Herman Nypels,
NIEUWSBLAD VOOR
HELDER, KOEGRAS. TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
rr-.ióAT0 -'is 1 ?-s
Eerste Blad.
2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 gld.
De nieuwste modellen.
De mooiste sorteering.
Helder.
48e JAARGANG
FEUILLETON.
COURANT
ABONNEMENTEN BIJ VOORUITBETALING-
Modeblad .0.95.' I fS jjj
Losse nummers der Csurant 4 ct.
Verschijnt Dinsiag-, Donderdag- en Zaterdagm ddag
REDACTEUR-UITGEVERC. DE BOER Jr.. HELDER
Bureau: Koningstraai 29 Interc. Telefoon 50
Post-Girorekening No. 16066.
Op- en ondergang van Zon en Maan
en tijd van hoogwater (Texel).
(Zomertijd.)
Maan Zon Hoogwater
Mei. op: ond.: op: ond.: v.m.:n.m.:
Zondag 30 a. 6.58 m. 3.35 4.46 9.8 7.30 7.45
Maand. 31 7.58 4.5 4.45 9.10 8.15 8.30
Juni.
Dinsdag 1 8.64 4.42 4.45 9.10 8.55 9.10
Woensd. 2 9.43 a. 5.26 4.44 9.11 9.30 9.50
Dond.d. 8 10.26 6.15 4.43 9.1210.6 10.30
Vrijdag 4 11.1 7.104.43 9.1210.4011.5
Zaterd. 5 11.32 8.104.43 9.1211.1011.40
SOCIALISATIE-PROBLEMEN.
Wij zitten, midden in het socialisatde-
vraagstuk. Haast gelijktijdig met het rap
port van de S.D.A.P. is een werkje er over
verschenen van prof. Is. P. de Vooys. Van
iemand dus, die een ruimen kijk op het be
drijfsleven heeft, en geen partijganger is.
Wel blijkt de schrijver in het algemeen so
cialistische denkbeelden te zijn toegedaan,
maar hij ls in elk geval geen politiek per
soon. En dat maakt een heel verschil, al be
hoeven wij daarom de eerlijkheid van de
partij-rapporteurs niet in twijfel te trekken.
Zij hebben de zaak van politiek standpunt
bekeken, prof. de Vooys doet het als anan
van de wetenschap. Zijn beschouwingen
vallen dan ook nogal anders uit.
De schrijver zegt in het voorbericht, dat
hij het groote vraagstuk niet in zijn geheel
behandelt, maar slechts enkele grepen doet.
De indeeling van het boekje het bestaat
uit eenige vroeger gehouden lezingen en
eenige actueele artikelen doet dat trou
wens dadelijk zien.
Van die verschillende stukken interes
seeren ons het meest: „Een keerpunt van
het socialisme", en het slot „Practische
voorstellen".
Het socialisme maakt een ernstige crisis
door, zoo betoogt prof. De Vooys in het
eerwtgenoeinde -artikel. De ontwikkeling der
maatschappij is onderbroken door den oor
log, en veel onontbeerlijke dingen zijn ver
nield. Er moet hersteld en weer opgebouwd
worden, maar die taak is ingewikkeld en
moeilijk. Het heet, dat deze opbouw moet
komen van het socialisme, maar de arbei
dersbeweging, waarop dit grootend eels
steunt, is in zekeren ain ontaard: zij toont
twee elementen van een bedorven oorlogs
karakter, namelijk het stellen van macht
boven recht en het najagen van directe ma-
terieele voordeelen. De daden der arbei
dersklasse worden niet getrokken naar een
vaststaand doel, maar gedreven door hevige
begeerten, die in den oorlog zijn ontstaan.
Men kan deze wel „socialistisch" noemen,
maar daarom zijn ze het nog niet. Ware so
cialisatie bestaat uit opvoering der produc
tie, opdat ieder meer kan krijgen van de
noodige levonsbehoeftfen. Maar de verwe
zenlijking daarvan stuit af op de verlan
gens van de arbeiders, die minder willen
werken dan vroeger. De mijnwerkers wil
len en kunnen niet zooveel kolen voortbren
gen als voor de maatschappelijke behoef
ten noodig zijn; zoo ook de arbeiders in de
kleedingindustrie, in de machinefabricage,
enz. En elke poging om door technische
verbeteringen de productie op te voeren
mislukt door het tekort aan ijzer, machines
en transportmiddelen.' Deze toestand roept
de duurte in het leven. Steeds maar loons-
verhoogingen geven helpt niet.
