De heer Baak: Die voorstelling is on juist.. Spr. zal dit aantoonen. De heer Adriaanse: Laten de heeren deze zaken tot betere gelegenheid bewaren en ze niet aan andere koppelen: Spr. is be reid op te staan ais dé meerderheid van don Na alles wat we gehad hebben. Totaal Overleden Vertrokken dan hier, zegt de voorzitter. Dat komt na- tuurljjk niet door de C. B., maar door den j technischen dienst, die zoo uitstekend is. Toen we geen O. B. hadden, kwamen de ge meenteverslagen vroeger, ook de begrooting. i De dienst deugt niet, wij m'oeten zeil thuis I raken in hét bedrijf, dit zoo goedkoop mo- i gelijk maken. De huidige staat van ambte- naren absorbeert alles. Spr. heeft destijds, bij een hem opgedragen onderzoek, gezegd, stel niet weer zooveel ambtenaren aan. Maar toch kwamen er voortdurend meer, irf alle I diensten. Spr. heeft de overtuiging, dat de Centr. Boekh. over eenige jaren opgedoekt wordt Uittreden Biersteker. De heer Biersteker sprak van „eer", van dem. vrijz. in stede van vrijz.-dem. Dit is woordenspe- j len. De heer B. zegt dat op den duur de I partij er meer nadeel van zal hebben dan hij zelf. Spr. is van oordeel, dat het beter is voor eene party om dan maar wat kleiner te I zyn en éénsgezind. Moge de heer B. nog I overtuigd worden, dat het beter is in het party verband terug te keeren! Degeen, die in de S. D. A. P.'uit den band is gesprongen heeft araende honorable ge- j maakt. Moge de heer Biersteker dat straks 1 óók doen. De Voorzitter verdedigt de O. B. Op alle ryks instellingen wordt of is" zy inge voerd en steeds was daar alles in orde. An- j aero gemeenten gaan O. B. invoeren. Die kwestie van dio correspondentie was Juist, j daarover waren we het eens. De administra tieve gegevens wyzen thans uit, dat de fos-1 faatfabriek met verlies werkt. De admlnis- j trateur moet dit onder de oogen van den teehn. dienst brengen. Maar onmiddelUjke stopzetting behoeft daarom nog niet te ge schieden. Tegen de O. B. bewijst dit niets. Te late indiening der begroo-l t i n g. Alkmaar zonder O. B. was later dan I wy, trouwens, welke gemeente is niét laat. I Dat heeft andere oorzaken. Verkeerd toege past, kan het beste slecht worden. Het in stituut moet nog inburgeren. Noch techni sche, noch administratieve dienst verandert door de C. B. Aan de marine wordt zy thans ook uitgebreid. De heer Grunwald dupliceert. De di recteur- van Amersfoort wil weg; hy wil geen marionet zyn, heeft hy gezegd en niet alleen zyn om maar gas te maken. Do O. B. kan de technische leiding niet op zich ne men. De boekhouding is ondergeschikt aan de leiding; bier is het omgekeerd. De nieu we directeur der reiniging kwam hier als oen kat in een vreemd pakhuis. Niemand kon hem inlichten; toen spr. er zich moe be moeide pas is dat gebeurd. Do Voorzitter zegt, dat de verbetering der gaspryzejn van den technischen dienst is, wien daarvoor hulde toekomt. De heer van der Veer zegt dat de on wetendheid van den directeur der reiniging niet de schuld is van de O. B. De heer Grun wald had als voorzitter der commissie eene vergadering dienen te beleggen om dien direpteur in te lichten. Dat is niet gebeurd, de eerste vergadering met ,dien ambtenaar had plaats onder den heer Verstegen, en alles bleek nog by den heer Boon te zyn. De heer Zondervan merkt op, niet te hebben gezegd, dat de pl. dir. bel. te hoog was, Wol zeida spr., „als het zoo doorging", hetgeen iets anders is. De heer Bot wenscht by het artikel Vis- schery over den achteruitgang, die ter sprake kwam, te spreken. De heer Van Os: Het antwoord van B. en W. inzake de volkshuisvesting wekte den indruk, alsof we op .een koopje vit waren, hetgeen niet het