«LETTERS Fijnproevers KOOPMANS' GERSTEGRÜTJES groote voorraad SIGAREN in diverse verpakkiig. VIJVERS KOFFIE enIHEI In het Bloemenm.agazijn Kerkgracht 5 vindt U een groote keuze Sint Nicoiaas-Geschenken. Opera Tannhauser H.SPRUST VULPENHOUDER. W. 0. van Breda, „08 PrÏHS55, Keizerstraat. Wed. i. v. d. MEUIEN. „AUTO'-SIGAREN. VERSTEGEN, Spoorstraat. DE GEKROONDEVALK St. Nicolaas-Cadeaux DE VERBORGEN VALLEI MARINE-CLUB. TOONKUNST. 3de Volksconcert, Woensdag 3 December 1319, A. G. O. Sint IMiéolaas. En gros verkrijgbaar liij G. lob. van der Lee, den Helder. Westlandsche Hypotheekbank. De prijs is f 2.00 per pond. Banketstukjes f 1.75 VAN DER J. RIEUWERS, Tel. 11S A.nka...unj VAM AMPcrnnDT .iamv Aanbevelend. S. VAN AMESFOORT JAMZ. Woensdag 3 December: CABARET-AVOND, gevolgd door Clubbai. - Gelegenheid tot soupeeren. Verzoeke, indien mogelijk, tijdig opgave tot deelname. Woensdag 3 Dec. Orkest-repetitie, 8 uur, Muziekschool. Donderdag 4 Dec. Repetitie voor Zang en Orkest, idem. Aller opkomst beleefd 'verzocht, HET BESTUUR. te geven door hef Symphonia-Orkest der Kon. Marine, op In „TIVOLI". Aanvang 8 uur precies. Toegangsbewijzen van heden af verkrijgbaar in de sigarenwin kels van de heeren Kokelaar (Kanaalweg) en Ruijgh (Koning straat). 3 DECEMBER, 8 UUR, „Casino": met lichtbeelden en piano. Spreker: E. ALT, Toonkunstenaar, Bolsward. Entrée 20 cents. Kaartverkoop als gewoon. Biedt zich aan een NAAISTER Brieven onder Nr. 280, Bureau van dit blad. Net BURGERMEISJE zag zich gaarne geplaatst als Assistente in de huishouding of voor gezel schap. Br. fr. onder letter Nr. 293. Bureau van.dit blad. Gevraagd Net DAGMEISJE. Flink salaris. AdresHELDERSCHE MELK- SALON, Spoorstraat 51. Mejuffrouw STAALMAN, Bin nenhaven 3, vraagt een Meisje. Mevrouw VAN DEN BERG, Havenplein 21, vraagt zoo spoe dig mogelijk een nette Werkster of iemand voor halve dagen. Gevraagd een WERKSTER voor Donderdag. Adres: KANNEWASSER, Kanalweg$ll4. Gevraagd een flinke WERKSTER, voor 2 of 3 dagen per weesj. Adres: Bureau van dit blad. WONINGRUIL GEVRAAGD. Iemand te Den Helder vraagt Woningruil te Rotterdam, op net tel} stand. Adres: Bureau van dit blad. Te. huur of te koop gevraagd een WINKELHUIS of daarvoor in te richten voor klein bedrijf, net artikelen, desnoods met pension voor ongeh. Heer, by evcntucele verkiezing. Brieven onder Nr. 275, Bureau van 'dit blad. Te koop een nieuwe Toover- lantaarn met 24 glaasjes. I'rys f3.— Adres: Kanaalweg 69. Te koop aangeboden een Prachtklok, f 25. AdresBloemstr. 33, Tuindorp. Te koop: 1 eikenh. Fautojil met gr. leder, 1 wieg (bekl.), i Wring z. g. a. n. Adres: Sluisdijkstr. 115. MOLENGRACHT - KEIZERSTRAAT Coupons Kleedjes Handschoenen Groote keuze In: Zelfvullers, Safety's, Gewoon model. Prijzen vanaf f 4.50. Boekhandel P. spruit, Kanaalweg 161. Alle zijn met 14 karaats gouden pen Irridium punt. verkrijgbaar in pakjes van l/9 K.G. Voor toespijs. VOEDZAAM ^°r p"ddin0- SMAKELIJK Voor pap. Voor iedereen. Lange Houtstraat 28-30 te 's-Gravenhage. BIJKANTOREN: AMSTERDAM ROTTERDAM GRONINGEN Damrak 92. Schiedamschevost 5. A. Kerkhof 18. 