De heer Baak: Die voorstelling is on
juist.. Spr. zal dit aantoonen.
De heer Adriaanse: Laten de heeren
deze zaken tot betere gelegenheid bewaren
en ze niet aan andere koppelen: Spr. is be
reid op te staan ais dé meerderheid van don
Na alles wat we gehad hebben.
Totaal
Overleden
Vertrokken
dan hier, zegt de voorzitter. Dat komt na-
tuurljjk niet door de C. B., maar door den j
technischen dienst, die zoo uitstekend is.
Toen we geen O. B. hadden, kwamen de ge
meenteverslagen vroeger, ook de begrooting. i
De dienst deugt niet, wij m'oeten zeil thuis I
raken in hét bedrijf, dit zoo goedkoop mo- i
gelijk maken. De huidige staat van ambte-
naren absorbeert alles. Spr. heeft destijds,
bij een hem opgedragen onderzoek, gezegd,
stel niet weer zooveel ambtenaren aan. Maar
toch kwamen er voortdurend meer, irf alle I
diensten. Spr. heeft de overtuiging, dat de
Centr. Boekh. over eenige jaren opgedoekt
wordt
Uittreden Biersteker. De heer
Biersteker sprak van „eer", van dem. vrijz.
in stede van vrijz.-dem. Dit is woordenspe- j
len. De heer B. zegt dat op den duur de I
partij er meer nadeel van zal hebben dan
hij zelf. Spr. is van oordeel, dat het beter is
voor eene party om dan maar wat kleiner te I
zyn en éénsgezind. Moge de heer B. nog I
overtuigd worden, dat het beter is in het
party verband terug te keeren!
Degeen, die in de S. D. A. P.'uit den band
is gesprongen heeft araende honorable ge- j
maakt. Moge de heer Biersteker dat straks 1
óók doen.
De Voorzitter verdedigt de O. B. Op
alle ryks instellingen wordt of is" zy inge
voerd en steeds was daar alles in orde. An- j
aero gemeenten gaan O. B. invoeren. Die
kwestie van dio correspondentie was Juist, j
daarover waren we het eens. De administra
tieve gegevens wyzen thans uit, dat de fos-1
faatfabriek met verlies werkt. De admlnis- j
trateur moet dit onder de oogen van den
teehn. dienst brengen. Maar onmiddelUjke
stopzetting behoeft daarom nog niet te ge
schieden. Tegen de O. B. bewijst dit niets.
Te late indiening der begroo-l
t i n g. Alkmaar zonder O. B. was later dan I
wy, trouwens, welke gemeente is niét laat. I
Dat heeft andere oorzaken. Verkeerd toege
past, kan het beste slecht worden. Het in
stituut moet nog inburgeren. Noch techni
sche, noch administratieve dienst verandert
door de C. B. Aan de marine wordt zy thans
ook uitgebreid.
De heer Grunwald dupliceert. De di
recteur- van Amersfoort wil weg; hy wil
geen marionet zyn, heeft hy gezegd en niet
alleen zyn om maar gas te maken. Do O. B.
kan de technische leiding niet op zich ne
men. De boekhouding is ondergeschikt aan
de leiding; bier is het omgekeerd. De nieu
we directeur der reiniging kwam hier als
oen kat in een vreemd pakhuis. Niemand
kon hem inlichten; toen spr. er zich moe be
moeide pas is dat gebeurd.
Do Voorzitter zegt, dat de verbetering
der gaspryzejn van den technischen dienst
is, wien daarvoor hulde toekomt.
De heer van der Veer zegt dat de on
wetendheid van den directeur der reiniging
niet de schuld is van de O. B. De heer Grun
wald had als voorzitter der commissie eene
vergadering dienen te beleggen om dien
direpteur in te lichten. Dat is niet gebeurd,
de eerste vergadering met ,dien ambtenaar
had plaats onder den heer Verstegen, en
alles bleek nog by den heer Boon te zyn.
De heer Zondervan merkt op, niet te
hebben gezegd, dat de pl. dir. bel. te hoog
was, Wol zeida spr., „als het zoo doorging",
hetgeen iets anders is.
De heer Bot wenscht by het artikel Vis-
schery over den achteruitgang, die ter sprake
kwam, te spreken.
