IEUEUCIE tllUT
Tweed© Blad.
VAN DONDERDAG 15 APRIL 1920.
Gemeenteraad van Helder,
op Woensdag 14 April, 's avonds 8 nnr.
Afwezig aanvankelijk do heer van der
Veer. (1 vacature).
Ingekomen stukken pn mededeellngen.
Goedkeuring der Verordening «tot hef
fing van schoolgeld op de Zeevaart«hool.
Adres van de Vereeniging van Glasfabri
kanten in Nederland, inzake gasprysrege-
ling.
Voor kennisgeving aangenomen.
Voorschot op de In voorbereiding zflnde
salarisherziening.
Voorstel tot toekenning van een voor
schot op de in voorbereiding zijnde salaris
herziening. (Held. Ort. 6 Apr.)
De heer Biersteker meende, dat deze
agenda de voortzetting was van de vorige.
Dit voorstel is thans no. 1 gezet, spr. ver
baast er zich over. Hoe komen B. en W.
daarbij? Is dat eene uiting van den nieu
wen geest om voor dergelijke punten de ge-
heele agenda omver te gooien? Bpr. kan
niet voor dit voorstel stemmen en begrijpt
niet hoe B. en W. den euvelen moed heb
ben met een dergelijk onbekookt voorstel te
komen? Hoe staat do weth. van financiën
or tegenover en het heele college, dat op
hot standpunt staat voor alles dekking te
hebben. De heer Verstegen heeft zich nog
in dien geest uitgelaten. Is het Ooilege zoo
ineens bekeerd geworden? Men zal zeggen
wij brengen het op den Hoofd. Omslag
voor 1920. Het is de vraag of dit formeel
juist is en God. Staten dit zullen goedkeu
ren. Ook is het niet juist; de salarisrege
ling van Augustus 1919 heeft terugwer
kende kracht en dit is "per suppl. begrooting
geregeld. Hier is daar geen sprake van;
hot is een slag in de lucht, waarvan de
draagwijdte niet ia te overzien. Nu moet be-
slist worden dat de verhooging terugwer
kende kracht heeft niet alleen, maar dat de
verhooging 6.-— bedragen moet. Ook Is
do vraag niet geregeld: hoe staat de Burge
meester tegenover het politiepersoneel. Dat
is er niet onder begrepen, de regeling daar
van berust bij den Burgemeester.
Er is nog iets anders. Is dit een uiting
van den nieuwen geest die het College be
zielt, dat dit naar voren gesehoven wordt?
Spr. had verwacht ook omtrent de economi
sche zaken van de gemeente een dergelijke
spoédige beslissing. De kwestie van de
ijsfabriek is in "voorbereiding, wij hooren
er niets van. Wordt daaraan ook met spoed
gewerkt?
Een andere vraag betreft de economische
plannen omtrent de haven. De Raad weet
er nog niets van. Ook ten aanzien van het
vraagstuk der brikettenfabriek.
G»eroep: Sloopenl
De heer Biersteker: Juist, maar laat
men dan niet een kapitaal renteloos laten
liggen.
De heer Verstegen: Zeg dat tegen dè-
gonon, die haar gebouwd hebben l
(Interrupties van de zijde der soo.-dem.).
De heer Biersteker voortgaande: Ik
zit hier niet om de belangen van een deel
der gemeentenaren te bevoordeelen.
Ik ben de allereerste om iets voor de ar
beiders te doen, maar ben tegen drijverij
ten koste van alles. Voor spr. staan de be
langen van de gemeente in zijn geheel hon
ger dan van een deel. Men zal er uit dis-
tilleeren, dat spr. tegen een behoorlijke be
zoldiging is. Spr. bestrijdt dat; hij heeft
altijd de belangen der gemeentenaren be
hartigd.
Do heer B o r k a r t: Met je mond.
De heer Biersteker: Om te bewijzen
dat het hem ernst is, zou spr. willen voor
stellen: neem dit onbekookte voorstel terug
en kom binnen een maand met een volledig
voorstel voor salarisregeling. Waarom zou
dat niet kunnen? Spr. zal daaraan mede
werken.
De Voorzitter: Wat het punt 1 op de
agenda brengen betreft, ziet de heer B. dat
to diep in. Ook den vorigen keer was het
de bedoeling het een van de eerste te be
handelen, maar het kwam toen te laat in
het Collega en werd daarom achteraan
gezet.