31 Dee. Hypotheken- Reserves Dividend 1')14 27.82W92.96 676.500.95 22 pCü. 1915 28.120.144.39 721.484.89 22 pCt. 1916 29.367.855.66 855.482.57 25 pCt.' 1917 30.207.116.89 934.278.69 30 pCt. 1918 30.721.401.- 1.052.639.41 32 pCt. 4V20/o Pandbrieven 94 °/0, 5°/0 Pandbrieven 100 °/0, verkrijgbaar aan bovengenoemde kantoren, aan de Agentschappen en andere Effectenkantoren. De gerenommeerde BANKETLETTERS zijn dit jaar wederom verkrijgbaar. Mijne Banketletters worden uitsluitend van Amandelen gefabriceerd. Beleefd verzoekende bestellingen vroeg tijdig op te geven, opdat dezelve op tyd bezorgd kunnen worden. Beleefd aanbevelend, BANKETBAKKER, Hoofdgracht 49. Telefoon 240. rocken steeds de bekende kwali teitsmerken uit het sigarenmagazijn Met «het oog op de a.s. SIMT NICOLAAS Aanbevelend, In den jare negentien honderd en negentien, den twintigsten November, ten verzoeke van NEELTJE BOON, wonende te Oudeschild, gemeente Texel, te dezer zake domicilie kiezende ten kantore van den procureur Mr. A. Prins, aan het Kennemer- park A 24 te Alkmaar, die voor haar in deze als zoodanig" zal occupeeren en uit krachte van een vonnis door de Arrandisse- ments-Rechtbank te Alkmaar, op 30 October 1919 uitgesproken; Heb ik, Gerard Simon Amou reus, deurwaarder bij d,e Arron- dissements-Rechtbauk te Alk maar, wonende aldaar; Voor de derde maal gedag vaard CORNELIS VISSER, in leven vissoher, laatst gewoond hebbende te Texel, doch thans vermoedelijk overleden, dien tengevolge myn exploit doende door overgitte van een afschrift aan den heer Officier van Justitie bij de Arrondisseraents-Reeht- bank te Alkmaar; die het origi neel met „Gezien" heeft ge tee kend en voorts door aanplakking van een afschrift aan de voor deur der vergaderplaats van voormelde Rechtbank, aan het huis der gemeente Texel en door plaatsing in de Nederland- sche Staatscourant en in de „Heldersche Courant", als de nieuwspapieren door de Recht bank voornoemd uitdrukkelijk aangewezen Om na verloop van drie maanden en wel op Donderdag den vierden Maart 1920, des voormiddags ten 11 uur, te verschijnen of iemand die van zijn aanwezen doet blijken voor j hem te doen verschijnen ter terechtzitting der Arrondisse- j raents-Rechtbank te Alkmaar, gehouden wordende in het Ge-1 rechtsgebouw aan den Geester- j singel aldaar, ten einde: Aangezien eischeresse op 9 October 1906 te Texel is gehuwd met Cornelis Visser; Aangezien deze laatste, ge woond hebbende te Texel, op 5 Mei 1911 op het visschejs- vaartuig T X 150 vergezeld van anderen ter vischvangst is uit gevaren op de Noordzee, zonder volmacht tot het waarnemen zijner zaken gegeven, of order op het beheer daarvan gesteld te hebben, en op dienzelfden dag, tengevolge van een stortzee j of zeilovergang, overboord is geslagen en sedert van baren echtgenoot nimmer eenig bericht is ingekomen, noch eenig bericht noch teeken van zyn aanwezen I of overlyden; Aangezien eischeresse belang hebbende in deze wensebt te verkrygen verlof tot het aangaan van een ander huwelijk, alsmede de verklaring, dat er rechts vermoeden van het overlijden bestaat van haren genoemden echtgenoot