NIEUWSBLAD VOOR
HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
J f
3 1
Eerste Blad.
Het probleem.
DINSDAG 2 MAART 1920
48e JAARGANG
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en .Zaterdagmiddag
REDACTEUR-UITGEVER: C. DE BOER Jr., HELDER
Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50
n.
COURANT
ABONNEMENTEN BIJ VOORUITBETALINGi
Heldersche Ct. per 3 mnd. f 1.40. franco per post f 1.60. Buitenland f 2.40
Zondagsblad 0.57»/,0.65. 1.05
Modeblad „0.95. i.05. L30
Losse nummers der Courant 4 ct.
AD VERTENTIËN.
20 ct. p. regel. Ingez. mededeelingen (kolombr. als redactioneele tekst) 60 ct.
Kleine advert. (gevr., te koop, te huur) v. 1 tot 4 regels 50 ct., elke regel meer 10
ct. bij vooruitb. (adresBur. v. d. bl. en met br. onder nr. 10 ct. p. advert. extra).
Bew.-exempl. 3'/j ct. Adv. op bep. aangew. pl. worden 25 °/o nooger berekend.
(De rol van het geld).
Er is verleden jaar een boekje versche
nen 0 uit het Amerikaansch vertaald, ge
titeld: „Het geld van Robinson Crusoe". De
schrijver, David A. Wells, geeft daarin een
populaire uiteenzetting van het ontstaan en
het gebruik van het geld en zjjn beteekenis
in de goederenruil.
De heer Mr. G. Vissering, President der
Nederl. Bank, schreef er in de Nederland
sche vertaling een aanbevelend voorwoord
in. Belangstellenden kunnen wij dus naar
het boekje verwijzen.
In het derde hoofdstuk behandelt c(e
schrijver zeer humoristisch de periode van
goederenruil op het eiland van Robinson
Crusoe, toen daar door allerlei oorzaken
zich reeds een kleine kolonie had gevormd.
Het geld was daar onbekend en men ruil
de dus zijn goederen tegen elkaar of tegen
eikaars arbeid.
Echter er kwam een kink in den kabel.
En zoo vertelt Wella ons dan op blz. 18 e.v.
het volgende:
„Twist, die kleermaker was en een jas
gemaakt had, ontdekte opeens dat al zijn
brood op was: en daar hij honger had,
staakte hij zijn werk en gin" Needum,
den bakker, opzoeken, om een ruil aan te
gaan. Het kostte 'hem geen moeite, om
Needum te vinden, die juist bezig was,
zijn oven op te stoken en die een groo-
ten voorraad brood had, om te verkoop en;
maar omdat de bakker in het bezit was
van alle jassen, die hij noodig had, wei
gerde hij om handel te drijven. Alleen
deelde hij Twist welwillend mede, dat,
wanneer deze soms iemand ontmoeten
mocht, die graan of meel over had, hij
(Needum) dien heel graag in ruil daar
voor voorzien zou van al het brood, dat
hij noodig had, maar daar de kleermaker
geen landbouwer en evenmin molenaar
was en daarom deze artikelen niet bezat,
'begaf Twist zich op weg naar het andere
einde van het eiland, waar een andere
bakker woonde, om te zien, hoe het met
dezen gesteld was op het punt van klee-
ren. Onderweg werd Twist ingehaald door
Pecks, den metselaar, die geen jas had en
daar deze juist datzelfde kleedingstuk
noodig had, dat Twist gemaakt had, was
hij opgehouden met het bouwen van' een
steenen muur, om den kleermaker te
gaan zoeken, aan wien hij nu het voorstel
deed, om een jas met hem te ruilen tegen
een nieuwen schoorsteen. Maar daar
Twist al twee schoorsteenen op zijn huis
had en niets om te koken, en omdat hij
dus geen behoefte had aan een derden
schoorsteen, had de metselaar al even
min succes met zijn poging om handel
te drijven als de kleermaker daareven.
Tenslotte vond Twist na heel wat moei
te en heen en weer reizen en veel verlies
van tijd en arbeid een bakker, die brood
wilde ruilen voor de jas enz. enz."
m
'Doch nu begintde moeielijkheid eerst
recht. Hoe kan Twist weten, hoeveel broo-
den hij voor die jas zou moeten krijgen, of
hoe groot Pecks de schoorsteen moest ma
ken voor zulk een kleedingstuk?