Onder deze omstandigheden zou een so
cialistische productie-wijze ingevoerd moe
ten worden. Daarvoor zou noodig zijn de
vorming van een socialistisch recht. Zal dit
inhouden een volkomen gelijkheid van ar
door
JESSIE DOUGLAS KERRUISH,
voor Nederland bewerkt door
L. ALETRINO.
33)
«Nu moeten wij afscheid nemen," sprak
onze leidsvrouw.
«Nog een uur flink doorrijden, en Insb-
allahl gij zijt in Bitfa, waar uw vader
waarschijnlijk wel op u zal wachten, en mocht
tëe hem daar niet vinden, dan hebt ge niet
laoger dan twee uur rijden om hem in Kodh-
te vinden. Het dorpshoofd van Kochma
!s oud en waardig man; zijn eene vrouw
l£ zuster van mijn mans kleinzoon, den
®«g. en bij hem zult ge kunnen blijven, als
w vader nog onderweg is. En nu: vaart wel!
y staken de handen uit. Zij hield beul®
oogenblik vast en zeide met een droef
erlangen in haar stem: „Nemen Engelsene
JJhge meisjes zóó afscheid van een oudere
vriendin?"
kusten haar ten antwoord. „"V aart wel!
alde zij nog, toen keerde zij zich plot-
TOg om, en verdween met de dienaren tus-
7 motsen.
OQ Ali leidden ons verder. „W at zou
fluisterde Evelyn in het Engelsch,
iii n °ns niet hooren kon. „Wat denk
sdhe z$ p« 3011 ze 6611 gedeserteerde Engd-
hJ^der dat ft my rekenschap kon geven
®Plicht en verbruiksrecht? Of het be-
ADVERTENTIE N.
20 ct. p. regel (galjard). Ingez. mededeelingen (kolombr. als redact, tekst) 60 ct.
Kleine advert. (gevr., te koop. te huur) v. 1 tot 4 regels 50 ct., elke regel meer 10
ct. bi) vooruitb (adresBur. v. d. bl. en met br onder nr. 10 ct. p. advert. extra),
Bew.-exempl. 3'ct. Adv. op bep. aangew pl. worden 25 hooger berekend.
ginsel van loon naar werk? Al zijn er over
gangsmaatregelen noodig, toch moet het
doel van te voren goed in het oog worden
gevat. Maar dat gebeurt niet; de socialisti
sche leidslieden weten geen keus te doen,
en wachten af, hoe de ontwikkeling gaan
zal. Nóch de communisten nóch de sociaal
democraten voelen veel voor een rechts
regel, die den luilak en den domme even
veel geeft als den ijverige en den bekwame.
Zij begrijpen, dat de productie daarmee Al
te zeer achteruit zou gaan. Theoretisch ne
men zij wel een ongelijkheid van taak en
belooning aan, maar practisoh durven zij
het niet in te voeren, omdat de stroom ing
onder de arbeiders zelf overal in de rich
ting van egalisatie gaat. En zoo plegen de
leiders praotisch eigenlijk verraad aan het
beginsel, door zich niet los te maken van
stroomingen en stemmingen, die naar on
uitvoerbare verlangens en dus naar een
chaos voeren.
In het buitenland doen zich dezelfde on
overkomelijke moeilijkheden voor. Op het
probleem van de produotie-verhooging
heeft het socialisme nooit gerekend. Men is
op allerlei manieren aan het „socialiseeren"
gegaan, voorloopig met geen ander resul
taat dan dat niemand meer weet, wat socia
liseeren eigenlijk is. Zoo in Duitschland. De
Duitsohe socialisatie-commissie verwierp
het staatsbedrijf; men verwachtte er een
verminderde productie van, en buitendien
is het overheidsbedrijf per se ook niet so
cialistisch. Toen is onder leiding van minis
ter Wissel de zoogenaamde „Plan-wirt-
schaft" ontworpen, die voortbouwde op de
economische organisaties uit den oorlogs
tijd. Maar. de socialistische leiders ver
wierpen die plannen, omdat zij indruischten
tegen de stemming onder het volk. Burgerij
en arbeiders hadden genoeg van dwang: Zij
wilden heiden vrijheid, de eene van handel
en bedrijf, de anderen van vakbeweging en
staking. (Dit laatste natuurlijk weer om di
recte materieele voordeelen te kunnen be
halen). En daarom durfde men de uitwer
king van deze socialistische plannen niet
aan.
