T CONCERTEN I. GRUNWALD Tweede Blad. „BELLEVUE" =- VAN DONDERDAG 20 MEI 1920. DE WEEK. Ingezonden mededeeling. HOTEL - CAFÉ - RESTAURANT op ZONDAG 23 MEI en MAANDAG 24 MEI, van 8'/,— II uur. JOH. PALA viool. ARIE D. v. d. WEG. piano. P. KRIJGER violoncel. Fa. M. J. SCHOUTEN. Vergadering van den Raad der gemeente Helder, ^Behandeling reclames Hoofdelflken Omslag ZATERDAG, ZONDAG en MAANDAG gesloten zijn. Aanbevelend, I. 8RUNWALD. Goedkoope steenkolen. BINNENLAND. De Rijksmiddelen. Oorlogsbegrooting. Hr. Ms, „Tromp" en „Hertog Hendrik" in Japan. 18 Mei. Hemelvaartsdag heeft van-ouds de repu tatie van regen te brengen. Dit jaar is deze „traditie" gelukkig maar gedeeltelijk bewaar heid. 't Tweede stuk van den verjaardag werd begunstigd door heerlijken zonneschijn. Het w; s, waar de vrije Zaterdagmiddag welhaast op den „holiday" volgde, wat men noemt een gebroken week, ook voor het zakenleven. En voor ons Lagerhuis maar een halve. Doch de tijden brengen nu eenmaal meê om aarts zuinig te zijn met den vaak schromeljjk-mis- bruikten nationalen tijd. Zoodat de Tweede Kamer in de komende week twee vroegzomer- avonden zal wijden aan de behandeling der L. O.-wet. In de avondvergadering van Dins dag j.L bleek voor de zooveelste maal, hoe slechts enkele leden op het appèl zijn „after dinner", als 't klokje van achten geluid heeft. Van hoofdelijke stemming kon op die avond zittingen nooit sprake wezen. Zij dienen slechts om weer een stuk-of-wat grootere of kleinere redevoeringen te doen ontboezemen. W at minder breedsprakerigheid en wat meer „animo" ook, bij de meesten, om ter zitting te komen, wanneer die nu eenmaal is uitge schreven: dit „recept"- zou voor het prestige van ons Parlement ongetwijfeld zeer heil zaam zijn! De vergadering van 11 Mei J.L begon met een zeer-onstuimig uurtje naar aanleiding van het verzoek des heeren Duys om te mo gen interpelleeren over onze verhouding tot de Magyaarsche Republiek, alsmede over de wenscbelijkheid, dat Nederland maatregelen zal nemen om aan de „kolossale moordpar tijen" in Hongarije een eind te maken. Presi dent Fock kwam met het voorstel om den heer Duys verlof tot het houden van deze interpellatie niet te verleenen. En dat (ten slotte met 53 tegen 27 stemmen aangenomen) voorstel wekte allerhevigsten „rumor in casa", herrie, verhitting der gemoederen. De heer Troelstra riep, met de vuist op zijn afel beukend, dat de Voorzitter zijne fractie „een smaad aandeed". De heer Kleerekoper was zijne verontwaardiging niet meester, de heer Duys barstte uit op een wijze, die er bijna toe leidde om hem het woord te ontnemen. Intus- schen is er voor dengeen, die deze kwestie onpartijdig en onbevangen bekijkt, alle aan leiding om met mr. Fock te erkennen, dat men de zaak „op bedenkelijke wijze had opgebla zen". Te zeggen, dat nooit zaken van internen aard, die een andere Mogendheid betreffen, in ons Parlement mogen worden ter sprake gebracht, is gelijk mr. Treub opmerkte misschien wat kras. Maar wèl dient men daarbij uiterst Voorzichtig te zijnl En bovendien: door een delegatie van de Arbeiderspartij en een Commissie van het Vakvereenigingsoongres in Engeland zal in Hongarije een onderzoek worden ingesteld, zooals dr. Nolens aankondigde. Hier gold dus •zeker op dit oogenblik ten volle wat de heer Duys op 4 December 1918 zei, bestrijdend het toestaan van eene interpellatie-Wijnkoop over de pogroms in Rusland: „Wat schieten wij op dit oogenblik op met een interpella tie?" En óók zoo volkomen waar is nog steeds wat de heer Duys op dien December-dag '18 ztf: de Kamer lijdt aan een interpellatie- griepZóó is 't. Br zijn inmiddels wéér een paar nieuwe interpellaties bijgekomen De stapel wordt steeds hooger. Het nieuwe Wetboek van Strafvordering is met 71 tegen 2 stemmen (die van de heeren Van Doorn en Van Ravesteyn) goedgekeurd en de Kamer zet den moeizamen tocht door het L. O.