HELDERSCHE COURANT DLANTA De verborgen Vallei NIEUWSBLAD VOOR HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Eerste Blad. JURGENS7 No. 5178 DINSDAG 9 DECEMBER 1919 47e JAARGANG ABONNEMENTEN BIJ VOORUITBETALING: Heldersche Ct. per 3 mnd. f 1.20, franco per post f 1.40. Buitenland f 2.40 Zondagsblad 0,50, 0,60. 1.05 Modeblad» 0.95, 1.05. 1.30 Losse nummers der Courant 3 ct. BÜEDBHLAJSD. De geallieerden en Duitschland. Volgens den Parijschen correspondent van de „Daily News" hebben Foch en Cle- menceau in de Vrijdag gehouden vergade ring van den Oppersten Raad het bezigen van militaire maatregelen, om Duitschland te dwingen tot onderteekening van het pro tocol over 'het in werking treden v^n het vredesverdrag met de bijlagen, ter sprake gebracht. Naar verluidt heeft alleen Foch als zijn oordeel te kennen gegeven, dat mili taire dwang noodig zal zijn, niet slechts om Duitschland te bewegen het aanvullings protocol over. de nog niet vervulde wapen stilstandsvoorwaarden en het protocol no pens het-in werking treden van het vredes verdrag te onderteekenen, maar ook om, nadat de vrede in werking zal zijn getreden, een geregelde vervulling van Duitschlands verplichtingen te waarborgen. Op dien grond drong Foch opnieuw aan op aanne ming van het voorstel, dat hij eenige weken geleden heeft gedaan, om den geallieerden militairen raad te Versailles in gewijzigden vorm te laten bestaan. Zaterdag verklaarde men te Parijs, dat dien dag een sommatie tot Duitschland ge richt zou worden, om het protocol te onder teekenen en dat deze sommatie vrijwel ge lijk zou staan met een ultimatum, daar de Duitschers zal meegedeeld worden, dat, ten zij het protokol dadelijk onderteekend wordt, de geallieerden Frankfort en Essen zullen bezetten. Foch moet verklaard hebben, dat hij in staat is, de plannen uit te voeren, die hij in Juni opgesteld heeft. De bedreiging met de uitvoering van de plannen noopte ,de Duit schers het tractaat te onderteekenen. Zobwel Clemenceau als maarschalk Foch moeten gezegd hebben, dat alleen een ulti matum de lupht kan zuiveren. Parijs, 6 Dec. Hoewel er niets bekend is gemaakt omtrent de beraadslagingen van Foch, Wilson en den Oppersten Raad, be weert men, dat alles gereed is voor een on middellijke actie. Volgens een telegram uit Zwitserland is er een zware exodus der rijke Duitschers van den rechter-Rijnoever en wordt het aan tal Duitschers, dat vergunning aanvraagt om naar Zwitserland te verhuizen, bij den dag grooter. - DUITSCHLAND. Wederinvoering van het stukloon. Bij een- stemming omtrent de wederin voering der vroegere arbeidsvoorwaarden bij de werven, in het bijzonder inzake de wederinvoering van het stukloon, werden 7743 stemmen vóór en 4600 tegen uitge bracht. De nog ontbrekende stemmen kun nen aan deze beslissing niets meer veran deren, zoodat het stukloon op de Kieler werven weder zal \vorden ingevoerd. De arbeiders der „Weser A.G," hebben zich met 2895 tegen 1911 stemmen voor de wederinvoering van het stukwerk uitge sproken. ENGELAND. De kosten der Marine. Er is nu een herziene marinebegrooting verschenen voor 19191920, welker cijfers FEUILLETON. door HULBERT FOOTNER. 