T
CONCERTEN
I. GRUNWALD
Tweede Blad.
„BELLEVUE" =-
VAN DONDERDAG 20 MEI 1920.
DE WEEK.
Ingezonden mededeeling.
HOTEL - CAFÉ - RESTAURANT
op ZONDAG 23 MEI en
MAANDAG 24 MEI,
van 8'/,— II uur.
JOH. PALA viool.
ARIE D. v. d. WEG. piano.
P. KRIJGER violoncel.
Fa. M. J. SCHOUTEN.
Vergadering van den Raad der gemeente
Helder,
^Behandeling reclames Hoofdelflken Omslag
ZATERDAG, ZONDAG en
MAANDAG gesloten zijn.
Aanbevelend, I. 8RUNWALD.
Goedkoope steenkolen.
BINNENLAND.
De Rijksmiddelen.
Oorlogsbegrooting.
Hr. Ms, „Tromp" en „Hertog Hendrik"
in Japan.
18 Mei.
Hemelvaartsdag heeft van-ouds de repu
tatie van regen te brengen. Dit jaar is deze
„traditie" gelukkig maar gedeeltelijk bewaar
heid. 't Tweede stuk van den verjaardag werd
begunstigd door heerlijken zonneschijn. Het
w; s, waar de vrije Zaterdagmiddag welhaast
op den „holiday" volgde, wat men noemt een
gebroken week, ook voor het zakenleven. En
voor ons Lagerhuis maar een halve. Doch de
tijden brengen nu eenmaal meê om aarts
zuinig te zijn met den vaak schromeljjk-mis-
bruikten nationalen tijd. Zoodat de Tweede
Kamer in de komende week twee vroegzomer-
avonden zal wijden aan de behandeling der
L. O.-wet. In de avondvergadering van Dins
dag j.L bleek voor de zooveelste maal, hoe
slechts enkele leden op het appèl zijn „after
dinner", als 't klokje van achten geluid heeft.
Van hoofdelijke stemming kon op die avond
zittingen nooit sprake wezen. Zij dienen
slechts om weer een stuk-of-wat grootere of
kleinere redevoeringen te doen ontboezemen.
W at minder breedsprakerigheid en wat meer
„animo" ook, bij de meesten, om ter zitting
te komen, wanneer die nu eenmaal is uitge
schreven: dit „recept"- zou voor het prestige
van ons Parlement ongetwijfeld zeer heil
zaam zijn!
De vergadering van 11 Mei J.L begon met
een zeer-onstuimig uurtje naar aanleiding
van het verzoek des heeren Duys om te mo
gen interpelleeren over onze verhouding tot
de Magyaarsche Republiek, alsmede over de
wenscbelijkheid, dat Nederland maatregelen
zal nemen om aan de „kolossale moordpar
tijen" in Hongarije een eind te maken. Presi
dent Fock kwam met het voorstel om den
heer Duys verlof tot het houden van deze
interpellatie niet te verleenen. En dat (ten
slotte met 53 tegen 27 stemmen aangenomen)
voorstel wekte allerhevigsten „rumor in
casa", herrie, verhitting der gemoederen. De
heer Troelstra riep, met de vuist op zijn afel
beukend, dat de Voorzitter zijne fractie „een
smaad aandeed". De heer Kleerekoper was
zijne verontwaardiging niet meester, de heer
Duys barstte uit op een wijze, die er bijna toe
leidde om hem het woord te ontnemen. Intus-
schen is er voor dengeen, die deze kwestie
onpartijdig en onbevangen bekijkt, alle aan
leiding om met mr. Fock te erkennen, dat men
de zaak „op bedenkelijke wijze had opgebla
zen". Te zeggen, dat nooit zaken van internen
aard, die een andere Mogendheid betreffen,
in ons Parlement mogen worden ter sprake
gebracht, is gelijk mr. Treub opmerkte
misschien wat kras. Maar wèl dient men
daarbij uiterst Voorzichtig te zijnl
En bovendien: door een delegatie van de
Arbeiderspartij en een Commissie van het
Vakvereenigingsoongres in Engeland zal in
Hongarije een onderzoek worden ingesteld,
zooals dr. Nolens aankondigde. Hier gold dus
•zeker op dit oogenblik ten volle wat de heer
Duys op 4 December 1918 zei, bestrijdend
het toestaan van eene interpellatie-Wijnkoop
over de pogroms in Rusland: „Wat schieten
wij op dit oogenblik op met een interpella
tie?" En óók zoo volkomen waar is nog steeds
wat de heer Duys op dien December-dag '18
ztf: de Kamer lijdt aan een interpellatie-
griepZóó is 't. Br zijn inmiddels wéér
een paar nieuwe interpellaties bijgekomen
De stapel wordt steeds hooger.