De heer Van Os: Het antwoord van B.
en W. inzake de volkshuisvesting wekte den
indruk, alsof we op .een koopje vit waren,
hetgeen niet het geval is. Men zegt, dat zoo
goed gefinancierd is, maar er is willens en
wetens veel geld weggegooid. Als er in den
Raad op gewezen werd, had dit een schou
derophalen van het betrokken raadslid ten
gevolge. Dat is echter een duur schouder
ophalen geweest. In 1916 kostten 68 woningen
ƒ2400.per stuk, thans het dubbele. Plus
wat er nog aan renteverlies bykomt. Ook de
07 woningen aan den Brrkk&eveklweg waren
klaar geweest voor 2700.Nu is alles
duurder geworden.
De heer Adriaanse antwoordt op ene
opmerking in de vorige verga»' ri. g betref
fende de werkzaamheden van het college,
dat deze régeling zal worden nagegaan zoo
dra het college weder voltallig is.
Thans enkele persoonlijke zaken. Spr.
heeft- eenlgo besliste verklaringen afgelegd,
en Let speet spr., dat de heer Van Breda er
niet was. Deze heer is niet voldaan over dé
verklaringen in den vorigen raad door spr.
afgelegd. Ook de heer Staalman is niet be
keerd.' Spr. was getroffen door de beschuldi
ging, dat hij achter den rug van rechts heeft
gekonkeld, alsook dat hy het urgentiepro
gram had onderschreven. Aan spr. is een
schryven van hechts gezonden. Spr. heeft
verklaard, dat door hem geen overleg is ge
pleegd, geen conferentie gehouden, geen pro
gram is onderteekend en heeft gezegd: maak
mij dit waar, dan verdwyn ik Toen waren
de documenten er niet. Waar zyn ze dan nu? I
Het Volk? Is dat betrouwbaar? Neen, de hee-
ren kunnen nog niets bewyzen. Do heer
Staalman heeft den vorigen keer zyn begin-
selbelydenis voorgelezen. Bedoelde de heer
Staalman daarmede de gedragshjn door hem
te volgen in zyn gemeentepolitiek?
De heer Staalman: Natïïuriyk!"™
De heer Adriaanse: Als gij u beroept
op uwheilige roeping en op-Gods woord,
mag ik dan vragen of gij u daaraan gehou
den hebtidoor mij valschelyk te beschuldigen
en niet, ingevolge het bybelwoord, uw broe
der eerst by u laten komen?
De heer Staalman: We zyn met zyn
drieën by u geweest, en gy wilde niet komen!
De heer Adriaanse: De heer Staal
man moet zich nu niet zenuwachtig maken.
Als men zyn naaste beschuldigt 'van het ple
gen van verraad en spr. toont de onwaar
heid aan, en men gaat dan niét naar hem
toe, maar naar bulten, naar een ander.
De heer Staalman: \Ce zyn by u ge
weest.
De hee"r Adriaanse: Er zyn drie hee-
ren by my geweest met verzoek een stuk te
onderteekenen.
Raad spr. het vertrouwen opzegt. Maar
voor la^eraars gaat spr. niet op zy. Spr. is
als vrij man gekomen, zpnder verbintenis,
zonder één letter op schrift.
Spr. zal thans van de zaak afstappen. De
uitingen van hedenavond verplichtten hem
er nog even op terug te komen. Spr. had
verwacht, dat men ongeUjk zou hebben er
kend. Spr. hecht voor het vervolg meer
waarde aan de woorden van links dan aan
die van rechts.
De heer Baak had niet gedacht ook nog
aan den slag te moeten. Maar de alg. be
schouwingen raken meer de wethoudersbe
noeming. Nu komt de heer Adriaanse met
dit schryven. Dat is het kardinale punt. Er
zyn drie mannen geweest by den heer Adr.
met het verzoek een stuk te onderteekenen.
Spr. spreekt dit tegen. Toen die zaak han
gende was, zyn in de vergadering door de
rechtsche club uitgeschreven de dingen in
onderling verband eenigszins uit elkaar ge
rukt. De algemeene indruk was, dat de heer
Adriaanse wethouder zoude worden, by de
l*esprekingen liepen daarover de hoofden
warm. Op eene tweede vergadering was de
heer Adriaanse, de secretaris, afwezig. Spr.
nam geen genoegen met de zienswyze der
heeren en er werd eene oommissie benoemd,
bestaande uit de heeren Spruit, van der Veer
en Baak om alsnog naar de woning van den
hoer Adriaanse te gaan en de kwestie met
hem te bespreken. Getracht zou worden don
heer Adriaanse ter vergadering te krygen.