geval is. Men zegt, dat zoo goed gefinancierd is, maar er is willens en wetens veel geld weggegooid. Als er in den Raad op gewezen werd, had dit een schou derophalen van het betrokken raadslid ten gevolge. Dat is echter een duur schouder ophalen geweest. In 1916 kostten 68 woningen ƒ2400.per stuk, thans het dubbele. Plus wat er nog aan renteverlies bykomt. Ook de 07 woningen aan den Brrkk&eveklweg waren klaar geweest voor 2700.Nu is alles duurder geworden. De heer Adriaanse antwoordt op ene opmerking in de vorige verga»' ri. g betref fende de werkzaamheden van het college, dat deze régeling zal worden nagegaan zoo dra het college weder voltallig is. Thans enkele persoonlijke zaken. Spr. heeft- eenlgo besliste verklaringen afgelegd, en Let speet spr., dat de heer Van Breda er niet was. Deze heer is niet voldaan over dé verklaringen in den vorigen raad door spr. afgelegd. Ook de heer Staalman is niet be keerd.' Spr. was getroffen door de beschuldi ging, dat hij achter den rug van rechts heeft gekonkeld, alsook dat hy het urgentiepro gram had onderschreven. Aan spr. is een schryven van hechts gezonden. Spr. heeft verklaard, dat door hem geen overleg is ge pleegd, geen conferentie gehouden, geen pro gram is onderteekend en heeft gezegd: maak mij dit waar, dan verdwyn ik Toen waren de documenten er niet. Waar zyn ze dan nu? I Het Volk? Is dat betrouwbaar? Neen, de hee- ren kunnen nog niets bewyzen. Do heer Staalman heeft den vorigen keer zyn begin- selbelydenis voorgelezen. Bedoelde de heer Staalman daarmede de gedragshjn door hem te volgen in zyn gemeentepolitiek? De heer Staalman: Natïïuriyk!"™ De heer Adriaanse: Als gij u beroept op uwheilige roeping en op-Gods woord, mag ik dan vragen of gij u daaraan gehou den hebtidoor mij valschelyk te beschuldigen en niet, ingevolge het bybelwoord, uw broe der eerst by u laten komen? De heer Staalman: We zyn met zyn drieën by u geweest, en gy wilde niet komen! De heer Adriaanse: De heer Staal man moet zich nu niet zenuwachtig maken. Als men zyn naaste beschuldigt 'van het ple gen van verraad en spr. toont de onwaar heid aan, en men gaat dan niét naar hem toe, maar naar bulten, naar een ander. De heer Staalman: \Ce zyn by u ge weest. De hee"r Adriaanse: Er zyn drie hee- ren by my geweest met verzoek een stuk te onderteekenen. Raad spr. het vertrouwen opzegt. Maar voor la^eraars gaat spr. niet op zy. Spr. is als vrij man gekomen, zpnder verbintenis, zonder één letter op schrift. Spr. zal thans van de zaak afstappen. De uitingen van hedenavond verplichtten hem er nog even op terug te komen. Spr. had verwacht, dat men ongeUjk zou hebben er kend. Spr. hecht voor het vervolg meer waarde aan de woorden van links dan aan die van rechts. De heer Baak had niet gedacht ook nog aan den slag te moeten. Maar de alg. be schouwingen raken meer de wethoudersbe noeming. Nu komt de heer Adriaanse met dit schryven. Dat is het kardinale punt. Er zyn drie mannen geweest by den heer Adr. met het verzoek een stuk te onderteekenen. Spr. spreekt dit tegen. Toen die zaak han gende was, zyn in de vergadering door de rechtsche club uitgeschreven de dingen in onderling verband eenigszins uit elkaar ge rukt. De algemeene indruk was, dat de heer Adriaanse wethouder zoude worden, by de l*esprekingen liepen daarover de hoofden warm. Op eene tweede vergadering was de heer Adriaanse, de secretaris, afwezig. Spr. nam geen genoegen met de zienswyze der heeren en er werd eene oommissie benoemd, bestaande uit de heeren Spruit, van der Veer en Baak om alsnog naar de woning van den hoer Adriaanse te gaan en de kwestie met hem te bespreken. Getracht zou worden don heer Adriaanse