25) De zachte duidelijkheid, waarmee zij het woord uitsprak, was onmiskenbaar. Hij viel terug in zijn kano, en de twee booten dreven op eenigen afstand van elkaar voort. Mechanisch tastten zijn handen naar de dolboorden. Zijn wereld scheen rond hem in puin te storten. Het maanlicht leek ba naal en sentimenteel. Hij voelde geen smart, alleen een oneindige tegenzin in zijn be staan. Nahnya werd ongerust over zijn lang zwijgen. „Waar denk je over?" vroeg zij dringend. Met alle macht trachtte hij zich te ver mannen. „Het is goed," bewogen zijn lippen. Het geluid, dat zijn stem was, klonk hem vreemd, toen bij voortging: „Ik ben een dwaas geweest, dat is alles. Jij hebt je niet het minste te verwijten." Hij nam als een automaat zijn pagaai. „Laten v^ij terug gaan," zeide hij met dezelfde kalme, vaste stem. Even daarna sprak hij„Ik zal weggaan, zoo gauw ik je moeder alleen kan laten." „Ik kan haar arm verbinden," zeide Nah Verschijnt Dinsdag-, Donderdag-en Zaterdagmiddag REDACTEUR-UITGEVER i C, DE BOER Jr., HELDER Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50 ADVERTENTIE N. 20 ct. p. regel. Ingez. mededeelingen (kolombr. als reda'ctioneele tekst) 60 ct. Kleine advert. (gevr., te koop, te huur) v. 1 tot 4 regels 50 ct., elke regel meer 10 ct. bi) voorultb. (adresBur. v. d, bl. en met br. onder nr. 10 ct. p. advert. extra). Bew.-exempl. 37s ct. Adv. op bep. aangew. pl. worden 25 hooger berekend: geen verlaging, maar integendeel eene ver hooging toonen tegenover die van de be grooting in Maart ingediend. In Maart wer den de uitgaven op ruim 149 millioen, nu echter op 157.5 millioen p. st. geraamd. Leerzaam is de vergelijking van het laatste jaar voor den oorlog met het eerste jaar na den oorlog. In 191314 waren de marine uitgaven slechts 48.7 millioen p. st. Dit jaar zijn dus zijn de uitgaven ruim 108.7 lioen p. st. hooger. In 19x314 telde het personeel 142.960 man, thans 275.000. Uit de memorie van toelichting tot de herziene begrooting blijkt o.a. dat er tijdens den oorlog gelegd zijn 65.000 Britsche mij nen in de wateren rondom het Vereenigd Koninkrijk en 8000 in de Middellandsche Zee. De Duitschers legden in de nabijheid van de Engelsche kust ongeveer 110.000 mijnen. ITALIË. Stakingen en ongeregeldheden. Een bericht uit Rome, d.d. 4 Dec., meldt: Uit volledige gegc/ens over de moeilijk heden in het noorden blijkt, dat te Milaan 480 menschen zijn gevangen genomen, vier dood en veertig gewond, te Turijn zijn 120 gevangen genomen, 2 gedood, twintig ge wond, te Bologne een gedood. Te Mantua hebben ernstige ongeregeld heden plaats gehad. Den 3en December was de staking afge kondigd door de Kamer van Arbeid, die tot kalmte en orde had aangemaand, maar eenige uren na het begin' van de staking namen de anarchisten de leiding en hitsten allereerst het gepeupel tegen de infanterie- kazerne op. waar geweerschoten werden gewisseld. Vervolgens deden zij een aanval op het paleis van den commandant van het legercorps, maar toen de zaken deze wen ding namen, trokken de anarchistische aan voerders zich terug. Toen de menigte, die voor een gedeelte uit vrouwen bestond, aan zich zelf was overgelaten, ging zij tot nieuwe excessen over. De menigte trok naar het station, vernielde de toestelllen en brak de spoorlijn op. Daarna werd de gevangenis bestormd. De wacht aldaar was niet. in staat het gepeupel tegen te houden en werd ont wapend. De commandant van de gevangen bewaarders, die naar de poort was gesneld om weerstand te bieden, werd gedood. De woeste bende maakte zich meester van de sleutels der cellen en stelde de gevangenen in vrijheid. De tooneelen, die toen volgden, zijn bijna niet te beschrijven. Allereerst stak men de gevangenis in brand. H'et lijk,van- dé vrouw van den hoofdgevangenbewaarder werd later gevonden. Vervolgens werden particuliere woningen overvallen en geplun derd. Gedurende dien dag werden geen ern stige pogingen aangewend, om de orde te herstellen. Den volgenden dag werd de stad door militairen bezet.. In den namiddag werd een vergadering gehouden, waar gematigde socialisten het volk trachtten tot kalmte te brengen. Twee van hen werden gedood en