De heer Adriaanse had toen mee moeten
gaan; hy ware evengoed wethouder gewor
den en zal nooit kunnen bewyzen, dat op do
eerste vergadering reeds het besluit geval
len was hem geen wethouder te maken.
De heer Adriaanse: U hebt my toen
niet gezegd wat u my te zeggen had, maar
hebt my vragen gesteld.
- De heer Baak betreurt het, dat onder die
omstandigheden de heer Adriaanse het wet
houderschap aanvaard heeft zonder bespre
kingen met de rechtsche club te houden.
De heer Adriaanse: Myne weigering
om te confereeren berustte óp mijn herhaal
de verzekering, dat uw standpunt om den
wethouder aan banden te willen leggen ooi-
juist was.
De heer Biersteker wenscht aan het
adres van den heor*van Breda eenige woor
den te zeggen. Spr. meent, dat het in de
eerste plaats van belang is, dat men weet,
waarom links den heer Adriaanse als wet
houder koos en niet den candidaat der rech-
terzyde. Er is gesproken van „konkelen",
spr. krijgt echter den indruk, dat de zaak
is verdoezeld. De heer Staalman spreekt
over den brief, die aan Jinks "was gericht, en
die niet by de andere leden bekend zou zyn.
Dit Is onjuist; de brief was aan alle leden
bekend, en het antwoord werd verzonden na
kennisname door allen. Wy wilden niet on
derhandelen met iemand, die niet erkend
was. Wy konden ge enwethouder aanvaar
den, die bij voorbaat aan banden was ge
legd. Of hy in het openbaar die vrijz. poli
tiek moest verdedigen of in het geheim, doet
aan de zaak niets af. Het college is homo
geen, en door den brief was die homogeni
teit uitgesloten.
De heer vanBreda: Doordat de linker
zijde geene samenwerking wilde.
De heer Biersteker: De v.-d. hebben
overleg gewild, spr. heeft dit persoonlyk
tegen den heer Adr. gezegd, en spr. is ver
zekerd, dat er van onderhandelingen niets
kwam tengevolge van het zwygen der s.-d.
Wy hebben toen gezegd: dan moeten wy niet
den man hebben, die op deze voorwaarden
ingaat. Spr. is toen persoonlyk by den heer
Adr. geweest en heeft gesproken over het
urgentieprogram, dat juist gepubliceerd was.
De heer Adr. vond, dat dit nog niet zoo ver
ging als het hunne. Als rechts prijs had ge
steld op onderhandelingen, was daar niets
tegen geweest, zy waren afgebroken en wy
konden niet anders.
Den heer Borkert antwoordt spr., dat hy
hem het huppelend veulen heeft genoemd,
omdat hy nog veel leeren moet alvorens hij
een paard kan worden. Op het terrein der
praktische politiek heeft deze heer getoond
nog niet de ware zeebeenen te hebben. Zyn
voorstelling betreffende de revolutie waren
in lijnrechten strijd met die van zyn eigen
partygenooten.
Wat betreft het waarschuwen tegen opdrij
ven der loonen, spr. denkt ook aan andere
zaken. Tegen de heer Borkert zegt spr.: als
gij u in het kleed van thans blijft vertoonen,
willen wy gaarne met u samenwerken in het
belang van het volk. Maar de revolutie-ge
dachte moet op stal worden gezet.
De algemeene beschouwingen zyn hier
mede afgeloopen.
(Ongecorrigeerd). (Wordt vervolgd).
INDUSTRIE.
Te Vaassen (gem. Epe) wordt een groot
terrein gereed gemaakt tot vestiging van een
Duitsche yzergieterij, zoo luidt een bericht
in de bladen.
Blykbaar ziet dus die Duitsche firma meer
heil voor haar bedryf met het in Nederland
utt te oefenen dan In Duitschland.
Met de onzekere toestanden in dat ryk en
de geweldige bepalingen van het vredesver
drag waaraan men heeft te voldoen, zal mis
schien de ontreddering van het oeoonomlsche
leven nog lang voortduren.
Te verwonderen zal het dus niet zyn, dat
vanuit Duitschland meerdere pogingen zul
len worden aangewend om bedryven naar
Nederland te verplaatsen, waar meer stabiele
toestanden bestaan.
Waar men hier zoekt naar middelen om
het industriëele leven van Helder te vergroo-
ten, kan misschien in die richting iets wor
den gedaan.