-ontwerp voort. Zij komt Woensdag na Pinksteren weêr bijeen en 't zeggen is, dat dan onmiddellijk met de wijziging der Ge meente-wet zal worden begonnen, óók al is men dan nog niet door de lex-De Visser heen, Gelijk ik vroeger reeds opmerkte: 't wordt dit jaar een „latertje" Van het in de afgeloopen week behandelde der artikelen van dat ontwerp stip ik aan, dat de titel hulponderwijzeres vervangen is door die van onderwijzerestout oourt. Wij leven wel in een tijd van groote onverschilligheid voor titulature, maar tóch is die koelheid op den keper beschouwd, minder kil dan men wel zou denken De leeftijd voor het hoofdschap is gebracht van 28 op 25 jaar. En de heer Ossendorp heeft het ambulantisme den doodsteek weten toe te brengen IBepaald is, op zijn initia tief, dat het schoolhoofd een eigen klasse moet hebben. De mogelijkheid is opengelaten dat in bijzondere gevallen afwijking van dien regel kan worden toegestaan. Minister De Visser legde zich bij deze regeling neêr en met 44 tegen 85 stemmen werd op 12 Mei j.L tot overgroote vreugde van velen in de onderwijskringen het ambulantisme ten doode opgeschreven. Onder de pas-ingekomen ontwerpen be hoort ook dat tot het doen van een tweede "itkeering aan de gemeenten uit de O.W.- belasting. En ipinister De Vries heeft in zijne schriftelijke 'gedachtenwisseling met de Tweede Kamer verduidelijkt, dat heffing van een tabaksaccijns z. i. onvermijdelijk is. De strijd daarover zal dus met nieuwe heftigheid ontbranden. Te betwisten valt intusschen niet, dat de „schroef" der directe belastingen niet nóg harder kan worden aangedraaid. oor den minister van Financiën breken nu welhaast bange uren aan in het Parlement, en sommigen achten de ministerieele levens draad van Z. Exc. De Vries thans uitermate broos Het Kon. besluit tot verhooging met 50 pet. van de bezoldiging der Indische verlofgan gers, met 30 pet. toeslag voor de wegens ziek te gerepatrieerden, is er. Minister Aalberse tracht dit jaar de regle mentaire uitkeeringen te verzekeren aan de werkloozen. Deze en soortgelijke maatregelen zijn alleszins sympathiek en toe te juichen. Maar: de vraag, waar Vadertje Staat de schatten .moet vinden, van hem verwacht, blijft aan de orde! Dagelijks vorderen buitengewone omstan- d igheden bijzondere uitgaven. Zoo strekte de Regeering en haar komt daarvoor alle eer toehare geldelijke zorg ook uit tot de Nederlanders, per „Lingestroom" in Patria teruggebracht uit Rusland, eb die nu hun nart eindelijk konden uitstorten ovér het BEZOEKT DE SOLISTEN: doorleefde gedurende den bitteren tijd van het gedwongen verblijf in de Sovjets-streken. PLAATSELIJK NIEUWS. Het allerdroevigst ongeval op de Groning- sche kermis, ter Rödelbaan, moge als waar schuwing strekken voor zoovelen, die in on zen tijd van overdrijving in en buiten sport gebied telkens hun leven in de waagschaal stellen. Ook zonder zulke waaghalzerij hangt het menscheljjk leven toch zóó dikwijls aan een zijden draadje I 't Heeft een haar gescheeld, of de afgeloo pen week zou versomberd zijn geworden door een vreeselijk spoorweg-ongeluk, 't Is aan de heldhaftige koelbloedigheid, aan