Het nieuwe Wetboek van Strafvordering
is met 71 tegen 2 stemmen (die van de heeren
Van Doorn en Van Ravesteyn) goedgekeurd
en de Kamer zet den moeizamen tocht door
het L. O.-ontwerp voort. Zij komt Woensdag
na Pinksteren weêr bijeen en 't zeggen is, dat
dan onmiddellijk met de wijziging der Ge
meente-wet zal worden begonnen, óók al is
men dan nog niet door de lex-De Visser heen,
Gelijk ik vroeger reeds opmerkte: 't wordt
dit jaar een „latertje"
Van het in de afgeloopen week behandelde
der artikelen van dat ontwerp stip ik aan, dat
de titel hulponderwijzeres vervangen is door
die van onderwijzerestout oourt. Wij leven
wel in een tijd van groote onverschilligheid
voor titulature, maar tóch is die koelheid op
den keper beschouwd, minder kil dan men
wel zou denken
De leeftijd voor het hoofdschap is gebracht
van 28 op 25 jaar. En de heer Ossendorp
heeft het ambulantisme den doodsteek weten
toe te brengen IBepaald is, op zijn initia
tief, dat het schoolhoofd een eigen klasse
moet hebben. De mogelijkheid is opengelaten
dat in bijzondere gevallen afwijking van dien
regel kan worden toegestaan. Minister De
Visser legde zich bij deze regeling neêr en
met 44 tegen 85 stemmen werd op 12 Mei j.L
tot overgroote vreugde van velen in de
onderwijskringen het ambulantisme ten
doode opgeschreven.
Onder de pas-ingekomen ontwerpen be
hoort ook dat tot het doen van een tweede
"itkeering aan de gemeenten uit de O.W.-
belasting. En ipinister De Vries heeft in zijne
schriftelijke 'gedachtenwisseling met de
Tweede Kamer verduidelijkt, dat heffing van
een tabaksaccijns z. i. onvermijdelijk is. De
strijd daarover zal dus met nieuwe heftigheid
ontbranden. Te betwisten valt intusschen
niet, dat de „schroef" der directe belastingen
niet nóg harder kan worden aangedraaid.
oor den minister van Financiën breken nu
welhaast bange uren aan in het Parlement,
en sommigen achten de ministerieele levens
draad van Z. Exc. De Vries thans uitermate
broos
Het Kon. besluit tot verhooging met 50 pet.
van de bezoldiging der Indische verlofgan
gers, met 30 pet. toeslag voor de wegens ziek
te gerepatrieerden, is er.
Minister Aalberse tracht dit jaar de regle
mentaire uitkeeringen te verzekeren aan de
werkloozen. Deze en soortgelijke maatregelen
zijn alleszins sympathiek en toe te juichen.
Maar: de vraag, waar Vadertje Staat de
schatten .moet vinden, van hem verwacht,
blijft aan de orde!
Dagelijks vorderen buitengewone omstan-
d igheden bijzondere uitgaven. Zoo strekte de
Regeering en haar komt daarvoor alle eer
toehare geldelijke zorg ook uit tot de
Nederlanders, per „Lingestroom" in Patria
teruggebracht uit Rusland, eb die nu hun
nart eindelijk konden uitstorten ovér het
BEZOEKT DE
SOLISTEN:
doorleefde gedurende den bitteren tijd van
het gedwongen verblijf in de Sovjets-streken.
PLAATSELIJK NIEUWS.
