NIEUWSBLAD VOOR
HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Jb. HARJER en Zn
VERHUIZINGEN.
Eeide Blad.
No. 5194
ZATERDAG 17 JANUARI 1920
48e JAARGANG
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
REDACTEUR-UITGEVER: C. DE BOER Jr., HELDER
Bureau: Koningstriat 29 - Interc. Telefoon 50
Ja. 2.6 8.3 4.18 6.— 6.35
Gemeenteraad van Helder.
Heldersche Meubeltransportonderneming
COURANT
ABONNEMENTEN BIJ VOORUITBETALING:
Heldersche Ct per 3 mnd. f 1.40, franco per post f 1.60. Buitenland f 2.40
Zondagsblad 0.57% 0.65. 1.05
Modeblad 0.95. 1.05. „1.30
Loss* nummers der Courant 4 ct.
20 ct.
ADVERTENTIE N.
p. regel. Ingez. mededeelingen (kolombr. als redact!oreele tekst) 60 ct.
Kleine advert. (gevr., te koop, te huur) v. 1 tot 4 regels 50 ct., elke regel meer 10
ct. bij vooruitb. (adresBur. v. d. bl. en met br. onder nr. 10 ct. p. advert. extra).
Bew.-exempl. 3ct Adv. op bep. aangew pl. worden 25 0 hooger berekend.
Op- en ondf8?nfl van Zon en Maan
en tijd v* h°°9water (Texel).
(Wintertijd.)
Maan Zon Hoogwater
ond.: op: ond.:V!mT:n!m.:
3.3 8.2 4.20 6.55 7.20
[2 4.5 8.1 4.22 7.40 7.55
(.33 5.118.0 4.24 8.10 8.30
;59 6.19 7.59 4.25 8.55 9.—
\3A 7.30 7.58 4.27 9.30 9.35
8.42 7.56 4.29 9.5510.10
Jan.
Zondag 18 m.
Maand. 19
Dinsdag 20
Woensd.21
Dond.d. 22
Vr\jdag 23
Zaterd. 24
flETENLAND.
Volkerenbond.
Donderdag ontving Clemenceau van de
volgende land® bericht, dat zij zich bij den
Volkenbond jansluiten: Spanje, Zweden,
Noorwegen, ixneinarken en Nederland
(onder voorbehoud van de goedkeuring van
het parlement), Zwitserland treedt tot den
Volkenbond toe, maar eischt de handhaving
zijner neutraliteit Zijn toetreding is nog niet
aanvaard.
De Opperste Raad.
Naar uit Parijs gemeld wordt, waren de
berichten over de oplossing van de Adriati-
sche quaestie roorbarig en is nog geen be
slissing genomen.
De Raad bedoot de onafhankelijkheid van
Armenië, Geoigië en Azerbeidsjan do facto
te erkennen.
De nlt te leveren Duitschers.
De Lord-kamelier van Engeland en Ignaoe,
de onderstaatsecretaris der militaire justi
tie, kwamen Dinsdag te Parijs samen. Zij
voltooiden de opstelling van de lijst der
Duitschers, schuldig aan misdrijven tegen
het gemeene recht, wier uitlevering ge
vraagd zal werden. De lijst omvat 880 na
men, waarvan Frankrijk er 330 op eischt. De
lijst wordt thans gedrukt, evenals een bege
leidend rapport van Ignace.
Bjj het opstfllen der lijst is er, volgens den
correspondent van de „Times", groote zorg
aan besteed oin er alleen de namen in op te
nemen van die mannen, welke schuldig zijn
aan misdaden, zoo stuitend, dat het voor
ieder beschaard land onmogelijk is hun een
schuilplaats te verleenen. Er zal de grootst
mogelijke openbaarheid worden gegeven in
Duitschland zelf aan de namen dergenen,
wier uitlevering wordt gevraagd, met volle
dige bijzonderheden over de misdaden, waar
van zij beschildigd worden. De geallieerden
hebben er mar gestreefd uit de lijst der
beschuldigde» te doen blijken, dat zij geen
wraak zoekei op den vijand, maar een ge
rechte straf Toor de misdadigers. Er bestaat
dan ook geeierlei plan om de uitlevering te
vragen van mannen zooals Hindenburg of
Ludendorf oi andere generaals, die den oor
log voerden en dit zelfs „rücksichtslos" de
den, doch die daarbij de geoorloofde grenzen
niet overschreden.