En dan zien we dat Twist voor zijn jas
een karrevracht brood kreeg, te veel om
op te bergen.
Nog meer problemen doemden echter op.
Een arbeider had een heelen dag steenkool
gesjouwd en ontving als loon daarvoor,'
toen hij des avonds moe en hongerig was,
een zak steenkool, waarmede hij eerst weer
op stap moest, om te zien, of hij die ook
voor brood en huisvesting kon ruilen.
En zoo kwam men eindelijk tot een overeen
komst, om één bepaald artikel uit te kie
zen, dat allen zonder uitzondering zouden
accepteeren in ruil voor elk product of
lederen dienst, die zij te koop aanboden.
Zie hier het geld.
Geld behoeft dus juist geen metaal te zijn
of papier, het werd reeds gebruikt vóór men
muntstelsels en bankbiljettenpersen had uit
gevonden.
Bij de Noord-Amerikaansche Indianen
werden schelpgordels en beverhuiden, bij
de inboorlingen van West Afrika schelpen,
in Abbessinië zout, in Cbineesoh Tartarije
pakjes thee, op de Westkust van Mexico
zeep als geld gebruikt.
Een der voorwaarden, waaraan geld moet
voldoen, is, zooals hieruit blijkt, dat het op
zich zelf waarde bezit.
En uit dien hoofde is het gebruik van pa
pieren geld dus iets geheel anders dan b.v.
gouden of zilveren munt.
Het gouden tien markstuk is nog steeds
evenveel waard als vóór den oorlog, ter-'
wijl een tienmarkbiljet nog geen '25 ct.
wadrd is.
Indien men zijn arbeid of zijn goederen
laat betalen met goud of iets anders, dat
waarde bezit, heeft men een ruil gedaan,
die geen risico laat.
Het aannemen van papieren geld is ech
ter een zaak van vertrouwen. Als ik een
dag werk en ik ontvang daarvoor een biljet
van tien gulden dan is dat niet meer dan
een geldig bewijs, dat ik over een overeen
komstig aandeel in den maatschappelijken
voorraad kan beschikken.
Met goud heb ik dat aandeel direct in
bezit.
En het is dus zonder meer duide^ dat
die goederenvoorraad er moet zijn, heusi
in goud, hetzij in andere begeerlijke zaken
wil het papierengeld geregeld zonder tegen
stand en wantrouwen worden aanvaard. En
dat dus de papieren marken en kronen zoo
laag staan, komt alleen hierdoor, omdat
ieder weet,'dat tegenover die millioenen pa
pieren dingen in Duitschland en Oostenrijk-
niet meer de daardoor aangegeven waarde
aan goud of goederen aanwezig, of althans
executabel is, noch de voorwaarden tot pro
ductie daarvan voorshands te vinden zijn.
Vandaar gebrek en eindelijk afwezigheid
van vertrouwen, de marken en kronen wor
den steeds minder aanvaard; die ze heeft,
biedt ze weer spoedig aan, met als gevolg
steeds verdere koersverlaging.
Het vredesverdrag van Versailles, dat
van'de Centrale Rijken nog een groot deel
van hun productiemiddelen opeischt, maakt
de moeielijkheden nog grooter. In ruil voor
de goederen uit het buitenland, die men
noodig heeft, kan men geen voldoende goe
deren van evenveel waarde ruilen, terwijl
voor het koopen bij de lage koers der mar
ken en kronen de prijs zóó exorbitant duur
is, dat die koopkracht langzaam maar ze
ker verdwijnt, waardoor herstel ook weer
moeielijker wordt.
Om de millioenen papieren marken en
kronen, die Duitschland en Oostenrijk tij
dens en kort na den oorlog maar hebben
gedrukt en in omloop gebracht, waarvoor
men goederen heeft gekregen, die zijn ver
nietigd en verteerd, weer terug.te krijgen,
moeten die landen gewoon worden leegge
haald:. t*
De feiten zijn hekend genoeg.