De belangrijke artikelen van den heer
Saunders in Uw blad wezen er ook op, dat
getracht moest worden het kapitaal naar Hel
der te trekken.
Bovendien is er al van verschillende kan
ten op gewezen, dat men ook wat moet aan
bieden. Als er nu terr. in kan worden be
schikbaar gesteld en men weet in Duitschland
daar aandacht v,oor te vragen, zou het dan
zoo onmogeiyk zyn om ook Duitsche indus
trieën naar onze stad over te planten?
Welk lichaam wil in die richting werkzaam
zyn?
Het bovenstaande is bet opschrift van een
artikel in de (Engelsche) „New Statesman",
waarin ontgoocheling zich lucht geeft in sar
casme en het beloofde'tegenover de werke
lijkheid gesteld wordt.
Het is duideiyk, zegt de schryver, dat men
heel wat gewicht hecht aan bejoften. Anders
zou iedereen niet altyd beloften doen of an
deren dwingen om ze te doen. De kerk zal u
niet doopen of trouwen zonder een belofte.
Gy kunt niet in het leger of het parlement
komen of in een jury zonder belofte. De
eenige menschen, die niet in beloften doen,
zyn geldschieters. Zy beweren in hun adver
tenties simpele Symens te zyn; maar als gy
hen aan hun woord houdt, zult gij merken,
dat zy u eon hoogst onaangenaam persoon
zenden om naar uw inboedel te kyken, en
zult gy een smerig stuk te teekenen krijgen
op de plaats waar een X staat.
De meesten onzer verachten geldschieters,
maar zyn zy niet eigenUjk de ware deskun
digen in het menscheUjk karakter, zy en de
lommerdhouders? Voor een lommerdhouder
beteekent uw belofte uw woord niet: het be-
teekent uw horloge of uw rok
Op het oogenbük leven wy te midden van
de puinhoopen van een wereld van beloften
en betuigingenpuinhoopen die geen we
dergade hebben by die wolke eenige aard
beving of natuurramp heeft veroorzaakt. Het
lijkt nu als iets,dat in een verre wereld ge
beurd is, toon do democratieën .ton oorlog
trokken, omdat eon groote natie een belofte
gebroken had. Een gebroken belofte scheen
in diOydagen eon merkwaardigo rariteit, zoo
als het ei van de groote alk of een kalf met
twee koppen of een dame met een baard. Er
zyn fotografieën van genomen en vertoond.
Barnum en Bailey hebben nooit iets te kyk
gesteld, dat een duizendste van het succes
had van het „vodje papier."
Een gebroken woord niemand had by
zyn leven ooit zooiets gezienAls wy vroe
ger nooit deugdzaam waren geweest, dan'
waren we het nu. Wy lijfden den hemel in
en stonden op de pyiers van de schitterende
poorten, tenrijl wy op trompetten bliezen,
waarop anders slechts engelen blazen. En
hoe slechter de \djand werd, hoe beter wy
ons zeiven voelden. Do heer Lloyd Georgo,
zoo vernemen wy, overreedde zichzelf, dat
hy óf eon van de twaalf apostelen was óf een
buitengewoon verheven aartsengelWaart
gy, geest van Schopenhüuer, maar op onze
aarde teruggekeêrd in die gelukkige dagen,
dan zoudt gij uw pessimisme afgelegd heb
ben, zooals een arme man, die geld krygt,
een broek weggooit, waar een gat in zit
Wy zeiden dat liógen ondenkbaar was; dat
het gezag van den sterke over den zwakke
ondenkbaar was. En stellig beloofden wy een
nieuwe wereld, hetzy direct of Indirect, zoo
dra wy maar bevrijd waren van de nacht
merrie van het Pruisische militairismo. Als
de jongelingen van het land ey de arbeiders
in den geest lommerdhouders waren geweest,
dan zouden zy de staatslieden'misschien om
substantieelere beloften gevraagd hebben,
die minder gemakkelijk verdwynen dan ge
vleugelde woorden. Zy helden echter tot
poëzie over'en vonden het gemakkelyker te
gelooven dan te loochenen. Zy beseften niet,
dpt in zulke kwistige dingen een staatsman
zyn woord niet kan houden zonder zichzelf
te verliezen.