De Engelsehe lijsten omvatten, zooals van
zelf spreekt, een aantal personen, betrokken
bjj den duikbootoorlog, en de uitlevering zal
gevraagd worden van hen, die hun beman
ningen gelastten te schieten op Engelsehe
zeelieden, wier schepen getorpedeerd waren,
terwijl zij in het water met den dood worstel
den. De zaak van kapitein Fryatt zal ook een
gevangene opleveren en het is waarschijn
lijk, dat Tirpitz, die door zijn geschreven be
velen zijn persoonlijke verantwoordelijkheid
voor het barbaarsche karakter van den duik
bootoorlog vrij afdoende heeft aangetoond,
ook op de lifet zal voorkomen.
De quaestie van den ex-keizer zal met de
uiterste streagheid vervolgd worden.
BELGIE.
D« stakingen geëindigd.
Na besprekingen met de verschillende mi
nisters is d» staking bij de ministeries en
den postdienst geëindigd. Donderdagmorgen
zou het werk Worden hervat.
De staking bij de bladen te Antwerpen is
eveneens gcj'indigd. De typografen krijgen
een loonsveibooging van 18 francs per week.
OOSTENRIJK.
Storm In Oostenrijk.
Donderdag heeft te Weenen urenlang een
orkaan van buitengewone kracht gewoed,
waarop een geweldige regenbui gevolgd is!
Tal van voetgangers werden door windvla
gen van de been geworpen of door stukge-
waaide vensterruiten, neervallende muren
en dakpannen getroffen. De storm wierp
alles ondersteboven, planken woeien om, ven
sterruiten werden ingedrukt en uithangbor
den afgerukt Er is zware schade aangericht
en volgens de laatste berichten zijn er ook
twee menschenlevens te betreuren.
De Donau is sterk gezwollen en staat drie
Meter boven het normale peil.
MEXICO.
Een aardbeving.
Sanjoaquin. een dorp in de provincie Vera
Cruz met 3000 inwoners is door een aard
beving verwoest.
Het vergaan van de „Afrlque".
De „Anvers-ville", een van de stoomsche
pen, die de plaats in de Golf van Biscaye,
waar het stoomschip „Afrique" vergaan is,
heeft afgezocht, is te Plymouth aangeko
men. Het bracht geen overlevenden van de
„Afrique" mede.
Van de 465 menschen aan boord van het
vaartuig, zijn er dus maar ongeveer 40
gered.
BINNENLAND.
De uitlevering van den ex-Keizer.
Naar de „Daily Chronicle" uit Parijs ver
neemt, heeft de Nederlandsche Regeering de
Entente officieus meegedeeld, dat zij vast
houdt aan het Asylrecht ten opzichte van
den ex-keizer.
0
0
Het bovenstaande is de hoofdzaak van een
interessante correspondentie van M. H. Do-
nohoe, de correspondent van de „Daily Ohro-
nicle" te Parijs, die onder het hoofd: „Wat
zal er met den ex-keizer gebeuren", het vol
gende schreef:
Deze quaestie schemert aan den politieken
horizon, en binnen eenige dagen zullen de
„Big Three" praten over de mogelijkheid om
zich van den ex-keizer en zijn zoon te ver
zekeren, teneinde hen voor een Internatio
naal Hof te brengen.
Als het resultaat van mijn inlichtingen kan
ik meedeelen, dat Nederland, vooruitloopen-
de op een verzoek tot uitlevering van den
ex-keizer en zijn zoon, onofficieel en vriend
schappelijk aan de Entente-mogendheden en
haar vertegenwoordigers, die te Parijs zete
len, heeft laten weten, dat zulk een verzoek
de Nederlandsche regeering zeer tegen de
borst zou stuiten.
Nederland's standpunt is, dat het, in de
volle uitoefening van zijn rechten en prero
gatieven als onafhankelijke natie, moet vast
houden aan het asylrecht en weigeren den
voormaligen Duitsohen heersoher en zijn
zoon uit te leveren, die het als politieke ban
nelingen beschouwt.