het ingrij pen van den wagenmeester M. A. Lucassen te danken, dat de mailtrein Maastricht—Rot terdam, een reeks van prop-volle passagiers- wagens bevtatend, niet is verongelukt, waar ©en der wagenassen zeer ernstig verbogen bleek te zijn. Dat velen verwacht hadden een officieel blijk van huldiging dezer daad, is te begrijpen. Aan Lucassen komt zeer zeker het ridderkruis voor moed en beleid toe!Doch het toekennen van dergelijke onderscheidin gen schijnt voor-goed afgeschaft, zonder dat daarvan op officieele 'Wijzo is gebleken. Ook bij de (nog voortdurende) huldiging van Wil lem Mengelberg bleef zij uit. Nu en dan wordt eene decoratie met de Huisorde van Oranje geschonken, doch deze behoeft niet de medewerking van een verantwoordelijken minister staat dus buiten hetgeen staats rechtelijk -beteekenis heeft. Vroeger kwamen de decoratiën in de Orden van NederL Leeuw en Oranje-Nassau in grooten getale los na het jaarlijksch bezoek van het Hof aan Amsterdam. H. M. en de Prins begaven zich ditmaal weêr naar (ie hoofdstad, maar van de schittering van praal der uniformen en ambtsgewaden was al heel weinig te bespeuren nu. De audiëntie-gangers waren allen in 't stijf-doodsche zwart. En ook het zich per auto in de stad bewegen door H. M. inplaats van met het kleurige statie rijtuig, gaf iets dofs aan het uiterlijk van dit koninklijk bezoek. Het nu eenmaal op schit tering en kleuren beluste „oog der massa" werd daardoor wel ietwat teleurgesteld. De herinnering aan ver-vervlogen tijden werd juist in deze dagen verlevendigd door het gouden feest van de Stoomvaart-maat schappij „Nederland", welke een onmiddellijk gevolg was der inwijding van het Suez- kanaaL De rol, bij het stichten en uitbreiden van de „Nederland" vervuld door wijlen prins Hendrik, de broeder van Willem Hl, is naar billijkheid herdacht, alsook wat wijlen A. O. Wertheim met raad en daad voor de thans zoo kraohtige en machtige onderneming heeft gedaan. Het eerste „zeekasteel", door de „Ne derland" uitgezonden, de „Willem H", in de zeventiger jaren van de vorige eeuw als een wonder beschouwd, en dat een nietig vaar tuig is, vergeleken met de zeekasteelen-up- to-date, raakte kort na het vertrek in brand. De passagiers werden gered, maar voor de „Nederland" was het een zware slag. Toch hield men er den moed in. Bleef trouw aan Coen's „desespereert niet".... En de aanhouder heeft ook hier op schitterende wijze gewonnen. Zal 't aldus ook gaan met de exploitatie \an de „luchtlijn" Amsterdam—Londen, die nu in dienst woédt gesteld? In twee uren tijds kan mén de Engelsche hoofdstad bereiken. En het voornemen is er op gericht welhaast te bereiken, dat men in een dag uit-en-thuis kan zijn naar en van Engeland, nog gelegen heid vindend om zaken te doen. Nu kost de reis nog ƒ150, maar ook dat tarief zal wel gaandeweg lager worden. De groote vraag is nu, of het publiek de onderneming in vol doende mate zal steunen. De teekenen zijn zeker gunstig voor het plan. Het nieuwe, voor sommigen nog wat angstwekkende van zoo'n luchtreis zal voorshands belemmerenden in vloed hebben. Maar ook dat verandert wel! Gelijk 't geval was met Jan Publiek's oordeel over de spoorwegen sinds de dagen, toen Beets, bij de opening van het eerste lijntje Amsterdam—Haarlem, in jubelende geest drift zijn: Stoomen, stoomen Heel de wereld door! ontboezemde. Men mag 't er voor houden, dat over tachtig jaar, in 2000, als ons arm pla neetje dan nog zijn tochten om de zon vol brengt, en er leven op aarde is gebleven, met medelijdend glimlachje zal worden gesproken over de opgetogenheid der menschen van 1920 over die Amsterdamsch—Londensche luchtlijn en die verbazing over het toen won- derbaarlijk-geachte van in één dag heen en weer naar Londen te trekken. 