Aan deze glasheldere en logische be
schouwingen voegt prof. de Vooys, zooals
boven gezegd, iets over „practische voor
stellen" toe. Dit gedeelte van .heL.werkje is
vooral van belang met het oog op het socia-
lisatie-rapport van de 8.D.A.P., en daarom
willen wij op enkele hoofdpuntep wijzen.
De practische voorstellen, die gewoonlijk
worden gedaan aldus de schrijver om
vatten:
lo. onteigening van productie-middelen;
2o. verplichting tot bedrijfsooncentratie;
3o. toezicht op het bedrijfsleven;
4o. organisatie van een sociaal-eoonomi-
sohe staatsinrichting naast de politieke, ter
uitvoering van de bovengenoemde maat
regelen.
Een dergelijk program is zuiver politiek,
ofschoon het zich beweegt op het gebied van
de sociale economie. Men kan wel trachten,
het van boven af in te voeren, maar daarmee
is nog geen werkelijk^socialistische produc
tiewijze tot stand gebracht In de eerste plaats
zit er een moeilijkheid in het internationale
karakter van het bedrijfsleven, waaraan door
de socialistische economie nooit voldoende
aandacht gewijd is: zfj richtte zich uitsluitend
op de industrieel voortgebrachte meerwaarde
en verwaarloosde min of meer het interna
tionale goederenverkeer. Maar bovendien kan
men door wettelijke maatregelen nooit de
menschen brengen tot die toewijding en in
spanning, die voor het ontstaan van de soci
ale gemeenschap onontbeerlijk zijn. De socia
lisatie is in wezen een vraagstuk van orga
nisatie, waarvoor men (naast wetten) aller
eerst bekwame leiders noodig heeft
In dit licht bezien, verliest de program-
eisch van onteigening zijn beteekenis. Niet
het bezit, maar het gebruik der productie
middelen moet geregeld worden. Door ont
eigening wordt de oplossing van het vraag
stuk eerder verward en tegengewerkt.
Ingezonden mededeeling.
waarom, hinderde mij die onderstelling. „O
neen, zeker niet Je kunt er van op aan, dat
zij geen droppel ander dan Oostersch bloed
in baar aderen heeft"
„Maar hoe kent ze dan zoo goed Engelscfa
—'vanwaar is ze op de hoogte van Engelsche
gewoonten? Misschien is ze in betrekking ge
weest op een of ander consulaat
„Evelyn, er bestaan ook in het Oosten stan
den. Onze gastvrouw is een vrouw van voor
name familie, evengoed als jij of tante Do-
mitia."
„Dat geef ik toe maar dan wordt het een
geheimzinnige geschiedenis t_
Een ding is in elk geval zeker, Evie. Ze is
verbazend goed voor ons geweest en het
dunkt me een slecht bewijs van appreciatie,
wanneer we nu den neus in haar particuliere
aangelegenheden trachten te steken.
,1'eccavii Je hebt als altijd gelijk, Rathia!