De Nederlandsche regeering heeft aldus,
informeel, haar zienswijze aan de Entente
doen kennen, om ook daardoor mogelijke
onvriendelijkheden in de toekomst te ver
mijden en te voorkomen, dat zij gedwongen
zou worden op een officieel verzoek om uit
levering van den keizer en zijn zoon vierkant
met een officieele weigering te antwoorden.
Ter ondersteuning van dit standpunt, dat
gedeeld wordt door de voornaamste Neder
landsche rechtsgeleerden, wordt in het licht
gesteld, dat moord, brandstichting, valsch-
heid in gesdhrifte in overeenstemming met
wederkeerigheidsverdragen tussohen Neder
land en de voornaamste landen van Europa,
onder de mh drijven vallen, waarvoor uitle
vering wordt toegepast.
Het is gewoonte bij een aanvraag tot uit
levering wegens inbreuk op het gemeene
recht een saamvatting van het bewijsmate
riaal te voegen. Maar volgens de internatio
nale verdragen wordt voor politieke misdrij
ven niet uitgeleverd, en Nederland betwist
officieus, dat de ex-keizer schuldig staat aan
een misdrijf, waarvoor uitlevering is toege
staan. Ten rechte of ten onrechte, maar oor
logsverklaring door een Souverein staats
hoofd is niet opgenomen in de lijst van die
misdrijven.
Nu kan natuurlijk altijd een of ander die
naar der wet in Engeland in Bow Street tegen
Wilhelm von Hohenzollern een aanklacht
indienen wegens-moord en vragen, dat die
klacht vervolgd wordt. Maar een bezworen
verklaring-van-vermoedelijke-sohuld zal bij
de uitleveringsaanvraag in Holland moeten
overgelegd worden. Kan de Entente, tot ge
noegen van Nederland, bewijzen, dat de ex-
keizer schuldig staat aan moord of een ander
misdrijf, waarvoor wordt uitgeleverd?
Het schijnt wel, dat het volkenrecht den
gevallen monarch niet zal deren. Eminente
Fransehe rechtsgeleerden, met wie ik de
quaestie besprak, moesten met tegenzin toe
geven, dat het probleem heel lastig was,
als Hollands standpunt inderdaad is, zooals
gemeld wordt, dan is het wettelijk onaan
tastbaar.
Nederland mag, als het dat zou wenschen,
den ex-keizer en zijn zoon van zijn grond
gebied verwijderen of het mag hen beleef
delijk vragen de Nederlandsche grenzen
zonder verwijl over te steken, maar het ziet
er weinig naar uit, dat het een of ander
doen zal.
Een van de rechtsgeleerden, dien ik oan
hun meening verzocht, herinnerde er aan,
dat voor ongeveer elf jaar de Britsche regee
ring Frankrijk verzocht een bekend Indisch
agitator uit te wijzen, die verdacht werd van
opruiing en van moord. Clemenceau, die toen
ook aan het bewind was, weigerde, op grond
dat de man in quaestie op het asylrecht aan
spraak kon maken als politiek uitgewekene.
Nu is het niet noodig een parallel te trekken
tussohen het geval van den ex-keizer en van
den Indischen stokebrand, maar het is toch
buiten qifaestie, dat de ex-keizer met zijn
toevlucht in Nederland in een nieuw stadium
treedt
Voor zoover ik aan de weet kon komen,
kwam de officieuse stap van de Nederland
sche regeering niet geheel onverwacht voor
de Entente-rechtsgeleerden. Zij hadden zulke
tegenwerpingen voorzien.
Wat de „Big Three" zullen beslissen is niet
bekend, maar de quaestie moet zorgvuldig
bestudeerd worden, want een weigering van
Nederland om de twee Hobenzollerns uit te
leveren, zou een zeer delicate diplomatieke
situatie scheppen.
Het zou beteekenen, öf dat de Entente-
mogendheden zich soetsappig een slag in het
gezicht moeten laten welgevallen, öf hun ver
zoek door den gewapenden arm zouden moe
ten doen ondersteunen. Niemand in Entente
kringen, dat kan veilig gezegd worden, is be
reid zulk eén drastische methode te verde
digen als militair optreden tegen Holland
zou zijn.
Men kan kwalijk verwachten, dat de Vol
kenbond zijn officieel optreden zou vieren
door de rechten van het kleine Nederland te
schenden.
Grensincidenten.
