memorie van Antwoord op het Voorloopig Verslag over Hoofdstuk VI (Marine) geven als hun be sliste meening te kennen, dat het stopzetten van den aanbouw der beide kruisers „Java" en „Sumatra" gerekend moet worden als in strijd te zijn met 's Lands belang. Zjj achten kruisers noodzakelijk in elk systeem voor verdediging onzer Koloniën. Het is hun overtuiging, dat afschaffing der Marine de voorkeur verdient 'boven een geleidelijke liquidatie, welke'het onvermij delijke gevolg zal zijn van het bovenbedoel de stopzetten. Zij onderschreven hiermede volkomen een motie van gelijke strekking als deze, welke is aangenomen door de besturen van de Marine-Vereeniging, de ALgemeené Ver eeniging van Marine-Officieren en de Ma- rine-Maclnnisten-Club, die gezonden is aan de leden der Tweede Kamer van de Staten- Generaal. De tekst van het bedoelde adres aan de leden der beide Kamers van de Staten-Ge- neraal, luidt als volgt: „Naar aanleiding van de Memorie van Antwoord op het Voorloopig Verslag over Hoofdstuk VT (Marine), achten de besturen van de Algemeene Vereeniging van Marine- Officieren, de Marine-Vereeniging en de Marine-Machinisten-Olub -zich verplicht Uwe aandacht op het navolgende te ves tigen: „Waar het plan bestaat, en in een Vloot wet zal worden vastgelegd, Indië met be hulp van een Marine te verdedigen, heeft het ons teiv zeerste verbaasd, dat een deel van het materieel, dat zeker voor deze ver dediging onder alle omstandigheden van groote waarde is, zal worden opgegeven. Wij bedoelen hiermede de kruisers „Java" en „Sumatra". Door het stopzetten van den bouw wordt meer dan 20 millioen wegge gooid, terwijl de voltooide schepen zeer ze ker belangrijk meer waard zullen zijn dan de gelden, die voor den verderen bouw be steed zullen worden. „Naar onze meening zijn deze kruisers in elk systeem, dus ook in dat van den Minis ter, ten volle bruikbaar. In de tegenwoor dige terminologie behooren zij trouwens tot het klein materieel. Argumenten tegen den afbouw van de kruisers komen in de Memorie niet voor; het is dus niet mogelijk die in bespreking te brengen en de leden van de Tweede Kamer zullen ze onvoorbereid te hooren krijgen. „We wensohen de aandacht er op te ves tigen, dat het stop zetten van den afbouw een zeer ontmoedigenden indruk op nage noeg het geheele personeel zal maken en dat de uittocht van het personeel daardoor nog zal toenemen. Voor een vloot, zooals de Minister zich voorstelt, zal zich geen vol doende personeel aanmelden. „Wanneer de Kamer zich voor wat be treft het stop zetten van den afbouw van de kruisers uit financieele overweging met de plannen van den Minister wensebt te veree nigen, dan gaat men daarmede beneden het minimum, waarbij rendement der Marine mogelijk is. „Het is in dat geval beter de Marine af te schaffen. „Dit zou echiter in lijnrechten strijd zijn met onze belangen als Koloniale mogend heid." De vereeniging „Onze Vloot" heeft tegen a.s. Dinsdagavond in „De Twee Steden" té den Haag eene bijeenkomst belegd, waarin als spreker zal optreden de kapitein-luite- ter zee L. J. Quant, met het onderwerp: Ver volg op het Huidige Marinevraagstuk'', hoofdzakelijk naar aanleiding van de thans ingediende Memorie van Antwoord op het Voorloopig Verslag der Marinebegrooting. De kruiser „Sumatra". In afwachting van de beslissing, welke de Staten-Generaal zullen nemen, met betrek king tot het al of niet voltooien van den kruiser „Sumatra", wélke, zooals men weet, thans bij den Nederland sch en Scheepsbouw in aanbouw is, wordt, -lus vernemen wij, op het oogenblik nog wel aan het schip gewerkt, doch slechts op zoodanige* wijze, dat het vaar tuig te water kan worden gelaten. Alleen worden de platen onder de waterlijn diehtge- klonken; het bovenwerk ligt stil. Als besloten mocht worden, dat het schip niet zal worden voltooid, zal de romp te water worden gelaten en gesleept naar een plaats waar