Moesten in het hongerende Duitschland
geen drastische maatregelen worden geno
men tegen onze eigen landgenooten, die,
zelfs in dezen tijd, zich niet ontzagen, het
beetje levensmiddelen nog op te koopen,
terwijl ons eigen land propvol zit?
En na de roerende zaken komen de on
roerende goederen.
Wie de groote pers geregeld leest, stuit
elk oogenbÜk op groote advertenties, waar
in huizen, fabrieken en zelfs openbare wer
ken te koop worden aangeboden.
In eenige weken vonden wij b.v. aanbie
dingen van:
Groot - Industrie - Installatie In N.-W.
Duitschland.
Kantoorgebouw 71/» mlllioen mark, Ber
lijn.
Bioscopen In Weenen.
Groote Mechanische Weverij, Duitschland.
Bruinkool bergwerk, Duitschland.
Voorname villabezitting, 800.000 mark,
Berlijn.
Ijzergieterij en Staalsmederij, Westfalen.
Fabrieken, gronden pachthoeven, Hon
garije.
Fabriek van Landbouwmachines, Munster.
Eerste rangs huizen, Berlijn.
Landgoederen en halzen, Duitschland.
En in al die advertenties worden opge
roepen de bezitters van Marken 1
Ook de beursberichten wemelen van
overdrachten van Duitsche en Oostenrijk-
sche bezittingen aan buitenlandsche onder
nemingen.
Onlangs vonden groote aankoopen van
Nederlandsche exportfirma's plaats van
aandeelen in de Rheinische Stahlwerke te
Duisburg.
De verkoop van Duitsche kolenvelden te
Frankfurt a/M. aan Nederland werd niet
lang geleden eveneens vermeld. De ver-
kooper won eenige millioenen en de kooper
profiteerde van de lage valuta.
„Uit Wiesbaden wordt gemeld", aldus
een ander bericht, „dat het Hotel Metropol
voor 6 millioen, het Parkhotel voor 3.8 mil-
lioen in Nederlandsch bezit is overgegaan."
En de aandeelen der „Schadniea" A. G.
für Petroleumindustrie in Weenen zijn door
een Fransche groep aangekocht, terwijl een
Engelsch-Fransche financieele groep te
Weenen twee hydro-electrisohe werken zal
bouwen.
Enzoovoorts enzoovoorts.
Zoo zien wij langzaam maar zeker een
volk van slaven ontstaan.
Teekenend voor' de geringe waarde van
het papieren ruilmiddel is ook de volgende
advertentie, die onlangs in het Alg. Han
delsblad voorkwam:
„Ca. 5—6000 M». hout voor gebruiks
doeleinden levert een Beiersche firma te
gen 60 ton aardappelen en 20 ton meel".
De ruilhandel dus weer in zijn eenvou-
digsten vorm hersteld.
Wie nu meent, dat zonder gevaar voor
andere landen eenige millioenen menschen
aan de wereldproductie zijn te onttrekken,
moet eens zien naar de lage valuta in
Frankrijk, België en Engeland.
Want ook daar is met papieren geld meer
gezondigd dan wel goed is, terwijl zij de
invoer naar en uitvoer uit Duitschland en
Oostenrijk evenzeer noodig hebben als deze
landen omgekeerd.
Lazen wij onlangs niet, dat het Fransche
tabaksmonopolie denkelijk als onderpand
zal moeten dienen voor een Amerikaansche
leening?
De wereld is ziek en het ergste is, dat de
oppervlakkige beschouwer meent, dat het
net andersom is. "V ooral ook in ons land.
Hij toch ziet veel meer geld verteren dan
vroeger en het leven lijkt hem weeldenger
dan ooit.
Wells geeft over zulk een zelfden toestand
in zijn boekje over het eiland het volgende
verhaal:
„Aanvankelijk spraken zij af een soort
zeldzame schelpen als geld te gebruiken.
Maar op een goeden dag maakten een
paar nietsdoeners een excursie en vonden
op een afgelegen plek van het eiland
groote voorrader van diezelfde schotpen,
die .anarren en in circulatie brach
ten, en waarmee zij dus zelf allereerst
ede sier maakten. Het eerste verschijn
sel was een opleving van den handel. Het
geld begon overvloedig te worden. De om
zet in zaken was nog nooit zoo levendig
geweest.