Hy is wat zyn verleden hem gemaakt heeft
iemand die het als zyn karwei beschouwt,
niet om een nieuwe wereld te scheppen, maar
om met behulp van Lijm en kleefpleister en
stukken touw de oude wereld te verhinderen
in stukken te vallen. Zyn opvatting van een
wet is iets om een scheur te herstellen, een
stuk papier om een gat in het raam te dich
ten. Als de wereld nu vol scheuren lykt,
komt dat omdat de staatslieden aan een ge
scheurde wereld de voorkeur geven boven
een heele. Maar waarom hebben zy zich tij
dens den oorlog moeite gegeven, om iets an
ders te beweren? Waarom hebben zy propa
gandisten te hulp geroepen om te getuigen
voor zulke grootsche dingen als democratie,
ridderlijkheid, vrijheid, gelijkheid, broeder
schap en wat al niet?
„Er waren, dat geven we toe", vervolgt de
schryver, „eenige cynici in die gouden eeuw
der deugd, die ons waarschuwden om de be
tuigingen der staatslieden niet al te ernstig
op te vatten. Telkens als de vijand een mis
daad beging, antwoordden zy tot onze ver
ontwaardiging met de opmerking, dat wy in
dezelfde omstandigheden precies dezelfde
misdaad zeiven begaan zouden hebben. Dit
droeg er natuurlyk toe by, om onze veront
waardiging te verdubbelen, want wy waren
nu verontwaardigd zoowel ter wille van ons
zeiven als terwille van de deugdzaamheid.
Toen Duitschland België binnenviel, haalden
zy hun schouders op en vroegen ons, of ook
wy niet, in gelijksoortige omstandigheden,
de rechten van een kleine natie onderge
schikt zouden maken aan onze eigen, in een
strijd op leven en dood. Wy antwoordden
met een woedend: „Neen!" Toen Duitschland
schrikaanjaging ging toepassen, vroegen zy
ons, of wy ook niet, als onze troepen in het
hart van een vyandige bevolking waren,
onze toevlucht zouden nemen tot vreesaanja-
ging om erger dingen te voorkomen en zoo
doende een, op stuk van zaken, mensohlie-
venden maatregel zouden toepassen.
Wij antwoordden weer met een nijdig
„Neen!" Zij zeiden ons, dat, als wy in
Duitschland's toestand geweest waren, wy
een ohbeperkten duikbootoorlog gevoerd,
open steden gebombardeerd zouden hebben
en zoo meer. De eenige Duitsche misdaad,
waartoe zy ons niet in staat achtten, was het
in den steek laten van aan typhus Ujdende
patiënten in een gevangenkamp. Onze hou
ding was tegenover de cynici echter on
wrikbaar. Zy waren zoo weinig talryic en zoo
onpopulair, dat zy zelfs geen spreekbuis in
de dagbladpers hadden. De overigen van ons
zeiden hun zonder blikken' of blozen, dat er
sommige dingen waren, waartoe wy in geen
omstandigheden, die denkbaar waren, in
staat zonden zyn. Wy hielden' een volstrek-
ten standaard van deugdzaamheid hoog. en
wy beweerden, dat geen natie daar onder
eenig voorwendsel van kon afwyken, zonder
zichzelf met eeuwige schande te brandmer
ken. Maar zelfs de cynici durfden ons niet
waarschuwen, dat wij, vóór de haan drie
maal gekraaid had, Amritsar zouden kry
gen. Als de cynici ons zelfs het tegen
woordige régime van Lord French in Ierland
voorspeld hadden, ©en régime, dat op zich
zelf een schande is, dan zouden wij gezegd
hebben: „Onmogeiyk. Wy leven niet meer
in den tijd van Elizabeth".
„En wiens schuld is het hoofdzakelyk dat
onze optimistische gerustheid te schande ge-
Lw-rnTri-JHTr I Wleringerwaard, wanneer dit noodzakeiyk
maakt is? Het is, gelooven wy, hoofdzakeiy den boezem moet ^^1^
de fout van staatslieden geweest, die m dit is, "»-■- -
geval alle beginselen verloochend hebben
waarvoor zij de vrije volken van de wereld
uitgenoodigd hadden te vechten. De staats
lieden hebben ons in den nek gezien. Aan de
wereld is de gerechtigheid onttroggeld, die
zy wenschte en zoo lang wy geen staats
lieden krijgen met gevoel van eer, waarheid
en gerechtigheid, kunnen wy weinig meer
verwachten dan een duel van bitterheid en
misdaad tusschen de regeerders en de ge-
regeerden. Ja, na alles wat wy gezegd heb
ben;Geest van Schopenhauer, blijf rus
tig in uw graf; het scWjnt dat gy gelyk hebt
gehad."