De heer Baak staat, waf het laatste deel
betreft, op het standpunt van den heer Bier
steker. Het is spr. nooit voorgekomen dat
dergelijk voorstel werd gedaan. Op het
oogonbltk is niet bekend welk voorstel er
zal komen; er kan gemakkelijk binnen ééne
maand een regeling komen. Nu er zoovele
gebreken aan deze regeling kleven, la spr.
er niet voor ze aan te nemen. De bedoeling
was goed, maar de regeling deugt niet. Bpr.
zal dus tegenstemmen en wil een nieuwe
loonregeling met een gewaarborgd minimum
op 21-jarigen leoftljd van 2$Lvoor ougö-
schoolde kracht.
Bij de thans ontworpen regeling zullen
illusies gewekt worden, die nieit verwezen-
lijkt worden. Spr. kan onmogelijk vóór
stemmen, omdat men geen houvast aan de
regeling heeft. Een verhooging van ƒ6.
voor iedereen is niet goed; voor een amb
tenaar ia zij te laag; voor een leerling te
hoog.
De heer ivart Breda verklaart namens
de rechtsche fractie dat het een vaag voor
stel is, en zal vóór het voorstel-Biersteker
stemmen.
De heer Borkerf meent juist, dat het
voorstel van het College getuigt van een
begrijpen van den nieuwen tijd. Meer en
meer zullen de arbeiders de opbrengst van
hun arbeid gaan eischen. Vroeger werden
hun eischen steeds uitgesteld en van uit-
'ïtel kwam afstel. Het verbaast spr., dat de
heeren zoo openlijk met hun cynisme te
koop durven loopen. Op vergaderingen
hoort men ze anders praten. Is de werke-
loosheidsvoorzion'ing geen economisch be
lang? Alles wat in liet belang van den ar
beider gedaan wordt, is toch ook het 'be
lang van de gemeente. Veertien dagen ge
leden zat de heer Biersteker nog ra. het
Ooilege, en wil hfj het thans verwijten ach
teraan te komen? Tot driemaal toe hebben
wij, toen het vorig College nog aan het be
wind was, gewerkt voor een duurtetoeslag,
dat is het belang van den gemeente-arbei
der, dus ook van de gemeente,
Hoe kan de heer Biersteker praten over
de brikettenfabriek? We hebben steeds
overvulde agenda's, en er wordt hard ge
werkt door den Raad. De heer Biersteker
moest zich schamen. Toen de heer Bierste
ker nog in het Ooilege zat, heeft hij zelf
erkend, dat de duurtetoeslag, waaromtrent
moest worden beslist, uit den post onvoor
zien kon worden bestreden. Nu zijn er 4
maanden verloopen en wat is er gebeurd?
Het geldt hier menschen, die per week min
der ontvangen dan de heer Biersteker per
dag krijgt. De vrijzinnig-democraat Bier
steker draait zijn program, dat vol ls van
mooie leuzen, om hals, door allerlei prach
tige frases. De heer Biersteker heeft spr.
een huppelend veulen genoemd; welnu, dat
huppelende veulen zal den heer Biersteker
nog menige trap geven.
De heer Biersteker protesteert tegen
die uitdrukking, Spr. wenscht geene be
dreiging te accepteeren van den heer
Borkert.
De Voorzitter vond in de woorden
van den heer Borkert geene aanleiding hem
tot de orde te roepen.
De heer Biersteker heeft ten opzich
te van zijn doen en laten een zuiver gewe
ten en laat zich niet ophitsen.
De heer Borkert merkt op, dat bfl het
voorstel betreffende de stoomboot de soo.-
dem. spontaan vóórstemdeh, omdat dit een
algemeen belang was. Wij vroegen niet naar
de belangen der winkeliers alleen, slechts
naar het algemeen belang.
Da heer van Loo: Naar aanleiding van
da woorden des heeron Borkert over „bur
gerlijke reactionairo" massa zegt spr., dat
het niet onze bedoeling is het Oollcge zon'
der meer te bestrijden. In de verklaring
staat, dat elk voorstel getoetst zal wordon
aan da vrijz.-dem. beginselen en daarnaar
zullen wij beslissen. Eh wat dat woord bur
gerlijk betreft, laten we bij de burger
lijke partijen gerust de S.D.A.P. nemen, als
de SJXA.P. het heft in handen krijgt, doet
ze erger dan de zoogen. burgerlijke par
tijen. Spr. is het eens met de laatste clau
sule van de woorden van den heer Bierste
ker, Wij hebben een hekel aan lapmidde
len, het kan in een paar weken tijd voor
elkaar komen. Wij willen een gewaarborgd
minimum van /,2a.—.