De Belgische bezetting langs de Duitsche
grenzen treedt hoe langer hoe onhebbelijker
op. Bij Vaals en iets noordelijker, waar
drukker doorlaatposten zijn, gaat het nog
al, maar iets hooger op als Sittard, schijnt
het wel, dat de heeren hoe langer hoe bru
taler worden. Tusschen Susteren en Isen-
brück speelde zioh een paar dagen geleden,
's morgeus om 10 uur, weer zoo'n incidentje
af. Drie Belgische cavaleristen, waarschijn
lijk aan het patrouilleeren, waren de Neder
landsche grens genaderd op den grooten
weg, nabij Doorlaatpost No. 17. Een der Bel
gen reed over de grens op Nederlandsch
grondgebied, waar hij door twee rijksambte
naren uit Nieuwstadt werd aangeroepen, en
gelast werd halt te houden. De andere Bel
gische huzaren, die dat zagen, richtten hun
karabijnen op de kommiezen en dreigden
hen kapot te zullen schieten, zoo zij hun ka
meraad niet met rust lieten. De commandant
van den Doorlaatpost kwam er bjj, die de
zelfde bedreiging van de huzaren kreeg.
Door den Commandant Doorlaatpost is van
een en ander rapport gemaakt. Te Nieuw
stadt, waar onlangs twee heeren van hun
geld werden beroofd door Belgische huzaren,
is een pater van het Manaveld te Susteren
weer minder loyaal behandeld. Voorzien van
een behoorlijke pas, begaf hij zich naar het
naburig Isenbrück. Op den terugtocht, toen
hjj reeds 100 M. op Nederlandsch grondge
bied was, werd hij achtervolgd door eenige
Belgische huzaren, welke hem door geweer
schoten tot stilstaan dwongen. Bij hem geko
men op Hollandsch gebied, werd onder ge
vloek en getier zijn pas gecontroleerd, en
eerst daarna kon de pater den weg nnnr
Nieuwstadt vervolgen.
Internationale Financiede en Economische
toestald.
Bjj ontstentenis van den tijdelijken voor
zitter van den Ministerraad, jhr. mr. Ruys
de Beerenbrou<jk, heeft de secretaris-gene
raal in algemeenen dienst, mr. J. B. Kan,
Dondermiddag ontvangen de heeren mr. G.
Vissering, president van de Nederlandsche
Bank, en J. C. Termeuten, die ook namens
den heer J. van Vollenhoven, directeur van
de Nederlandsche Bank, door ongesteldheid
verhinderd deel van deze delegatie uit te
maken, den heer Kan overhandigde voor den
Minister en de Nederlandsche regeering een
memorandum, dat ten doel heeft de bijeen
roeping van een internationale conferentie
uit te lokken tot de behandeling van de zoo
dringend op oplossing wachtende economi
sche en financieele vraagstukken.
Donderdag werd dit memorandum mede
aangeboden aan de regeering der Vereenigde
Staten van Amerika, Engeland, Frankrijk,
Zwitserland, Denemarken, Noorwegen en
Zweden.
Reizen op verminderd tarief voor dienst
plichtigen.
Het Ned. Corr.-Bureau meldt thans, dat de
minister van oorlog a. i. de beschikking heeft
genomen,, waardoor alle dienstplichtigen
daaronder begrepen het reserve-personeel
beneden den rang van adjudant-onderofficier
(-vaandrig), en vrijwillig dienende militairen
beneden den rang van onderofficier, mits in
uniform gekleed, zich de mogelijkheid ge
opend zien om ten hoogste vier maal per
maand bij verleend verlof of bewegings
vrijheid te worden vervoerd in rijtuigen van
de laagste klasse tegen betaling van 40 pro
cent van de gewone burgervrachtprijzen.
Een wethouderscrisis te Amsterdam?
Naar het „Hbl." verneemt, is het geenszins
zeker, dat de beide sociaal-democratische
wethouders van Amsterdam, de heeren F. M.
Wibaut en S. R. de Miranda, leden van het
college van B. en W. zullen blijven. Binnen
kort zal hieromtrent de beslissing vallen en
het is hoogstwaarschijnlijk, dat de S. D. A. P.
niet langer geneigd zal zijn deel uit te maken
van het dagelijksch gemeentebestuur.
Het Incident op de post-Nieuwjaar-receptle.