En er is nog iets, dat vaststaat; wat moet ze
in haar jeugd mooi geweest zijn bijna zoo
mooi als jij 1"
Ik moest lachen om haar vleierij- «Eh hu
nóg"» ging zij voort, „heb je eoh zoo n prach
tig figuur gezien? Ja ^J^0'6
hulp van een spiegel, Rathia. En haar hande
en voeten zijn zoo klein
Zij hield op, en trok haar linkerhandschoen
uit; niet zoo gauw kon zij hem,schrftlrerri
van de koude, weer aandoen, of ik bemerkte
een zwaren gouden ring met iets blauws aan
haar middenvinger. „Dat heeft ze gege
ven ging zij voort „Het ft een turkoois van
Mokka Zij trok hem van haar
en mii paste hij, ofschoon ik een half hoofd
-kteSTben dïï'zö. Ze wilde, dat ifc Jehjm
niet eerder liet zien, dan wanneer het te laat
zou zijn. hem terug te geven; ise w wt datEn
gelschen nooit een geschenk willen aanne
In het programpunt over verplichte con
centratie zit een tegenspraak. Men wil die
toepassen op bedrijfstakken, die voor alge-
heele socialisatie nog niet „rijp zijn". Die
uitdrukking „rijp zijn" is juist: het gaat om
een groei-proces. Maar een dergelijke groei
is niet te dwingen; hoogstens kan men be
lemmeringen wegnemen, maar verder alleen
de grootst mogelijke vrijheid van beweging
toestaan. De wenisch om door concentratie
tot arbeidsbesparing te komen, is ook alleen
door vrijheid te vervullen: kunstmatig opge
legde concentratie zou het tegendeel brengen,
zooals in de crisis-jaren gebleken is.
De meeste beteekenis is te hechten aan de
contröle op het bedrijfsleven, die volgens het
socialistische program moet ingevoerd wor
den. Niet aft een soort van ipolitie-toezioht,
maar om de gemeenschap te helpen bij het
zich inleven in de vooribrengingsorganisatie,
waartoe de tegenwoordige staat niet bij
machte ia De sociaal-economische organen,
die daartoe wèl kunnen leiden, zijn in de
tegenwoordige maatschappij al bezig te
groeien eerder in te groot dan in te klein
aantal.
Aan duidelijkheid laten deze beschouwin
gen van den oud-hoogleeraar zeker niets te
wenschen over. Wij moeten het waardeeren,
dat iemand als prof. De Vooys met groote
onbevangenheid het door politieke phrasee
verwarde probleem zoo zuiver mogelijk tracht
te stellen. Van het rapport der 8. D. A. P.
heeft de schrijver officieel nog geen kennis
kunnen nemen, maar kennelijk ft hij op de
zelfde moeilijkheden gestooten, waarmee d
commissie te worstelen 'had. Maar hij durft
die beter aan, breekt eenvoudig met de be
driegelijke leus van „onteigening", die in het
algemeen onuitvoerbaar is, en voor zoover zij
zou uitgevoerd kunnen worden, weinig an
ders dan ontgoocheling zou brengen.
Dat de maatschappij aan het veranderen is
wie zal het ontkennen? Een organisme
blijft nooit gelijk. Wil men de veranderingen,
die van zelf optreden, de sociale wetge
ving, de oonoentratie in de industrie, de
nieuwe inkomsten-verhoudingen als „so
cialiseering" betitelen, dan is dat ons wel, en
dan zal geen verstandig mensch zich blinde
lings daartegen verzetten. Maar dan moet
men het niet doen voorkomen, alsof men een
nieuwe maatschappij in een paar jaren maken
kan, door een politiek program uit te voeren.
De leidende sociaal-democraten beseffen ook
wel, dat zij meer zouden bereiken door een
nieuwen geest aan te kweeken dan door wet
telijke maatregelen aan te bevelen maar
men. Vind je bet erg, als ik hem houd?"
Niemand zou het erg van haar vinden, met
haar groote, vleiende oogen. Ik antwoordde
dan ook: „Natuurlijk ohït. Ze schijnt erg op
je gesteld te zijn misschien hebben we
daaraan onze redding te danken."
Onze gidsen voerden ons langs een weg,
die voortdurend kronkelde; wij ontmoetten
geen mensch. Nadat we een uur of twee in
galop waren voortgereden over de versche
sneeuw, vroeg Evelyn verwonderd: „Rathia,
zeide de Kbanoum niet dat het één uur rijden
was naar Bdtfa?"
„Zeker, maar Oosterlingen hebben geen
idéé van afstanden, óf ze nemen ze te klein,
óf ze overschatten ze," antwoordde ik, om
vervolgens Zald haar vraag over te brengen.
„Khanoum, het is bijna drie uur rijden,
maar de Khanoum Effen' wilde u bij uw ver
trek niet dadelijk ontmoedigen," antwoordde
deze.