Da heer Behoeffelenborger stelt
voor als middenweg aan gehuwden ƒ,6.
uit te kearen, ongehuwden ƒ2.60, een en
ander tot en met een salaris van 8Q.0Ö.
De heer Heyblok meende (dat de heer
van Loo het zou opnemen voor de gemeen
tewerklieden. Als de heer v. Loo zegt dat
hij zich niet bij de reactionairen schaart,
is hij abuis, hij doet dat wel, en spr. kan
zich niet begrijpen van twee menschen die
dag in dag uit naar den Haag zijn gegaan
om een achterstand los te krijgen, dat ze nu
zoo praten. Men zou haast moeten denken,
dat het de schuld is van de heeren van Loo
en Baak als de arbeiders zoo lang hebben
moeten wachten. (Applaus op de publieke
tribune. Naar aanleiding hiervan dreigt de
Voorzitter met ontruiming).
De heer Baak: De heer Heyblok be
schuldigt ons dat als de arbeiders lang moes
ten wachten, dat de schuld was van de hee
ren Baak en van Loo. De organisaties heb'
ben er geen stap voor gedaan, bet zijn wij
geweest. Een half jaar geleden vroeg de heer
van Hinte 2H en zooveel zijn de omstandig
heden niet veranderd. Zijn het altijd juist
de modernen die dit doen? Het is niet waar,
We zitten hier voor do gemeenschap; een
betere regeling kan heel goed spoedig ko
men. Spr. heeft ten volle vertrouwen daar
omtrent. Nog nooit zijn wij naar den Haag
gegaan om toeslagen, steeds werd aange
drongen op loonsverhooging.
Vallen de brugwachters er onder? Krij
gen we weer datzelfde als bij don toeslag,
dat die arme drommels er buiten vallen?
Het zijn allemaal vragen.
Den heer Heyblok doet het onaange
naam aan dat de heer Baak in praktijk an
dera spreekt dian in theorie. Als vakvereeni-
gingsman zou de heer Baak precies het
zelfde doen als wij thans.
De heer van Loo heeft persoonlijk te
gen spr. gezegd vóór deze regeling te zijn,
thans is hij er tegen; daarom heeft spr. ge
zegd, dat hij de reactie diende.
De Voorzitter vindt het wensoheiyk zioh
aan 't onderwerp te houden.
De heer Verstegen: Als ik hier kalme
menschen als de heeren Biersteker, Van Loc
en Baak zlo en hen met roodo gezichten zie,
denk ik zoo, zou dat katzonjammer zijn, om
dat er Boo.-Dem. In hot Ooilege zitten. Als
wy maand na maand klachten hooren van
het personeel in alle geloderen, en B. en W.
nemen het besluit een voorlooplge regeling
te ontwerpen, dlo daaraan tegemoet komt, on
waar benoden de definitieve regeling niet
gaat, verbaast spr. dit verzet, temeer daar
deze regeling uitvloeisel ls van het goorgaui
seerd overleg. Wil men dit nu den nek om
draaien, de Raad is er vry ln. Of het wen-
sehelyk ls, ls een andere vraag.
De heer Biersteker heeft gevraagd: is dat
nu de uiting van den nieuwen geest en sprak
«tjn bevreemding uit, dat dit voorstel als no. 1
op de agenda kwam. In het College is ten
opzichte van het plaatsen op de agenda niet
gedacht aan ouden of nieuwen geest, maar
als de heer Biersteker denkt, dat" het College
rekening houdt met den polsslag van den tyd,
is dat volkomen juist.
De heer Biersteker citeert spr.'s woorden,
dat er dekking moest zijn voor uitgaven. Het
voorstel geeft de dekking aan. De Raad is
vry, en wat Ged. Staten zullen doen, is nog
niet bekend. Als we de geheime notulen
nagaan van de debatten betreffende het adres
der Gem. werklieden, zal men zich herinneren,
dat het toen te laat was or dekking voor te
vinden, en toen heeft de heer Baak gezegd:
we verleenen er terugwerkende kracht aan.