Het allerdroevigst ongeval op de Groning-
sche kermis, ter Rödelbaan, moge als waar
schuwing strekken voor zoovelen, die in on
zen tijd van overdrijving in en buiten sport
gebied telkens hun leven in de waagschaal
stellen. Ook zonder zulke waaghalzerij hangt
het menscheljjk leven toch zóó dikwijls aan
een zijden draadje I
't Heeft een haar gescheeld, of de afgeloo
pen week zou versomberd zijn geworden door
een vreeselijk spoorweg-ongeluk, 't Is aan de
heldhaftige koelbloedigheid, aan het ingrij
pen van den wagenmeester M. A. Lucassen
te danken, dat de mailtrein Maastricht—Rot
terdam, een reeks van prop-volle passagiers-
wagens bevtatend, niet is verongelukt, waar
©en der wagenassen zeer ernstig verbogen
bleek te zijn. Dat velen verwacht hadden een
officieel blijk van huldiging dezer daad, is te
begrijpen. Aan Lucassen komt zeer zeker het
ridderkruis voor moed en beleid toe!Doch
het toekennen van dergelijke onderscheidin
gen schijnt voor-goed afgeschaft, zonder dat
daarvan op officieele 'Wijzo is gebleken. Ook
bij de (nog voortdurende) huldiging van Wil
lem Mengelberg bleef zij uit. Nu en dan
wordt eene decoratie met de Huisorde van
Oranje geschonken, doch deze behoeft niet
de medewerking van een verantwoordelijken
minister staat dus buiten hetgeen staats
rechtelijk -beteekenis heeft.
Vroeger kwamen de decoratiën in de Orden
van NederL Leeuw en Oranje-Nassau in
grooten getale los na het jaarlijksch bezoek
van het Hof aan Amsterdam. H. M. en de
Prins begaven zich ditmaal weêr naar (ie
hoofdstad, maar van de schittering van praal
der uniformen en ambtsgewaden was al heel
weinig te bespeuren nu. De audiëntie-gangers
waren allen in 't stijf-doodsche zwart. En ook
het zich per auto in de stad bewegen door
H. M. inplaats van met het kleurige statie
rijtuig, gaf iets dofs aan het uiterlijk van dit
koninklijk bezoek. Het nu eenmaal op schit
tering en kleuren beluste „oog der massa"
werd daardoor wel ietwat teleurgesteld.
De herinnering aan ver-vervlogen tijden
werd juist in deze dagen verlevendigd door
het gouden feest van de Stoomvaart-maat
schappij „Nederland", welke een onmiddellijk
gevolg was der inwijding van het Suez-
kanaaL De rol, bij het stichten en uitbreiden
van de „Nederland" vervuld door wijlen prins
Hendrik, de broeder van Willem Hl, is naar
billijkheid herdacht, alsook wat wijlen A. O.
Wertheim met raad en daad voor de thans
zoo kraohtige en machtige onderneming heeft
gedaan. Het eerste „zeekasteel", door de „Ne
derland" uitgezonden, de „Willem H", in de
zeventiger jaren van de vorige eeuw als een
wonder beschouwd, en dat een nietig vaar
tuig is, vergeleken met de zeekasteelen-up-
to-date, raakte kort na het vertrek in brand.
De passagiers werden gered, maar voor de
„Nederland" was het een zware slag.
Toch hield men er den moed in. Bleef trouw
aan Coen's „desespereert niet".... En de
aanhouder heeft ook hier op schitterende
wijze gewonnen.
Zal 't aldus ook gaan met de exploitatie
\an de „luchtlijn" Amsterdam—Londen, die
nu in dienst woédt gesteld? In twee uren tijds
kan mén de Engelsche hoofdstad bereiken.
En het voornemen is er op gericht welhaast
te bereiken, dat men in een dag uit-en-thuis
kan zijn naar en van Engeland, nog gelegen
heid vindend om zaken te doen. Nu kost de
reis nog ƒ150, maar ook dat tarief zal wel
gaandeweg lager worden. De groote vraag is
nu, of het publiek de onderneming in vol
doende mate zal steunen. De teekenen zijn
zeker gunstig voor het plan. Het nieuwe, voor
sommigen nog wat angstwekkende van zoo'n
luchtreis zal voorshands belemmerenden in
vloed hebben. Maar ook dat verandert wel!
Gelijk 't geval was met Jan Publiek's oordeel
over de spoorwegen sinds de dagen, toen
Beets, bij de opening van het eerste lijntje
Amsterdam—Haarlem, in jubelende geest
drift zijn:
Stoomen, stoomen
Heel de wereld door!
ontboezemde. Men mag 't er voor houden, dat
over tachtig jaar, in 2000, als ons arm pla
neetje dan nog zijn tochten om de zon vol
brengt, en er leven op aarde is gebleven, met
medelijdend glimlachje zal worden gesproken
over de opgetogenheid der menschen van
1920 over die Amsterdamsch—Londensche
luchtlijn en die verbazing over het toen won-
derbaarlijk-geachte van in één dag heen en
weer naar Londen te trekken.