sedert 6 Mei 1911; Aangezien, de gedaagde op de 2de gedane dagvaarding niet is versohenen, noch iemand van zyn aanwezen heeft doen blijken en de Rechtbank voornoemd bij vonnis van 30 October 1919 verlof heeft verleend tot eene derde dagvaarding; Mitsdien de gedaagde van zyn aanwezen doet blyken, dezen tevens aanzeggende, dat, indien noch de gedaagde, noch iemand van zijnentwege mocht opkomen, door de eischeresse zal worden geconcludeerd, dat haar daarvan zal worden verleend acte, en voorts het genoèmde Rechtbank moge behagen te verklaren, dat er rechtsvermoeden- van over lijden bestaat sedert 6 Mei 1911 en haar eischeresse zal worden verleend verlof tot het aangaan van een nieuw huwelijk. AMOUREUS, Deurwaarder. Gezien door mij ondergetee- kende, Officier van Justitie bij de Arrondissements-Rechtbank te Allernaar, 20 November 1919. C. v. LOOKEREN CAMPAGNE. Bij de heropening van onzen tabak- en slgarenhandel, zijn wij ook weer ons algemeen bekend en gedeponeerd merk „AUTO" gaan fabriceeren, wat wij door de tijds omstandigheden moesten staken. De „AUTO", een smakelijke,"geurige, lichte Sumatra-Seedleaf Sigaar, overtreft vele merken van gelijken prijs. ZIE ONZE ÉTALAGE! SLIJTERIJ TAPPERIJ GASSTRAAT 52 PRIMA OUDE JENEVER. ADVOCAAT GEBRS. DROS. PRIMA GEDISTILLEERD PER GLAS EN PER MAAT. Aanbevelend, K. VAN DER WAL, Gasstraat 52. Boekenkastjes. Bloementafels. Sigarenkastjes. Meubelmaker, Gravenstraat 81a. UITSLAG PRIJSVRAAG. De winner der f 25.- van de prijsvraag is J. MOUWE, Kapperstraat 17. Deze heeft het bedrag aan onzen winkel afgehaald. VERSTEGEN, Spoorstraat. Bevordering op 1 December 191». Met 31 Juli 1919: Matroos le kl. M. Kuiper tot korporaal-seiner. $Iet 31 Augustus 1919: Marinier le kl. G. J. Nederhelman tot matroosschr ijverma troos Be kl. H. A. J. Poortman tot rriatroossdhrijver. Met 30 September 1919: Timmermansmaat T. Verduxmen bot korporaaltimmerman stokerolieman F. W. Leeger tot korp.-maoMnedxijver 2e kl. Met 31 October 1919: Stoker le kl. C. van den Blink tot korporaalstoker; stoker olieman J. T. van Rooij tot korp.-machinedrijver 2e kl. Met 1 November 1919: Sergeanttorpedist J. van der Dussen tot torpedistmajoor. Met 30 November 1919: Matroos le kl. C. J. de Vreedie tot kwartiermeester; leerl. vüegt.maker W. -A. Mathlener tot matroosvliegt.maker; sto- kerolieman J. de Jong tot korporaalmach.dryver 2e kl.; ma- troosschrijver L. Goedhart tot korporaalschrijver; matroos hofmeester P. A. Bins tot korporaalhofmeester; matroos kok H. A. J. Slegtenliorst tot korporaal kok. Met 1 December 1919: Sergeantkonstabel J. Brandhoff tot konstabelmajoor; aer- geanttorpedomaker G. Koot tot torpedomakermajoor; torpe distmajoor P. van den Broeke tot oppertorpedist; sergëant- maotudrijver D. M. J. van Maanen tot mach.dry vermajoor; sergeanitmach.