En de heer Biersteker heeft gezegd, dat dit
volkomen in den geest was van den Raad.
De heer Biersteker ontkent dit. Spr.
heeft zich juist verzet tegen de terugwerkende
kracht.
Daar hierover verschil van meening bestaat,
zullen de bedoelde notulen geraadpleegd wor
den, waartoe de vergadering geseborscht wordt.
Na heropening verkrygt de heer Ver
stegen het woord. Allereerst constateert
spr., dat thans in de krantenverslagen een
hiaat zal voorkomen ten opzichte van deze
discussies.
Voortgaande, betoogt spr., dat de heer Bier
steker heeft gesproken van euvelen moed en
onbekookt voorstel, dat klakkeloos neergewor
pen wordt, hetgeen woorden zijn zonder meer.
Spr. verwyst omtrent de regeling voor jeug
dige werklieden naar het voorstel waarin dit
geregeld is. En de brugwachters waarvan de
heer Baak sprak, sprekers voornemen is
het georganiseerd overleg te laten uitmaken
wie hoofdbestaan in dienst van de gemeente
heeft, en wie niet.
Depolitie.Voorz oover spr. bekend, zal ook
deze er onder vallen. Het heeft spr. gefrappeerd,
dat de heer Biersteker, sprekende over den
nieuwen geest, vraagt naar de econom. voor
stellen, die als een tang op een varken op dit
voorstel sluiten. De heerJBiersteker heeft kennis
kunnen nemen van hetgeen in 't College is
gebeurd. Een zeer kort tijdsbestek is het, dat
de heer B. geen wethouder meer is. Ook in
die kwestie wordt met spoed gewerkt, maar
men is afhankelijk van allerlei deskundigen.
Havenplannen. De Raad is toch geeh col
lege dat luistert naar toekomstplannen. Daarvoor
moet toch een vast plan zyn. De heer Bier
steker als hervorfagend lid van de Econom.
Commissie, had daaromtrent een art. kunnen
schrijven evenals M. Nog wel eenige jaren
zullen er mede heengaan, de huidige haven
plannen zijn nog lang niet voor uitvoering
vatbaar.
Brikettenfabriek. Dit college noch de
Raad is er verantwoordelijk voor, en spr.
dacht niet dat de heer B. aan dit College
daarover opheldering zou vragen. Dat komt
omdat het zoo uiterst moeleiyk 'ls voor dit
College daarvoor een bestemming te vinden.
Op dit alles had de heer B. het antwoord
kunnen vindon.
Spr- schrijft zijn opmerkingen toe aan een
ovorkropt zenuwgestel, en als deze hoor zegt
ik sta de algemeeno belangen voor, zegt. spr.
dat, door het belang van het volk, de breode
massa, te dienen, men In de allereerste plaats
het algemeen belang bevordert.
Spr. is verheugd dat de heer B. voor goede
loonen is. Als dan straks de voorstellen van
het georganiseerd overleg komen, weten we
waar we aan toe zijn.
Als spr. er kans toe zag in één maand een
technische herziening van de loonen te krijgen,
ware dit voorstel er niet gekomen. Maar er
zijn zooveel puzzlos op te lossen. De voorstel
len van de organisatie zelve gaan verder dan
deze, dus teleurstelling kan dit nooit geven.
Nog een antwoord van den heer Yan Loo.
Een lapmiddel is dit niet, slechts een voorscho't
op wat komt. Ook de heeren. v. Loo en Baak
kunnen het onmogelijk zoo spoedig tezamen
krijgen. De loonregeling moet passen in alle
reglementen etc., daarom heeft het georgani
seerd overleg dit voorstel to doen. Den heer
Sehoeffelenberger vraagt spr. zijn voorstel in
te trekken, omdat het niet kan worden bekeken,
De heer Adrlaanse wenscht een enkel
punt te noemen. De heer B. heeft gevraagd
hoe het College staat tegenover' dit voorstel,
Het is voortgekomen uit het georganiseerd
overlegd en zal uit den hoofd, omslag moeten
gevonden worden. Een navordering over 1919
zal verschillende uitgaven dekken.