ter vergadering te krygen. De heer Adriaanse had toen mee moeten gaan; hy ware evengoed wethouder gewor den en zal nooit kunnen bewyzen, dat op do eerste vergadering reeds het besluit geval len was hem geen wethouder te maken. De heer Adriaanse: U hebt my toen niet gezegd wat u my te zeggen had, maar hebt my vragen gesteld. - De heer Baak betreurt het, dat onder die omstandigheden de heer Adriaanse het wet houderschap aanvaard heeft zonder bespre kingen met de rechtsche club te houden. De heer Adriaanse: Myne weigering om te confereeren berustte óp mijn herhaal de verzekering, dat uw standpunt om den wethouder aan banden te willen leggen ooi- juist was. De heer Biersteker wenscht aan het adres van den heor*van Breda eenige woor den te zeggen. Spr. meent, dat het in de eerste plaats van belang is, dat men weet, waarom links den heer Adriaanse als wet houder koos en niet den candidaat der rech- terzyde. Er is gesproken van „konkelen", spr. krijgt echter den indruk, dat de zaak is verdoezeld. De heer Staalman spreekt over den brief, die aan Jinks "was gericht, en die niet by de andere leden bekend zou zyn. Dit Is onjuist; de brief was aan alle leden bekend, en het antwoord werd verzonden na kennisname door allen. Wy wilden niet on derhandelen met iemand, die niet erkend was. Wy konden ge enwethouder aanvaar den, die bij voorbaat aan banden was ge legd. Of hy in het openbaar die vrijz. poli tiek moest verdedigen of in het geheim, doet aan de zaak niets af. Het college is homo geen, en door den brief was die homogeni teit uitgesloten. De heer vanBreda: Doordat de linker zijde geene samenwerking wilde. De heer Biersteker: De v.-d. hebben overleg gewild, spr. heeft dit persoonlyk tegen den heer Adr. gezegd, en spr. is ver zekerd, dat er van onderhandelingen niets kwam tengevolge van het zwygen der s.-d. Wy hebben toen gezegd: dan moeten wy niet den man hebben, die op deze voorwaarden ingaat. Spr. is toen persoonlyk by den heer Adr. geweest en heeft gesproken over het urgentieprogram, dat juist gepubliceerd was. De heer Adr. vond, dat dit nog niet zoo ver ging als het hunne. Als rechts prijs had ge steld op onderhandelingen, was daar niets tegen geweest, zy waren afgebroken en wy konden niet anders. Den heer Borkert antwoordt spr., dat hy hem het huppelend veulen heeft genoemd, omdat hy nog veel leeren moet alvorens hij een paard kan worden. Op het terrein der praktische politiek heeft deze heer getoond nog niet de ware zeebeenen te hebben. Zyn voorstelling betreffende de revolutie waren in lijnrechten strijd met die van zyn eigen partygenooten. Wat betreft het waarschuwen tegen opdrij ven der loonen, spr. denkt ook aan andere zaken. Tegen de heer Borkert zegt spr.: als gij u in het kleed van thans blijft vertoonen, willen wy gaarne met u samenwerken in het belang van het volk. Maar de revolutie-ge dachte moet op stal worden gezet. De algemeene beschouwingen zyn hier mede afgeloopen. (Ongecorrigeerd). (Wordt vervolgd). INDUSTRIE. Te Vaassen (gem. Epe) wordt een groot terrein gereed gemaakt tot vestiging van een Duitsche yzergieterij, zoo luidt een bericht in de bladen. Blykbaar ziet dus die Duitsche firma meer heil voor haar bedryf met het in Nederland utt te oefenen dan In Duitschland. Met de onzekere toestanden in dat ryk en de geweldige bepalingen van het vredesver drag waaraan men heeft te voldoen, zal mis schien de ontreddering van het oeoonomlsche leven nog lang voortduren. Te verwonderen zal het dus niet zyn, dat vanuit Duitschland meerdere pogingen zul len worden aangewend om bedryven naar Nederland te verplaatsen, waar meer stabiele toestanden bestaan. Waar men hier zoekt