-drijver J. G. Schut tot mach.drij vermajoor; korporaalkonstabel J. de Groot tot sergeantkonstabel; korpo raalkonstabel H. O. Stam tot sergeantkonstabel; korporaaltor- pedomaker J. P. Weverling tot sergeanttorpedomaker; kor- poraaltorpedomaker J. G. Meesters tot sergeanttorpedomaker; korporaalhofmeester E. A. Goor tot sergeanthofmeester; kor poraal kok F. de Boos tot sergeantkok. FEUILLETON. door 22) HULBERT FOOTNER. „Ik heb genoeg van blanken en van hun laDd. Ik geloof, dat er een vloek op inij rust, die hen tot duivels maakt wanneer zij naar mij kijken. Vaak zie ik, zij doen niet Zoo slecht tegen hun eigen vrouwen als tegen mij. Daarom denk ik: ik ga terug naar mijn moe ders volk; misschien is daar een plaats voor mij, misschelen ben ik eigenlijk zelf het' meest rood van aard. „Dus maak ik eeb lange, lange reis. Eindelijk kom ik bij mijn moeders volk. Het is or niet goed. Niemand is blij om mij te zien. Zij zijn arm en ziek cn ongelukkig.' Zij hebben mij niet graag omdat ik hen aanmerk, omdat zij zoo smerig zijn en lui en dwaas. Zij leven bij een factorij aan do groote rivier. Wanneer ik nog een klein meisje ben, ie het ver weg, en wij zien nooit een blanke behalve don handelaar, maar^ nu komt do stoomboot de rivier op, cn voel blanke mannen komen. Er zijn op zichters, die het land meten, en land bouwers die het beploegen en bezaaien met tarwe. „Het is heel slecht voor hot roode volk. De jonge blanke mannen komen naar de hutten en maken gekheid met de meisjes en schenken den jongens whisky. Onze meisjes er. onze jcftigens willen omgaan met de blanko mannen en zich mooi kleed en en niets; meer werken. De jongens loeren stelen en de meisjes zijn slecht. Het volk gaat leven in huizen met kachels om warm to worden en krijgen de longziekte. Zij willen ziju als do blanken, en zijn niets. „Mijn moedors man is een slechte man. Ilij slaat mijn moeder en neomt oen nieuwe vrouw. Hij haat mij diep, omdat hij mij' niet in het gezicht kan zien. Hij spreekt kwaad van mij tegen iedereen. Hij is een voornaam man on der hot volk, en allen golooven hem, en haten mij. „Daarom willen ze me daar niet heb ben. Ik voel mo ongelukkig. Ik denk: ik ben dubbel gevloekt, omdat ik ner gens ooit blijven kan. Alloen St. Jcnn Bateese, hij is mijn vriend. Hij herin nert- zich den' goeden ouden tijd, toen de roodo mannen vrije jagers waren. Hij hooft pijn, wanneer hij het volk sniorig en lui en ziek ziet. Hi.^ lijdt ergo pijn wanneer hij zijn kindjren ziet opgroeien en alloen ongeluk hen wacht. Wanneer allen in do hutten sla pen, spreken wij veel samen. „Eindelijk maken wij een plan. Wij zeggen, we nemen zijn 'kinderen, en mijn nïoeder, en mijn moeders kinderen, en we reizen ver weg van do blanko mannen, en wij loeren de kinderen zoo der blanken en het goed van den blanke, do blanken en bet good van den blanke. Mijn moeders man, hij geeft er niet om of wij weggaan. Hij heeft nu een jonge „Den heelen winter maken wij alles klaar en wanneer in de lento hel ijs verdwijnt, gaan wij stroomopwaarts in drie kano's. Wij reizen vele dagen op do groote rivier, liet weder is prachtig, en de kinderen zijn gelukkig. „Eens jagen Cliarley en ik een beer fta op het strand. Hij is gewond en wij volgen hom een langen, "langen weg den berg op. Hij gaat een h'o] binnen. Wij zijn heel bang hem achterna te gaan, maar we hebben hem zoo lang gevolgd, en er is geen versch vleesch, dus we gaan