HDe heer Biersteker wil den heer Borkert
zeggen, dat zyn toon, zacht gezegd, het voor
stelt alsof alleen van zijn fractie heil te wachten
is en alle anderen op de geldkist zitten. En
hij gebruikt dikke woorden, dat de tijd voorhij
is dat men de arbeider# in hun hok kan terug
drijven. Dat kan op een propaganda-vergade-
ring wordon gezegd. Spr. protesteert er tegen
dat hij de menschen stroop om den mbnd
smeert. Integendeel, do partij .die het meest
belooft en hot minst heeft, is de soo.-dem.
En de werkverschaffing moet dienen als demon
stratio dat zoo goed gezorgd wordt voor de
arbeiders. Laat hij dan eens kenniB nemen
van de wjjzo waarop hot geschiedtalles in
een zandwoestijn herschapen, niets beplant.
Wie gaat nu planten als de zomer in het land
is Als men een productieve werkverschaffing
had willen beginnen, waarom dan de Ruygh-
sloot niet dichtgegooid
Do Voorzitter merkt op, dat van hot
onderwerp afgedwaald wordt on meent dat dit
niet juist is.
De heer Biersteker haalt alleen een on
ander aan als demonstratie van de werkver
schafflng. Als de heer Borkert bedoeld hoeft de
de menschen voor spr. te waarschuwen, laat dat
spr. koud. Spr. bedelt niet om stemmen, ook
niet van een gem. werkman. Laat men voor
oogen houden, dat wy allen bedoelen het waar
achtig belang van de Gemeente, en hot gaat
niet aan, al is men van andere meening, Iemand
in de schoenen te schuiven dat hl) dat niet doet.
De heer Verstegen heoft gesproken over
katzenjammor. Spr. was don hemel dankbaar
van zijn wethouderschap af to zijn, in zoover
er katzenjaminer is, is die over de samenstelling
van het college. Zij geeft niet meer de samen
stelling van den Raad. Mon hesohouwe dit niet
als oppositie quand méme tegen hot College.
Bpr. agitatie tegen het voorstel vlooit voort
uit de innerlijke waarde van het voorstel. Op
het oogenblik moeten reeds vragon beantwoord
naar persoonlijke mooning. Dit betreft de politie
en de brugwachters.
Spr. verwacht van het College een oonoreet
voorstel. Dan krijgen we misschien weer een
debat ovor wat moet of niet moet. Al die lange
agenda's hebben tot nog toe weinig belangrijks
opgeleverd.
Ryp overwogen, zegt de heer Verstegen.
Maar is het niet een paar dagen voor den
Raad pas in het College gekomen
De Voorzitter weerspreekt dit.
De heer Biersteker: De heer Verstegen
heeft zonderlinge opvattingen over wat onder
zócht is. Spr. weet zeer goed dat hy van ver
schillende dingen wat afweet, maar heeft gezegd
dat de Raad er niet van afweet. Dit betreft
de ijsfabriek, een brandend vraagstuk. Dit
betreft ook de havenplannen, de Raad weet
ook daarvan niets, en het is een belangryk
economisch vraagstuk.
Met de brikettenfabriek hetzelfde. Het Col
lege draagt niet do verantwoording voor de
stichting, maar wel voor de verwaarloozing
ervan.
Dit alles is niet voortgekomen nit een over-
kropt gemoed, maar nit spr.'s waarachtige
belangstelling voor het welzijn der gemeente,
dat spr. wenscht te behartigen. En de loons
verhooging i8 een klein onderdeel van de
algemeene belangen. Spr. is voor een goed
loon, maar wenscht dit vast te leggen in een
concreet voorstel.
Spr. meent dat gemakkelijk binnen eene
maand een nieuwe regeling kan worden ge
maakt. Dat was by den heer Grünwald als
Wethouder ook het geval. Waar een wil is,
is een weg, en als de heer Verstegen en zyn
partijgenooten doordrongen zyn van de nood
zakelijkheid van loonsverhooging, doet hy het
best zoo spoedig mogelyk er mee te komen.
En als de Wethouder zegthet kan niet, dan
drage de Raad het op aan die het wel kunnen.
De heer B.orkert refereert aan hetgeen
de heer Verstegen zeide. Spr. wordt pas opge
wonden als hy de menschen anders hoort
spreken dan ze handelen. By de begrooting
huldigde de heer Biersteker juist de nieuwe
geest, en thans staat spr. paf dat de heer
Biersteker het College dien nieuwen geest
verwyt.
