De verborgen Vallei, NIEUWSBLAD VOOR HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Eerste Blad. No. 5201 DINSDAG 3 FEBRUARI 1920 48e JAARGANG Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag RED ACTEUR-Ulf GEVER: C. DE BOER Jr., HELDER Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50 buitenland. FEUILLETON. Laat Uw HEEREN-COSTÜUM aanmeten bij de Firma I. GRUNWALD- KEIZERSTRAAT 116 bij de Keizersbrug en gij zult te vreden zijn over stof, coup en afwerking. GOUH3APIY ABONNEMENTEN BI] VOORUITBETALINGi Heldersche Q. per 3 mnd. f 1.40, franco per post f 1.60. Buitenland f 2.40 Zondagsblad 0.57 0.65. „1.05 Modeblad 0.951.05. 1.30 Losse nummers der CoOrant 4 ct. AD VERTENTIEN. 20 ct. p. regel. Ingez. mededeelingen (kolombr. als redactioneele tekst) 60 ct. Kleine advert. (gevr., te koop, te huur) v. 1 tot 4 regels 50 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitb. (adresBur. v. d. bl. en met br. onder nr. 10 ct. p. advert. extra). Bew.-exempl. 3'/i ct. Adv. op bep. aangew. pl. worden 25 °/0 hooger berekend. De Oostersche quaestle. De Framsche bladen berichten dat de drie premier» binnenkort te Londen zullen bij eenkomen, om de definitieve regeling der Oostersche aangelegenheden voor te berei den: doch enkel de grondbeginselen zullen te Londen worden vastgesteld en de „Petit Parisien" verzekert, dat het laatste bedrijf, de onderteekening van het verdrag met Turkije te Parijs zal plaats vinden. DUITSCHLAND. De uitlevering der oorlogsmisdadigers. De „Petit Parisien" meldt, dat de lijst der Duitschers, wier uitlevering door de geal lieerden gevraagd zal worden, ongeveer 860 namen bevat. De lijst zal niet meer bekort worden. De gezanten-raad zal Maandag be raadslagen over de wijze, waarop de lijst overhandigd zal worden. Volgens de „Eoho die Paris" behooren tot de oorlogsmisdadigers, wier uitlevering door de geallieerden gevraagd zullen wor den ook Rupprecbt van Beieren wegens de deportaties uit Noord-Frankrijk, de hertog van Wurtemberg wegens de moord op de burgers van Namen, von Kluck wegens den moord op de gijzelaars van Senlis, von Mac- kensen wegens het terechtstellen van Roe- meensche burgers, van der Lancken wegens het dooden van miss Cavell en kapitein Fryatt, von Mantefell wegens, de „slach ting" onder de burgers van Leuven en drie zeeofficieren die hospitaalschepen in den grond hebben laten boren. De spoorwegwerkplaatsen. In alle spoorwegwerkplaatsen, die geslo ten waren wegens het ergerlijke lijntrekken van de arbeiders, zal het werk in zijn vollen omvang hervat worden. Er hebben zich meer arbeiders aangemeld, dan er tot dus ver gewerkt hadden. De directies nemen hen, die vroeger tot de raddraaiers hebben behoord, niet weer in dienst. Hervatting van den arbeid ln de spoorweg werkplaatsen. Naar de Berlijnsche bladen melden, heb ben zich volgens officieele berichten bij alle spoorwegwerkplaatsen, die bjj 'verordening van den Pruisischen minister van spoorwe gen gesloten waren, een zoo groot aantal arbeiders aangemeld, die onder de nieuwe arbeidsvoorwaarden willen werken, dat alïe bedrijven binnen korten tijd weer in vollen omvang zullen worden hervat. Verhooging der steenkoolproductle. De Pruisische landsvergadering heeft Zaterdag de eerste besprekingen gehouden over het wetsontwerp inzake de vestiging van mijnarbeiders in de Roerstreek. De re geering vraagt hiervoor 500 millioen mark. De bedoeling is, dat aan 150.000 nieuwe mijnwerkers gelegenheid wordt gegeven om zich in de Roerstreek te vestigen, waardoor de-bevolking