INGEZONDEN.
Mijnheer de Redacteur.
Verzoeke beleefd plaatsing voor onderstaand
schrijven, daarvoor mijn dank.
In dezen tijd hoort men niet anders dan „demo
cratisch" en „niet-democratisch". maar hoe het zij,
ik vond Woensdagavond, toen de heer ilr. Oud
hier sprak over het Marine-vraagstuk, de blaam,
die door den heer Heringa op het verpleegsters-
personeel geworpen word, alleebehalvo democra
tisch, om voor oen enkeling een hf '1 groep ver
pleegsters te kleineeren. Hot is dan ook weer net
als altijd: do man mag allos, do vrouw niets." Nu
blijkt dan vorder, dat hot H.B. van do Veroeniging
voor Vrouwenkiesrecht tordogo goujk had, dat
wo nu juist do niouwo Veroeniging van Neder-
landsche Staateburgorossen zoo stork mogoliik
diendon to- makon. aangezien wo van hcol voel
mannen nog geon steun bohoovon to vorwachton.
Dit geeft mij aanloidlng aan to radon voor al het
vrouwelijk personeel, van .welke branche ook. zoo
veel mogelijk lid te worden van bovengenoemde
Voreoniging, door wij binnenkort een sprookster
van hot H.B. hlor krijgen om do zaak nader uiteen
to zotten. Dus hoop ik, dat gehuwde vrouwen en
moisjoe boven 18 jaar zich zooveel mogelijk op
geven als lid bij de 2e Secretaresse,
Mevr. VAN VLIET-WICKEL,
Hoogstraat 127.
UIT DEN >MTRE&
Anna Panlowna.
Donderdagavond 16 Januari vergaderde
de Handeldryvende en Industriëeele Midden-
standsvoreenlging in 't lokaal van den heer
O. Slikker. Tegenwoordig waren 80 perso
nen, waaronder enkele leden van zusterver-
eenlgingen. De voorzitter, de heer J. Stins,
opende do vergadering, heette allen hartelyk
welkom, inzonderheid den heer O. R. Barends
uit Arnhem en de leden van de Afdeeling
Wieringerwaard on Wieringen, waarna de
neer Barends het onderwerp besprak: „de
Middenstand eene onmisbare schakel in de
Maatschappy." Spreker zette in de eerste
plaats uiteen, dat de middenstand in ver
drukking is gekomen en om hieruit te gera
ken is organisatie het voornaamste middel.
De arbeiders werden in dezen tot voorbeeld
genomen.
Waardoor is do middenstand in verdruk
king gekomen? Hiervoor zyn vier oorzaken,
n.1. het grootkapitaal mot zyn filialen, de wa
renhuizen, de coöperatie en de middenstand
zelf. Uitvoerig werd elk dezer punten toege
licht, er op wyzende, dat er voor den midden
stand .verbetering is waar te nemen. Men
gevoelt meer voor organisatie en voor ver
hooging van contributie. Vroeger wilde men
niet weten van boycot van sommige fabri
kanten, thans wordt dit middel toegepast. Er
moet echter nog veèl verbeterd worden. Elk
vak moet op zichzelf worden georganiseerd,
de middenstanders moeten zitting hebben in
gemeenteraad en andere bestuurslichamen
en het crediet moet worden verbeterd. De
middenstandscredietbanken moeten óf goed-
kooper óf gemakkelyker geld verschaffen
en dit kan, wanneer het bedryf van den geld-
nemer onder contröle wordt gesteld van het
bureau van advies. Verkeerde gewoonten,
zooals het geven van cadeaux of van 10 of
15 korting moeten worden afgeschaft. De
middenstanders moeten beter worden ont
wikkeld, vooral wat betreft boekhouden en
vakkennis. Verkoop onder eigen naam is
noodzakeiyk. De middenstander-handelaar
moet niet alleen zyn de verdeeler, dooh ook
de keurder van de artikelen, die hy verkoopt.
Daarom moet hy veel warenkennis bezitten.