Het is altijd maar uitstel en uitstel. Als
men meent, dat er iets gedaan moet worden,
dan grype men deze fundamenteele regeling
aan. Het is een democratie van bizonder allooi,
die de heer B. huldigt. Er wordt slechts een
daad gevraagd van den Raad.
Het program van den heer Biersteker is
vol van allerlei moois, maar nu wordt het
weer op de lange haan geschoven.
De heer Biersteker wyst op zijn daad
(het indienen van het voorstel); spr. neemt
het amendement van den heer Baak over.
De heer de Zwart wenscht nog eenige
opmerkingen te maken, omdat er wat al te
veel invloed wordt toegekend aan het feit
dat spr. Wethouder ls geworden. Wat thans
op de agenda staat, was al in vergevorderd
stadium van voorbereiding vóórdat spr. Wet
houder werd.
Wat eon storm zal er dan ook opstaan, in
dien ook van hem voorstelleü komen. De heer
Biersteker zegt dat gemakkelijk binnen eon
bepaald tijdsbestek oen nieuwe regeling kan
worden gemaakt. Als do arbeidersorganisatie
hot zolvon al Inzien dat het niet kon, mag
daaraan toch wel eenige waarde worden ge-
hocht.
De salarisregeling voorbereid door den heer
Grünwald, was slechts een voortbouw op de
oude regeling, behoudens enkele technische
veranderingen, die er bovendien nit moesten ge
nomen omdat men die zaak onvoldoende had be-
kekon. Daarna hebben wy een nieuw werklieden-
reglewcnt gekregen, en er zyn allerlei moeilijk
heden op to lossen. Men zal moeten beamen
dat hetgeen de heer Grünwald deed: auto
matische opbouwen op de oude regeling heel
iets anders is als een nieuwe regeling ont
worpen. De heer Biersteker leest voor een
minimum van f 29.maar dat zeggen B. en
W. toch ook. Dat is precies hetzelfde.
De heer Biersteker heoft de Econ. positie
van den Helder er by te pas gobracht, alsof
het zoo'n urgente eisch is van thans. Waarom
dan die eisch niet aan het vroegere college
gesteld
De hoer Biersteker heeft dat dikwyls
betoogd.
De heer De Zwart: Het college is van
een en ander ook overtuigd, wy weten maar
al to goed dat als hier geen economische on
dergrond is, wy niet kunnen werken aan de
ontvoogding der arb. klasse.
Dbor het College is gewaakt voor het niet
onbewaakt laten van de Brikettenfabriek. Er
is dagelijksch toezicht en de machines worden
geregeld nagekeken.
De heer Sehoeffelenberger trekt zyn
voorstel in.
De heer Grünwald bespreekt de flnan-
tieelo regeling. Spr. gelooft niet aan de door
den heer Adriaahse gedachte mogolykheid
(navordering over 1919). Dat kan niet, om
daaruit'het heele bedrag te halon. Uit de be
grooting van 1921 zal blyken, dat or geen
overschot over 1920 bestaat en dus de heele
druk op de bogrooting van 1920 rust. Als
do mogolykheid bestaat, zooals de heer Adri-
aanse zich voorstelde, zou spr. misschien mee
kunnen gaan. Aan de nieuwe regoling zullen
tal van personen moeten betalen, die minder
verdienen dan de arbeiders. De heer Van Hinte
kon zich destyds volkomen vereonigen met
onze voorstellen.
Do heer Zondervan: Het is me gebleken,
dat een groote groep zich tegen het voorstel
van B. en W. kant. Spr. kan zich daar niet
mee voroenigen. Hot is onmogelyk in eene
maand ty ds zoo'n nieuwo regeling te ontwerpen.
In het voorstel van den heer Grünwald waren
geene technische veranderingen. Spr. gaat
daar nader op in. In alle bedry ven wordt veel
en veel |meer gegeven; de menschen mooten
geholpen worden, dadelyk.
Die kwestie van die brugwachters zal het
georganiseerd overleg wel uitmaken. De heer
Baak tracht het óók -te nekkèn. Hy moest mot
beide handen dit voorstel aanvaarden.
De heer Verstegen bespreekt de grief
van don heer Biersteker omtrent de werkver
schaffing. Het ls niet waar, dat thans met be
planting begonnen wordt. Er wordt op het
oogenblik niet meor beplant vóór het volgend
jaar. Er moet gespit worden om te kunnen
beplanten. Het Collego heeft zich laten voor
lichten en do donkere duinen staan onder
voortdurend toezicht van het Staatsboschbeheer.