daar met ongeveer 600.000 zie len zou stijgen. Naar wij al meer gemeld hebben, zouden de verdere kosten door een verhooging van den kolenprijs gedekt moe ten worden, welker opbrengst men op een milliard jaars schat. Het doel van het plan, met welks uitvoering dadelijk zal worden begonnen, la natuurlijk, dat de opbrengst der mijnen verhoogd zou worden. Nationalistische betooging. De bekende Berlijnsche acteur Alexander Moissi zou te Hamburg voordragen: Goefche, Hein©, Tolstoi. De zaal was stampvol. Toen Door HULBERT FOOTNER. 48) ii.,R®1.P^,dle voldoende was hersteld, werd ït Kittj s vertrek verbannen naar de slaap gelegenheid der mannen buiten. Dien naoht, in de veilige en koesterende donkerheid van haar eigen kamertje trachtte Kitty niet meer zich tegen haar gevoelens te verdedigen. Zij drukte haar hoofd in het kussen, waarop zijn hoofd gerust had, toen hij ziek lag, en liet haar tranen den vrijen loop. „Weinig had ik kunnen vermoeden toen bij de deur kwam binnenvallen," dacht zij maar zij durfde niet verder gaan. „Het is als een antwoord op het gebed, dat ik niet den moed had uit te opreken," fluisterde zij tot zichzelf. Wanneer er twijfel bij haar rees, óf een gevoel van jaloezie dreigde op te komen, als zij even dacht aan het geheimzinnige waas, waarin zijn geschiedenis was gehuld, drong zij die bracht terug. „Het moet wel zoo voorbe schikt zijn," bracht zij die stemmen tot zwij- gen. „Zijn schreden werden door de Voorzie nigheid hierheen geleid." Dé volgende dag ging op dezelfde wijze voorbij. Ralph storid er op, Kitty bij haar huiselijke bezigheden behulpzaam te zijn, tot naar groot vermaak. Ralph schepte een groot behagen in haar naleven eenvoud. Zij had er schik in, door hem geph. fe worden: hij scheen haar het ideaal toe .a een peestigen, verstandigen, vriendeiykei Moissi het podium betrad, klonk onmiddel lijk een oorverdoovend lawaai. Er werd ge schreeuwd en gefloten. Men wierp met stinkbommen, stoelpooten, voetzoekers naar het podium. Een paar kwajongens klauter den het tooneel op, drongen Moissi weg. In de zaal kwam het tot woeste klopparten. Vrouwen vielen flauws De politie ontruimde de zaal. Buiten werd het spectakel voort gezet. De reden? Moissi is onafhankelijk socialist geworden, na eerst vurig monarchist, inti mus van den ex-kroonprins te zijn geweest. De notionalisten in Hamburg hadden het relletje op touw gezet. Een ongewenschte gezant. Volgens de „Frankf. Ztg." is, naar ons ge seind wordt, de mogendheid, die bezwaar heeft gemaakt tegen den nieuwen Duitschen zaakgelastigde, Italië. De Duitsche regee ring heeft den gezant te Stockholm von Lueius naar Rome willen zenden. Doch de Italiaansche regeering heeft meegedeeld, dat de heer von Lucius te Rome „niet de stem ming zal vinden, noodig voor een nuttig en vruchtbaar werken. Hierop heeft de Duitsche regeering de be noeming van den heer von Lucius inge trokken. Zooals zy ook deed met die van den heer. Rosen naar Madrid. En waarvan nu Nederland officieus is meegedeeld, dat er te den Haag in tegenspraak van een „stellig bericht"! niets bekend is van een heengaan van dr. Rosen. IERLAND. Te Ardmore in Ierland is weer een aan slag gepleegd op een politiebureau. Een troep gewapende mannen is een koffiehuis tegenover het politiebureau binnengedron gen, heeft de ruiten van de eerste verdie ping ingeslagen en van daar het vuur op het bureau geopend, terwijl\ twee andere troepen van de straat af vuurden. In het bureau waren acht politiemannen, die zich achter zandzakken beschermden en het