„Kijk eens op je kompas," zeide Evelyn,
toen ik haar die woorden had vertaald. „Ligt
Bitfa niet ten zuidoosten van Kalmaru? En
wij rijden naar het noordoosten."
Andermaal vroeg ik Zaïd. „In orde, in
ordel" kreeg ik tot bescheid. „Ik ben in dit
land geboren en getogen, Khanoum. Aan
stonds buigt de weg zich, en we rijden omlaag
naar Bitfa, zooals de koningsgier neerschiet
op zijn prooi. Maak u niet bezorgd, wij zullen
bij Allah al Qawi-al Majid zorgen, dat gij
Bitfa behouden bereikt. En aft ge aan ons
mocht twijfelen hier draaide hij de haren
van zijn knevel, die zulks toelieten, omhoog.
herinner u dan, dat, wanneer u een haar
op het hoofd mocht gekrenkt worden, wij dit
voor de Khanoum Effen' zouden hebben te
verantwoorden."
„Zij spaart de roede niet, hè? onderstel
de tegenwoordige treurige mentaliteit is lijn
recht daaraan tegengesteld. Zij durven er niet
tegen in, en zijn zoo in een impasse geraakt,
waarvan zoowel de rede van den heer Troel
stra bij zijn jubileum aft de 1 Mei-viering de
duidelijkste sporen droeg. Publicaties als die
van prof. De Vooys kunnen er veel toe bij
dragen, om in dit opzicht meer klaarheid te
brengen. Alleen daarom al heeft zij groote
verdienste. („Hbl.").
BINNENLAND.
De Arbeidswet
Het Nederi. Oorrespondentiebureau ln
Den Haag meldt:
Uit de beste bron vernemen wij, dat een
berioht in „Het Volk", als zou de 46-urige
arbeidsweek niet vóór Januari 1921 worden
ingevoerd, wellicht zelfs niet vóór April van
dat jaar, volkomen uit de luoht is gegrepen.
Zonder dat men een bepaalden datum kan
noemen, waarop de regeling van de Arbeids
wet ten aanzien van de fabrieken en werk
plaatsen in werking zal kunnen treden, kan
met stelligheid worden verzekerd, dat dit
betrekkelijk spoedig en zeker nog in den
loop van dit jaar het geval zal zijn. Reeds
heeft de Hooge Raad van Arbeid advies
uitgebracht over het ontwerp-arbeidsbesluit,
terwijl het ontwerp-werktijden-beslult bij
dit college in behandeling ft, en de overige
desbetreffende algemeene maatregelen van
bestuur, welke aan het departement voor
den arbeid zijn of worden ontworpen, even
eens met den meesten spoed worden onder
zocht, naarmate zij bij den Hoogen Raad
van Arbeid inkomen. De subcommissies van
den Hoogen Raad van Arbeid vergaderen
hiertoe dagelijks. Daar deze algemeene
maatregelen van bestuur in de praotijk van
de grootste eteekenis zuilben zijn, spreekt
het intusschen vanzelf, dat de ernst van het
onderzoek daarvan aan den spoed niet mag
worden opgeofferd.
Ook de Raad van State zal ten slotte de
algemeene maatregelen van bestuur nauw
gezet hebben na te gaan, alvorens deze zul
len kunnen worden uitgevaardigd. Doch dit
alles neemt niet weg, dat zij stellig nog dit
jaar in werking zullen kunnen treden.
Als de kroonprins visite krijgt
Het Kamerlid Schaper heeft tot den minis
ter van Binnenlandsahe Zaken de volgende
vragen gericht:
1. Is het gezien het antwoord van den
minister van 17 Mei j.1., in zake de kosten,
besteed aan de gewezen vorstelijke personen
uit Duitschland dan niet juist, dat eönde
1919 o. a. ten behoeve van de voormalige
kroonprinses, als gast van den gewezen
kroonprins, voor de inrichting eener logeer
kamer 6 700 zijn besteed, b.v. voor mys-
teres, fluweelen overgordijnen van 240, Ja-
pansche matten, tafel- en andere kleedjes?
2. Zoo ja, hoe is dit te rijmen met de ver
klaring van den minister, dat bij de inrich
ting der woning niet op ontvangst van gasten
is gerekend?