't Is zoo waar, dat met de tijden ook veel
in de menschelijke opvattingen verandert.
Toen het Crematorium op W esterveld, te
Driehuizen, werd opgericht, was de aanhang
voor het denkbeeld der lijkverbranding te
onzent zeer klein. Thans is de noodzakelijk
heid gebleken om een tweede crematie-oven
op Westeweld te bouwen. Heel wat vooroor-
doelen moest men overwinnen, voor-en-al eer
't zoover kwam Tenslotte was 't een Kecüt-
sche Regeering, die het initiatief nam om de
wettelijke bezwaren tegen crematie weg te
nemen. Tempora mutantur! Zeker niet m een
richting, volgens allen te prijzen in elk op
zicht. Waar het natuurlijke ontwikkeling der
dingen betreft, hebben wij ons tenslotte te
schikken en aan te passen. Tegen den stroom
in worstelen houdt zelfs de sterkste niet
,a,*TO"Mr. ANTONIO.
op Woensdag, den 26 Mei 1920, des avonds
ten 8 ure.
Als eenig punt van behandeling vermeldt
de agenda:
Onmiddellijk na de opening gaat de verga
dering dan ook over in een comité-generaal.
Te Haarlem slaagden voor het acte-examen
L. O. de heeren W. C. J. Veth en J. H. Zyp,
alhier.
's Rijks werven.
By K. B. is aan den scheepsbonwk. opz. bij
'sRyks werven J. W. N. van Es, geplaatst by
'b Ryks werf te Willemsoord, op verzoek, met
31 Mei eervol ontslag als «oodanig verleend.
Onze vroegere plaatsgenoot, de heer
P. J. Bakker, slaagde te Batavia voor 1ste
officier Gouvernement-Marine.
Gisteren slaagde te R'dam voor het le
klasse Rykscertiflcaat van Radiotelegrafist de
korp.-seiner der Kon. Marine J. Visser.
Korp. Visser is opgeleid voor dit Rijks-
certificaat aan de opleidfngschool voor Radio
telegrafisten, v. Hogendorpstraat 37, alhier.
Programma
van het le Gemeente-Concert, te geven door
hetStedelijk Muziekkorps", dir. Jb. ter Hall,
op Zaterdag 22 Mei, des avonds van 8.8010
ure. In de muziektent (Plantsoen).
1. En Lleeso Marche Turlne
2. Ouverture Zukunftbilder Silwedel
(arr. Jb. ter Hall)
8. Air de Ballet Baudonolc
4. Fantaieie En Garnison Minne
5. Jubel-Ouverture Bach
6. Potpourri „Gemengde Berichten" Jb. ter-Hall
7. „Visscher sleed" Whiting
Het lied, dat met rooveel succes gezongen is
in-de Bioscoop, is hier geïnstrumenteerd door
den heer Jb. ter Hall, waarvan de tekst ver
krijgbaar is bij den heer Polak, Kanaalweg;
8. Finale.
Hr. Ms. „Tromp" en „Hertog Hendrik".
Bij het departement van Marine is be
richt ingekomen, dat Hr. Ms. pantsersche
pen „Tromp" en „Hertog Hendrik", onder
hevel van kapitein ter zee J. O. Bentz v. d.
Beng 18 dezer van Yokohama zijn vertrok
ken naar Kobe.
N. V. Texel's Eigen Stoomboot-Onderneming.
Beperkte Dienstregeling, ingaande 23 Mei 1920.
Op werkdagen
Van Texel 7,45 vm. 2,45 nm., 5,15 nm
Van Nieuwediep 9,15 vm. 4,00 nm., 6,35 nm.
Op Zon- en Feestdagen:
Van Texel 7,45 vm., 5,15 nm.
Van Nieuwediep 8,45 vm., 6,35 nm.
„De Wilsons".
Gisterenavond woonden wij eene voor
stelling hij van een Hoornsch t'ooneelgezel-
schap, dat onder den naam „de Wilsons"
reeds vele triomfen hier ter stede gevierc
heeft, en in breede kringen zich al voor
lang een groote popplariteit verworven heeft.