Maar tevens merkte men op, dat er en
kele personen waren, die nooit geregeld
werkten, maar die slechts dobbelden en
speculeerden en overigens voor hun ver
maak leefden.
Al spoedig bemerkte de winkelier, de
landbouwer, de arbeider, dat er wel meer
geld was, maar dat alles ook steeds duur
der werd, zoodat zij ieder voor zich toch
niet rijker werden. Met de prijzen steeg
de vraag naar steeds meer geld, waaraan
de sluwe avonturiers grif voldeden, waar
na de prijzen weer verder opliepen door
de grootere vraag naar goederen. Nog
nooit was men echter zoo gul geweest met
het uitgeven van geld. Ieder die schelpen
kreeg, zocht er weer spoedig af te komen,
waardoor de waarde daalde en de duurte
dus steeds toenam.
En eindelijk barstte de bom, en een al-
gemeene verarming volgde. Slechts enke
len, die tijdig hun schelpen hadden om
gezet in vaste goederen en dus feitelijk
rijk waren geworden, door de gemeen
schap te bestelen, hadden van die abnor
male geldcirculatie profijt. De gemeen
schap noemde dezulken echter geen die
ven, ook dewijl zij volslagen afhankelijk
van hen <kas geworden.
Wij gelooven met dit eenvoudige ver
haaltje te kunnen besluiten. Het past pre
cies, niet alleen op den toestand der Centra-
len, maar op onze geheele maatschappij.
Ook op de Maatschappij, zooals zij vóór den
oorlog al was.
Wie nog mocht twijfelen aan den val,
waarin de wereld is gestort, aai} hen kan
het volgend bericht misschien eenig licht
verschaffen:
„De National City Bank of New York
berekent de wereldbankbiljettencirculatie
op 51 milliard dollar, welke slechts door
een wereld-goudvoorraad van 5 milliard
dollar gedekt is."
Een volgende maal over het loonvraag-
st-uk.
Helder, 26/2 '20. A
's-Gravenhage, W. P. v. Stockum en Zoon.
Behalve natuurlijk, indien ook zelfs voor
goud niets te koop zou zijn»
Dat zijn dus nog niet eens de papieren cir-
culatiexniddelen, zooals de Marken en Kronen en
in ons land de zilverbons.
BUITENLAND.
De Adrlatlsche quaestle.
De conferentie te Londen is er niet in
geslaagd een uitweg te vinden in het Ita-
Liaansch-ZuidrSlavisoh geschil. Naar men
weet konden de voorstellen van den Opper
sten Raad president. Wilson niet voldoen
en zette de laatste in een nota zijn stand
punt in deze quaestie uiteen.
Op deze nota hebben de geallieerden
thans geantwoord. Zij leggen in hun ant
woord den nadruk op de mededeeling van
Wilson, dat hij bereid is een overeenkomst
te aanvaarden, die gegrond is op onderlinge
overeenkomst tusschen Italië en Zuid-Sla-
vië, indien deze overeenstemming althans
niet verkregen wordt ten koste van een
derde mogendheid.
Onder deze omstandigheden hebben de
geallieerden zich bereid verklaard hunne
voorstellen betreffende de regeling der
Adriatische quaestie van 9 December en 20
Januari in te trekken. In hun antwoord
nota noodigen zij president Wilson uit deel
te nemen aan een voorstel aan Italië en
Joego-Slavlë, waarin zij aangespoord wor
den onderhandelingen te openen, op den
grondslag van intrekking van alle vroegere
voorstellen. Indien echter deze poging
mocht mislukken, dan zijn de Fransche en
Engelsche ministerpresidenten het erover
eens, dat Engeland* Frankrijk en de Ver-
eenigde Staten opnieuw deze quaestie zul
len moeten overwegen.
Of door deze nieuwe regeling de vrede in
Oost-Europa bewaard zal worden is nog een
open vraag. Italië zoowel als Zuid-Slavië
hebben sterke troepenafdeelingen aan hun
ne grenzen geconcentreerd. Volgens een
bericht uit Weenen aan de Tagliche Rund
schau staan aan de grens van Dahnatië en
in de omgeving van Fiume ongeveer een
half millioen Zuid-Slavische troepen ge-^
concentreerd. Te Sussak in de buurt van
Fiume is een Italiaansche vlag verscheurd.