8. Is de voormalige kroonprins niet in
staat, evenaft zijn vader, de kosten van zijn
verblijf en dat zijner gasten geheel en al te
betalen?
4. Zoo Ja, op welken grond worden die
koeten, in totaal rond 14600, dan voldaan
uit 's lands kas?
Steenkolen.
Het Nederi. Oorrespondemtlebureau lm
Den Haag schrijft:
In een der bladen ls gemeld, dat vermoe
delijk het volgende jaar tot inperking van
de rijkskolendistributie zal kunnen worden
overgegaan. Naar wij uit de beste bron ver
nemen, is dit, gezien den kolennood van de
verschillende landen, zeer onwaarschijnlijk
en zal de kolenvoorziening nog geruimen
tijd: een voorwerp van zorg der regeering
de ik.
„Neen, maar zij telt de slagen, wanneer
onze vader ze ons toedient," antwoordde hij
ernstig.
„Wij volgen nu het spoor der Tienduizend,"
lichtte ik Evelyn in, toen wij verder gingen.
„Weet je
„Wat tienduizend? Voornaamste Amerika
nen? American Upper ten-thousand?l"
„Houd toch opl Je weet wel, de Grieksdhe
soldaten, die onder Xeruophon van Babylon
naar de Zwarte Zee trokken, en
„Dat is van vóór mijn tijd, en ik geef niets
om de klassieken, wanneer ik koud en hon
gerig ben
„Koud? stel je dan eens voor, wat die arme
Grieken hebben moeten doorstaan, toen ze,
verder in het jaar ook nog, hier moesten
marcheeren in hun koude wapenrusting
„Ik wil zooiets me liever niet indenken I"
„...en zonder ook maar een enkel paar
met bont gevoerde schoenen aan hun twintig
duizend voeten
Al« zij een enkel paar hadden bezeten,
zou het nog veel erger geweest zijn! Dan was
het tot een moorddadig gevecht gekomen:
iedereen had er zich van willen meester
maken, en je hadt een nieuw onderwerp ge
had voor je klaagzangen."
Ik deed geenvendere pogingen om haar
geestdrift voor mijn Hellenen ln te blazen.
Evelyn stelt zich altijd tegen goede Invloeden
te weer. Bij anderen heb ik wel eens bemin
nelijker eigenschappen aangetroffen, maar
toch niet veeL
We kwamen aan een vervallen pleister
plaats, waar wij, ln een waterdicht hoekje,
onze lunch nuttigden. Te Kalmaru had men
ons voorzien van een nieuwen leeren zak, die
thans koud wild, fruit, gebak, Koerdisch
moeten blijven uitmaken. Voorzoover in het
bedoelde berioht op eventueele afschaffing
van de rijksbemoeiing met de huisbrand-
voorziening mocht gedoeld zijn, kan wor
den medegedeeld, dat daarvan geen sprake
kan zijn, zoolang de prijs van de fabrieks-
kolen nog hooger is dan die, waarvoor de
huisbrandkolen worden verstrekt. Mocht dit
prijsverschil verdwijnen, dan zou de be
moeiing der regeering zich tot de zorg voor
voldoenden aanvoer van kolen kunnen be
perken, en zou het publiek vrij kunnen wor
den gelaten in het koopen van de benoodig-
de hoeveelheden, zander dat gevaar bestond,
dat deze aankoopen met speculatieve doel
einden geschieden. Intusschen wijst voors
hands niets er op, dat het bedoelde prijsver
schil binnen afzienbar entijd tot het ver
ledens zal hehooren. Aan den van de zijde
van de industrie kenbaar gemaakten
wensch, den prijs van de huisbrand- en de
Industriekolen te egaliaeeren, kan de regee
ring niet voldoen. Zij blijft zich op het
standpunt stellen, dat de kolen van de Lim-
burgsche mijnen, die thans aan de huis
brandverbruikers tegen kostprijs geleverd
worden, in de eerste plaats moeten dienen
voor verwarming.
De regeering verlangt wonlngbouw-
vereenvondlging.
Eenige weken geleden ls door minister
Aalberse ter kennis van de gemeentebestu
ren gebracht, dat ook ten opzichte van den
woningbouw met overheidssteun, de groot
ste zuinigheid moest worden betracht. Daar
het een algemééne opmerking gold, was
nog niet met beslistheid te zeggen, waar de
regeering meende dat de uiterste grens der
bouwkosten moest liggen.