naar middelen om het industriëele leven van Helder te vergroo- ten, kan misschien in die richting iets wor den gedaan. De belangrijke artikelen van den heer Saunders in Uw blad wezen er ook op, dat getracht moest worden het kapitaal naar Hel der te trekken. Bovendien is er al van verschillende kan ten op gewezen, dat men ook wat moet aan bieden. Als er nu terr. in kan worden be schikbaar gesteld en men weet in Duitschland daar aandacht v,oor te vragen, zou het dan zoo onmogeiyk zyn om ook Duitsche indus trieën naar onze stad over te planten? Welk lichaam wil in die richting werkzaam zyn? Het bovenstaande is bet opschrift van een artikel in de (Engelsche) „New Statesman", waarin ontgoocheling zich lucht geeft in sar casme en het beloofde'tegenover de werke lijkheid gesteld wordt. Het is duideiyk, zegt de schryver, dat men heel wat gewicht hecht aan bejoften. Anders zou iedereen niet altyd beloften doen of an deren dwingen om ze te doen. De kerk zal u niet doopen of trouwen zonder een belofte. Gy kunt niet in het leger of het parlement komen of in een jury zonder belofte. De eenige menschen, die niet in beloften doen, zyn geldschieters. Zy beweren in hun adver tenties simpele Symens te zyn; maar als gy hen aan hun woord houdt, zult gij merken, dat zy u eon hoogst onaangenaam persoon zenden om naar uw inboedel te kyken, en zult gy een smerig stuk te teekenen krijgen op de plaats waar een X staat. De meesten onzer verachten geldschieters, maar zyn zy niet eigenUjk de ware deskun digen in het menscheUjk karakter, zy en de lommerdhouders? Voor een lommerdhouder beteekent uw belofte uw woord niet: het be- teekent uw horloge of uw rok Op het oogenbük leven wy te midden van de puinhoopen van een wereld van beloften en betuigingenpuinhoopen die geen we dergade hebben by die wolke eenige aard beving of natuurramp heeft veroorzaakt. Het lijkt nu als iets,dat in een verre wereld ge beurd is, toon do democratieën .ton oorlog trokken, omdat eon groote natie een belofte gebroken had. Een gebroken belofte scheen in diOydagen eon merkwaardigo rariteit, zoo als het ei van de groote alk of een kalf met twee koppen of een dame met een baard. Er zyn fotografieën van genomen en vertoond. Barnum en Bailey hebben nooit iets te kyk gesteld, dat een duizendste van het succes had van het „vodje papier." Een gebroken woord niemand had by zyn leven ooit zooiets gezienAls wy vroe ger nooit deugdzaam waren geweest, dan' waren we het nu. Wy lijfden den hemel in en stonden op de pyiers van de schitterende poorten, tenrijl wy op trompetten bliezen, waarop anders slechts engelen blazen. En hoe slechter de \djand werd, hoe beter wy ons zeiven voelden. Do heer Lloyd Georgo, zoo vernemen wy, overreedde zichzelf, dat hy óf eon van de twaalf apostelen was óf een buitengewoon verheven aartsengelWaart gy, geest van Schopenhüuer, maar op onze aarde teruggekeêrd in die gelukkige dagen, dan zoudt gij uw pessimisme afgelegd heb ben, zooals een arme man, die geld krygt, een broek weggooit, waar een gat in zit Wy zeiden dat liógen ondenkbaar was; dat het gezag van den sterke over den zwakke ondenkbaar was. En stellig beloofden wy een nieuwe wereld, hetzy direct of Indirect, zoo dra wy maar bevrijd waren van de nacht merrie van het Pruisische militairismo. Als de jongelingen van het land ey de arbeiders in den geest lommerdhouders waren geweest, dan zouden zy de staatslieden'misschien om substantieelere beloften gevraagd hebben, die minder gemakkelijk verdwynen dan ge vleugelde woorden. Zy helden echter tot poëzie over'en vonden het gemakkelyker te gelooven dan te loochenen. Zy beseften niet, dpt in zulke kwistige