vuur beantwoordden. De belegering duurde van Donderdagochtend drie tot vijf uur. Toen trokken de aanvallers, wier aantal op 60 of 70 man geschat wordt, af. Zij hadden de voorzorg genomen de telegraaf- en tele- foonlynen door te snijden en de wegen met boomstammen te versperren. Een agent, die na den aanval per fiets naar het naburige Youghal reed, is door drie man aangeval len, die hem van de fiets sleurden. Toen hij zijn revolver ty-ok vluchtten de mannen. Hij, schoot nog op hen en meent er één geraak: te hebben. Tot dusver zijn de aanranders nog niet opgespoord. In het Ardmore dis trict zijn onlangs, zooals wij töen ook ge meld hebben, groote hoeveelheden wapens aan wal -gebracht, die uit Amerika kwamen. Ook toen had men de telegraaf- en telefoon- lijnen doorgesneden om ontijdig alarm te voorkomen. RUSLAND. Nood en ellende in Siberië. In het in Kobe (Japan) in Engelsche taal verschijnend blad, de „Japan Chroniole" van 25 Ootober 1919, komen twee artikelen voor, waarvan het eene het opschrift draagt: Schandelijke toestanden in Siberië (de vertwijfeling van 200.000 menschen) en het andere:.Gruweldaden aan vijandige ge vangenen. De Engelsch-Japansche courant is van meening, dat de toestand van de Siberische krygsgevangenen van dien aard is, dat daarover in het openbaar gesproken moet worden. De feiten, die over de behandeling en het lot der krijgsgevangenen in Siberië bekend worden, zyn zegt het blad van dien aard, dat zy een schande zyn voor de regeeringen, die in Siberië de macht in han man, waartegen zy hoog opzag. Bovendien prikkelde haar het mysterie van zijn man- zyn. In zyn oogen gloeide een vreemde be lofte. Zy noemde het in haar onschuld „on deugendheid" en voelde zich aangenaam ver ward. „Wat zal ik doen, als hy me een zoen wil geven?" dacht zy verschrikt-verrukt. En toen de dag voorby ging, en hy daar geen poging toe deed, voelde zy zich, hoewel ze het zichzelf niet bekennen wilde, toch een beetje teleurgesteld. Als by gemeenschappelijke, stilzwygende overeenkomst, bepaalden zy hun gesprekken tot veilige oppervlakkigheden. Herinnerin- Hen uit zyn kinderjaren gaven hun genoeg stof tot lachen. Ralph was het meest aan het woord. „Toen ik nog een kleine jongen was," ver telde hy, „braken ze de straat eens op voor ons huis om een waterleiding te leggen. Ze kwamen terecht op een oude begraafplaats van Indianen. Myn vriendjes en ik waren aan het kegelen met de schedels op het trot toir, en een agent nam ons mee naar het bu reau. En daar kregen we wat te hoorenl" „Hoe kwamen jullie er ook by 1" zeide Kitty met gemaakte verontwaardiging. „Kleine kannibalen!" „Waarom?" vroeg Ralph plagend. „Oude botjes zyn erg prettig om mee te spelen. Ze ruiken zoo lekker naar aarde of houdt je niet van die lucht?" „Ik vind 'het vreeseiyk," zei Kitty. „Heb je Hamlet nooit gezien?" vroeg Ralph. En hy citeerde, by gebrek aan doods kop, een theekopje in zyn hand: „Helaas, vriend Yorichl Tk kende hem goed, Horatio. Hy was man s an eindelooze scherts." Ralph droeg het geheele tooneel voor, nu 'an met inlasschuig van improvisaties. den hebben. De gevangenen worden hoofd- zakelyk in concentratiekampen aan de spoorbaan opgesloten. Door buitengewoon ruwe Russische soldaten worden zy be waakt. De voeding is absoluut onvoldoende, hun onderdak slechter dan van honden. De gevangenen loopen in lompen en zien er vuil en hongerig uit. De hun toegezonden kleeding en pakketten worden hun door de Russische militairen afgenomen. Ameri- kaansche officieren, Japansche soldaten, vertegenwoordigers