De verborgen Vallei,
NIEUWSBLAD VOOR
HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Eerste Blad.
No. 5201
DINSDAG 3 FEBRUARI 1920
48e JAARGANG
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
RED ACTEUR-Ulf GEVER: C. DE BOER Jr., HELDER
Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50
buitenland.
FEUILLETON.
Laat Uw HEEREN-COSTÜUM aanmeten bij de Firma I. GRUNWALD- KEIZERSTRAAT
116 bij de Keizersbrug en gij zult te vreden zijn over stof, coup en afwerking.
GOUH3APIY
ABONNEMENTEN BI] VOORUITBETALINGi
Heldersche Q. per 3 mnd. f 1.40, franco per post f 1.60. Buitenland f 2.40
Zondagsblad 0.57 0.65. „1.05
Modeblad 0.951.05. 1.30
Losse nummers der CoOrant 4 ct.
AD VERTENTIEN.
20 ct. p. regel. Ingez. mededeelingen (kolombr. als redactioneele tekst) 60 ct.
Kleine advert. (gevr., te koop, te huur) v. 1 tot 4 regels 50 ct., elke regel meer 10
ct. bij vooruitb. (adresBur. v. d. bl. en met br. onder nr. 10 ct. p. advert. extra).
Bew.-exempl. 3'/i ct. Adv. op bep. aangew. pl. worden 25 °/0 hooger berekend.
De Oostersche quaestle.
De Framsche bladen berichten dat de drie
premier» binnenkort te Londen zullen bij
eenkomen, om de definitieve regeling der
Oostersche aangelegenheden voor te berei
den: doch enkel de grondbeginselen zullen
te Londen worden vastgesteld en de „Petit
Parisien" verzekert, dat het laatste bedrijf,
de onderteekening van het verdrag met
Turkije te Parijs zal plaats vinden.
DUITSCHLAND.
De uitlevering der oorlogsmisdadigers.
De „Petit Parisien" meldt, dat de lijst der
Duitschers, wier uitlevering door de geal
lieerden gevraagd zal worden, ongeveer 860
namen bevat. De lijst zal niet meer bekort
worden. De gezanten-raad zal Maandag be
raadslagen over de wijze, waarop de lijst
overhandigd zal worden.
Volgens de „Eoho die Paris" behooren tot
de oorlogsmisdadigers, wier uitlevering
door de geallieerden gevraagd zullen wor
den ook Rupprecbt van Beieren wegens de
deportaties uit Noord-Frankrijk, de hertog
van Wurtemberg wegens de moord op de
burgers van Namen, von Kluck wegens den
moord op de gijzelaars van Senlis, von Mac-
kensen wegens het terechtstellen van Roe-
meensche burgers, van der Lancken wegens
het dooden van miss Cavell en kapitein
Fryatt, von Mantefell wegens, de „slach
ting" onder de burgers van Leuven en drie
zeeofficieren die hospitaalschepen in den
grond hebben laten boren.
De spoorwegwerkplaatsen.
In alle spoorwegwerkplaatsen, die geslo
ten waren wegens het ergerlijke lijntrekken
van de arbeiders, zal het werk in zijn vollen
omvang hervat worden. Er hebben zich
meer arbeiders aangemeld, dan er tot dus
ver gewerkt hadden. De directies nemen
hen, die vroeger tot de raddraaiers hebben
behoord, niet weer in dienst.
Hervatting van den arbeid ln de spoorweg
werkplaatsen.
Naar de Berlijnsche bladen melden, heb
ben zich volgens officieele berichten bij alle
spoorwegwerkplaatsen, die bjj 'verordening
van den Pruisischen minister van spoorwe
gen gesloten waren, een zoo groot aantal
arbeiders aangemeld, die onder de nieuwe
arbeidsvoorwaarden willen werken, dat alïe
bedrijven binnen korten tijd weer in vollen
omvang zullen worden hervat.
Verhooging der steenkoolproductle.
De Pruisische landsvergadering heeft
Zaterdag de eerste besprekingen gehouden
over het wetsontwerp inzake de vestiging
van mijnarbeiders in de Roerstreek. De re
geering vraagt hiervoor 500 millioen mark.