De dennen, voor zoover zo ontvangen zyn
staan or in, en de overigen komen in de
kweekory.
Do Ruijghsloot. Daarvoor zyn verschillende
vergunningen noodig; de Ruyghweg is parti
culier bezit. Moeten wy die sloot zoo maar
dichtgooien? Er zy'n onteigeningsbesluiten
noodig. De argumenten van den heer B. zyn
gezocht om tegen ons voorstel te kunnen
stemmen. De kwestie van de brugwachters
met georganiseerd overleg zal spoediger heslist
worden dan de vorige toeslag-kwestie, die
niet eens gegeven is.
De havenwerken zyn in voorbereiding. Maar
er is ook een Econ. Commissie, daar heeft de
heer Biersteker ook den Raad buitengehouden.
Spr. is gevoelig voor gezonde kritiek, maar
dit ïykt kant noeh wal. Dit is geene bestryding.
Op het oogenblik is er achterstand, de
salarissen zyn te laag. Als de Raad dit erkent,
kan hy niet anders dan dit voorstel aannemen.
De heer Biersteker: Wys dan een
commissie aan.
Do heer Verstegen: Ik ken de materie
en als ik er kans toe zag zou ik het doen.
Men moet man voor man en hoofd voor hoofd
ondervragen. Met ons voorstel zyn de menschen
voorloopig klaar. Allerlei sollicitaties van
personeel mislukken wegens de lage salari-
eering, de pensioen-kwestie loopt gevaar enz.
De Voorzitter merkt op, dat spr. alleen
met de verhboging meegaat, niet met de
terugwerkende kracht. Alle personen, ook de
politie, vallen er onder.
Het voorstel-Biersteker komt in stemming.
De heer Zondervan vraagt het woord
over dit amendement. In het voorstel dat
thans ingediend is, staat niet over terug
werkende kracht. Is dat er onder begrepen
De V o o r z i 11 e rDie kwestie komt later
aan de orde.
Het voorstel-Biersteker met amendement-
Baak komt in stemming en wordt aangenomen.
Vóór de heeren Biersteker, Baak, De Geus,
Staalman, Bok, Van Breda, Van Os, Van Loo,
Bot en Van der Veer.
De heer Biersteker vraagt of dit voor
stel ook door het College zal worden uitge
voerd. (Doordat de publieke tribune leegloopt,
is spr. grootendeels onverstaanbaar.
De heer Verstegen vindt deze vraag
beleedigend. Het College heeft eenvoudig het
besluit, door de meerderheid van den Raad
genomen, uittevoeren.
De heer Biersteker heeft niets beleedi-
gends bedoeld. Het voorstel houdt in eene
uitnoodiging aan het College en het is zeer
goed te denken, dat het College dit niet zou
wenschen uit te voeren.
De Voorzitter meent ook, dat formeel
het College gehouden is dit besluit uittevoeren.
Een andere vraag is of het mogelyk is.
Subsidie Bewaarscholen.
Voorstellen betrekkelijk het verleenen van
subsidie aan besturen van Bewaarscholen.
In een nota, door B. en W. aan den Raad
gericht, wordt geadviseerd, dit voorstel he
denavond niet ln behandeling te brengen,
omdat het B. en W. wonscheHjk voorkomt,
om, alvorens het subsidie voor het geheele
jaar 1020 te doen vaststel1, >rst de be
sturen der berr. .xholen to verplichten, ter
voldoening u f\rl 1? dar betrekkelijke
verorden!tuf, de, jv dor jaarwedden
enz. var personeel, aan het Ooilege ter
goedkeu ".ui ibe bieden.
Ten einu. rechter do besturen financieel
tegemoet te 'omen stellen B. en W. don
Raad voor, t' o,\v>ev6 van elk der Be
waarscholen een voorschot op het eventueel
voor 1920 toe te kennen subsidie te verlee
nen van ƒ1000—, in totaal dus ƒ4000—.
Na eftnige toelichting van den heer de
Zwart zonder hoofd. st. aangenomen.
Wegens het vergevorderd uur, 'wordt de
rest der agenda verdaagd. Behandeld wor
den nog da op de agenda voorkomende
benoemingen.
1) Onderwijzeres aan school no. B: 1. J. E.