van het Roode Kruis waren ooggetuigen dat 6000 gevangenen, die naar een nieuw kamp vervoerd wer den, door kozakken met sabels en knoeten afgeranseld werden, omdat men ze, „uit misverstand", voor bolsjewiken hield. In Krasnojarsk werden 18 officieren doodge schoten. Zy hadden voor hun kameraden wetenschappelijke voordrachten gehouden, en daar toevalligerwijze in de nabyheid twee Russische regimenten oproerig waren geworden, hield men die voordrachten voor opruiing. Byzonder treurig is de toestand der ge vangen officieren. Van Mei tot Ootober 1918 ontvingen zy maandelyks 60 troebels, waarvoor zy zich voeden moesten. Daarna is hun dat geld onthouden. Velen hunner, die vóór den oorlog advocaat, professor,, in genieur, schilder, beeldhouwer etc. waren, moesten nu hun onderhoud verdienen als straatreinigers of zoo iets. En van dit zuur verdiend geld moesten zy nog 50 pOt. aan het „Russische Kampfonds" afgeven. Het Engelsch-Japansche blad zegt dat de humaniteit in dezen oorlog schandelijk schipbreuk heeft geleden. Veel onnoodig lijden, dat niets met het eindresultaat uit staande had, heeft men velen menschen toe bedeeld. In de eerste plaats behoort hiertoe het lyden van de arme krygsgevangenen. Wat de gevangepen in Siberië uitstaan gaat elke beschryving te boven. In de heele ge schiedenis is geen -voorbeeld te vinden van een dergelyke schandelyke behandeling vam honderdduizenden mannen. Een officier van een der neutrale landen, die in opdracht van het Roode Kruis zes maanden in Siberië vertoefde om de gevan genkampen te. inspeete ren, beschrijft den toestand aldaar als „een hol", als de onge loof lykste, de meest onmensohelyke, meest barbaarsche behandeling van gevangenen, waarvan hy ooit gehoord heeft. Meer dan 25 pOt. van het oorspromkelyke aantal ge vangenen is reeds van hopger, koude en ziekte omgekomen. Een deel der nog in le- Ven zynden zyn zielsziek, sommigen vol slagen .krankzinnig^ geworden. Wordt het niet tyd dat een der landen begint de nog daar. vertoevenden te bè- vrijden? VEREENIGDE STATEN. De V. S. en de toestand in Enropa. De Engelsche bladen melden uit Washing ton, dat Glass, de minister van de schatkist, een brief heeft geschreven aan de Londen sche Kamer van Koophandel, waarin gezegd wordt, dat het departement van de schatkist tegen het denkbeeld is van een internationale financieele conferentie, omdat daardoor de hoop wordt verlevendigd op een actie van de zyde der V. S. om in de financieele behoeften van Europa te voorzien. Die hoop is gedoemd om verijdeld te worden. Hy acht het ware middel tegen den onigunstigen wisselkoers de opheffing van het embargo op goudver schepingen. De Senaat en het Vredesverdrag. De conferentie tusschen de republikein- sohe en democratische senatoren is geëin digd zonder dat men in zake de ratificatie van het Vredesverdrag tot een vergelyk was kunnen komen. Het mislukken der conferentie was het Kitty zeeg slap van het lachen op de bank neer. Zy was "een van die bedeesde, eenigs- zins dwepende, licht gekwetste en goedlach- sche meisjes, die den geest van een man von ken kunnen doen spatten. „We spraken daar over botjes," ging Ralph voort. „Toen ik in Mc. Gill college liep, had den myn kamergenoot en ik ons het brood uit den mond gespaard om een volledig skelet te kunnen koopen. Al z'n gewrichten kón het bewegen. Aanbiddelyk was hyl Wy stalden hem in de kleerenkast, daar hing hij aan een kleerenhaak." „Jakkes!" zei Kitty. „De hospita had een dochter en de dochter een galant. Dat stel verveelde ons deerlyk. Zy hadden een half uur werk om elkaar goe- dennacht te zeggen als ze 's avonds afscheid namen, onder aan de trap. Dan stegen er ge luiden naar boven, net of een koe haar poo- ten uit een drassig land trok." „Maar Ralphzei Kitty blozend. „Dat begon ons te vervelen," ging Ralph voort. „Daar moest iets aan gedaan worden. Ik kocht ergens wat phosphorhoudende verf; daarmee beschilderden wy mageren Hein van kop tot teen, en door zyn hoofdhaak sloegen wy een touw. 