de slooping kan geschieden. BINNENLAND. Verhooging van de pensioenen. In een nota naar aanleiding van het ver slag over ht wetsontwerp tot regeling van de ontvangsten en uitgaven van het wedu wen- en weezenfonds voor militairen en ge- pensionneerde militairen der landmacht, en van dat betreffende de zeemacht voor het dienstjaar 1910 deelt de minister van finan ciën mede, dat het in uitzicht gestelde wets ontwerp tot verhooging van de pensioenen, dat de Kamer waarschijnlijk binnen zeer korten tijd zal bereiken, strekt om ook de ten laste van de hierbedoelde fondsen ver leende pensioenen te verhoogen. Het échec van het annexlonlsme. In „Ons Vaderland" schrijft Emiel Hulle- broek onder den titel „Voor de Vier schaar" o.a.: Het beruchte „Comité de Politique Natio nale" sterft een langzamen, doch zekeren dood. Naarmate al het onheil dat het heeft gesticht, duidelijk wordt, verliest het de be langstelling en de hulp van velen, die het met raad en daad steunden. Niet alleen ver klaarde min. Hymans in vollen Senaat, dat het Ministerie van Buitenlandsche Zaken geen uitstaans mede had wat echter nog niet is uitgemaakt en wat ook niemand ge looft, doch zelfs die bladen, die het door dik en dun patronneerden, beginnen klaar te zien en schuchter nog, doch reeds goed ver staanbaar, wordt betoogd dat de werking van dat rampzalig koroiteit kwaad heeft gesticht in plaats van goed. Wij vragen ons thans af, welke maatrege len er zullen worden getroffen tegen de ellendelingen, die wetens en willens ons land zooveel onheil en nadeel berokkenden. In dien er in België plichtigen te straffen zijn, dan zijn het in de allereerste plaats de roof- politiekers en hun trawanten uit de Brussel- sche pers, die ze door dik en dim hebben ge steund. Dat deze laatsten nu de werkelijkheid beginnen in" te zien, is geen verzachtende omstandigheid en zij moeten op één lijn wor den geplaatst met de rekels, die het beruch te Comité in 't leven riepen. Er is in België reeds heel wat gestraft! Ambtenaren werden afgezet, leeraars ge schorst, bedienden gebroodroofd, activisten gekerkerd en veroordeeld en duizenden sol daten zijn de Fransdie gevangenissen inge vlogen, werden naar de Orne gestuurd of naar Cezember onder de vage betichting: „douteux au point de vue patriotique". Hun misdaad kan nooit opwegen tegen het laag bedrijf der annexionisten en wij hopen dat de nieuwe Kamer uitspraak zal doen op een gestrenge wijze over de praktijken die ons land zoo diep hebben doen vallen. Wij vra gen dat de schuldigen gestraft worden, dat heel den „pot-auxröses" van de geheime fondsenkonkelarij worde onderzocht en dat niemand vrijuit blijve loepen die het Vader land kwaad heeft gedaan. Zomerdienstregeling 1920. Naar gemeld wordt, ligt het in de bedoe ling van de directie der NederL Spoorwegen om, indien de kolenvoorziening het slechts even toelaat met den zomerdienst, die 1 Mei 1920 zal ingaan, het geheele treinverkeer weer op den voet van vroeger te regelen. Alle beperkende bepalingen zullen dan wor den opgeheven. Do snelheid der personentreinen zal dan zooals reeds gemeld werd weer tot 75 90 K.M. per uur worden opgevoerd. Rijks-Postduivendienst. Het aantal Rijkspostduivénstations van de Landmacht is teruggebracht tot 8. Deze zijn gevestigd te Amsterdam, Den Haag, Den Helder, Hellevoetsluis, Hoek van Hol land, Pannerden, IJmuiden en Soesterberg. De stations te Utrecht en Willemstad zijn opgeheven. Scheepsrampen. Twee Nederlandsche schepen vergaan. De „Basco" vergaan. Uit Cherbourg wordt gemeld, dat de Ne derlandsche driemaster „Basco", onder commando van kapitein Untjens, schip breuk geleden heeft nabij kaap Blancherd. De sleepboot „Centaur", behoorende tot den sleepbootdienst van de haven van Cher bourg, trachtte onmiddellijk hulp te ver- leencn en slaagde erin vier opvarenden te redden. Dezen werden aan wal gebracht en ontvingen te St. Germain des