Tot nog toe waren wij niet in de gelegen
heid dit gezelschap te zien, daar zij altijd
's Zondagsavonds optraden, en deze avond
door de Heldersche pers, die in de week
zooveel te doen heeft, wordt geboycot. Maar
wij zijn thans blijde ook eens ons oordeel
over dit troepjei te kunnen geven, nu het op
een avond in de week kwam met zijn suc
cesstuk „de Distel".
Successtuk. Immers, dit was, goed ge>
teld, de vierde opvoering hier ter stede van
deze boeren-komedie. Steeds had het gezel
schap volle zalen, en dat gisterenavond
„Casino" slechts voor de helft gevuld was,
was ongetwijfeld voor een groot deelde
schuld van Hagenbeek. Daar zijn, goed ge
teld, een vjjf-en-twintig duizend menschen
een" aantal goede Hollandsche guldens
kwijtgeraakt, waarvoor zij wat ijsberen
hebben zien glijden en wat leeuwen hébben
hooren brullen, en daardoor moest een goed
troepje als dit Hoornsche gezelschap, met
een halve recette huiswaarts keeren.
De Wilsons zijn dilettanten. Ja, is dit
wel juist? In zoover dilettant identiek is
met liefhebber, zijn het zeer zeker dilettan-
ten4 want zij hadden liefde voor hun taak.
Maar als men met hun dilettantisme be
doelt het geven van minder spel dan wij
van beroepsspelers gewend zijn, dan voor
zeker waren het geen dilettanten. Integen
deel, staken zij menig beroepsspeler naar
de kroon.
Zie bijvoorbeeld die creatie van den
ouden bber, Kees Kok (Jac. Wilson). Die
was eenvoudig schitterend. Spel en mimiek,
alles was goed; de acteur kent de psyche
van den Noord-Hollandschen boer, en hij
beeldde meer uit dan het uiterlijk-alléén:
ook innerlijk gaf hij den mensch, zooals die
op het platteland leeft. Zijn beide zoons
Kobus en Bart (Cor Strik en Joh. Wil
son Jr.) waren eveneens uitstekend, en in
meer dan één tooneeltje Diet te overtreffen.
Wjj denken bijvoorbeeld aan de kostelijke
thuiskomst van Kobus als hij den eersten
prijs gewonnen heeft; aan de levendige
ruzie-scènes der beide broers, en nog zoo
veel andere.
De kastelein Hendrik (Chris Holman) gaf
voornamelijk in zijn later spel schitterende
proeven van zijn talent te zien; zijn rol
zweemde ietwat naar de klucht, maar hij
wist zich voldoende te beheerschen om deze
niet te chargeeren. Daardoor bleef ook zijn
spel op peil, en gaf hij kostelijk-humoristi-
sche scènes. Als wij nu nog noemen „Pietje"
een ietwat onnoozeie naam voor de pit
tige, sympathieke hoofdrol (Joh. Wilson),
hebben wij het mannelijk deel gehad. Piet-
je's spel is zóó afgezien van een eerste
rangs-beroepsspeler; hij maakte een zeer
goede creatie van deze aantrekkelijke rol.
De twee vrouwenrollen werden vervuld
door Marie Ruiter (Klaartje Kok) en Fred.
Sundermann (Geesje, Hendrik's vrouw).
Klaartje was een lieve verschijning op de
planken, haar spel kon over het algemeen
wat sterker zijn, met name haar dramati
sche actie, maar tenslotte was haar tempe
rament vrijwel evenredig aan haar rol.
Geesje, aanvankelijk de heibeiige kaste-
leinske, was in het eind omgekeerd als een
blad op den boom, en het gewillige, al te ge
willige vrouwtje geworden. Ook deze, iet
ingezonden mededeeling.
Kanaalweg Keizerstraat
71—74. bi] de Keizersbug.
Hiermede berichten wij onze cliBntèle, dat wegens
den SABBATH en het PINKSTERFEEST onze zaken
wat voor de klucht geschreven rol, vond in
baar een goede vertolkster.