't Is zoo waar, dat met de tijden ook veel in de menschelijke opvattingen verandert. Toen het Crematorium op W esterveld, te Driehuizen, werd opgericht, was de aanhang voor het denkbeeld der lijkverbranding te onzent zeer klein. Thans is de noodzakelijk heid gebleken om een tweede crematie-oven op Westeweld te bouwen. Heel wat vooroor- doelen moest men overwinnen, voor-en-al eer 't zoover kwam Tenslotte was 't een Kecüt- sche Regeering, die het initiatief nam om de wettelijke bezwaren tegen crematie weg te nemen. Tempora mutantur! Zeker niet m een richting, volgens allen te prijzen in elk op zicht. Waar het natuurlijke ontwikkeling der dingen betreft, hebben wij ons tenslotte te schikken en aan te passen. Tegen den stroom in worstelen houdt zelfs de sterkste niet ,a,*TO"Mr. ANTONIO. op Woensdag, den 26 Mei 1920, des avonds ten 8 ure. Als eenig punt van behandeling vermeldt de agenda: Onmiddellijk na de opening gaat de verga dering dan ook over in een comité-generaal. Te Haarlem slaagden voor het acte-examen L. O. de heeren W. C. J. Veth en J. H. Zyp, alhier. 's Rijks werven. By K. B. is aan den scheepsbonwk. opz. bij 'sRyks werven J. W. N. van Es, geplaatst by 'b Ryks werf te Willemsoord, op verzoek, met 31 Mei eervol ontslag als «oodanig verleend. Onze vroegere plaatsgenoot, de heer P. J. Bakker, slaagde te Batavia voor 1ste officier Gouvernement-Marine. Gisteren slaagde te R'dam voor het le klasse Rykscertiflcaat van Radiotelegrafist de korp.-seiner der Kon. Marine J. Visser. Korp. Visser is opgeleid voor dit Rijks- certificaat aan de opleidfngschool voor Radio telegrafisten, v. Hogendorpstraat 37, alhier. Programma van het le Gemeente-Concert, te geven door hetStedelijk Muziekkorps", dir. Jb. ter Hall, op Zaterdag 22 Mei, des avonds van 8.8010 ure. In de muziektent (Plantsoen). 1. En Lleeso Marche Turlne 2. Ouverture Zukunftbilder Silwedel (arr. Jb. ter Hall) 8. Air de Ballet Baudonolc 4. Fantaieie En Garnison Minne 5. Jubel-Ouverture Bach 6. Potpourri „Gemengde Berichten" Jb. ter-Hall 7. „Visscher sleed" Whiting Het lied, dat met rooveel succes gezongen is in-de Bioscoop, is hier geïnstrumenteerd door den heer Jb. ter Hall, waarvan de tekst ver krijgbaar is bij den heer Polak, Kanaalweg; 8. Finale. Hr. Ms. „Tromp" en „Hertog Hendrik". Bij het departement van Marine is be richt ingekomen, dat Hr. Ms. pantsersche pen „Tromp" en „Hertog Hendrik", onder hevel van kapitein ter zee J. O. Bentz v. d. Beng 18 dezer van Yokohama zijn vertrok ken naar Kobe. N. V. Texel's Eigen Stoomboot-Onderneming. Beperkte Dienstregeling, ingaande 23 Mei 1920. Op werkdagen Van Texel 7,45 vm. 2,45 nm., 5,15 nm Van Nieuwediep 9,15 vm. 4,00 nm., 6,35 nm. Op Zon- en Feestdagen: Van Texel 7,45 vm., 5,15 nm. Van Nieuwediep 8,45 vm., 6,35 nm. „De Wilsons". Gisterenavond woonden wij eene voor stelling hij van een Hoornsch t'ooneelgezel- schap, dat onder den naam „de Wilsons" reeds vele triomfen hier ter stede gevierc heeft, en in breede kringen zich al voor lang een groote popplariteit verworven heeft. Tot nog toe waren wij niet in de gelegen heid dit gezelschap te zien, daar zij altijd 's Zondagsavonds optraden, en deze avond door de Heldersche pers, die in de week zooveel te doen heeft, wordt geboycot. Maar wij