dingen een staatsman zyn woord niet kan houden zonder zichzelf te verliezen. Hy is wat zyn verleden hem gemaakt heeft iemand die het als zyn karwei beschouwt, niet om een nieuwe wereld te scheppen, maar om met behulp van Lijm en kleefpleister en stukken touw de oude wereld te verhinderen in stukken te vallen. Zyn opvatting van een wet is iets om een scheur te herstellen, een stuk papier om een gat in het raam te dich ten. Als de wereld nu vol scheuren lykt, komt dat omdat de staatslieden aan een ge scheurde wereld de voorkeur geven boven een heele. Maar waarom hebben zy zich tij dens den oorlog moeite gegeven, om iets an ders te beweren? Waarom hebben zy propa gandisten te hulp geroepen om te getuigen voor zulke grootsche dingen als democratie, ridderlijkheid, vrijheid, gelijkheid, broeder schap en wat al niet? „Er waren, dat geven we toe", vervolgt de schryver, „eenige cynici in die gouden eeuw der deugd, die ons waarschuwden om de be tuigingen der staatslieden niet al te ernstig op te vatten. Telkens als de vijand een mis daad beging, antwoordden zy tot onze ver ontwaardiging met de opmerking, dat wy in dezelfde omstandigheden precies dezelfde misdaad zeiven begaan zouden hebben. Dit droeg er natuurlyk toe by, om onze veront waardiging te verdubbelen, want wy waren nu verontwaardigd zoowel ter wille van ons zeiven als terwille van de deugdzaamheid. Toen Duitschland België binnenviel, haalden zy hun schouders op en vroegen ons, of ook wy niet, in gelijksoortige omstandigheden, de rechten van een kleine natie onderge schikt zouden maken aan onze eigen, in een strijd op leven en dood. Wy antwoordden met een woedend: „Neen!" Toen Duitschland schrikaanjaging ging toepassen, vroegen zy ons, of wy ook niet, als onze troepen in het hart van een vyandige bevolking waren, onze toevlucht zouden nemen tot vreesaanja- ging om erger dingen te voorkomen en zoo doende een, op stuk van zaken, mensohlie- venden maatregel zouden toepassen. Wij antwoordden weer met een nijdig „Neen!" Zij zeiden ons, dat, als wy in Duitschland's toestand geweest waren, wy een ohbeperkten duikbootoorlog gevoerd, open steden gebombardeerd zouden hebben en zoo meer. De eenige Duitsche misdaad, waartoe zy ons niet in staat achtten, was het in den steek laten van aan typhus Ujdende patiënten in een gevangenkamp. Onze hou ding was tegenover de cynici echter on wrikbaar. Zy waren zoo weinig talryic en zoo onpopulair, dat zy zelfs geen spreekbuis in de dagbladpers hadden. De overigen van ons zeiden hun zonder blikken' of blozen, dat er sommige dingen waren, waartoe wy in geen omstandigheden, die denkbaar waren, in staat zonden zyn. Wy hielden' een volstrek- ten standaard van deugdzaamheid hoog. en wy beweerden, dat geen natie daar onder eenig voorwendsel van kon afwyken, zonder zichzelf met eeuwige schande te brandmer ken. Maar zelfs de cynici durfden ons niet waarschuwen, dat wij, vóór de haan drie maal gekraaid had, Amritsar zouden kry gen. Als de cynici ons zelfs het tegen woordige régime van Lord French in Ierland voorspeld hadden, ©en régime, dat op zich zelf een schande is, dan zouden wij gezegd hebben: „Onmogeiyk. Wy leven niet meer in den tijd van Elizabeth". „En wiens schuld is het hoofdzakelyk dat onze optimistische gerustheid te schande ge- Lw-rnTri-JHTr I Wleringerwaard, wanneer dit noodzakeiyk maakt is? Het is, gelooven wy, hoofdzakeiy den boezem moet ^^1^ de fout van staatslieden geweest, die m dit is, "»-■- - geval alle beginselen verloochend hebben waarvoor zij de vrije volken van de wereld uitgenoodigd hadden te vechten. De staats lieden hebben ons in den nek gezien. Aan de wereld is de gerechtigheid