's Avonds kwam het span thuis, en draaide zooals altijd, het licht in de gang uit, voor zy begonnen met afscheid nemen. Daar hadden wij op gewacht. We slopen de bovengang in, en bogen ons over de leuning. Toen lieten we vrind Hein lang zaam aan het touw zakken, en-daar kwam hy deftig de trap af, stap voor stap. Hy glansde blauwachtig; ieder bot kwam op z'n voordee- ligst uit!" „Je had hun een doodsschrik op 't lijf kun nen jagen," vond Kitty. „Dat geluk mochten wy niet smaken," zeide gevolg van de weigering van Lodgo do re serve op art. 10 van het Vredesverdrag op gesteld door Taft en aangeboden door de democraten, aan te nemen. Hitchoock deel de mede, dat hy zal voorstellen het Vredes verdrag den lOen Februari opnieuw in de Senaatszitting te brengen. Een schlpbrenk. In New-York is een. radiotelegram opge vangen van den gezagvoerder van het s.s. „Ozete", behelzende, dat de „Ozete" een red dingsboot met 18 officieren en leden der be manning van de „Tantery Milero" had opge pikt, welk vaartuig den 26sten Januari was vergaan. Een andere boot van de „Tantery Milero" met den kapitein en twintig man zwalkt nog rond. Aan het departement van marine is een bede om luulp ingekomen uit Rockland, in den staat Maine. Die hulp is in groepen voor de bevolking ter oostkust van Maine. De ha vens zyn alle dichtgevroren en daar geen treinen of hooien kunnen aankomen, Ujdt de* plaatselyke bevolking gebrek. Griepepidemie. Uit New-York werd Zaterdag gemeld, dat dagelyks byna 6000 nieuwe gevallen van influenza voorkwamen, waaronder 600 ge valle van longontsteking. Vrijdag stierven 150 patiënten. m Ook te Kopenhagen woedt de griep. In de afgeloopen week werden 1208 nieuwe geval len gemeld. Met het oog op de onvoldoende ruimte in de ziekenhuizen ziet men de toe komst zeer donker in, aangezien ook door gebrek aan voldoende geschoold verple- gingspersoneel geen afdoende tegenmaatre gelen genomen kunnen worden. Korte berichten. Hongarije krijgt tot 12 Februari uitstel voor het maken van opmerkingen over het vredesverdrag. De Fransche Kamer heeft met 510 tegen 70 stemmen een motie vam vertrouwen in de regeering aangenomen. DE MARINE. By Mart. Nyhoff te 's-Gravenhage is van de hand van den gep. vice-admiraal F. Bau duin verschenen: „Het Nederlandsch eska der in Oost-Indië 19141916", benevens eenige beschouwignen over een toekomstige Nederlandsche marine. De schrijver, die gedurende de beide eerste oorlogsjaren commandant was van het Ne derlandsch eskader in Oost-Indië, heeft in dit smakelyk uitgevoerd, met verscheidene afbeeldingen versierde boekwerk de verrich tingen van dat deel onzer marine geschetst. De aan alle herinneringen verbonden wee moed moet voor hem in dit byzonder geval wel vooral hierin zyn'gelegen, dat het be staande materiëei, naar hy zelf constateert, zoo goed als op is en dat men geyoegelyk zou kunnen zeggen, dat de marine niet meer bestaat. Alleen put de heer Bauduin uit de beschryving van hetgeen de marine heeft gedaan en van de aan haar gestelde eischen de hoop, dat men tot overtuiging