De bedoeling is, dat aan 150.000 nieuwe
mijnwerkers gelegenheid wordt gegeven om
zich in de Roerstreek te vestigen, waardoor
de-bevolking daar met ongeveer 600.000 zie
len zou stijgen. Naar wij al meer gemeld
hebben, zouden de verdere kosten door een
verhooging van den kolenprijs gedekt moe
ten worden, welker opbrengst men op een
milliard jaars schat. Het doel van het plan,
met welks uitvoering dadelijk zal worden
begonnen, la natuurlijk, dat de opbrengst
der mijnen verhoogd zou worden.
Nationalistische betooging.
De bekende Berlijnsche acteur Alexander
Moissi zou te Hamburg voordragen: Goefche,
Hein©, Tolstoi. De zaal was stampvol. Toen
Door
HULBERT FOOTNER.
48)
ii.,R®1.P^,dle voldoende was hersteld, werd
ït Kittj s vertrek verbannen naar de slaap
gelegenheid der mannen buiten. Dien naoht,
in de veilige en koesterende donkerheid van
haar eigen kamertje trachtte Kitty niet meer
zich tegen haar gevoelens te verdedigen. Zij
drukte haar hoofd in het kussen, waarop zijn
hoofd gerust had, toen hij ziek lag, en liet
haar tranen den vrijen loop. „Weinig had ik
kunnen vermoeden toen bij de deur kwam
binnenvallen," dacht zij maar zij durfde
niet verder gaan. „Het is als een antwoord
op het gebed, dat ik niet den moed had uit te
opreken," fluisterde zij tot zichzelf. Wanneer
er twijfel bij haar rees, óf een gevoel van
jaloezie dreigde op te komen, als zij even
dacht aan het geheimzinnige waas, waarin
zijn geschiedenis was gehuld, drong zij die
bracht terug. „Het moet wel zoo voorbe
schikt zijn," bracht zij die stemmen tot zwij-
gen. „Zijn schreden werden door de Voorzie
nigheid hierheen geleid."
Dé volgende dag ging op dezelfde wijze
voorbij. Ralph storid er op, Kitty bij haar
huiselijke bezigheden behulpzaam te zijn, tot
naar groot vermaak. Ralph schepte een groot
behagen in haar naleven eenvoud.
Zij had er schik in, door hem geph. fe
worden: hij scheen haar het ideaal toe .a
een peestigen, verstandigen, vriendeiykei
Moissi het podium betrad, klonk onmiddel
lijk een oorverdoovend lawaai. Er werd ge
schreeuwd en gefloten. Men wierp met
stinkbommen, stoelpooten, voetzoekers naar
het podium. Een paar kwajongens klauter
den het tooneel op, drongen Moissi weg. In
de zaal kwam het tot woeste klopparten.
Vrouwen vielen flauws De politie ontruimde
de zaal. Buiten werd het spectakel voort
gezet.
De reden? Moissi is onafhankelijk socialist
geworden, na eerst vurig monarchist, inti
mus van den ex-kroonprins te zijn geweest.
De notionalisten in Hamburg hadden het
relletje op touw gezet.
Een ongewenschte gezant.
Volgens de „Frankf. Ztg." is, naar ons ge
seind wordt, de mogendheid, die bezwaar
heeft gemaakt tegen den nieuwen Duitschen
zaakgelastigde, Italië. De Duitsche regee
ring heeft den gezant te Stockholm von
Lueius naar Rome willen zenden. Doch de
Italiaansche regeering heeft meegedeeld, dat
de heer von Lucius te Rome „niet de stem
ming zal vinden, noodig voor een nuttig en
vruchtbaar werken.
Hierop heeft de Duitsche regeering de be
noeming van den heer von Lucius inge
trokken. Zooals zy ook deed met die van den
heer. Rosen naar Madrid. En waarvan nu
Nederland officieus is meegedeeld, dat er
te den Haag in tegenspraak van een
„stellig bericht"! niets bekend is van een
heengaan van dr. Rosen.
IERLAND.
Te Ardmore in Ierland is weer een aan
slag gepleegd op een politiebureau. Een
troep gewapende mannen is een koffiehuis
tegenover het politiebureau binnengedron
gen, heeft de ruiten van de eerste verdie
ping ingeslagen en van daar het vuur op
het bureau geopend, terwijl\ twee andere
troepen van de straat af vuurden. In het
bureau waren acht politiemannen, die zich
achter zandzakken beschermden en het
vuur beantwoordden. De belegering duurde
van Donderdagochtend drie tot vijf uur.