Evenals er landbouw- en tuinbouwcursussen
van rijkswege worden gegeven, moeten er
ook cursussen voor de middenstanders zyn,
waar hy warenkennis kan opdoen. Spreker
keurt ten sterkste af de reusachtige Reclame,
die door, de fabrikanten gemaakt wordt, om
dat daardoor het publiek bewerkt wordt over
de hoofden van de middenstanders heen. De
electrificatie is in 't belang der middenstan
ders, omdat daardoor goedkoope werkkracht
wordt verkregen. De coöperatie kan niet
geven wat men er van verwacht. De regee
ring heeft twee millioen gulden beschikbaar
gesteld om de coöperatie te steunen. Spr.
protesteert hiertegen ten» sterkste. Ook van
de consumentenvereenigingen kan niets ko
men. De middenstander, wanneer hy niet
alleen de verdeeler, doch ook de keurder der
artikelen is, is de onmisbare schakel in de
maatschappy.
Van de gelegenheid vragen te stellen werd
door enkele aanwezigen gebruik gemaakt.
Uitvoerig werden deze door den spreker be
antwoord. Met een woord van dank aan den
spreker voor zyne uitgebreide en zaakrijke
rede, en aan de leden voor hunne tegen
woordigheid, sloot de voorzitter de verga
dering.
Vergadering van het Polderbestuur te
Anna Paulowna.
Zaterdagmorgen 17 Januari hield het Pol
derbestuur eene spoedeischende vergade
ring. De dykgraaf, de heer O. Wydenes
Spaans, opende met een welkom de vergade
ring, de notulen werden gelezen en goedge
keurd. Voorzitter deelt mede, dat in den
nacht van 15 Januari j.L de kade van den
Wieringerwaarder boezem, liggende in Anna
Paulowna, over eene lengte van ongeveer
87 Meter is bezweken, waardoor het water in
den Anna Paulowna-polder is gestroomd. De
plaats van doorbraak wyst uit, dat de kade
daar in het hart is opgegeuld en gevuld,
waarschynlyk met zand. De buitenwand,
waartegen een breede rietgors, is op een
diepte van 85 cM. N.A.P. over de volle
lengte bUjven staan. De binnenwand is over
een lengte van 25 cM. geheel weggeslagen,
terwyi ook de binnenberm over een gedeelte
geheel Is weggespoeld en nog breeder dan
de doorbraak is verzet. Het ongeval zal ver
oorzaakt zyn, dpodat de kade uit veenachti-
gen grond bestaat, tenrijl de laatste weken
de waterstand in den boezem voortdurend
hoog was. Met den meesten spoed moet de
kade weder hersteld worden, daar de polder
Het Polderbestuur van de Wieringerwaard
verleent zyn volle medewerking. Daar zal
alleen uitgemalen worden als 't beslist nood
zakeiyk is en dan nog zoo regelmatig moge-
Üjk. Het dagqiyksch bestuur stelt voor in den
boezem o?er een lengte van den doorbraak
eene schoeiing te slaan en daarachter de
kade op te hoogen met kleigrond, die de
Polder daar nog heeft overgehouden van de
verzwaring van den Oostelijk. Alles moet per
kruiwagen geschieden, doch in ongeveer 8
dagen zal alles gereed kunnen zyn. Oak an
dere zwakke plaatsen zullen worden voor
zien. Na uitvoerige bespreking, waarby de
voorzitter verschillende vragen heeft beant
woord, worden deze voorstellen met alge
meene stemmen goedgekeurd.
Medegedeeld is nog, dat de waterstand al
leen in den omtrek van de plaats van door
braak Is verhoogd. Het ingekomen zoete wa
ter kan door de stoomgemalen van den pol
der worden verzet. By de rondvraag wordt
geïnformeerd naar de electrificatie. Voorzit
ter zegt, dat hier zooveel factoren by in aan
merking komen, dat een beslist antwoord nog
niet gegeven kan worden. Hierna brengt
voorzitter in zeer waardeerende woorden
hulde en dank aan de beide scheidende
heemraden, de heeren P. Kaan en L. O. Sip-
man De laatste was verhinderd doze verga-,
doring by te wonen. Voorzitter wyst In liet
byzonder op de mooliykheden,- dio beide hee
ren tijdens de overstrooming hebben mede
gemaakt, waarby het aan nunne krachtige
medewerking niet heeft ontbroken. De heer
P. Kaan beantwoordt den voorzitter en hoopt,
dat het den Polder goed mag gaan. Hierna
sluiting.