Het blijspel zelf boeren-komedie van
Robert Saudek, door Fabricius ver(noord)-
hollandscht, was uiterst genoeglijk, en bood
over 't algemeen geen diepzinnige proble
men. In zoover was het dan ook uitstekend
geschikt voor dit gezelschap. Geheel het
milieu,' het dialect enz. was aangepast aan
de plaatselijke toestanden, hetgeen de ver
tolking voor dit gewest natuurlijk nog aan
trekkelijker maakte. Of de Wilsoms ook in
andere stukken even uitstekend spel zullen
geven, is een vraag, die op het oogenblik
niet behoeft te worden gesteld. Vast staat,
dat, hetgeen gisterenavond vertoond werd,
eerste-rangs werk was, dat zich meten kan
met dat van beroepsacteurs.
Van het stuk zelf zullen wij niets naver
tellen; het is een blijspel, dat eenigszins
naar de klucht zweemt, en zeer zeker zou
den nog wel eenige vragen gesteld kunnen
worden. De karakterteekening bijvoorbeeld
van de belde broers is onvoldoende, en op
de eindelijke verzoening wordt wel hier en
daar gezinspeeld, zónder dat zij nochtans
voldoende aannemelijk wordt gemaakt. En
Klaartje blijft ook eenigszins vaag. Daar
entegen is „Pietje" weer uitstekend ge
schetst. Maar het stuk is genoeglijk, en be
vat ook een tikje ernst, en tal van alleraar
digste tooneeltjes. Bijvoorbeeld het oogen
blik als de drie mannen voor de herberg
met de ruggen naar elkander zitten, of het
tooneeltje van Klaartje met haar grootva
der, enz.
Zeodat, alles te zamen genomen, het pu
bliek zijn liefde waarlijk niet aan een ver
keerde verspilde. Eigenaardig toch, dat
dezelfde menschen, die dit goede weten te
waardeeren en te apprecieeren, met precies
hetzelfde pleizier ook de minderwaardige
kunst uit een circus of een bioscoop in ont
vangst nemen. Of zouden de vijfentwintig
duizend bezoekers van Hagenbeek Katzen-
jammer hebben over de verspilde dubbel
tjes?. De halfvolle zaal was enthousiast
in byvals-betuigingen, en zelfs een „open
doekje" ongekende spontaneiteitl riep
eenmaal de spelers terug.
Hopen wij dikwijls tot weerziens! Met
een voller zaaL
dend als raadsman en verdediger, adviseerde
de rechtbank beklaagde een voorw. straf op
te leggen. Hij behoort niet tot het gilde der
misdadigers; is niet slecht, doch alleen maar
zwak geweest Hij zegt zelf, dat hij blij was,
als hij hij de pakketpost dienst deed, dan
kwam hij niet in de verleiding.
De rechtbank moet dezen beklaagde uit het
misdadigers-milieu houden en daarvoor is de
voorw. straf. Een voorw. straf is geen gunst,
maar een voorbehoedmiddel. Als bewijs, dat
beklaagde niet is een gewetenlooze postdief,
haalt pleiter aan, dat bekl. in een der brieven
heeft laten zitten een bankbiljet van 10, dat
hij zich niet heeft willen toe éigenen
Het gestolen geld brandde hem als 't ware
in den zak. Hij gaf het zoo spoedig mogelijk
uit en liet dikwerf anderen ervan profiteeren.
Pleiter heeft geïnformeerd naar zijn vroeger
leven en gunstige getuigenissen ontvangen.
Voorts noemt pletter een adres van een ser
geant-majoor te Helder, die goede inlichtin
gen kan verschaffen omtrent beklaagde. Be
klaagde komt uit een uiterst net gezin, dat
zijn afdwaling zeer sterk voelt.
Pleiter verzoekt de rechtbank beklaagde te
steunen en eindigt zijn warm pleidooi met
een dringend verzoek zijn cliënt een voorw.
straf op te leggen.
Onlangs standen twee Heldersche huis
moedertjes, O. J., huisvr. G. en M. G. W.,
huisvr. A. R., terecht, omdat zij voor een
zacht prijsje steenkolen hadden gekocht van
straatkinderen, welke deze steenkolen had
den ontvreemd van het terrein der Helder
sche gasfabriek.
Deze zaakjes waren destijds aangehouden,
omdat de rechtbank alsnog als getuige wilde
hooren M. v. d. M., een meisje, dat had be
hoord bij de Jeugdige straatroovers, die de
steenkolen hadden te gelde gemaakt.