Jöhsis te Delft, 2. V. E. Nicola te Alphen a.
d. Ryn, 3. J. S. Kools te Aardenburg.
Benoemd wordt mej. Jöbsis met 10 stem
men (1 blanco).
2) Gemeente-vroedvrouw: 1. Mevr. A. M.
MetzolaarDenker Huneman, 2. Mej. A.
Charmes.
Benoemd mevr. Metzelaar met 13 stem
men. (5 op mej. Charmes).
8) Lid Commissie tot Wering van School
verzuim: 1. B. Zondervan, 2. O. Heyblok.
Gekozen de heer Zondervan met 0 stem
men.
4) Leden Burgerlyk Armbestuur:
a. nieuw:
1. J. W. van Aken, 2. R. Boogaard. Geko
zen de heer van Aken met 8 stemmen.
1. Mevr. R. H. Luidingavan Genne, 2.
Mevr. D. Boelensvan Zoest. Gekozen mevr.
Luidinga met 11 stemmen.
1. Mevr. L. Ch. PeetersWierth, 2. Mevr.
M. Clercq—ide Bruine. Gekozen mevr. Pee
ters met 12 stemmen.
1. C. Bot, 2. O. J. Beimers. Gekozen de
heer Bot met 12 stommen.
'b. periodiek:
1. R. N. van Cs, 2. J. C. Dunselman. Go-
kozen de beer van Os met 13 stemmen.
1. D. W. Spangenberg, 2. B. Zondervan.
Gekozen de heer Spangenberg met 14
stemmen.
Regentes Weeshuis:
1. J. BaertVerfaille, 2. A. Onnefcefl
Kossem Gekozen mevr. Baert mot 13
stemmen.
Regent Weeshuls:
1. A. J. de Jongh, 2. L. Boon. Gekozen d.e
heer de Jongh met 14 steramen.
Rondvraag.
De heer Bot vraagt of de commissaris
van den vischafslag gemachtigd is vis-
sehers, die niet met visch aan den afslag
komen, te verwijderen. Die menschen heb
ben er belang bij dat ze den afslag kunnen
bijwonen.
De heer Adriaans e: Iedereen die toe
gelaten wordt moet een kaart hebben.
Do heer Bot: Zij Storten al 21/» van
hun Inkomen, nu ls het wel wat erg, dat zij
nog een ryksdaalder moeten betalen.
De heer Adrlaanse licht de zaak toe.
Het ls op verzoek van don afslager aldus
geregeld.
De heer Bot vindt dlo overeenkomst niet
goed.
Zal onderzocht worden.
.De heer van Loo bespreekt de kwestie
van twee lantaarnopstekers, die door hun
leeftijd zouden wordon ontslagen. Kau daar
aan nu geen gevolg gegeven worden?
Zal onderzocht worden.
De heer Sehoeffelenberger vraagt
hoe het met den sohoolbouw ls, met hot oog
op de subsidie van de regeering.
De heer d e Z w a r t licht dit toe. De heer
Sch. bedoelt of men spoedig met den ver
bouw der scholen begint. Zal in een vol
gende vergadering behandeld worden.
Daarna sluiting.
SPORT.
Noord-Hollandsche Athletiekbond»
Afdeeling Helder.
Gisteravond werd, in aansluiting op de vorige
vergadering, opgericht een afdeeling Helder van
den N. H. A. B. Als Commissieleden van deze
afdeeling, wolko zich in eene groote belangstel-
1 mg mocht verheugen, werden benoemd do H.H.:
r; r" Eriiïien (Hercules), J. Duinkor (Pro Pa-
ty»). J,\ K?PPel Jr- (Sportclub), J. A. Darphorn
(Jrlctori), Th. P. Stam (Zeemacht) en C. Goos
(Helder), terwijl als Bestuur gekozen werden de
ü.H. C. Go es en J. Keppsi Jr„ resp. Voorzitter en
Secretaris.
Pogingen zullen in het werk worden gesteld
om leormeestera te verkrijgen tot vorming van
respectievelijke lóidorB voor de diverse v oreeni-
gingen te dezer stedo.
Voreenigingen, wolko zich wenschen aan te
sluiten, worden verzocht hunne leden ten spoe
digste op to geven aan het Secretariaat: Hoog-
dwarsstraat 2, alwaar tevens inlichtingen betref
fende de afdeeling te bekomen zijn.