Toen trokken de aanvallers, wier aantal op
60 of 70 man geschat wordt, af. Zij hadden
de voorzorg genomen de telegraaf- en tele-
foonlynen door te snijden en de wegen met
boomstammen te versperren. Een agent, die
na den aanval per fiets naar het naburige
Youghal reed, is door drie man aangeval
len, die hem van de fiets sleurden. Toen hij
zijn revolver ty-ok vluchtten de mannen. Hij,
schoot nog op hen en meent er één geraak:
te hebben. Tot dusver zijn de aanranders
nog niet opgespoord. In het Ardmore dis
trict zijn onlangs, zooals wij töen ook ge
meld hebben, groote hoeveelheden wapens
aan wal -gebracht, die uit Amerika kwamen.
Ook toen had men de telegraaf- en telefoon-
lijnen doorgesneden om ontijdig alarm te
voorkomen.
RUSLAND.
Nood en ellende in Siberië.
In het in Kobe (Japan) in Engelsche taal
verschijnend blad, de „Japan Chroniole"
van 25 Ootober 1919, komen twee artikelen
voor, waarvan het eene het opschrift
draagt: Schandelijke toestanden in Siberië
(de vertwijfeling van 200.000 menschen) en
het andere:.Gruweldaden aan vijandige ge
vangenen.
De Engelsch-Japansche courant is van
meening, dat de toestand van de Siberische
krygsgevangenen van dien aard is, dat
daarover in het openbaar gesproken moet
worden. De feiten, die over de behandeling
en het lot der krijgsgevangenen in Siberië
bekend worden, zyn zegt het blad van
dien aard, dat zy een schande zyn voor de
regeeringen, die in Siberië de macht in han
man, waartegen zy hoog opzag. Bovendien
prikkelde haar het mysterie van zijn man-
zyn. In zyn oogen gloeide een vreemde be
lofte. Zy noemde het in haar onschuld „on
deugendheid" en voelde zich aangenaam ver
ward. „Wat zal ik doen, als hy me een zoen
wil geven?" dacht zy verschrikt-verrukt. En
toen de dag voorby ging, en hy daar geen
poging toe deed, voelde zy zich, hoewel ze
het zichzelf niet bekennen wilde, toch een
beetje teleurgesteld.
Als by gemeenschappelijke, stilzwygende
overeenkomst, bepaalden zy hun gesprekken
tot veilige oppervlakkigheden. Herinnerin-
Hen uit zyn kinderjaren gaven hun genoeg
stof tot lachen. Ralph was het meest aan het
woord.
„Toen ik nog een kleine jongen was," ver
telde hy, „braken ze de straat eens op voor
ons huis om een waterleiding te leggen. Ze
kwamen terecht op een oude begraafplaats
van Indianen. Myn vriendjes en ik waren
aan het kegelen met de schedels op het trot
toir, en een agent nam ons mee naar het bu
reau. En daar kregen we wat te hoorenl"
„Hoe kwamen jullie er ook by 1" zeide Kitty
met gemaakte verontwaardiging. „Kleine
kannibalen!"
„Waarom?" vroeg Ralph plagend. „Oude
botjes zyn erg prettig om mee te spelen. Ze
ruiken zoo lekker naar aarde of houdt je
niet van die lucht?"
„Ik vind 'het vreeseiyk," zei Kitty.
„Heb je Hamlet nooit gezien?" vroeg
Ralph. En hy citeerde, by gebrek aan doods
kop, een theekopje in zyn hand: „Helaas,
vriend Yorichl Tk kende hem goed, Horatio.
Hy was man s an eindelooze scherts."