onttroggeld, die zy wenschte en zoo lang wy geen staats lieden krijgen met gevoel van eer, waarheid en gerechtigheid, kunnen wy weinig meer verwachten dan een duel van bitterheid en misdaad tusschen de regeerders en de ge- regeerden. Ja, na alles wat wy gezegd heb ben;Geest van Schopenhauer, blijf rus tig in uw graf; het scWjnt dat gy gelyk hebt gehad." INGEZONDEN. Mijnheer de Redacteur. Verzoeke beleefd plaatsing voor onderstaand schrijven, daarvoor mijn dank. In dezen tijd hoort men niet anders dan „demo cratisch" en „niet-democratisch". maar hoe het zij, ik vond Woensdagavond, toen de heer ilr. Oud hier sprak over het Marine-vraagstuk, de blaam, die door den heer Heringa op het verpleegsters- personeel geworpen word, alleebehalvo democra tisch, om voor oen enkeling een hf '1 groep ver pleegsters te kleineeren. Hot is dan ook weer net als altijd: do man mag allos, do vrouw niets." Nu blijkt dan vorder, dat hot H.B. van do Veroeniging voor Vrouwenkiesrecht tordogo goujk had, dat wo nu juist do niouwo Veroeniging van Neder- landsche Staateburgorossen zoo stork mogoliik diendon to- makon. aangezien wo van hcol voel mannen nog geon steun bohoovon to vorwachton. Dit geeft mij aanloidlng aan to radon voor al het vrouwelijk personeel, van .welke branche ook. zoo veel mogelijk lid te worden van bovengenoemde Voreoniging, door wij binnenkort een sprookster van hot H.B. hlor krijgen om do zaak nader uiteen to zotten. Dus hoop ik, dat gehuwde vrouwen en moisjoe boven 18 jaar zich zooveel mogelijk op geven als lid bij de 2e Secretaresse, Mevr. VAN VLIET-WICKEL, Hoogstraat 127. UIT DEN >MTRE& Anna Panlowna. Donderdagavond 16 Januari vergaderde de Handeldryvende en Industriëeele Midden- standsvoreenlging in 't lokaal van den heer O. Slikker. Tegenwoordig waren 80 perso nen, waaronder enkele leden van zusterver- eenlgingen. De voorzitter, de heer J. Stins, opende do vergadering, heette allen hartelyk welkom, inzonderheid den heer O. R. Barends uit Arnhem en de leden van de Afdeeling Wieringerwaard on Wieringen, waarna de neer Barends het onderwerp besprak: „de Middenstand eene onmisbare schakel in de Maatschappy." Spreker zette in de eerste plaats uiteen, dat de middenstand in ver drukking is gekomen en om hieruit te gera ken is organisatie het voornaamste middel. De arbeiders werden in dezen tot voorbeeld genomen. Waardoor is do middenstand in verdruk king gekomen? Hiervoor zyn vier oorzaken, n.1. het grootkapitaal mot zyn filialen, de wa renhuizen, de coöperatie en de middenstand zelf. Uitvoerig werd elk dezer punten toege licht, er op wyzende, dat er voor den midden stand .verbetering is waar te nemen. Men gevoelt meer voor organisatie en voor ver hooging van contributie. Vroeger wilde men niet weten van boycot van sommige fabri kanten, thans wordt dit middel toegepast. Er moet echter nog veèl verbeterd worden. Elk vak moet op zichzelf worden georganiseerd, de middenstanders moeten zitting hebben in gemeenteraad en andere bestuurslichamen en het crediet moet worden verbeterd. De middenstandscredietbanken moeten óf goed- kooper óf gemakkelyker geld verschaffen en dit kan, wanneer het bedryf van den geld- nemer onder contröle wordt gesteld van het bureau van advies. Verkeerde gewoonten, zooals het geven van cadeaux of van 10 of 15 korting moeten worden afgeschaft. De middenstanders moeten beter worden ont wikkeld, vooral wat betreft boekhouden en vakkennis. Verkoop onder eigen naam is noodzakeiyk. De middenstander-handelaar moet niet alleen zyn de verdeeler, dooh ook de keurder van de artikelen, die hy verkoopt. Daarom moet hy veel warenkennis bezitten. Evenals er landbouw- en