Men zal zich herinneren, dat op de nieuw
jaar-receptie aan het 'hoofdbestuur der P. en
T. de commies Westrick zijn wantrouwen
uits-prak in de leiding van den dienst.
Na een onderhoud tusschen den directeur-
generaal en Westrick moet de laatste tot de
conclusie zijn gekomen, dat hij ten onrechte
de beschuldiging had geuit naar het
„Vad." verneemt.
In een vergadering van ambtenaren, die
ter nieuwjaars-receptie geweest waren, werd
daarop een schriftelijke terechtwijzing aan
Westrick voorgelezen. Deze laatste verklaar
de in de bijeenkomst andermaal, dat zijn be
schuldigingen ongegrond waren.
Verhooging van het gastarief.
De Rotterdamsche gemeenteraad heeft
Donderdagmiddag het amendement-Hollan
der, waarover in de vorige vergadering de
stemmen hadden gestaakt, tot invoering van
een uniformen gasprjjs van 15 cent per M*.,
met 22 tegen 18 stemmen aangenomen, waar
mede het differentieel tarief van 14 en 17
cent, door B. en W. voorgesteld, is vervallen.
Hoog water.
Donderdag werd uit Zevenaar gemeld:
De waterstand" wordt in den heelen omtrek
van Zevenaar met den dag zorgelijker.
Alleen de grootste verbindingswegen tus
schen de steden en dorpen staan nog water-
vrij. Voor tonnen gouds aan koren in de ge
scheurde landerijen is door het water bedor
ven. De dijkwachten zijn overal weder inge
steld.
Het wordt in dezen hoek van Gelderland
een ramp, zooals men zioh sedert menschen-
heugenis niet herinnert.
Te Maastricht bereikte de Maas Donder
dagochtend een hoogte van 4.82 M., dat is de
stand van den geweldigen watersnood in
1880, en op daling schijnt voorloopig geen
uitzicht te bestaan. De Meerserweg staat on
der water, de noodbrug op dien weg steekt
er slechts enkele centimeters bovenuit. Ook
het pompstation van de gem.-waterleiding
liep onder, waardoor de waterleiding niet
kon werken.
Te Venlo stond Donderdag het water op
sommige plaatsen tot midden in de stad.
Roermond is eveneens gedeeltelijk onderge-
loopen.
Donderdagmorgen is de Niersdijk bij Gen
nep bezweken. Een groot deel van het
plaatsje liep plotseling onder.
Zitting van Donderdag 15 Januari.
Afwezig de heeren Heijblok, van Breda,
de Zwart en Baak.
GEMEENTEBEGROOTING DIENST 1920.
Voortgegaan wordt met de
Algemeene Beschouwingen.
IWieer v a n O s wenscht te spreken over
de ^jstie der Burgerwacht, welke zaak de
heer Borkert in het geding bracht. Deze
heer heeft geen flauw idee van hetgeen de
Burgerwacht eigenlijk is, anders zou hij
van tegenstander een vurig voorstander
worden van dit instituut. Ook bracht de
heer Borkert de wethoudersbenoeming in
het geding. Spr. zeide bij interruptie op zijne
opmerking, dat geen uitnoodiging was ver
zonden, dat aan alle fracties eene uitnoodi
ging was gestuurd. Ware overleg gepleegd
met de andere fracties, dan zou wellicht toch
de heer Adriaanse als wethouder zijn aan
gewezen. De persoon van dien heer staat te
hoog Voor gekonkel en geknoei waarvan hij
beschuldigd wordt. Ook gelooft spr. niet, dat
de heer Adriaanse zich zal hebben geleend
om het urgentieprogram der vrijzinnigen te
onderteekenen. Wel te betreuren is het, dat
de heer Adriaanse zich buiten het rechtsche
partijverband heeft geplaatst.
De heer Staalman leest voor het be
ginselprogram der christen-democraten om
te doen uitkomen wat deze partij voorstaat
en met welke partijen samenwerking ge-
wenscht is.