Ralph droeg het geheele tooneel voor, nu
'an met inlasschuig van improvisaties.
den hebben. De gevangenen worden hoofd-
zakelyk in concentratiekampen aan de
spoorbaan opgesloten. Door buitengewoon
ruwe Russische soldaten worden zy be
waakt. De voeding is absoluut onvoldoende,
hun onderdak slechter dan van honden. De
gevangenen loopen in lompen en zien er
vuil en hongerig uit. De hun toegezonden
kleeding en pakketten worden hun door de
Russische militairen afgenomen. Ameri-
kaansche officieren, Japansche soldaten,
vertegenwoordigers van het Roode Kruis
waren ooggetuigen dat 6000 gevangenen,
die naar een nieuw kamp vervoerd wer
den, door kozakken met sabels en knoeten
afgeranseld werden, omdat men ze, „uit
misverstand", voor bolsjewiken hield. In
Krasnojarsk werden 18 officieren doodge
schoten. Zy hadden voor hun kameraden
wetenschappelijke voordrachten gehouden,
en daar toevalligerwijze in de nabyheid
twee Russische regimenten oproerig waren
geworden, hield men die voordrachten voor
opruiing.
Byzonder treurig is de toestand der ge
vangen officieren. Van Mei tot Ootober
1918 ontvingen zy maandelyks 60 troebels,
waarvoor zy zich voeden moesten. Daarna
is hun dat geld onthouden. Velen hunner,
die vóór den oorlog advocaat, professor,, in
genieur, schilder, beeldhouwer etc. waren,
moesten nu hun onderhoud verdienen als
straatreinigers of zoo iets. En van dit zuur
verdiend geld moesten zy nog 50 pOt. aan
het „Russische Kampfonds" afgeven.
Het Engelsch-Japansche blad zegt dat de
humaniteit in dezen oorlog schandelijk
schipbreuk heeft geleden. Veel onnoodig
lijden, dat niets met het eindresultaat uit
staande had, heeft men velen menschen toe
bedeeld. In de eerste plaats behoort hiertoe
het lyden van de arme krygsgevangenen.
Wat de gevangepen in Siberië uitstaan gaat
elke beschryving te boven. In de heele ge
schiedenis is geen -voorbeeld te vinden van
een dergelyke schandelyke behandeling vam
honderdduizenden mannen.
Een officier van een der neutrale landen,
die in opdracht van het Roode Kruis zes
maanden in Siberië vertoefde om de gevan
genkampen te. inspeete ren, beschrijft den
toestand aldaar als „een hol", als de onge
loof lykste, de meest onmensohelyke, meest
barbaarsche behandeling van gevangenen,
waarvan hy ooit gehoord heeft. Meer dan
25 pOt. van het oorspromkelyke aantal ge
vangenen is reeds van hopger, koude en
ziekte omgekomen. Een deel der nog in le-
Ven zynden zyn zielsziek, sommigen vol
slagen .krankzinnig^ geworden.
Wordt het niet tyd dat een der landen
begint de nog daar. vertoevenden te bè-
vrijden?
VEREENIGDE STATEN.
De V. S. en de toestand in Enropa.
De Engelsche bladen melden uit Washing
ton, dat Glass, de minister van de schatkist,
een brief heeft geschreven aan de Londen
sche Kamer van Koophandel, waarin gezegd
wordt, dat het departement van de schatkist
tegen het denkbeeld is van een internationale
financieele conferentie, omdat daardoor de
hoop wordt verlevendigd op een actie van de
zyde der V. S. om in de financieele behoeften
van Europa te voorzien. Die hoop is gedoemd
om verijdeld te worden. Hy acht het ware
middel tegen den onigunstigen wisselkoers
de opheffing van het embargo op goudver
schepingen.
De Senaat en het Vredesverdrag.
De conferentie tusschen de republikein-
sohe en democratische senatoren is geëin
digd zonder dat men in zake de ratificatie
van het Vredesverdrag tot een vergelyk was
kunnen komen.
Het mislukken der conferentie was het
Kitty zeeg slap van het lachen op de bank
neer. Zy was "een van die bedeesde, eenigs-
zins dwepende, licht gekwetste en goedlach-
sche meisjes, die den geest van een man von
ken kunnen doen spatten.
„We spraken daar over botjes," ging Ralph
voort. „Toen ik in Mc. Gill college liep, had
den myn kamergenoot en ik ons het brood
uit den mond gespaard om een volledig skelet
te kunnen koopen. Al z'n gewrichten kón het
bewegen. Aanbiddelyk was hyl Wy stalden
hem in de kleerenkast, daar hing hij aan een
kleerenhaak."
„Jakkes!" zei Kitty.