tuinbouwcursussen van rijkswege worden gegeven, moeten er ook cursussen voor de middenstanders zyn, waar hy warenkennis kan opdoen. Spreker keurt ten sterkste af de reusachtige Reclame, die door, de fabrikanten gemaakt wordt, om dat daardoor het publiek bewerkt wordt over de hoofden van de middenstanders heen. De electrificatie is in 't belang der middenstan ders, omdat daardoor goedkoope werkkracht wordt verkregen. De coöperatie kan niet geven wat men er van verwacht. De regee ring heeft twee millioen gulden beschikbaar gesteld om de coöperatie te steunen. Spr. protesteert hiertegen ten» sterkste. Ook van de consumentenvereenigingen kan niets ko men. De middenstander, wanneer hy niet alleen de verdeeler, doch ook de keurder der artikelen is, is de onmisbare schakel in de maatschappy. Van de gelegenheid vragen te stellen werd door enkele aanwezigen gebruik gemaakt. Uitvoerig werden deze door den spreker be antwoord. Met een woord van dank aan den spreker voor zyne uitgebreide en zaakrijke rede, en aan de leden voor hunne tegen woordigheid, sloot de voorzitter de verga dering. Vergadering van het Polderbestuur te Anna Paulowna. Zaterdagmorgen 17 Januari hield het Pol derbestuur eene spoedeischende vergade ring. De dykgraaf, de heer O. Wydenes Spaans, opende met een welkom de vergade ring, de notulen werden gelezen en goedge keurd. Voorzitter deelt mede, dat in den nacht van 15 Januari j.L de kade van den Wieringerwaarder boezem, liggende in Anna Paulowna, over eene lengte van ongeveer 87 Meter is bezweken, waardoor het water in den Anna Paulowna-polder is gestroomd. De plaats van doorbraak wyst uit, dat de kade daar in het hart is opgegeuld en gevuld, waarschynlyk met zand. De buitenwand, waartegen een breede rietgors, is op een diepte van 85 cM. N.A.P. over de volle lengte bUjven staan. De binnenwand is over een lengte van 25 cM. geheel weggeslagen, terwyi ook de binnenberm over een gedeelte geheel Is weggespoeld en nog breeder dan de doorbraak is verzet. Het ongeval zal ver oorzaakt zyn, dpodat de kade uit veenachti- gen grond bestaat, tenrijl de laatste weken de waterstand in den boezem voortdurend hoog was. Met den meesten spoed moet de kade weder hersteld worden, daar de polder Het Polderbestuur van de Wieringerwaard verleent zyn volle medewerking. Daar zal alleen uitgemalen worden als 't beslist nood zakeiyk is en dan nog zoo regelmatig moge- Üjk. Het dagqiyksch bestuur stelt voor in den boezem o?er een lengte van den doorbraak eene schoeiing te slaan en daarachter de kade op te hoogen met kleigrond, die de Polder daar nog heeft overgehouden van de verzwaring van den Oostelijk. Alles moet per kruiwagen geschieden, doch in ongeveer 8 dagen zal alles gereed kunnen zyn. Oak an dere zwakke plaatsen zullen worden voor zien. Na uitvoerige bespreking, waarby de voorzitter verschillende vragen heeft beant woord, worden deze voorstellen met alge meene stemmen goedgekeurd. Medegedeeld is nog, dat de waterstand al leen in den omtrek van de plaats van door braak Is verhoogd. Het ingekomen zoete wa ter kan door de stoomgemalen van den pol der worden verzet. By de rondvraag wordt geïnformeerd naar de electrificatie. Voorzit ter zegt, dat hier zooveel factoren by in aan merking komen, dat een beslist antwoord nog niet gegeven kan worden. Hierna brengt voorzitter in zeer waardeerende woorden hulde en dank aan de beide scheidende heemraden, de heeren P. Kaan en L. O. Sip- man De laatste was verhinderd doze verga-, doring by te wonen. Voorzitter wyst In liet byzonder op de mooliykheden,- dio beide hee ren tijdens de overstrooming hebben mede gemaakt, waarby het aan nunne krachtige medewerking