zijn thans blijde ook eens ons oordeel over dit troepjei te kunnen geven, nu het op een avond in de week kwam met zijn suc cesstuk „de Distel". Successtuk. Immers, dit was, goed ge> teld, de vierde opvoering hier ter stede van deze boeren-komedie. Steeds had het gezel schap volle zalen, en dat gisterenavond „Casino" slechts voor de helft gevuld was, was ongetwijfeld voor een groot deelde schuld van Hagenbeek. Daar zijn, goed ge teld, een vjjf-en-twintig duizend menschen een" aantal goede Hollandsche guldens kwijtgeraakt, waarvoor zij wat ijsberen hebben zien glijden en wat leeuwen hébben hooren brullen, en daardoor moest een goed troepje als dit Hoornsche gezelschap, met een halve recette huiswaarts keeren. De Wilsons zijn dilettanten. Ja, is dit wel juist? In zoover dilettant identiek is met liefhebber, zijn het zeer zeker dilettan- ten4 want zij hadden liefde voor hun taak. Maar als men met hun dilettantisme be doelt het geven van minder spel dan wij van beroepsspelers gewend zijn, dan voor zeker waren het geen dilettanten. Integen deel, staken zij menig beroepsspeler naar de kroon. Zie bijvoorbeeld die creatie van den ouden bber, Kees Kok (Jac. Wilson). Die was eenvoudig schitterend. Spel en mimiek, alles was goed; de acteur kent de psyche van den Noord-Hollandschen boer, en hij beeldde meer uit dan het uiterlijk-alléén: ook innerlijk gaf hij den mensch, zooals die op het platteland leeft. Zijn beide zoons Kobus en Bart (Cor Strik en Joh. Wil son Jr.) waren eveneens uitstekend, en in meer dan één tooneeltje Diet te overtreffen. Wjj denken bijvoorbeeld aan de kostelijke thuiskomst van Kobus als hij den eersten prijs gewonnen heeft; aan de levendige ruzie-scènes der beide broers, en nog zoo veel andere. De kastelein Hendrik (Chris Holman) gaf voornamelijk in zijn later spel schitterende proeven van zijn talent te zien; zijn rol zweemde ietwat naar de klucht, maar hij wist zich voldoende te beheerschen om deze niet te chargeeren. Daardoor bleef ook zijn spel op peil, en gaf hij kostelijk-humoristi- sche scènes. Als wij nu nog noemen „Pietje" een ietwat onnoozeie naam voor de pit tige, sympathieke hoofdrol (Joh. Wilson), hebben wij het mannelijk deel gehad. Piet- je's spel is zóó afgezien van een eerste rangs-beroepsspeler; hij maakte een zeer goede creatie van deze aantrekkelijke rol. De twee vrouwenrollen werden vervuld door Marie Ruiter (Klaartje Kok) en Fred. Sundermann (Geesje, Hendrik's vrouw). Klaartje was een lieve verschijning op de planken, haar spel kon over het algemeen wat sterker zijn, met name haar dramati sche actie, maar tenslotte was haar tempe rament vrijwel evenredig aan haar rol. Geesje, aanvankelijk de heibeiige kaste- leinske, was in het eind omgekeerd als een blad op den boom, en het gewillige, al te ge willige vrouwtje geworden. Ook deze, iet ingezonden mededeeling. Kanaalweg Keizerstraat 71—74. bi] de Keizersbug. Hiermede berichten wij onze cliBntèle, dat wegens den SABBATH en het PINKSTERFEEST onze zaken wat voor de klucht geschreven rol, vond in baar een goede vertolkster. Het blijspel zelf boeren-komedie van Robert Saudek, door Fabricius ver(noord)- hollandscht, was uiterst genoeglijk, en bood over 't algemeen geen diepzinnige proble men. In zoover was het dan ook uitstekend geschikt voor dit gezelschap. Geheel het milieu,' het dialect enz. was aangepast aan de plaatselijke toestanden, hetgeen de ver tolking voor dit gewest natuurlijk nog aan trekkelijker maakte. Of de Wilsoms ook in andere stukken