zal komen, dat wy een marine noodig hebben. Begrypelykerwys speelt dB handhaving van de neutraliteit een groote rol hierby. In het hoofdstuk over de toestanden en vraagstukken gedurende den eersten tyd van den oorlog, merkt schr. op, dat de gevechts- waarde van ons eskader, tegenover welke van de oorlogvoerende partyen ook, absoluut nul was. Ralph. „Zy hoorden hem pas aankomen, toen hy al halverwege was. Toen liet ik hem een beetje met zichzelf klapperen. Goeie hemel! Je hebt van je leven nog nooit iemand zoo hooren gillen als die twee! Zy renden naar de voordeur, en rukten er aan als bezetenen, maar ze konden "haar niet open krijgenl Ik moest zoo vreeselyk lachen, dat ik het touw uit myn hand liet glippen. En toen legde Heintje de rest van den weg in zittende hou ding af, als nam hy een sneeuwhelling in een bobsleeOch, och, ik zal het myn leven lang niet vergeten 1" „Ik vind het heelemaal niet aardig om die menschen zoo bang te maken I" zeide Kitty. Maar toch moest zy lachen en haar oogen be leden haar bewondering voor zyn brutalen durf. „Den volgenden dag verhuisden wy," be sloot Ralph zyn verhaal. HOOFDSTUK XVIII. De driehoek. Den volgenden dag, den vyfden na Ralph's aankomst in Milburn-ravyn, was hy sterk genoeg om wat rond te loopen. Jim Sholto nam hem mee naar het terrein der ertsdél- vingen. Jim koesterde heimehjk de hoop, dat hy in Italph een werkman zou vinden, die tydelijk de plaats van een zyner zoons kon innemen. Waar hy zelf den leeftyd van harte- stormen te boven was, kwam het niet by hem op, dat het niet ongevaarlyk was, een vreem den en niet onknappen jongen man in zyn familie-Eden op te nemen. Terwyi zy weg waren, werkte Kitty in het blokhuis voort met een onregelmatigheid, die haar zelf, anders steeds kalm en rustig, „Vroolyk was het vooruitzicht geenszins; onze geringe snelheid in veband met het Wei nige en lichte geschut gaf byna niets anders te verwachten dan in den grond te worden geschoten zonder zelfs in staat te zyn den vyand eenig kwaad te kunnen doen. Behalve het gebrek aan veebtwaarde wa ren de schepen van het eskader ook allesb»- halve geschikt voor den kruiser- en onder- zoekingsdienst in het groote gebied, welke van hen gevergd werd; daarvoor waren hun vol te hóuden vaart met voordeelig kolenver- bruik van pl.m. 9 myl en hun kolenberging veel te gering. Wat de jagers betreft bleek wel ten duide- lykste hoe theoretisch hun waarde is. De practyk was geheel anders en de voorstan ders van eene verdediging met klein mate rieel mogen daarmede wel rekening houden. Menige verzuchting hebben zy my gekost. Voor zelfstandige actie op eenigen afstand van hun basis zyn zy volkomen ongeschikt. Veel zee en slecht weer kunnen zy niet ver dragen, bovendien zyn zy daarvoor te zwak gebouwd; in gewone omstandigheden is door het gedurig slingeren en stampen het leven aan "boord reeds van dien aard, dat voor de opvarenden vry spoedig eene rust noodig is. Hun economische vaart is 81/» myl; maken zy gebruik van hun eigenschap om wat meer vaart te kunnen loopen, dan is hun kolen- voorraad spoedig opgebruikt, terwyi by toe passing van volle kracht dit na één dag het geval is." Meer bezwaren van de torpedojagers somt schr. op. Voor zelfstandige verdediging of voor kruiserdiensten deugen zy z. i. niet. In zyn beschouwingen over een toekom stige Nederlandsche Marine betoogt schr., dat deze moet bestaan uit een hoofdmacht, de slagvloot, en het kleine materieel voor speciale doeleinden als kruisers, duikbooten, jagers, mynleggers, opruimers, enz., en