verscheidene ge wond. Volgens de laatste berichten is nu de rust hersteld. In 't geheel zijn gedurende deze twee dagen acht menschen gedood en 42 gewond. Zuid-Slavië en d'Annunzio. De Zuid-Slavische delegatie te Parijs meldt, dat zij verontrustende berichten berichten heeft gekregen over de plannen van d'Annunzio: 10.000 man van zijn troe pen zouden gereed staan Spalato en Cattaro aan te vallen. De delegatei heeft den Opper sten Raad meegedeeld, dat, ingeval d'An- nya, „of Ahaweh kan het. Ik heb het haar geleerd." „Best," antwoordde Ralph. „Dan vertrek ik morgen." HOOFDSTUK XI. Het vertrek uit de vallei. Ralph wenschte bij zijn vertrek uit de vallei geen gezelschap. Na wat gebeurd was, schéén het leven dag en nacht naast Nahnya, zonder ooit haar blikken even te ontmoeten, zonder een woord meer te wis selen dan noodzakelijk was bij het inrichten van een kamp, hem een uiterst geraffineerde marteling toe. Maar er was niets aan te doen. Nahnya zei, dat de tocht stroomop waarts te moeilijk was; zij moesten een an deren weg nemen dan ze gekomen waren, en dien weg moest ze hem wijzen. Charley zou meegaan, dat maakte dit maal veel goed. Den volgenden morgen ver trokken zij. Wat zijn instinct betrof om smart te verbergen, kon Ralph een Indiaan zijn, als de beste vertegenwoordigers van het ras. Niemand had op zijn effen gelaat kunnen bespeuren, wat voorgevallen was. Naturen als de zijne voeren slechts inwen- digen strijd. Hij was zich ternauwernood bewust, van wat om hem heen voorviel. Voor Charley scheen het vooruitzicht van een nieuwe reis niet weinig aanlokkelijks te hebben. Langzamerhand was de Indi- aansche jongen zich tegenover Ralph op z'n gemak gaan voelen. Zijn onbehouwenheid Ingezonden mededeellng. ^JJlllllllll!llllllllll!ll!llllllllilllllll||||llllllllllllllllllllllllllllll!ll!llllllllll!llllll!lllllllllllllllllilllllllllllllllllli^ 1 1 PLANTENBOTER 4 VOEDZAAM HEERLJK VOORDEELIG ''>>>'lT::<>»l!;il!!ll|lll|lllll!!llllll!illllllllllllllll>|i|IHI!inll|l|llllllllllllllll!lllllllll!lllllllllllllllllllll!IIIIIIIIIIII^ nunzio's troepen de demarcatielijn mochten overschrijden, de Zuid-Slavische troepen bevel hebben weerstand te bieden. De dele gatie wijst de verantwoordelijkheid voor de gevolgen af. RUSLAND. Sint Petersburg. Men schrijft uit Reval aan de „N. Rott. Crt.": Een Russisch student, die er dezer dagen in slaagde uit St. Petersburg naar Estland te komen, deelt aan de „Estonian Review", een uitgave van het Estlandsche ministerie van buitenlandsche zaken, eenige bijzonder heden mede over het leven in de Russische hoofdstad. Brood wordt gerantsoeneerd en één ons per dag wordt verstrekt, maar den „bour geois" wordt zelfs deze homoeopathische dosis onthouden. Men kan echter bij ket tinghandelaars ook brood koopen tegen den prijs van 150 roebel het (Russische) pond. Er zijn echter in St. Petersburg nog men schen, die zeer goed leven, maar daarvoor heeft men 3000 roebel per dag nóodig. De groote massa der bevolking lijdt gebrek en het aantal sterfgevallen is ontzettend. Pro fessor Lebedef, de voorzitter van de gezond heidscommissie, deelde onlangs in een offi cieel rapport mede, dat het sterftecijfer in de stad thans vijf percent per maand vbe draagt. De geheele stad lijkt op e*en groot hospitaal en er heerschen vele besmettelijke ziekten. De fabrieken verrichten slechts oorlogs- werk. Toen de arbeiders op zekeren dag dreigden te staken, werden in de fabrieken machinegeweren geplaatst .en de mannen met geweld gedwongen te arbeiden. Dé productie is ten zeerste verminderd. De Poetiloff-fabrieken, waar 10.000 man wer ken, slaagden er gedurende de zomermaan den in één locomotief