even uitstekend spel zullen geven, is een vraag, die op het oogenblik niet behoeft te worden gesteld. Vast staat, dat, hetgeen gisterenavond vertoond werd, eerste-rangs werk was, dat zich meten kan met dat van beroepsacteurs. Van het stuk zelf zullen wij niets naver tellen; het is een blijspel, dat eenigszins naar de klucht zweemt, en zeer zeker zou den nog wel eenige vragen gesteld kunnen worden. De karakterteekening bijvoorbeeld van de belde broers is onvoldoende, en op de eindelijke verzoening wordt wel hier en daar gezinspeeld, zónder dat zij nochtans voldoende aannemelijk wordt gemaakt. En Klaartje blijft ook eenigszins vaag. Daar entegen is „Pietje" weer uitstekend ge schetst. Maar het stuk is genoeglijk, en be vat ook een tikje ernst, en tal van alleraar digste tooneeltjes. Bijvoorbeeld het oogen blik als de drie mannen voor de herberg met de ruggen naar elkander zitten, of het tooneeltje van Klaartje met haar grootva der, enz. Zeodat, alles te zamen genomen, het pu bliek zijn liefde waarlijk niet aan een ver keerde verspilde. Eigenaardig toch, dat dezelfde menschen, die dit goede weten te waardeeren en te apprecieeren, met precies hetzelfde pleizier ook de minderwaardige kunst uit een circus of een bioscoop in ont vangst nemen. Of zouden de vijfentwintig duizend bezoekers van Hagenbeek Katzen- jammer hebben over de verspilde dubbel tjes?. De halfvolle zaal was enthousiast in byvals-betuigingen, en zelfs een „open doekje" ongekende spontaneiteitl riep eenmaal de spelers terug. Hopen wij dikwijls tot weerziens! Met een voller zaaL dend als raadsman en verdediger, adviseerde de rechtbank beklaagde een voorw. straf op te leggen. Hij behoort niet tot het gilde der misdadigers; is niet slecht, doch alleen maar zwak geweest Hij zegt zelf, dat hij blij was, als hij hij de pakketpost dienst deed, dan kwam hij niet in de verleiding. De rechtbank moet dezen beklaagde uit het misdadigers-milieu houden en daarvoor is de voorw. straf. Een voorw. straf is geen gunst, maar een voorbehoedmiddel. Als bewijs, dat beklaagde niet is een gewetenlooze postdief, haalt pleiter aan, dat bekl. in een der brieven heeft laten zitten een bankbiljet van 10, dat hij zich niet heeft willen toe éigenen Het gestolen geld brandde hem als 't ware in den zak. Hij gaf het zoo spoedig mogelijk uit en liet dikwerf anderen ervan profiteeren. Pleiter heeft geïnformeerd naar zijn vroeger leven en gunstige getuigenissen ontvangen. Voorts noemt pletter een adres van een ser geant-majoor te Helder, die goede inlichtin gen kan verschaffen omtrent beklaagde. Be klaagde komt uit een uiterst net gezin, dat zijn afdwaling zeer sterk voelt. Pleiter verzoekt de rechtbank beklaagde te steunen en eindigt zijn warm pleidooi met een dringend verzoek zijn cliënt een voorw. straf op te leggen. Onlangs standen twee Heldersche huis moedertjes, O. J., huisvr. G. en M. G. W., huisvr. A. R., terecht, omdat zij voor een zacht prijsje steenkolen hadden gekocht van straatkinderen, welke deze steenkolen had den ontvreemd van het terrein der Helder sche gasfabriek. Deze zaakjes waren destijds aangehouden, omdat de rechtbank alsnog als getuige wilde hooren M. v. d. M., een meisje, dat had be hoord bij de Jeugdige straatroovers, die de steenkolen hadden te gelde gemaakt. Het meisje, dat er uitzag alsof zij zoo uit de gestolen kolen was opgedoken, was echter niet héél erg duidelijk in haar verklaringen, maar de Officier scheen er echter toch zoo veel uit wijs te kunnen worden, dat hij