„De hospita had een dochter en de dochter
een galant. Dat stel verveelde ons deerlyk.
Zy hadden een half uur werk om elkaar goe-
dennacht te zeggen als ze 's avonds afscheid
namen, onder aan de trap. Dan stegen er ge
luiden naar boven, net of een koe haar poo-
ten uit een drassig land trok."
„Maar Ralphzei Kitty blozend.
„Dat begon ons te vervelen," ging Ralph
voort. „Daar moest iets aan gedaan worden.
Ik kocht ergens wat phosphorhoudende verf;
daarmee beschilderden wy mageren Hein
van kop tot teen, en door zyn hoofdhaak
sloegen wy een touw. 's Avonds kwam het
span thuis, en draaide zooals altijd, het licht
in de gang uit, voor zy begonnen met afscheid
nemen. Daar hadden wij op gewacht. We
slopen de bovengang in, en bogen ons over
de leuning. Toen lieten we vrind Hein lang
zaam aan het touw zakken, en-daar kwam hy
deftig de trap af, stap voor stap. Hy glansde
blauwachtig; ieder bot kwam op z'n voordee-
ligst uit!"
„Je had hun een doodsschrik op 't lijf kun
nen jagen," vond Kitty.
„Dat geluk mochten wy niet smaken," zeide
gevolg van de weigering van Lodgo do re
serve op art. 10 van het Vredesverdrag op
gesteld door Taft en aangeboden door de
democraten, aan te nemen. Hitchoock deel
de mede, dat hy zal voorstellen het Vredes
verdrag den lOen Februari opnieuw in de
Senaatszitting te brengen.
Een schlpbrenk.
In New-York is een. radiotelegram opge
vangen van den gezagvoerder van het s.s.
„Ozete", behelzende, dat de „Ozete" een red
dingsboot met 18 officieren en leden der be
manning van de „Tantery Milero" had opge
pikt, welk vaartuig den 26sten Januari was
vergaan.
Een andere boot van de „Tantery Milero"
met den kapitein en twintig man zwalkt nog
rond.
Aan het departement van marine is een
bede om luulp ingekomen uit Rockland, in
den staat Maine. Die hulp is in groepen voor
de bevolking ter oostkust van Maine. De ha
vens zyn alle dichtgevroren en daar geen
treinen of hooien kunnen aankomen, Ujdt de*
plaatselyke bevolking gebrek.
Griepepidemie.
Uit New-York werd Zaterdag gemeld, dat
dagelyks byna 6000 nieuwe gevallen van
influenza voorkwamen, waaronder 600 ge
valle van longontsteking. Vrijdag stierven
150 patiënten.
m
Ook te Kopenhagen woedt de griep. In de
afgeloopen week werden 1208 nieuwe geval
len gemeld. Met het oog op de onvoldoende
ruimte in de ziekenhuizen ziet men de toe
komst zeer donker in, aangezien ook door
gebrek aan voldoende geschoold verple-
gingspersoneel geen afdoende tegenmaatre
gelen genomen kunnen worden.
Korte berichten.
Hongarije krijgt tot 12 Februari uitstel
voor het maken van opmerkingen over het
vredesverdrag.
De Fransche Kamer heeft met 510 tegen
70 stemmen een motie vam vertrouwen in
de regeering aangenomen.
DE MARINE.
By Mart. Nyhoff te 's-Gravenhage is van
de hand van den gep. vice-admiraal F. Bau
duin verschenen: „Het Nederlandsch eska
der in Oost-Indië 19141916", benevens
eenige beschouwignen over een toekomstige
Nederlandsche marine.
De schrijver, die gedurende de beide eerste
oorlogsjaren commandant was van het Ne
derlandsch eskader in Oost-Indië, heeft in
dit smakelyk uitgevoerd, met verscheidene
afbeeldingen versierde boekwerk de verrich
tingen van dat deel onzer marine geschetst.
De aan alle herinneringen verbonden wee
moed moet voor hem in dit byzonder geval
wel vooral hierin zyn'gelegen, dat het be
staande materiëei, naar hy zelf constateert,
zoo goed als op is en dat men geyoegelyk
zou kunnen zeggen, dat de marine niet meer
bestaat. Alleen put de heer Bauduin uit de
beschryving van hetgeen de marine heeft
gedaan en van de aan haar gestelde eischen
de hoop, dat men tot overtuiging zal komen,
dat wy een marine noodig hebben.