te vervaardigen en drie andere te herstellen, terwijl vroeger bij hetzelfde getal arbeiders de wekelijksche productie twee locomotieven bedroeg, be halve het herstellingswerk van verschei dene andere machines. Om de productie te verhoogen zijn de fabriekscommissies ont bonden en is aan de directeuren een dicta toriale macht gegeven. Het stukwerk is weder ingevoerd en boven den gewonen arbeidstijd moet gratis overuren worden gewerkt „ten bate der gemeenschap". Om brandstöf te verkrijgen hakt de be volking de houtbestrating stuk. De bestra ting van Newsky Prospect en Morslcaja is reeds geheel verdwenen. De boomen in de parken aan de oevers van de Newa zijn alle geveld en allang opgestookt. OOSTENRIJK. De ellende te Weenen. De toestanden te Weenen werden 6 Dec. in de „American luncheon club" te Londen geschilderd door Sir William Goode, den bleek grootendeels aanstellerij, waarmee hij op blanke vreemdelingen indruk trachtte te maken. Hij sprak nu vrijuit met Ralph in een zonderling mengelmoes van Engelsch en Cree over datgene, waar hij belang fn stelde: over jagen, over beesten en over reizen. St. Jean Bateese, die met hen mee ging tot de opening van de goot, bleef aan Kalph's zijde, en gaf bij het afscheid duide lijk blijk, dat het hem speet, dat de gast al weer wegging. „Ik kan hen allen voor mij winnen, alleen haar niet!" dacht Ralph bitter. Voor het hol hen in zich opnam, sloeg Ralph nog een laatsten blik op het meer, met zijn groenen glans als van een pauwen- borst, op de machtige bergen, de kruinen naar het zonlicht geheven, op de glanzend groene weiden, met de witte berkenstam- men. „Ik laat mijzelf hier achter," dacht hij, en" grimmig klemde hij zijn pijp tusschen de tanden. Gedurende den langen tocht onder den berg door, sprak Ralph slechts eenmaal. Dat was toen zij den vogelverschrikker voorbij kwamen., en hij vroeg waarom die hier was neergezet. Charley verklaarde, dat hij diende om de wilde dieren op een afstand te houden. De lichaamslucht van de kleeren was daartoe voldoende* Op de plek, waar zij in het heengaan het laatst gekampeerd hadden in het woud, ge bruikten zij een maaltijd. Daarna haalde Nahnya met een gebaar van verontschuldi ging den blinddoek te voorschijn. „Dat is nu niet noodig," riep Ralph, rood Britschen bestuurder van het hulpfonds, die juist van die stad teruggekeerd was. Hij zeide, dat de toestand nog erger was, dan Hij vermoed had. Hij zeide: „Ik ben pas van Weenen teruggekeerd en heb het gevoel, alsof ik tien dagen in een cel was opgesloten geweest, beschuldigd yan moord. Ik logeer de in het beste hotel, maar noch eieren noch melk. In de bittere koude kropen de gasten bij elkaar in de onverwarmde hal, waar slechts één lichtje brandde. In mijn werk kamer moest ik werken met de jas aan, ter wijl de thermometer een graad boven vries punt aanwees. Eindelijk slaagde ik er in hout te krijgen, waarmee ik twee dagen een klein vuurtje stoken kon. Het kostte me 970 kronen, hetgeen voor den Weener nog evenveel beteekent als voor den oorlog. Het komt meermalen voor, dat het ver keer in de hoofdstraten stopgezet wordt om een groot aantal begrafenissen door te laten. Negen tiende der draagbaren bevatten kin derlijken. Ik meen, dat een onmiddellijk ingrijpen in de ellende in Centraal Europa noodzakelijk is om niet het gevaar te loopen van een zegepraal van het bolsjewisme, dat zich waarschijnlijk niet zou bepalen tot dat gedeelte van Europa." BINNENLAND. De toekomst onzer Marine. De gepensionneerde vlagofficieren G. F. Tydeman, W. Naudin ten Cate, F. Bauduin, G. L. Goedhart en J. Albarda hebben d.d. 5 December een open brief gericht aan de leden der