tegen de twee niet verschenen beklaagden ieder 50 boete suba 25 dagen hechtenis vorderde. Dat dé dames in dit geval een bijzonder koopje hébben gehad, zal wel niemand dur ven beweren. Over 14 dagen uitspraak in bovengemelde zaken. Arrondissements-Rechtbank te Alkmaar. Zitting van 18 Mei 1920. Izak de B., vroeger werkman te Helder, thans gedetineerd in de Strafgevangenis te Haarlem, diefstal van kippen en wasohgoed, 4 maanden gev. Age Z., ged., oplichting *an horloges en trouwringen, 6 maanden gev. Jaoob P., Helder, diefstal van een zilver bon, 20.boete subs. 20 dagen hechtenis. Nieuwe zaken: Een onbetrouwbaar hulpbesteller. Heden stond voor de Arr.-Rechtb. terecht de 23-jarige gewezen hulpbesteller der pos terijen Hendrik van D., aan wien ten laste wordt gelegd, dat hij op 3 tijdstippen in Nov., en Dec. 1919 een aanta 1 brieven heeft ge opend en zioh den geldswaardigen inhoud heeft toegeëigend. Beklaagde thans haringpakker, vatte zijn taak als hulpbesteller allesbehalve correct op. Hij begon met verschillende brieven, die hij om een of andere reden niet had besteld, mee naar huis te nemen en te openen. Ook eigen de hij het geldswaardig papier in oasu zilver- bonnen, dat zich eventueel in de achterge houden brieven bevond, zich toe. Het aldus verkregen geld verteerde hij met vrienden in café en openbare vermakelijkheden. Toen tenslotte de verdenking op hem begon te vallen, inspecteerde de directeur van het postkantoor, de heer L. de Wit, de jas van beklaagde, die in de vestibule van het post kantoor hing en vond daarin verschillende brieven en losse enveloppen. De politie werd gewaarschuwd en de brigadier van politie A. van Riel fouilleerde den verdachte, met ge volg, dat op hem werd bevonden een onge- openden brief aan het adres van van J. Zwart, alsmede eenig geld. In het kosthuis van beklaagde werd door bovengenoemden brigadier, geassisteerd door den agent van politie J. Holz, huiszoeking gedaan en daar vond men in een aan beklaag de toebehoorende kist, alsmede in sommige zijner kleedingstukken, tal van geopende brieven, visitekaartjes en andere poststuk ken, die allen door hem uit de bestellingen of bij het buslichten door hem waren inge houden. Uit een brief, verzonden door de dienst bode G. van Urk te Scheveningen aan haar zuster te Helder woonachtig, verduisterde hij 4 zilverbons f 2.50. Mej. Veldhuizen, onderwijzeres te Helder, had een brief gezonden, waarin een zilverbon van 2.50, aan het adres van Mevr. Wed. Knave te R'dam. Ook deze zilverbon raakte in het bezit van beklaagde. Aan den landbouwer A. Noorloos te Koe- gras werd in Dec. 1919 door zijn broeder Zeeger uit Almkerk een brief toegezonden, inhoudende twee zilverbons van 2.50. Dezen brief heeft geadresseerde niet ontvangen en beklaagde erkende eveneens dezen brief te hebben geopend en zich de zilverbons te heb ben toegeëigend. Beklaagde erkent hetgeen hem wordt ten laste gelegd. Aanvankelijk hield hij brieven achter, die hij niet had besteld en <Ije hij niet meer durfde op het postkantoor teruggeven, Daarna werd het bij hem een manie brieven te openen en zoo verviel hij van kwaad tot erger. De Officier van Justitie noemt het een buitengewoon ernstig feit. Beklaagde heeft door zijn oneerlijke en incorrecte handelwijs veel schade toegebracht. De officier heeft gemakshalve slechts enkele feiten ten laste gelegd, maar hij heeft veel meer op zijn kerf stok. Overigens stond hij niet ongunstig Be kend. Het O. M. vorderde tenslotte 8 maan den gevangenisstraf. De heer