De geheele bevolking van Kroatië beschikt
over wapenen. Ook de Sloweensche bevol
king van Triëst'is gewapend.
De Italiaansche troepen worden eveneens
samengetrokken. Geheel Istrië krioelt van
soldaten.
FRANKRIJK.
Algemeene spoorwegstaking..
Hetgeen men in Frankrijk reeds vreesde
is geschied. De spoorwegstaking heeft zich
niet beperkt tot de leden van den C. G. T.
(het syndicalistische vakverbond), maar ook
de leden van de (gematigde) federatie zullen
er zich bij aansluiten. Het besluit hiertoe
werd genomen onder den druk van den lin
kervleugel van de federatie.
De regeering heeft verklaard niet aan de
eischen van het spoorwegpersoneel te zullen
toegeven, of onderhandelingen erover te
voeren, alvorens het werk is hervat. Een ge
deeltelijk mobilisatiebevel werd afgekon
digd; hieronder vallen 10.000 arbeiders van
de P. L. M. Verschillende maatregelen in
verband met de levensmiddelenvoorzie, ng
werden reeds genomen. Indien de toestand
niet spoedig verbetert, zullen per week twee
vleeschlooze dagen moeten worden inge
voerd. Verder zal een wetsontwerp worden
ingediend, waarbij machtiging wordt ver
leend beslag te leggen op de transportvoer
tuigen en automobielen, voor het geval de
transportdiensten door de spoorwegstaking
zouden worden gestoord.
Afgewacht moet nog worden of de staking
zich ook tot andere groepen zal uitbreiden.
Het bestuur van den syndicalistischen vak
bond staat hier voor een moeilijk vraagstuk.
Volgens de bestaande overeenkomst met'de
federaties, moet de C. G.. T. voor bet kartel
gevormd door de spoorwegarbeiders, haven
arbeiders en metaalbewerkers de staking af
kondigen, indien een der federaties in sta
king komt. Men wenscht dit blijkbaar niet
en de C. G. T. heeft er thans dezen, weg op
gevonden, dat de afspraak alleen geldt, als
de staking der spoorwegarbeiders algemeen
is. Dit nu is nog niet het geval. Op het Noor-
dernet werd b.v. nog ih het geheel niet ge
staakt.
Het socialistisch congres te Straatsburg.
In ons vorig nummer maakten wij reeds
melding van het door de Fransche socialis
ten te Straatsburg te houden congres, waar
op een beslissing zou worden genomen ten
aanzien van de aansluiting bij de tweede of
derde Internationale. Over het algeemen be
stond er een sterke strooming om zich bij
de laatste (Moskousche) aan te sluiten.
Op het congres werd ook het woord ge
voerd door Mevr. Roland Holst. In de „Hu-
manité" komt een verslag voor van het door
haar gesprokene. Over het manifest, dat zij
voorlas uit naam van het westelijk bureau
van de communistische internationale, zegt
het blad, dat dit document met een „ruwe
en edele hartstocht de misdaden van de
bourgeoisie aan de kaak stelt".
Het Fransche socialistische blad geeft dan
een aantal aanhalingen uit het stuk, waarin
de Fransche socialisten opgeroepen worden
om Aet de Russische revolutie als leidende
ster het kapitalistisch stelsel neer te vellen.