Staten-Generaal, waarin zij, op grond van de ook in ons blad herhaaldelijk naar voren gebrachte motieven te kennen geven, dat in de M. v. A. door den Minister van Marine geen goede gronden aangevoerd worden voor het stopzetten van d,en afbouw der op stapel staande kruisers. Naar hunne meening bestaat er een groote kans, de te benoemen commissie tot het be sluit te zien komen, dat de bedoelde krui sers zeer waardevolle elementen zouden uitmaken van een kern van 'klein materieel, bestemd voor de verdediging der koloniën. Het komt hun van den Minister van Ma rine daarom onlogisch voor, alvorens het rapport dier commissie is uitgebracht, von nis te vellen over de op stapel staande krui sers, inzooverre de Minister bij voorbaat pertinent verklaart, dat zij niet in zijn systeem passen. Nog merken zij op, dat in verband met de groote afstanden, vliegtuigen voorshands in onze koloniën niet bruikbaar zijn zonder verplaatsbare basis. Hiervoor zijn kruisers onontbeerlijk. De mogelijkheid van vlagvertoon, ook door den Minister van Marine noodig ge acht, zal ophouden zoodra onze bestaande oude pantserschepen op gevaren zijn. Adressanten komen derhalve tot de con clusie, het stopzetten van den aanbouw van de kruisers ernstig te moeten ontraden, wordend. „Ik hoef niet gedragen te worden als een invalide 1" Nahnya zag hem niet aan, maar vroeg rustig: „Belooft u, nooit meer dezen kant uit te komen?" „Neenl" antwoordde Ralph oogenblik- kelijk. Hij had niet kunnen zeggen, hoe het woord hem op de lippen sprong. Misschien kwam het door die hoop, die zoolang het hart nog slaat, zich niet laat dooden bij iemand die liefheeft. Ralph werd geblinddoekt. Toen hij be loofde den doek niet weg te trekken, lieten zij hem de armen vrij, en zoo werd hij dan voortgedragen. Een waarschuwend instinct weerhield hem te zeggen, dat hij, wanneer hij dat verkoos, den heenweg toch zeker kon terugvinden. Daar zij steeds bergaf gingen, kwamen zij vrij vlug vooruit. Toen zij eindelijk stil stoifcen, en de blinddoek werd afgenomen, zag Ralph zich nog in het dichte woud, maar uit een gedruisch van stroomversnel lingen, dat hij nog even hooren kon, leidde hij af, dat zij bijna aan de rivier gekomen waren. „We zullen vannacht verder reizen," zei de Nahnya, „dan hoeft u geen blinddoek te hebben. Nu moest ge slapen." En Ralph sliep; den nacht te voren had hij geen oog dicht gedaan. Zij maakten hem wakker toen het avond eten klaar was. Toen zij gegetén hadden, kreeg Ralph den blinddoek weer voor, en werd hij opnieuw verder gedragen, maar daar hierdoor Nederland weldra geheel machteloos zal zijn ter zee, ook tegenover de kleinste mogendheid, en niet in staat tot behoorlijk vlagvertoon. Eerste oefentijd der militie en groot verlof. Bij den Raad van State is thans een wets ontwerp aanhangig tot het verkrijgen van de bevoegdheid om ten aanzien van de mi litielichtingen 1918, 1919 en 1920 voor wat den eersten oefentijd betreft tijdelijk van de Militiewet te kunnen afwijken, en deze té stellen op 6 maanden voor de onbe reden korpsen, op 12 maanden voor de be reden artillerie en op 18 maanden voor de cavalerie. Naar aanleiding van dit wetsontwerp is het noodig, dat wordt dit tot wet ver heven bekend zij op welke tijdstippen de verschillende dienstplichtigen met groot verlof zouden kunnen worden gezonden. De Minister heeft aan den chef van den generalen staf mededeeling verzocht van de data, waarop bij aanneming van dit wets ontwerp, met groot verlof zullen kunnen huiswaarts keeren: Cavalerielichting 1918, ingelijfd in het tijdvak 612 April, 37 Juni en 39 Au gustus 1918. b. Bereden artillerie 1918, ingelijfd in het tijdvak 812 April 