er in. We volgeu hem onder de bergen door, en zoo vinden we deze plaats. Ik bon heel blij, wanneer ik die zie. Dat is wat wij noodig hebben. Geen blanko zal ons hier ooit vinden, zeg ik. Hier is alles wat wij noodig hebben om te leven. Wij zullen hier leven, en hier sterven, en den blanko vergeten. En ik, ik denk dan, ik heb het geluk gevonden." Nahnya was aan het eind van haar verhaal gekomen. „Dus dat is het, waar je mij huiten wilde houden," zoide Ralph heel zacht. „U bent een blanke," mompelde Nah nya. „St. Joan en ik hebben gezworen de kinderen van de blanken af te hou den." Ralph was tot in hot diepst van zijn ziel geroerd. „Nahnya," zeide hij met zachte, tril lende stom, „nog nooit te voren in mijn les-en heb ik een eed gedaan. Luister nu naar mij. Ik v,weer je bij alles wat mij lief en dierbaar ls, bij mijn eer, dat ik nooit iets zal doen, wat ongelijk over dit dal. zou kunnen brengen." ,.U het goed bedoelen," zeido zij. „Daaraan ik niet twijfel. Maar wie kan zeggen wat nog komen zal? Ik. heb een voorgevoel dat ons iets bedreigt. Eens boorde ik een wijs man zeggen: blanke mannen zijn als een prairie- brand én de roode mannen zijn als het gras. Wie kan het vuur. tegenhouden, wanneer het 't gras verteert?" Op een zeker punt bij het vertellen van haar geschiedenis,' waarschuwde Ralpli's intuïtie hom, dat- Nahnya iets oversloeg en dit gevoel bleef tot het einde. „Nahnya." zeide hij toen, „je hebt me verteld dat je ook in Winnipeg was geweest." Een verschrikten, smartelijken blik sloeg zij naar hem; toen boog zij dieper het hoofd. „Neen, vertel het maar niet, als hot je zoo'n verdriet doet," zoido Ralph snel. „Ja," zeide zij, op denzelfden kalmen, rustigen toon, „ja, ook dat zal ik ver tellen. Ik heb het nog nooit iemand verteld ook niet aan St. Jean Ba- teose. Zij zweeg ©ven, alvorens zij her vatte: „Toen ik nergens in Prince Ge- orge meer werk kan krijgen, is het niet waar ik direct terugkeer naar mijn moeders volk. Eerst ga ik mijn vajler opzoeken. Wanneer het zoo slecht mot mij gaat, misschien kan mijn vader me dan helpen, zoo denk ik. Mijn moeder hoeft mij zijn naam gezegd. Ik vraag dozé en gene, en eindelijk ik hoor hij leeft in Winnipeg. Ik heb een beetje geld gespaard, en ga naar Win- nipog met den trein. Het is een groote stod. „Ik ben er nog niet geweest, en ik heb al géhoord, mijn vader is een rijk, groot man, en de koning beeft een Sir voor zijn naam gezet. Nu ben ik bang hem te gaan opzoeken. Ik doe niets om hem te spreken. Ik krijg ander, en weer ander worlc. In zoo'n groote stad kau ik botor op mijzelf passon. „Eens hoor ik op straat een man mijn vaders naam noemen. „Daar gaat hij," zoido hij, en ik kijk, en ik zie mijn vader. Hij rijdt in een mooien motormobiel, met zijn blanke vrouw en zijn blanko kinderen. Mijn hart klopt sneller toen ik hem zie. Hij is een mooie, trotsche man: niet erg oud nog. Hij was nog net een jongen, toen -hij in ons land was, mijn moeder mij ver tellen. Een jongen met blond haar, die altijd lachte en aardigheden maakte, zegt zij. Nu ook nog houdt hij van la chen, zie ik aan de trekken op zn