Zondagmorgen, 18 Jan., zyn door stemge
rechtigden by de Ned. Herv. Gemeente al-
hief tot leden van het kiescollege herkozen
de heeren H. Baidtor, O. Wuis, J. Nannis
en A. de Boer en gekozen de heeren L.
Leynse en J. K. Kaan.
-Zondagmorgen, 18 Jan., zyn door het kies
college der Ned. Herv. Gemeente alhier her
kozen tot ouderling de heer O. J. de Mazure,
tot diaken de heer D. Kaan Jr. en tot nota
belen de heeren A. Langereis en O. Tysen.
Texel, 19 Jan.
In de verloopen week zijn a?n den visch-
afslag verhandeld, 4760 K.G. gekookte, ge
zouten garnalen. De laagste prys was 47, de
hoogste 60 ct. per K.G. Voorts werden aan
gebracht 4 H.L. wulken, en 26 H.L. alikrui
ken. De prys der wulken was 11, die der
alikruiken 4.50 per H.L.
Langs de kust werd Vrijdag een sterke
petroleumlucht waargenomen. Vermoed
werd, dat een met petroleum geladen schip,
op niet verren afstand van de kust moest
zyn verongelukt. Later werden aan het
strand vele doode of versufte watervogels
gevonden, welker veeren door petroleum
doortrokken waren.
Naar wy vernemen is men, dank zy het
krachtig ingrijpen, den hachelyken toestand
van den zeedyk by 't Horntjè thans in zoo
verre meester, dat geen oogenblikkelyk ge
vaar meer dreigt. Men heeft alle hoop den
dyk te kunnen behouden.
Callantsoog.
Zaterdag 17 Januari kwamen op uitnoodi-
ging van den heer P. Vos een zevental per
sonen byeen in hotel Duinzicht, ter bespre
king: Oprichting eener woningbouwvereeni-
ging. Besproken werd de behoefte aan wo
ningen, in 't byzonder te Groote Keeten, en
de mogelykheid om geschikte goede wonin
gen te bouwen.
Besloten werd eenige ingezetenen uit de
verschillende deelen der gemeente, onder wie
alle raadsleden, uit te noodigen tot een bij
eenkomst op Donderdag 22 Januari 's avonds
half 8 in hotel Duinzicht.
Wieringen.
Het verhoogen van den Rinkeweelsdyk naby
Den Oever ten behoeve der Zuiderzee-afslui-
ting, welke onderhandsch' is aanbesteed, is
thans gegund aan den laagsten inschryver,
de heer W. Hermans Jz„ alhier, vöor (f18.400.
Het werk, welk grootendeels uit grondwerk
bestaat, zal voor de werkeloosheid alhier
goed van pas komen.
Aaó den vlschafslag werd aangevoerd
1100 balen alikruikels, van f 3.50 tot f 6.30
per baal70 balen wulken, van f9.— tot
f 12.50 per baal10.000 oesters f 3.40 per
100 stuks. Handel ving.
J.l. Zondagavond gaf de Rederykerskamer
W. U. Z. in de concertzaal van den heer M.
de Haan te Hipp. voor een flink bezette zaal
een openbare uitvoering. Opgevoerd werd het
blyspel „Jan Ongeluk" in drie bedrijven door
•Oscar Blummenthal en Gustaaf Kadelburg,
benevens een 'voordracht, getiteld„Een ver-
makelyke vergissing". Kluchtscène, voorge
dragen door mej. Engel—Koorn en den heer
C. Gorter.
Het tooneelstuk en de voordracht werden
best opgevoerd, vielen in goeden smaak en
deden do aanwezigen den geheelen avond
schateren van 't lachen. De pauzen werden
aangevuld door strijk- en pianomuziek, terwijl
een gezellig hal den avond sloot.
Vanwege de Evangelisati „Rehobcth" is al
hier een Christ. gemengde zangvereeniging
opgericht, genaamd „Zarglust", met 16 wer
kende leden. Het bestuur is als volgt samen
gesteld directcur-voorz. de heer H. Ötavenga,
secretaresse mej. G. de Beurs en penning-
raeesteresse mej. J. A. Alers.
De loop der bevolking dezer gemeente over
1919 is als volgt:
Bevolking op
1 Jan.1919
Geboren
Gevestigd
Totaal
Bevolking op
1 Jan. 1920
1629
Totaal
1498 vr.
3158
28
58
32
'80
1558
8296
10
29
61
151
71
18Q
1487
8116;