Thans is daaromtrent meer zekerheid ver
kregen. In den loop dezer maand is n.1. na
mens minister Aalberse tot B. en W. van
Amsterdam een missive gericht, waarin
Ingezonden mededeeling.
99 van de 100
«dek door onverstandig te leven.
Een medisch schrijver, met 60 Jaren prak
tijk, zei dat 99 pet. van de menschen, die hem
raadpleegden, door hun eigen schuld ziek
waren.
Hij bevond, dat over-eten, verkeerd ge
bruik van opwekkende middelen, gebrek aan
lichaamsbeweging, ongeregelde slaap en
overwerking de menschen ziek maakten.
Nu ft een dergelijke leefwijze bijzonder
nadeelig voor de nieren, en als rugpijn,
rheumatische pijnen of blaaszwakte eruit
voortkomen, is dit een zeker bewijs, dat de
nieren door de abnormale inspanning tot
ondergang gedoemd zijn. Niemand, die weet
wat dit beteekent, mag een oogenblik aarze
len over wat hem te doen staat.
Geef ln de eerste plaats uw onverstandige
leefwijze op en leef sober. Alleen deze voor
zichtige verandering in gewoonten en een
speciaal niergeneesmiddel kunnen u bijstaan
tegen het bekruipend urinezuur, vroegtijdige
verharding der aderen en ernstige nierver
schijnselen, als rheumatiek, nlergruis, spit,
ischias, steen, urinestoornissen, onzuiver
bloed, bloedarmoede, nier-waterzucht en
blaasontsteking.
Zwakke nieren vereischen hulp om weer
sterk te worden en de best mogelijke hulp
is juist die heelende, opwekkende hulp, die
Fosteris Rugpijn Nieren Pillen kunnen
geven.
Fosteris Pillen hebben succes, omdat zij
doen wat ervan gezegd wordt. Zij brengen
de nieren, blaas en urinewegen op streek,
versterken en heelen haar. Zij werken hoe
genaamd niet op de ingewanden.
Let er evenwel op, dat gij de echte Foe-
teris Rugpijn Nieren Pillen krijgt, voorzien
van de handteekening van James Poster op
de verpakking. Te Den Helder verkrijgbaar
by A. ten Klooster, Keizerstraat 98, k 1.76
p. doos of 110.p. zes doozen.
brood en een flesch dragelljken Armenischen
wijn bleek te bevatten, hetgeen wij, naar ik
vermoedde, te danken hadden aan de goede
zorgen van de Khanoum Effen' in 't bijzonder
en aa nde hartelijkheid van het geheele geein
dn het algemeen. Even later had ik iets uit
mijn edgen zak noodig; hij leek mij zwaarder
dan gewoonlijk; er lag een pakje ln, dat rin
kelde. Het was gewikkeld in een zijden zak
doek, waaraan een papiertje was bevestigd,
dat in fijne Arabische karakters het volgende
behelsde:
„Een geschenk voor u. Wil mijn hart
niet verscheuren door bet te weigeren.
Van Aminwih, vrouw van wijlen den
gipotvader van Isoharyaar Beg van Kal
maru."
„Dus de Khanoum Effen' heet Aminah, en
dit schijnt haar methode te zijn, om iemand
een geschenk te laten aannemen," lachte Eve
lyn, toen ik vertaalde. „Je sohrijft haar na
tuurlijk een aardig briefje terug. Goeie
hemel, wat een collectie oudroest!"
Zij trok het neusje in verachting op, toen
ik het pakje opende; ik zelf stond sprakeloos.
Mifasri, die ons bediende, vergat zijn plaats en
staarde stom van verbazing naar het kleine
hoopje kegeltjes en cyldndertjes in mjjm
schoot.
„Genadige hemel I* barstte hij toen uit
„Zegelringen I" Waar het Orientallsme be
trof, waren wij niet langer meesteres en
knecht, maar collega's-enthousiasten. „Asshur
Nazirpal!" riep hij uit, toen ik hem er een
toereikte. „Nabu-Apli het overige onlees
baar
(Wordt vervolgd)