gelaat. „Nadat ik hem gezien heb in dien mooien motormobiel, ben ik nog ban ger. Wat heeft hij te maken met een arm, klein meisje als ik, denk ik, en ik doe geen moeite hem te spreken. Maar aldoor lees ik in de kranten om te zien wat hij doet. Dan zie ik dat er een groote, wat de blanken noemen een po litieke bijeenkomst zal worden gehou den, en mijn vader zal spreken. Dan ga ik dien avond naar de rolschaatsenbaan en allo menschen kijken mij aan, om dat er geen ander rood meisje naar die politieke bijeenkomst is gegaan. Maar ik geef er niet om. Ik wil alleen naar mijn vaders stom hooren. Als hij op staat om te spreken, klopt mijn hart i: de. keel. „Hij spreekt. En zoo mooi. Ik versta niet alles, maar ik ben gelukkig omdat mijn vader een goed, braaf man is, die wil, dat het arme volk het goed heeft. Altijd werkt liij voor het volk, 'zegt hij. Zijn stem was zoo vriendelijk en zoo machtig als een orgel in de kerk. Wan neer ik Hem hoor, weet ik zeker, hij is mijn vader, omdat ik hetzelfde van bin nen voel als hij; maar ik kan het niet zoo zeggen. „Daarna denk ik veel: ik ga hem op zoeken. Ik ben bang en toch ook weer niet. Ik denk: waarom zou ik bang zijn? Hij is vriendelijk, hij voelt voor arm volk. Ik denk: ik kan gaan als arm meisje, en hem niet vertellen ik ben zijn dochter. Eindelijk ga ik dan. „Wanneer ik zijn huis zie, ben ik weer bang. Het is groot als een berg. Het heeft wei honderd ramen. Een hee- 1 len tijd loop ik er om heen. „Je bent dwaas," zeg ik tot mijzelf. „Je hebt niets slechts gedaan; hij zal niet boos zijn." Eindelijk ga ik naar de deur. Er komt een man. Hij zegt, mijn vader is uit, en doet de deur weör. voor mij dicht. Wanneer ik de stoep afga, komt mijn vader thuis in zijn motormobiel. Hy vraagt mij wat ik verlangen. Ik zeg, ik wil hem spreken. Hij lachen en neomt mij mee naar binnen, in een ka mer. Het is als een droom. Mijn knieën knikken. „Het is een mooie, groote kamer, met hooge ramen. Overal langs do wanden zijn boeken met banden in allerlei kleuren. Er is een groote tafel, en daar zit hij achter: hij leunt achterover, en trekt zijn handschoenen uit. Hij glim lacht. Hij heeft mooie witte tanden, zooals mijn-goeder mij verteld had, en hij vraagt me weer, wat ik verlang. Ik ben zoo bang, dat ik het eerste zeg wat ik denk. Ik vraag hem om werk. „Hij is heel vriendelijk. Hij zegt „We zullen zeker wat voor je vinden." Wat kan je?" „Ik zeg, ik kan goed was6chen of ko ken. We praten nog wat. Hij blijft vriendelijk. Hij vraagt mij, hoe lang ik in Winnipeg geweest ben, waar ik ge werkt heb, en alles. En aldoor ben ik te bang om in die mooie kamer te zeg gen: „Ik ben uw dochter." „Eindelijk zegt bij: „Nu, kom dan morgen terug; ik zal zien wat ik voor je doen kan." Dan wil ik weggaan, en hij zegt. „Wacht even." Hij staat op, en komt naar mij toe, zijn oogen wor den zoo slecht, en toen Zij stokte. Ralph's hart klopte be nauwend, bang van een vreeselijk voor gevoel. „Ik ben weggeloopen," snikte Nah nya. „Ik vertel het hem nooit. Ik zie hem nooit meer!" (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1919 | | pagina 6