Staan wij eenerzijds op het standpunt, dat
er een groep minder bedeelden in onze
maatschappij bestaat, welke niet alleen dient
te worden geholpen, maar voor wie een
forseh optreden alleszins gemotiveerd is,
anderzijds verwerpen wij den klassestrijd,
omdat de prediking daarvan moet leiden tot
een even wanhopige verwarring en grenze-
looze willekeur, als waartoe de overheer-
sching der aristocratie heeft geleid. Wij
plaatsen ons op het standpunt, dat wij ons
hebben te onderwerpen aan het wettig ver
kregen gezag. Zij het dan, dat we het volle
recht opeischen en dat zonder eenig voor
behoud om de overheid van land, provin
cie en gemeente er op te wijzen, dat ze het
recht mist, de rechten van welk deel der
bevolking dan ook te verkorten of te be
knotten.
Een samenwerking is niet alleen moge
lijk, maar is krachtens ons beginsel opge
legd, met die partijen, die willen helpen,
steunen en schragen, die groepen in onze
samenleving, welke door den nood der om
standigheden dreigen onder te gaan, of voor
wie het leven niet geeft, dat, waarop zij
krachtens de uitdrukkelijken wil van God
recht hebben.
Mijnh. de Voorz. als wij deel van dit Col
lege uitmaken, zijn wij ons van onze ver
antwoordelijkheid tegenover God en men
schen ten zeerste bewust. Wij hebben op
grond van bovengenoemde verklaring de
plicht en de heilige roeping, om met alles
wat in ons is mede te werken aan het waar
achtig belang der bevolking en aan den bloei
van onze gemeente. Wij verwerpen dan ook
ten zeerste de door een lid van het college
van B. en W. in een vorige vergadering uit
gesproken veronderstelling, als zouden wij
om de volksopinie ten onze gunste te stem
men, er voor te vinden zijn, allerlei ook dik
wijls ongemotiveerde verhoogingen van trac-
tementen en anderszins voor te stellen.
Mijnh. de Voorz.: Ik wensch, mede na
mens mijn partijgenoot ohomwonden te ver
klaren, dat het onze bepaalde wensch is,
mede te werken tot opbouw van onze in zoo
vele opzichten ontwrichte samenleving. Toch
meenen wij een woord van protest niet te
mogen achterhouden over de wijze waarop
wij door de liberale meerderheid van voor
heen zijn geboycot en miskend. In niet een
enkele oommissie door den Raad benoemd,
koos men een der onzen. Zelfs in de stem-
bureaux, waar men Jan en alleman bjj haal
de, vond men het niet noodig een C. D. te
doen zitting nemen. Men zou jaren terug
misschien hebben kunnen volstaan met de
bewering, er zijn onder hen geen geschikte
menschen, want het zijn in hoofdzaak arbei
ders. Maar M. de V., de laatste tijd leerde
Ingezonden mededeeling.
Behangerij: Spoorstraat 49. Sleeperlj: Spuistraat 8.
Door het gebruik van groote wagens en vakkundig
personeelhet meest aangewezen en tevens
het goedkoopste adres ter plaatse.
Eischt vlugge en nette bediening.
ons.toch zeker wel iets anders. De liberale
heeren hadden dan ook al lang hun stand
punt verlaten. Immers zij kozen, zij het dan
misschien uit andere overwegingen, voor de
uitvoering van de distributiemaatregelen
juist in hoofdzaak S.-D.
Er zal door mij niet gesproken worden
over de toch wel iet wat zonderlinge houding
van de meerderheid van den raad, toen zij
bij de benoeming der verschillende commis-
siën van bijstand, het beter vonden, mij per
soonlijk voor een dergelijke commissie niet
in aanmerking te doen komen.
W ethoudersbenoeming. Spr. sluit
zich aan bjj het door den heer van Breda
gesprokene en begrijpt niet, dat met name
de wethouder van finantiën onder die om
standigheden als zoodanig durfde zitting
nemen. Hij is niet een der onzen. Hij heeft
door die daad onze sympathie verspeeld en
eerst dan zal er een goede verstandhouding
kunnen komen, een verstandhouding waar
op wij hadden gehoopt en waar naar wij
nog vurig verlangen, wanneer hij een kloek
besluit neemt en zijn plaats als wethouder
verlaat.
Den Helder heeft noodig dat de partijen,
wier bedoeling het is werkzaam te zijn in
het waarachtig belang der gemeente en hare
bevolking, naast elkander staan en elkaar
door wederzijdsoh vertrouwen helpen om te
komen tot het beoogde doeL
Den Helder zal, hier ben ik zeker van,
nog zeer moeilijke tijden moeten doorma
ken. Er is door allerlei omstandigheden een
toestand geboren geworden, welke, wanneer
niet alle krachten samenspannen, voor den
Helder noodlottig kan zijn.