Vaux de eerste verzorging. Zeven leden der bemanning, o. w. de ka pitein, zijn verdronken. De „Basco" was op weg van Rotterdam naar Yersey, komende van IJmuiden met een lading phosphaat. De logger Katwijk 85 op een mijn geloopen. Zaterdagnacht is de haringlogger „Matta Agatha" Sch. 437 te IJmuiden binnengeko men met vier opvarenden van den logger „Stormvogel" Kw. 85, welke logger des middags te vier uur op ongeveer 60 mijl West-Noord-West van IJmuiden op een mijn geloopen en vernietigd is. Ondanks den vliegenden wind en de hooge zeeën werd van de Sch. 437 de boot uitgezet en naar de plaats van de ramp geroeid, waar men vier raenschen uit de zee kon opnemen. De in de buurt toevende logger „De zes Ge broeders" VI. 129 heeft den schipper van de „Stormvogel" opgepikt. De andere acht opvarenden zijn verdronken. Nader wordt gemeld: De SCH. 487 was Zaterdagmiddag op on geveer zestig mijl West-N oord-West van IJmuiden aan het haringvisschen met eenige andere loggers in het zicht. Eensklaps hoor den de opvarenden een hevigen slag en za gen zij een groote rookkolom uit het water opstijgen. Men vermoedde dadelijk dat één der andere visschersvaartuigen op een mijn had gestooten en spoedde zich derwaarts. Men zag niets meer van een schip, doch ontdekte vier menschen, die in het water trachtten boven te blijven, en zette in weer wil van de hooge zee een boot uit. Daarmede kon men drie zeelieden redden, terwijl de aan boord van den logger achtergeblevenen zei lende nog een man oppikten. Deze vier men schen verklaarden te heeten L. Remmelzwaal, G. van Rhijn en Joh. Parlevliet (een zoon van den reeder) uit Katwijk en Jac. Vermey uit Heer Hugowaard; zij waren afkomstig van den logger KW 85 Stormvogel. De bemanning- van dezen logger had de mijn voor het schip zien drijven, doch kon deze niet ontzeilen, omdat het schip niet door den wind wilde. Onmiddellijk waren alle mo gelijke pogingen gedaan om te ontzeilen, doch koersverandering bleek zoo spoedig niet mogelijk en om het zeil te reven daarvoor ontbrak ook de tijd. Allen voelden, dat men den dood tegemoet voer. Enkele matrozen waren reeds van het schip gesprongen vóór het onvermijdelijke kwam, vreezende anders met het zinkende schip naar de diepte te zullen worden gezogen. De mijn ontplofte in het midden van het voorschip, 't welk bijna onmiddellijk zonk. De manschappen, uit 14 personen bestaande, omdat de zoon van den reeder Joh. Parlevliet voor pleizier de reis meemaakte, trachtten zich aan drijvende planken vast te klemmen. Voor het uitzetten van de boot had de tijd ontbroken. De man nen, wie dit gelukte, hebben bijna ecu uur in zee rondgezwommen. Ongeveer een mijl van de plaats des onheils werden ze ontdekt door een Soheveningsche logger. Onmiddel lijk werd een boot uitgezet en vier leden der bemanning, ongeveer vlak bij elkaar zwem mend, wend opgepikt. De schipper A. van Duyn was verder afgedreven en werd opge pikt door een Vlaardingsche logger. Men liep dus als het ware zijn ongeluk te gemoet zonder dat men er iets aan kon doen. Beide loggere zochten den geheelen om trek af, maar konden geene schipbreukelin gen meer bespeuren, zoodat men naar bin nen zeilde om de geredden te landeD, Dezen waren niet gewond en kon4»n na aaukomst in IJmuiden onmiddellijk naar hunne haard steden afreizen. Op een mijn geloopen. Op de hoogte van Terschelling is het Amerikaansche stoomschip "Kirkwood" op een mijn geloopen. De sleepbooten „Hector" en „Drenthe" -zijn ter assistentie ver trokken. PLAATSELIJK NIEUWS. De firma G. de Barbanson alhier was voor 3819.60 laagste inschrijver voor de levering van hard- en potdoeken aan de Di rectie der Marine te Amsterdam. Bij het te Amsterdam doof de Vereeni ging van Leeraren in het Boekhouden ge houden examen behaalde o.a. het practijk- diploma Boekhouden onze plaatsgenoot de heer J. Hofland. 