Na het manifest voorgelezen te hebben,
verklaart de citoyenne Roland Holst, dat de
Nederlandsche communistische partij zich
over het algemeen niet doet vertegenwoor
digen op congressen van partijen, die niet
aangesloten zijn bij de derde Internationale,
maar dat zij naar Straatsburg gekomen is op
uitnoodiging van haar vrienden Rappoport
en Loriot, teneinde zich rekenschap te geven
van hetgeen er in de Fransche socialistische
partij omgaat en zij heeft kunnen oonsta-
teeren, dat die partij in den looppas op weg
was naar Moskou. De „Humanité" vervolgt
dan:
„De citoyenne Roland Holst, die zich in
zuiver Fransch uitdrukt, met een strenge en
vurige welsprekendheid, verzoekt voor Sov
jet-Rusland de daadwerkelijke solidariteit
van het Fransche proletariaat. Zij zet met
kracht de economische en de revolutionnaire
solidariteit van alle volkeren uiteen Zij zegt,
dat de Duitsche communisten besloten zijn
het stelsel van Noske neer te werpen. Eeni-
gen onzer zijn gevallen in den strijd. Thans
is het uur gekomen voor de Franschen om
beslissingen te nemen. Er moet thans op
actieve wijze in Frankrijk aan de opvoeding
tot de revolutie gearbeid worden. De Neder
landsche communiste eindigde met een op
roep aan haar vrienden van de derde inter
nationale om de Fransche proletariërs met
hun kostbare bijzondere kwaliteiten tot de
wereld-revolutie te brengen.
Het slot van de rede van de citoyenne Ro
land Holst wordt door het geheele congres
met krachtig applaus begroet."
BELGIE.
Revolutionnaire agitatie.
tijd doet zich in de Borinage een stakings
beweging gelden. De mijnarbeiders eischen
loonsverhooging ten gevolge van het dure
leven. De mijneigenaars weigeren de ver
hooging toe te staan, zonder verhooging van
den kolenprijs.
Naar wordt gemeld, heeft de beweging in
de Borinage een revolutionnair karakter
aangenomen. Naar de leiders der vakver-
eenigingen wordt niet meer geluisterd. Jon
ge stakers, met revolvers in de vuist, slaag
den er in verscheiden kartonfabrieken in
Frameries te doen sluiten.
ARMEXIE.
Nieuwe moorden.
De Armeensche delegatie te Parijs ont
ving uit Alexandrië* het bericht, dat de toe
stand in Cilicië zeer hachelijk is. De geheele
Armeensche bevolking wordt met uitroeiing
bedreigd. In de streek van Marasj, die de
Fransche troepen hebben ontruimd, zijn
reeds 200.000 Armeniërs vermoord.
Nubar pasja, de president der Armeensche
Vredesdelegatie, deelt mede, dat na de ont
ruiming van Marasj door de Fransche troe
pen (op 9 Febr.) de Turken 16000 van de
20000 in de stad achtergebleven Armeniërs
hebben vermoord. Drieduizend Armeniërs
konden intijds de stad verlaten en 1500 zijn
tijdens de moordpartij ontsnapt.
De Engelsche Arbeiderspartij heeft bij de
geallieerden geprotesteerd tegen de behan
deling van Armenië, dat na het sluiten van
den wapenstilstand niet onder Turksch gezag
had moeten blijven. De partij eischt, dat
Turksch Armenië geheel aan het Turksche
gezag zal onttrokken worden en dat de Zuid-
Westelijke provinciën (Cilicië, Diarbekr en
Karpoet) onder een mandataris zullen wor
den geplaatst, terwijl de rest van het land bij
de Armeensche republiek van Transkaukasië
gevoegd zal worden. Het eerste deel zou dan
na enkele jaren kunnen beslissen of het on
afhankelijk wilde worden of zich ook bij de
Roemeensche republiek gevoegd wilde zien.
De partij protesteert tegen elke poging om
de regeling van het Armeensche' vraagstuk
afhankelijk te maken van de overwegingen
van Indische politiek.
KORTE BERICHTEN.
In de laatste dagen zijn te Boedapest weer
5 bekende leiders van de sociaal-democrati
sche partij spoorloos verdwenen.
Volgens berichten uit Berlijn zal Erzber-
ger onmiddellijk na het einde van zijn pro
ces, zijn ontslag als rijksminister van finan
ciën indienen.
LUCHTVAART.
Het hoogterecord verbeterd.
Volgens een bericht uit New-York aan de
„Times" heeft de majoor Schröder Zaterdag
te Dayton met zijn vliegmachine een tyoogte
bereikt van 36020 voet. Het is een wonder
dat de vlieger er levend is afgekomen. Hij'
verloor het bewustzijn toen hij op deze
hoogte gekomen was, en viel daarna 5 mijl
omlaag. Op 7 seconden afstand van de
aarde kwam hij weer bij en slaagde erin te
landen op het vliegveld van Macoock. Toen
hij uit zijn vliegmachine werd getild, scheen
hij dood. Zijn oogleden en oogappels waren
bevroren.