niet heeft ontbroken. De heer P. Kaan beantwoordt den voorzitter en hoopt, dat het den Polder goed mag gaan. Hierna sluiting. Zondagmorgen, 18 Jan., zyn door stemge rechtigden by de Ned. Herv. Gemeente al- hief tot leden van het kiescollege herkozen de heeren H. Baidtor, O. Wuis, J. Nannis en A. de Boer en gekozen de heeren L. Leynse en J. K. Kaan. -Zondagmorgen, 18 Jan., zyn door het kies college der Ned. Herv. Gemeente alhier her kozen tot ouderling de heer O. J. de Mazure, tot diaken de heer D. Kaan Jr. en tot nota belen de heeren A. Langereis en O. Tysen. Texel, 19 Jan. In de verloopen week zijn a?n den visch- afslag verhandeld, 4760 K.G. gekookte, ge zouten garnalen. De laagste prys was 47, de hoogste 60 ct. per K.G. Voorts werden aan gebracht 4 H.L. wulken, en 26 H.L. alikrui ken. De prys der wulken was 11, die der alikruiken 4.50 per H.L. Langs de kust werd Vrijdag een sterke petroleumlucht waargenomen. Vermoed werd, dat een met petroleum geladen schip, op niet verren afstand van de kust moest zyn verongelukt. Later werden aan het strand vele doode of versufte watervogels gevonden, welker veeren door petroleum doortrokken waren. Naar wy vernemen is men, dank zy het krachtig ingrijpen, den hachelyken toestand van den zeedyk by 't Horntjè thans in zoo verre meester, dat geen oogenblikkelyk ge vaar meer dreigt. Men heeft alle hoop den dyk te kunnen behouden. Callantsoog. Zaterdag 17 Januari kwamen op uitnoodi- ging van den heer P. Vos een zevental per sonen byeen in hotel Duinzicht, ter bespre king: Oprichting eener woningbouwvereeni- ging. Besproken werd de behoefte aan wo ningen, in 't byzonder te Groote Keeten, en de mogelykheid om geschikte goede wonin gen te bouwen. Besloten werd eenige ingezetenen uit de verschillende deelen der gemeente, onder wie alle raadsleden, uit te noodigen tot een bij eenkomst op Donderdag 22 Januari 's avonds half 8 in hotel Duinzicht. Wieringen. Het verhoogen van den Rinkeweelsdyk naby Den Oever ten behoeve der Zuiderzee-afslui- ting, welke onderhandsch' is aanbesteed, is thans gegund aan den laagsten inschryver, de heer W. Hermans Jz„ alhier, vöor (f18.400. Het werk, welk grootendeels uit grondwerk bestaat, zal voor de werkeloosheid alhier goed van pas komen. Aaó den vlschafslag werd aangevoerd 1100 balen alikruikels, van f 3.50 tot f 6.30 per baal70 balen wulken, van f9.— tot f 12.50 per baal10.000 oesters f 3.40 per 100 stuks. Handel ving. J.l. Zondagavond gaf de Rederykerskamer W. U. Z. in de concertzaal van den heer M. de Haan te Hipp. voor een flink bezette zaal een openbare uitvoering. Opgevoerd werd het blyspel „Jan Ongeluk" in drie bedrijven door •Oscar Blummenthal en Gustaaf Kadelburg, benevens een 'voordracht, getiteld„Een ver- makelyke vergissing". Kluchtscène, voorge dragen door mej. Engel—Koorn en den heer C. Gorter. Het tooneelstuk en de voordracht werden best opgevoerd, vielen in goeden smaak en deden do aanwezigen den geheelen avond schateren van 't lachen. De pauzen werden aangevuld door strijk- en pianomuziek, terwijl een gezellig hal den avond sloot. Vanwege de Evangelisati „Rehobcth" is al hier een Christ. gemengde zangvereeniging opgericht, genaamd „Zarglust", met 16 wer kende leden. Het bestuur is als volgt samen gesteld directcur-voorz. de heer H. Ötavenga, secretaresse mej. G. de Beurs en penning- raeesteresse mej. J. A. Alers. De loop der bevolking dezer gemeente over 1919 is als volgt: Bevolking op 1 Jan.1919 Geboren Gevestigd Totaal Bevolking op 1 Jan. 1920 1629 Totaal 1498 vr. 3158 28 58 32 '80 1558 8296 10 29 61 151 71 18Q 1487 8116;

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1920 | | pagina 4