M. d. V. er staat ons tweeërlei te doen,
eersten zuinig zijn en eën goede finan
cieele politiek voeren, er voor zorgen,
dat wij houden wat wij hebben. En ten twee
de er dienen gezonde maatregëlen genomen
te worden, om, wanneer het ooit mocht ge
beuren, dat den Helder naar andere bron
nen van inkomsten moet uitzien, er gelegen
heid zij, daartoe te komen. M. de V. ik ben
het niet eens met hen, die zoo optimistisch
over den Helder spreken en schrijven. Het
komt mij voor, zeer onverstandig te zijn, de
zaken rooskleuriger voor te stellen dan zij
zijn. Het is struisvogel-politiek, of nog erger,
wanneer men de dingen anders gaat voor
stellen dan ze werkelijk zijn.
Er is van het werken van de economi-
sohe commissie nog niet veel naar vo
ren gekomen, zjj het dan, dat zij, blijkens
het antwoord van B. en W. op de alg. be
schouwingen, zwanger gaat van de gedacht
te om een gesalarieerd ambtenaar aan te
stellen.
Ik ben zoo vrij, M. de V., te meenen, dat
wij niet alleen aan een dergelijk ambtenaar
niets zullen hebben, maar dat het zal blij
ken, juist verkeerd te zijn geweest, de zoo
groote en velerlei belangen te leggen in de
handen van den enkeling.
Tot mjjn spijt, M. de V., heb ik niet in een
enkel geschrift van deze optimisten goede
gronden kunnen ontdekken, waarop zij deze,
hunne meening hebben gevestigd. Ik ben
bang, dat de begeerte om tot grooten hloei te
komen, hun parten speelt, terwijl er ander
zijds, het spijt mij het te moeten zeggen, ge
weldige oppervlakkigheid in aan den dag
wordt gelegd. Nog eens, wij zijn niet gehol
pen met optimisme alleen. Wij moeten heb
ben de waarheid, die doet komen tot de for-
sohe kloeke daad.
Zoo straks is door mij gezegd geworden,
dat wij moeten komen tot zuinig en econo
misch beheer en het spijt mij het u te moe
ten zeggen, door den vorigen raad, althans
door zijn meerderheid, is een financieel
beleid gevoerd, dat oorzaak is, dat onze
gemeente op dit oogenblik in zoo'n bittere
financieele moeilijkheid verkeert. Ik behoef
ten bewjjze daarvoor maar te wijzen op de
verbetering van het Heldersche kanaal. Ze
ker er moest aan dien toestand zoo mogelijk
een einde komen, maar zoo mogelijk M. de
V., die verbetering zal ons straks zoo onge
veer een V> millioen kosten.
Het is onverantwoordelijk en het getuigt
van slecht financieel beleid, dat men deze
zaak op die wijze heeft aangepakt. Den
Helder heeft niet het recht om voor een der
gelijke zaak een zoo groote som beschikbaar
te stellen.
Of het verstandig was, om toen men op
andere plaatsen de brikettenfabriek
sloot, er hier een te bouwen, meen ik ern
stig te moeten betwijfelen. Of de raad daar
voor de verantwoordelijkheid draagt, of de
genen, die hem in deze had te adviseeren,
zal ik niet navorschen. Alleen mag ik het
feit oonstateeren, dat het voor onze ge
meente een ontzettend groote strop is.
De gem. gasfabriek moest nieuwe
ovens hebben, ook daarmee gaat een ontzag
gelijke som gepaard, terwijl men heusch nu
niet zoo'n ver-vooruitzienden blik behoeft te
hebben, om te zien, dat ook de?e nieuw
bouw geen voordeel, maar nadeel zal ople
veren. Is er door B. en W. iets gedaan, om
wat bleek verkeerd te zijn, in andere banen
te leiden? Blijkens het antwoord op het alg.
rapport, excuseeren zij zich, door te zeggen,
dat zij nog zoo «kort aan het bewind zijn.
Maar is het niet onverantwoordelijk, dat
zij, wat b.v. aangaat de uitgave voor het