In het ziekenhuis kwam hij tot bewustzijn,
en vertélde: „Mijn eenig doel was, een hoog
te van veertigduizend voet te bereiken, het
geen ik mogelijk achtte. Plotseling bemerk
te ik echter, dat de zuurstof, welke ik voor
mijn luchttoevoer noodig had, ophield
te vloeien. Ik leunde voorover en pro
beerde de kraan open te zetten. Eensklaps
scheen het, alsof in mijn hoofd'een gewel
dige ontploffing plaats had. Mijn oogen de
den ontzettende pijn. Ik kon ze niet meer
open houden; ik scheen nog te kunnen zien
door een spleet. Ik yoelde plotseling een
hevige luchtstrooming en het scheen mij
toe, dat ik viel. Ik denk, dat ik zeer zwaar
op de stuurinrichting geleund heb en dat
daardoor de machine weer begon te zwe
ven. Ik opende de oogen en zag het vlieg
veld van Wilbur Wright met de hangar,
maar1 ik durfde niet te landen, omdat ik
mijn oogen niet kon vertrouwen. Ik vloog
daarom omhoog met de bedoeling, met een
parachute uit het vliegtoestel te springen.
Op dit oogenblik zag ik plotseling Mac-
cock's vliegveld, maar ik herinner mij niet,
hoe ik daar geland ben."
De thermometer toont aan, dat de tempe
ratuur lager dan 55 gr. onder het vriespunt
was. Schröder heeft het hoogterecord met
drieduizend voet verbeterd.
Het snelheidsrecord.
Volgens de „Matin" heeft de vlieger Ca-
sale het snelheidsrecord verbeterd. Hij be
haalde een gemiddelde snelheid van ruim
283 K.M. per uur.
DE TRANSPORTARBEIDERSSTAKIN G.
Deuitkeqringen.
Zaterdag heeft de federatie van transport
arbeiders hare eerste uitkeering aan de sta
kers gedaan, n.1. een bedrag van 8.50 voor
gehuwden met 5 toeslag voor elk kind,
en 6.voor ongehuwden. Men hoort ech
ter allerwege twijfel uitspreken aan de juist
heid van deze opgave. Zoo moet o. a. op de
laatste huishoudelijke vergadering van de
Federatie gevraagd zijn aan allen, die niet
dringend steun noodig hadden, zich niet om
de uitkeering aan te melden.
Volgens uit betrouwbare bron van het
„Hbl." verstrekte inlichtingen is de Federa
tie tot deze uitkeering in staat, omdat ze op
17 Februari van den heer Rutgers uit Amers
foort een bedrag van 20.000 ontving, in af
betaling op een toegezegd bedrag van
40.000. In het openbaar stelde de heer
Wijnkoop dezer dagen in een te Rotterdam
gehouden vergadering namens de commu
nistische partij een bedrag van 2000 in
uitzicht.
Een schietpartij.
Zaterdagmiddag half twaalf werd onder
het oostelijk viaduct te Amsterdam- de 28-
jarige adjunct-inspecteur der Hollandsohe
Stoomboot-Maatschappij, Van Ramshoret,
door stakende havenarbeiders gemolesteerd.
Een der stakende bootwerkers gaf hem met
een zwaar voorwerp zulk een slag op het
voorhoofd, dat de adjunct-inspecteur per
auto-brancard naar het Binnengasthuis
moest worden overgebracht.
Een controleur der Hollandsche Spoor,
die dit gezien had, waarschuwde een politie
patrouille van drie man en wees haar de
schuldige bootwerker aan. Een groep sta
kers bleef bij de komst der politie staan, be
halve de dader, die wegliep. Toen de agen
ten tot de arrestatie wilden overgaan, wer
den zij gehoond en belemmerd. Er werd op
den vluchteling geschoten. Een der kogels
trof een 19-jarig meisje aan den bovenarm.
De verwonding was evenwel niet van ern-
stigen aard. De dader werd onder bedreiging
met de revolver in een café gearresteerd en
onder grooten toeloop overgebracht naar het
bureau Warmoesstraat.