Begrypelykerwys speelt dB handhaving
van de neutraliteit een groote rol hierby.
In het hoofdstuk over de toestanden en
vraagstukken gedurende den eersten tyd van
den oorlog, merkt schr. op, dat de gevechts-
waarde van ons eskader, tegenover welke
van de oorlogvoerende partyen ook, absoluut
nul was.
Ralph. „Zy hoorden hem pas aankomen, toen
hy al halverwege was. Toen liet ik hem een
beetje met zichzelf klapperen. Goeie hemel!
Je hebt van je leven nog nooit iemand zoo
hooren gillen als die twee! Zy renden naar
de voordeur, en rukten er aan als bezetenen,
maar ze konden "haar niet open krijgenl Ik
moest zoo vreeselyk lachen, dat ik het touw
uit myn hand liet glippen. En toen legde
Heintje de rest van den weg in zittende hou
ding af, als nam hy een sneeuwhelling in
een bobsleeOch, och, ik zal het myn
leven lang niet vergeten 1"
„Ik vind het heelemaal niet aardig om die
menschen zoo bang te maken I" zeide Kitty.
Maar toch moest zy lachen en haar oogen be
leden haar bewondering voor zyn brutalen
durf.
„Den volgenden dag verhuisden wy," be
sloot Ralph zyn verhaal.
HOOFDSTUK XVIII.
De driehoek.
Den volgenden dag, den vyfden na Ralph's
aankomst in Milburn-ravyn, was hy sterk
genoeg om wat rond te loopen. Jim Sholto
nam hem mee naar het terrein der ertsdél-
vingen. Jim koesterde heimehjk de hoop, dat
hy in Italph een werkman zou vinden, die
tydelijk de plaats van een zyner zoons kon
innemen. Waar hy zelf den leeftyd van harte-
stormen te boven was, kwam het niet by hem
op, dat het niet ongevaarlyk was, een vreem
den en niet onknappen jongen man in zyn
familie-Eden op te nemen.
Terwyi zy weg waren, werkte Kitty in het
blokhuis voort met een onregelmatigheid, die
haar zelf, anders steeds kalm en rustig,
„Vroolyk was het vooruitzicht geenszins;
onze geringe snelheid in veband met het Wei
nige en lichte geschut gaf byna niets anders
te verwachten dan in den grond te worden
geschoten zonder zelfs in staat te zyn den
vyand eenig kwaad te kunnen doen.
Behalve het gebrek aan veebtwaarde wa
ren de schepen van het eskader ook allesb»-
halve geschikt voor den kruiser- en onder-
zoekingsdienst in het groote gebied, welke
van hen gevergd werd; daarvoor waren hun
vol te hóuden vaart met voordeelig kolenver-
bruik van pl.m. 9 myl en hun kolenberging
veel te gering.
Wat de jagers betreft bleek wel ten duide-
lykste hoe theoretisch hun waarde is. De
practyk was geheel anders en de voorstan
ders van eene verdediging met klein mate
rieel mogen daarmede wel rekening houden.
Menige verzuchting hebben zy my gekost.
Voor zelfstandige actie op eenigen afstand
van hun basis zyn zy volkomen ongeschikt.
Veel zee en slecht weer kunnen zy niet ver
dragen, bovendien zyn zy daarvoor te zwak
gebouwd; in gewone omstandigheden is door
het gedurig slingeren en stampen het leven
aan "boord reeds van dien aard, dat voor de
opvarenden vry spoedig eene rust noodig is.
Hun economische vaart is 81/» myl; maken
zy gebruik van hun eigenschap om wat meer
vaart te kunnen loopen, dan is hun kolen-
voorraad spoedig opgebruikt, terwyi by toe
passing van volle kracht dit na één dag het
geval is."
Meer bezwaren van de torpedojagers somt
schr. op. Voor zelfstandige verdediging of
voor kruiserdiensten deugen zy z. i. niet.