Het meisje, dat er uitzag alsof zij zoo uit
de gestolen kolen was opgedoken, was echter
niet héél erg duidelijk in haar verklaringen,
maar de Officier scheen er echter toch zoo
veel uit wijs te kunnen worden, dat hij tegen
de twee niet verschenen beklaagden ieder
50 boete suba 25 dagen hechtenis vorderde.
Dat dé dames in dit geval een bijzonder
koopje hébben gehad, zal wel niemand dur
ven beweren.
Over 14 dagen uitspraak in bovengemelde
zaken.
Arrondissements-Rechtbank te Alkmaar.
Zitting van 18 Mei 1920.
Izak de B., vroeger werkman te Helder,
thans gedetineerd in de Strafgevangenis te
Haarlem, diefstal van kippen en wasohgoed,
4 maanden gev.
Age Z., ged., oplichting *an horloges en
trouwringen, 6 maanden gev.
Jaoob P., Helder, diefstal van een zilver
bon, 20.boete subs. 20 dagen hechtenis.
Nieuwe zaken:
Een onbetrouwbaar hulpbesteller.
Heden stond voor de Arr.-Rechtb. terecht
de 23-jarige gewezen hulpbesteller der pos
terijen Hendrik van D., aan wien ten laste
wordt gelegd, dat hij op 3 tijdstippen in Nov.,
en Dec. 1919 een aanta 1 brieven heeft ge
opend en zioh den geldswaardigen inhoud
heeft toegeëigend.
Beklaagde thans haringpakker, vatte zijn
taak als hulpbesteller allesbehalve correct op.
Hij begon met verschillende brieven, die hij
om een of andere reden niet had besteld, mee
naar huis te nemen en te openen. Ook eigen
de hij het geldswaardig papier in oasu zilver-
bonnen, dat zich eventueel in de achterge
houden brieven bevond, zich toe. Het aldus
verkregen geld verteerde hij met vrienden
in café en openbare vermakelijkheden.
Toen tenslotte de verdenking op hem begon
te vallen, inspecteerde de directeur van het
postkantoor, de heer L. de Wit, de jas van
beklaagde, die in de vestibule van het post
kantoor hing en vond daarin verschillende
brieven en losse enveloppen. De politie werd
gewaarschuwd en de brigadier van politie A.
van Riel fouilleerde den verdachte, met ge
volg, dat op hem werd bevonden een onge-
openden brief aan het adres van van J. Zwart,
alsmede eenig geld.
In het kosthuis van beklaagde werd door
bovengenoemden brigadier, geassisteerd door
den agent van politie J. Holz, huiszoeking
gedaan en daar vond men in een aan beklaag
de toebehoorende kist, alsmede in sommige
zijner kleedingstukken, tal van geopende
brieven, visitekaartjes en andere poststuk
ken, die allen door hem uit de bestellingen
of bij het buslichten door hem waren inge
houden.
Uit een brief, verzonden door de dienst
bode G. van Urk te Scheveningen aan haar
zuster te Helder woonachtig, verduisterde hij
4 zilverbons f 2.50.
Mej. Veldhuizen, onderwijzeres te Helder,
had een brief gezonden, waarin een zilverbon
van 2.50, aan het adres van Mevr. Wed.
Knave te R'dam. Ook deze zilverbon raakte
in het bezit van beklaagde.
Aan den landbouwer A. Noorloos te Koe-
gras werd in Dec. 1919 door zijn broeder
Zeeger uit Almkerk een brief toegezonden,
inhoudende twee zilverbons van 2.50. Dezen
brief heeft geadresseerde niet ontvangen en
beklaagde erkende eveneens dezen brief te
hebben geopend en zich de zilverbons te heb
ben toegeëigend.
Beklaagde erkent hetgeen hem wordt ten
laste gelegd. Aanvankelijk hield hij brieven
achter, die hij niet had besteld en <Ije hij niet
meer durfde op het postkantoor teruggeven,
Daarna werd het bij hem een manie brieven
te openen en zoo verviel hij van kwaad tot
erger.
De Officier van Justitie noemt het een
buitengewoon ernstig feit. Beklaagde heeft
door zijn oneerlijke en incorrecte handelwijs
veel schade toegebracht. De officier heeft
gemakshalve slechts enkele feiten ten laste
gelegd, maar hij heeft veel meer op zijn kerf
stok. Overigens stond hij niet ongunstig Be
kend. Het O. M. vorderde tenslotte 8 maan
den gevangenisstraf.