mr. Offers, voor beklaagde optre In April brachten de Rijksmiddelen op ƒ36.262.729,— tegen ƒ24.577.293,— in de overeenkomstige maand van 1919. Een ver meerdering dus van ruim ll1/» millioen. Meer dan 5 millioen'van deze vermeerdering komt op rekening der Inkomstenbelasting, die 11.495.154 opbracht. De registratierechten gaven voorts een vermeerdering van bijna 1 millioen, terwijl de accijns op het.gedistilleerd bijna l1/» millioen meer opleverde. In de eerste 5 maanden van 1920 werd uit de gewone middelen ontvangen 124.887.005 tegen 80.580.492 in de eerste 4 maanden van 1919. Uit de opcenten ten bate van het lee- ningsfonds 1914 werd ontvangen 5.476.899 (totaal der eerste 4 maanden van 1920 16.261.257). Uit de buitengewone belastin gen (oorlogswinst en verdedigingsbelastin gen) 16.957.761. Eerste 4 maanden van 1920 50.047.955. Het Ned. Corr. bureau meldt: In parlementaire kringen verwacht men, dat eerlang de Tweede Kamer bereiken zal een wetsontwerp tot wijziging der oorlogs begrooting voor het loopende jaar, en waar bij ongeveer elf millioen gulden zal worden aangevraagd tot dekking van de onkosten, verbonden aan de 1 Januari j.L ingevoerde verhoogde bezoldigingen bij de landmacht. Een E.St-telegram van 12 'Mei uit Tokio geeft de volgende bijzonderheden van de schitterende ontvangst, welke de Nederlanders in Japan's hoofdstad is ten deel gevallen Na het schitterende kersenbbemenfeest in de tuinen van het keizerlijk strandpaleis, bereikten de feestelijkheden het hoogtepunt in een gastmaal, aangeboden aan de 16 Ne derlandsché officieren, den gezant De Graeff en den militairen attaché, door den Minister van Marine Kato. Hierbij waren aanwezig Japan's drie nationale helden, admiraal Togo, die in 1905 de Russische vloot vernietigde, admiraal Incuye, de held van den Chineesch- Japanschen oorlog, en admiraal IJuin. Tevens waren aanwezig de chef van den marinestaf en de vice-minister van marine. Bijna alle Japansche officieren droegen de Ora^je-Nassau- orde. In verschillende toespraken getuigden deze oude zeehelden van hun onvergankelijke ge hechtheid aan Nederland, fiat hun vaderland gedurende 2£ eeuw gelegenheid bood kennis te nemen van de Westersche beschaving. Zij zeiven leerden in hun jeugd de Nederlandsche taal en verkregen hun marine-lfennis van Nederlandsche officieren. Bij 3e Japansche vloot zal de dankbaarheid voor Nederland onuitwischbaar gegrift blijven. Alle aanwezigen ontvingen een zilveren doos, waarin de handteekening van den minister van marine gegraveerd was. De Nederlandsche gezant De Graeff werd 14 Mei ;ontvangen door den kroonprins en voorgesteld aan de keizerin en de kroonprinses. vice-admiraal Bentz van den Berg werd begiftigd met het kruis van groot-officier der Heilige Schat en het commandeurskruis van de_ Rijzende Zon. Kapitein-luit. ter zeq Boeser mét het commandeurskruis der Heilige Schat. De directeur van de Eastern Service had een interview met een oud-Nederlander, wo nend in Japan, en vernam dat gedurende de 50 jaar zijner aanwezigheid aldaar nimmer eenige vreemde vloot zoo schitterend ont vangen is als thans de Nederlandsche oorlogs schepen. Hy ziet hierin een bewijs van de groote vreugde der Japanners over het ver dwenen wantrouwen bij de Nederlanders te hunnen opzichte, hetgeen hier steeds als zeer grievend en onverdiend is gevoeld, daar vol gens Japansche opvatting het groote blaam verdient oude vrienden, die eertijds diensteu

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1920 | | pagina 3