In zyn beschouwingen over een toekom
stige Nederlandsche Marine betoogt schr.,
dat deze moet bestaan uit een hoofdmacht,
de slagvloot, en het kleine materieel voor
speciale doeleinden als kruisers, duikbooten,
jagers, mynleggers, opruimers, enz., en dat
de slagvloot de hoofdzaak is, <jie de heer-
schappy ter zee bepaalt.
Indië zou zyn eigen maritieme verdedi
ging kunnen betalen.
„De vechtvloot moet uit de beste eenheden
bestaan met alle toebehoorend materieel, zoo
ais een goede vliegdienst, terwyl Indië zelf
in den aanbouw, herstelling en aanvulling
moet kunnen voorzien; verder een goede
kustverdediging waar die noodig is. Er moe
ten de noodige goed ingerichte bases zyn,
welke niet alleen van de zeezyde verdedigd
worden, maar zich betrekkelijk ver in het
binnenland uitstrekken en ook aan die zyde
een aanval of beleg kunnen weerstaan."
Laat men echter de gedachte aan de ver
dediging van Indië tegen een groote mogend
heid los, dan kunnen wy een Marine hebben,
welke aan andere eischen voldoet.
„Zoolang wy de gedachte aan die verdedi
ging niet loslaten, zullen wy geen enkel re
sultaat bereiken en zal steeds oneenigheid
onder de deskundigen en wantrouwen by de
Volksvertegenwoordiging blQven; verschil
lende ministers zullen verschillende opinies
hebben en het gevolg zal zyn wat het nu is,
geen marine, geen personeel, geen ambitie,
geen tevredenheid, geen verdediging of nut
voor den lande, maar wel kosten.
Hoe ver dit alles reeds gekomen is, blykt
wel uit de voordrachten in den laatsten tyd
in de vereeniging „Onze Vloot" gehouden."
Het doel van de Marine zou dan worden:
le. Verdediging van Nederland; 2e. Be
scherming van handel en koopvaardy, vis-
schery en Nederlandsche belangen in Indië
en in den vreemde; 3e. Handhaving van ons
gezag in Indië; 4e. Eventueele handhaving
van onze neutraliteit; 5e. Hydrographie, we-
tenschappelyke ondernemingen, loodswezen.
Wat sub I betreft:
„Het behoeft geen betoog, dat Nederland
niet in staat is een eerste rangs zeemacht er
op na te houden, efvenmin een 3de of 4de
ran&s. In een oorlog kunnen wy dus niets
vreemd voorkwam. Nu eens stond zy, als in
gedachten, stil voor zich uit te kyken, een
glimlach spelend om haar mond; dan vloog
ze weer plotseling naar het andere eind van
het huis, als hing haar leven er van af, of zy
met het werk klaar zou komen; maar weldra
stond zy weer stil te droomenGedachte
loos nam zy de dingen op, zette ze zonder
reden op een andere pllek weer neer alleen
om ze even daarna, zelf niet wetend waar ze
gebleven waren, weer te gaan zoeken en op
hun oude plaats terug te brengen. Nu en dan
zong zy melodieën die zy nergens ooit ge
hoord 'had, die uit haar hart schenen te ko
men, en steeds hooger en hooger gingen tot
haar stem trilde en oversloeg. Gedurig liep
zy naar 'den spiegel beurtelings angstig, kri
tisch, beschaamd, blozend en telkens gerust
gesteld door het beeld, dat zy er in weerkaatst
zag. Elke drie minuten liep zy naar de deur
om den weg af te zien, of hy nog niet terug
kwam.
Met dit doel ging zy het pad een eindje op,
toen zy achter zich zachtjes haar naam hoor
de roepen. Zich omdraaiend, zag zy langs het
pad, dat van de rivien naar het blokhuis
leidde, een gracieus figuurtje naderen, ge
kleed met een rok van bokkenleer en een
blouse van rood fluweel, het mooie, donkere
gelaat rustig glimlachend, het zwarte haar
om het trotsoh gedragen hoofd gewonden.
Het was haar vriendin en haar redster; blij
strekte zy haar de handen tegemoet, ernstig
en zacht glimlachend, juist zooals zy haar de
eerste maal gezien had.
Kitty uitte een kreet van blydschap, sloeg
haar armen om haar vriendin heen, en leidde
haar naar het blokhuis, waar zy haar met
geweld in een stoel neerdrukte.
(Wordt vervolgd).