De heer mr. Offers, voor beklaagde optre
In April brachten de Rijksmiddelen op
ƒ36.262.729,— tegen ƒ24.577.293,— in de
overeenkomstige maand van 1919. Een ver
meerdering dus van ruim ll1/» millioen. Meer
dan 5 millioen'van deze vermeerdering komt
op rekening der Inkomstenbelasting, die
11.495.154 opbracht. De registratierechten
gaven voorts een vermeerdering van bijna 1
millioen, terwijl de accijns op het.gedistilleerd
bijna l1/» millioen meer opleverde.
In de eerste 5 maanden van 1920 werd uit
de gewone middelen ontvangen 124.887.005
tegen 80.580.492 in de eerste 4 maanden van
1919. Uit de opcenten ten bate van het lee-
ningsfonds 1914 werd ontvangen 5.476.899
(totaal der eerste 4 maanden van 1920
16.261.257). Uit de buitengewone belastin
gen (oorlogswinst en verdedigingsbelastin
gen) 16.957.761. Eerste 4 maanden van 1920
50.047.955.
Het Ned. Corr. bureau meldt:
In parlementaire kringen verwacht men,
dat eerlang de Tweede Kamer bereiken zal
een wetsontwerp tot wijziging der oorlogs
begrooting voor het loopende jaar, en waar
bij ongeveer elf millioen gulden zal worden
aangevraagd tot dekking van de onkosten,
verbonden aan de 1 Januari j.L ingevoerde
verhoogde bezoldigingen bij de landmacht.
Een E.St-telegram van 12 'Mei uit Tokio
geeft de volgende bijzonderheden van de
schitterende ontvangst, welke de Nederlanders
in Japan's hoofdstad is ten deel gevallen
Na het schitterende kersenbbemenfeest in
de tuinen van het keizerlijk strandpaleis,
bereikten de feestelijkheden het hoogtepunt
in een gastmaal, aangeboden aan de 16 Ne
derlandsché officieren, den gezant De Graeff
en den militairen attaché, door den Minister
van Marine Kato. Hierbij waren aanwezig
Japan's drie nationale helden, admiraal Togo,
die in 1905 de Russische vloot vernietigde,
admiraal Incuye, de held van den Chineesch-
Japanschen oorlog, en admiraal IJuin. Tevens
waren aanwezig de chef van den marinestaf
en de vice-minister van marine. Bijna alle
Japansche officieren droegen de Ora^je-Nassau-
orde.
In verschillende toespraken getuigden deze
oude zeehelden van hun onvergankelijke ge
hechtheid aan Nederland, fiat hun vaderland
gedurende 2£ eeuw gelegenheid bood kennis
te nemen van de Westersche beschaving. Zij
zeiven leerden in hun jeugd de Nederlandsche
taal en verkregen hun marine-lfennis van
Nederlandsche officieren. Bij 3e Japansche
vloot zal de dankbaarheid voor Nederland
onuitwischbaar gegrift blijven.
Alle aanwezigen ontvingen een zilveren
doos, waarin de handteekening van den
minister van marine gegraveerd was.
De Nederlandsche gezant De Graeff werd
14 Mei ;ontvangen door den kroonprins en
voorgesteld aan de keizerin en de kroonprinses.
vice-admiraal Bentz van den Berg werd
begiftigd met het kruis van groot-officier der
Heilige Schat en het commandeurskruis van
de_ Rijzende Zon. Kapitein-luit. ter zeq Boeser
mét het commandeurskruis der Heilige Schat.
De directeur van de Eastern Service had
een interview met een oud-Nederlander, wo
nend in Japan, en vernam dat gedurende de
50 jaar zijner aanwezigheid aldaar nimmer
eenige vreemde vloot zoo schitterend ont
vangen is als thans de Nederlandsche oorlogs
schepen. Hy ziet hierin een bewijs van de
groote vreugde der Japanners over het ver
dwenen wantrouwen bij de Nederlanders te
hunnen opzichte, hetgeen hier steeds als zeer
grievend en onverdiend is gevoeld, daar vol
gens Japansche opvatting het groote blaam
verdient oude vrienden, die eertijds diensteu