19x8. c. Infanterielichting 1919, ingelijfd in het tijdvak 1620 Juni en 1620 Septem ber 1919. d. Wielrijders lichting 1918, ingelijfd in het tijdvak 1620 Juni 1919. e. Bereden artillerie lichting 1919, inge lijfd in het tijdvak 15 October 1918. f. Cavalerie lichting 19x9, ingelijfd in het tijdvak 1721 Maart en 1620 Juni 1919. Hierbij moet rekening worden gehouden, dat zij, die tot officier of ónderofficier wor den opgeleid, op een lateren datum huis waarts zullen keeren dan de overige dienst plichtigen, terwijl tevens ter kennis is ge bracht 'om te kunnen beoordeelen of er steeds een voldoend aantal manschappen onder de wapenen zal zijn, dat de inlijving van de lichting 1920 op de in artikel 72 der militiewet genoemde tijdstippen zal plaats hebben. De Amatei bulten haar oevers. Vrijdag steeg de Amstel iii die mate, dat het water boven op den dijk stond. Door den aanhoudenden en steeds 'krach tiger wordenden wind, steeg de rivier zóó, dat tegen den namiddag het water ongeveer 15 cM. hoog over den Amsteldijk stroomde. Bij de zjg. kruithuizen in de nabijheid van de Ouderkerkerlaan vond het water een uit gang en stroomde met 'kracht den Middel polder in. Onmiddellijk werden alle watermachinea met volle kracht aan het werk gezet om het water, dat de landerijen1 reeds deed onder- loopen, weer uit den polder in den Anistel te malen. Te ongeveer halfzes dreigde de dijk, daar, waar het water den polder instort, door te breken. In allerijl werd onder toezicht van den gemeenteopzichter en den burgemeester, die inmiddels ter plaatse verschenen was, een aanvang gemaakt met het maken van kaaien ter keering van het water. De dammen werden met bekwamen spoed vervaardigd, zoodat, toen het water uit den Amstel niet meer over den dijk kwam, het water dat binnen de omdamming, en binnen de huizen was gedrongen, den Middelpolder kon inspoelen. Ook te Buurt over Ouderkerk sloeg ter lengte van ongeveer 20 80 M. het water met kracht over den dijk en straatweg en deed1 verschillende woningen onderloopen. In één café steeg het water tot eene hoogte van 12 oM. Ook hier moest een kaai worden gemaakt. Zaterdagmorgen vroeg was de Amstel we der binnen zijne oevers getreden. slechts korten tijd. Zij kwamen uit op den oever der rivier, en hij werd op het platte rotsblok neergelegd. Hij hoorde hen de boot weer te water laten en de bagage stuwen. Toen werd hij op de dekens gelegd, en Nah nya en Charley zetten af. Ralph had ondersteld, dat zij althans voor een deel terug zouden gaan langs den heen weg. Groot was dus zijn verrassing toen hij het gedruisch der stroomversnellingen hoorde naderkomen, en er zich rekenschap van gaf, dat zij in tegendeel verder stroom afwaarts voeren. Onwillekeurig greep zijn hand naar den doek voor zijn oogen, maar zich te rechter tijd herinnerend, dat hij zijn woord gegeven had, liet hij hahar weer zak ken, grommend tusschen zijn tanden. Nahnya iets begrijpend van wat er in hem omging, zei: „Deze waterval is gemak kelijk te nemen, ik ken alle rotsen er in." Toen weer dezelfde ademlooze spanning, terwijl de hemel zich scheen te vullen met het gebrul der wateren: de plof omlaag en het neervallen; beneden, dezelfde plotse linge overgang tot een onnatuurlijke rust. Het was Ralph, als droomde hij in een af grond te vallen. Uit de snelheid -waarmee het geweld achter hem afnam tot een zwak gemurmel leidde Ralph af, "lat zij met een ongelooflijke vaart stroomai waarts werden gevoerd. Hij vroeg zich af, of ooit te voren iemand die niet zien kon, door groote stroomversnellingen was geloodst in een onhandelbare kano. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1919 | | pagina 1