3e Marine-Concert. Wij herinneren aan het 3e Wintercon- cert, te geVen door het Symphonie-orkest Van het Staffmuziekkorps der Kon. Marine, op heden-, Dinsdagavond. Ditzelfde programma wordt ook op de Volksconcerten, Woensdag 3 December, uitgevoerd. Het in ons vorig nummer afge drukte programma vermeldde als datum van de abonnements-concerten Woensdag 2 Dec.; dit was natuurlijk foutief en moest zijn Dinsdag 2 Dec, „Helders Mannenkoor", Bovengenoemd koor, onder directie van den heer C. W. Rusting, geeft haar concert in dit seizoen op Dinsdag 16 Dec. a.s. Aan dit concert zal welwillend medewerken het Dubbel Gemengd Kwartet „Animato", even eens onder directie van bovengenoemde directeur. „Toonkunst". Door de Toonkunst-afdeeling alhier zal op Donderdag 18 December a.s. in Casino, onder leiding van den heer Toon de Hoogh, worden uitgevoerd „die erste Walpurgis- nacht" van Mendelssohn en „Erlkönigs Tocht er" van Niels Gade. Voor soli, koor en orkest. Als solisten hebben hunne mede werking toegezegd mevr. Veurman-Nien- huijs, sopraan, Haarlem, mevr. Bartels, alt, Helder, en de heeren Jos. Holthaus, tenor, Rotterdam, en Bram van der Stap, bariton, Delft. Daar het Toonkunst-koor en -orkest met belangrijke krachten zijn uitgebreid, belooft het een bijzonder concert te worden. Voor de eerstvolgende repetities zie men de advertentie in dit blad. De drooglegging van Amerika. Maandagavond had het Heldersch drank- weercomité een vergadering belegd in het gebouw voor Evangelisatie, waar als spre ker optrad ds. H. Kreulen, predikant bij de Presbyteriaansche kerk in Amerika. Het ge mengd dubbel kwartet Animato, verleende zijn medewerking. De voorzitter, de heer B. Abbenes, opende deze vergadering en heette allen en in het bijzonder ds. Kreulen, hartelijk welkom en hoopte dat allen een aangename avond mochten hebben. Ds. Kreulen, het woord verkrijgende, be gint met te zeggen, dat hij niet is gekomen om Nederland droog te leggen, dat moeten we zelf doen, maar hij zal iets over de droog legging van Amerika zeggen. Spr. zegt wel predikant te zijn, maar nu niet tot ons te komen als predikant, maar als mensch. Spr. vertelde ons een grap, waarin de be trokken persoon zich schaamde. Gij Hollan ders, moet U ook schamen en ik zal u straks zeggen waarom. Allereerst zong het dubbel gemengd kwartet, onder leiding van den heer Rus ting, een tweetal liederen, t.w. Wiegeliedje en Na den storm. Het applaus bewees, dat deze nummertjes wel in den smaak vielen. Ds. Kreulen zegt dat Amerika God dankt, dat te beginnen 16 Januari 1920 een Grond wet van kracht zal zijn, die den drankhandel aan banden heeft gelegd. Zestig jaar geleden waren er eenige menschèn, die tegen de kroegen ageerden. Die menschen -hadden wie'tjes in hun hoofd, zeiden de menschen. Maar nu, zestig jaar later, is onze leus „Amerika en haar vlag, vrij van de besmet ting van het alcoholisme". Dat heeft zij te danken aan den oorlog, toen Amerika 2 jaar droog was, dat wij nu een grondwet hebben die niet toestaat, drank te verkoopen. Er zijn menschen, die God aansprakelijk stellen voor den drank. Dit is niet waar. De menschen hebben het geheel in handen, zij fabriceeren, verkoopen en drinken de drank. God zegt „Ruim je eigen rommel". Maar als hij zelf eens ging ruimen, dan zouden vele Christenen, die deze wantoestanden mede in stand houden, worden opgeruimd. De witte wereld wordt verduisterd door de zonde die uitvloeit door het drankgebruik. Ja, dan zijn er nog van die menschen die zeggen dat de wijn toch niet zoo slecht is. Mannen en vrouwen gaan verloren bij hun wijntje en trijntje; de wijn, die de harten zoo vroolijk maakt, maar ziel en lichaam verderft. Spr. noemt hier een treffend ->or- beeld. Maar wij zijn de schuldigen. Wij betalen onze belastingen voor het geven van vergunningen en vier op één dol lar die wij uitgeven aan belasting geven wij

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1919 | | pagina 1