dat de slagvloot de hoofdzaak is, <jie de heer- schappy ter zee bepaalt. Indië zou zyn eigen maritieme verdedi ging kunnen betalen. „De vechtvloot moet uit de beste eenheden bestaan met alle toebehoorend materieel, zoo ais een goede vliegdienst, terwyl Indië zelf in den aanbouw, herstelling en aanvulling moet kunnen voorzien; verder een goede kustverdediging waar die noodig is. Er moe ten de noodige goed ingerichte bases zyn, welke niet alleen van de zeezyde verdedigd worden, maar zich betrekkelijk ver in het binnenland uitstrekken en ook aan die zyde een aanval of beleg kunnen weerstaan." Laat men echter de gedachte aan de ver dediging van Indië tegen een groote mogend heid los, dan kunnen wy een Marine hebben, welke aan andere eischen voldoet. „Zoolang wy de gedachte aan die verdedi ging niet loslaten, zullen wy geen enkel re sultaat bereiken en zal steeds oneenigheid onder de deskundigen en wantrouwen by de Volksvertegenwoordiging blQven; verschil lende ministers zullen verschillende opinies hebben en het gevolg zal zyn wat het nu is, geen marine, geen personeel, geen ambitie, geen tevredenheid, geen verdediging of nut voor den lande, maar wel kosten. Hoe ver dit alles reeds gekomen is, blykt wel uit de voordrachten in den laatsten tyd in de vereeniging „Onze Vloot" gehouden." Het doel van de Marine zou dan worden: le. Verdediging van Nederland; 2e. Be scherming van handel en koopvaardy, vis- schery en Nederlandsche belangen in Indië en in den vreemde; 3e. Handhaving van ons gezag in Indië; 4e. Eventueele handhaving van onze neutraliteit; 5e. Hydrographie, we- tenschappelyke ondernemingen, loodswezen. Wat sub I betreft: „Het behoeft geen betoog, dat Nederland niet in staat is een eerste rangs zeemacht er op na te houden, efvenmin een 3de of 4de ran&s. In een oorlog kunnen wy dus niets vreemd voorkwam. Nu eens stond zy, als in gedachten, stil voor zich uit te kyken, een glimlach spelend om haar mond; dan vloog ze weer plotseling naar het andere eind van het huis, als hing haar leven er van af, of zy met het werk klaar zou komen; maar weldra stond zy weer stil te droomenGedachte loos nam zy de dingen op, zette ze zonder reden op een andere pllek weer neer alleen om ze even daarna, zelf niet wetend waar ze gebleven waren, weer te gaan zoeken en op hun oude plaats terug te brengen. Nu en dan zong zy melodieën die zy nergens ooit ge hoord 'had, die uit haar hart schenen te ko men, en steeds hooger en hooger gingen tot haar stem trilde en oversloeg. Gedurig liep zy naar 'den spiegel beurtelings angstig, kri tisch, beschaamd, blozend en telkens gerust gesteld door het beeld, dat zy er in weerkaatst zag. Elke drie minuten liep zy naar de deur om den weg af te zien, of hy nog niet terug kwam. Met dit doel ging zy het pad een eindje op, toen zy achter zich zachtjes haar naam hoor de roepen. Zich omdraaiend, zag zy langs het pad, dat van de rivien naar het blokhuis leidde, een gracieus figuurtje naderen, ge kleed met een rok van bokkenleer en een blouse van rood fluweel, het mooie, donkere gelaat rustig glimlachend, het zwarte haar om het trotsoh gedragen hoofd gewonden. Het was haar vriendin en haar redster; blij strekte zy haar de handen tegemoet, ernstig en zacht glimlachend, juist zooals zy haar de eerste maal gezien had. Kitty uitte een kreet van blydschap, sloeg haar armen om haar vriendin heen, en leidde haar naar het blokhuis, waar zy haar met geweld in een stoel neerdrukte. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1920 | | pagina 1